AVONTUREN VAN JOOSJE PINDA EN PIETJE ROET
g
e
RIIID€IEaIRUBIRII
JOK
EVENTJES LACHEN
LICHT OP VOOR AUTO'S
FIETSEN EN VOERTUIGEN
HOOGWATER TE VLISSINGEN
te staan. Fijn, dat je zoo Trippeltje's avon
turen hebt genoten. Dat was me een me
neertje, hè Heusch niet voor een kleintje
vervaard, maar hy had een warm en trouw
hartje, zooals de meeste honden hebben, ook
Juweeltje, ook al liet hij dit niet aan Trip
pelt je merken. Neen maar, wat een bolleboos
ben jij in Engelsch. You are a clever girl and
I hope, that you are also in other things a
clever girl. Kun je dit nu wel vertalen?
Natuurlijk mag je nog een raadseltje instu
ren. Maar geen kruisjesraadseldaarvan heb
ik er nog een heele massa liggen.
Meiklokje. Zoo druk gehad in de Kerst-
vacantie Zeker met het versieren van den
Kerstboom en de kamer. Wat een heerlijk
werkje is -dat, hè Ik zou wel willen, dat het
Kerstfeest wat vaker in een jaar voorkwam.
En jij
Vliegenier. Wat een heerlijke plannen 1
Voetballen en zwemmenJe wordt nog een
heele sportman. Ik zie Je nog eens in je
eigen vliegmachine naar het voetbalveld en
naar het zwembad vliegen. Mag ik dan ook
eens met je mee? Maar als we dan op t
voetbalveld zijn gedaald, stap ik niet uit,
hoor. Want voetballen kan ik niet. Ik zal dan
wel door de raampjes naar je kijken en tel
kens als je een goaltje hebt gemaakt voor Je
klappen. Ja zeker, jij mag ook wel raadsel
tjes insturen. Maar voorloopig geen kruisjes
raadsels. Daarvan heb ik nog zoo'n over
vloed. Probeer eens een cijferraadsel. Of lijkt
Je dat te moeilijk?
ef. van Duuren. Hoe is het nu met Je?
Heeft de keelpijn zich nog doorgezet en is
het een griepje geworden Dan zal je nu wel
imet je neus diep onder de dekens liggen.
Heb je echter zelf de krant uit de bus ge
haald, dan heeft het griepje gelukkig een
Strop aan je gehad en ben je zoo gezond als
feen vischje in het water. Zeg eens Jantje of
Jaap of Joop, hoe zit dat nu? Wordt Je
ma am met of zonder n op het einde geschre
ven Op den eenen kant van je briefje ver
rijk je je naam met een n, op den anderen
kant haal je het lettertje er weer af. Ra, ra,
|ioe kan dat?
Teekenaresje. Neen, fllmplaatjes héb ik
8üet. Maar misschien krijg ik er nog eens wat
yan iemand, die veel chocolaadjes eet en de
plaatjes niet opspaart. Dan zal ik aan je
denken, hoor. Dat beloof ik je. Hoe het met
■Prins gaat? P best. Hij is nog altijd een
«akker.
f Lezeresjë. Ja, wat zal ik Je zeggen van
theepot-geschiedenis! Ik vind het na-
lijk erg lief van je, dat je er een nieuwe
in de plaats wilde zetten, maar aan den
Önderen kant vind ik het toch altijd verstan
diger om maar meteen aan moeder te ver
tellen wat je hebt gedaan. Als het een on
gelukje en geen slordigheid of onbedacht
zaamheid is, zal moeder er vast niet om
krommen. Is *t niet, moeder? Maar geluk
kig is alles nog „op z'n pootjes" terecht ge
komen en ban het theepotje nog best een
poosje mee. Misschien is moeder gauw jarig
en dan kijk je je spaarpot maar eens na om
jfce zien of je haar een extra mooi kunt geven.
jWat heb je een mooi rapportEn ben je
daarmee nummer 3 van de klas Ik ben be-
JOieuwd hoe dan wel het rapportje er uit ziet
$an het kind, dat nummer 1 is.
