500 25 4 FEBRUARI EERSTE BLAD L icht Lokt L ieden! No. 30 Tie Jaargang 1933- ilitgan: Firma f. VAH Bi VELDE Jr.. Waislraal 58-6S, lllissiip.Ttltl.lll. PtstrBhining 66211 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen aangesloten bij het bureau voor publiciteitswaarde, ingesteld door de vereeniging „de nederlandsche dagbladpfrs" Plaatselijk Crisis-Comité HEEFT DE ONTWAPENINGS CONFERENTIE GUNSTIGE VOORUITZICHTEN STADS- EN PROVINC1ENIEUWS VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingenende gemeenten op Walcheren ƒ2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove rige landen bij wekelijksche verzending 3.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs'. 5 ct ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct p. regel. Kleine advertenties van 1—5 regels 50 ct iedere regel meerlOct(max. 10 regels). Bij 3-maal plaatsing van 15regels fl.—.alles tegen vooruitbetaling. De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger Dit nummer bestaat uit 4 bladen Heden werden door ons de volgende giften ontvangen Gedeelte Politie-per- soneel 2.15 Bijdrage leerl. Open bare U.L.O.-school Bijdrage leerl. Christ. U.L.O.-school Personeel Fa. Kreijm- borg Co Personeel Bierbrou werij „De Meiboom" Personeel Gemeente- Waterleiding Buurtvereeniging St. Jacobsstraat Vorige opgave 2.10 2.50 - 5.17 - 8.20 - 61.— 4366.02 Totaal ƒ4450.14 Het giro-nummer van het Plaatselijk Crisis-Comité is 195800. Het is binnenkort een jaar geleden, dat de Ontwapeningsconferentie van den Vólken- bond te Genève werd geopend. Geopend na een voorbereiding, die vijf volle jaren in be slag nam. Geopend onder vooruitzichten, die allerminst hoopvol werden geheeten. Ge opend, terwijl de leden van den Raad, die aan deze opening deelnamen, zoo juist hadden vergaderd ter zake van het ernstige Chi- neesch-Japansche conflict in Mantsjoerije, waarmede nog steeds de Volkenbond worstelt. Is iets van de vooruitzichten, die men koesterde ten aanzien van deze conferentie, vervuld? Het is de vraag wat men onder „men" verstaat. Want velen waren reeds het vorig jaar met het grootste pessimisme ver vuld ten opzichte van de resultaten, die deze ontwapeningsconferentie zou bereiken of.... niet bereiken. Zij wezen niet slechts op de verwikkeldheid van het vraagstukop den onwil, in tal van kringen bestaande om eenige tegemoetkoming jegens den ander te doen, maar bovenal op de onmogelijkheid om tot resultaat te komen in ontwapenings vraagstukken zoolang niet ten aanzien van de veiligheid, door Frankrijk eenerzijds, en het gelijke recht, door Duitschland anderzijds geëischt, eenige toenadering was verkregen. Zij, die in de Ontwapeningsconferentie den boventoon voerden, hebben van den beginne af aan getracht beide vraagstukken te om zeilen vandaar, dat men op den arbeid van de commissiën is teruggevallen, die weinig practische resultaten heeft opgeleverd. Van daar dat, voordak men na het zomerreces weer zou samenkomen, Duitschland de koe bij de horens vatte en het probleem der ge- lijkgerechtigheid in alle scherpte stelde. Naar sonuniger meening wellicht niet op de ge lukkigste wijze, maar niettemin duidelijk en welomlijnd.' Het feit op zichzelf, dat dit vraagstuk in alle scherpte gesteld is kunnen worden zon der dat de Ontwapeningsconferentie onmid dellijk is uiteengespat, pleit voor de waarde, die van alle zijden aan haar bijeenzijn wordt gehecht. Het feit echter, dat men na enkele weken mokken en treuzelen inderdaad tot een oplossing is gekomen, pleit voor de toe nemende bereidwilligheid om den ernstigen toestand der wereld onder de oogen te zien. Zeker, de enkele principieele punten, die ten aanzien van de Duitsche rechtsgelijkheid zijn vastgesteld, geven niet de oplossing van dit probleem in details. Het probleem zelf en oog jneer de details zullen bovendien noodzakelijk ugkeeren, wanneer zoo straks da Fransche opvatting van veiligheid aan de orde komt. Maar door de afspraken der vijf groote mo gendheden, al is tegen deze onderlinge be prekingen ook bezwaar naar voren gebracht, !s Ontwapeningsconferentie zelve gekomen n een andere, een betere sfeer, die onge steld, zoodra zij straks hare voltallige be- prekingen hervat, van invloed zal zijn. De r 