feifplie Courant
VIERDE BLAD
Ons leuk
'Raadselhoekje
Ons gezellig
Tirieoenkoekje
Voor de klein-tjes, die pas lee-ren le-zen.
van de
van
Zaterdag 7 Januari 1933. No. 6.
Trippeltje.
(20)
„O heelegaar niet 1" riep Trippelt je, met
opzet dit rare woord gebruikend, dat Juweel
tje ergeren moest. Hij had het Tijsje eens
hooren zeggen, die daarom een beetje berispt
was. „Je moet behoorlijk pratenhad de
vrouw tegen hem gezegd. „Heelegaar niet
Zie je wel, daar had je het alJuweeltje
o wat een lor van een naam was dat toch
trok me een snuit, nou 't Leek warempel
wel of hy een lepel anijsdruppeltjes voor zich
kreeg, zóó'n afgrijzen toonde hij. „O heele
gaar nietIk krijg eiken ochtend brood, soms
wel met een klein beetje boter er op, en
's middags weer, en 's avonds krijg ik groen
ten en vleesch en aardappelen met jus...."
„Meer niet
„Natuurlijk wel. Laat me asjeblieft uitblaf
fen. Het is niet netjes iemand in de reden te
vallen. O zoo, die zit hè Heb ik je daar eens
eventjes een fijn lesje gegeven Natuurlijk
krijg ik nog meer. Eiken dag krijg ik een
biscuit je enne.... enne.... nou ja, en nog
meer lekkers I"
„Merkwaardig, dat je dit allemaal verdra
gen kan O, ik zou er niet tegen kunnen
„Waar niet tegen 'vroeg Trippelt je, tame
lijk onnoozel.
„Tegen zulk eten natuurlijk. Brood.... ik
weet niet eens hoe het er uitziet. Ik krijg
altijd cake als ik 's morgens wakker word en
als ik X trek in heb, een eitje. En verder
krijg ik eiken dag pudding en chocola en
suiker en amandelkoekjes. Biscuitjes....
merkwaardig Ik zou ziek worden
Trippelt je zat verslagen. Ja heusch, hij zat
verslagen. Hij was dan ook een lekkerbekje
en dat zoo'n hond als zijn broertje, zoo'n
beest met een mallen naam, zoo'n stuk strik,
dat nog te verwaand scheen om te kijken, dat
zoo eentje r.u eiken dag als 't ware in luilek
kerland zat, daar kon hij niet over uit, dat
maakte hem werkelijk stil.
Daar zou Juweeltje natuurlijk in zijn pootje
om lachen, maar gelukkig riep de vrouw net
„Kom Trip, we gaan naar binnen
Zonder Juweeltje te groeten, die zooiets
natuurlijk yeer erg ongemanierd vond, liep
Trippeltje het huis in.
„Dat was me een ontmoetng, hè zei de
vrouw toen ze weer in de kamer waren. „Heb
je prettig met je broertje gebabbeld
„Nou, en óf, vrouwblafte Trippeltje.
Maar hij trok er een snuitje bij, dat als de
vrouw hem zou hebben aangekeken haar
gezegd had, dat hij er niets van meende.
HOOFDSTUK X.
Besluit.
's Avonds, toen de kinderen al allemaal
naar bed waren, werd er gebeld. Eigenlijk
was dat niet zoo veel bijzonders. Er werd
's avonds wel meer gebeld. Maar Trippeltje
was altijd heel nieuwsgierig naar wie zich
kwam aanmelden en nog vóór de baas of de
vrouw was hij altijd al bij de deur en stond
daar ongeduldig te trappelen. Het was toch
maar een last, dat deuren krukken en knop
pen hadden, waaraan eerst gedraaid moest
worden om de deur open te krijgen.
Ook dezen avond was Trippeltje al bij de
deur toen de schel nauwelijks was overge
gaan.
„Wie zou dat zijn vroeg de baas, opkij
kend van zijn krant.
„Ik weet het niet. Ik ben niemand te wach
ten', zei de vrouw, ,,'k Zal maar eens gauw
gaan kijken. Neen Trippeltje, blijf jij maar
hier. Je bent vandaag in zoo'n brommige bul,
dat we nog kans hebben, dat je het bezoek
met gegrom verwelkomt".
