Vlissingsche Courant 1 ding is zeker de MAILSCHOEN is beter TWEEDE BLAD KAMEROVERZICHT FEUILLETON Op zoek naar een Bruid BINNENLAND van de van Donderdag 3 Februari 1933. No. 34. TWEEDE KAMEK. Vergadering van Woensdag. De gebeurtenissen in Indië. Niet gemakkelijk is de positie der sociaal democraten, die de daad der muiters niet voor hun rekening nemen, maar toch heel voorzichtig moeten zijn met veroordeeling daarvan. Zij moeten daar tusschendoor schipperen en dat deed de heer Cramer, die alle schuld op de Regeering wierp en feite lijk zijn hulde aan de muiters, die hij pas ln een openbare vergadering heeft uitgespro ken, terugnam. Ze waren hem in het vuur zijner rede ontvallen, en hij had er geen spijt van dat hy ze had geuit. Ten slotte kon hij er alleen op aandringen dat geen al te strenge repressaille-maatre- gelen zullen worden genomen. Nog is het voor de Regeering een kleinigheid dezen opstand te onderdrukken, maar de geesten der Inlanders ontwikkelen zichzij groeien in kracht en streven ons ter zijde. Na twin tig jaar zullen er nog wel heel andere din gen gebeuren. Natuurlijk werd deze rede herhaaldelijk door interrupties onderbroken. De heer Cramer heeft o.a. een hoog wachtgeld als Indisch ingenieur. Bij interruptie maakte de heer Bierema daarop een toespeling en dat gaf veel deining in het roode kamp. De leider der S.D.A.P. kwam nog eens aandikken, dat de Regeering ernstig tekort gekomen is. Vervolgens becritiseerde hij het gezagsfanatisme, dat o.a. bij de rechterzijde sterk aan den dag kwam. Het gezag moet eerbiedwaardig zijn en moet in staat zijn grove fouten te erkennen en te herstellen. Handhaaft het zijn fouten dan verliest het het vertrouwen. Beslistheid en kracht zijn niet voldoende om het gezag te handhaven het wraakzuchtig misbaar dat overal blijkt, is gevaarlijk. De uitlating van den heer Colijn, dat desnoods met een torpedo het schip naar den bodem van de zee moet ge zonden worden, is wel zeer onhandig ge weest. Er zijn 16 officieren aan boord, die mede slachtoffer zouden worden. De heer Albarda eischte van den Minister dat men alles zou doen om verlies van menschenle- vens te voorkomen dat men met wijsheid en beleid zou handelen, ook tegenover de muiters. Het verbod van de socialistische kranten was volgens dezen afgevaardigde ook een grove foutmet dwangstelsels komt men geen stap verder, want de nieuwe denkbeel den groeien onder den druk. Voor de regeeringsverklaring was de heer Colijn dankbaar. Het Nederlandsche volk had behoefte aan een krachtige verklaring, want het gebeurde heeft de onbetrouwbaar heid van één der machtsmiddelen van den Staat aangetoond. Voor ons internationaal prestige is dat ook van gewicht en voor ons 3;oloniaal beleid is het van beteekenis dat deze zaak met kracht wordt beslecht. De verklaring was z.i. bevredigend. In het bijzonder critiseerde de heer Colijn de houding der sociaal-democraten, omdat deze niet duidelijk was. Zij verontschuldigen de actie der muiters en werpen alle schuld op de Regeering. Duidelijker zijn in ieder geval de communisten, die de muiterij open lijk toejuichen. Er is muiterij, zei de heer Colijn en daarmede heeft men alleen reke ning te houden. Het is nog wel geen greep naar de staatsmacht, maar het leidt er toe en daarom moet ieder zich daartegen ver zetten, die de huidige staatsorde wil behou den. Volgens den heer Colijn kan de heer Albarda voorkomen dat er geweld werd ge bruikt, als hy openlijk de muiterij afkeurde EEN VROOLIJKE LIEFDESROMAN VAN