PIJNSTILLERS l/AM VERDRIJVERS Nederlandsch... daarom beter. BURGERLIJKE STAND 01JüfÜ^^Zakje 10 ct. Koker 40 en 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. MIDDELBURG. ONDERTROUWD. J. D. HeiJUger, 28 j. en E. Rijke, 25 j. J. van Kleven, 25 j. en M. J. Alleman, 18 j. G. van Wasbeelt, 64 j. en A. H. Weverling, 71 j. GETROUWD. J. van der Zee, 44 j. en Th. A. E. van Schaik, 29 j. BEVALLEN. A. van Luük, geb. Jongepier, d. VAN ONZE BOEKENTAFEL „Het Kankerboekje", samengesteld door L. Oziemblowsky. Uitgave Hol- landia-Drukkerij N.V., Baarn, 'prijs f 1.25. Onder den naam Oziemblowsky heeft een „leek" na jarenlange doorvorsching van lite ratuur op het gebied van kanker als product van dien arbeid boven vermeld boekje het licht doen zien. Zooals hij zelf zegt is het een populaire beschrijving van het ontstaan en het voor komen der gevreesde ziekte, noemt er vele oorzaken en verschijnselen van, beschrijft den groei en de overerfelijkheid en geeft een vingerwijzing voor de genezing ervan, zon der operatie, door een vermelding van toe te passen jleopathisehe, homoepathische en bio chemische middelen, van kruiden en plan ten, gevolgd door enkele dieet-voorschriften. De schrijver werd bij zijn studie vooral ge troffen door de vele tegenstrijdigheden die hij over dit onderwerp aantrof, waarmede de medische wetenschap zichzelf op eenige pun ten als het ware vernietigde. Zijn eerste, groot opgezet boek, werd even wel te ^root en te onleesbaar, weshalve iiij het omwerkte en in dit boekje van ruim 100 bladzijden zijn conclusies publiceerde, waar toe al dat tegenstrijdige hem bracht. „Particuliere Secretaris gevraagd...." door Frank Rogers. Uitg. Kemink en Zoon N.V., Utrecht. Prijs f120 ingen., f 1.90 geb. Tot de goede ontspanningslectuur kunnen we bovengenoemde roman, welke in de Nova editie verscheen, stellig rekenen. Deze speurdersroman vertelt van een jon gen Engelschman Tom Black, die op een wereldreis zijnde in Holland vertoevend bij een Duitscher als particulier secretaris in dienst trad. Die Duitscher blijkt aan het hoofd te staan van een wijd-verspreiden handel in cocaïne en andere narcotica. Na een spannende reeks van avonturen, vol gevaren en onverwachte wendingen, wordt de bende met behulp van een detective door Tom Black ontmaskerd en aan het ge recht overgeleverd. Hoewel de redding uit moeilijke situaties van onzen held en medehelpers vaak zeer toevallig en op het onwaarschijnlijke af is, leest het geheel niettemin zeer vlot en blijft de ontknooping tot het einde verborgen, maar de spanning houdt den lezer steeds gevan gen. Beter lof kan men een ontspanningsroman als deze bij zijn geboorte niet medegeven. „Prins Willem", Vader des Vader- lands, door W. G. mn de Hulst. N.V. D. A. Daamens Uitg. Mij., Den Haag. Prijs f 0.90. Onder de vele gedenkboeken en -boekjes die dezer dagen het licht zien in verband met de in April a.s. te vieren 400sten geboor- dag van den grooten Zwijger verdient dit werkje van den heer v. d. Hulst speciale vermelding. Het is voor onze jongens en meisjes bestemd, ter verspreiding op de scho len, en verhaalt in een 24-tal levendige hoofdstukken, eenvoudig en logisch aan el kaar verbonden, van de grootheid van deze nobele figuur onzer historie. De kinderen zullen het stellig niet alleen inkijken, maar lezen en herlezen. Het boekje staat vol mooie illustraties, ge deeltelijk gereproduceerd naar oude prenten, de uitgave is keurig verzorgd en de prijs is billijk en bij afname van grootere kwantums zelfs heel laag gesteld. MARKTBERICHTEN groente- en fruitveiling vlissingen. 