Vlissingsche Courant
1 ding is zeker de MAILSCHOEN Is beter
TWEEDE BLAD
Op zoek naar een Bruid
FEUILLETON
BINNENLAND
DE
VLISSINGSCHE
COURANT
van de
van
Donderdag 26 Januari 1933. No. 22
DE DOKTER AAN 'T WOORD.
OVER DIKTE EN MAGERHEID.
Een medisch praatje door Dr. J. W. Fredriks.
De voedseldistributie tijdens het laatste
gedeelte van den wereldoorlog heeft velen
practisch bekend gemaakt met het feit, dat
men minder kan eten en toch lichamelijk en
geestelijk op hetzelfde peil kan blijven staan.
Na de moeilijke jaren, waarin zoowel kwan
titeit als kwaliteit van het voedsel te wen-
schen overlieten, kwam er natuurlijk een
reactie. Er werd weer gaarne gesmuld en
„dus" zagen wij weer veel meer dikke men-
schen. Dat „dus" is echter niet zoo
eenvoudig te verklaren als de meeste men-
schen denken.
Het spijsverteringsproces is nl. zeer ge
compliceerd. Ons lichaam is geen doode
machine, die al naar de soort en de hoeveel
heid toegevoerde brandstof (het voedsel)
warmte en energie ontwikkelt. De meest
verschillende dingen kunnen er invloed op
uitoefenen, vooral op de in de weefsels plaats
grijpende stofwisseling. Zoo wordt het ge
bruikte voedsel niet bij elk mensch op de
zelfde wijze door maag en darm uitgebuit.
Het spijsverteringsproces, dat reeds in den
mond begint, terwijl het in de maag en in het
bovenste gedeelte van het darmkanaal zijn
hoogtepunt bereikt, wordt in hooge mate door
de zenuwen en door chemische reacties be-
invloed. Aangename of onaangename voor
vallen kunnen dan ook ten zeerste de spijs
vertering bevorderen of belemmeren. Een
kleinigheid is bij velen genoeg om den eetlust
te doen verdwijnen zij eten dan wel, dcch
het lichaam profiteert er niet voldoende van.
Het is dan ook goed gezien, dat openbare
eetgelegenheden alles in het werk stellen om
de menschen zooveel mogelijk te laten eten
door oog, oor, neus en mond te streelen,
want daardoor wordt ook de spijsvertering
bevorderd. Zoolang het niet tot overeten
aanleiding geeft, is dit alles dus aan te be
velen, wat niet zeggen wil, dat het onmisbaar
is. Iemand, die werkelijk honger heeft, eet
altijd met smaak en als er in een kamp een
vroolijke stemming heerscht, hebben de pri
mitieve omstandigheden, waaronder het eten
bereid en gebruikt wordt, geen invloed op de
spijsvertering. Doch als de zintuigen, ge
scherpt zijn tot overgevoeligheid toe, vooral
dus bij ziekte, en ook wanneer er onaange
name invloeden uit de omgeving op iemand
inwerken, dan zijn kleinigheden soms reeds
voldoende om uitstekend voedsel weinig sma
kelijk en zelfs onverteerbaar te maken.
Wij zien dus, hoe invloeden van buitenaf
reeds bij voorbaat de spijsvertering bevorde
ren of belemmeren. Nog ingewikkelder wordt
het echter, wanneer de voedingsstoffen door
den darm zijn opgenomen en de eigenlijke
stofwisseling in het lichaam begint. De or
ganen werken over en weer op elkaar in en
helpen elkaar, zoodat een kleine „storing" in
het bedrijf onopgemerkt voorbij gaat, terwijl
ze alle nauwkeurig gereguleerd worden door
klieren, die öf direct door middel van de sap
pen die zij afscheiden, of indirect via be
paalde zenuwen deze stofwisseling beheer-
schen. Van deze klieren hangt het af, of het
stofwisselingsproces sneller of langzamer,
meer of minder intensief verloopt, terwijl de
niet verbruikte reserve bij den een als vet,
by den ander in anderen vorm wordt gedepo
neerd, wat van groot belang is. Ook bij een
zelfde persoon is de reguleerende werking der
klieren niet altijd dezelfde, al wordt elke
mensch met een bepaalden aanleg in dit op
zicht geboren. Deze aanleg ondergaat in den
loop der jaren echter schommelingen, vooral
tengevolge van ziekten en zorgen. In de oor
logsjaren was dit natuurlijk bij velen het ge
val, voeg daarbij de slechte voeding en dan
behoeft het ons niet te verwonderen, dat
een vroolijke liefdesroman van
BERTA RUCK.