00 Jong van Beek en Donk, een der Nederlandsche persvertegenwoordigers, die reeds jaren te Genève doorbrengt en den Volkenbond kent van ^en aanvang zijner werkzaamheden af, acht, gelijk blijkt uit zijn artikel in „De Volkenbond", het officieel or gaan van de „Vereeniging voor Volkenbond en Vrede", de vooruitzichten verbeterd. Het ge lukken van de Conferentie van Vijf bewijst, zoo merkt hij op, dat Frankrijk en Engeland heel levendig de gevaren beseffen, die voor hen zelf en voor de geheele wereld uit een nieuwe bewapenings-ongebondenheid zouden voortvloeien. Nu het hun na moeizame be raadslagingen gelukt is Duitschland weder tot den terugkeer naar de Ontwapenings conferentie te bewegen, zullen zijzeker een grootere bereidwilligheid dan in het eerste deel der conferentie toonen, om door eigen ontwapeningsmaatregelen Duitschland tot een vrijwillige binding der bewapening te brengen. Omgekeerd heeft de Duitsche re geering door de toestemming/tot de gemeen schappelijke verklaring harerzijds getoond, dat zij nog steeds bereid is gemeenschappe lijke bepalingen tot bewapeningsbegrenzing te aanvaarden en dat zü daarbij ook zal wil len medewerken tot de door Frankrijk als voorwaarde gestelde schepping van een „stel sel dat allen staten gelijke veiligheid ver zekert." Als één der middelen tot verzekering dier veiligheid vermeldt de 3e paragraaf der ge meenschappelijke verklaring een herhaling (in ietwat uitgebreiden zin) van de reeds bij het Pact van Kellogg afgelegde plechtige belofte, dat onder geenerlei omstandigheden de regeling van een hetzij bestaand, hetzij toekomstig geschil door geweh'. zal worden beproefd. Deze bevestiging van de reeds in 1928 te Parijs onderschreven belofte wordt echter niet van alle, doch slechts van de Europeesche Staten verlangd. De vervanging van het begrip „oorlog" door de uitdrukking „geweld" kan een nuttige versterking van het Pact van Kellogg beteekenen, omdat Ja pan ons in het afgeloopen jaar geleerd heeft, dat een staat .geweld" tegen een ander volk kan plegen zonder den naam oorlog er aan te geven. Toch zit de beteekenis van de 3e paragraaf niet voornamelijk in deze verscher ping der redactie van Kellogg's oorlogsverbod, al is dit de officieele motiveering. Natuurlijk moet afgewacht worden wat zoo straks de verdere daden der Ontwapenings conferentie zullen zijn. Maar ook hier geldt, dat slechts zij, die den Volkenbond en de internationale vraagstukken kennen, in staat zijn om te oordeelen over de beteekenis van die daden. Het is volkomen begrijpelijk, dat de openbare meening vol ongeduld wacht op wat in haar oogen resultaten zijn. Daartegen over staat echter, dat zulke resultaten, die spreken tot een ieder, slechts kunnen worden verkregen na zorgvuldige en geleidelijke voorbereiding. Britannaders", wier in het Zeeuwsch „leu tig" luidende vertaling den doorslag heeft ge geven voor de keuze van muzikale illustratie op dezen 20en verjaardag der afdeeling. De heer Noest, voorzitter dezer afdeeling, ving zijn openingsrede aan met een stuk ge schiedenis, waarbij hij hiflde bracht aan de nagedachtenis van ds. Oberman, den eersten voorzitter. Na diens dood nam de heer A. C. Hildemisse deze functie waar. De le secreta ris was in den beginne de heer J. Nierse, die in 1915 den heer H. C. Reijers als opvolger kreeg, terwijl de functie van penningmeester achtereenvolgens werd bekleed door de hee- ren Hildernisse, Remigius en Zietse. Hulde werd gebracht aan die veteranen, welke gevoeld hebben, dat het reizen onder goede kundige leiding en zóó gedaan, dat het onder het bereik van de groote massa is, een niet genoeg te waardeeren genot kan zijn en mede moeit helpen tot den cultureelen uit bouw van den mensch. Spr.. gaat verder na hoe het, na deze veteranen gekomen bestuur dezen uitbouw heeft getracht te bevorderen op hoog peil brengen van de ontwikkelings avonden en het geregeld houden van club avonden, de invoering van serie-kaarten (se dert 1928)Hulde en dank wordt gebracht aan de heercn Staal en Leverink, die eenige jaren geleden schitterend werk hebben geleverd (1 daagsch bezoek van Haagsche en Rotter- damsche leden aan Walcheren) en aan den tegenwoordigen secretaris,' den heer Mantz. Na, nog opgewekt te hebben tot het voeren van propaganda voor de N-R.V. verzocht de voorzitter het feest in te Zetten met het ge zamenlijk zingen van het N.R.V.