7 Januari 1933. Op de gisteren alhier gehouden veiling werden de volgende prijzen besteed Kleiperen 8—13 ct.pondsperen 15—ld ct.goudreinet 1517 ct.court pendu1 13 ct roode kool 3 ct.bruine boonen 810 ct uien 3—5 ct.rapen 1 ct.koolraap 1— li/2 ct.spruiten 1120 ct.kroten 2 ct."; kleine peeën 1—3 ct.schorseneer en 12 —14 ct., alles per KG.poelje-eieren 36 ct. kipeieren 45 ct.eendeieren 36 ct., alles per IC stuksboerekool f21/2 ct.roode kool l/25 ct.savoije kool li/2—6'/2 ct.bloem kool 2—19 ct., alles per stukselderie V/23 ct.prei 27 ct.ramanas 2 ct.peeën 1— 4 y2 ct.kroten l/22 ct.rapen 24 ct., alles per bosveldsla 1315 ct.peterselie 47 ct.Fransche postelein 14 ct., alles per chip veldsla 3536 ct.andijvie 3765 ct., beiden per kist. Rommella. De dagen zijn nog kort, ondanks we al Januari hebben en dus vooruitgaan. Nu de Decemberfeesten achter den rug zijn, sta je een beetje vreemd en onwennig temidden van die dagen. Je doet je dagelijksche bezigheden, je bezigheden, die je „gewone bezigheden" noemt. Maar aan extra werk, dat vele uren vraagt, begin je niet, want de dagen zijn nog kort en het is lastig om bij lamplicht te werken. Eigenlijk denk je dat zonder er je goed rekenschap van te geven. Want het kunstlicht- van nu heeft zijn volmaaktheid bereikt en zou een strijd met het daglicht best kunnen verdragen. Maar „de dagen zijn kort" heb je met den paplepel in gekregen, en het beteekende en het beteekent nog „het is geen tijd voor extra huiswerk". En vanaf de kaars tot de electrische gloeilamp toe zijn de dagen in den winter kort gebleven en je handelt er naar alsof je geen gezond verstand en geen gevoel voor logica meer bezit. Maar je wilt niet werkloos zijn. Zóó zeer zijn menschen gecultiveerd, dat ze niet meer zonder werk kunnen leven. Het leven zelf, het leven alleen, geeft geen vreugde meer. Werk is de basis van geluk en tevredenheid. Eigenlijk is dit verschrikkelijkHoe is het tot deze misvorming gekomen Je voelt de verbijstering 'n je hart groeien. Je weet, dat er nu een chaos van gedachten in je omhoog stijgt, waaruit je niet los'zult kunnen komen. En dat wil je niet. Dat is je zucht naar zelfbehoud. Je staat op en je vindt, dat je wel eens wat kast- en tafelladen kan opruimen. Het is een werkje, dat je gemakkelijk kan afbre ken als "het daglicht wegzinkt. Je begint met de rommella in je eigen kamer, waaraan je, zoo vaak als je haar opentrok en weer dichtschoof, je hebt ge- ergerd. Rommella..., Zoo lang je bewust leefde, heb je geen rommella, geen rommel- mand, geen rommelzolder willen hebben. Je dacht: „Rommel is rommel en dus over bodig Maar zoolang je bewust leefde, had je een rommella, een rommelmand, een rom melzolder. Als je de la van je toilettafeltje opentrekt, met een rukje omdat zij in den loop van de jaren een beetje is gaan klemmen, schudt de inhoud even heen en weer. Het is alsof alle dingen opschrikken omdat ze opeens uit hun rust worden gehaald. Een voor een visch Je dingen op. Het is een stukje van dit en een eindje van dat. Er zijn i~ege en half-volle flaconnetjes, ver sleten cretonnen doosjes, een op de vouwen vergaan papiertje, een veréogen sierspeld, een gedeukt vingerhoedje, een dof geworden knoop.... Alles ademt verval. Er stijgt een duffe geur uit op. Je denkt„Wat een zoodjeWat een ongemotiveerd, leelijk zoodjel", en