Vlissingsche Courant
1 ding is zeker de MAILSCHOEN is beter
TWEEDE BLAD
KAMEROVERZICHT
FEUILLETON
Op zoek naar een Bruid
BINNENLAND
van de
van
Donderdag 3 Februari 1933. No. 34.
TWEEDE KAMEK.
Vergadering van Woensdag.
De gebeurtenissen in Indië.
Niet gemakkelijk is de positie der sociaal
democraten, die de daad der muiters niet
voor hun rekening nemen, maar toch heel
voorzichtig moeten zijn met veroordeeling
daarvan. Zij moeten daar tusschendoor
schipperen en dat deed de heer Cramer, die
alle schuld op de Regeering wierp en feite
lijk zijn hulde aan de muiters, die hij pas ln
een openbare vergadering heeft uitgespro
ken, terugnam. Ze waren hem in het vuur
zijner rede ontvallen, en hij had er geen
spijt van dat hy ze had geuit.
Ten slotte kon hij er alleen op aandringen
dat geen al te strenge repressaille-maatre-
gelen zullen worden genomen. Nog is het
voor de Regeering een kleinigheid dezen
opstand te onderdrukken, maar de geesten
der Inlanders ontwikkelen zichzij groeien
in kracht en streven ons ter zijde. Na twin
tig jaar zullen er nog wel heel andere din
gen gebeuren.
Natuurlijk werd deze rede herhaaldelijk
door interrupties onderbroken. De heer
Cramer heeft o.a. een hoog wachtgeld als
Indisch ingenieur. Bij interruptie maakte de
heer Bierema daarop een toespeling en dat
gaf veel deining in het roode kamp.
De leider der S.D.A.P. kwam nog eens
aandikken, dat de Regeering ernstig tekort
gekomen is. Vervolgens becritiseerde hij het
gezagsfanatisme, dat o.a. bij de rechterzijde
sterk aan den dag kwam. Het gezag moet
eerbiedwaardig zijn en moet in staat zijn
grove fouten te erkennen en te herstellen.
Handhaaft het zijn fouten dan verliest het
het vertrouwen. Beslistheid en kracht zijn
niet voldoende om het gezag te handhaven
het wraakzuchtig misbaar dat overal blijkt,
is gevaarlijk. De uitlating van den heer
Colijn, dat desnoods met een torpedo het
schip naar den bodem van de zee moet ge
zonden worden, is wel zeer onhandig ge
weest. Er zijn 16 officieren aan boord, die
mede slachtoffer zouden worden. De heer
Albarda eischte van den Minister dat men
alles zou doen om verlies van menschenle-
vens te voorkomen dat men met wijsheid
en beleid zou handelen, ook tegenover de
muiters.
Het verbod van de socialistische kranten
was volgens dezen afgevaardigde ook een
grove foutmet dwangstelsels komt men
geen stap verder, want de nieuwe denkbeel
den groeien onder den druk.
Voor de regeeringsverklaring was de heer
Colijn dankbaar. Het Nederlandsche volk
had behoefte aan een krachtige verklaring,
want het gebeurde heeft de onbetrouwbaar
heid van één der machtsmiddelen van den
Staat aangetoond. Voor ons internationaal
prestige is dat ook van gewicht en voor ons
3;oloniaal beleid is het van beteekenis dat
deze zaak met kracht wordt beslecht. De
verklaring was z.i. bevredigend.
In het bijzonder critiseerde de heer Colijn
de houding der sociaal-democraten, omdat
deze niet duidelijk was. Zij verontschuldigen
de actie der muiters en werpen alle schuld
op de Regeering. Duidelijker zijn in ieder
geval de communisten, die de muiterij open
lijk toejuichen. Er is muiterij, zei de heer
Colijn en daarmede heeft men alleen reke
ning te houden. Het is nog wel geen greep
naar de staatsmacht, maar het leidt er toe
en daarom moet ieder zich daartegen ver
zetten, die de huidige staatsorde wil behou
den. Volgens den heer Colijn kan de heer
Albarda voorkomen dat er geweld werd ge
bruikt, als hy openlijk de muiterij afkeurde
EEN VROOLIJKE LIEFDESROMAN VAN
BERTA RÜCK.