„Ik in een brommige bui herhaalde
Trippeltje. Hij dacht,,'t Kan best zijn, maar
dat is dan vast niet zonder reden. Nogal wat
lekkers om zoo'n broer te hebben ontmoet
Ik...."
Maar Trippeltje^s gedachten namen opeens
een sprongetje, en een heel andere richting
uit. Hij hoorde stemmen in de gang en behal
ve die van de vrouw, kende hij ook de an
dere. Beslist, er was geen twijfelen aan. Die
stem had hij meer gehoord. En nog niet eens
zoo lang geleden Zelfs onlangs had hij haar
<*«hoordWacht eens eventjes.... Wacht
ïns eventjes.Hij wist 't I Hy vergiste zich
Wet. Alle honden nog aan toe, 't was de
vrouw van JuweeltjeWat moest die hier
doen? Soms haar lieveling aan den baas
laten zien?
Trippeltje werd warm van verontwaardi
ging bij de gedachte, dat Juweeltje hier, in
zijn heiligdom, zich zou ophouden. Neen
maar, dat zou er nog bij moeten komen l Dat
liet hij niet toe, hoor 1 Stel je voor, eerst
praten van „een vingerhoedje van een hokje"
en zoo en er spottend en met een opgetrokken
neus naar blijven kijken, en dan maar, net
alsof er niets was gebeurd, op bezoek komen
Gelukkig bleek Juweeltje zijn vrouw op
haar tocht niet vergezeld te hebben. Trip
peltje zag het dadelijk. De dame, die hem
dien morgen had aangehaald en gezegd had
„O, ik herinner mij je nog best 1" was heel
alleen.
„Gaat u binnen", zei de vrouw. „Dit is
mijn man. De kinderen slapen^al".
En tot de baas, die was opgestaan toen het
bezoek binnenkwam, zei de „vrouw „Kijk,
dit is de mevrouw, waarvan ik je straks ver
teld heb, je weet wel, de vrouw van Juweeltje,
Trippeltje's broertje".
„En wat voor een broergrinnikte Trip
peltje, die aandachtig oplette.
„Ja mevrouw, ik heb van de kennismaking,
of beter gezegd van het weerzien tusschen de
twee viervoeters gehoord", zei de baas.„Neemt
u plaats. En waarmee kunnen wij u van
dienst zijn
De vrouw van Juweeltje ging zitten, 't Was
net of ze een beetje verlegen was, of ze eigen
lijk niet goed durfde zeggen wat ze zeggen
wilde. Maar eindelijk toch scheen ze voldoen
de moed verzameld te hebben en ze zei„U
moet niet boos worden om wat ik u nu vra
gen ga. Als u aan mijn verzoek niet wilt of
kunt voldoen, zegt u dan gerust neen en ik
zal u dit nooit kwalijk nemen".
(Slot volgt).
De familie Wortelman.
Kijk, daar heb je de familie Wortelman
mevrouw en meneer, met Marietje hun doch
ter, en Kees het hondje. Ze zijn best op de
kennismaking gesteld, zie je wel V Ze kijken
tenminste erg vriendelijk. Zelfs Kees is in
zijn nopjes. Dat blijkt wel uit zijn eigenwijze
staartje, dat opgewekt naar boven wijst.
Hoe de familie aan den naam Wortelman
komt? Wel, meneer en mevrouw, benevens
Marietje en Kees, nij zijn allemaal van wor
teltjes gemaakt. Ja, met worteltjes kun je ook
nog wel iets anders doen dan ze alleen maar
opeten.
Heeft moeder juist bij den groentenboer
worteltjes gekocht Ga dan gauw vragen of
je er een stuk of zes mag hebben. Dadelijk
doen, hoorAnders heb je kans, dat moeder
O O
ze al in de pan heeft, en wij kunnen om de
familie Wortelman te maken geen gekookte
worteltjes gebruiken.
Heeft moes je wat worteltjes gegeven Kijk
eens aan wat een mooie En het zijn er vast
wel meer dan zes. Niet direct opknabbelen,
hoorWant het kan best zijn, dat bij het
snijden van de poppetjes er een worteltje
breekt en dan is het prettig en gemakkelijk
als je er nog een paar in voorraad hebt.
Je hoort het alde poppetjes moeten ge
sneden worden. Een mesje, liefst een zak
mesje, dat een kleine punt heeft, moet je
dus ook hebben.