het liefst smeet je de la met één beweging weer dicht. Je houdt niet van leelijke dingen. Er kruipt een physieke walging in je op bij alles wat onschoon en slordig is. Dat kun je niet hel pen. Dat heb je altijd gehad. Je waagt je niet eens meer af of dit wel gerechtvaardigd is. Het hoort bij je. Het is je zelf. En je hebt al lang geleerd met je zelf op een goeden voet te staan. Opeens raken je woelende handen verward in een zilveren kettinkje. Je trekt het op en er tinkelen kleine, zilveren dingetjes. En dan is het plotseling of er een zachte lentewind je ooren suist, alsof je wilde bloemen ruikt en alsof er langs je oogen een sluier trekt van rose en blauw en zuiver wit, blank wit, ont roerend wit. Want dit zilveren kettinkje met die bengelende dingetjes heb je gedragen toen je jong was en het leven nog geen open kaart met je speelde. Je dro^-g het op jurken met strookjes en vroolijke tierlantijntjes. Op je veertienden verjaardag had je het ge kregen. Van Paul. Hij noemde het „een meis jesachtig nonsensding", maar hij had zich door moeder laten raden. Telkens kreeg Je er een nieuw hangertje by. Op verjaardagen, met Kerstmis, by een mooi rapport. „Bedel- ketting" werd het genoemd. Het was wel een goed woord, want by iedere gelegenheid be delde je om een nieuw hangertje. Kyk, dit klompje had je van moeder gekregen, dit olifantje van tante Annie. Met vader had je dit mol3ntje gekocht. Omdat je eerste brei werk e«i das voor hem geweest was.,.. Vader.... Moeder.... Heel je jeugd ligt daar voor Je open. Het is alsof opeens een zachte hand behoedzaam in je gaat woelen, in alle dingen die je reeds lang hebt weggeborgen. Je voelt den gloed van de huiskamerlamp uit je kinderjaren. Je ondergaat weer die eigenaardige bekoring van den, Zaterdagavond, die yol heimelijke beloften voor den Zondag was. Je voelt weer dien vreemden brand achter je oogen als je keek naar moeder's vermoeide handen, die dikke, blauwe aren hadden. Hetzelfde ver langen om moeder's handen in een verwarde ontroering te streelen, tintelt weer in je vin gertoppen. Jeugd.... jeugd.... en boven dit alles uit vader en moeder. Je voelt lentewind langs je ooren strijken, je ruikt wilde bloemen en langs je oogen golft een eindelooze sluier van rose en blauw en wit. Het kettinkje met de tinkelende hangertjes giydt door je vingers. Het hjkt een rozen krans. Het klompje, het molentje, het oli fantje.... ze zyn nu dof, alsof er een nevel omheen is gedaald. Eens glinsterden ze. Toen ze nieuw waren. En eens, teen je ze gepoetst had omdat je aan den avond van dien dag uit zou gaan. Je herinnert je dien avond nog. Hoe vreemd, je herinnert hem tot in zyn kleinste bijzonderheden. Hij schijnt nooit uit je te zyn heengegaan. Je zat in een zaal met veel menschen. Licht klaterde door kristal len kronen en je keek naar de fonkelende facetten, strak en onberoerd. Dan de hooge, yie toon van een viool, die aanzwol, aanzwol, die voller werd, die glanzender werd, die leek op iets, dat de aarde ontsteeg en den hemel naderde. Je hart sloeg in je keel. Je had even een angst, dat je hart bersten zou en naar buiten springen. Je handen krampten tezamen. Je dacht „Ik wil sterven 1" en je hunkerde naar vage, onbegrepen dingen, die tot het leven behooren.... Je staat daar in dien korten Januari-dag met het kettinkje uit je jeugdjaren om je vingers gewonden. Misschien sta je daar een beetje dwaas, een tikje sentimenteelMaar je lacht een lach