Vlissingsclie Courant TWEEDE BLAD Op zoek naar een Bruid BINNENLAND GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON SPORT sche matrozen, is dan ook een grove fout geweest. De Nederlandsche regeering had de Indi sche regeering hier de hand boven het hoofd moeten houden, want alleen een streng en rechtvaardig optreden kon de situatie redden. Door zijn toedoen is nu de Indische re geering gedwongen geworden onrechtvaar dig op te treden. Zij moest nu een korting toepassen van 14 op de Europeesche min deren van de vloot en 17 op de Inland- sche minderen en het leger, met het gevolg dat nu ook de Inlandsche matrozen in op stand kwamen. Niet tegen de korting als zoodanig, maar tegen de ongelijke korting van personeel op éénzelfde vloot. Zal het nu hierbij blijven? Zal de onte vredenheid niet overslaan op het leger Ik vertrouw van nietWant datzelfde leger heeft reeds meermalen getoond nog grootere ontberingen te kunnen verdragen en trouw en zonder morren zijn plicht te doen, en tegen de onrechtvaardige behan deling van het leger tegenover de vloot be stand te zijn. Zy zijn er reeds aan gewoon geraakt, dat de vloot bevoorrecht wordt bo ven het leger, zooals daar is hoogere be zoldiging, reizen van het mindere marine personeel op de Pakketvaart en van en naar Indië in een hoogere klasse, premies van 1000 per jaar voor den matroos of korpo raal voor elk jaar dat hij langer in Indië blijft dan zijn termijn aangeefthet leger krijgt daarvoor 50 per jaar. Ik geloof dat het leger te allen tijde zijn plicht zal blijven doen in Indië, waarvoor Nederland niet dankbaar genoeg kan zijn. Wanneer men slechts nagaat, dat in de top jaren na den oorlog jaarlijks 500 millioen gulden uit Indië naar Nederland toevloei- cen, kan men zich indenken wat een verlies van Indië voor Nederland zou beteekenen. Dat een korting van 17 het huis houdelijke budget van een korporaal of matroos zou ruïneeren, ben ik zoo vrij te betwijfelen, aan de hand van het volgende voorbeeld Een adjudant-onderofficier bij het Ned.- Indische leger heeft een salaris van 350 per maand. (Hij moge al geweermaker, op zichter bij de genie, ass.-apotheker of bij den magazijndienst of infanterie zijn). Hier van gaat af 17 korting 5 Weduwen- en Weezenfonds 22 Blijft over 273. Een korporaal (gehuwd met zijn gezin in Indië) heeft, volgens mij medegedeeld, een salaris van 300. Gaat af 14 korting 81/2 pensioenfonds 22i/z Blijft over 272.50. Men ziet dus dat een korporaal bij de marine evenveel salaris geniet als de hoog ste rang van onderofficier bij het Indische leger. Welnu, nergens heb ik gelezen dat de adj. ond.-offic. klaagt over geruïneerd te zijn geworden en in daden heeft hij het ook niet geuit. Wat dus voldoende is voor het gezin van een adj. ond.-offic. moet toch ook vol doende zijn voor den korporaal der marine. Ik hoop dan ook dat de Indische regeering voet bij stuk zal houden en zal blijven be zuinigen tot er weer betere tijden aange broken zijn, dan kunnen wy den kop boven water houden. Hoe eerder dan ook het gezwel van geza menlijk verzet wordt uitgesneden, hoe beter het voor Indië en Nederland zal zyn. Laat de Indische regeering alle ontevre den Europeesche schepelingen op de „Java" of „Sumatra" inschepen en hen met dat schip naar Nederland retourneeren, dan kan zy meteen flink op de marine bezuinigen en de andere schepen tijdelijk opleggen. De defensie van Indië zal daar niet onder lyden. Maar Nederland zal er wel voor bedanken deze schepelingen weer voor haar rekening te krijgen. Met de Inheemsche schepelingen