Aimie de Waard. Hartelijk welkom!
fïoudt Annie ook zooveel van voetballen, net
kis haar broer
ïiagendaal. Van je nieuwe raadsel begrip
3jfc niet veel. Ik zie wel, dat de beginletters
{je naam moeten vormen en dat ieder woordje
pit 4 letters bestaat, maar wat beteekenen
fel die cijfertjes er bij Ik ben heusch
ïieuwsgierig wat je me daarop antwoordt.
Dag *t Is geen voetbalweer, hè Bak, bah,
steeds maar nat en modderig
Lelietje. Neen maar, wat heeft die groot
moe jou verwend Zoo maar, terwijl je heele-
maal _iiet jarig bent, een poppenwieg O
wat zul je daarmee in je schik zijn. Ik wed,
dat je grootmoe extra stijf omhelsd hebt. En
liggen nu al je poppenkinderen er in? Fijn
warm voor ze. Zoo zullen ze wel vrij van
griep en zoo blijven en behoef je dus niet te
tobben met hoestende en proestende kinder
tjes. Wat een mooie raadseltjes Jij kan het,
hoor
Postzegelverzamelaar. Heerlijk, dat je
zoo verrukt bent van de postzegels. Ja, er
zyn mooie by, hè Weet je van wie ik ze heb
gekregen? Van een vriendinnetje van me,
dat in Breda woont en in de krant had ge
lezen, dat jij postzegels verzamelt. Is dat niet
lief van haar Ik zal haar eens gauw vertel
len, dat je er zoo mee in je schik bent.
Klein Duimpje. Wat ben ik biy van Je
zelf weer iets te hooren. Zul je vooral voor
zichtig zijn er er niet al te vroeg uit komen
Want de tyd van het jaar is niet gunstig
voor menschen en kinderen, die pas ziek zyn
geweest Ik hoop, dat Je je niet al te erg
verveelt. Misschien laat de onderwyzer je wel
wat boeken brengen of komen vriendjes je
opzoeken en je hun boeken leenen. Dag
Klein DuimpjeHoud je maar flink, hoor
Astrld Allwyn. Ben Je heusch tot twaalf
uur opgebleven? O, o, wat zul je dan den
volgenden dag slaperig zyn geweestMaar
't is waar, het was toen Zondag en dus kwam
het er op een uurtje vroeger of later niet aan.
En hoe heb je verder de Kerstvacantie door
gebracht? Prettig gespeeld? yeel gelezen?
Mooie handwerkjes gemaakt?
Een Trippeltjeslezer. Kijk, dat's handig
van je om door de klei wat waterverf te men
gen. Toen zag ze er opeens natuurlijk veel
fleuriger uit, is t niet Leuk, dat je nu ook
die film hebt gezien Weet je waarom ik het
meest heb moeten lachen Om dat eendje,
dat luidpiepend onder dien hoed vandaan
kwam. En hoe vond je dat kuikentje, dat over
de tafel liep zoodra het ei was stuk ge
maakt En dan die muizenO, o, die jas
van meneer de goochelaar had heel wat op
haar geweten. Maar Harold wist zich er al-
tyd wel uit te redden.
Professor. Een tien voor Pransch Kijk,
mu kan ik zien, dat je je schuil naampje met
eere draagt. Ik hoop, dat we dit ook kunnen
zeggen in betrekking tot de andere vakken,
die je op school hebt. Hoe staat het daar
mee Kreeg je daar ook hooge cijfers voor
Dus broer komt binnenkort weer thuis Hè,
had je maar met de „Columbia" mee kunnen
gaan, hè O wat zou die broer hebben opge
keken ais je daar plotseling voor zyn neus
was komen staanHij had zich vast eens in
zyn arm geknepen om te weten te komen of
hij nu waakte of droomde. Dag Professor
Groeten aan moeder en Casper. Hoe is het
nu met Casper
Adrie en Jo Meerman. Van harte wel
kom! Zijn jullie hij-tjes of zy-tjes?