(Nadruk verboden)
43)
..Vergisthijgde ik verontwaardigd. „Het
Is geen vergissing. Zij is was moest op
^en bruggenbouwer verliefd zijn. Het was
allemaal al geregeld."
..Wie heeft dat geregeld vroeg juffrouw
Mc Alister.
..Ik", zei ik met trots, terwijl ik dacht aan
alles, wat ik had' gedaan. Tevergeefs
belaas
..Er zijn maar weinig gelukkige huwelijken,
oie door tusschenkomst van een derde partij
tot stand komen", zei de halfzuster van
Hilary. geloof, dat de vergissing bij u
bestond, Josephine."
..Ik begrijp niet, hoe dat mogelijk is", zei
|k, toen ik daar, als een lusteloos stumperdje
m de vensterbank met mijn hoofd'zat te
schommelen, „ik begrijp niet, hoe het mo-
eelijk is."
Juffrouw Mc Alister haalde haar vierkante
schouders op.
ft zei„Sedert de bruggenbouwer hier in
J s komt, ie Daisy een heel ander meisje."
..HÜ komt niet dikwijls alleen", merkte
Mh'ouw Mc Alister op. „Die andere jonge j
velen sterk vermagerden en dat zelfs de voor
tijden van hongersnood zoo tyneerende wa
terzucht optrad, om na den oorlog in het
tegendeel om te slaan. Merkwaardig genoeg
is dit alles bij de vrouwen duidelijker waar
te nemen dan bij de mannen wij zien daar
uit, dat vrouwen ook in dit opzicht gevoeliger
voor invloeden uit hun omgevinr zijn dan
mannen en dat vrouw nu eenmaal niet uit
hetzelfde hout gesneden is als tie man. On
getwijfeld zijn dus deze schommelingen in
de intensiviteit der spijsvertering dikwijls
aanwezig en dat is de reden, dat menschen,
die betrekkelijk weinig eten, toch dik wor
den. Die menschen plagen zich dikwijls zon
der het minste resultaat met een hongerkuur.
Wij zullen thans op dit verschijnsel niet na
der ingaaner blijkt alleen uit, dat de hoe
veelheid en de samenstelling van het voedsel
nog geen conclusies mogelijk maakt omtrent
de lichamelijke en geestelijke prestaties, waar-
tce de betrokkene op grond un het door hem
gebruikte voedsel in staat zou zijn. Ook de
invloed van smart en zorg is niet op alle
menschen even groot. Sommigen gaan er
reeds in enkele weken sterk op achteruit,
zien er niet alleen slecht uit, maar nemen
ook af in gewicht, terwijl het wegvallen van
den druk, waaronder zij geleefd hebben, hen
weer spoedig doet opleven. De gemoedsge
steldheid beïnvloedt niet alleen de spijsver
tering, maar vooral ook de processen, die
daarna in de weefsels zelf plaatsgrijpen en
door de klieren op zoo veelzijdige en dikwijls
verrassende wijze worden geregeld. Het be
hoeft ons dus niet te verwonderen, dat de
geheele gezondheidstoestand verandert met
de stemmingen.
(Nadruk verboden
MEDISCH ALLERLEI.
Furunculose of steenpuist.
Een onaangename en maar al te dikwijls
voorkomende kwaal is de furunculose, waar
bij men ondanks de zorgvuldigste behande
ling steeds weer kans heeft op herhalingen.
Behalve op verbanden die ontsmettend wer
ken en de ontsteking tegengaan, dient men
ook te letten op eventueel aanwezige storin
gen in de stofwisseling, o.a. op maag- ~n
darmaandoeningen en op suikerziekte. Dik
wijls is het gebruik van arsenicum- of zwa-
velpreparaten of van gist zeer gunstig ook
baden, vooral zwavelbaden, helpen dikwijls,
evenals bestralingen met Röntgenstralen of
hoogtezon.