zal wel land te bezeilen zijn, zoodra de Europeesche onruststokers zijn verwijderd, want de In heemsche minderen ressorteeren rechtstreeks onder het Indische gouvernement, daar heeft de Minister van Defensie geen zeg gingskracht over. C. W. L. DRONKERS. Gep. Onder-luitenant Indisch leger. Toen ik Zaterdagmiddag dit artikel schreef, kon ik weinig vermoeden dat mijn voorspelling reeds zoo vlug in vervulling zou gaan. De daden hebben mijn woorden reeds achterhaald de Inheemsche bemanning in opstand en meester van „de Zeven Provin ciën". God geve dat het handjevol Europeesche minderen van de vloot reeds nu niet de ver antwoordelijkheid heeft te dragen, dat zij terwille van enkele luttele guldens, een bloedbad hebben ontketend, waarin zij zelf en hunne in Indië aanwezige vrouwen en kinderen het eerst zullen smoren. De Koningin en Prinses in Zwitserland. H.M. de Koningin, die vergezeld van H.K.H. Prinses Juliana, naar Zwitserland is vertrok ken, om op medisch alvies eenige rust te ne men, heeft haar intrek genomen in het Kur- haushotei te Lenzerheide in de onmiddellijke omgeving van Chur. Lenzerheide is gelegen in het kanton Grau- btinderland op 1476 M. hoogte, tusschen de spoorwegstations Chur en Tiefencastel op den weg naar het Engadin en is gemakkelijk per auto te bereiken. De hoogvlakte wordt gevormd door de Plessur Alpen. De vlakte is ongeveer acht kilometer lang en wordt ooste lijk begrensd door de Lenzer Horn en weste lijk door de Statzerhorn. De omgeving van Lenzerheide is van een buitengewone schoonheid. De vlakte is ge deeltelijk bedekt met dennenbosschen en telt talrijke meren, waarvan het grootste de Hei- dersee is. In den zomer wordt er op het meer druk geroeid en gezwommen, terwijl de forel- len-visschers er in het seizoen hun hart kunnen ophalen. In de wintermaanden wor den er op het meer wedstrijden in allerlei ijs- sporten gehouden. De wintertoerist en sport vriend vindt minstens evenveel genoegen te Lenzerheide als de vreemdeling, die het in den zomer bezoekt. De naar alle zijden ge leidelijk stijgende berghellingen eigenen zich bijzonder voor de skisport, terwijl er ook uit stekende rodelbanen en ijsbanen aanwezig zijn. Zooals gezegd, hebben de Koningin en de Prinses met haar gevolg intrek genomen fci het Kurhaus-hotel. Lenzerheid telt drie ho tels, namelijk het Kurhaus-hotel, het hotel Schweizerhof en het Parkhotel, waarvan het eerstgenoemde het grootste is. Het Kurhaus- hotel is van alle moderne comfort voorzien en biedt plaats aan twee honderd gasten. D3 vrije ligging maakt het mogelijk, dat iedere kamer een ruim uitzicht heeft op de omlig gende velden, bosschen en bergen. Zon en frissche lucht hebben overal toegang en smaakvol ingerichte conversatiezalen bieden gelegenheid tot een gemoedelijke rustpooze. De hal van het hotel is bijzonder fraai ge meubileerd. Voor men deze hal betreedt, komt men in een vestibule, welke tal van ge zellige zitjes heeft. Een bijzondere attractie van dit hotel is wel de jagers-kamer, welke met allerlei jacht-attributen is uitgerust. Bij het hotel behoort een dependance „de Post" genaamd, waarachter vier tennisbanen zijn gelegen. Het hotel heeft een eigen trainer in dienst, alsmede een vast huis-orkest. Nederlandsche Jaarbeurs. De directie van de Koninklijke Nederland sche Jaarbeurs te Utrecht verspreidt een mo- darn uitgevoerde, op zwaar kunstdrukpapier gedrukte circulaire aan den handel, waarin wij o.a. lezen „Volhardt en waakt", zoo luidt voor het Nederlandsche zakenleven het parool van de zen tijd. Nog altijd is de