AVONTUREN VAN JOOSJE PINDA EN PIETJE ROET g e RIIID€IEaIRUBIRII JOK EVENTJES LACHEN LICHT OP VOOR AUTO'S FIETSEN EN VOERTUIGEN HOOGWATER TE VLISSINGEN te staan. Fijn, dat je zoo Trippeltje's avon turen hebt genoten. Dat was me een me neertje, hè Heusch niet voor een kleintje vervaard, maar hy had een warm en trouw hartje, zooals de meeste honden hebben, ook Juweeltje, ook al liet hij dit niet aan Trip pelt je merken. Neen maar, wat een bolleboos ben jij in Engelsch. You are a clever girl and I hope, that you are also in other things a clever girl. Kun je dit nu wel vertalen? Natuurlijk mag je nog een raadseltje instu ren. Maar geen kruisjesraadseldaarvan heb ik er nog een heele massa liggen. Meiklokje. Zoo druk gehad in de Kerst- vacantie Zeker met het versieren van den Kerstboom en de kamer. Wat een heerlijk werkje is -dat, hè Ik zou wel willen, dat het Kerstfeest wat vaker in een jaar voorkwam. En jij Vliegenier. Wat een heerlijke plannen 1 Voetballen en zwemmenJe wordt nog een heele sportman. Ik zie Je nog eens in je eigen vliegmachine naar het voetbalveld en naar het zwembad vliegen. Mag ik dan ook eens met je mee? Maar als we dan op t voetbalveld zijn gedaald, stap ik niet uit, hoor. Want voetballen kan ik niet. Ik zal dan wel door de raampjes naar je kijken en tel kens als je een goaltje hebt gemaakt voor Je klappen. Ja zeker, jij mag ook wel raadsel tjes insturen. Maar voorloopig geen kruisjes raadsels. Daarvan heb ik nog zoo'n over vloed. Probeer eens een cijferraadsel. Of lijkt Je dat te moeilijk? ef. van Duuren. Hoe is het nu met Je? Heeft de keelpijn zich nog doorgezet en is het een griepje geworden Dan zal je nu wel imet je neus diep onder de dekens liggen. Heb je echter zelf de krant uit de bus ge haald, dan heeft het griepje gelukkig een Strop aan je gehad en ben je zoo gezond als feen vischje in het water. Zeg eens Jantje of Jaap of Joop, hoe zit dat nu? Wordt Je ma am met of zonder n op het einde geschre ven Op den eenen kant van je briefje ver rijk je je naam met een n, op den anderen kant haal je het lettertje er weer af. Ra, ra, |ioe kan dat? Teekenaresje. Neen, fllmplaatjes héb ik 8üet. Maar misschien krijg ik er nog eens wat yan iemand, die veel chocolaadjes eet en de plaatjes niet opspaart. Dan zal ik aan je denken, hoor. Dat beloof ik je. Hoe het met ■Prins gaat? P best. Hij is nog altijd een «akker. f Lezeresjë. Ja, wat zal ik Je zeggen van theepot-geschiedenis! Ik vind het na- lijk erg lief van je, dat je er een nieuwe in de plaats wilde zetten, maar aan den Önderen kant vind ik het toch altijd verstan diger om maar meteen aan moeder te ver tellen wat je hebt gedaan. Als het een on gelukje en geen slordigheid of onbedacht zaamheid is, zal moeder er vast niet om krommen. Is *t niet, moeder? Maar geluk kig is alles nog „op z'n pootjes" terecht ge komen en ban het theepotje nog best een poosje mee. Misschien is moeder gauw jarig en dan kijk je je spaarpot maar eens na om jfce zien of je haar een extra mooi kunt geven. jWat heb je een mooi rapportEn ben je daarmee nummer 3 van de klas Ik ben be- JOieuwd hoe dan wel het rapportje er uit ziet $an het kind, dat nummer 1 is. Aimie de Waard. Hartelijk welkom! fïoudt Annie ook zooveel van voetballen, net kis haar broer ïiagendaal. Van je nieuwe raadsel begrip 3jfc niet veel. Ik zie wel, dat de beginletters {je naam moeten vormen en dat ieder woordje pit 4 letters bestaat, maar wat beteekenen fel die cijfertjes er bij Ik ben heusch ïieuwsgierig wat je me daarop antwoordt. Dag *t Is geen voetbalweer, hè Bak, bah, steeds maar nat en modderig Lelietje. Neen maar, wat heeft die groot moe jou verwend Zoo maar, terwijl je heele- maal _iiet jarig bent, een poppenwieg