a
mm
mm
mf
r
NOOTJES
bewegingen oan
den aardbodem.
De crisis-zuiveJcentrale deelt mede, dat
voor de week van 15 tot en met 21 Januari
1933 de prijs van het botermerk op 90 cent
per K„G. en die van de vervoervergunning
voor buitenlandsche boter op 80 ct. per KG.
is vastgesteld.
Het totaal aantal verpleegdagen der geza
menlijke gemeente-ziekenhuizen te 's-Gra-
venhage heeft gedurende het afgeloopen
jaar bedragen 238.986 tegen 298.684 ia 1931.
De bevolking van Rotterdam is in 1932 met
503 zielen verminderd. Er vestigden zich
18998 personen in de gemeente, terwijl er
25485 vertrokken. Het aantal geboorten be
droeg 10523 en dat der sterfgevallen 4544. Op
31 December 1932 bedroeg het aantal inwo
ners 586.608.
Sedert Juli 1931 werd door twee plaatse
lijke bladen te Hilversum geen verslag gege
ven van de raadsvergaderingen, omdat de
toegewezen persplaatsen in het nieuwe raad
huis ondoelmatig werden geoordeeld. Thans
is een vergelijk getroffen waardoor het con
flict is beëindigd.
De 3 Lioscopen te Venlo en de bioscoop te
Tegelen zullen 1 Maart worden gesloten. Het
personeel is tegen genoemden datum ontslag
aangezegd. De oorzaak Is, zooals reeds ge
meld, dat geen kinderen beneden den 16-
jarigen leeftijd de bioscopen mogen bezoeken.
In de afgeloopen week zijn in de groote
steden van Engeland en Wales 681 personen
aan de griep overleden, waarvan 163 te Lon
den en voorsteden, 163 te Birmingham, 45 te
Newcastle, 24 te Sunderland, 23 te Liverpool,
22 te Manchester en 19 te Portsmouth. Voorts
zijn de Glasgow 36 en te Edinburg 14 perso
nen aan griep overleden.
DE DOKTER AAN T WOORD.
FOUTEN IN DE MODERNE
VOEDINGSWIJZE.
Een goed ontbijt is dringend noodig.
De wijze, waarop de meeste menschen zich
tegenwoordig voeden, is verre van aanbe
velenswaardig. Zelfs in het gezin zijn de tea
en de avondboterham als kleine maaltijden
vervallenmen heeft nog slechts de drie
hoofdmaaltijden in eere gehouden, doch
eigenlijk verdient slechts één daarvan dien
naam met recht. En als men een kijkje neemt
bij alleenwonende jongegezellen en werkende
vrouwen, is het nog slechter met de voedings
wijze gesteld, ook reeds hierom, dat er met
de persoonlijke behoefte aan bepaalde spijzen
minder rekening gehouden wordt dan in een
gezin.
Wat is nu in het algemeen gewoonte Er
wordt ontbetendaarbij eet men zoo weinig,
dat weliswaar voor eenige uren het gevoel
van honger wordt verdoofd, doch aan het
lichaam niet voldoende voedingsstoffen wor
den toegevoegd, om zonder schade gedurende
den voormiddag ingespannen te kunnen
werken, te meer waar ook gedurende den
langen nacht uit den aard der zaak geen
voedsel is gebruikt. Deze toestand blijft ook
na het koffiedrinken bestendigdten eerste
is het tijdsverloop tusschen ontbijt en koffie
tafel te groot, de karigheid dezer maaltijden
in aanmerking genomen en ten. tweede wordt
er alweer niet gezorgd voor de voeding van
het lichaam en blijft het doel slechts, te
voorkomen dat men honger krijgt. Met dat
al kpmt het organisme gedurende de werk
uren geregeld voedsel tekort.
De eenige werkelijke hoofdmaaltijd, dien wij
kennen, is in vergelijking met de andere
overladende aan hongermaaltijden gewende
maag is bovendien niet in staat om deze
groote hoeveelheid voedsel zoo te verteren,
dat het organisme er voldoende van profi
teert. Dit is dan ook de reden, dat sommige
menschen 's avonds laat of 's nachts honger
krijgenze zetten met het oog daarop wat
eten klaar om tenminste niet wakker te lig
gen van den honger, doch dat deze levens
wijze in haar geheel verkeerd is, behoeft geen
betoog. Dat de prestaties op elk gebied ver
minderen en de gezondheid onvermijdelijk
wordt geschaad, spreekt vanzelf.
