Vlissingsche Courant 1 ding is zeker de MAILSCHOEN Is beter TWEEDE BLAD Op zoek naar een Bruid FEUILLETON BINNENLAND DE VLISSINGSCHE COURANT van de van Donderdag 26 Januari 1933. No. 22 DE DOKTER AAN 'T WOORD. OVER DIKTE EN MAGERHEID. Een medisch praatje door Dr. J. W. Fredriks. De voedseldistributie tijdens het laatste gedeelte van den wereldoorlog heeft velen practisch bekend gemaakt met het feit, dat men minder kan eten en toch lichamelijk en geestelijk op hetzelfde peil kan blijven staan. Na de moeilijke jaren, waarin zoowel kwan titeit als kwaliteit van het voedsel te wen- schen overlieten, kwam er natuurlijk een reactie. Er werd weer gaarne gesmuld en „dus" zagen wij weer veel meer dikke men- schen. Dat „dus" is echter niet zoo eenvoudig te verklaren als de meeste men- schen denken. Het spijsverteringsproces is nl. zeer ge compliceerd. Ons lichaam is geen doode machine, die al naar de soort en de hoeveel heid toegevoerde brandstof (het voedsel) warmte en energie ontwikkelt. De meest verschillende dingen kunnen er invloed op uitoefenen, vooral op de in de weefsels plaats grijpende stofwisseling. Zoo wordt het ge bruikte voedsel niet bij elk mensch op de zelfde wijze door maag en darm uitgebuit. Het spijsverteringsproces, dat reeds in den mond begint, terwijl het in de maag en in het bovenste gedeelte van het darmkanaal zijn hoogtepunt bereikt, wordt in hooge mate door de zenuwen en door chemische reacties be- invloed. Aangename of onaangename voor vallen kunnen dan ook ten zeerste de spijs vertering bevorderen of belemmeren. Een kleinigheid is bij velen genoeg om den eetlust te doen verdwijnen zij eten dan wel, dcch het lichaam profiteert er niet voldoende van. Het is dan ook goed gezien, dat openbare eetgelegenheden alles in het werk stellen om de menschen zooveel mogelijk te laten eten door oog, oor, neus en mond te streelen, want daardoor wordt ook de spijsvertering bevorderd. Zoolang het niet tot overeten aanleiding geeft, is dit alles dus aan te be velen, wat niet zeggen wil, dat het onmisbaar is. Iemand, die werkelijk honger heeft, eet altijd met smaak en als er in een kamp een vroolijke stemming heerscht, hebben de pri mitieve omstandigheden, waaronder het eten bereid en gebruikt wordt, geen invloed op de spijsvertering. Doch als de zintuigen, ge scherpt zijn tot overgevoeligheid toe, vooral dus bij ziekte, en ook wanneer er onaange name invloeden uit de omgeving op iemand inwerken, dan zijn kleinigheden soms reeds voldoende om uitstekend voedsel weinig sma kelijk en zelfs onverteerbaar te maken. Wij zien dus, hoe invloeden van buitenaf reeds bij voorbaat de spijsvertering bevorde ren of belemmeren. Nog ingewikkelder wordt het echter, wanneer de voedingsstoffen door den darm zijn opgenomen en de eigenlijke stofwisseling in het lichaam begint. De or ganen werken over en weer op elkaar in en helpen elkaar, zoodat een kleine „storing" in het bedrijf onopgemerkt voorbij gaat, terwijl ze alle nauwkeurig gereguleerd worden door klieren, die öf direct door middel van de sap pen die zij afscheiden, of indirect via be paalde zenuwen deze stofwisseling beheer- schen. Van deze klieren hangt het af, of het stofwisselingsproces sneller of langzamer, meer of minder intensief verloopt, terwijl de niet verbruikte reserve bij den een als vet, by den ander in anderen vorm wordt gedepo neerd, wat van groot belang is. Ook bij een zelfde persoon is de reguleerende werking der klieren niet altijd