O wat zul je daarmee in je schik zijn. Ik wed, dat je grootmoe extra stijf omhelsd hebt. En liggen nu al je poppenkinderen er in? Fijn warm voor ze. Zoo zullen ze wel vrij van griep en zoo blijven en behoef je dus niet te tobben met hoestende en proestende kinder tjes. Wat een mooie raadseltjes Jij kan het, hoor Postzegelverzamelaar. Heerlijk, dat je zoo verrukt bent van de postzegels. Ja, er zyn mooie by, hè Weet je van wie ik ze heb gekregen? Van een vriendinnetje van me, dat in Breda woont en in de krant had ge lezen, dat jij postzegels verzamelt. Is dat niet lief van haar Ik zal haar eens gauw vertel len, dat je er zoo mee in je schik bent. Klein Duimpje. Wat ben ik biy van Je zelf weer iets te hooren. Zul je vooral voor zichtig zijn er er niet al te vroeg uit komen Want de tyd van het jaar is niet gunstig voor menschen en kinderen, die pas ziek zyn geweest Ik hoop, dat Je je niet al te erg verveelt. Misschien laat de onderwyzer je wel wat boeken brengen of komen vriendjes je opzoeken en je hun boeken leenen. Dag Klein DuimpjeHoud je maar flink, hoor Astrld Allwyn. Ben Je heusch tot twaalf uur opgebleven? O, o, wat zul je dan den volgenden dag slaperig zyn geweestMaar 't is waar, het was toen Zondag en dus kwam het er op een uurtje vroeger of later niet aan. En hoe heb je verder de Kerstvacantie door gebracht? Prettig gespeeld? yeel gelezen? Mooie handwerkjes gemaakt? Een Trippeltjeslezer. Kijk, dat's handig van je om door de klei wat waterverf te men gen. Toen zag ze er opeens natuurlijk veel fleuriger uit, is t niet Leuk, dat je nu ook die film hebt gezien Weet je waarom ik het meest heb moeten lachen Om dat eendje, dat luidpiepend onder dien hoed vandaan kwam. En hoe vond je dat kuikentje, dat over de tafel liep zoodra het ei was stuk ge maakt En dan die muizenO, o, die jas van meneer de goochelaar had heel wat op haar geweten. Maar Harold wist zich er al- tyd wel uit te redden. Professor. Een tien voor Pransch Kijk, mu kan ik zien, dat je je schuil naampje met eere draagt. Ik hoop, dat we dit ook kunnen zeggen in betrekking tot de andere vakken, die je op school hebt. Hoe staat het daar mee Kreeg je daar ook hooge cijfers voor Dus broer komt binnenkort weer thuis Hè, had je maar met de „Columbia" mee kunnen gaan, hè O wat zou die broer hebben opge keken ais je daar plotseling voor zyn neus was komen staanHij had zich vast eens in zyn arm geknepen om te weten te komen of hij nu waakte of droomde. Dag Professor Groeten aan moeder en Casper. Hoe is het nu met Casper Adrie en Jo Meerman. Van harte wel kom! Zijn jullie hij-tjes of zy-tjes? Mitzi Green.Wat is dat Ben Je ziek Hoe komt dat nu Als je maar niet roeke loos zonder jas of muts bent uitgegaan, want daar is het nu geen weer voor. 't Is binnen warm en buiten koud en als je je by het op straat gaan niet extra kleedt, móét de over gang je wel ziek maken. Laten we nu maar hopen, dat je niet al te erg gestraft wordt. Ja meiskelief, aan alles komt een einde, dus ook aan het verhaal van Trippelt je. Maar er komt natuurhjk nog wel eens zoo'n lang ver haal; dat zul Je zien, hoor. Nu gaan we eerst een beetje genieten van korte verhaal tjes. Of houd Je daar niet zoo van? Dag Mitzi. loud je maar flink en dapper je me- dicyntjes slikken Waschvrouwtje. Wat een mooi raadsel tje Daar heb ik er net geen een meer van liggen, dus het zal niet zoo lang duren of je vindt het in ons Raadselhoekje opgenomen. Dagt Is heelemaal geen mooi weer voor de wasch, hè Zoo akelig nat en somber Voor wie zijn de bonnetjes en soldaatjes Er bleken dit keer zooveel liefhebbers te zyn voor de Hille's bonnetjes en de Kwatta- soldaatjes, dat we eerlykheidshalve besloten om te loten. De gelukkigen