De grootste fout ligt bij het begin, dus bij
het ontbijt. Al moet men er wax vroeger voor
opstaan, hot is noodzakelijk, dat men zich
hiervoor ruimschoots tijd gunt. Er moet rus
tig gegeten worden en het gewone brood met
thee of koffie (cacao is voor 's morgens vroeg
niet geschikt) dient te worden aangevuld
met een flink bord pap, waarbij melk, stroop,
suiker, maar voor de afwisseling ook gekookte
vruchten of vruchtensap gebruikt kunnen
worden. Ook een bord dikke soep is zeer aan
te bevelen. Melk en kaas voorzien in de be
hoefte aan eiwit, terwijl ook visch zeer voed
zaam is en een aangename variatie geeft.
Eieren, kan doch behoeft men niet te gebrui
ken bruin brood en roggebrood wisselen het
wittebrood af of worden daarnaast gepresen
teerd, terwijl vruchten niet mogen ontbreken,
tenzij er sla, radijsjes of iets dergelijks op
tafel wordt gebracht.
Dr. J. SIMONS.
LOOP DER BEVOLKING IN NEDERLAND
OVER 193L
Aan de Statistiek van den loop der bevol
king in Nederland over 1931, welke d?or het
Centraal Bureau voor de Statistiek ls uitge
geven wordt het volgende ontleend
Op het eind van 1931 telde ons land
8.061.571 inwoners, nl. 4.006.359 mannen en
4.055.212 vrouwen. Het aantal mannen op 100
inwoners bedroeg 49.70, het aantal vrouwen
50.30. terwijl op elke 1000 mannen 1012 vrou
wen werden aangetroffen.
In 1830 kwamen op 1000 mannen 1045 vrou
wen voor, in 1880 1023, in 1909 1021 en in 1920
1013, waaruit een langzamerhand gelijk wor
den der aantallen mannen en vrouwen valt
waar te nemen.
Van 1930 -op 1931 nam de bevolking met
L59 toe. Deze toeneming is hoofdzakelijk
het gevolg van meer geboorte aan sterfte
(1.27 de vestiging overtrof Let vertrek
met 0.32
In 1931 werden 181.927 kinderen geboren,
waarvan 177.387 levend en 4540 doodgeboren
werden.
Per 1000 inwoners berekend bedraagt het
aantal levend geborenen in 1931, 22.18 tegen
23.12 in 1930. Voor de perioden 18401849,
18801889 en 19101919 waren de cijfers nog
resp. 33.5* 34.68 en 26.79,
Ook de doodgeborenen, welke voor 1931 een
cyfer van 2.50 per 100 geborenen aanwijzen,
bewegen zich in dalende richting (het cijfer
voor 1924—1928 bedraagt 254). In 1931 kwa
men op 100 geborenen 1.74 onwettig gebore
nen voor, welk cijfer voor de perioden 1840—
1849 5.01 voor 1880—1889 3.21 tn voor 1910—
1919 2,17 bedroeg.
Het aantal huwenden bedroeg voor 1931
14.71 per 1000 inwoi.ers en wijst ten opzichte
van 1930 (15.78) op een geringe daling. De
cijfers sedert 1840 geven een schommelend
verloop aan. In de periode 18401849 was het
Cijfer 14.78, in 1860—1869 16.44, in 1880—1889
14.28 en in 1920—1929 16.08.
Wat de geboorte betreft worden op het
platteland, wat de huwelijken betreft, in de
steden.de hoogste cijfers aangetroffen.
Het sterftecijfer bedroeg voor 1931 per 1000
inwoners °.63, welk cijfer, hoewei boven dat
van 1930 (9.09) liggend, gunstig genoemd
mag worden ten opzichte van vroegere jaren.
De periode 18401849 geeft een sterftecij
fer aan van 26.56, de periode 1880—1889 een
cijfer van 21.27 en de periode 19101919 een
cijfer van 13.40. De groote steden geven de
gunstigste cijfers.
De sterfte is onder dc vrouwen gunstiger
dan onder de mannen, echter wordt het ver
schil steeds geringer.