Het gébruik van jeneverbessen.
De jeneverbes werkt bloedzuiverend en
heeft een gunstigen invloed op maag, darm
kanaal en longen. Dit bekende huismiddeltje
bevordert de uitscheiding van giften en af
valproducten, die bij het stofwisselingsproces
ontstaan en helpt uitstekend tegen onaan
genaam riekenden adem, slijmvorming van
elke soort, jicht, rheumatiek, maagzuur,
maagzwakte, verkoudheid, aandoeningen van
lever, nieren, hart, longen of biaas, diarrhee,
waterzucht, hoofdpijn, gas vorming,, enz. Met
het sap van den mierikwortel gecombineerd,
werd de jeneverbes vroeger ook gebruikt als
middel tegen suikerziekte.
Voor uitwendig gebruik worden jenever
bessen aanbevolen bij jichl, rheumatiek, huid
aandoeningen, enz. Zeer geneeskrachtig en
zuiverend werkt volgens Kneipp de volgende
kuur met sap van jeneverbessen, dat men
naar maak verdund kan innemen. Men be
gint met den eersten dag y4 theelepel in te
nemen en eiken volgenden dag y4 theelepel
meer, totdat men op den twaalfden dag 3
theelepels inneemt. Dit houdt men nog vijf
dagen vol, waarna men weer telkens thee
lepel minder neemt, zoodat de kuur precies
vier weken duurt.
Wijziging Winkelsluitingswet.
Op de vragen van den heer Van Hellen-
berg Hubar betreffende de resultaten van een
door den minister van economische zaken en
arbeid ingesteld onderzoek naar de werking
der Winkelsluitingswet, heeft minister Ver
schuur geantwoord, dat het door hem inge
stelde onderzoek naar de werking der winkel
sluitingswet is beëindigd.
De overweging van de resultaten van het
gehouden onderzoek heeft er toe geleid, dat
een wijziging van de Winkelsluitingswet 1930
is voorbereid, welke in hoofdzaak een verrui
ming beoogt van verkoopmogelijkheid in som
mige bedrijven (consumptiezaken) op Zon
dag. Het desbetreffende ontwerp van wet zal,
naar de minister vertrouwt, binnenkort bij de
Staten-Generaal kunnen worden ingediend.
Ir. R. A. van Sandick f
Op 77-jarigen leeftijd is te 's-Gravenhage
overleden de heer ir. R. A. van Sandick, oud-
algemeen secretaris van het Kon. Instituut
van ingenieurs.
Behalve dit secretariaat vervulde de heer
Van Sandick tal van functies in het openbare
leven. Zoo was hij sinds 1912 lid van den
raad van toezicht van gemachtigden in
octrooi-aangelegenheden, sinds 1914 regee-
ringscommissaris voor de gemeente Vlissin-
gen, van 19141928 regeeringscommissaris bij
de Kon. Maatsch. „de Schelde", 19771928
technisch secretaris van het Kon. Instituut
voor hcoger technisch onderwijs in Ned.-In-
dië, sinds 1923 lid der commissie voor de ex
ploitatie van de buitenhaven van Vlissingen
In deze laatste functie kwam .hij veel in
aanraking met het gemeentebestuur van Vlis
singen. Op de meest aangename wijze kon het
gemeentebestuur met den heer Van Sandick
samenwerken en hij heeft de belangen van
onze gemeente op uitnemende wijze gediend.
Gedurende tal van jaren heeft de thans
ontslapene het hoofdredacteurschap vervuld
van het weekblad „Öe Ingenieur".
Gedurende een 9-tal jaren (van 1919—1928)
heeft de heer Van Sandick zitting gehad in
de Provinciale Staten van Zuid-Holland.
Ontelbaar is het aantal artikelen, dat in
den loop der tijd "an de hand van den thans
ontslapene is verschenen.
Zijn verdiensten jegens den lande zijn in
dertijd erkend door zijn benoeming tot ridder
in de Nederlandsche Leeuw.
De Prins Willem van Oranje-zegels.