Mitzi Green.Wat is dat Ben Je ziek
Hoe komt dat nu Als je maar niet roeke
loos zonder jas of muts bent uitgegaan, want
daar is het nu geen weer voor. 't Is binnen
warm en buiten koud en als je je by het op
straat gaan niet extra kleedt, móét de over
gang je wel ziek maken. Laten we nu maar
hopen, dat je niet al te erg gestraft wordt.
Ja meiskelief, aan alles komt een einde, dus
ook aan het verhaal van Trippelt je. Maar er
komt natuurhjk nog wel eens zoo'n lang ver
haal; dat zul Je zien, hoor. Nu gaan we
eerst een beetje genieten van korte verhaal
tjes. Of houd Je daar niet zoo van? Dag
Mitzi. loud je maar flink en dapper je me-
dicyntjes slikken
Waschvrouwtje. Wat een mooi raadsel
tje Daar heb ik er net geen een meer van
liggen, dus het zal niet zoo lang duren of je
vindt het in ons Raadselhoekje opgenomen.
Dagt Is heelemaal geen mooi weer voor
de wasch, hè Zoo akelig nat en somber
Voor wie zijn de bonnetjes en
soldaatjes
Er bleken dit keer zooveel liefhebbers te
zyn voor de Hille's bonnetjes en de Kwatta-
soldaatjes, dat we eerlykheidshalve besloten
om te loten. De gelukkigen waren Frits Som-
meling, die de Hille's bonnetjes krygt, en
Saartje Buurman, voor wie de Kwatta-sol-
daatjes zijn bestemd. Zy mogen ze van het
bureau van de krant afhalen.
HU heb een uur op Je gewacht 1"
ZU (verontwaardigd)„Maar it had Je
toch gezegd, dat it vjjf minuten te laat zou
zijn 1"
„Bijna had lt Je voor een post van ver
trouwen aanbevolen maar het viel me nog
juist bU'tUds in, dat Je geen geweten hebt".
„Nou, dat was toch geen bezwaar, Je hadt
me best het Jouwe kunnen leenen.... je ge
bruikt het toch niet".
„Heb JU ooit iets voor het wèlzU'n van de
menschheid gedaan
„Ja, it heb een geluiddemper voor saxo
phones uitgevonden".
„Goed beschouwd is een steenen pUp toch
het best om uit te rooten", zei de man, dis
erg op zUn gemak gesteld was,
„Waarom dan?"
„Wel, ais je ze laat vallen, dan behoef Je
geen moeite meer te doen, om ze op te rapen
dan is ze immers kapot 1'
MEVROUW OF MEJUFFROUW?
Onder dit opschrift schrijft het Tweede
Kamerlid, Johanna Westerman, in de „Nieu
we Arnh. Courant" het volgende
Alvorens mijn meening te formuleeren over
de betiteling „Mevrouw" of „Mejuffrouw"
komt het mij niet onaardig voor mee te dee-
len, dat een desbetreffende moeilijkheid zich
heeft voorgedaan, toen ik 4 Juli 1921, als in
valster op een candidatenlijst, mUn intrede
deed in de Tweede Kamer.
Daar ik reeds toen den middelbaren leeftijd
bereikt, ja zelfs overschreden had, lag het
voor de hand, dat ik door velen reeds met
„mevrouw" werd aangesprokenook in mijn
vroegere functie ais hoofd eener meisjes
school was ik daaraan gewoon. Natuurlijk
wist ik niet, wat men in het parlement zou
doen.
De toenmalige voorzitter der Kamer ver
zocht mij eenige dagen voordat de installatie
zou plaats hebben, in het gebouw op het Bin
nenhof te komen kennismakenbij die gele
genheid deed hij mij de vraag, of ik met
„mevrouw" of met „mejuffrouw" aangespro
ken wenschte te worden. Ik herinner me best,
dat ik toen antwoordde, er geen bezwaar te
gen te hebben mejuffrouw te heeten, omdat
ik altijd met genoegen mejuffrouw Wester
man was geweest en dus ook zoo genoemd
werd, ter onderscheiding bijv. van mijn
schoonzuster.