waren Frits Som- meling, die de Hille's bonnetjes krygt, en Saartje Buurman, voor wie de Kwatta-sol- daatjes zijn bestemd. Zy mogen ze van het bureau van de krant afhalen. HU heb een uur op Je gewacht 1" ZU (verontwaardigd)„Maar it had Je toch gezegd, dat it vjjf minuten te laat zou zijn 1" „Bijna had lt Je voor een post van ver trouwen aanbevolen maar het viel me nog juist bU'tUds in, dat Je geen geweten hebt". „Nou, dat was toch geen bezwaar, Je hadt me best het Jouwe kunnen leenen.... je ge bruikt het toch niet". „Heb JU ooit iets voor het wèlzU'n van de menschheid gedaan „Ja, it heb een geluiddemper voor saxo phones uitgevonden". „Goed beschouwd is een steenen pUp toch het best om uit te rooten", zei de man, dis erg op zUn gemak gesteld was, „Waarom dan?" „Wel, ais je ze laat vallen, dan behoef Je geen moeite meer te doen, om ze op te rapen dan is ze immers kapot 1' MEVROUW OF MEJUFFROUW? Onder dit opschrift schrijft het Tweede Kamerlid, Johanna Westerman, in de „Nieu we Arnh. Courant" het volgende Alvorens mijn meening te formuleeren over de betiteling „Mevrouw" of „Mejuffrouw" komt het mij niet onaardig voor mee te dee- len, dat een desbetreffende moeilijkheid zich heeft voorgedaan, toen ik 4 Juli 1921, als in valster op een candidatenlijst, mUn intrede deed in de Tweede Kamer. Daar ik reeds toen den middelbaren leeftijd bereikt, ja zelfs overschreden had, lag het voor de hand, dat ik door velen reeds met „mevrouw" werd aangesprokenook in mijn vroegere functie ais hoofd eener meisjes school was ik daaraan gewoon. Natuurlijk wist ik niet, wat men in het parlement zou doen. De toenmalige voorzitter der Kamer ver zocht mij eenige dagen voordat de installatie zou plaats hebben, in het gebouw op het Bin nenhof te komen kennismakenbij die gele genheid deed hij mij de vraag, of ik met „mevrouw" of met „mejuffrouw" aangespro ken wenschte te worden. Ik herinner me best, dat ik toen antwoordde, er geen bezwaar te gen te hebben mejuffrouw te heeten, omdat ik altijd met genoegen mejuffrouw Wester man was geweest en dus ook zoo genoemd werd, ter onderscheiding bijv. van mijn schoonzuster. Waarom de president WJ dit antwoord zulk een bedenkelijk gezicht zette, werd mij pas duidelijk toen hij zeideJa, ziet u, het eenige ■iiiiBiiiMiiMiiiiBiiiiBiiiMiiimiraiiiwiiiMii.Miuwiii"'' ■winiwiiiwiiaiiiir'iii^i''iw''jH"il—.38!!!" door G. Th. ROTMAN (Nadruk verboden De menigte groeide hoe langer hoe meer aanalles holde schreeuwend en tierend achter den armen Hektor aan, die van louter angst nog veel harder begon te hollen. De arme slagersjongen wist niet, wat hem overkwamhij stond duizend angsten uit, en meende elk oogenblik Hektors tanden in zijn kuiten te zullen voelen.... Maar wacht, daar kwam hij op een reu zen-idee Ja, zoo zou hij het snuivende monster daar achter hem zeker kwijtraken l Tusscheii de heerlijkheden, die hy in zyn mandje had, lag een heeriyke, sappige bief stuk, die voor mevrouw van den dokter be stemd was. Hy pakte het stuk vleesch, en gooide het achter zich op straat. (Dinsdag vervolg) vrouwelijke lid der Kamer is gesteld op den titel „mevrouw"als ik nu tegen u mejuf frouw moet zeggen, mocht ik me eens vergis sen. Hebt u er bepaald op tegen, mevrouw te worden genoemd Och neen, bezwaar heb ik niet en als het voor u gemakkelijker is, wil ik me gaarne schikken. En zoo geschiedde. Tot na de verkiezingen van 1922 duurde dio vreugde als er gestemd moest worden, hoor den we door den commies-griffier afroepen Mevrouw Groeneweg.. mevrouw Westerman en zoo voort. Waarom kwam daar nu in Sep tember 1922 een einde aan Wel, toen deed de getrouwde vrouw haar intrede in het par lement. De dames Bakker-Nort, Bronsveld- Vitringa en De Vries-Bruins