van blyde herkenning. En je legt het kettinkje weer op zyn plaats terug en je sluit de la, die rommella, die niet meer op wil ruimen omdat je haar niet missen kan. Weven op tafeltoestellen. Deel 1 van de serie „Boeken voor Vrouwenhandwerk". Uitg. Van Holkema en Warendorf te A'dam. Wonderiyk snel is het weven weer popu lair geworden. Is het omdat de vrouw genoeg heeft van de fabrieksproducten of is het om dat een onbewuste behoefte haar dwingt terug te keeren tot de rust van het hand werk, waarby het weven door zyn vele mo- geiykheden gerekend mag worden tot de soort, die het meest boeit en spreekt tot de fantasie? We weten het niet, maar dit is geenszins een belemmering om ons over het verschynsel te verheugen. Want met de po pulariteit van het handweven zullen de schoonheid en intimiteit in onze interieurs terugkeeren, die door de op de spits gedreven „nieuwe zakelykheid" wel een beetje in t ge drang zyn gekomen. Het mag daarom geluk kig heeten, dat de Uitgevers-My. Van Holke ma en Warendorf het eerste deeltje van de serie „Boeken voor Vrouwenhandwerk", welke staat onder leiding van Elis. M. Rogge, heeft gewyd aan het weven. „Weven op tafeltoestellen" door Geertruid de Graaff is een fraai uitgevoerd boekje, dat bestemd is voor beginnelingen, zoowel voor haar, die reeds een klein weefgetouw bezit ten, als voor haar, die zich nog een toestel moeten aanschaffen. Want in dit boekje wordt nergens de nadruk gelegd op een be paald type van weefgetouw. Het is een alge- meene handleiding, maar waaruit tevens kan worden opgemaakt aan welke eischen een goed toestel moet voldoen, hetgeen zijn nut heeft voor degenen, die zich er nog een moe ten kiezen. In verschillende hoofdstukken worden de voorbereidingen tot het weven en de techniek van spoel- en kunstweefsels behandeld, die besloten worden met prachtige afbeeldingen van weefstukken en hunne beschrijvingen, welke tot patroon kunnen dienen. Eenvoudige avondjaponnen. We hebben al meermalen kunnen consta- teeren, Jat d mode rekening houdt met de smaller geworden beurzen, maar dat ze zóó ver gaan zou als thans is geschied met de avondjaponnen, hadden we toch nooit kun nen denken. Wat is nameiyk het geval Vooraanstaande Parysche modehuizen hebben het gewaagd om in de plaats van kostbare robes du soir van brocaat, satin en velóurs, japonnetjes te lanceeren v&K' shantung, tussor, piqué," voile en meer van dergelyke. stóffen, die we dezen en voorgaanden zomer aan het strand en'in de bosschen hebben gedragen. De elegante Parisiennes hebben eerst gemtend met een grapje te doen te hebben, niaar tóen zy be merkten, dat het de modehuizen ernst was, gingen ze dit vreemde verschynsel wat aan dachtiger bekijken. Het gevolg hiervan was, dat ze zagen, dat de japonnetjes lang niet onaardig v;-.ren en dat zy met de vroegere japonnen ee enorm verschil in pry's maak ten, hetgeen voldoende was om zich een of meerdere van deze japonnetjes aan te schaffen. Door chique draperieën en door bloemen- guirlandes en ruches van fule, aangebracht langs het décolleté en den rokzoom, wordt aan deze japonnetjes een luxieus tintje ver leend. Ook avondtoiletjes van kant zyn weer in de mode en worden gegarneerd met fluweel, zy worden voor het meerendeel gedragen door dames, dië voor de japonnetjes van shan tung, piqué en dergelijke niet jeugdig genoeg meer zyn. Magere soepen. In „De Huishouding" schryft Mej, H. M. S. J. de Holl, oud-directrice van een huis houdschool, een