Waarom de president WJ dit antwoord zulk
een bedenkelijk gezicht zette, werd mij pas
duidelijk toen hij zeideJa, ziet u, het eenige
■iiiiBiiiMiiMiiiiBiiiiBiiiMiiimiraiiiwiiiMii.Miuwiii"'' ■winiwiiiwiiaiiiir'iii^i''iw''jH"il—.38!!!"
door G. Th. ROTMAN
(Nadruk verboden
De menigte groeide hoe langer hoe meer
aanalles holde schreeuwend en tierend
achter den armen Hektor aan, die van louter
angst nog veel harder begon te hollen. De
arme slagersjongen wist niet, wat hem
overkwamhij stond duizend angsten uit,
en meende elk oogenblik Hektors tanden in
zijn kuiten te zullen voelen....
Maar wacht, daar kwam hij op een reu
zen-idee Ja, zoo zou hij het snuivende
monster daar achter hem zeker kwijtraken l
Tusscheii de heerlijkheden, die hy in zyn
mandje had, lag een heeriyke, sappige bief
stuk, die voor mevrouw van den dokter be
stemd was. Hy pakte het stuk vleesch, en
gooide het achter zich op straat.
(Dinsdag vervolg)
vrouwelijke lid der Kamer is gesteld op den
titel „mevrouw"als ik nu tegen u mejuf
frouw moet zeggen, mocht ik me eens vergis
sen. Hebt u er bepaald op tegen, mevrouw te
worden genoemd Och neen, bezwaar heb ik
niet en als het voor u gemakkelijker is, wil ik
me gaarne schikken. En zoo geschiedde.
Tot na de verkiezingen van 1922 duurde dio
vreugde als er gestemd moest worden, hoor
den we door den commies-griffier afroepen
Mevrouw Groeneweg.. mevrouw Westerman
en zoo voort. Waarom kwam daar nu in Sep
tember 1922 een einde aan Wel, toen deed
de getrouwde vrouw haar intrede in het par
lement. De dames Bakker-Nort, Bronsveld-
Vitringa en De Vries-Bruins kwamen met de
ongetrouwde mr. E. C. van Dorp en mr. Fri
da Katz de gelederen der vrouwelijke parle
mentsleden versterken, Hoogstwaarschijnlij k
dankten deze vrouwen haar verkiezing aan
het feit, dat In 1922 de Nederlandsche vrou
wen voor het eerst haar stem op de lijsten
der candidaten voor de Tweede Kamer moch
ten uitbrengen. Nu werden de ongehuwde
dames weer tot den rang van .mejuffrouw"
teruggebracht en zoo komen ze ook nu nog
voor op de naamlijst der leden van de Tweede
Kamer.
Het personeel van de griffie en de verdere
boden noemen ons allen natuurlijk „me
vrouw". „Juffrouw" zegt men in beschaafde
kringen in de steden byna nooit zonder den
achternaam er by te noemendaarom klinkt
alleen juffrouw tegenover oudere dames ook
altyd eenigszins ongemanierd, ofschoon men
dat op het platteland wel veel hoort.
Waar wij het Fransche voorbeeld, om Iedere
getrouwde vrouw, al is ze vischverkoopster of
groentevrouw, madame te noemen, hier wel
niet zullen volgen en men ook dienstboden en
eenvoudige huishoudsters tegenwoordig niet
anders dan met juffrouw aanspreekt, wan
neer het ten minste geen oud-gedienden zijn
of zy al jaren in een zeer bevriende familie
als gedienstige geest fungeeren, ïykt het my
aangewezen, om dames, die men niet kent,
met „mevrouw" aan te spreken, ook als men
ze in gezelschap ontmoet.