'(Nadruk verboden)
55) r
„Als ik een jong meisje was, zou ik de
gedachte niet kunnen verdragen, dat ik zoo
iemand tot man zou krijgen I"
„Geneer je maar niet tegenover het
meisje, dat myn vrouw zal worden
„Ik zal maar naar boven gaan", viel ik in.
Al dien tijd was ik slecht op myn gemak.
Niets is zoo vervelend voor een buiten
staander om by te wonen, als ruzie tusschen
huisgenooten. De dingen, die broers en zus
ters elkaar dan naar het hoofd gooien, zyn
vee lte venynig om door derden gehoord te
worden. Ik stond op. Maar Hilary was ook
gaan staan. En juffrouw Mc Alister dito.
Zy vervolgde „Als ik op het punt stond om
te trouwen
„Daar is helaas nooit kwestie van ge
weest." (Hilary zei dat zeer spy tig).
Juffrouw .Mc Alister lachte. En op dat
©ogenblik vond ik haar knap die groote
Schotsche vrouw, met haar hoogroode kleur
en schitterende oogen.
„Er rust nu onder een vergeten grafheu
veltje een man, die je iets anders had kun-
hen vertellen, Hilary", antwoordde zy met
vinnige vrlendelykheld. „Hy sneuvelde voor
fcijn vaderland in het eerste jaar van den
en de muiters adviseerde zich onvoorwaar-
deiyk over te geven. Zoo schoof de heer
Coiyn de verantwoordelykheid weer terug
op den heer Albarda. Het gewone liedje in
de politiek.
Niet geheel bevredigd was de heer Mar-
chant. Hij wilde eerst de fouten goed ken
nen en hy hoopte dat de Regeering andere
middelen zal vinden om de overgave te ver
krijgen dan een torpedo. Met de onvoldoende
gegevens achtten ook de heeren Aalberse,
Boon en Vos onmogelijk om goed te kunnen
oordeelen.
Ten slotte heeft de Minister alleen nog
verklaard, dat geen geweld zal worden ge
bruikt dan na sommatie tot onvoorwaarde-
ïyke overgave.
Daarna werd de motie—Drop met 53 tegen
20 stemmen verworpen. Vóór alleen de S.D.
A.P. en de communisten.
Resultaat der debattennihil.
De zomertyd.
Verschenen is het voorloopig verslag van
de afdeelingen der Tweede Kamer inzake het
wetsvoorstel van de heeren Van den Heuvel
en Bakker tot afschaffing van den zomertyd.
De indiening van dit voorstel kon by vele
leden geen instemming vinden. Het was ver-
scheidenen leden niet duidelijk, welke be
weegredenen de voorstellers tot de indiening
van dit wetsvoorstel hebben geleid. Andere
leden achtten bovendien het tijdstip der in
diening zoo kort voor de Kamer-verkiezingen
al zeer ongelukkig gekozen. Verscheidene
leden konden zich hiermede echter niet ver
eenigen en betoogden dat niet uit het oog
mag worden verloren, dat de voorstellers
eerst tot indiening van hun voorstel overgin
gen, nadat zekerheid was verkregen dat van
de regeering een voorstel tot afschaffing van
den zomertijd niet was te verwachten. Ver
scheidene leden, voorstanders van den zomer
tijd, wezen er op dat de laatste jaren in vele
streken een streven bestaat om zich geleide
lijk meer aan den huidigen toestand aan te
passen, waaruit mag blijken dat in het alge
meen de bevolking met den zomertyd ver
zoend is.
Zeer vele leden, hoewel zich met het inge
diende voorstel niet kunnende vereenigen,
achtten niettemin de bestaande wettelyke
tydsregeling onbevredigend. Zy meenden dat
de meest gewenschte oplossing van het vraag
stuk deze zou zyn, dat hier in den zomer de
Midden-Europeesche tyd werd aangenomen
en in den winter de West-Europeesche. Zy
wezen er nog op dat de Amsterdamsche tyd
op het oogenblik wel een zeer bijzondere aan
duiding geeft, ten aanzien van dé zeer uit-
zonderlyke positie welke ons land ten opzichte
van de tijdsregeling dan inneemt. Het werke
lijke verschil met den Europeeschen tyd is
niét 20 maar 19 minuten en ruim 32 secon
den. Voor wetenschappelijke doeleinden en
ook voor de scheepvaart is deze toestand on-
gewenscht, en deze leden achtten het daarom,
indien niet tot algeheele wyziging wordt
overgegaan, in elk geval noodzakelyk, dat
voor de tijdsberekening een ander punt in de
gemeente Amsterdam wordt aangenomen, op
dat het werkelijk verschil met den West-
Europeeschen tyd precies 20 minuten be
draagt.