Verder heb je noodig een schaar, wat afge
brande lucifershoutjes, een stukje carton of
stijf papier, bijvoorbeeld teekenpapier, een
stukje bruin; blauw of zwart papier, spelden
en crêpe-papier.
Dat is een heele massa, hè Maar gelukkig
niet moeilijk bij elkaar te brengen. Zorg dat
je alles bijeen l.ebt eer je gaat zitten. Dat
is veel plezieriger dan dat je midden in je
werk moet opstaan om houtjes of crêpe-pa-
pier te zoeken.
Klaar Niets vergeten Dan aan 't werk 1
Wil je met mevrouw Wortelman beginnen
Mooi zoo. Zoek dan een vrij groot worteltje
uit, mooi rond aan den bovenkant. Het wor
teltje snijd je doormidden, zoodat je de punt
en het bovenstuk hebt. Het bovenstuk, met
den afgesneden kant naar boven, geef je een
gezichtje. Dat wil zeggen met de punt van
het mesje snijd je het mondje en het neusje
van mevrouw Wortelman uit. Voor de oogen
knip je uit het gekleurde papier twee kleine
rondjes, die je ieder met een speld in den
wortel prikt. De knopjes van de spelden stel
len dan de pupilletjes van de oogen voor.
Grappig niet
Nu zoek je een ander worteltje, dat als
romp dienst kan doen. Je snijdt ei het kopje
van af, zoodat je een vlakken kant krijgt,
waarin gemakkelijk drie houtjes gestoken
kunnen worden. Ze moeten langs den rand
worden ingeduwd op gelijke afstanden. Vóór
je de houtjes in den wortel steekt, moet je
misschien eerst een openingetje maken met
de punt van Je mesje of de punt van Je
schaar.
De houtjes stellen de beenen van mevrouw
voor, dat wil zeggen twee er van. Het derde
houtje dient alleen om het poppetje te kun
nen laten staan.
Ook steek Je een half houtje boven in den
romp, waarvan Je de punt hebt afgesneden.
Op dit zelfde houtje priem je dan mevrouw's
hoofdje. De worteltjes mogen elkaar echter
niet raken. Maar het stukje hout, dat te zien
komt, verberg je door een reepje crêpe
papier, dat je er bij wijze van dasje losjes om
heen strikt.
Natuurlijk krijgt mevrouw ook een paar
armen. Daarvoor priem je een paar houtjes
aan weerszijden van den wortel, die voor
romp dienst doet.
De jurk van mevrouw is een stukje crèpe-
papier, dat dubbel gevouwen wordt. De vou
wen vallen dan op de schoudertjes. Je knipt
er een halsje en een .splitje in en de jurk
is dan al gereed om te worden aangetrokken.
Nog een ceintuur om het middel en mevrouw
Wortelman ziet er in de puntjes uit.
Maar als ze met haar man en haar doch
tertje gaat wandelen, moet ze een hoed op
hebben. Ze loopt wel graag met haar bloote
bolletje, maar meneer Wortelman, die erg op
fatsoen gesteld is, zegt dat dit voor een dame
niet netjes staat.
Een hoedje kun je maken van een stukje
carton of styf papier. Je knipt daarvan een
rondje en maakt er een opening in, waarin
het hoofdje van mevrouw precies past. Daar
door zul je zien, dat er een stukje wortel
boven het cartonnetje uitsteekt. Dit kan den
bol van den hoed verbeelden. Je strikt er
maar een lintje van crèpe-papier omheen.
Hoeden met strikken zijn mode, zegt mevrouw
Wortelman. En mevrouw Wortelman kan het
weten. Die leest trouw iedere week de mode
artikeltjes in haar krant.
Meneer Wortelman kun je zeker ook wel
maken, hè Voor zyn hoofd kies je echter
een héél worteltje, want meneer Wortelman
O O
draagt altijd een punthoed. Ook heeft hij
geen das met een strik om, maar een wit
boordje met een slippendas. Dat boordje knip
je van stijf papier, waar je de slippendas van
crèpe-papier omheen vouwt.