By het voorstellen of bij nadere kennis
making blijkt dan wel, of ze getrouwd zyn of
niet en dan lykt me voor ongetrouwde dames
mejuffrouw met den achternaam het meest
verkieslijk.
Evenwel vrouwen, die een bepaalde positie
in de maatschappij bekleeden, hetzij getrouwd
of ongetrouwd, behooren ook naar myn op
vatting als „mevrouw" te worden betiteld.
Meestal zyn het niet de heel jonge vrouwen,
die het in den tegenwoordigen tyd tot een
bepaalde functie brengen geschiedt dit wel
een ongetrouwde vrouw kan als 23-jarige
tot lid van een gemeenteraad worden gekozen
dan komt ook haar de titel van „mevrouw'*
toe.
Dat iemand in casu ik zelf zich ge
hinderd zou voelen als iemand „juffrouw" zou
zeggen, lykt my kinderachtig, maar in een
tyd, dat men veel naar beneden nivelleert,
komt het my noodig of minstens gewenschö
voor eenig decorum in acht te nemen en ook
voor de ongetrouwde vrouw den titel „me
vrouw" in de genoemde gevallen hoog te hou
den.
De vrees, eens door een ongetrouwde vrouw
in een tijdschrift geuit, dat iemand door ten
onrechte als „mevrouw" te worden aange
sproken, de kans op een nadere kennisma
king, die tot een huwelyk leiden kan, zou zien
verkeken, komt mij dwaas voor. Of was het
bezwaar misschien niet ernstig bedoeld
Iemand kan toch ook als gescheiden vrouw
dien titel voeren t Men zegt wel eens, dat
gescheiden vrouwen nog meer kans hebben
op een aanzoek dan zy, die nog niet ge
trouwd zyn geweest.
Januari
uur
Zondag
15
4.44
Maandag
16
4.46
Dinsdag
17
4.47
a
Januari
Zondag 15
Maandag 16
Dinsdag 17
3.18
15.47
3.56 16.25
4.39 17.06
XO.
PET STEUNEN VAN HET OPENINGSBOD.
Wanneer juist is, wat wy in ons vorig op
stel schreven, nl. dat de zwakste steun is het
verhoogen met één in de kleur van het ope
ningsbod, en volgens veler ervaring is dat
juist, zoo moet dus, wanneer men meer heeft
dan 3 slagen op andere wyze steunen. Indien
gij dat niet doet, loopt gy, zooals we reeds
zeiden de groote kans op een mooi spel het
bieden onmiddellijk te laten doodloopen. En
nu is het merkwaardige, doch de ervaring
leert het, dat terwijl velen een groote neiging
hebben om te zwak te openen, daar juist te
genover staat, dat men zich vaak bezondigt
aan te zwak steunen van den partner. Of dit
nu komt doordat men eigen kracht hooger
aanslaat, dan die van den partner, wij weten
het niet, doch logisch is natuurlijk de ver
klaring, dat wanneer men zelf gemeenlijk
zwak opent, men ook den partner daarvan
verdenkt, en dientengevolge huiverig is om te
steunen. Dit is dan ook de reden, dat alle
schrijvers over bridge, bij welk systeem ook.
.uitgaan en moeten uitgaan van het sterke
openingsbod. Wanneer gij u daaraan houdt,
dan behoeft men als regel geen vrees te
koesteren om te zwak te worden gesteund.
Wy meenden hierop nog eens extra te moe
ten wijzen, omdat wat verder volgen zal, al
tijd gebaseerd zal zijn op een openingsbod'
van minstens 5 slagen, waaronder minstens
2i/2 slag in topkaarten verdeeld over minstens
2 kleuren.
Wanneer men niet van zulk een opening,
of een dergelijke opening uitgaat, en men
daarop niet kan vertrouwen dan is met den
besten wil van de wereld geen behoorlijk bied-
systeem op te bouwen, en zal het bieden een
loterij blyven.
