NOOTJES
De dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon
te Rotterdam heeft in het tijdvak van 1
Januari tot 26 November 1932 uitbetaald
18.853.225. In hetzelfde tijdvak van 1931
werd uitbetaald 9.649.017. De uitkeeringen
zijn dus meer dan verdubbeld.
Tot directeur-secretaris van de Nederland-
sche bank is benoemd de heer mr. J. Wester-
man Holstijn,
De Nederlandsche regeering heeft een
groot aantal motoren van 500 a 600 P.K. be
steld bij de Rolls Royce fabrieken te Derby,
bestemd voor Nederlandsche vliegtuigen.
In de week, eindigend op 31 December, zijn
er in de groote centra van Engeland en Wales
driehonderd menschen aan griep gestorven.
Het aantal auto-ongevallen in de Vereenig-
de Staten is in 1932 in vergelijking met het
vorige jaar met ongeveer 13 procent gedaald.
Toch bedroeg het aantal doodelyke ongeval
len nog 29.000.
Bij Lyon heeft een botsing tusschen een
reizigerstrein en een rangeerende locomotief
plaats gehad, waarbij 40 personen gewond
werden.
Wegens redenen van bezuiniging heeft de
Grieksche regeering de betrekking van
Grieksch gezant bij het Nederlandsche Hof
met ingang van 1 Januari 1933 opgeheven.
TJit Brünn wordt gemeld, dat een autobus
met tien menschen er in, in de buurt van het
station Luzic door een sneltrein is gegrepen
en verpletterd. Drie menschen zijn gedood
vijf zwaar gekwetst en twee licht.
Bij gevechten tusschen de politie en de on
derwereld van Chicago zijn in 1932 9 politie
mannen en 37 bandieten gedood. 19 bandie
ten, 9 inbrekers en autodieven werden door
de politie doodelijk gewond, alsmede 9 man
nen, die by arrestatie tegenstand boden.
m
Prins Friedrich van Pruisen, de vierde zoon
van den ex-kroonprins kwam bij de inter
academiale sky-wedstrijden te St. Moritz zoo
ongelukkig te vallen, dat hij een dijbeen
brak en naar een ziekenhuis moest worden
overgebracht.
Rusland telt thans 163 millioen inwoners,
het heeft 46 steden met meer dan 100.000.in
woners 66 steden met een bevolking van
40.000100.000 inwoners148 steden met een
gemiddelde bevolking van 20.000 zielen.
Wanneer de uitkomsten financieel niet
gunstig mochten zyn, kan het voorstel nog
nader worden bekeken.
Hü stelde dus voor dat het aantal diensten
op Zondag op 6 wordt gebracht en den laat-
sten avonddienst op werkdagen 2 uur later
te stellen.
De heer Adriaanse steunt het voorstel—
Hamelink. Met het oog op de politieke sa
menstelling van de Staten gelooft hy dat het
voorstel—Erasmus meer kans heeft te wor
den aangenomen.
De heer Kalle is voor uitbreiding van den
dienst. Hy steunt gaarne het voorstel—Ha
melink, dat beter aan de eischen van het
verkeer voldoet dan dat van den heer Eras
mus.
De heer Van Klinken kwam tegen uitbrei
ding van den Zondagsdienst zoo krachtig
mogelijk op.
De heer Staverman kan uit zyn ervaring
mededeelen dat uitbreiding van den avond
dienst beslist noodig is. Wat den dienst op
Zondag betreft, wyst hy er op dat men des
Zondags te vroeg van de Belgische kust moet
vertrekken. Hy vraagt of het opgaat om een
verbinding tusschen twee oevers op Zondag
op te heffen, omdat deze verbinding alleen
met een boot mogelyk is, terwyi bruggen op
Zondag die eveneens een-.verbinding vor
men bijv. de Thoolsche brug wel voor
het verkeer geopend zyn. Welk verschil be
staat hier nu eigenlyk? In beide gevallen
betreft het in stand houden van een verbin
ding tusschen twee oevers.