artikel over „Magere soepen" en zy zegt daarin „Nog meenen vele menschen, en hieronder vooral zy die van de keukengeheimen weinig of niet op de hoogte zyn, dat een soep niet te genieten is, tenzy deze van „bouillon" ge maakt wordt. En dan bedoelen ze daarmee het afkookvocht van vleesch en de rest be stempelen ze als „watetf^, Alsof het vleesch- afkooksel meer recht op den naam van bouillon zou hebben dan het afkookvocht van visch en groentenOver den geur en smaak zullen we niet in dispuut treden, want die 2yn zoo zuiver persoonlijk, dat het dwaasheid is er over te strijden. Maar wat hun inhoud, hun voedingswaarde („kracht" zei men oud- tyds) betreft, staan bouillon van vleesch, visch en groenten op één iyn, zelfs zou men, aantoonen, dat de groentenbouillon het in zeker opzicht van de eerste twee nog wint. Maar voor dergelyke principieele opvattingen leent deze rubriek zich niet. Een „magere" soep heeft voor den Katho lieken vastendag en het vegetarisch régime niet dezelfde beteekenis. Men zou dus tegen my kunnen aanvoeren, dat ik dien naam ten onrechte heb gebruikt. Het byvocgelyk woord „mager" moet, zooals vrij algemeen bekend is, niet opgevat worden in tegenstelling met „vet", want in de magere soep wordt in den regel juist meer vet verwerkt dan in de vleeschsoep. Het is achtergebleven uit den tyd, dat vleesch gedacht werd als het voedsel voor den mensch van zoo hooge waarde, dat hij beschouwd werd te vasten by het eten van visch en honger te ïyd >n als zyn voedsel hoofdzakeiyk uit groenten bestond. „Les jours de maigre" zyn dus de vastendagen en de gerechten, daarop toegelaten, worden in Frankryk nog altyd nader aangeduid met „maigre". En na deze verklaring voel ik de vrijheid den verzamelnaam xam ^magere soe pen" kortheidshalve te handhaven. De jur van bouillon moet hoofdzakeiyk zyn dien van de grondstof, waarnaar de soep genoemd wordtbloemkool-, tomaten-, sel- dery, wortel-, paddestoelen-, aardappel-, schelvisch-, paling-, kreeften-, garnalensoep enz. Wat er verder aan toegevoegd wordt mag in zooverre slechts meespreken, dat de hoofd- geur beter er door uitkomt. Ge maakt dus ge bruik van die coekruiden, versch of gedroogd, en die speceryen, welke ge voor de gewoonte van uw huis meent het best erbij te hooren. In de Hollandsche keuken Kan op dit punt veel meer variatie worden gemaakt, want zyn er niet vele kooksters, wier ïystje van kruide rijen niet meer bevat dan ui, peterselie, sel- dery, peper en nootmuskaat? Wie eens de. moeite wil doen een pryscourant van een goed ingerichte tuinzaadkweekery in te zien, zal merken, dat er heel wat meer toekruiden ook in ons land te koop zyn dan de huis vrouw in het algemeen vermoedt en dat zy ze ook by den groentenboer zou kunnen krygen als er slechts meer algemeen vraag naar was. Nu worden ze nog in hoofdzaak gekweekt en ter markt gebracht voor de hotel- en restauratie-keukens en voor de in haar bedryf goed onderlegde en ervaren echte „keukenmeid". Ui of prei, in hun geheel af gekookt en later verwyderd of fyn gehakt, in bouillon saar gekookt of apart gesmoord of gefruit, kan in elke magere soep dienst doen. Ook knoflook kan voor vele gerechten, ook voor deze soepen, gebruikt worden, maar Wie een beetje handig is, kan ze zelf maken. Een kapmanteltje wordt gewoonlyk als een luxe beschouwd. En toch is dit niet heelemaal juist. Te meer niet nu de nachtjaponnen van dien aard geworden zijn, dat zy 's morgens na het