Het steunen der geboden Keur,
Om het openingsbod te steunen met meer
dan één in de geboden kleur moet men dus
beschikken over meer dan 3 slagen, doch er
zyn nog meer vereischten noodig, en wel de
volgende
le. Men moet die slagen in hoofdzaak
meebrengen in de geboden kleur zoodat,
2e. men niet beschikt over een algemeen
steunspei en
3e. men zelf niet beschikt over een speel
bare kleur met voldoende kracht.
In de gevallen 2 en 3 moet men nl. in 9
van de 10 gevallen anders steunen, waarover
later meer.
In het geval 1 biedt men dus normaal 3 in
de geboden kleur, al kan het ook zijn, dar,
meer dan 3 wordt geboden, wat wy in een
voorbeeld zullen trachten duidelyk te maken.
Veronderstel nu, dat de partner geopend
heeft met ruiten en gij hebt het volgende
spel in handen
x x x
^xxx
aas heer vrouw x
X X X
W3t moet gij dan daarop bieden
Men zal geneigd zyh te zeggen, dat men
dan 3 ruiten moet bieden, omdat men over
4 troefslagen beschikt.
Ons antwoord luidt, dat dat zoo filet fout,
dan toch minder juist zal zyn, want gy moogt
hierby op niet meer dan 3 slagen rekenen,
omdat de kans op aftroeven met nihil geiyk
kan worden gesteld, en dus met 99 zeker
heid de 4e troef zal samenvallen met een
troef van den speler.
Zelfs al zou men 40 in de manche staan,
dan zouden wy nog adviseeren om 2 ruiten
te bieden en niet 3, want in een situatie als
deze komt er nog iets anders by. Of men
schoon staat of op 40, in een geval als dit.
kan men vrijwel met zekerheid verwachten,
dat de partner een nabod zal doen, want
waar gy beschikt over aas, heer, vrouw in de
geboden kleur, moet het spel andere kwali
teiten hebben, want hij moet toch beschikken
over de vereischte 5 slagen, de vereischte
topslag, zoodat hij geboden moet hebben op
ruiten, om hetzij van de tegenpartij, hetzy
van den partner iets naders te vernemen om
een nabod te doen, hetzy in sans, hetzy in
kfoveren.
Welnu welk nabod van den openaar er ook
komt, op een spel als het bovenstaande loopt
gij in elk geval naar de ruiten terug, en laat
het dan verder aan den openaar over.
Zou het bovenstaande spel nu anders zijn
samengesteld zonder oogenschynlijk meer
kracht by v. als volgt
x
9xxxx
aas heer vrouw x
•f# X X X X
dan wordt niet met 2 ruiten volstaan, doch
met 3 ruiten, want met absolute zekerheid is
te zeggen, dat de 4e troef afzonderlijk wordt
gemaakt op schoppen renonce, zoodat op 4
vaste slagen mag worden gerekend. De part
ner moet dan maar weer verder weten wat
hij met dat bod moet aanvangen. Feitelijk
zoudt gij mei het 3 ruitenbod zijn uitgeboden,
doch dat is niet juist, want wanneer de ope
naar na uw 3 ruitenbod 3 schoppen zou bie
den, dan loopt ge natuurlijk naar 4 ruiten
terug, omdat uw steun voor de schoppen veel
te zwak is, en het schoppenspel tot een de
bacle zal moeten leiden. Wordt nl. schoppen
troef, dan kunt ge vrywel met zekerheid zeg
gen, dat uw spel meer dan 2 slagen waard
is, want gezien het openingsbod in ruiten,
moet uw partner er daarvan minstens 4
hebben, zoodat na 2 maal in ruiten te hebben
gespeeld de andere zeker wordt afgetroefd,
terwijl de kans groot ls, dat zelfs na éénmaal
ruiten spelen, reeds wordt ingetroefd. Intus-
schen zyn we reeds beland by het verder op
bouwen van het bod, wat onze bedoeling nog
niet is, zoodat we het hierby zullen laten
met dit voorbeeld.