economische toe stand ernstig. Maar verschillende lichtpunten zijn in de diepe duisternis verschenen. Over de waarde van deze lichtpunten wordt ver schillend geoordeeld. Nog steeds verkeert men in onzekerheid, al neemt men ook aan, dat het verder niet meer bergaf zal gaan. Er is stilstand gekomen in de dalende beweging, maar het rechte vertrouwen is een spoedige opleving is er neg niet. Nog steeds is het za kenleven in nevelen gehuld. Dat neemt echter niet weg, dat de zakenman hij in de eerste van de van Maandag 0 Februari 1933. No. 31. i DIENSTPLICHT. Vrijstelling wegens brevederdienst. De Burgemeester van Vlissingen brengt, ingevolge artikel 30 2e lid van het Dienst plichtbesluit ter openbare kennis, dat door den Commissaris der Koningin in Zeeland bij besluit van 3 Februari 1933 A no. 36 voor den dienstplicht zijn vrijgesteld wegens broeder- dienst, de ingeschrevenen voor den dienst plicht dezer gemeente, lichting 1934 D. P. Bos, A, Leijnse, W. J. van der Maden, A. C. Maquelin, J. J^archand, J. J. van der Meij- den, P. J. Moïhmaas, J. F. Perwez, D. Pieterse, J. Rijnders, M. J. Sanderse, W. Schroevers, J. C. Tienpcnd, J. van Vlaanderen, L. J. van der Vliet, Th. de Vries en B. van Wouwe. Tegen deze uitspraak kunnen uiterlijk den tienden dag na den dag, waarop de uit spraak ter algemeene kennis is gebracht in beroep komen de ingeschrevene wien de uitspraak geldt, elk der overige voor de ge meente ingeschreven personen of de wettige vertegenwoordiger. Het verzoekschrift, aan de Koningin te richten, moet met redenen zijn omkleed en werden ingediend bij den Burgemeester, waar de persoon, wien de uitspraak geldt, voor den dienstplicht is ingeschreven. De Burgemeester zendt het verzoekschrift aan de Kroor door. Vlissingen, 6 Februari 1933. De Burgemeester voornoemd, P. G. LAERNOES, L.B. Ontevredenheid op de vloot. Naar aanleiding van uw hoofdartikel in uw blad van Woensdag jl., zij het mij ver gund daar het navolgende over te zeggen In de eerste plaats ben ik het met U eens dat een progressieve korting op de salarissen aé voorkeur zou verdient hebben en ook 2 echtvaardiger zou zijn geweest. De Indische regeering schijnt daar echter overwegende bezwaren tegen te hebben gehad en moet men zich bij die beslissing neer leggen, daar het zóó groote tekort op de Indische be grooting drastische* maatregelen noodig maakt. Waar nu het Indische leger en de amb tenaren deze korting hebben aanvaard, had ae marine geen reden zich daartegen te ver zetten, want met recht merkt U op „Ge lijke monniken, gelijke kappen". Dat een massale dienstweigering zoo on schuldig zou zijn als uit uw woorden valt op te maken, is m.i. geheel bezijden de waar heid. In een Europeesch land moge zulk een veïgèring van geen invloed zijn op de be volking van dat land, en dus zuiver een mi litaire kwestie blijven, in een Oostersche kolonie als Ned.-Indië, is dat geheel anders. Daar steunt het gezag van de regeering ge heel op een ongeschokte, goed gediscipli neerde militaire macht, want zonder deze macht valt de regeering. Een verslapping van tucht in- en massaal verzet tegen daden van de overheid door die militaire macht, beteekent metéén verslap ping van het gezag der overheid over de Inheemsche bevolking van Indië, met kans op opstand en massa-moord op de Euro peesche bevolking. Vooral in een tijd als nü van economische inzinking en gemor onder de bevolking, kan deze dienstweigering als een misdaad be schouwd worden tegen Nederland. Het ingrijpen van den Minister van De fensie na de demonstratie van de