Door echtscheiding werden in 1931 2998
huwelijken ontbonden, terwijl het aantal
scheidingen van tafel er bed 504 bedroeg. Op
1000 echtparen kwamen in 1931 1.92 echt
scheidingen en 0.22 scheidingen tusschen ta
fel en bed voor. Een beschouwing der cijfers
sedert 1850 wijst op belangrijke toeneming,
voor de periode 18501859 waren de cijfers
resp. 0.15 en OM, voor 1880—1889 055 en 0.13
en voor 1910—1919 1.11 en 0.23.
SCHAAKSPEL
Correspondentie en oplossingen te zendei
onder motto „Schaakrubriek" aan het
bureau der „Vlissingsche Courant",
Walstraat 5860.
RedacteurJ. D. C. DE VRIES.
Zwart.
jjjP^
abcdefgh
W 1 t.
PROBLEEM No. 308
van E. E. Westbury.
WitKd8, Dc4, Tc7, Tfl, Lc3, p a5 (6).
ZwartKc2, Tg2, Lh5, Pal, pg5 (5).
Mat in twee zetten.
OPLOSSING PROBLEEM No. 306.
1. Tdl—cL
A. a7—a6 of a5 2. Pc4b6+
B. Lc3 willekeurig 2. Ld3e4+
C. e3e2 2. Pb5Xc3$
D. e5e4 2. f3Xe4$
E. DeO—H 2. Dg8Xf7|
F. De6g8 2. h7Xg8D+
G. Pe8 naar wel- 2. Td7Xd6+
gevallen
H. Pg2 naar 2. Pc4Xe3$
believen.
Goede oplossingNo. 306 Pion B., A. C.,
No. 305 O. Rab.
Opmerking 1 Pb5a3 wordt weerlegd
door a7—a6 of a5. Speelt wit 2 Pc4—b6t, dan
wijkt de zwarte koning uit naar d4 en er ls
geen mat. Wanneer men een sleutelzet meent
gevonden te hebben, dan moet men dien
onderzoeken op alle mogelijke zetten van
zwart. Zoo kwam bijv. Pion B tot de ont
dekking naar hy my meedeelde dat by
Frobleem No. 305 de sleutelzet niet kan zyn
1 aXc5. Hoe zwart ook speelde, wit kon
steeds mat geven, alleen niet na Pg4—e5. Na
2 Tc5Xe5f of 2 Pb3—d4ft week de zwarte
koning uit naar f6 en er was geen mat in
twee zetten. Pion B was genoodzaakt een
anderen sleutelzet te zoeken en vond den
juisten in L$l—-h3.
EINDSPEL
Dr. ASZTALOS—Dr. ALEKHINE.
WitKbl, Df6, Tdl, Tel, Pf3, p a2, c2,
f2, g2, h2 (10).
ZwartKe8, Dc6, Tb8, Th8, Pa4, p a6,
b3, e6, f7, h6 (10).
Wit had moeten spelen:
1 Df6Xh8t( Ke3e7
Gedwongen.
a mrm 11
Dit is de winnende zet. Zwart moet het
kasteel slaan.
A.
2 2 Ke7Xd7
3 PI3eot Kd7-r-e7
4 Pe5Xc6t Ke7 speelt
5 Pe5Xc6 en wint
of
3 3 Kd7d6
4 Dh8Xb8t Kd6 speelt
5 Pc6Xc6 en wint
of
3 Kd7c7
4 Dh8Xb8t Kc7Xb8
5 Pe5Xc6t en wint.
2 Dc6Xd7
3 Dh8Xb8 en wint, al levert het
meer moeilijkheden dan bij de gevallen van
A., want hy is een kasteel voor.
PARTIJ No. 319.
Tournooi te Londen. 1922.
OOST-INDISCHE PARTIJ.
By de vorige party met deze opening
hebben we het oordeel van Aljechln aan
gehaald, hoe wit deze verdediging het best
kan bestryden. Nu willen we ook het oordeel
van Réti geven over dit soort spel. Hy zegt
„Het doel van de flankontwikkeling van
Lf8g7 is een aanval te richten tegen het
sterke punt van wit, nl. d4. Maar daar zwart
zich te verdedigen heeft, heeft hy niet aan
te vallen. Zoo'n aanval kan geen succes
hebben. Maar met Lb7 zet zwart den aan
val voort dien hij met Pf6 begonnen is, nl.
tegen e4 en d5, die door den eersten zet van
wit 1 d2d4 zwak geworden zyn. Zwart moet
tegenover het sterke punt van wit een bol
werk opwerpen om zoo de stellingen in ba
lans te houden."