-lied, aan welk verzoek de goed gevulde zaal spontaan voldeed. Daarna ging de klucht „Jan Onge luk", die, tijdens een bezoek aan Ostende op de doorreis van Tionden naar Berlijn, een avontuurtje heeft gehad, niet een dame, dat de oorzaak wordt van een '-serie verwikkelin gen met zijn vrouw, die zïqh om die reden wil laten scheiden van hein. Het slot is ech ter, dat, door de noodige ophelderingen van den kant r.er vrouw, de echtgenooten weer volkomen verzoend worden. De heer J. Vos speelde hierin een aardige Martin Haller- stadt, en gaf een zeer aannemelijke vertol king van „Jan Ongeluk", waarbij hij op kra nige wijze gesecondeerd werd door zijn schoonvader Waldemar Knauer van den heer J. Staal, welke schoonvader ook niet vreemd blijkt te zijn van aan moeder de vrouw on bekende avontuurtjes. Ook werd aardig spel geleverd door den heer Hooftman, die een goeden Boris Mensky creëerde, hoewel hij als vriend van Jan Ongeluk diens positie niet versterkte. Tobias Knack, de krachtmensch, van den heer Nieuwenhuizen heeft niet wei nig bijgedragen tot het redden der situatie, terwijl de heer Gabriëlse de doublures Lind- müller, van het filmbureau en Dietz, de boek- Verlicht uw etalage, opdat elke wandelaar blijft kijken. Kijkers worden eerder koo- pers dan de voorbijgangers. N.V. P.2.E.M. Vraagt inlichtingen aan ons kantoor te Vlissingen Spreekuur wethouder van onderwijs. De wethouder van onderwijs is voor zaken, het onderwijs betreffend, uitsluitend ten raadhuize te spreken en wel iederen Woensdagmiddag van half drie tot half vier. N.R.V. afdeeling Walcheren. Grand Hotel Britannia. Reeds bij het binnenkomen in de groote zaal bemerkte men een andere sfeer, een „leutiger" sfeer dan gewoonlijk bij de altijd gezellige avonden van bovengenoemde ver eeniging. De zaal was op een eenvoudige wijze doch aardig versierd, het drietal musici was vervangen door de muziekkapel „The jolly houder, vertolkte. Last not least noemen we de damesrollenHildegarden, de vrouw van Jan Ongeluk, die heel mooi tegenspel met haar man leverde. Het spel van deze dame, mej. Peters was heel goed, zoowel als dat van mevr. Vermeulen, die de rol van schoonmoe der van Jan Ongeluk vervulde. Een aardige nicht, die den vriend van Jan Ongeluk tot zich wist te trekken, was mej. Van Aartsen, die, door haar schijngeleerdheid, Boris Men sky aanzette plaatsbeschrijvingen van buiten te leeren. En nu rest ons nog de snibbige, vrije bij het brutale af, dienstmaagd Emma te vermelden, waarvan mevr. Nieuwenhuizen een pittige creatie gaf. Tot slot dienen we nog even den op het programma niet vermelden regisseur te her denken, die voor een zeer gepaste mige-en- scène zorgde. Na afloop der voorstelling, die veel applaus had losgewerkt, bracht de heer Noest dank aan de medewerkenden cn huldigde de da mes met bloemen. Telegrammen van gelukwensch waren ont vangen van de afdeelingen Leiden, Haarlem en Amsterdam. Nadat een foto was gemaakt, met blitz- licht, van de medespelenden en het bestuur, werd van de gelegenheid om den veerenden dansvloer te bewerken, een ruim gebruik ge maakt. Willy Gensch Wiener Operette. Gr&fin Mariza. Concertgebouw. De operette, welke in het bijzonder te Wee- nen haar ontwikkeling gevonden heeft, is thans zeer in de mode. Emmerich Kalman's „Grafin Mariza" (1914) is een der aardigste „Schlagers" van de laatste jaren, welke ook in ons land buitengewoon warm ontvangen is. Daarom is het zoo prettig, dat we hier in de peripheric niet vergeten worden, wanneer een gezelschap, welks naam een goeden klank verworven heeft, een tournée maakt, waar door we in de gelegenheid waren een avond van gul amusement, dien men in dit genre niet veel beter vinden kan, te passeeren. De inhoud is kort verteld. Het is de ge schiedenis van graaf Tassilo, die bij den dood zijns vaders al zijn bezittingen moet verkoopen om diens eer te redden, den toe stand voor zijn zuster Lisa verbergt en sol liciteert naar de betrekking van rentmeester op de goederen van gravin Mariza. Deze Mariza wordt zóó door aanbidders achter volgd, dat zij een verloving met baron