Nederland en België.
De correspondent van het „Vad." te Brus
sel meldt
In de gisteren gehouden by eenkomst van de
Senatoriale commissie voor de buitenland-
sche zaken heeft oud-minister Segers terloops
het Nederlandsch-Belgisch vraagstuk aange
raakt, Segers zinspeelde op zekere byzonder-
heden welke in Nederland bekend worden ge
maakt en verband houden met een mogelijke
regeling van de tusschen de beide Janden
hangend probleem. Hy wensohte te vernemen
hoever het met de onderhandelingen staat.
Zuid-Afrikaanschen oorlog; maar God zy
dank, zyn er heden ten dage nog een mil-
lioen jongens van denzelfden stempel, die
daar nog toe bereid zyn. Een van die dap
peren zou ik willen trouwen, als ik nu een
meisje was. Geen schoolmeester, die my met
goedkoop sarcasme zou sarren en als een
echte Jan-hen door het huis loopt te ijs
beren, of alles wel precies op zyn plaats
staat. Neeneen van die vrooiyke, dappere
jongens met bruingebrande gezichten en
vuisten, die je zouden kunnen kraken I Een
van die jongens, die je zouden kunnen doen
denken, dat je nog in den tyd van de bal
laden leefde, dat de mannen voor hun
vrouwen vochten en hen op hun zadelboog
naar huis reden
„Een mooie droom", spotte Hilary, die de
knop van de deur reeds in zyn hand had,
„een mooie droom voor een oude vrijster
Maar zyn zuster had het laatste woord.
„Ik mag een oude vrijster zijn", riep zy
hem achterna, „maar ik dank myn Schep
per, dat ik geen oude droomer ben met een
fantasiepantalon aan
Toen ik voldoende in staat was om myn
lachen in te houden, ging ik de kamer uit
en zocht Hilary in het salon. Ik voelde
werkeiyk, dat ik, als zijn verloofde, ver
plicht was, hem iets vriendelyks te gaan
zeggen na dit kwade kwartiertje, dat hy by
zyn zuster had doorgemaakt. Doch zie, hoe
de deugd beloond werd Hilary was er niet,
toen ik binnenkwam. Hy had een briefje
voor mij achter gelaten op moeders schrijf
bureautje. Ik las
„Lieve Josephine Ik gevóel my niet in
De minister van buitenlandsche zaken,
Hymans, antwoordde alleeii maar dat de
onderhandelingen worden voortgezet en een
bevredigende wending nemen.
Ook de socialistische Senator Wauters
drong aan op het geven van meer bekend
heid aan de onderhandelingen welke tusschen
België en Nederland worden gevoerd. De pers
zou naar zijn oordeel beter moeten worden
ingelicht over zijn aangelegenheid dan thans
het geval is. Aldus zouden veel onjuiste voor
stellingen van zaken vermeden worden.
De commissie zal de volgende week een
nieuwe vergadering houden.
Overdracht van het grafmonument voor
wylen dr. J, Th. de Visser.
Heden had in tegenwoordigheid van zeer
veel belangstellenden, op de begraafplaats
„Crooswijk" te Rotterdam de overdracht
plaats van het monument op het graf van
wijlen dr. J. Th. de Visser. Onder de aanwe
zigen werden, vertegenwoordigers uit allerlei
kringen opgemerkt.
In de kapel werd het allereerst het woord
gevoerd door den voorzitter van het comité,
jhr. mr. D. J. de Geer.
Vervolgens werd door mr. J. A. de Visser,
zoon van wyien dr. J. Th. de Visser een rede
uitgesproken.