BERTA RÜCK. '(Nadruk verboden) 55) r „Als ik een jong meisje was, zou ik de gedachte niet kunnen verdragen, dat ik zoo iemand tot man zou krijgen I" „Geneer je maar niet tegenover het meisje, dat myn vrouw zal worden „Ik zal maar naar boven gaan", viel ik in. Al dien tijd was ik slecht op myn gemak. Niets is zoo vervelend voor een buiten staander om by te wonen, als ruzie tusschen huisgenooten. De dingen, die broers en zus ters elkaar dan naar het hoofd gooien, zyn vee lte venynig om door derden gehoord te worden. Ik stond op. Maar Hilary was ook gaan staan. En juffrouw Mc Alister dito. Zy vervolgde „Als ik op het punt stond om te trouwen „Daar is helaas nooit kwestie van ge weest." (Hilary zei dat zeer spy tig). Juffrouw .Mc Alister lachte. En op dat ©ogenblik vond ik haar knap die groote Schotsche vrouw, met haar hoogroode kleur en schitterende oogen. „Er rust nu onder een vergeten grafheu veltje een man, die je iets anders had kun- hen vertellen, Hilary", antwoordde zy met vinnige vrlendelykheld. „Hy sneuvelde voor fcijn vaderland in het eerste jaar van den en de muiters adviseerde zich onvoorwaar- deiyk over te geven. Zoo schoof de heer Coiyn de verantwoordelykheid weer terug op den heer Albarda. Het gewone liedje in de politiek. Niet geheel bevredigd was de heer Mar- chant. Hij wilde eerst de fouten goed ken nen en hy hoopte dat de Regeering andere middelen zal vinden om de overgave te ver krijgen dan een torpedo. Met de onvoldoende gegevens achtten ook de heeren Aalberse, Boon en Vos onmogelijk om goed te kunnen oordeelen. Ten slotte heeft de Minister alleen nog verklaard, dat geen geweld zal worden ge bruikt dan na sommatie tot onvoorwaarde- ïyke overgave. Daarna werd de motie—Drop met 53 tegen 20 stemmen verworpen. Vóór alleen de S.D. A.P. en de communisten. Resultaat der debattennihil. De zomertyd. Verschenen is het voorloopig verslag van de afdeelingen der Tweede Kamer inzake het wetsvoorstel van de heeren Van den Heuvel en Bakker tot afschaffing van den zomertyd. De indiening van dit voorstel kon by vele leden geen instemming vinden. Het was ver- scheidenen leden niet duidelijk, welke be weegredenen de voorstellers tot de indiening van dit wetsvoorstel hebben geleid. Andere leden achtten bovendien het tijdstip der in diening zoo kort voor de Kamer-verkiezingen al zeer ongelukkig gekozen. Verscheidene leden konden zich hiermede echter niet ver eenigen en betoogden dat niet uit het oog mag worden verloren, dat de voorstellers eerst tot indiening van hun voorstel overgin gen, nadat zekerheid was verkregen dat van de regeering een voorstel tot afschaffing van den zomertijd niet was te verwachten. Ver scheidene leden, voorstanders van den zomer tijd, wezen er op dat de laatste jaren in vele streken een streven bestaat om zich geleide lijk meer aan den huidigen toestand aan te passen, waaruit mag blijken dat in het alge meen de bevolking met den zomertyd ver zoend is. Zeer vele leden, hoewel zich met het inge diende voorstel niet kunnende vereenigen, achtten niettemin de bestaande wettelyke tydsregeling onbevredigend. Zy meenden dat de meest gewenschte oplossing van het vraag stuk deze zou zyn, dat hier in den zomer de Midden-Europeesche tyd werd aangenomen en in den winter de West-Europeesche. Zy wezen er nog op dat de Amsterdamsche tyd op het oogenblik wel een zeer bijzondere aan duiding geeft, ten aanzien van dé zeer uit- zonderlyke positie welke ons land ten opzichte van de tijdsregeling dan inneemt. Het werke