dezelfde, al wordt elke mensch met een bepaalden aanleg in dit op zicht geboren. Deze aanleg ondergaat in den loop der jaren echter schommelingen, vooral tengevolge van ziekten en zorgen. In de oor logsjaren was dit natuurlijk bij velen het ge val, voeg daarbij de slechte voeding en dan behoeft het ons niet te verwonderen, dat een vroolijke liefdesroman van BERTA RUCK. (Nadruk verboden) 43) ..Vergisthijgde ik verontwaardigd. „Het Is geen vergissing. Zij is was moest op ^en bruggenbouwer verliefd zijn. Het was allemaal al geregeld." ..Wie heeft dat geregeld vroeg juffrouw Mc Alister. ..Ik", zei ik met trots, terwijl ik dacht aan alles, wat ik had' gedaan. Tevergeefs belaas ..Er zijn maar weinig gelukkige huwelijken, oie door tusschenkomst van een derde partij tot stand komen", zei de halfzuster van Hilary. geloof, dat de vergissing bij u bestond, Josephine." ..Ik begrijp niet, hoe dat mogelijk is", zei |k, toen ik daar, als een lusteloos stumperdje m de vensterbank met mijn hoofd'zat te schommelen, „ik begrijp niet, hoe het mo- eelijk is." Juffrouw Mc Alister haalde haar vierkante schouders op. ft zei„Sedert de bruggenbouwer hier in J s komt, ie Daisy een heel ander meisje." ..HÜ komt niet dikwijls alleen", merkte Mh'ouw Mc Alister op. „Die andere jonge j velen sterk vermagerden en dat zelfs de voor tijden van hongersnood zoo tyneerende wa terzucht optrad, om na den oorlog in het tegendeel om te slaan. Merkwaardig genoeg is dit alles bij de vrouwen duidelijker waar te nemen dan bij de mannen wij zien daar uit, dat vrouwen ook in dit opzicht gevoeliger voor invloeden uit hun omgevinr zijn dan mannen en dat vrouw nu eenmaal niet uit hetzelfde hout gesneden is als tie man. On getwijfeld zijn dus deze schommelingen in de intensiviteit der spijsvertering dikwijls aanwezig en dat is de reden, dat menschen, die betrekkelijk weinig eten, toch dik wor den. Die menschen plagen zich dikwijls zon der het minste resultaat met een hongerkuur. Wij zullen thans op dit verschijnsel niet na der ingaaner blijkt alleen uit, dat de hoe veelheid en de samenstelling van het voedsel nog geen conclusies mogelijk maakt omtrent de lichamelijke en geestelijke prestaties, waar- tce de betrokkene op grond un het door hem gebruikte voedsel in staat zou zijn. Ook de invloed van smart en zorg is niet op alle menschen even groot. Sommigen gaan er reeds in enkele weken sterk op achteruit, zien er niet alleen slecht uit, maar nemen ook af in gewicht, terwijl het wegvallen van den druk, waaronder zij geleefd hebben, hen weer spoedig doet opleven. De gemoedsge steldheid beïnvloedt niet alleen de spijsver tering, maar vooral ook de processen, die daarna in de weefsels zelf plaatsgrijpen en door de klieren op zoo veelzijdige en dikwijls verrassende wijze worden geregeld. Het be hoeft ons dus niet te verwonderen, dat de geheele gezondheidstoestand verandert met de stemmingen. (Nadruk verboden MEDISCH ALLERLEI. Furunculose of steenpuist. Een onaangename en maar al te dikwijls voorkomende kwaal is de furunculose, waar bij men ondanks de zorgvuldigste behande ling steeds weer kans heeft op herhalingen. Behalve op verbanden die ontsmettend wer ken en de ontsteking tegengaan, dient men ook te letten op eventueel aanwezige storin gen in de stofwisseling, o.a. op maag- ~n darmaandoeningen en op suikerziekte. Dik wijls is het gebruik van arsenicum- of zwa- velpreparaten of van gist zeer gunstig ook baden, vooral zwavelbaden, helpen dikwijls, evenals