Het monument is ontworpen door den heer
J. L. F. Faber in overleg met den heer H. J.
de Groot, oud-inspecteur-generaal van het
Nyverheidsonderwijs en een vriend van den
overledene. Het werk werd uitgevoerd door
den heer G. Keuzenkamp; de bronzen pla
quette in het monument opgenomen, werd
vervaardigd door den heer Aug. Falise, beeld
houwer te Wageningen.
Een korte beschrijving van het geheele mo
nument laten wij hieronder volgen
Op de bestaande hard-steenen zerk is het
gedenkteeken aangebracht in hetzelfde mate
riaal. Het wordt gevormd door eenige trede-
achtige blokken, welke geheel zwart gepolyst
zyn. Hierop is een staande steen geplaatst,
welke geheel gefrijnd is. Het grijze hiervan
steekt stemmig af tegen de zwart-gepolijste
voetblokken.
In den staanden steen is het portret in
brons aangebracht van wylen dr. J. Th. de
Visser, waarvan links en rechts, resp. de ge
boorte- en overlijdensdatum, eveneens in
brons. Hier tusschen in is nog aangebracht
de lyfspreuk van dr. J. Th.'de Visser„God
is Liefde". In de zich hieronder bevindende
hardsteenen inscriptieplaat is ingehakt
„Hier rust de Minister van Staat dr. J. Th.
de Visser". Het geheel is aan de zerk beves
tigd door ijzeren staven, welke om den staan
den steen heengrijpen.
Het aantal besmettelyke ziekten wordt
wordt grooter.
Het aantal sterfgevallen aan influenza,
bronchitis en pneumonie breidt zich in ons
land gestadig uit. De wekelijksche opgave in
de „Staatscourant" vermeldde gisterenavond
een cyfer, dat den laatsten tyd nog niet
eerder was bereikt, nl. 198.
Dit betreft dan de 46 gemeenten met elk
meer dan 20.000 en tezamen bijna vier mil-
lioen inwonersde helft van Nederlands
zielental dus.
Verdeeld naar den aard der ziekten be
treffen de 198 sterfgevallen, die zich in de
week van 29 Januari tot 4 dezer voordeden
influenza (griep) 31, acute en chronische
bronchitis 24, capillaire bronchitiss 78, lo-
baire of croupeuze pneumonie 23, pneumonie
zonder meer 42. Wy brengen hierby in her
innering, dat in de vooragaande week het
aantal sterfgevallen aan griep 33 bedroeg en
aan bronchitis en pneumonie tezamen 131.
Dit beteekent dus een sty ging van twintig
procent in één week. Vroegere publicaties
vermeldden nog lagere cijfers.
De sociaal-democraten en het Wilhelmus.
In de „Kroniek" van dr. Henri Polak in
het „Volk" wordt door een lezer de vraag ge
staat te biyven en nog verdere uitbarstingen
van mijn zuster af te wachten. Ik bied u
myn verontschuldiging aan, dat zy als gast
zich tegenover u zoo heeft misdragen
Moeder zegt, als een man erg kwaad is op
een vrouw, dan is hy tegenover een andere
veel vriendeiyker gestemd. Blykbaar heeft
Hilary my vergiffenis geschonken.
Het briefje vervolgt
„Maar zy is den laatsten tijd erg oud ge
worden en wat men noemt, verzuurd."
zy is slechts twee Jaar ouder dan hy
„Ik zal u morgen van uit Londen schry-
ven, waarheen ik ga om myn belangen aan
het ministerie van oorlog te bepleiten. Met
de teederste gedachten van H. S.
P.S. Ik ben zeer in myn schik, dat die
Rowlands u beloofd heeft, dat hy u voortaan
met rust zal laten."
Hm!.... Natuuriyk, de eenige gedachte
van Hilary is rust....
Het staat misschien niet aardig, maar ik
voel my werkeiyk in myn nopjes, dat juf
frouw Mc Alister hem zoo de waarheid ge
zegd heeft en gedeelteiyk oorzaak is, dat hij
vertrokken is wat zeggen wil, dat wy hem
weer voor eenige dagen kwijt zullen zyn
XXV.
Een moderne moeder.