De heer Van Rompu zeide dat de kwestie
van den Zondagsdienst hier reeds herhaal
delijk aan de orde is geweest. De directeur
meent dat des Zondags met 4 diensten kan
worden volstaan. Hij meent namens Ged.
Staten te kunnen verklaren dat het college
4 diensten op Zondag voldoende acht. Het
komt alleen aan op de meest geschikte uren.
Mocht het later noodzakelijk blijken dat de
dienst op Zondag moet worden uitgebreid,
dan zullen de Staten hieraan zeker ook wel
willen medewerken.
Ged. Staten zyn wel geneigd te onderzoe
ken of de laatste boot uit Breskens om half
negen of negen uur van daar kan vertrekken.
Hy stelde voor gedurende 1933 den dienst
te laten zooals hy thans is.
De heer Hamelink herhaalde dat het veer
niet meer voldoet aan de behoeften van de
bevolking. Hy kan niet begrijpen dat de heer
Van Rompu voor 1933 den dienst ongewy-
zigd wil laten. Hij handhaafde zyn voorstel.
De heer Staverman zeide dat als de trein
van half tien des avonds nog aansluiting gaf
2iaar Zeeuwsch-Vlaanderen er zeker tal van
personen van dezen trein gebruik zouden
maken.
De heer De Milliano gevoelde meer voor
het voorstel—Erasmus dan voor dat van den
heer Hamelink. Hij geloofde niet dat de tram
de dienst zóó zou wijzigen, dat er aanslui
ting op een boot van bijv, 9 uur zou worden
gegeven.
Hy meent dat uitbreiding van den dienst
in de zomermaanden noodig is.
De voorzitter zeide dat de heer Van Rom
pu niet namens Ged. Staten heeft gespro
ken, omdat dit punt niet in het college is
behandeld*
De heer Dieleman meent dat deze kwestie
nog eens in het college van Ged. Staten
kan worden besproken en overwogen. Hij
zeide dat uitbreiding van den dienst zeker
noodig is. Er moet getracht worden hiervoor
een nieuwe regeling vast te stellen.
De heer Kodde is eveneens voor uitstel. De
Staten komen op 24 Januari weer by een. In
dien tusschentyd kunnen de gevolgen over
wogen worden. Men kent thans de conse
quenties niet welke er aan verbonden zyn.
De heer Hamelink gelooft dat alle pogin
gen worden aangewend om van de verbete
ringen af te komen. Men schuift de zaak op
de lange baan, doch daar hebben wij niet
veel aan. De kosten komen op de tweede
plaats. Hy is het eens met den heer Staver
man, dat wy recht hebben op een behoor
lijke oeververbinding, daar komt het op aan.
Door de aanneming van het voorstel
Erasinus wordt de dienst op werkdagen niet
verbeterd. Wy mogen de zaak niet op haar
beloop laten.
Hy kwam er tegen op, dat door den heer
Kodde zoo fanatiek wordt opgekomen voor
de beperking op Zondag. Het principe van
den heer Kodde aanvaardt hy gaarne, doch
deze dient er rekening mede te houden, dat
er menschen zyn van andere opvatting dan
de heer Kodde.
De heer Van der Wart stelde voor de de
batten te sluiten en thans naar de afdee-
lingen te gaan.
De heer Adriaanse zeide dat deze zaak
byna is afgedaan en acht hij sluiting van
de debatten niet noodig.
Het voorstel—Van der Wart tot sluiting
van de debatten werd aangenomen.
Het voorstel—Hamelink om den Zondags
dienst uit te breiden van 4 op 6 werd ver
worpen met 26 tegen 15 stemmen.
Het voorstel—Erasmus om des Zondags het
aantal diensten van 4 op 5 te brengen, werd
verworpen met 21 tegen 20 stemmen.