Marietje is net zoo gekleed als mama. Dat
vindt ze groot staan. Want Marietje wil niets
liever dan groot wezen. Voorloopig is ze nog
maar een pukkie. „Maar wacht maar eens,"
zegt ze, „als het weer Mei is en er valt regen,
dan ga ik er lekker in staan en dan zing ik
Meiregen maak dat ik grooter word,
grooter word 1
Groot zijn dat wil ik zoo graag...."
In afwachting van dien Meiregen loopt
Marietje nu alvast met haar bloote bolletje.
Daarom moet je voor Marietje's hoofd ook
een worteltje nemen, waaraan nog een paar
plukjes loof zitten. Dat stelt dan haar pruikje
voor. Op school wordt zij Marietje-stijlhaaT
genoemd, maar dat is natuurlijk een leeljjke
naam, waar wij ons niet van bedienen.
Voor Kees, het hondje, kies je maar een
kort, dik stompje wortel, dat dan zyn romp je
voorstelt. Wat een rolmops ïykt hy dan, hè
Marietje verwent hem dan ook heel erg en
hy krygt eiken dag wel drie koekjes van haar.
Kun je zyn kopje snijden? Het is niet ge
makkelijk, maar met een beetje toewyding en
geduld lukt het toch vast wel. Kopje en romp
verbind je met een houtje, waar je een lintje
van crèpe-papier omheen strikt, zyn oortjes
en zyn staartje, evenals zyn vier pootjes,
maak je ook van stukjes hout.
Heb je daar nu niet een leuke familie
De vorige week waren er zeker nog heel
wat kinderen uit logeeren, hè We kregen
dit keer tenminste maar heel weinig briefjes.
Komt er volgende week weer een heele
stapel Doet dus dan weer ieder vriendje en
vriendinnetje mee En nieuwelingetjes ook
We hopen het maar, want ook voor ons leuk
Raadselhoekje geldt het„Hoe meer zieltjes,
hoe meer vreugd
En nu willen de kinderen, die dit keer heb
ben meegedaan, zeker graag weten hoe de
uitslag is, hè Daar komt hy dan.
5 goede oplossingen stuurdenAnnie Bou-
maMarietje CastelJ, van DuureHarry
van HalAnnie MullerAnnie Stapel.
3 goede oplossingen stuurden: Ko Kroes
en Frits Sommeling.
De oplossingen zijn 1. Oudejaarsavond.
2. Gelukwensch. 3. Twaalf uur, 4, Olie
bol. 5. Ons bset doen.
Nieuwe raadsels. De oplossingen moeten
weer uiteriyk Dinsdagavond aan het bureau
van de krant zijn. Op de enveloppe of het
netjes dichtgevouwen briefje moet staan
Aan ons leuk Raadselhoekje, de Vlissingsche
Courant te Vlissingen.
I.X.. Is een kleur.
X-. is een bewoner van Ierland.
X-. gebruikt de visscher.
X.. is een kleedingstuk voor heeren.
X-. is een jongens-, maar ook een meis
jesnaam.
X.. is een afsluiting voor een tuin of een
weiland.
X.. is een familielid.
X. is een deel van een boom.
X.. is een getal.
X.. is het hoogste deel van een huizendak.
Op de kruisjeslyn komt, van boven naar
beneden gelezen, een plaats in de provincie
Groningen te staan.
(Ingezonden door W. Jongepier)
2. Een meneer heeft op zyn naamkaartje
staan
TEO P. D. BOS.
Als je de letters in een andere volgorde
plaatst, kom je te weten welk beroep deze
meneer heeft.
(Ingezonden door C. Blomme.)
3. Maak uit gleHone een plaats in den
Achterhoek.
(Ingezonden door Andries Breel)
4. Het geheel bestaat uit 12 letters en is
een lief, klein bloempje.
3-12-5-6 is honderd jaar.
1-9-7 is een kleedingstuk voor heeren.
1-8-4-12 is een voertuig, dat gebruikt wordt
als er sneeuw ligt.
2-9-10 is het bovenste deel van een hui
zendak.
11-5-1 gebruiken we by de aardappeltjes.
(Ingezonden door Baby)
5. Schryf eens onder elkaar, elk woord van
4 letters een ander woord voor aardig, een
deel van een fornuis, een schaalvrucht, een
bergplaats van carton, een ander woord voor
oogenblik, een woonplaats voor vogels.
De beginletters vormen, van boven naar
beneden gelezen, een groote stad in Enge
land.