bestralingen met Röntgenstralen of hoogtezon. Het gébruik van jeneverbessen. De jeneverbes werkt bloedzuiverend en heeft een gunstigen invloed op maag, darm kanaal en longen. Dit bekende huismiddeltje bevordert de uitscheiding van giften en af valproducten, die bij het stofwisselingsproces ontstaan en helpt uitstekend tegen onaan genaam riekenden adem, slijmvorming van elke soort, jicht, rheumatiek, maagzuur, maagzwakte, verkoudheid, aandoeningen van lever, nieren, hart, longen of biaas, diarrhee, waterzucht, hoofdpijn, gas vorming,, enz. Met het sap van den mierikwortel gecombineerd, werd de jeneverbes vroeger ook gebruikt als middel tegen suikerziekte. Voor uitwendig gebruik worden jenever bessen aanbevolen bij jichl, rheumatiek, huid aandoeningen, enz. Zeer geneeskrachtig en zuiverend werkt volgens Kneipp de volgende kuur met sap van jeneverbessen, dat men naar maak verdund kan innemen. Men be gint met den eersten dag y4 theelepel in te nemen en eiken volgenden dag y4 theelepel meer, totdat men op den twaalfden dag 3 theelepels inneemt. Dit houdt men nog vijf dagen vol, waarna men weer telkens thee lepel minder neemt, zoodat de kuur precies vier weken duurt. Wijziging Winkelsluitingswet. Op de vragen van den heer Van Hellen- berg Hubar betreffende de resultaten van een door den minister van economische zaken en arbeid ingesteld onderzoek naar de werking der Winkelsluitingswet, heeft minister Ver schuur geantwoord, dat het door hem inge stelde onderzoek naar de werking der winkel sluitingswet is beëindigd. De overweging van de resultaten van het gehouden onderzoek heeft er toe geleid, dat een wijziging van de Winkelsluitingswet 1930 is voorbereid, welke in hoofdzaak een verrui ming beoogt van verkoopmogelijkheid in som mige bedrijven (consumptiezaken) op Zon dag. Het desbetreffende ontwerp van wet zal, naar de minister vertrouwt, binnenkort bij de Staten-Generaal kunnen worden ingediend. Ir. R. A. van Sandick f Op 77-jarigen leeftijd is te 's-Gravenhage overleden de heer ir. R. A. van Sandick, oud- algemeen secretaris van het Kon. Instituut van ingenieurs. Behalve dit secretariaat vervulde de heer Van Sandick tal van functies in het openbare leven. Zoo was hij sinds 1912 lid van den raad van toezicht van gemachtigden in octrooi-aangelegenheden, sinds 1914 regee- ringscommissaris voor de gemeente Vlissin- gen, van 19141928 regeeringscommissaris bij de Kon. Maatsch. „de Schelde", 19771928 technisch secretaris van het Kon. Instituut voor hcoger technisch onderwijs in Ned.-In- dië, sinds 1923 lid der commissie voor de ex ploitatie van de buitenhaven van Vlissingen In deze laatste functie kwam .hij veel in aanraking met het gemeentebestuur van Vlis singen. Op de meest aangename wijze kon het gemeentebestuur met den heer Van Sandick samenwerken en hij heeft de belangen van onze gemeente op uitnemende wijze gediend. Gedurende tal van jaren heeft de thans ontslapene het hoofdredacteurschap vervuld van het weekblad „Öe Ingenieur". Gedurende een 9-tal jaren (van 1919—1928) heeft de heer Van Sandick zitting gehad in de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Ontelbaar is het aantal artikelen, dat in den loop der tijd "an de hand van den thans ontslapene is verschenen. Zijn verdiensten jegens den lande zijn in dertijd erkend door zijn benoeming tot ridder in de Nederlandsche Leeuw. De Prins Willem van Oranje-zegels. De Rotterdamsche Philatelisten vereeni- ging heeft het volgende schrijven