Volgende party ontleenen we aan de
Nieuwe Rott. Courant" van 15 Augustus
1922, met gebruikmaking der aanteekenin-
gen van dr. Euwe. Beide spelers streven
naar logische ontwikkeling van 't spel, van
daar dat hun partijen altijd waarde hebben.
WitA. Rubinstein ZwartDr. M. Euwe
1 d2—d4 Pg8—f6
2 Pgl—f3 g7g6
3 h2h3
Wit wil zijn looper naar f4 spelen om een
aanval door e7—e5 op d4 te bemoeilyken.
Speelt zwart vervolgens Ph5, dan kan hij
Lh2 spelen.
3 Lf8g7
4 Lel—f4 b7b8
5 Pbl—d2 Lc8b7
6 e2—e3 d7—d6
Zwart moest zyn d-pion achterhouden en
achtereenvolgens c5, 0—0 en Te8 spelen.
Mocht wit Lc4 spelen dan kon direct d5
volgen. Zwart streeft echter naar e5.
7 c2e3 0—0
8 Lflc4 Pb8d7
9 O-O Pf6e4
Voorbereiding tot e5.
10 Pd2Xe4 Lb7Xe4
11 Ddï—e2 e7—e5
12 Lf4h2 JDd8e7
13 Tal—dl Kg8h8
14 Lc4b5
Om door Ld7 de verdediging van e5 te
verzwakken. Zwart zal dan moeten spelen
L13om geen pion te verliezen en na Df3
bestrykt wit ,de zwakke witte velden en
noodzaakt tot e4.
14 Ta8d8
15 Tdld2 Le4b7
Met het doel e4 te spelen.
16 Lb5Xd7 Lb7Xf3
17 Dg2Xf3 e5—e4
18 Df3Xe2 De7Xd7
19 d4—dö
Sterker was eerst Da6.
19 Dd7—a4
20 b2b3 Da4—d7
Ook na Da3 volgt De2c4.
21 De 2c4 f7—f5
Wit valt aan op den damevleugel, daar
om begint zwart op den koningsvleugel.
22 b3b4 l Lg7—f6
23 Td2c2 Tf8g8
24 Dc4—c6 Dd7Xc6
Dit is een taktische fout. Zwart had Dg7
moeten spelen om zyn aanval op wit's roka-
destelling te versterken. Hy meende, dat hy
na ruiling een even goed eindspel had, maar
dat was onjuist.
25 d5Xc6 Tg 8e8
26 c3c4 LI6e5
27 Tfl—dl.'
Dreigt c4c5.
27 Le5Xh2f
28 KglXh2 Kh8g7
29 Tc2c3 Kg7—f6!
30 Tc3a3 a7—a5
By goed spel kon zwart hiermee remise
bereiken.
31 b4Xa5 Td8a8
32 Tdl—d5
Op a6 volgt Ta7 en Te^—a8.
32 Te8b8
Beter Ta6 en Te8—a8, wat remise gaf.
Zwart verwachtte 33 Tb5 ba5 34 Tda5
Ta535 Ta5Tb6 met minstens remise.
33 Ta3b3 b6Xa5
34 Tb3>yb8 Ta8Xb8
35 Td5—b5
Rubinstein handhaaft zyn roem als eind
spel-speler. Hy wint op tempo.
35 Tb8Xb5
36 c4Xb5 Kf6e6
Na a5—a4 komt 37 b5—b6 en wint dadeiyk.
37 a2a4
Noodzakeiyk. Anders verovert zwart na
a5—a4 de witte pionnen op den damevleugel.
37 d6d5
38 h3h4 h7—h6
39 Kh2gl g6g5
40 h4Xg5 h6Xg5
41 g2—g4
Na fg4verovert wit de zwarte pionnen.
41 f5—f4
42 e3Xf4 Opgegeven.
Er kan nog volgen 42 gf4 43
g5, d4 44 b6 cb6 45 c7, Kd7 46 g6, d3
47 g7, d248 cDf, Kc8 49 g8Df en wint
J. D. C. DE VRIES.
HET KABINET VAN 1933.