Het voorstel—Hamelink om op werkdagen
den laatsten dienst 2 uur later te stellen,
werd aangenomen met 26 tegen 15 stemmen.
Hierna werd de vergadering om 3.40 ge
schorst en begaven de leden zich in de af-
deelingen tot onderzoek van nog enkele
nieuwe voorstellen.
De volgende openbare vergadering werd
bepaald op Vrijdagmorgen 10 uur.
Zitting van Vrijdag 6 Januari,
des morgens 10 uur.
Voorzitter de Commissaris der Koningin.
Tegenwoordig 40 leden. Afwezig de heeren
Goossens en Edelman, de laatste wegens
lichte ongesteldheid.
Bestendiging dienst Vlissingen—
Ter Neuzen.
Het voorstel van Ged. Staten om althans
voorloopig den stoomvaartdienst tusschen
Vlissingen en Ter Neuzen ook na 1 Januari
1933 te bestendigen, evenwel geheel voor re
kening van de provincie Zeeland, ondervond
in de afdeelingen, by de uitvoerige bespre
kingen, heel wat bestrijding. Verschillende
leden meenen, dat autobusdiensten in de ver
binding van Ter Neuzen met het overige
deel van Zeeland aanvullend moeten optreden
en kregen op een desbetreffende vraag ten
antwoord, dat concessie-aanvragen zijn in
gekomen voor een autobusdienst Ter Neuzen
Breskens en voor een Hoedekenskerke
Vlissingen. Voorts betwijfelde men de ge
schiktheid van het stoomschip „Schouwen"
voor dezen dienst, omdat er maar voer een of
twee auto's plaats op is. Men uitte zyn ver
wondering dat na de cijfers, die in de zomer-
zitting zyn gegeven, er nu een verlies van
6500 is geraamd. Sommige leden om prin-
cipieele, andere om pracfcische redenen
wenschten geen dienst op Zondag, wat ook
aan het personeel ten ioede zou tomen. Men
vroeg een overzicht van de uitgaven by het
wel en bij het niet varen op Zondag. Men
kwam tot een- globale berekening van
f 2359.60 verlies bij niet varen op Zondag,
wat echter nog wel meer zal bedragen, maar
daartegenover berekende men op brandstof
fen en personeelsuitgaven te samen 3538
besparing. Ook nadat van de zijde van Ged.
Staten was aangevoerd, dat het materiaal in
alleszins voldoenden staat verkeert om zeker
nog vier of vijf jaren mede te kunnen gaan,
terwijl de „Schouwen" een goedkoop schip in
het gebruik is en ook ruimte genoeg biedt
voor de behoeften op deze lyn en er verder
nog op gewezen was, dat deze dienst, die
reeds 100 jaar bestaat, zich aan het verkeer
heeft aangepast en de verbinding onderhoudt
tusschen de grootste stad van Zeeland en de
grootste stad van Zeeuwsch-Vlaanderen,
bleken de tegenstanders nog niet van de
noodzakelykheid der instandhouding over
tuigd. Een dev leuen zeide een motie te over
wegen, waarbij Ged. Staten werden uitge-
noodigd, nadere gegevens te verstrekken, op
dat de Prov. Staten de mogelijkheden zouden
kunnen nagaan, waarop langs andere wegen
in de behoefte zou kunnen worden voorzien
zondér kasten voor de provincie.
De lof werd gezongen van het particulier
initiatief, dat moestal goedkooper en vlugger
werkt dan de overheid. Ook wilde een lid wel,
dat er stappen werden gedaan, opdat de Staat
de rivierovergangen ook in Zeeland geheel
voor zyn rekening zou nemen, geiyk in ande
re provinciën reeds het geval is. Op den duur
is toch voor Zeeland een goed en doelmatig
verkeer langs alle waterwegen niet te betalen.