opstaan gerust nog een uurtje ge dragen kunnen worden. Want trekt men over zoo'n chemise-de-nuit een jakje, dat wij „kapmanteltje" plegen te noemen, dan ont staat hierdoor niet alleen een bekoorlyk huis ensemble, maar tevens een ensemble, dat in het koude jaargetydê bewyaen zal aangenaam warm te zitten. Hoewel het den indruk maakt alsof zoo'n kapmanteltje vry kostbaar en gecompliceerd daarmee moet ge vooral zuinig zijndoor het inwryven van den bodem van de pan met een pitje knoflook wordt de geur er van aan de meeste gerechten voldoende meegedeeld. De comestibleshandelaar is Vi staat uw keu- kenlystje van specerijen belangryk aan te vullen, -n oo_ Maggi-aroma kan als geur, vlak voor het opdienen, aan de soep toege voegd worden. Dat erwten cn boonen, met hun schil of na het gaar koken hiervan bevryd, door gewre ven te worden door een zeef samen met groenten als ui, peterselie, selderie, kervel en dergelijke een voedzame en smakelyke soep kunnen geven, is aan iedereen bekend. Maar ook rijst, macaroni, havermout, tapioca kun nen dit en ik bedoel niet deze stoffen ge bruikt als vulsel, waarvoor ze in de andere soepen ook dienst kunnen doen, maar even als de erwten en boonen als hoofdbestand deel, waarvan ge een afkooksel maakt met toekruiden en als specery bijvoorbeeld foelie, kruidnagelen of thym, die aanvult met groen ten en het vocht „lijmig" laat inkoken of -iel het op de gewone manier met bloem, blank of bruin gefruit, bindt. Van visch kunt ge den bouillon maken door versche visch in water eerst gaar te koken, maar denk vooral er aan om niet als naar gewoonte voor visch, het water sterk te zou ten, want niet de visch, maar de bouillon wordt de hoofdzaak. Neem dan het visschenvleesch van de graat, stamp of hak wat er over blijft aan graten, vinnen, vellen enz. grof in stuk ken, zet het haksel met toekruiden en spece ryen in het vischwater opnieuw op en laat dit 30 a 40 minuten zachtjes koken. Zeef dan den bouillon en maak de visch, in grove of fynere stukjes verdeeld, er in warm. Ge kunt ook deze soep iets binden met een der be kende vulselsvermecelli, rijst enz., met eieren, bloem- of aardappelmeel. Maar in de plaats daarvan kunt ge al deze magere soepen met veel succes over dobbelsteentjes, drie hoekjes, rondjes, vierkantjes bruin of wit oud brood, geroosterd of beter nog in olie, boter of vet gefruit, daarna in Je soepterrine ge daan, uitgieten en dan onmiddellyk opdienen; in plaats van brood kunt ge ook gebakken aardappelballetjes (croquettenballetjes), ge bakken aardappelreepjes of plakjes (pommes frites, chips) nemen. In sommige dezer soe pen, als die van aardappelen, macaroni, rijst en visch, smaakt ook kaas, welke men geraspt aan tafel kunt laten rond gaan, uitstekend. van maaksel is, kan het toch door wie een beetje handig is best zelf gemaakt worden en met slechts geringe middelen. Aanbevelin verdient het om zyden tricot te nemen, een weefsel, waarvan we ook ai nachtjaponnen zien en dat liet alleen billijk in prijs en fraai is, maar dat ook uitstekend gewasschen kan worden. Kiest men dergelijk materiaal in een mooie pasteltint en gebruikt men voor garneering naturel-kleurige kant, dan kan men er zeker van zyn tot een be koorlyk en ongemeen resultaat te komen. Onze ceekening geeft een patroon voor een allerliefst kapjasje, dat geheel met kant om zoomd is en gierlflke, kelkvormige mouwen heeft Kapmanteltjes.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 7