De hoofdredacteur van „De Groene Am
sterdammer", A. C. Josephus Jitta schryft:
Het is hoogst waarschijnlijk, dat het zitten
de kabinet, nog vóór de uitslag van de ver
kiezingen van dezen zomer bekend zal zyn,
zy'n ontslag zal indienen.
Men wenscht daarna zooveel mogelijk een
regeering, die kan rekenen op een meerder
heid in het parlement.
Op welke wijze zal het kabinet daartoe
dienen te worden samengesteld
Drieëerlei combinatie ligt voor de hand-
Een herstel van de oude coalitie 2. een zoo
genaamd democratische combinate, gevormd
door de R.-Kath. Staatsparty, de S.D.AR. en
den V.-D.-bond. En als derd«> mogelijkheid
een centrum-formatie een combinatie van
Roomsch-Katholieken, Anti-Revolutionairen
en Vry zinnig Democraten.
Faalt een herstel van de oude coalitie en
blykt, zooals zeer waarschynUjk is, een zoo
genaamd democratische combinatie niet mo
gelijk, dan zie ik als eenige oplossingde
zoogenaamde centrumformatie.
De drie partyen, die de kern van deze
combinatie zouden moeten leveren, beschik
ken te zamen in de Tweede Kamer over 49
zetels. Het is niet onmogeiyk, dat zy na de
verkiezingen over een meerderheid zouden
beschikken. De grootste moeilykheid om deze
combinatie tot stand te brengen, zou naar r\2t
oordeel van sommigen dc nationale ontwape
ning opleveren.
Het staat vast, dat noch de R.-Kath.
Staatspartij, noch de Anti-rev. party de leuze
der nationale ontwapening zal aanvaarden.
Zou de V.-D. bond die leuze, die hy sinds en
kele jaren met zooveel vuur heeft gepropa
geerd, ter wille van de medewerking aan het
kabinet kunnen laten varen
Verschillende ï'berale journalisten hebben
dat voor onmogelijk verklaard.
Deze schryvers zyn blykbaar vergeten, dat
de heer Marchart in het regeeringsprogram,
dat hy in 1929 voor de vorming van een de
mocratisch kabinet had opgesteld, het be
ginsel der nationale ontwapening niet nad
opgenomen.
Stel, zegt de heer Rocdhuyzen, de politieke
hoofdredacteur van „het Vaderland", dat de
heer Marchant de keuze zou hebben tusschen
twee programma's waarvan het ééne noch de
nationale ontwapening, noch een hem pas
sende sociale politiek en het andere evenmin
de nationale ontwapening, doch wel een hem
passende sociale politiek zou bevatten. De
heer Marchant zou blyk geven geen staats
man te zyn, indien hy, voor deze keuze ge
steld, het tweede programma nieo boven het
eerste zou verkiezen.
Inderdaad, zoo is het. Ik zeg niet, dat een
centrumform8 tie gemakkelyk zal zyn tot
stand te trengen. Doch de bewering, dat zulk
een. kabinetsformatie bij voorbaat onmogeiyk
zou zyn, omdat de Vryzinnig-Democraten
zonder eenige rertrictle aan het Leginsel der
nationale ontwapening moeten vasthouden,
geeft blyk van een volkomen miskenning der
politieke realiteit.
DE SNELSTE TREIN TER WERELD.
De Duitsche Spoorwegmaatschappij heeft
in alle stilte een nieuwe „Schnelltriebwagen
gebouwd, waarin 102 reizigers Ilde klas
kunnen worden vervoerd en welke een snel
heid van 160 kilometer per uur bereikt. Deze
nieuwe bliksemtrein, welke zonder locomo
tief rijdt en door electrischen stroom wordt
voortbewogen, zal reeds in Maart in het
rormale verkeer op de lyn Beriyn—Ham
burg worden genomen. Hy zal dan den FD-
ttein, welke thans de reis Beriyn—Hamburg
zonder onderbreking maakt, vervangen, des
ochtends uit Hamburg vertrekken en op het
einde van den namiddag de terugreis uit
Beriyn aanvaarden. De reis zal niet meer
kosten, dan die met den FD-trein, nameiyk
23 mark voor één reis tusschen Berlijn en
Hamburg.