aan den minister van waterstaat gezonden Het bestuur v^n de Rotterdamsche Philate listen- vereeniging, daartoe gemachtigd door haar op 18 dezer gehouden algemecne leden vergadering, neemt hierbij de vrijheid zich tot uwe excellentie te wenden naar aanleiding van een courantenbericht, waarin wordt me degedeeld, dat de vereeniging van postzegel verzamelaars te Delft uwe excellentie heeft verzocht te willen medewerken, dat de bijzon dere frankeerzegels, die worden uitgegeven ter herdenking van de geboorte van Prins Willem van Oranje, met bijslag te doen verkoopen ten bate van het herstel van de Nieuwe Kerk te Delft. Hoewel verondersteld mag worden, dat het door uwe excellentie genomen besluit om de genoemde frankeerzegels zonder bijslag te verkoopen gehandhaafd wordt, kunnen wij niet nalaten, uv/e excellentie er op te wijzen, dat het verzoek is uitgegaan vai. een zeer kleine groep verzamelaars, terwijl postzegel verzamelaars in het algemeen elke uitgifte van frankeerzegels met bijslag met uitzonde ring van de jaarlijksche uitgifte ten bate van het kind, ten zeerste betreuren, omdat deze uitgiften slechts voor een gering deel in handen komen van het publiek en daardoor niet worden gebruikt voor het doe. waarvoor ze moeten dienen nl. om er met de posterijen te verzenden stukken mede te frankeeren. Vooral in het onderhavige geval kan het niet anders dan de bedoeling zijn, de bijzon dere frankeerzegels in een zoo groot mogelijk aantal onder het publiek te brengen, hetgeen toch alleen bereikt kan worden, indien de zegels zonder bijslag verkrijgbaar worden ge steld. Bovendien neemt onze vereeniging de vrij heid uwe excellentie in overweging te geven om te bewerkstelligen, dat gedurende den tijd, dat de „Prins Willem van Oranjezegels aan de loketten der posterijen worden ver kocht, de gewone frankeerzegels in de corres- pondeerende waarden tijdelijk niet aan het publiek afgegeven worden." De Willem de Zwijger-herdenking. Wij lezen in „het Volk" Het Algemeen Nederlandsch Verbond en het Dietsch Studentenverbond hebben 'een „Wilhelmus van Nassauwen-commissie" ge vormd, die op den vierhonderdsten geboor tedag van den Zwijger te Delft een betoo- ging organiseert. Als sprekers voor deze be tooging zijn aangekondigd de gepension- neerde generaal Snijders, pastoor dr. R. de Smet, dr. Henri Polak (met het onderwerp „Prins en Volk") en de Vlaamsche natio nalist Wies Moens. Polak deelt ons intusschen mede, dat deze mededeeling onjuist is. Oorspronkelijk was bij uitgenoodigd om te spreken over „Willem de Zwijger als revolutionnair". Daar gevoel de h\j wel voor. Het onderwerp vond hij aanlokkelijk en het lachte hem toe, in dit milieu het socialistische woord te doen hooren. Hij aanvaardde dus de uitnoodiging. Daarna vernam hij echter, dat tot deelne ming aan deze herdenking fascistische or ganisaties officieel waren uitgenoodigd en dat deze de uitnoodiging hadden aanvaard Toen berichtte hij het comité, dat hij zijn toezegging terugnam, omdat hij in dat ge zelschap niet wilde verkeeren. Loonsverlaging bij de spoorwegen. Gistermiddag vergaderden het hoofd- en de afdeelingsbesturen van den Ned. R.-K. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel „St. Raphaël" te Utrecht, ter bepaling van het standpunt ten aanzien van dë voorloopige overeenkomst tusschen de directie en den personeelsraad der Nederlandsche Spoorwe gen betreffende de aanhangige loonsverla ging van het personeel der Nederlandsche Spoorwegen. Na een uitvoerige uiteenzetting door den voorzitter, dis het advies van het hoofdbe stuur, aanvaarding van de overeenkomst, ver dedigde, en nadat 21 afdeelingsbestuurders het woord gevoerd hadden, bleek bij de stem ming dat, behalve de afdeelingen Rotterdam, Gouda, Kerkrade-R. en Alkmaar, alle overige afdeelingen zich voor het voorstel ver klaarden. Sterfte en oorzaken van den dood. Het Centraal Bureau voor de Statistiek pu bliceert een statistiek van de sterfte naar den leeftijd en de oorzaken van den dood ovei 1931. Aan de omvangrijke en interessante in leiding van dit werk, ontleenen we het vol gende De sterfte beweegt zich, zij het dan met en kele schommelingen, in dalende richting, Van 26.56 per 1000 inwoners in de jaren 1840—1849 daalde het sterftecijfer tot 21.27 in 3880—1889, tot 13.40 in 1910—1919, tot 9.85 in 1924—1928 en tot 9.63 in 1931. De daling is meer de mannelijke dan de vrouwelijke bevolking ten goede gekomen, zoodat in de latere jaren de sterfteverhoudin- gen der beide geslachten elkaar meer nade ren. Voor de mannen bedroeg in 1931 de sterfte 9.69 per 1000 der mannelijke, voor de vrouwen 9.57 per 1000 der vrouwelijke bevol king. Voor een deel vindt de afneming der sterfte zijn oorzaak in de afneming der zuigelingen sterfte. Deze sterfte bedroeg in 1880—1889 18.28, in 1910—1919 9.53, in 1924—1928 5.82 en in 193i 4.96 per 100 levend aangegevenen. Hierbij dient nog in aanmerking genomen dat sedert 1924 de levend geboren kinderen die als levenloos waren aangegeven, omdat zij overleden voor de geboorte-aangifte plaats had, hij de zuigelingensterfte zijn gevoegd Door deze wijze van handelen komen de verboudingscijfers na 1924 plm. l hooger Bij beschouwing van de sterfte naar doods- luitenant, mijnheer Smith, is de laatste drie of vier maal telkens met hem mee gekomen. „Ja, maar stel u voor zy kan toch hem de voorkeur niet geven „Waarom niet, Josephine „Ziet u dan het verschil niet tusschen dien Chinees van een Smith", riep ik, „en een man als Dick Rowlands „Mijnheer Smith schijnt met zijn huwe lijksaanzoeken vlugger te zijn", zei juffrouw Mc Alister, terwijl zij haar melk opslurpte „Misschien vond uw zuster, dat haar knappe bruggenbouwer te lang talmde met zijn lief desverklaring." „Watzei ik verontwaardigd. Doch ik bedwong mij, want ik overwoog, dat er met een oude jongejuffrouw, die er dat stand punt op na hield, niet te redeneeren viel. Daarom zei ik zoo beleefd als ik kon„Wel te rusten, juffrouw Mc Alister" en ging naar mijn kamer, om over de niet gedachte open baring van dezen avond na te denken. Daisy, voor wie ik hemel en aarde had bewogen, om haar „mevrouw Dick Rowlands te maken, zat nu daar te minnekuozen met mijnheer Smith I Daisy, van wie ik veron- aerstelde, dat zy tot over haar ooren op haar knappen aanbidder verliefd was, hoorde ik tegen een anderen man zeggen„Lieve schat 1" En zy liet zich door hem kussen Ja, door een anderen man l Ik voelde, dat het met myn plannen verkeerd liep. Ik had nog niet lang over deze buitenge - .wone gebeurtenis zitten piekeren, toen er aan de deur geklopt werd en het smalle ge z'chtje van Daisy om den hoek keek. „Slaap je nog niet, Joey „Slapen I" echo'de ik, verontwaardigd van myn bed opspringend. „Denk je, dat ik sla pen kan, na hetgeen Ik kon geen woorden voor het afschuwe lijke geval vinden. „Na wat?" begon Daisy zwakjes, zy zag er betooverend lief uit, dat moet ik eeriyk zeggen, met haar zacht blozende wangen en haar mooie zwarte krullen, die