Het spyt mij werkeiyk voor myn verloofde
dat hy het zoo ellendig trof in Londen met
zyn bezoeken aan de Autoriteiten.
Vanmorgen kreeg ik een brief, waarin nl.
stond
„Beste Josephine, gisteren heb ik byna
■ten geheelen dag moeten wachten in een
steld, welk standpunt een sociaal-democraat
behoort in te nemen ten opzichte van het
Wilhelmus.
Dr. Polak antwoordt
Een officieel volkslied hebben wy in ons
land niet. Vroeger deed het Wien Neêrland's
Bloed gewoonlijk als zoodanig dienst, doch
sinds geruimen tyd hoort men het zeer zel
den het Wilhelmus heeft het verdrongen.
De rijmelarij van Tollens en de nare dreun
die Wilms er op heeft gecomponeerd, staan
mylen beneden de woorden van Marnix en
de muziek van den onbekenden componist,
die het Wilhelmus vormen. Uit dit oogpunt
bezien, verdient het Wilhelmus dus de voor
keur. Maar bovendien is het Wilhelmus het
lied van de revolutie van het einde der 16e
eeuw, terwyl het Wien Neêrland's Bloed een
ding zonder historie is. De keuze kan dus
voor een sociaal-democraat niet moeilijk zijn.
In alle opzichten staat het Wilhelmus bo
venaan. Bedoelt de vrager of het een sociaal
democraat betaamt deze liederen, als zij ge
speeld of gezongen worden „de gebruikelijke
eer" te bewyzen, d.w.z. het hoofd te ontbloo-
ten en op te staan, dan kan ik hem slechts
antwoorden, dat ik niet bevoegd ben tot het
geven van voorschriften, doch dat ik bij
zulke gelegenheden opsta en myn hoed af
neem, ten eerste omdat ook een sociaal-de
mocraat hoffelyk moet zijn en anderen niet
moet kwetsen, ten tweede omdat het lied een
zinnebeeld is van het volk, tot hetwelk ook
de sociaal-democraten behooren en dat zij
dus met eerbied behooren te bejegenen.
Een mooie jeugdherberg.
In „de Trekker", orgaan van de Ned.
Jeugdherberg-centrab wordt medegedeeld
dat de regeering het slot Assumburg te
Heemskerk (Noord-Holland) ter beschikking
heeft gesteld, om als jeugdherberg te^vorden
ingericht.
Het bovengenoemde orgaan schryft naar
aanleiding daarvan het volgende
De regeering heeft de noodzakelijke her
stellingen aan het gebouw zelf voor haar re
kening genomen en ook den gevel het prach
tige oude karakter met kruisramen en luiken
weergegeven.
Ons rest nu nog de inrichting tot jeugdher
berg, kleine verbouwingen, het aankleeden en
het aanbrengen van de noodzakelyke voorzie
ningen. Dat is mooi werk, het in orde bren
gen van zoo'n kasteel, het met zorg bewaren
van het prachtige oude, dat er in leeft en het
nieuwe zoo te maken, dat die sfeer bewaard
wordt, het is werk, dat met liefde en toewy-
ding gedaan moet worden. Wy zouden dit
zoo graag laten doen door jonge werklooze
arbeiders, het is een mooi werk-object en
heeft de toewyding van jonge menschen noo-
dig, die voeten voor ons jeugdherbergenwerk.
Wy willen daar een werkkamp organisee-
ren, een internaat, de werkers moeten daar
als in een jeugdherberg den tijd verblijven en
onder toezicht van een goed opzichter het
werk uitvoeren.
Zooiets kan mooi zijn met een aantal
goedwillende jonge menschen, dat kan een
tijd worden, die de deelnemers niet licht ver
geten zullen.
Er zijn nu twee mogelijkheden
Of de 'jongere werkloozen uit Amsterdam
vormen dit voorkamp, óf uit alle trekkers uit
Nederland komen de werkers en wordt het
kamp samengesteld uit werker-trekkers uit
alle oorden van ons land.
Wy bieden vry verblijf aan plus zakgeld,
meer kan er niet op over schieten en meer
mag er niet op over schieten.