lijke verschil met den Europeeschen tyd is niét 20 maar 19 minuten en ruim 32 secon den. Voor wetenschappelijke doeleinden en ook voor de scheepvaart is deze toestand on- gewenscht, en deze leden achtten het daarom, indien niet tot algeheele wyziging wordt overgegaan, in elk geval noodzakelyk, dat voor de tijdsberekening een ander punt in de gemeente Amsterdam wordt aangenomen, op dat het werkelijk verschil met den West- Europeeschen tyd precies 20 minuten be draagt. Nederland en België. De correspondent van het „Vad." te Brus sel meldt In de gisteren gehouden by eenkomst van de Senatoriale commissie voor de buitenland- sche zaken heeft oud-minister Segers terloops het Nederlandsch-Belgisch vraagstuk aange raakt, Segers zinspeelde op zekere byzonder- heden welke in Nederland bekend worden ge maakt en verband houden met een mogelijke regeling van de tusschen de beide Janden hangend probleem. Hy wensohte te vernemen hoever het met de onderhandelingen staat. Zuid-Afrikaanschen oorlog; maar God zy dank, zyn er heden ten dage nog een mil- lioen jongens van denzelfden stempel, die daar nog toe bereid zyn. Een van die dap peren zou ik willen trouwen, als ik nu een meisje was. Geen schoolmeester, die my met goedkoop sarcasme zou sarren en als een echte Jan-hen door het huis loopt te ijs beren, of alles wel precies op zyn plaats staat. Neeneen van die vrooiyke, dappere jongens met bruingebrande gezichten en vuisten, die je zouden kunnen kraken I Een van die jongens, die je zouden kunnen doen denken, dat je nog in den tyd van de bal laden leefde, dat de mannen voor hun vrouwen vochten en hen op hun zadelboog naar huis reden „Een mooie droom", spotte Hilary, die de knop van de deur reeds in zyn hand had, „een mooie droom voor een oude vrijster Maar zyn zuster had het laatste woord. „Ik mag een oude vrijster zijn", riep zy hem achterna, „maar ik dank myn Schep per, dat ik geen oude droomer ben met een fantasiepantalon aan Toen ik voldoende in staat was om myn lachen in te houden, ging ik de kamer uit en zocht Hilary in het salon. Ik voelde werkeiyk, dat ik, als zijn verloofde, ver plicht was, hem iets vriendelyks te gaan zeggen na dit kwade kwartiertje, dat hy by zyn zuster had doorgemaakt. Doch zie, hoe de deugd beloond werd Hilary was er niet, toen ik binnenkwam. Hy had een briefje voor mij achter gelaten op moeders schrijf bureautje. Ik las „Lieve Josephine Ik gevóel my niet in De minister van buitenlandsche zaken, Hymans, antwoordde alleeii maar dat de onderhandelingen worden voortgezet en een bevredigende wending nemen. Ook de socialistische Senator Wauters drong aan op het geven van meer bekend heid aan de onderhandelingen welke tusschen België en Nederland worden gevoerd. De pers zou naar zijn oordeel beter moeten worden ingelicht over zijn aangelegenheid dan thans het geval is. Aldus zouden veel onjuiste voor stellingen van zaken vermeden worden. De commissie zal de volgende week een nieuwe vergadering houden. Overdracht van het grafmonument voor wylen dr. J, Th. de Visser. Heden had in tegenwoordigheid van zeer veel belangstellenden, op de begraafplaats „Crooswijk" te Rotterdam de overdracht plaats van het monument op het graf van wijlen dr. J. Th. de Visser. Onder de aanwe zigen werden, vertegenwoordigers uit allerlei kringen opgemerkt. In de kapel werd het allereerst het woord gevoerd door den voorzitter van het comité, jhr. mr. D. J. de Geer. Vervolgens werd door mr. J. A. de Visser, zoon van wyien dr. J. Th. de Visser