De Rotterdamsche Philatelisten vereeni-
ging heeft het volgende schrijven aan den
minister van waterstaat gezonden
Het bestuur v^n de Rotterdamsche Philate
listen- vereeniging, daartoe gemachtigd door
haar op 18 dezer gehouden algemecne leden
vergadering, neemt hierbij de vrijheid zich tot
uwe excellentie te wenden naar aanleiding
van een courantenbericht, waarin wordt me
degedeeld, dat de vereeniging van postzegel
verzamelaars te Delft uwe excellentie heeft
verzocht te willen medewerken, dat de bijzon
dere frankeerzegels, die worden uitgegeven ter
herdenking van de geboorte van Prins Willem
van Oranje, met bijslag te doen verkoopen
ten bate van het herstel van de Nieuwe Kerk
te Delft.
Hoewel verondersteld mag worden, dat het
door uwe excellentie genomen besluit om de
genoemde frankeerzegels zonder bijslag te
verkoopen gehandhaafd wordt, kunnen wij
niet nalaten, uv/e excellentie er op te wijzen,
dat het verzoek is uitgegaan vai. een zeer
kleine groep verzamelaars, terwijl postzegel
verzamelaars in het algemeen elke uitgifte
van frankeerzegels met bijslag met uitzonde
ring van de jaarlijksche uitgifte ten bate van
het kind, ten zeerste betreuren, omdat deze
uitgiften slechts voor een gering deel in
handen komen van het publiek en daardoor
niet worden gebruikt voor het doe. waarvoor
ze moeten dienen nl. om er met de posterijen
te verzenden stukken mede te frankeeren.
Vooral in het onderhavige geval kan het
niet anders dan de bedoeling zijn, de bijzon
dere frankeerzegels in een zoo groot mogelijk
aantal onder het publiek te brengen, hetgeen
toch alleen bereikt kan worden, indien de
zegels zonder bijslag verkrijgbaar worden ge
steld.
Bovendien neemt onze vereeniging de vrij
heid uwe excellentie in overweging te geven
om te bewerkstelligen, dat gedurende den
tijd, dat de „Prins Willem van Oranjezegels
aan de loketten der posterijen worden ver
kocht, de gewone frankeerzegels in de corres-
pondeerende waarden tijdelijk niet aan het
publiek afgegeven worden."
De Willem de Zwijger-herdenking.
Wij lezen in „het Volk"
Het Algemeen Nederlandsch Verbond en
het Dietsch Studentenverbond hebben 'een
„Wilhelmus van Nassauwen-commissie" ge
vormd, die op den vierhonderdsten geboor
tedag van den Zwijger te Delft een betoo-
ging organiseert. Als sprekers voor deze be
tooging zijn aangekondigd de gepension-
neerde generaal Snijders, pastoor dr. R. de
Smet, dr. Henri Polak (met het onderwerp
„Prins en Volk") en de Vlaamsche natio
nalist Wies Moens.
Polak deelt ons intusschen mede, dat deze
mededeeling onjuist is. Oorspronkelijk was
bij uitgenoodigd om te spreken over „Willem
de Zwijger als revolutionnair". Daar gevoel
de h\j wel voor. Het onderwerp vond hij
aanlokkelijk en het lachte hem toe, in dit
milieu het socialistische woord te doen
hooren. Hij aanvaardde dus de uitnoodiging.
Daarna vernam hij echter, dat tot deelne
ming aan deze herdenking fascistische or
ganisaties officieel waren uitgenoodigd en
dat deze de uitnoodiging hadden aanvaard
Toen berichtte hij het comité, dat hij zijn
toezegging terugnam, omdat hij in dat ge
zelschap niet wilde verkeeren.
Loonsverlaging bij de spoorwegen.
Gistermiddag vergaderden het hoofd- en
de afdeelingsbesturen van den Ned. R.-K.
Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel „St.
Raphaël" te Utrecht, ter bepaling van het
standpunt ten aanzien van dë voorloopige
overeenkomst tusschen de directie en den
personeelsraad der Nederlandsche Spoorwe
gen betreffende de aanhangige loonsverla
ging van het personeel der Nederlandsche
Spoorwegen.
Na een uitvoerige uiteenzetting door den
voorzitter, dis het advies van het hoofdbe
stuur, aanvaarding van de overeenkomst, ver
dedigde, en nadat 21 afdeelingsbestuurders
het woord gevoerd hadden, bleek bij de stem
ming dat, behalve de afdeelingen Rotterdam,
Gouda, Kerkrade-R. en Alkmaar, alle overige
afdeelingen zich voor het voorstel ver
klaarden.