Als de Amsterdammers er niet in slagen
dit voor elkaar te krijgen, wie wil er dan
meewerken op de Assumburg
Graag wachten wij opgave van allen, adres
Plantage Fransche laan 14, Amsterdam C,
die hier iets voor voelen, onder mededeeling
van hun vakbekwaamheid, ouderdom enz.,
alles wat voor ons van belang is. wy hebben
noodigmetselaars, timmerlieden, stuca-
doors, electriciens, loodgieters, schilders.
Ga dus bij jezelf en anderen te rade of er
menschen, jonge menschen zijn, die hun
gang, waarin de architectonische lyn alleen
al een marteling was voor artistieke oogen,
als de mijne.
Het was er overvol van volk uit de laag
ste lagen der maatschappij, die daar het
een of ander te verzoeken hadden en
wachtten, tot hiin naam werd afgeroepen.
Het is een monsterachtig schandaal. U
weet wat een hekel ik aan wachten heb. En
ik moest daar maar biyven zitten, terwyl
telkens namen werden afgeroepen en niet
dc myneik had alle hoop opgegeven en
was even uitgegaan om een kleine lunch te
gebruiken in het dichtstby zijnde vegetari
sche restaurant, toen ik by myn terugkeer
ontdekte, dat in myn afwezigheid mijn naam
was afgeroepen. Toen deelde een of ander
individu in uniform my mede, dat ik 'flien
dag geen kans meer had en morgen terug
moest komen l"
Dus, dacht ik, behoeven wy Hilary van
daag niet thuis te verwachten.
De brief vervolgt:
„Ik kan u niet zeggen, hoe die heele zaak
mij tegenstaat. Het leidt myn geest van
mijn mooie werk af, het brengt mijn zenu
wen in de war, en myn goed humeur, dat ik
niet licht verlies, lydt hier groot gevaar, om
niet te spreken van het ondermynen van
myn gezondheid. Met de teederste gedach
ten van Hilary."
Ik kon niet nalaten de gevolgtrekking te
maken, dat die teederste gedachten in zijn
brief uitsluitend aan zyn eigen persoontje
gewijd waren.
Maar enfin, laten wy dankbaar zyn, dat
i?Jj met dat warme weef weg is. Wat zou het
werkkracht gedurende eenige weken tegen
vry kost en inwoning plus zakgeld ter be
schikking willen stellen voor het inrichten
van dat kasteel-jeugdherberg. Ons dunkt esn
prachtig doel. Wij wachten met spanning.
Het voorkomen en blusschen van
scheepsbranden.
Zooals bekend heeft de Nederlandsche
Reedersvereeniging onlangs naar aanleiding
van het den laatsten tijd veelvuldig voor
komen van scheepsbranden op groote zee
schepen, een commissie ingesteld, die ten
doel heeft, te onderzoeken wat nog kan wor
den gedaan ten einde van de ondervindingen,
daarbij opgedaan, party te trekken en de
brandveiligheid op onze zeeschepen nog meer
dan tot nu te verzekeren.
De stoomvaartmaatschapp" „Nederland" en
de „Rotterdamsche Lloyd" hebben echter in-
tusschen niet stil gezeten en hangende het
onderzoek dezer commissie, die pas haar eer
ste vergadering heeft gehouden, alvast een
aantal maatregelen genomen, waaromtrent
de heer M. C. Koning, directeur der Maat
schappij „Nederland" ons mededeeling heeft
gedaan.
Bij scheepsbranden in 't algemeen ver
telde de heer Koning moet onderscheid
gemaakt worden tusschen brand in de rui
men en brand in den bovenbouw. Het ergst
zijn in den regel branden, welke uitbreken
op passagiersschepen of passagiers-vracht
schepen in den z.g. bovenbouw.