een rede uitgesproken. Het monument is ontworpen door den heer J. L. F. Faber in overleg met den heer H. J. de Groot, oud-inspecteur-generaal van het Nyverheidsonderwijs en een vriend van den overledene. Het werk werd uitgevoerd door den heer G. Keuzenkamp; de bronzen pla quette in het monument opgenomen, werd vervaardigd door den heer Aug. Falise, beeld houwer te Wageningen. Een korte beschrijving van het geheele mo nument laten wij hieronder volgen Op de bestaande hard-steenen zerk is het gedenkteeken aangebracht in hetzelfde mate riaal. Het wordt gevormd door eenige trede- achtige blokken, welke geheel zwart gepolyst zyn. Hierop is een staande steen geplaatst, welke geheel gefrijnd is. Het grijze hiervan steekt stemmig af tegen de zwart-gepolijste voetblokken. In den staanden steen is het portret in brons aangebracht van wylen dr. J. Th. de Visser, waarvan links en rechts, resp. de ge boorte- en overlijdensdatum, eveneens in brons. Hier tusschen in is nog aangebracht de lyfspreuk van dr. J. Th.'de Visser„God is Liefde". In de zich hieronder bevindende hardsteenen inscriptieplaat is ingehakt „Hier rust de Minister van Staat dr. J. Th. de Visser". Het geheel is aan de zerk beves tigd door ijzeren staven, welke om den staan den steen heengrijpen. Het aantal besmettelyke ziekten wordt wordt grooter. Het aantal sterfgevallen aan influenza, bronchitis en pneumonie breidt zich in ons land gestadig uit. De wekelijksche opgave in de „Staatscourant" vermeldde gisterenavond een cyfer, dat den laatsten tyd nog niet eerder was bereikt, nl. 198. Dit betreft dan de 46 gemeenten met elk meer dan 20.000 en tezamen bijna vier mil- lioen inwonersde helft van Nederlands zielental dus. Verdeeld naar den aard der ziekten be treffen de 198 sterfgevallen, die zich in de week van 29 Januari tot 4 dezer voordeden influenza (griep) 31, acute en chronische bronchitis 24, capillaire bronchitiss 78, lo- baire of croupeuze pneumonie 23, pneumonie zonder meer 42. Wy brengen hierby in her innering, dat in de vooragaande week het aantal sterfgevallen aan griep 33 bedroeg en aan bronchitis en pneumonie tezamen 131. Dit beteekent dus een sty ging van twintig procent in één week. Vroegere publicaties vermeldden nog lagere cijfers. De sociaal-democraten en het Wilhelmus. In de „Kroniek" van dr. Henri Polak in het „Volk" wordt door een lezer de vraag ge staat te biyven en nog verdere uitbarstingen van mijn zuster af te wachten. Ik bied u myn verontschuldiging aan, dat zy als gast zich tegenover u zoo heeft misdragen Moeder zegt, als een man erg kwaad is op een vrouw, dan is hy tegenover een andere veel vriendeiyker gestemd. Blykbaar heeft Hilary my vergiffenis geschonken. Het briefje vervolgt „Maar zy is den laatsten tijd erg oud ge worden en wat men noemt, verzuurd." zy is slechts twee Jaar ouder dan hy „Ik zal u morgen van uit Londen schry- ven, waarheen ik ga om myn belangen aan het ministerie van oorlog te bepleiten. Met de teederste gedachten van H. S. P.S. Ik ben zeer in myn schik, dat die Rowlands u beloofd heeft, dat hy u voortaan met rust zal laten." Hm!.... Natuuriyk, de eenige gedachte van Hilary is rust.... Het staat misschien niet aardig, maar ik voel my werkeiyk in myn nopjes, dat juf frouw Mc Alister hem zoo de waarheid ge zegd heeft en gedeelteiyk oorzaak is, dat hij vertrokken is wat zeggen wil, dat wy hem weer voor eenige dagen kwijt zullen zyn XXV. Een moderne moeder. Het spyt mij werkeiyk voor myn verloofde dat hy het zoo ellendig