Europee- EEN VROOLIJKE LIEFDESROMAN VAN BERTA RÜCK. (Nadruk verboden 52) „Je doet me versteld staan I Werkelijk dat, hoe je Ik begin nu te begrijpen, wat men bedoelt, als er gezegd wordt, dat je er nooit achter komt, wat een vrouw wel en wat ze niet wil.' „Ik wil verloofd blijven om moeder in de gelegenheid te stellen een onbezorgd leven op „The Gables" te krijgen. Ik wil Hilary niet van streek brengen en hem boos op me maken» waardoor ik kans loop, dat hy mij afschrijft. Ik moet in dat opzicht koel ver standig zijn." „Dus berust je er in, dat ik bedoel, wat hij van my verlangt. „Ik zal wel moeten", zei ik en keek met treurigen blik over de velden. Ik zag de Pontonniers weer aan het werk bij de brug on de heimachine begon ook al weer te stampen. Lieve hemel, dat beteekende, dat ik hier een uur had gestaan 1 „Je hebt nog niet gegeten", zei ik met zelfverwijt tegen den bruggenbouwer. „Ga toch gauw 1" „Dadeiyk, zoodra wy het hierover eens syn", zei hy eenigszins woest. „Hoor eens,. oey' zou je werkelijk liever willen he^en, J dat ik niet meer by je aan huis kwam om je te bezoeken Ik knikte. Ik moest wel. „In orde", zei de bruggenbouwer beslis send. „Ik zal je nooit meer komen opzoeken, Joey. Dat beloof ik." „Hartelijk dank, Dick", zei ik met een hart als lood. „Het is.... Dag, Dick!" Ik legde mijn hand op de klink van het hek. Opeens voelde ik, dat zoo'n afscheid toch wel wat plotseling was. Hij was toch altyd zoo'n leuke Jongen geweest. En hy had van onze familie niet veel plezier beleefd, daaixjm vond ik het niet meer dan een staaltje van gewone beleefdheid, hem een vriendeiyk woord te geven voor wy scheid den. Met dat doel keek ik hem vol dank baarheid aan en zei eerlijk en bedroefd „Natuuriyk zal ik je vreeselyk missen, Dick." Met een plotselinge beweging kwam hy iets dichter by my. En op eenigszins ge- jaagden toon mompelde hy „Wat Zeg dat nog eens, lieveling 1" Dat is te zeggen, zoo klonk het ongeveer Ik ben er niet volkomen zeker van, dat hy „lieveling" zei. Het zou wel een beetje gek geweest zyn, vindt u niet Maar ik vatte het op, dat hy my graag als zyn aanstaan de schoonzuster had gehad. Of het kan natuuriyk verbeelding van my geweest zyn, dat ik het hem hoorde zeggen. Ik wou dat ik het maar wist Dat zal echter nooit gebeuren Want juist toen hy dat woord zei als het tenminste dat woord geweest is, richtte de bruggen);guwer zich plotseling op en riep met een krachtige stem „Heidaar Daarna hield hy zijn hand boven zyn oogen voor de zon en riep boos„Hei daar Kyk eens Opletten Ik keek. Behalve een schip met een taan- kleurig zeil, zag ik niets, dat de aandacht trok. Het schip voer in de richting van de brug. Waarom zou dat den luitenant van de pontonniers zoo kunnen opwinden Ik wist niet, dat het zeilschip tamelyk vlug voer en de brug groot gevaar liep, ernstig bescha digd te worden. Naderhand werd niy dat uitgelegd op dat oogenblik echter niet. Op dat moment dacht de bruggenbouwer natuuriyk noch aan my, noch aan Daisy of aan Hilary. Alleen zü'n plicht, zyn brug nam aJ zyn aandacht in beslag. Hy vloog weg en struikelde byna over myn parasol. Zonder om te zien of my iets te zeggen, rende hy weg, terwyl hy riep „Hallo Smith" dit was de aanbidder van myn zus Daisy, dien hy nooit anders dan Bill noemt buiten diensttyd natuur iyk. „Mynheer Smith, wilt u den naam van dien schipper eens noteeren I" Duidehjk kon ik in de verte de korte bevelende stem van Dick hooren. Wat een stemGeen kwestie van niet gehoorzamen Het klinkt misschien erg dwaas, als ik het zeg, maar toen ik dien