Na het openingsbod van 1 ruit beschikt gy
als partner over het volgende spel:
4» aas x
9 xxx
aas vrouw x x
•f» heer x x x
Het is duidelijk dat een steunboc' van 2 rui
ten te gering is, want daarvoor heeft het spel
te veel kracht. Echter is het niet geschikt
voor een zelfstandig bod en ook niet voor een
steunbod in sans, aoodat een bod van 3 ruiten
aangewezen is.
Weliswaar bevat het spel iets meer dan 4
slagen, want aas, vrouw ruiten moogt gij, ge
zien het openingsbod op 2 slagen rekenen,
schoppenaas is de 3e slag en klaverheer ts
f2 slag, doch gil hebt nog het recht om te
rekenen op een slag, waarmede de schoppen
worden ingetroefd, zoodat ge over 4J/2 slag
beschikt. Echter is 3 ruiten het juiste bod om
de volgende redenen. Voor een manchebod is
5 trek noodig. Na u 3 ruitenbod is zeker een
nabod, vermoedeïyk in harten of sans, te
wachten. Een 3 sans bod kunt gy veilig late a
en het 3 hartenbod kunt gij zelf met een 3
sansbod overnemen. Daarby behoeft ge niet
bang te zyn voor de enkele dekking in klave
ren, wart uw partner weet door uw steunen
in de oorspronkelyke kleur, dat ruiten uw
hoofdkracht vormen, zoodat hy de sans niet
zal laten, wanneer één zyner kleinen abso
luut ongedekt is.
Rest ons thans nog te bespreken het geval,
dat een hooger bod wordt gedaan dan 3 in
de oorspronkelyke kleur.
Dit geschiedt in 2 gevallen, nl. wanneer
uw spel zoo éénzydig is in de geboden kleur,
dat vrywel zeker h't manchebod in die kleur
wordt bereikt en niet in een andere, of wan
neer gy zelf direct het manchebod kunt doen.
Nemen wy byv. het spel van zooeven, en
wisselen daarby de harten en de ruiten om.
U partner heeft geopend in harten en gij be
schikt overi
4» aas x
C? aas vrouw x X
X X X
•f» heer x x x
In een geval als dit moet niet worden ge
aarzeld en doet men direct het manchebod
van 4 harten. Dit wordt nagenoeg met zeker
heid gehaald. Zit er by uw partner een
slembod, dan zal dit ook na het 4 hartenbod
wel tot zijn recht komen, doch gy kunt vry
wel zeker zyn, dat het slembod er niet in zit,
want dan zou waarschynlyk met sans zyn
geopend.
Het eenzydige spel voor een vierbod, waar
van hierboven sprake, is dan natuurlyk geen
manchebod en moet dus weer ruiten of kla
veren zyn. Nemen we weer ruiten. Heeft uw
partner met I ruit geopend, dan zou een spel
voor een 4 ruitenbod er bijv. als volgt kunnen
uitzien
4» aas x
C? x x
O aas vrouw x x x
«j» X X X X
Hiermee beduidt gij dan uw partner, dat
gy over een f] in ken steun beschikt, doch na
genoeg uitsluitend in ruiten, zoodat ge hem
zoo mogelyk om een manchebod in ruiten
vraagt, aangezien dat met uw spel in welke
andere kleur ook onmogelijk wordt geacht,
terwijl het ook voor een manchebod in sans
niet r"1 noodige vereischten bezit. Het is
daarentegen te zwak om zelf naar 5 ruiten te
loopen, aangezien de partner dan ten om-ech
te slem mogelykheden zou veronderstellen.
Minder dan het bovenstaande mag het spel
echter in geen geval bevatten voor het 4 rui
tenbod, waarby er op gerekend is, dat een
maal in harten en éénmaal in schoppen kan
worden afgetroefd, alzoo 5 slagen als waar
schijnlijkheid.
Heeft toevallig de openaar 3 kleine klave
ren en verhoogt hy tot 5, dan is het spel
waarschijnlyk down, doch een dergelyk risico
moet Worden aanvaard.