NOOTJES De dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon te Rotterdam heeft in het tijdvak van 1 Januari tot 26 November 1932 uitbetaald 18.853.225. In hetzelfde tijdvak van 1931 werd uitbetaald 9.649.017. De uitkeeringen zijn dus meer dan verdubbeld. Tot directeur-secretaris van de Nederland- sche bank is benoemd de heer mr. J. Wester- man Holstijn, De Nederlandsche regeering heeft een groot aantal motoren van 500 a 600 P.K. be steld bij de Rolls Royce fabrieken te Derby, bestemd voor Nederlandsche vliegtuigen. In de week, eindigend op 31 December, zijn er in de groote centra van Engeland en Wales driehonderd menschen aan griep gestorven. Het aantal auto-ongevallen in de Vereenig- de Staten is in 1932 in vergelijking met het vorige jaar met ongeveer 13 procent gedaald. Toch bedroeg het aantal doodelyke ongeval len nog 29.000. Bij Lyon heeft een botsing tusschen een reizigerstrein en een rangeerende locomotief plaats gehad, waarbij 40 personen gewond werden. Wegens redenen van bezuiniging heeft de Grieksche regeering de betrekking van Grieksch gezant bij het Nederlandsche Hof met ingang van 1 Januari 1933 opgeheven. TJit Brünn wordt gemeld, dat een autobus met tien menschen er in, in de buurt van het station Luzic door een sneltrein is gegrepen en verpletterd. Drie menschen zijn gedood vijf zwaar gekwetst en twee licht. Bij gevechten tusschen de politie en de on derwereld van Chicago zijn in 1932 9 politie mannen en 37 bandieten gedood. 19 bandie ten, 9 inbrekers en autodieven werden door de politie doodelijk gewond, alsmede 9 man nen, die by arrestatie tegenstand boden. m Prins Friedrich van Pruisen, de vierde zoon van den ex-kroonprins kwam bij de inter academiale sky-wedstrijden te St. Moritz zoo ongelukkig te vallen, dat hij een dijbeen brak en naar een ziekenhuis moest worden overgebracht. Rusland telt thans 163 millioen inwoners, het heeft 46 steden met meer dan 100.000.in woners 66 steden met een bevolking van 40.000100.000 inwoners148 steden met een gemiddelde bevolking van 20.000 zielen. Wanneer de uitkomsten financieel niet gunstig mochten zyn, kan het voorstel nog nader worden bekeken. Hü stelde dus voor dat het aantal diensten op Zondag op 6 wordt gebracht en den laat- sten avonddienst op werkdagen 2 uur later te stellen. De heer Adriaanse steunt het voorstel— Hamelink. Met het oog op de politieke sa menstelling van de Staten gelooft hy dat het voorstel—Erasmus meer kans heeft te wor den aangenomen. De heer Kalle is voor uitbreiding van den dienst. Hy steunt gaarne het voorstel—Ha melink, dat beter aan de eischen van het verkeer voldoet dan dat van den heer Eras mus. De heer Van Klinken kwam tegen uitbrei ding van den Zondagsdienst zoo krachtig mogelijk op. De heer Staverman kan uit zyn ervaring mededeelen dat uitbreiding van den avond dienst beslist noodig is. Wat den dienst op Zondag betreft, wyst hy er op dat men des Zondags te vroeg van de Belgische kust moet vertrekken. Hy vraagt of het opgaat om een verbinding tusschen twee oevers op Zondag op te heffen, omdat deze verbinding alleen met een boot mogelyk is, terwyi bruggen op Zondag die eveneens een-.verbinding vor men bijv. de Thoolsche brug wel voor het verkeer geopend zyn. Welk verschil be staat hier nu eigenlyk? In beide gevallen betreft het in stand houden van een verbin ding tusschen twee oevers. De heer Van Rompu zeide dat de kwestie van den Zondagsdienst hier reeds herhaal delijk aan de orde is geweest. De directeur meent dat des Zondags met 4 diensten kan worden volstaan. Hij meent namens Ged. Staten te kunnen verklaren dat het college 4 diensten op Zondag voldoende acht. Het komt alleen aan op de meest geschikte uren. Mocht het later noodzakelijk blijken dat de dienst op Zondag moet worden uitgebreid, dan zullen de Staten hieraan zeker ook wel willen medewerken. Ged. Staten zyn wel geneigd te onderzoe ken of de laatste boot uit Breskens om half negen of negen uur van daar kan vertrekken. Hy stelde voor gedurende 1933 den dienst te laten zooals hy thans is. De heer Hamelink herhaalde dat het veer niet meer voldoet aan de behoeften van de bevolking. Hy kan niet begrijpen dat de heer Van Rompu voor 1933 den dienst ongewy- zigd wil laten. Hij