jongen luitenant zyn bevelen hoorde geven en zag, met hoeveel haast en hoe letterlijk zy werden uitgevoerd, vertoonde hy zich voor my in een geheel ander licht. Hier zag ik hem een oogenblik in volle actie. Stipt, beslist, koel; ik weet, dat het plaats met terugkeer van betere tyden re kening moet houden. Hij moet gereed zyn en voorbereid. Geschraagd door een steeds groo- ter aantal deelnemers, versterkt door een toe nemende quantitatieve en qualitatieve be langstelling van de zyde der inkoopers is het Nederlandsche jaarbeurswezen, een getrouwe weerspiegeling van de eenige kracht, die ten slotte het zakenleven uit de duisternis zal kunnen voeren tot het licht. Loonkorling te Rotterdam. Nu met 1 Maart a.s. zal worden overge gaan tot toepassing van een hieuwen tijde- lijken aftrek op de loonen en salarissen van het gemeentepersoneel te Rotterdam, zullen er stappen behooren te worden gedaan, op dat een geheel overeenkomstige korting ook zal worden verkregen op de wedden van de leden van het college, alsmede van dieamb- tenraen der gemeente, wier bezoldiging door de Kroon of Ged. Staten wordt geregeld. Burg. en Weth. stellen den raad voor hen te machtigen om namens den raad tot Ged. Staten, resp. tot de Kroon het verzoek te richten om toepassing, met 1 Maart, van een tijdelijken aftrek van 2 of 51/, op de jaarwedden van den burgemeester, de wet houders, den secretaris, den ontvanger en de ambtenaren van den Burgerlyken Stand, den hoofdcommissaris en de commissarissen van politie. Tegen pensioenkorting. De Algemeene Militaire Pensioenbond hield Zaterdag te 's-Gravenhage een druk bezochte openbare vergadering, waarin de hoofdbe stuursleden van den bond, de heeren L. van Geest en W. Klooster, spraken over De dreigende korting op de pensioenen van de Indische militairen. Er werd een motie aangenomen, waarin er bij de regeering en de volksvertegenwoordi ging op aangedrongen werd hun goedkeuring aan den voorgestelden maatregel te onthou den. Haventarieven in België en Nederland. Een medewerker van de Brusselsche „Soir" houdt in verschillende groote havens, o.a. Hamburg en Rotterdam, een enquête over de toestanden aldaar, meldt de Brusselsche cor respondent van „de Tel.". Hy heeft thans een onderzoek ingesteld in Rotterdam en bij die gelegenheid ook een gesprek gehad met den voorzitter van de Kamer van Koophandel al daar, den heer W. A. Engelbrecht. Op de vraag van den journalist hoe de heer Engel- bracht dacht over de concurrentie tusschen de havens kreeg hij het volgende antwoord Persoonlijk wensch ik dat de steden Am sterdam, Rotterdam en Antwerpen tot een compromis zouden komen over de kwestie der tarieven. Ik zal mij nader verklaren. Dit com promis zou uitsluitend de tarieven moeten be treffen, die door de overheid worden opge legd. Het zou niet moeten raken aan het vrye spel der bestaande concurrentie tusschen de particuliere firma's van elk dezer steden. Ik geloof, dat zulk een accoord mogelijk is. Ver schillende malen is over de kwestie gesproken met den vroegeren burgemeeste. van Antwer pen, den heer Van Cauwelaert, die geenszins dit plan vyandig gezind was. Ook te Rotter dam werd het probleem al overwogen. Ik ge loof, dat het een ernstig onderzoek waard zou zijn, b.v. door onze twee regeeringen. In elk geval is de scherpe concurrentie van tegen woordig schadelyk geworden voor onze beide landen. Zy Is niet redely k meer. De heer Engelbrecht sprak vervolgens over het protectionisme, dat thans de havens lam legt, Rotterdam zoo goed als Antwerpen. Ne derland, evenals