trof in Londen met zyn bezoeken aan de Autoriteiten. Vanmorgen kreeg ik een brief, waarin nl. stond „Beste Josephine, gisteren heb ik byna ■ten geheelen dag moeten wachten in een steld, welk standpunt een sociaal-democraat behoort in te nemen ten opzichte van het Wilhelmus. Dr. Polak antwoordt Een officieel volkslied hebben wy in ons land niet. Vroeger deed het Wien Neêrland's Bloed gewoonlijk als zoodanig dienst, doch sinds geruimen tyd hoort men het zeer zel den het Wilhelmus heeft het verdrongen. De rijmelarij van Tollens en de nare dreun die Wilms er op heeft gecomponeerd, staan mylen beneden de woorden van Marnix en de muziek van den onbekenden componist, die het Wilhelmus vormen. Uit dit oogpunt bezien, verdient het Wilhelmus dus de voor keur. Maar bovendien is het Wilhelmus het lied van de revolutie van het einde der 16e eeuw, terwyl het Wien Neêrland's Bloed een ding zonder historie is. De keuze kan dus voor een sociaal-democraat niet moeilijk zijn. In alle opzichten staat het Wilhelmus bo venaan. Bedoelt de vrager of het een sociaal democraat betaamt deze liederen, als zij ge speeld of gezongen worden „de gebruikelijke eer" te bewyzen, d.w.z. het hoofd te ontbloo- ten en op te staan, dan kan ik hem slechts antwoorden, dat ik niet bevoegd ben tot het geven van voorschriften, doch dat ik bij zulke gelegenheden opsta en myn hoed af neem, ten eerste omdat ook een sociaal-de mocraat hoffelyk moet zijn en anderen niet moet kwetsen, ten tweede omdat het lied een zinnebeeld is van het volk, tot hetwelk ook de sociaal-democraten behooren en dat zij dus met eerbied behooren te bejegenen. Een mooie jeugdherberg. In „de Trekker", orgaan van de Ned. Jeugdherberg-centrab wordt medegedeeld dat de regeering het slot Assumburg te Heemskerk (Noord-Holland) ter beschikking heeft gesteld, om als jeugdherberg te^vorden ingericht. Het bovengenoemde orgaan schryft naar aanleiding daarvan het volgende De regeering heeft de noodzakelijke her stellingen aan het gebouw zelf voor haar re kening genomen en ook den gevel het prach tige oude karakter met kruisramen en luiken weergegeven. Ons rest nu nog de inrichting tot jeugdher berg, kleine verbouwingen, het aankleeden en het aanbrengen van de noodzakelyke voorzie ningen. Dat is mooi werk, het in orde bren gen van zoo'n kasteel, het met zorg bewaren van het prachtige oude, dat er in leeft en het nieuwe zoo te maken, dat die sfeer bewaard wordt, het is werk, dat met liefde en toewy- ding gedaan moet worden. Wy zouden dit zoo graag laten doen door jonge werklooze arbeiders, het is een mooi werk-object en heeft de toewyding van jonge menschen noo- dig, die voeten voor ons jeugdherbergenwerk. Wy willen daar een werkkamp organisee- ren, een internaat, de werkers moeten daar als in een jeugdherberg den tijd verblijven en onder toezicht van een goed opzichter het werk uitvoeren. Zooiets kan mooi zijn met een aantal goedwillende jonge menschen, dat kan een tijd worden, die de deelnemers niet licht ver geten zullen. Er zijn nu twee mogelijkheden Of de 'jongere werkloozen uit Amsterdam vormen dit voorkamp, óf uit alle trekkers uit Nederland komen de werkers en wordt het kamp samengesteld uit werker-trekkers uit alle oorden van ons land. Wy bieden vry verblijf aan plus zakgeld, meer kan er niet op over schieten en meer mag er niet op over schieten. Als de Amsterdammers er niet in slagen dit voor elkaar te krijgen, wie wil er dan meewerken op de Assumburg Graag wachten wij opgave van allen, adres Plantage