Sterfte en oorzaken van den dood.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek pu
bliceert een statistiek van de sterfte naar den
leeftijd en de oorzaken van den dood ovei
1931. Aan de omvangrijke en interessante in
leiding van dit werk, ontleenen we het vol
gende
De sterfte beweegt zich, zij het dan met en
kele schommelingen, in dalende richting,
Van 26.56 per 1000 inwoners in de jaren
1840—1849 daalde het sterftecijfer tot 21.27
in 3880—1889, tot 13.40 in 1910—1919, tot 9.85
in 1924—1928 en tot 9.63 in 1931.
De daling is meer de mannelijke dan de
vrouwelijke bevolking ten goede gekomen,
zoodat in de latere jaren de sterfteverhoudin-
gen der beide geslachten elkaar meer nade
ren. Voor de mannen bedroeg in 1931 de
sterfte 9.69 per 1000 der mannelijke, voor de
vrouwen 9.57 per 1000 der vrouwelijke bevol
king.
Voor een deel vindt de afneming der sterfte
zijn oorzaak in de afneming der zuigelingen
sterfte.
Deze sterfte bedroeg in 1880—1889 18.28, in
1910—1919 9.53, in 1924—1928 5.82 en in 193i
4.96 per 100 levend aangegevenen.
Hierbij dient nog in aanmerking genomen
dat sedert 1924 de levend geboren kinderen
die als levenloos waren aangegeven, omdat
zij overleden voor de geboorte-aangifte plaats
had, hij de zuigelingensterfte zijn gevoegd
Door deze wijze van handelen komen de
verboudingscijfers na 1924 plm. l hooger
Bij beschouwing van de sterfte naar doods-
luitenant, mijnheer Smith, is de laatste drie
of vier maal telkens met hem mee gekomen.
„Ja, maar stel u voor zy kan toch hem
de voorkeur niet geven
„Waarom niet, Josephine
„Ziet u dan het verschil niet tusschen
dien Chinees van een Smith", riep ik, „en
een man als Dick Rowlands
„Mijnheer Smith schijnt met zijn huwe
lijksaanzoeken vlugger te zijn", zei juffrouw
Mc Alister, terwijl zij haar melk opslurpte
„Misschien vond uw zuster, dat haar knappe
bruggenbouwer te lang talmde met zijn
lief desverklaring."
„Watzei ik verontwaardigd. Doch ik
bedwong mij, want ik overwoog, dat er met
een oude jongejuffrouw, die er dat stand
punt op na hield, niet te redeneeren viel.
Daarom zei ik zoo beleefd als ik kon„Wel
te rusten, juffrouw Mc Alister" en ging naar
mijn kamer, om over de niet gedachte open
baring van dezen avond na te denken.
Daisy, voor wie ik hemel en aarde had
bewogen, om haar „mevrouw Dick Rowlands
te maken, zat nu daar te minnekuozen met
mijnheer Smith I Daisy, van wie ik veron-
aerstelde, dat zy tot over haar ooren op
haar knappen aanbidder verliefd was, hoorde
ik tegen een anderen man zeggen„Lieve
schat 1" En zy liet zich door hem kussen
Ja, door een anderen man l Ik voelde, dat
het met myn plannen verkeerd liep.
Ik had nog niet lang over deze buitenge -
.wone gebeurtenis zitten piekeren, toen er
aan de deur geklopt werd en het smalle ge
z'chtje van Daisy om den hoek keek.
„Slaap je nog niet, Joey
„Slapen I" echo'de ik, verontwaardigd van
myn bed opspringend. „Denk je, dat ik sla
pen kan, na hetgeen
Ik kon geen woorden voor het afschuwe
lijke geval vinden.
„Na wat?" begon Daisy zwakjes, zy zag
er betooverend lief uit, dat moet ik eeriyk
zeggen, met haar zacht blozende wangen en
haar mooie zwarte krullen, die los over haar
gele zyden ochtendjapon vielen.