België, is vrijhandelsgezind. Persoonly'k hecht ik groote waarde aan alles wat op economisch gebied onze beide landen nader tot elkaar kan brengen. Ik verheug mij over het accoord van Ouchy en ik kan in dit opzicht slechts herhalen wat ik al in 1931 verklaardemen zou de mogelijkheid moeten onderzoeken van een t-lunie tusschen Neder land en België. Onze beide landen zouden er voordeel van hebben. Men zou er ook over kunnen denken om eenvoudig de tolbarières tusschen beide landen neer te halen, mits elk der beide landen zijn vrijheid behoudt ten op zichte van alle overige landen inzake de tol rechten. Deze zaak zou moeten geschieden -v*; -5 voor hem hstodtó» zou geweest zijn, of hy tegen een troop Duitschers moest optreden, of tegen een Engelschen schipper, die zich niet aan de voorschriften hield. Ik kon er niets aan doen, doch ik voelde een lichte siddering. „Zyn naam Wat Wil hy 'm niet opgeven klonk de stem van den bruggen bouwer door de lucht. „Laat de wacht aan rukken en leg zyn schuit aan den ketting Toen ik dat hoorde, wachtte ik niet lan ger om te zien wat er zou gebeuren. Ik dacht, dat de bruggenbouwer liever had, dat er geen menschen op het terrein waren. Vlug raapte ik mijn parasol op, deed het hek open en wandelde langzaam door de laan naar huis. Thuis was alles in rep en roer. U moet weten, dat Hilary op weg naar den dokter, by ons was aangeloopen om te zien, of ik al van het terrein van de brug terug was. Hy had hun het nieuws verteld Zelfs de rakkers waren er vol van. En direct waren zy er bij om hun gevolgtrek kingen te maken. „Verbeeld je, dat myn heer Sykes Duitschers moet doodschieten l" gilde Cecil, toen ik in de hal kwam. „Stel je voormynheer Sykes, die met ons niet eens soldaatje wil spelen, dat die naar den oorlog moet, Siel je voor Joey, stel je voor „Wy weten niet, of mijnheer Sykes naar den oorlog gaat", zei ik. „Omdat hij voor het gerechtshof is moeten komen, bewijst dat nog niet, dat zy hem direct naar het front zullen zenden." „ik hoop, dat zy het maar doen", riep met een ernstige controle en o.a. met certi ficaten van oorsprong. Andere landen zouden zich by ons kunnen aansluiten. Ik acht dit een levenskwestie voor beide landen en het is de moeite waard dit ernstig te bestudeeren. VOETBAL. Afdeeling IV. Ie klasse. Eindhoven—Middelburg 5—2. De gasten loopen hard van stapel, zoodat de Eindhoven-verdediging al dadelyk aan den tand wordt gevoeld. De thuisclub doet het voorloopig kalm aan, zij zet onder leiding van Van Gennep de aanvallen met veel overleg op en 't duurt dan ook niet lang, of van Gen nep weet na keurig combinatiespel den Zeeuwschen doelman met een onhoudbaar schot te passeeren (10). De vreugde in het Eindhovensche kamp is niet van langen duur, want van een mistrap van een der thuisclub backs maakt Leynsen goed gebruik door den bal hard in 't net te jagen (11). Eindhoven is daarna overwegend in de meerderheid en 't verwondert niemand, wanneer de Gier haar na een snellen reh de leiding verschaft (21). Nog voor de rust is het Vogel, die den stand op gelijken voet brengt, waarbij al weer een der Eindhoven-backs niet vry uitging (2—2). Na de hervatting heeft Eindhoven het voor- dee Ivan den wind, hetgeen beteekent, dat de Zeeuwen doorloopend ver worden terugge drongen. Het is de Gier, die de thuisclub de leiding geeft (3—2). Na een kwartier maakt de Gier er uit een hoekschop met een fraaien kopbal 42 van. Vijgeboom onder de Zeeuw- sche lat staat vaak vreemd te schutteren en hy mag van geluk spreken, dat Eindhoven nog slechts éénmaal