Fransche laan 14, Amsterdam C, die hier iets voor voelen, onder mededeeling van hun vakbekwaamheid, ouderdom enz., alles wat voor ons van belang is. wy hebben noodigmetselaars, timmerlieden, stuca- doors, electriciens, loodgieters, schilders. Ga dus bij jezelf en anderen te rade of er menschen, jonge menschen zijn, die hun gang, waarin de architectonische lyn alleen al een marteling was voor artistieke oogen, als de mijne. Het was er overvol van volk uit de laag ste lagen der maatschappij, die daar het een of ander te verzoeken hadden en wachtten, tot hiin naam werd afgeroepen. Het is een monsterachtig schandaal. U weet wat een hekel ik aan wachten heb. En ik moest daar maar biyven zitten, terwyl telkens namen werden afgeroepen en niet dc myneik had alle hoop opgegeven en was even uitgegaan om een kleine lunch te gebruiken in het dichtstby zijnde vegetari sche restaurant, toen ik by myn terugkeer ontdekte, dat in myn afwezigheid mijn naam was afgeroepen. Toen deelde een of ander individu in uniform my mede, dat ik 'flien dag geen kans meer had en morgen terug moest komen l" Dus, dacht ik, behoeven wy Hilary van daag niet thuis te verwachten. De brief vervolgt: „Ik kan u niet zeggen, hoe die heele zaak mij tegenstaat. Het leidt myn geest van mijn mooie werk af, het brengt mijn zenu wen in de war, en myn goed humeur, dat ik niet licht verlies, lydt hier groot gevaar, om niet te spreken van het ondermynen van myn gezondheid. Met de teederste gedach ten van Hilary." Ik kon niet nalaten de gevolgtrekking te maken, dat die teederste gedachten in zijn brief uitsluitend aan zyn eigen persoontje gewijd waren. Maar enfin, laten wy dankbaar zyn, dat i?Jj met dat warme weef weg is. Wat zou het werkkracht gedurende eenige weken tegen vry kost en inwoning plus zakgeld ter be schikking willen stellen voor het inrichten van dat kasteel-jeugdherberg. Ons dunkt esn prachtig doel. Wij wachten met spanning. Het voorkomen en blusschen van scheepsbranden. Zooals bekend heeft de Nederlandsche Reedersvereeniging onlangs naar aanleiding van het den laatsten tijd veelvuldig voor komen van scheepsbranden op groote zee schepen, een commissie ingesteld, die ten doel heeft, te onderzoeken wat nog kan wor den gedaan ten einde van de ondervindingen, daarbij opgedaan, party te trekken en de brandveiligheid op onze zeeschepen nog meer dan tot nu te verzekeren. De stoomvaartmaatschapp" „Nederland" en de „Rotterdamsche Lloyd" hebben echter in- tusschen niet stil gezeten en hangende het onderzoek dezer commissie, die pas haar eer ste vergadering heeft gehouden, alvast een aantal maatregelen genomen, waaromtrent de heer M. C. Koning, directeur der Maat schappij „Nederland" ons mededeeling heeft gedaan. Bij scheepsbranden in 't algemeen ver telde de heer Koning moet onderscheid gemaakt worden tusschen brand in de rui men en brand in den bovenbouw. Het ergst zijn in den regel branden, welke uitbreken op passagiersschepen of passagiers-vracht schepen in den z.g. bovenbouw. In hot z.g. „Veiligheidsverdrag" van Lon den, dat 1 Januari 1933 in werking in getre den, zijn voorschriften vastgelegd, waarvan het doel is om in de eerste plaats door mid del van het bouwen van z.g. brandschotten den bovenbouw zoodanig te verdeelen, dat brand tusschen twee schotten beperkt zal kunnen worden. Voorts zyn uitvoerige voor schriften gegeven omtrent den aanleg van brandbluschleidingen. Dit verdrag is, hoewel het pas officieel is gaan werken, reeds vele jaren toegepast door