los over haar gele zyden ochtendjapon vielen. „Na datzei ik beschuldigend. „Na alles, wat ik in den tuin gehoord en gezien heb. jy en mynheer Smith wars er zyn geen andere woorden voor te vinden nogal sterk aan t lief doen 1" „Dat is toch zoo erg niet", zei Daisy, die trachtte er zich doorheen te slaan. „Hoe dorst je riep ik ernstig verwy- tend. „Heb je dan geen acnting meer voor je zelf „Hoezoo „Hoe zoo I Zeg niet „Hoezoo" en „Waar om" op alles, zooals de rakkers ook doen", verzocht ik haar. „Je weet even goed als ik, dat het voor een meisje, dat in liefdesbe trekking tot iemand staat, niet past om zich toor een anderen man te laten liefkoozen I „Natuurlyk weet ik dat, maar „Waarom doe Je het dan? Ik begryp je niet", zei ik, terwyi ik haar aanstaarde. „Het komt niet to pas, den eenen man tegenover 'en anderen uit te spelen." ,,Ook dat weet ik, Joey, maar —n- „Was het dan, omdat je wanhopig onge lukkig was over je werkelijke liefde vroeg Ik haar, „dat je deze onbetamelyke flirtparty :r. een spy tig oogenblik op touw gezet hebt Daisy keek my scherp aan. En niet mindei scherp antwoordde zy „Onbetamelyke flirt party Dat was geen flirten Ik flirten „Je zei toch, dat je niet wist wat leven was voor je hem kende Je had zelfs den ueurigen moed om te zeggen, dat het een wereld zonder zonneschyn was zei ik om haar geheugen op te frisschen. „Ik heb het onwillekeurig gehoord, Daisy. Ja zei met eigen mond „lieve schat" tegen hem. Je Ik kon niet doorgaan. Ik kon er niet toe komen om te zeggen„Je liet je door hem kussen." Tot besluit zei ik„Je weet, dat het waar is. En dat nog wel, na alles, wat je me gisterenavond verteld hebt. Dat Je zoo verliefd was „Ik ben verliefd I" bekende Daisy met gloeiend roode wangen, terwyl zy haar zwarte kopje trotsch omhoog stak „Zou je keusch denken, dat ik hem in den tuin hart gekust, als het niet zoo was Deze buitengewone verdediging drong niet cot my door, voor er een halve minuut was verloopen. Neen tocht Kon toch niet waar syn, wat zy my trachtte duidelyk te maken „Maar het was mynheer Smith toch, die Jt in den tuin kuste hygde ik. Haar antwoord benam my den adem. „Het is Billy Smith ook, op wien ik ver liefd ben", zei ze niet minder trotsch dan zooeven. «Het was Billy Smith ook4 oygr alen IS EEN DER BLADE N WAARIN GIJ MET SUCCES ADVERTEERT oorzaken treedt de sterfte aan kanker het meest op den voorgrond ze is steeds stygen- de. Berekend per 10.000 der gemiddelde be volking bedraagt het sterftecyfer voor 1931 12.38 per 10.000 mannen stierven 11.93 man nen, per 10.000 vrouwen 12.83 vrouwen. Na kanker komt de sterfte aan ziekten van net hart met hooge cyfers ook hier valt een stygend verloop waar te nemen. Voor 1931 was het cijfer 12.49 per 10.000 der gemiddelde bevolk' -g voor de mannen 11.87 en voor de vrouwen 13.11 per 10.000 der gemiddelde be volking van ieder geslacht. De tuberculose, hoewel in de laatste Jaren afnemend, oefent nog steeds een belangryken invloed op het sterftecyfer uit. In 1931 was het cyfer voor alle vormen tezamen per 10.000 der gemiddel de bevolking 7.27 (6.95 voor de mannen en 7.57 voor de vrouwen) waarvan 5.20 voor re kening van de tuberculose der ademhalings organen en den chonchiaalklieren komt, met resp. 4.91 voor de mannen en 5.48 voor de vrouwen. De vrouwensterfte aan t.b.c. is over het algemeen hooger dan de mannensterfte. KERK- EN SCH00LN1EUWS De Anglicaanscbe en de R.