(Ingezonden door Cato Rondel)
Waschvrouwtje. Je mag, wat je ook
maar sturen wil, aan het adres van de krant
richten. Dan krijg ik het altyd wel in han
den. Dat mooie kaartje houd ik dan wel tot
1934 tegoed, hè? O, o, wat duurt dat nog
een tyd 1 Nog meer dan drie honderd dagen f
Hoeveel uurtjes is dat wel Kan ons Wasch
vrouwtje dat uitrekenen? Je hebt in de
vacantie mooi den tijd gehad om de wasch te
doen, is 't niet Liggen nu alle poppenkleer-
tjes in nette stapeltjes in de kast? Je hebt
wel een mooi raadseltje ingestuurd, maar het
zal nog wel een heelen tyd duren eèr het
wordt geplaatst, want van deze soort hebben
we nog o zooveel liggen. Als je nu weer eens
een raadseltje wilt insturen, moet je een
cyferraadseltje maken, zoo een als nummer
4 van de nieuwe raadseltjes vj-n deze week.
Zou dat wel gaan Je moet er wel even goed
by doordenken, maar daar ben jy vast niet
bang voor]
Adamson. Daar hebben we Adamson ook
weer eensTante Truus dacht al, dat je -óó
door je avonturen in beslag werd genomen,
dat je er het heele Raadselhoekje by vergat.
Want je weet, Adamson beleeft heel wat
grappige gebeurtenissen. Maar nu is het ge
bleken, dat het huiswerk de schuld is van
je wegbiyven. Nu, ik kan best begrypen, dat
je dit vóór laat gaan. Maar misschien vind
je toch nog wel af en toe een oogenblikje om
de raadsels op te lossen cn de antwoorden op
een papiertje te schryven. Hoe heb je het in
de Kerstvacantie gehad
J. van Duure. Ja, maar dat is geen
spreekwoord, hoorDat is een soort beeld
spraak en dus heel iets anders. Probeer eens
een raadseltje te bedenken, dat wél goed is.
Ik ben er zeker van, dat het je lukt. Kom je
me er volgende week mee verrassen Prins
geeft je een pootje en blaft„Dank je wel
voor die goede wenschen voor 1933. Ik
wensch jou ook een goed nieuw jaar en hoop
maar, dat je daarin veel kluifjes zult krij
gen Nu ik dit zeg, schiet de vrouw in een
lach. Ik begrijp niet waarom. Kluifjes is toch
maar het lekkerste wat je kunt bedenken
Wat zeg Je van hem Dag, hoor Een groetje
en goede wenschen voor poes Nora, want die
vergeet Prins natuuriyk opzettelyk.
Engeltje. Ja meiske, aan alles komt een
maal een einde, aan de goede, zoowel als aan
de akelige dingen. En geloof je niet, dat dit
maar heel goed is? Want we wennen aan
alles wat lang voortduurt, en als jij maar al
tyd vacantie had, dan zou je vast nooit meer
zeggen„Ha fyn, ik heb vacantieJe zou
misschien eerder zuchten„O bah, altijd
maar die vacantie I Komt er nu nooit eens
iets anders Ja, ik heb prettige dagen ge
had. Den laatsten dag van het oude en den
eersten dag van het nieuwe jaar heb ik bij
myn ouders doorgebracht. Dat was zoo rustig,
zoo vertrouwd en zoo veilig. Je dacht aan
niets anders dan aan de warmte en gezellig
heid, die er om je heen waren. En nu, nu
staan we weer midden in ons werk, de kin
deren in hun schoolwerk, de menschen in
hun, wat we noemen „maatschappelijk werk".
Nu moeten we ons weer inspannen, misschien
ook wel eens een enkel keertje teleurstellin
gen en tegenspoed het hoofd bieden. Maar we
slaan ons er wel doorheenwat zeg jij
Postzegelverzamelaar. Loop jy eens
vlug, maar zonder vallen, naar het bureau
van de krant, want daar ligt een enveloppe
met de beloofde postzegels. Eindelyk kom jij
dus ook eens aan de beurt, hè Wat ben ik
geschrokken van wat je van Dries vertelde.