By de verschillende proeftochten, welke
met den nieuwen trein zyn gemaakt, be
droeg de kortste reistyd 2 uur 18 minuten,
de hoogste tyd 2 uur 30 minuten. De Ryks-
spoorwegmaatschappy hoopt ook in het nor
male verkeer dergelyke tyden te kunnen
bereiken. De snelheid zou in dit geval 120 A
125 kilometer bedragen, terwyi onderweg
een maximum-snelheid van 160 kilometer
zou worden bereikt. Met een dergelyke snel
heid op een afstand van 287 kilometer zon
der onderbreking van de reis zal deze nieu
we trein de snelste trein ter wereld zyn.
Het geheim van de snelheid van het nieu
we spoorwegwonder ligt daarin, dat men er
Jn is geslaagd, den weerstand van de lucht
tot op een minimum te beperken. Teneinde
den doelmatigsten vorm vast te stellen,
heeft men met voor dit doel geconstrueerde
modellen proeven genomen in het wlndka-
naal van den „Zeppelin Luftschiffbau". Deze
proeven hebben er toe geleid, dat de uitein
den van den trein sterk werden afgerond,
dat de zolderingen aan de beide uiteinden
hag zijn gemaakt en dat de ruimte onder
den romp van den trein met laaghangende
platen is bekleed. Met het principe der
stroomlynen werd rekening gehouden. Niets
mocht uit het rijtuig uitsteken, met uitzon
dering van een buffer tusschen de beide
schijnwerpers, die op oogen geiyken, en de
stoompyp, die aan den horen van een fabel
dier doet denken.
Om den weerstand van de lucht te ver
minderen, moest ook de trein zelf zoo licht
mogelyk worden gemaakt. Men heeft ook
daarom de motoren en de dynamo's wat
by de Amerïkaansche „Schnelltriebwagen"
niet het geval is uit den romp van den
tic-in verwyderd en ondergebracht in het
onderstel. De romp van den trein zelf is in
spanten zoo licht mogelijk gebouwd, ten
einde het gewicht tot een minimum te be
perken. Deze trein kan dus niet aan andere
treinen worden gekoppeld. Hy bestaat uil
twee helften, elk voorzien van een onders'
met twee assen aan het einde van elke helft
en van een gemeenschappelijk onderstel in
het midden. Twee Dieselmotoren van 410
PS, gebouwd door de firma Maybach, zorgen
voor den stroom. De stroom wordt electrisch
op de drijfassen overgedragen. De ingenieur
ziet hét wonderlijke van deze nieuwe con
structie daarin, dat de 410 PS-Dieselmotoren
en de electrische generator samen in één
enkel onderstel zyn ondergebracht, een pres
tatie, die, tien laar geleden, door eiken des
kundige voor onmogelyk werd gehouden.
Dit wonder ls niet plotseling geschied.
Ten einde den snelsten trein ter wereld te
kunnen bouwen, heeft de Duitsche Spoor-
wegmaatschappy jaren lang proeven geno
men. Ook de ondervinding, opgedaan met
stiaatomnibussen, was van beteekenis voor
dc constructie. De Ryksspoorwegen hebben
ir» hun verkeer op zyiynen een aantal
„Triebwager" van verschillende vormen,
waarmee echter slechts een geringer aantal
passagiers kan worden vervoerd en waar
mede ook niet een dergelyke hooge snelheid
xan worden bereikt. Eerst het gebruik van
de 12-cylinder 410 PS Maybach-Dieselmo-
toren en de proeven met modellen in het
windkanaal van den „Zeppelin Luftschiff
bau" hebben de Wagen- und Maschinenbau
A G. (Wumag) in staat gesteld, den nieu
wen „Schnelltriebwagen" te bouwen.
De oude Grieken hielden de aarde voor een
schyf, die op een geweldigen Oceaan dreef.
De naïeve voorstelling van den vorm der
aarde, vinden wy nu belachelyk, doch in één
opzicht is zy juistDe zoogenaamde vaste
landen zyn nl. alles behalve vast - ze drijven
rond, al is het dan ook niet op zoo dun-
vloeibaars als water. Gelukkig merken wy
daar niets van, evenmin als van het feit, dat
de aarde om haar as draait en zich met een
snelheid van byna 30 K.M. per seconde om de
zon beweegt.