„Na datzei ik beschuldigend. „Na alles,
wat ik in den tuin gehoord en gezien heb.
jy en mynheer Smith wars er zyn geen
andere woorden voor te vinden nogal
sterk aan t lief doen 1"
„Dat is toch zoo erg niet", zei Daisy, die
trachtte er zich doorheen te slaan.
„Hoe dorst je riep ik ernstig verwy-
tend. „Heb je dan geen acnting meer voor
je zelf
„Hoezoo
„Hoe zoo I Zeg niet „Hoezoo" en „Waar
om" op alles, zooals de rakkers ook doen",
verzocht ik haar. „Je weet even goed als ik,
dat het voor een meisje, dat in liefdesbe
trekking tot iemand staat, niet past om zich
toor een anderen man te laten liefkoozen I
„Natuurlyk weet ik dat, maar
„Waarom doe Je het dan? Ik begryp je
niet", zei ik, terwyi ik haar aanstaarde. „Het
komt niet to pas, den eenen man tegenover
'en anderen uit te spelen."
,,Ook dat weet ik, Joey, maar —n-
„Was het dan, omdat je wanhopig onge
lukkig was over je werkelijke liefde vroeg
Ik haar, „dat je deze onbetamelyke flirtparty
:r. een spy tig oogenblik op touw gezet hebt
Daisy keek my scherp aan. En niet mindei
scherp antwoordde zy „Onbetamelyke flirt
party Dat was geen flirten Ik flirten
„Je zei toch, dat je niet wist wat leven
was voor je hem kende Je had zelfs den
ueurigen moed om te zeggen, dat het een
wereld zonder zonneschyn was zei ik om
haar geheugen op te frisschen. „Ik heb het
onwillekeurig gehoord, Daisy. Ja zei met
eigen mond „lieve schat" tegen hem. Je
Ik kon niet doorgaan. Ik kon er niet toe
komen om te zeggen„Je liet je door hem
kussen." Tot besluit zei ik„Je weet, dat
het waar is. En dat nog wel, na alles, wat
je me gisterenavond verteld hebt. Dat Je zoo
verliefd was
„Ik ben verliefd I" bekende Daisy met
gloeiend roode wangen, terwyl zy haar
zwarte kopje trotsch omhoog stak „Zou je
keusch denken, dat ik hem in den tuin hart
gekust, als het niet zoo was
Deze buitengewone verdediging drong niet
cot my door, voor er een halve minuut was
verloopen. Neen tocht Kon toch niet waar
syn, wat zy my trachtte duidelyk te maken
„Maar het was mynheer Smith toch, die Jt
in den tuin kuste hygde ik.
Haar antwoord benam my den adem.
„Het is Billy Smith ook, op wien ik ver
liefd ben", zei ze niet minder trotsch dan
zooeven. «Het was Billy Smith ook4 oygr alen
IS EEN DER
BLADE N
WAARIN GIJ
MET SUCCES
ADVERTEERT
oorzaken treedt de sterfte aan kanker het
meest op den voorgrond ze is steeds stygen-
de. Berekend per 10.000 der gemiddelde be
volking bedraagt het sterftecyfer voor 1931
12.38 per 10.000 mannen stierven 11.93 man
nen, per 10.000 vrouwen 12.83 vrouwen.
Na kanker komt de sterfte aan ziekten van
net hart met hooge cyfers ook hier valt een
stygend verloop waar te nemen. Voor 1931
was het cijfer 12.49 per 10.000 der gemiddelde
bevolk' -g voor de mannen 11.87 en voor de
vrouwen 13.11 per 10.000 der gemiddelde be
volking van ieder geslacht. De tuberculose,
hoewel in de laatste Jaren afnemend, oefent
nog steeds een belangryken invloed op het
sterftecyfer uit. In 1931 was het cyfer voor
alle vormen tezamen per 10.000 der gemiddel
de bevolking 7.27 (6.95 voor de mannen en
7.57 voor de vrouwen) waarvan 5.20 voor re
kening van de tuberculose der ademhalings
organen en den chonchiaalklieren komt, met
resp. 4.91 voor de mannen en 5.48 voor de
vrouwen. De vrouwensterfte aan t.b.c. is over
het algemeen hooger dan de mannensterfte.
KERK- EN SCH00LN1EUWS
De Anglicaanscbe en de R.-Kath. kerk.