Heeft zich dat verschynsel pas voorgedaan
of al eenigen tijd geleden Ik hoop maar, dat
hij gauw weer opgeknapt is en niet meer in
ons Raadselhoekje ontbreekt. Groet hem eens
hartelyk van me. Wacht, dat zal ik zelf even
doen. Dag Dries 1 Gauw beter worden, hoor
Roosje. Die wensch van je gaat vast in
vervulling, want ik ben heusch, net als andere
jaren, voornemens om jullie raadseltjes op te
geven en in ons gezellig Brievenhoekje met
jullie te babbelen. Wat heb je je briefje keu
rig geschrevenHè, dat vind ik nu juist zoo
prettig, dat ik zoo'n net episteltje onder de
oogen krijg. Dag Roosje
Wildzang. Ja, ik kan wel begrijpen, dat
papa en mama teleurgesteld en boos waren.
En daar mag jij niet om mopperen. Want
papa en mama hebben hierbij alleen en uit
sluitend aan jou gedacht. Zij hebben niet
hun eigen tevredenheid maar jouw welzijn op
't oog. Zy willen, dat Wildzang later een
flink en dapper mensch zal zijn, die opgewas
sen is tegen alle dingen, die zich zullen voor
doen. Zie je Wildzang, en een flink en dap
per mensch word je niet als je op school niet
je best doet. Wat heeft Wildzang vzich dus
voor 1933 voorgenomen Twee dingenpapa
en mama niet meer teleur te stellen en zich
op school eiken dag, van 9 tot 12 en van 2 tot
4 uur, reducht in te spannen, geduchter dan
andere kinderen, want zij moet haar slecht
Kerstrapportje nog inhalen. En weet je wat
tante Truus nu voor jou in 1933 wenscht
Dat je je goede voornemens zult houden én
trachten uit te voeren.
Professor. Ik geloof, dat over het heele
land het weer met Kerstmis, Oud- en Nieuw
jaar prachtig was. Iedereen zei,,'t Lykt wel
Paschen en dan moest ik denken aan dat
oude Kerstgezegde„Is het met Kerstmis
zacht, dan bergen we ons met Paschen in een
dikke vachtNu, ik hoop het maar niet.
Want Paschen valt laat dit jaar, ongeveer
half April, en dan is er al heel wat, dat
bloeit, 't Zou jammer zyn als al dat mooie
dan weer ging bevriezen. Dag Prof jeNog
iets van de broers gehoord
Mata Hari. Zul je vader en moeder be
danken /oor hun goede wenschen En wees
jy nu eens e:n flink meisje en breng ook
myn goede wenschen aan vader en moeder
over. Zeg maar, dat ik ze veel goeds voor
1933 wensch en bovenal, dat ze spoedig hun
dochtertje, een zekere Mata Hari, als een dik
tonnetje voor zich mogen zien staan. Neen
maar, wat leuk dat je van den zomer in Am
sterdam komt en my dan een bezoekje
brengtDoe dan maar extra je best met eten
en melk drinken, want ik wil alleen een rol
ronde Mata Hari voor me zien, hoorMaar
zeg, waarom heb je geen raadseltjes opge
lost Ik ga beslist gelooven, dat je dat ver
leerd bent. Tenzy je me gauw toont, dat ik
me hierin vergis.
Wie wil daarvan iets hebben
Een vriendeiyke dame die we intusschen
hartelyk danken stuurde ons wat Hille's
bonnetjes voor plaatjes en Kwatta-soldaatjes,
Wie wil daarvan iets hebben
EVENTJES LACHEN.
Rechter„Hoe bent u er toe gekomen, om
een gewicht van een kilo naar het hoofd van
uw schoonmoeder te gooien 1"
Beklaagde„Ik had geen enkel zwaarder
gewicht by de hand, edelachtebare".
Rechter„Je hebt den getuige zoo gesla
gen, dat hy bont en blauw is".
Beklaagde „Maar mynheer de rechter,
daar weet ik niets van".
Rechter„Was je dan dronken, toen je dat
deedt
Beklaagde„Neen, dat niet. Maar ik ben
kleurenblind".
JllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllU^
In den wln-ter.
Klein Rie-tje strooit wat kruï-mels neer.
Dat doet zij nu al keer op keer.
De vo-gels zien al naar haar uit.
Komt zij er aan, dan klinkt het luid
„Tjip, tjip, daar is klein Rie-tje weer
1 Zij strooit wat lek kers voor ons neer