-Kath. kerk. De „Osservatore Romano" heeft met groote .nstemming melding gemaakt van het mani fest der vyftig geestelyken der Engelsche Staatskerk ten gunste van een hereeniging der Staatskerk met de R.-Kath. kerk. Op dit stuk zyn inmiddels een paar honderd adhae- siebetuigingen van Anglicaasche p-iesters in gekomen. De „Osservatore" schryft naar aanleiding daarvan„Het gebed der katholieke wereld moet nu den goeden wil ondersteunen, totdat deze zich volkomen gewyd heeft aan den dienst der waarheid in de liefde voor Jezus Jhristus en voor zyn kerk". Uit deze beweging in Engeland ten gunste van de R.-Kath. kerk blykt niet de juistheid der meermalen geuite bewering dat het land met snelheid op weg is om roomsch te wor den. De geestelyken der Staatskerk, die voor de beweging der vyftig gevoelen, blyven een vry geringe minderheid en wat de overgan gen uit andere berken naar de R.-Kath. kerk betreft, volgens de „Catholic Directory" zyn in 1932 in de 18 R.-Kath. kerk-provincies van Engeland en Wales 12019 personen tot de R.-Kath. kerk overgegaan, tegeuover 11980 personen in 1931. Het aantal R.-Kath. wereld - ïyke geestelyken is in dat jaar met 32 geste gen en op 3057 gekomen het aantal orde- geestehjken met 45 vermeerderd en op 1651 gekomen. Veertien nieuwe kerken e. kapellen zyn ingjwyd in het geheel zyn er 2288. Het aantal 'eerlingen in de 516 R -Kuth. middel bare scholen steeg van 58278 tot 59858 het aantal lagere scholen van 1331 tot 1376. De R.-Kath. kerk van Engeland en Wales telt thans 2.253.420 leden tegen 2.235.237 in het vorige jaar. Sociale eischen der Amerikaansche berken. De Raad van Amerikaansche kerken (Fe deral Council) heeft een sociaal kerkelyk program van 17 punten gepubliceerd, welk program inderdaad tal van zeer vooruitstre vende eischen brengt. Het document geeft - verkort de volgende eischen, vooi welke ,.de kerken getuigen en werken willen" 1. Practische toepassing van net Christe lijk principe van sociale welvaart op het verwerven en het gebruik van rykdom mede om speculatie en jacht naar voordeel onder geschikt te maken aan den geest van voort brenging en samenwerking. 2. Sociale regeling en controleering van tk het had, toen ik gisterenavond met je praatte. Met Billy Smith ga ik trouwen „Trouwen o 1 't Kan met waar zyn „Niet waar zijn 1 Hy neeft my vanavond in het bloemenlaantje ten nuweiyk ge vraagd", zei Daisy zacht en met een glim lachje van verrukking. Plotseling liet zij zich vlak naast my op het bed giyden en sloeg haar arm om myn middel. „Wees nu lief en vriendeiyk voor mij, Joey 1" fluisterde zij smeekend, „want dit is de heerlijkste avond van myn leven en ik ben het geluk kigste meisje, dat ooit heeft geleefd Ik hijgde en hield haar vast, meer omdat net scheen, of de kamer ronddraaide, dan om lief tegen haar te zyn. „Daisy, Daisy Heb je wel goed nage dacht Heb je jezelf wel afgevraagd of dit de ware liefde is?" „Ach, lieve Joey Als het de ware liefde is, dan denk je niet. Dan komt het niet in je op, om te vragen, of het 't ware is. Die viaag bestaat gewoon niet." Ik zuchtte van teleurstelling en diep ook. „Verliefd", echo'de ik verdoofd „Van alle menschen had lk mynheer Smith het aatst Ik dacht aan zyn eeuwige „Ha ha's", zyn gemaakte spraak, zyn grynslach. zyn banjo- solo's, zyn eigenaardige manier om nergens anders op te letten dan op zyn eigen aar- Jigheden. Daisy richtte zich een beetje op. „Denk er om, dat Je over den man spreekt, i en ik liefheb," t iWordt veivolgd.). B

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 5