Anderzijds werd betoogd, dat door stopzetten
van dezen dienst het verkeer op andere we
gen wel eens tot overbelasting zou kunnen
leiden, het onderhoud van die wegen moet
toch ook betaald worden en dan is het slechts
een verplaatsing van lasten. Leden, die in
standhouding van den dienst wenschen,
drongen aan op een vroegere boot uit Ter
Neuzen en wel in plaats van te 9 uur, te 8
uur of half negen en achtten het vertrek van
de laatste boot uit Vlissingen te vroeg. Van
de zijde van Ged. Staten werd opgemerkt, dat
vroeger vertrekken uit Ter Neuzen niet mo
gelyk is.
Men moet eerst te Vlissingen wachten op
den motortrein van he f acht. Later dan 4
uur uit Vlissingen vertrekken maakt de ex
ploitatie duur, omdat men dan niet meer met
één ploeg zou kunnen volstaan.
Het verschil tusschen de thans en vroeger
verstrekte cyfers vindt ten "deele zijn oorzaak
in de anders opgezette verdeeling van lasten
tusschen ryk en provincie, voorts ook in de
omstandigheid, dat het postvervoer en de
daarvoor genoten vergoeding voor deze lijn
komt te vervallen.
Wat den Zomerdienst betreft, merkte een
lid van Ged. Staten op, dat men de menschen
eenige vrijheid moet laten in de wyze, waarop
zy hun tyd wenschen te bestedendie vry-
heid moet men niet te veel aan banden leg
gen. De Zondag is voor velen de eenige dag
voor ontspanning. Het voorstel om de boot op
Zondag te laten varen, is in hun college by
meerderheid van stemmen genomen. Dat de
vervoercyfers terug loopen, behoeft toch geen
reden tot opheffing te zijndit is op alle
lijnen het geval. Ook gaat de post, die vroeger
met dezen dienst vervoerd werd, thans langs
een andere lynr.fcerwyi de spoorwegen en de
A.T.O. sterk concurreeren, zy oxploiteeren
byv. booten voor het vrachtvervoer, ten ïa-
deele der provinciale diensten. Dat het ver
voer gemakkelyk zou kunnen worden overge
nomen door autobussen, geven Ged. Staten
niet zonder meer toe. Bij het verleenen van
concessies beslissen ook nog hoogere autori
teiten en moet men oppassen de provinciale
dienst niet te veel te schaden. Het vervoer
per autobussen is vooral voor kinderen en
ouden van dagen, of gebrekkigen bezwaarlijk
en het reizen per boot is aangenamer, dan
wanneer men ten deele per „autobus, ten
deele per boot moet reizen. Het aan het
woord zynde lid van Ged. Staten achtte den
autobus niet het meest ideëele vervoermiddel
op lange afstanden en wyst^er op, dat de
wegen, waarover die bussen zouden moeten
rijden, lang niet alle geschikt zyn voor het
zwaardere en drukkere verkeer.
In hun antwoord op het algemeen verslag
deelen Ged. Staten mede, dat de „Schouwen"
plaats biedt voor 5 of 6 auto's, zeer buiten
gewone omstandigheden uitgezonderd, mag
aangenomen worden, c'.at op dit punt alles
zins in de behoeften kan worden voorzien.
Ged. Staten leggen staatjes over, waaruit
blijkt, dat in 1931 op werkdagen 46922 en op
Zondagen 5899 passagiers zijn vervoerd en
voor resp. 10831 en f 278 aan goederen.
Ged. Staten zullen gaarne in het bijzonder Dy
het vaststellen van de zomerdienstregeling,
overwegen of en op welke wijze in nog hoo
gere mate aan de bezwaren van de ingezete
nen van Zeeuwsch-Vlaanderen kan worden
tegemoet gekomen, als thans reeds is ge
schied.
De heer Dominicus heeft bezwaren tegen
de ongewijzigde voortzetting van dezen dienst.