De „Osservatore Romano" heeft met groote
.nstemming melding gemaakt van het mani
fest der vyftig geestelyken der Engelsche
Staatskerk ten gunste van een hereeniging
der Staatskerk met de R.-Kath. kerk. Op dit
stuk zyn inmiddels een paar honderd adhae-
siebetuigingen van Anglicaasche p-iesters in
gekomen.
De „Osservatore" schryft naar aanleiding
daarvan„Het gebed der katholieke wereld
moet nu den goeden wil ondersteunen, totdat
deze zich volkomen gewyd heeft aan den
dienst der waarheid in de liefde voor Jezus
Jhristus en voor zyn kerk".
Uit deze beweging in Engeland ten gunste
van de R.-Kath. kerk blykt niet de juistheid
der meermalen geuite bewering dat het land
met snelheid op weg is om roomsch te wor
den. De geestelyken der Staatskerk, die voor
de beweging der vyftig gevoelen, blyven een
vry geringe minderheid en wat de overgan
gen uit andere berken naar de R.-Kath. kerk
betreft, volgens de „Catholic Directory" zyn
in 1932 in de 18 R.-Kath. kerk-provincies
van Engeland en Wales 12019 personen tot de
R.-Kath. kerk overgegaan, tegeuover 11980
personen in 1931. Het aantal R.-Kath. wereld -
ïyke geestelyken is in dat jaar met 32 geste
gen en op 3057 gekomen het aantal orde-
geestehjken met 45 vermeerderd en op 1651
gekomen. Veertien nieuwe kerken e. kapellen
zyn ingjwyd in het geheel zyn er 2288. Het
aantal 'eerlingen in de 516 R -Kuth. middel
bare scholen steeg van 58278 tot 59858 het
aantal lagere scholen van 1331 tot 1376. De
R.-Kath. kerk van Engeland en Wales telt
thans 2.253.420 leden tegen 2.235.237 in het
vorige jaar.
Sociale eischen der Amerikaansche berken.
De Raad van Amerikaansche kerken (Fe
deral Council) heeft een sociaal kerkelyk
program van 17 punten gepubliceerd, welk
program inderdaad tal van zeer vooruitstre
vende eischen brengt. Het document geeft
- verkort de volgende eischen, vooi welke
,.de kerken getuigen en werken willen"
1. Practische toepassing van net Christe
lijk principe van sociale welvaart op het
verwerven en het gebruik van rykdom mede
om speculatie en jacht naar voordeel onder
geschikt te maken aan den geest van voort
brenging en samenwerking.
2. Sociale regeling en controleering van
tk het had, toen ik gisterenavond met je
praatte. Met Billy Smith ga ik trouwen
„Trouwen o 1 't Kan met waar zyn
„Niet waar zijn 1 Hy neeft my vanavond
in het bloemenlaantje ten nuweiyk ge
vraagd", zei Daisy zacht en met een glim
lachje van verrukking. Plotseling liet zij
zich vlak naast my op het bed giyden en
sloeg haar arm om myn middel. „Wees nu
lief en vriendeiyk voor mij, Joey 1" fluisterde
zij smeekend, „want dit is de heerlijkste
avond van myn leven en ik ben het geluk
kigste meisje, dat ooit heeft geleefd
Ik hijgde en hield haar vast, meer omdat
net scheen, of de kamer ronddraaide, dan
om lief tegen haar te zyn.
„Daisy, Daisy Heb je wel goed nage
dacht Heb je jezelf wel afgevraagd of dit
de ware liefde is?"
„Ach, lieve Joey Als het de ware liefde
is, dan denk je niet. Dan komt het niet in
je op, om te vragen, of het 't ware is. Die
viaag bestaat gewoon niet."
Ik zuchtte van teleurstelling en diep ook.
„Verliefd", echo'de ik verdoofd „Van alle
menschen had lk mynheer Smith het
aatst
Ik dacht aan zyn eeuwige „Ha ha's", zyn
gemaakte spraak, zyn grynslach. zyn banjo-
solo's, zyn eigenaardige manier om nergens
anders op te letten dan op zyn eigen aar-
Jigheden.
Daisy richtte zich een beetje op.
„Denk er om, dat Je over den man spreekt,
i en ik liefheb," t iWordt veivolgd.).
B