kwamen met de ongetrouwde mr. E. C. van Dorp en mr. Fri da Katz de gelederen der vrouwelijke parle mentsleden versterken, Hoogstwaarschijnlij k dankten deze vrouwen haar verkiezing aan het feit, dat In 1922 de Nederlandsche vrou wen voor het eerst haar stem op de lijsten der candidaten voor de Tweede Kamer moch ten uitbrengen. Nu werden de ongehuwde dames weer tot den rang van .mejuffrouw" teruggebracht en zoo komen ze ook nu nog voor op de naamlijst der leden van de Tweede Kamer. Het personeel van de griffie en de verdere boden noemen ons allen natuurlijk „me vrouw". „Juffrouw" zegt men in beschaafde kringen in de steden byna nooit zonder den achternaam er by te noemendaarom klinkt alleen juffrouw tegenover oudere dames ook altyd eenigszins ongemanierd, ofschoon men dat op het platteland wel veel hoort. Waar wij het Fransche voorbeeld, om Iedere getrouwde vrouw, al is ze vischverkoopster of groentevrouw, madame te noemen, hier wel niet zullen volgen en men ook dienstboden en eenvoudige huishoudsters tegenwoordig niet anders dan met juffrouw aanspreekt, wan neer het ten minste geen oud-gedienden zijn of zy al jaren in een zeer bevriende familie als gedienstige geest fungeeren, ïykt het my aangewezen, om dames, die men niet kent, met „mevrouw" aan te spreken, ook als men ze in gezelschap ontmoet. By het voorstellen of bij nadere kennis making blijkt dan wel, of ze getrouwd zyn of niet en dan lykt me voor ongetrouwde dames mejuffrouw met den achternaam het meest verkieslijk. Evenwel vrouwen, die een bepaalde positie in de maatschappij bekleeden, hetzij getrouwd of ongetrouwd, behooren ook naar myn op vatting als „mevrouw" te worden betiteld. Meestal zyn het niet de heel jonge vrouwen, die het in den tegenwoordigen tyd tot een bepaalde functie brengen geschiedt dit wel een ongetrouwde vrouw kan als 23-jarige tot lid van een gemeenteraad worden gekozen dan komt ook haar de titel van „mevrouw'* toe. Dat iemand in casu ik zelf zich ge hinderd zou voelen als iemand „juffrouw" zou zeggen, lykt my kinderachtig, maar in een tyd, dat men veel naar beneden nivelleert, komt het my noodig of minstens gewenschö voor eenig decorum in acht te nemen en ook voor de ongetrouwde vrouw den titel „me vrouw" in de genoemde gevallen hoog te hou den. De vrees, eens door een ongetrouwde vrouw in een tijdschrift geuit, dat iemand door ten onrechte als „mevrouw" te worden aange sproken, de kans op een nadere kennisma king, die tot een huwelyk leiden kan, zou zien verkeken, komt mij dwaas voor. Of was het bezwaar misschien niet ernstig bedoeld Iemand kan toch ook als gescheiden vrouw dien titel voeren t Men zegt wel eens, dat gescheiden vrouwen nog meer kans hebben op een aanzoek dan zy, die nog niet ge trouwd zyn geweest. Januari uur Zondag 15 4.44 Maandag 16 4.46 Dinsdag 17 4.47 a Januari Zondag 15 Maandag 16 Dinsdag 17 3.18 15.47 3.56 16.25 4.39 17.06 XO. PET STEUNEN VAN HET OPENINGSBOD. Wanneer juist is, wat wy in ons vorig op stel schreven, nl. dat de zwakste steun is het verhoogen met één in de kleur van het ope ningsbod, en volgens veler ervaring is dat juist, zoo moet dus, wanneer men meer heeft dan 3 slagen op andere wyze steunen. Indien gij dat niet doet, loopt gy, zooals we reeds zeiden de groote kans op een mooi spel het bieden onmiddellijk te laten doodloopen. En nu is het merkwaardige, doch de ervaring leert het, dat terwijl velen een groote neiging hebben om te zwak te openen, daar juist te genover staat, dat men zich vaak bezondigt aan te zwak steunen van den partner. Of dit nu komt doordat men eigen kracht hooger aanslaat, dan die van den partner, wij weten het niet, doch logisch is natuurlijk de ver klaring, dat wanneer men zelf