Hij zeide, dat uit de overgelegde cyfers zou
blyken dat deze dienst nog een winst zou
opleveren. Er moet bezuinigd worden, dat is
het parool over'de geheele linie. Hy kan zich
voorstellen dat men in Den Haag zegt, dat
een vierde gelegenheid om over de Wester-
schelde te komen overbodig is en daarvoor
geen subsidie wordt toegekend. Hy verklaart
zich voor het behoud van den dienst, indien
een bedenking wordt weggenomen, nl. over
het behoud van den Zondagsdienst. Daarom
deed hy een voorstel om dezen dienst op
Zondag op te heffen. Er bestaat een gelegen
heid om van Vlissingen op Zondag Ter Neu
zen te bereiken via de andere veerdiensten.
Men moet met consequenties voorachtig zyn
en daarom is hy niet voor opheffing van alle
diensten op Zondag. Er werden op den dienst
Vlissingen—Ter Neuzen des Zondags 43 per
sonen vervoerd en daar behooren nog by alle
personen die voor sportbewegingen van de
booten gebruik maken.
De heer Kodde sloot zich voor een groot
gedeelte aan by den heer Dominicus. Hij
vraagt of deze dienst bestendigd kan worden
met het oog op de financieele gevolgen. Het
voorstel van Ged. Staten zal hy steunen als
het geamendeerd wordt in den geest van het
voorstel-Dominicus.
Hy wil een nader onderzoek instellen naar
de kosten van den dienst, in afwachting van
het in de vaart brengen van de motorveer-
booten. Ook wil hy onderzoek naar de kosten
van een autobusdienst Breskens—Ter Neuzen.
Met een autobusdienst kan in het vervoer op
voldoende wyze worden voorzien, terwyi de
reis niet langer zou duren. Deze dienst zou
voor rekening van een autobus-ondernemer
kunnen worden uitgeoefend.
Hy diende een motie in, waarin wordt
voorgesteld aan Ged. Staten te verzoeken een
onderzoek te doen instellen, of het vervoer
van passagiers en vrachtgoed van Zeeuwsch-
Vlaanderen Oostelijk deel naar Walcheren en
omgekeerd op bevredigende wijze kan plaats
hebben, zonder dat de provincie daaraan
moet bijdragen c.q. de noodige mededeelingen
of voorstellen te doen.
De heer De Paauw heeft in de zomerzitting
reeds over dezen dienst gesproken. Het spyt
hem dat de leiding van den prov. stoom-
bootdienst niet heeft afgewacht wat in deze
zitting zal worden besproken, alvorens een
definitieve regeling voor te stellen.
Hy was tegen opheffing van den dienst op
Zondag en was voor behoud van den dienst
en zulks met de raderbooten.
De heer Geelhoedt is tevreden met het be
reikbare en zou den dienst willen behouden
met de raderbooten. De eerste afvaart uit
Ter Neuzen wil hij vervroegen. Spr. is even
als de heei Dominicus voor bezuiniging, doch
hy is tegen verkeerde bezuiniging en deze
wordt verkregen als de dienst Ter Neuzen—
Vlissingen is opgeheven.
Hy ondersteunt gaarne het voorstel-De
Paauw om den dienst op de tegenwoordige
wyze te behouden, met dien verstande, dat
de eerste afvaart uit Ter Neuzen vroeger
plaats heeft.
De heer De Feijter wil den dienst voor een
jaar voortzetten en zou eveneens gaarne zien
dat de eerste boot des morgens yroeger uit
Ter Neuzen vertrekt# J
De. heer Van der Wart zeide, dat de dienst
Vlissingen—Ter Neuzen practisch by zyn
einde is. Het gebruik van autobussen als dit
mogelyk is, juicht hy toe. Spr. is ook voor op
heffing van den dienst op Zondag, omdat
dit een financieel nadeel oplevert. De groote
argumenten voor dezen dienst hebben niets
met den Zondag te maken en hy gelooft dat
het logisch is dezen dienst op Zondag op te
heffen.