In hot z.g. „Veiligheidsverdrag" van Lon
den, dat 1 Januari 1933 in werking in getre
den, zijn voorschriften vastgelegd, waarvan
het doel is om in de eerste plaats door mid
del van het bouwen van z.g. brandschotten
den bovenbouw zoodanig te verdeelen, dat
brand tusschen twee schotten beperkt zal
kunnen worden. Voorts zyn uitvoerige voor
schriften gegeven omtrent den aanleg van
brandbluschleidingen. Dit verdrag is, hoewel
het pas officieel is gaan werken, reeds vele
jaren toegepast door de meeste landen. Wat
den bovenbouw betreft, is echter by de laat
ste branden gebleken, dat der/< voorschrif
ten niet voldoende zijn. Een brand als die
van de „Georges Philippar" is noodig geweest
om duidelijk aan te toonen hoe gevaarlijk het
is, dezen bovenbouw te laten bestaan uit ge
deeltelijk licht brandbaar materiaal. De bo
venbouw zal dus uit ander materiaal moeten
worden opgetrokken. De beide bovengenoem
de maatschappyen zullen echter alvast trach
ten door het vermeerderen der brandvrije
schotten en het gebruiken van 1 randvrije verf
in de passagiersinrichtingen beperking van
den brand te bereiken.
Ook het belang, dat er gelegen is in het
zoolang mogelyk bewoonbaar blijven van de
Marconi-hut en van de bovenbrug zal mede
brengen, dat ook op de bestaande schepen
aan de bescherming van deze vitale deelea
van het schip, b.v. door een tweede draad
loos seinapparaat, aandacht zal worden ge-
wyd. tt*
Ontdekken van den brand en waarschuwen.
De noodzakelykheid is we* gebleken te
trachten, elk begin van brand in de kiem te
smoren verschillende automatische brand-
meldsystemen zijn reeds jaren geleden aan
boord van de groote passagiersschepen aan
gebracht. Het meest afdoende echter zal on-
getwyfeld zyn het laten verrichten van ron
des door het scheepspersoneel. De beide
maatschappijen hebben gemeend nog meer te
moeten doen. Zy hebben, regelmatig over de
schepen verdeeld, brandschellen doen aan
brengen met in de nabyheid een brandblusch-
apparaat. Op alle dekken zyn deze brand
schellen zoodanig verdeeld, dat iedereen
hoogstens 20 meter zal moeten loopen om
een schel te bereiken.
Bestrijding van den brand. Voor het ge
val aan boord brand mocht uitbreken, is een
indeeling der bemanning gemaakt. By het
houden van de sloepenrol vóór het vertrek
wordt aan alle betrokkenen een kaart uitge
reikt, waarop hun plaats en taak in geval
van brand is aangegeven. De oproep ge
schiedt door middel van een claxon, geplaatst
in de verschillende verblijven. Aan den wal
zoowel als aan boord worden geregeld oefe
ningen gehouden. Ook een gedeelte der dek-
equipage wordt met dit doel speciaal opge
leid. Behalve van rookmaskers moeten deze
menschen voorzien zyn van zooveel mogelijk
vervelend zijn, als hij hier telkens kwam. Ik
weet zeker, dat de rakkers in hun bad
pakjes een ergernis voor hem zouden zijn.
Tot myn verbazing neemt mijn onver
wachte bondgenoote, juffrouw Mc Alister,
er heelemaal geen aanstoot aan. De rakkers
raken werkeiyk op goeden voet met haar en
durven nu gerust hardop te praten in haar
tegenwoordigheid. U kunt my gelooven of
niet, maar gisteren ontdekte ik haar met
Harry op haar schoot en Cecil aan haar
voeten, terwyl zy hen uit een prentenboek
voorlas. De wonderen zyn de wereld nog
niet uit
Nog een wonder deed my gisterenmiddag
versteld staan, ik fietste even naar het dorp
om wat ys voor de limonade te halen en
toen ik uit de lunchroom kwam, liepen er
drie menschen voor my uit, die blykbaar
daar thee gedronken hadden. Zy lachten en
praatten zoo vroolyk, alsof er niet zoo'n
ding als facheux troisième in de wereld
bestond.
Een van hen was myn nieuwbakken, ver
loofde zuster Daisy in haar mooiste japon
en onder haar nieuwen hoed. De andere was
haar verloofde, Billy Smith en de derde
persoon was de verstooten minnaar van
Daisy, wat belieft u
Niemand anders, dan de bruggenbouwer,
de man, wien door zijn vriend het beentje
was gelichtEn een pret dat zy samen
hadden En lachen I
4
.(Wordt vervolgd.)