de meeste landen. Wat den bovenbouw betreft, is echter by de laat ste branden gebleken, dat der/< voorschrif ten niet voldoende zijn. Een brand als die van de „Georges Philippar" is noodig geweest om duidelijk aan te toonen hoe gevaarlijk het is, dezen bovenbouw te laten bestaan uit ge deeltelijk licht brandbaar materiaal. De bo venbouw zal dus uit ander materiaal moeten worden opgetrokken. De beide bovengenoem de maatschappyen zullen echter alvast trach ten door het vermeerderen der brandvrije schotten en het gebruiken van 1 randvrije verf in de passagiersinrichtingen beperking van den brand te bereiken. Ook het belang, dat er gelegen is in het zoolang mogelyk bewoonbaar blijven van de Marconi-hut en van de bovenbrug zal mede brengen, dat ook op de bestaande schepen aan de bescherming van deze vitale deelea van het schip, b.v. door een tweede draad loos seinapparaat, aandacht zal worden ge- wyd. tt* Ontdekken van den brand en waarschuwen. De noodzakelykheid is we* gebleken te trachten, elk begin van brand in de kiem te smoren verschillende automatische brand- meldsystemen zijn reeds jaren geleden aan boord van de groote passagiersschepen aan gebracht. Het meest afdoende echter zal on- getwyfeld zyn het laten verrichten van ron des door het scheepspersoneel. De beide maatschappijen hebben gemeend nog meer te moeten doen. Zy hebben, regelmatig over de schepen verdeeld, brandschellen doen aan brengen met in de nabyheid een brandblusch- apparaat. Op alle dekken zyn deze brand schellen zoodanig verdeeld, dat iedereen hoogstens 20 meter zal moeten loopen om een schel te bereiken. Bestrijding van den brand. Voor het ge val aan boord brand mocht uitbreken, is een indeeling der bemanning gemaakt. By het houden van de sloepenrol vóór het vertrek wordt aan alle betrokkenen een kaart uitge reikt, waarop hun plaats en taak in geval van brand is aangegeven. De oproep ge schiedt door middel van een claxon, geplaatst in de verschillende verblijven. Aan den wal zoowel als aan boord worden geregeld oefe ningen gehouden. Ook een gedeelte der dek- equipage wordt met dit doel speciaal opge leid. Behalve van rookmaskers moeten deze menschen voorzien zyn van zooveel mogelijk vervelend zijn, als hij hier telkens kwam. Ik weet zeker, dat de rakkers in hun bad pakjes een ergernis voor hem zouden zijn. Tot myn verbazing neemt mijn onver wachte bondgenoote, juffrouw Mc Alister, er heelemaal geen aanstoot aan. De rakkers raken werkeiyk op goeden voet met haar en durven nu gerust hardop te praten in haar tegenwoordigheid. U kunt my gelooven of niet, maar gisteren ontdekte ik haar met Harry op haar schoot en Cecil aan haar voeten, terwyl zy hen uit een prentenboek voorlas. De wonderen zyn de wereld nog niet uit Nog een wonder deed my gisterenmiddag versteld staan, ik fietste even naar het dorp om wat ys voor de limonade te halen en toen ik uit de lunchroom kwam, liepen er drie menschen voor my uit, die blykbaar daar thee gedronken hadden. Zy lachten en praatten zoo vroolyk, alsof er niet zoo'n ding als facheux troisième in de wereld bestond. Een van hen was myn nieuwbakken, ver loofde zuster Daisy in haar mooiste japon en onder haar nieuwen hoed. De andere was haar verloofde, Billy Smith en de derde persoon was de verstooten minnaar van Daisy, wat belieft u Niemand anders, dan de bruggenbouwer, de man, wien door zijn vriend het beentje was gelichtEn een pret dat zy samen hadden En lachen I 4 .(Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 5