gemeenlijk zwak opent, men ook den partner daarvan verdenkt, en dientengevolge huiverig is om te steunen. Dit is dan ook de reden, dat alle schrijvers over bridge, bij welk systeem ook. .uitgaan en moeten uitgaan van het sterke openingsbod. Wanneer gij u daaraan houdt, dan behoeft men als regel geen vrees te koesteren om te zwak te worden gesteund. Wy meenden hierop nog eens extra te moe ten wijzen, omdat wat verder volgen zal, al tijd gebaseerd zal zijn op een openingsbod' van minstens 5 slagen, waaronder minstens 2i/2 slag in topkaarten verdeeld over minstens 2 kleuren. Wanneer men niet van zulk een opening, of een dergelijke opening uitgaat, en men daarop niet kan vertrouwen dan is met den besten wil van de wereld geen behoorlijk bied- systeem op te bouwen, en zal het bieden een loterij blyven. Het steunen der geboden Keur, Om het openingsbod te steunen met meer dan één in de geboden kleur moet men dus beschikken over meer dan 3 slagen, doch er zyn nog meer vereischten noodig, en wel de volgende le. Men moet die slagen in hoofdzaak meebrengen in de geboden kleur zoodat, 2e. men niet beschikt over een algemeen steunspei en 3e. men zelf niet beschikt over een speel bare kleur met voldoende kracht. In de gevallen 2 en 3 moet men nl. in 9 van de 10 gevallen anders steunen, waarover later meer. In het geval 1 biedt men dus normaal 3 in de geboden kleur, al kan het ook zijn, dar, meer dan 3 wordt geboden, wat wy in een voorbeeld zullen trachten duidelyk te maken. Veronderstel nu, dat de partner geopend heeft met ruiten en gij hebt het volgende spel in handen x x x ^xxx aas heer vrouw x X X X W3t moet gij dan daarop bieden Men zal geneigd zyh te zeggen, dat men dan 3 ruiten moet bieden, omdat men over 4 troefslagen beschikt. Ons antwoord luidt, dat dat zoo filet fout, dan toch minder juist zal zyn, want gy moogt hierby op niet meer dan 3 slagen rekenen, omdat de kans op aftroeven met nihil geiyk kan worden gesteld, en dus met 99 zeker heid de 4e troef zal samenvallen met een troef van den speler. Zelfs al zou men 40 in de manche staan, dan zouden wy nog adviseeren om 2 ruiten te bieden en niet 3, want in een situatie als deze komt er nog iets anders by. Of men schoon staat of op 40, in een geval als dit. kan men vrijwel met zekerheid verwachten, dat de partner een nabod zal doen, want waar gy beschikt over aas, heer, vrouw in de geboden kleur, moet het spel andere kwali teiten hebben, want hij moet toch beschikken over de vereischte 5 slagen, de vereischte topslag, zoodat hij geboden moet hebben op ruiten, om hetzij van de tegenpartij, hetzy van den partner iets naders te vernemen om een nabod te doen, hetzy in sans, hetzy in kfoveren. Welnu welk nabod van den openaar er ook komt, op een spel als het bovenstaande loopt gij in elk geval naar de ruiten terug, en laat het dan verder aan den openaar over. Zou het bovenstaande spel nu anders zijn samengesteld zonder oogenschynlijk meer kracht by v. als volgt x 9xxxx aas heer vrouw x •f# X X X X dan wordt niet met 2 ruiten volstaan, doch met 3 ruiten, want met absolute zekerheid is te zeggen, dat de 4e troef afzonderlijk wordt gemaakt op schoppen renonce, zoodat op 4 vaste slagen mag worden gerekend. De part ner moet dan maar weer verder weten wat hij met dat bod moet aanvangen. Feitelijk zoudt gij mei het 3 ruitenbod zijn uitgeboden, doch dat is niet juist, want wanneer de ope naar na uw 3 ruitenbod 3 schoppen zou bie den, dan loopt ge natuurlijk naar 4 ruiten terug, omdat uw steun voor de schoppen veel te zwak is, en het schoppenspel tot een de bacle zal moeten leiden. Wordt nl. schoppen troef, dan kunt ge vrywel met zekerheid zeg gen, dat uw spel meer dan 2 slagen waard is, want