De heer Moelker bespreekt de financieele
gevolgen van dezen dienst, die thans ten laste
van de provincie komen. Hij is voor een
voorloopige proefneming van dezen dienst.
Als de kosten te hoog worden, zal hy op den
duur zyn stem niet kunnen geven voor het
behoud van den dienst.
De heer Kalle meent, dat als men auto
bussen in dienst stelt, de kosten duurder zul
len worden voor de reizigers. Hy is tegen op
heffing van den Zondagsdienst. In België
wordt alles zoo gemakkelyk mogelijk gemaakt
ook voor de Zeeuwsch-Vlamingen. Deze dienst
dient behouden te worden om de economische
banden met Zeeuwsch-Vlaanderen en overig
Nederland te behouden.
De heer Dominicus is van meening dat de
kosten voor vervoer per autobus zooveel hoo-
ger zouden worden.
De heer Van der Wart is het met den heer
Kalle eens dat Zeeuwsch-Vlaanderen be
hoefte gevoelt banden met Zeeland te onder
houden, Hy wyst er den heer Kalle op, dat
er voor hen die des Zondags vermaak wen
schen te zoeken, gelegenheid moet zijn ver
binding te krygen met de andere deelen van
Zeeland ,al is de reis wat omslachtiger.
De heer Kalle zeide, dat de kosten van het
vervoer naar Vlissingen over Hoedekens
kerke veel duurder zijn dan rechtstreeks van
Ter Neuzen naar Vlissingen. België lokt om
Zeeuwsch-Vlaanderen steeds meer naar zich
toe te halen en daarom moeten wij de ver
bindingen gemakkelyk maken. Zeeuwsch-
Vlaanderen wil contact hebben met overig
Zeeland en daarvoor bestaat de meeste ge
legenheid op Zondag.
De heer Kodde was tegen den Zondags
dienst op grond van een Goddelyk gebod.
Hy bedankte de leden die steun hebben
verleend aan zijn motie -m verdedigt deze
nog nader.
De heer Van Rompu zeide, dat verschillen
de leden een oordeel over dezen dienst vellen,
hoewel zy er weinig mede in contact komen.
Hy zeide dat alle diensten op de Wester-
schelde geld kosten, dus ook de dienst Vlis
singenTer Neuzen. Hij verdedigt het behoud
van dezen dienst. De „Schouwen" werd op
dezen dienst ingelegd, omdat deze zoo voor-
deelig in de vaart is. Behoud van den dienst
kost aan de provincie geen cent meer als op
het oogenblik. De dienst levert wel een ver
lies op, doch geen grooter verlies. Als men de
cijfers nagaat, dan blijkt dat op den dienst
Vlissingen—Ter Neuzen 50.000 passagiers ver
voerd worden. Behoud van den dienst is dus
alleszins gerechtvaardigd. Wy moeten bezui
nigen, doch niet op dezen dienst. Hy wijst op
het belang voor het fruitvervoer voor het be
houd van dezen dienst.
Tegen het amendement-Kodde heeft hy
geen bezwaar en zal gaarne het daarin ge
vraagde onderzoek instellen.
Wat den dienst op Zondag betreft, zyn
5800 menschen vervoerd en dat met twee
diensten. Wel een bewys dat van dezen dienst
gebruik wordt gemaakt. Hy is voor behoud
van den dienst op Zondag en wil de men
schen die op Zondag willen reizen niet on-
noodig een langere reis laten maken.
De voorzitter deelde mede, dat Ged. Sta
ten de motie-Kodde overnemen.
De heer De Paauw wil voor de „Schou
wen" een andere boot in dienst stellen. Hij is
tegen beperking van den dienst op Zondag.
De landsregeering, die overeen komt met de
regeering der Prov. Staten, neemt een ruimer
standpunt in. De menschen een omweg te
laten maken op Zondag valt niet goed te
keuren.
De Zondagsrust van het personeel zal er
niet onder ïyden, omdat dit personeel naar
de kerk kan gaan.