De theorie der drijvende vaste landen is
het eerst in 1910 geformuleerd door Alfred
Wegener en sindsdien door nauwkeurige
waarnemingen bevestigd. De nieuwste vol
maakte meetinstrumenten hebben interessan
te dingen geleerd. Amerika drijft duidelijk
naar het Westen over 10 jaar zal New-York
500 M. verder van ons af liggen dan thans.
Doch Europa is evenmin rustig; het onbe-
weeglykst is Azië.
De vastelanden verplaatsen zich, doordat
de taai-vloeiende magmalaag, waarop zy drij
ven, niet overal even dik is en niet overal
dezelfde samenstelling heeft. Die magmalaag
is voor onze begrippen weliswaar vast, doch
men dient er rekening mee te houden, dat op
grootere diepten boogere temperaturen heer-
schen en dat er in de geologie wordt gerekend
met tydperken van langen duur. Men kan het
dus beter vergeiyken met hars en asphalt,
welke materialen wel bewerkt kunnen wor
den, doch niet volkomen vast zyn.
Een andere interessante omstandigheid is,
dat deze bewegingen der aardkorst niet geiyk-
matig plaats vinden, doch volgens een ons
nog onbekend rythme. Misschien spelen
uiterst geringe storingen in de rotatiesnelheid
der aarde er een rol by, misschien ook in
vloeden van de maan of de zonnevlekken,
wy weten het niet. Vast staat alleen de groote
veranderlykheid en als de aarde werkeiyk
twee billioen jaar oud is, zooals Jeans zegt,
dan heeft zy meer veranderingen ondergaan
dan een honderdjarige sedert zyn geboorte.
De wereldkaart zou nog eens en nog eens door
elkaar geworpen zyn, de vastelanden zouden
een rondedans hebben gemaakt als de stuk
ken op een schaakbord, even langzaam en
eyen ingewikkeld.
Zoover willen wy niet gaan. Maar er be
staat goede grond voor de veronderstelling,
dat onze werelddeelen vroeger één samenhan
gend geheel hebben gevormd. Zoo kan men
de merkwaardige overeenkomsten in faur.a
en flora verklaren, welke byv. bestaan tus
schen Brazilië, Australië en Zuid-Afrika. Bo
vendien Is de vorming van gebergten door
deze verschuiving der vastelanden op verras
send eenvoudige wijze te verklaren.
Vroeger dacht men, dat de gebergten ont
staan waren door het verschrompelen van de
afkoelende aarde. Wanneer men echter ziet,
hoe de gebergten als plooien in de aardkost
in twee smalle banden rondom den Groote
Oceaan liggen en in de Middellandsche Zee
zone van Europa en Azië dan kan men dat
moeiiyk vergelijken met het verschrompelen
van een appel. Interessant is in dit verband
de uitlegging van professor Salomon Calvi
van de Heidelbergsche universiteit„Als twee
vaste landen naar elkaar toe dryven, drukken
zy de kusten van de tusschenliggende zee op
en leggen ze in plooien, die zich over de
vastelanden heen schuiven. Zoo is de Hima
laya ontstaan, daardat Voor-Indië, dat vroe
ger tót het Zuideiyke vasteland behoorde,
naar Azië toedreef. Zoo zyn ook de Alpen
ontstaan, doordat Afrika zich met Europa
vereenigde. De geologische grens tusschen
Europa en Afrika ligt by Locarno...."
De rustelooze bewe ringen van de aardkorst
nebben ook veel belangrijk wetenschappeiyk
materiaal verloren doen gaan. Uitgestrekte
landstreken verdwenen onder het zeewater,
andere doken er uit op en de druk der voort-
dryvende landmassa's wierp hun oppervlakte
door elkaar of legde haar in plooien tot in
drukwekkende bergketens. Volgens de oscilla
tie-theorie van den Beriynschen* professor
Haarmann verkeert de aarde voortdurend in
trilling: deze geringe bewegingen kunnen
echter letteriyk bergen verzetten en natuur
rampen veroorzaken. De herhaalde instortin
gen te Lyon kunnen zoo verklaard worden,
evenals de groote aardverschuiving by Co-
chem aan den Moezel. Tunnels storten op on
verklaarbare wijze in, evenals de wanden van
steengroeven, terwyi door geringe verschui
vingen gassen kunnen ontsnappen naar myn-
Tangen om daar vreeseiyke rampen te ver
oorzaken,