gezien het openingsbod in ruiten, moet uw partner er daarvan minstens 4 hebben, zoodat na 2 maal in ruiten te hebben gespeeld de andere zeker wordt afgetroefd, terwijl de kans groot ls, dat zelfs na éénmaal ruiten spelen, reeds wordt ingetroefd. Intus- schen zyn we reeds beland by het verder op bouwen van het bod, wat onze bedoeling nog niet is, zoodat we het hierby zullen laten met dit voorbeeld. Na het openingsbod van 1 ruit beschikt gy als partner over het volgende spel: 4» aas x 9 xxx aas vrouw x x •f» heer x x x Het is duidelijk dat een steunboc' van 2 rui ten te gering is, want daarvoor heeft het spel te veel kracht. Echter is het niet geschikt voor een zelfstandig bod en ook niet voor een steunbod in sans, aoodat een bod van 3 ruiten aangewezen is. Weliswaar bevat het spel iets meer dan 4 slagen, want aas, vrouw ruiten moogt gij, ge zien het openingsbod op 2 slagen rekenen, schoppenaas is de 3e slag en klaverheer ts f2 slag, doch gil hebt nog het recht om te rekenen op een slag, waarmede de schoppen worden ingetroefd, zoodat ge over 4J/2 slag beschikt. Echter is 3 ruiten het juiste bod om de volgende redenen. Voor een manchebod is 5 trek noodig. Na u 3 ruitenbod is zeker een nabod, vermoedeïyk in harten of sans, te wachten. Een 3 sans bod kunt gy veilig late a en het 3 hartenbod kunt gij zelf met een 3 sansbod overnemen. Daarby behoeft ge niet bang te zyn voor de enkele dekking in klave ren, wart uw partner weet door uw steunen in de oorspronkelyke kleur, dat ruiten uw hoofdkracht vormen, zoodat hy de sans niet zal laten, wanneer één zyner kleinen abso luut ongedekt is. Rest ons thans nog te bespreken het geval, dat een hooger bod wordt gedaan dan 3 in de oorspronkelyke kleur. Dit geschiedt in 2 gevallen, nl. wanneer uw spel zoo éénzydig is in de geboden kleur, dat vrywel zeker h't manchebod in die kleur wordt bereikt en niet in een andere, of wan neer gy zelf direct het manchebod kunt doen. Nemen wy byv. het spel van zooeven, en wisselen daarby de harten en de ruiten om. U partner heeft geopend in harten en gij be schikt overi 4» aas x C? aas vrouw x X X X X •f» heer x x x In een geval als dit moet niet worden ge aarzeld en doet men direct het manchebod van 4 harten. Dit wordt nagenoeg met zeker heid gehaald. Zit er by uw partner een slembod, dan zal dit ook na het 4 hartenbod wel tot zijn recht komen, doch gy kunt vry wel zeker zyn, dat het slembod er niet in zit, want dan zou waarschynlyk met sans zyn geopend. Het eenzydige spel voor een vierbod, waar van hierboven sprake, is dan natuurlyk geen manchebod en moet dus weer ruiten of kla veren zyn. Nemen we weer ruiten. Heeft uw partner met I ruit geopend, dan zou een spel voor een 4 ruitenbod er bijv. als volgt kunnen uitzien 4» aas x C? x x O aas vrouw x x x «j» X X X X Hiermee beduidt gij dan uw partner, dat gy over een f] in ken steun beschikt, doch na genoeg uitsluitend in ruiten, zoodat ge hem zoo mogelyk om een manchebod in ruiten vraagt, aangezien dat met uw spel in welke andere kleur ook onmogelijk wordt geacht, terwijl het ook voor een manchebod in sans niet r"1 noodige vereischten bezit. Het is daarentegen te zwak om zelf naar 5 ruiten te loopen, aangezien de partner dan ten om-ech te slem mogelykheden zou veronderstellen. Minder dan het bovenstaande mag het spel echter in geen geval bevatten voor het 4 rui tenbod, waarby er op gerekend is, dat een maal in harten en éénmaal in schoppen kan worden afgetroefd, alzoo 5 slagen als waar schijnlijkheid. Heeft toevallig de openaar 3 kleine klave ren en verhoogt hy tot 5, dan is het spel waarschijnlyk down, doch een dergelyk risico moet Worden aanvaard.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 12