Zsupan voorwendt en zich op haar landgoed terug trekt. Haar rentmeester behandelt zij allesbehalve aangenaam, hetgeen deze ter- wille van zijn zuster verdraagt. Een zigeune rin, Manja, voorspelt dat Mariza in den loop der maand haar hart zal schenken aan een edelman, hetgeen ook inderdaad geschiedt. Tassilo en Mariza worden een paar, Zsupan neemt genoegen met de verklaring, dat Ma riza de verloving slechts heeft gepubliceerd om zich van haar hartstochtelijke vereerders te ontdoen, ziet af van zijn rechten als ver loofde en trouwt Lisa, terwijl Tassilo's tante, vorstin Cuddenstein, die de goederen voor hem terugkocht, een goede partij blijkt voor vorst Populescu. Het geval wordt als gewoon lijk in drie bedrijven behandeldde beide eerste, hoewel aardig, vallen wat lang, het kortere derde brengt de climax. Margit Lorm speelt, zingt en danst de titelrol met veel verve. Richard Müller geeft uitstekend een ouden snoeperuniek zijn de verliefde pogingen en dronkenschap van de zen komiekeling. Van Ferdinand Mahir, een alleraardigste operette-komiek, zagen we een grappigen, temperament vollen grondbezitter uit Varasdin. Fritz Wilhelmi is graaf Tassillo, een rol die hem geheel „ligt" en die hij voor treffelijk gaf. Hetzelfde moet gezegd worden van Maria Karin, die Lisa vertolkt. Voorts is Agnes Achnitz een prachtig origineel van de tante, vorstin Cuddenstein, Willy Görg het echte type van den ouden bediende Tschekko. Willy Gensch, die voor een uitste kende grime had gezorgd, maakte een, creatie van den kamerdienaar Penizik, terwijl alle verdere medewerkenden menig aardig scènetje flink ondersteunen. Kalman is een waarborg, dat de muziek dezer operette in orde is. De opwekkende muziek met de verschillende aardige melo dieën sloeg zeer in. Het orkest onder W. Wijdeveld weerde zich dapper, soms te dap per, doch daaraan was ook de opstelling niet vreemd. Uiterlijk maakte de operette ook een goeden indruk door de zorg, welke de regie aan décors en costuums had besteed. Het geheel had een onbedaarlijk succes en ontketende onophoudelijk lachsalvo's. Door den grooten bijval moesten verscheidene scènes gebisseerd worden en na alle drie be drijven werd er door de goed bezette zaal geestdriftig geapplaudi ~.erd. Alhambra-Theater. „Quick". De Chineesche speurhond. Hans Alberss moet met iets gezegend zijn, dat talloozen vrouwen draaierig maakt. Be halve zijn acteurstalent moet men dit aan nemen om zijn populariteit te verklaren. Als moderne paljas speelt hij in de amu sante Ufa-film „Quick", welke de bijzondere aandacht vraagt. Regisseur is Robert Siod- ma. Het gegeven is ongemeen. Een vrouwtje dat een luxe-kuur doet in een min of meer ridicuul sanatorium voor rijke menschen, die zichzelf tot last zijn, is verliefd op een clown, Quick. D.w.z. op de schitterende ver schijning in de bonte clownsplunje, en als hij haar. zingt„Gnadige Frau, komm und spiel mit mir, warum bist du so kühl mifc mir?" Privé laat hij haar koud. De heele film draait nu verder om het feit, dat Eva een chimère lief heeft, een clownsrol, en dat zü den mensch, die daar achter staat, niet ziet. Wat men symbolisch zou kunnen denken. Wijl dit gegeven belangwekkend is, blijft ce film interesseeren. Dat de spelers onder Siodmaks regie stonden en aan een aparten geest gehoorzamen, bespeurt men duidelijk. Bijgevolg speelde Lilian Harvey nog nimmer zee goed en is zü nu eens niet een mooie, vergulde pop. En ook Hans Albers is hier precies datgene, wat hü zijn moet en dat is hü bü zonder raak en driest. De film is boeiend. Ieder kan er het zijne halen uit het vele goeds. Zelfs als zedespie- gel van een kant van onzen tijd. Maar bin nen zeke e grenzen gehouden, waardoor een pornografisch karakter vermeden wordt. En toch weer zoo, dat de menigte gretig komt kijken. En de menigte is ons huidig richt snoer. „De Chineesche Speurhond" is een detec- tieve-film van het goede soort, spannend tot het einde toe. Zü is vooral geslaagd door het spel van Warner Oland, die van den Chineeschen speurder tusschen al deze verdachten een prachtig type heeft ge maakt. Zün flegma, zijn gevulde figuur, zü'ü sunn knipperen met de oogen, z^n grappig

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 1