Hy ontraadde aanneming van het voorstel-
Dominicus.
De heer Kalle bepleitte nogmaals behoud
van den Zondagsdienst en moest zich dus
ten sterkste verklaren tegen aanneming van
de motie-Dominicus. Hy wees er op, dat zoo
wel te Vlissingen als te Middelburg vele zie
ken uit Zeeuwsch-Vlaanderen worden ver
pleegd en deze zieken gaarne op Zondag be
zoeken.
Spr. hoopte dat de leden zich nogmaals
zullen bedenken alvorens voor de motie-Do-
minicus te l temmen.
De heer Kodde zeide, dat als de motie-Do-
minicus niet wordt aangenomen, hy tegen
het voorstel van Ged. Staten zal stemmen.
De motie-Dominicus wordt hierna in stem
ming '-ebracht en staakten de stemmen 20
tegen 20.
In de vergadering van 24 Januari zal weder
over dit voorstel worden gestemd en wordt de
behandeling van het voorstel aangehouden.
Rekening provinciaal wegenfonds
193L
Ged. Staten stellen voor de rekening van
het provinciaal wegenfonds over 1931 vast te
stellen op 842.311.48 in ontvang en
541.509 89 in uitgaaf, alzoo een goed slot
van f 300.801.59.
In een afdeelir.g vroeg een lid, of, gezien
het goed slot, de ten behoeve van het fonds
voorgestelde leening ad 1.000.000 wel noodig
is. Het antwoord luidde, dat die leening eerst
zal worden opgenomen, als de behoefte daar
aan zich doet gevoelen. Overigens beteekent
dat batig slot allerminst, dat die oom ook in
kas Is.
Aangenomen.
Rekening provinciale stoomboot-
diensten over 1931.
Ged. Staten stelden voor de rekeningen
van de provinciale stoombootdiensten over
1931 als volgt vast te stellenVoor de Wes
terschelde in ontvang 467.864.21 en in uit
gaaf 697.333.60, kwaad slot 229.469.39
voor de Oosterschelde ontvang f 75.185.56.
uitgaaf f 85.969.17, kwaad slot 10.783.61.
By de behandeling in de afdeelingen zeg
den Ged. Staten toe, in verband met het in
drukken van een raampje door een paard op
de „Prinses Juliana", wat voor kostbare paar
den groote nadeelige gevolgen zou kunnen
hebben, dat de inrichting der schepen, inzon
derheid de bescherming der ruiten, de aan
dacht heeft en dat bereids aan den directeur
is opgedragen de noodige maatregelen te ne
men.
In elke afdeeling wees men op het groote
tekort van de tram Hansweert-Vlake, nl.
13.109.95, en vroeg men of de tijd niet is
gekomen de tram eindelijk, op te heffen. Een
lid meende, dat Ged. Staten l.em en zyn
fractiegenooten met een „kluitje in het riet"
hebben gestuurd, wanneer zy by herhaling
aandrongen, om de tram te vervangen bijv.
door een autobusdienst, uit te voeren door de
provincie, dan wel daartoe toestemming te
geven aan een concessionaris. Ged. Staten
ontkennen, dat er sprake is van met „een
kluitje in het riet sturen" en zeggen dat
reeds met ondernemers van autcbusdiensten
is onderhandeld en dat omtrent de noodige
voorzieningen in de haven van Hansweert in
de volgende Statenzitting mededeelingen
zullen worden gedaan. Toezegging van ophef
fing van den tramdienst met ingang van 1
Juli is niet mogelyk, daar Ged. Staten nog te
weinig gegevens daarvoor hebben. Nog kwam
een lid van Ged. Staten met klem op tegen
den wensch om de retourbiljetten meer dan
één dag geldig te doen zijn.