weet te doelpunten en wel door toedoen van Van der Putten, die een slecht weggewerkten bal van de Gier in het net werkt (5—2), Noad—P.S.V. 2—1 2e klasse A. R.B.C.Vlissingen 12. Het is onze rocd-witte stadgenooten mogen gelukken in Roosendaal een moeilijke klip te omzeilen en beide punten mee naar huis te brengen, want T^eös in vroeger jaren had men tegen R.B. C. in Roosendaal altijd de grootste moeite om ook maar één winstpunt te behalen. Wij kunnen niet spreken van een overtuigende overwinning, want de strijd werd geheel beheerscht door den storm, die frr.ai spel geheel uitsloot. Het deed ons echter te meer genoegen te zien, dat Vlissingen door toepassing van de juiste taktiek deze overwin ning uit het vuur wist te sleepen. Voetbal moet namelijk niet alleen een spel zijn, waar bij men de beenen gebruikt, ook het verstand moet een woordje meespreken in een voetbal- wedstryd. Het was daarom zeer juist gezien van Vlissingen, toen er 20 minuten in de 2de helft gespeeld was en een voorsprong van. 2—1 had, om Verhulst in de halflinie terug te trekken, als vierde man, temeer daar de half linie door het ontbreken van Kokelaar, waar voor Quellerie inviel, juist het zwakste ge deelte van de Vlissingen-ploeg was. Hierdoor kwam R.B.C. wel meer in den aanval gedu rende het laatste half uur van den wedstrijd, doch de verdediging van Vlissingen stond pal en het was voor R.B.C. een hopelooze taak om nog een doelpunt te forceeren. Juist in een wedstryd als deze. die door een felle wind beheerscht wordt, is het ook, al heeft men het voordeel van den wind, toch nog zeer moeilijk om tot doelpunten te komen, daar zuiver aangeven der ballen onmogeiyk is. De wedstryd stond onder leiding van scheidsrechter Van Hoek, die geen moeilyke taak had dezen middag, maar toch enkele vreemde beslissingen nam. R.B.C. wint den toss en verkiest het eerst het voordeel van den orkaan, die Schuin- dwars over het terrein staat. Vlissingen trapt du~ af en het begin heeft weinig te beteeke nen, het is maar een verkennen van elkan ders krachten. Al spoedig komt R.B.C., ge steund door den wind in de meerderheid en het Vlissingen-doel ontsnapt ter nauwernood aan -'.oorboring, als de bal eenige malen dicht langs het doel zweeft. Vierhout weet tenslot- mijn zus Daisy, die nooit getoond heeft, dat zij bijzonder dol op haar aanstaanden zwa ger is en die hem nu nog minder kan lyden, nu zy met een militair gaat trouwen. „O, wat zou ik het heerlyk vinden, als zy zijn lange haren millimeterden Verbeeld je, Hilary, die zoo'n viesneus is op het eten, met een homp commiesbrood voor hem of een bord ratjetoe En wat zal hy lekker slapen in de loopgraven Hij, die slechts op een speciaal soort matras zijn nachtrust kan genieten Verbeeld je Hilary, aardappelen schillen of vaten wasschen Schitterend Hila Hier brak zy plotseling af. Juffrouw Mc Alister stond op den drempel - sn had elk woord gehoord. Ademloos keek ik naar Daisy, die bloosde van verlegenheid en schaamte. Om den aftocht van myn zuster, die naar boven vloog, te dekken, herhaalde ik„Dat hy voor het gerechtshof is moeten komen, bewyst niet, dat zy hem direct naar het front zullen zenden, nietwaar jufrouw Mc Alister Misschien hoetf hy heelemaal niet naar het front.' „Zeer waarschynlyk niet", zei de half- juster van Hilary op hopdfogen toon. „wy zullen het beloop van de beraadslagingen moeten afwachten. Wacht tot zes uur van avond, Josephine, ga dan naar het gerechts- bof om te zien en te hooren." {Wordt vervolgd.)"

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 5