De heer Overhoff zeide, dat het tekort op
de tramlijn Vlake—Hansweert veel te groot
is. De uitgaven voor het personeel zijn al
grooter dan de geheele ontvangsten. Hy
dringt aan op opheffing van dezen dienst en
instelling van een auto dienst. De Prov. Sta
ten hebben reeds lang genoeg geduld ge
oefend in deze kwestie. "lij vraagt defini
tieve toezegging van Ged Staten dat deze
dienst zal worden opgeheven.
De heer V?~> Duijn wil de retourbiljetten op
de provinciale booten langer dan één dag
geldig laten zyn.
De heer Staverman vroeg of het niet mo
gelyk is de biljetten Vlissingen—Breskens
ook geldig te verklaren voor de lyn Walzoor-
den—Vlake en het instellen van 10-ritten-
boekjes voor automobilisten.
De heer Van Dusseldorp zeide dat de op
heffing van de tramlijn VlakeHansweert in
een vergevorderd stadium verkeert. Het lan
ger geldig verklaren van de retourbiljetten
rust op bezwaren. Er is geen controle of
dezelfde personen deze biljetten wel gebrui
ken. Het uitgeven van 10-ritten-boekjes voor
automobilisten is niet zoo gemakkelyk als de
heer Staverman meent. Het geldig verklaren
van retourbiljetten voor verschillende boot
diensten zal door Ged. Staten worden over
wogen. De verzoeken van den heer Staver
man zullen dus nog nader worden onderzocht.
De heer Overhoff stelde voor Ged. Staten
uit te noodigen in de zomerzitting te komen
met voorstellen tot opheffing van den tram-
dienst VlakeHansweert.
De heer Van Dusseldorp noemde de mo
tie—Overhoff het intrappen van een open
deur.
De voorzitter zeide dat deze motie kan
worden overgenomen door Ged. Staten, in
dien de heer Overhoff zyn motie wijzigt in
dien zin dat niet gesproken wordt over op
heffing van de tramiyn, doch met een voor
stel te komen inzake den tramdienst.
De heer Overhoff wyzigde zyn motie in
dien zin.
Het voorstel werd daarna aangenomen.
Wijziging begrooting 1931.
By het voorstel betreffende de wyziging
der begrooting 3931 werden in 2 afdeelingen
opmerkingen gemaakt, naar aanleiding waar
van Ged. staten, o.a. mededeelen, dat de
ryksbelasting-administratie niet meer een
splitsing van de opcenten op de hoofdsom
van de gebouwde en de ongebouwde eigen
dommen verstrekt.
Aangenomen.
Wijziging begrooting 1932.
Bij de beantwoording van opmerkingen In
de afdeelingen werd er van wege Ged. Staten
gezegd, dat de f 500 uitgetrokken voor de op
richting van een afwateringswaterschap in
Oostelyk "esuwsch-Vlaanderen, van dat wa
terschap zal worden terugontvangen. Verder
dat het werk aan de nieuwe aanlegplaats te
Hoedekenskerke langzaam vordert, maar het
wordt een degelijk werk, ten opzichte waar
van men zich niet ongerust moet maken.
Betreffende de som van 4000 voor herstel
en bestrijding van motschade in de Staten
zaal, welke som verschillende leden nog al
hoog vonden, melden Ged. Staten in hun ant
woord op het algemeen verslag, dat het be
drag berust op een globale raming. Behalve
het blyvend motvry maken van de beklee
ding zullen de vloeren met een motwerend
preparaat moeten worden bewerkt. Bovendien
zullen geheel of gedeeltelijk moeten worden
vernieuwd de tapyten, de gordynen, de stof
feering van 45 stoelen en de bekleeding van
,42 kussens.
Aangenomen.
Begrooting 1933.
By de begrooting 1933 kwam tevens in be-
nandeling het voorstel tot verlaging van alle
subsidies of maxima daarvan met 10
Uitvoerig is over een en ander in de afdee
lingen gediscussieerd. Aan het algemeen ver
slag ontleenen wy, dat de werkverschaffing
ter sprake kwam en oa. werd gevraagd pf