handhaafde zyn voorstel. De heer Staverman zeide dat als de trein van half tien des avonds nog aansluiting gaf 2iaar Zeeuwsch-Vlaanderen er zeker tal van personen van dezen trein gebruik zouden maken. De heer De Milliano gevoelde meer voor het voorstel—Erasmus dan voor dat van den heer Hamelink. Hij geloofde niet dat de tram de dienst zóó zou wijzigen, dat er aanslui ting op een boot van bijv, 9 uur zou worden gegeven. Hy meent dat uitbreiding van den dienst in de zomermaanden noodig is. De voorzitter zeide dat de heer Van Rom pu niet namens Ged. Staten heeft gespro ken, omdat dit punt niet in het college is behandeld* De heer Dieleman meent dat deze kwestie nog eens in het college van Ged. Staten kan worden besproken en overwogen. Hij zeide dat uitbreiding van den dienst zeker noodig is. Er moet getracht worden hiervoor een nieuwe regeling vast te stellen. De heer Kodde is eveneens voor uitstel. De Staten komen op 24 Januari weer by een. In dien tusschentyd kunnen de gevolgen over wogen worden. Men kent thans de conse quenties niet welke er aan verbonden zyn. De heer Hamelink gelooft dat alle pogin gen worden aangewend om van de verbete ringen af te komen. Men schuift de zaak op de lange baan, doch daar hebben wij niet veel aan. De kosten komen op de tweede plaats. Hy is het eens met den heer Staver man, dat wy recht hebben op een behoor lijke oeververbinding, daar komt het op aan. Door de aanneming van het voorstel Erasinus wordt de dienst op werkdagen niet verbeterd. Wy mogen de zaak niet op haar beloop laten. Hy kwam er tegen op, dat door den heer Kodde zoo fanatiek wordt opgekomen voor de beperking op Zondag. Het principe van den heer Kodde aanvaardt hy gaarne, doch deze dient er rekening mede te houden, dat er menschen zyn van andere opvatting dan de heer Kodde. De heer Van der Wart stelde voor de de batten te sluiten en thans naar de afdee- lingen te gaan. De heer Adriaanse zeide dat deze zaak byna is afgedaan en acht hij sluiting van de debatten niet noodig. Het voorstel—Van der Wart tot sluiting van de debatten werd aangenomen. Het voorstel—Hamelink om den Zondags dienst uit te breiden van 4 op 6 werd ver worpen met 26 tegen 15 stemmen. Het voorstel—Erasmus om des Zondags het aantal diensten van 4 op 5 te brengen, werd verworpen met 21 tegen 20 stemmen. Het voorstel—Hamelink om op werkdagen den laatsten dienst 2 uur later te stellen, werd aangenomen met 26 tegen 15 stemmen. Hierna werd de vergadering om 3.40 ge schorst en begaven de leden zich in de af- deelingen tot onderzoek van nog enkele nieuwe voorstellen. De volgende openbare vergadering werd bepaald op Vrijdagmorgen 10 uur. Zitting van Vrijdag 6 Januari, des morgens 10 uur. Voorzitter de Commissaris der Koningin. Tegenwoordig 40 leden. Afwezig de heeren Goossens en Edelman, de laatste wegens lichte ongesteldheid. Bestendiging dienst Vlissingen— Ter Neuzen. Het voorstel van Ged. Staten om althans voorloopig den stoomvaartdienst tusschen Vlissingen en Ter Neuzen ook na 1 Januari 1933 te bestendigen, evenwel geheel voor re kening van de provincie Zeeland, ondervond in de afdeelingen, by de uitvoerige bespre kingen, heel wat bestrijding. Verschillende leden meenen, dat autobusdiensten in de ver binding van Ter Neuzen met het overige deel van Zeeland aanvullend moeten optreden en kregen op een desbetreffende vraag ten antwoord, dat concessie-aanvragen zijn in gekomen voor een autobusdienst Ter Neuzen Breskens en voor een Hoedekenskerke Vlissingen. Voorts betwijfelde men de ge schiktheid van het stoomschip „Schouwen" voor dezen dienst, omdat er maar voer een of twee auto's plaats op is. Men uitte zyn ver wondering dat na de cijfers, die in de zomer- zitting zyn gegeven, er nu een verlies van 6500 is geraamd. Sommige leden om prin- cipieele, andere om pracfcische redenen wenschten geen dienst op Zondag, wat ook aan het personeel ten ioede zou tomen. Men vroeg een overzicht van de uitgaven by het wel en bij het niet varen op Zondag. Men kwam tot een- globale berekening van f 2359.60 verlies bij niet varen op Zondag, wat echter nog wel meer zal bedragen, maar daartegenover berekende men op brandstof fen en personeelsuitgaven te samen 3538 besparing. Ook nadat van de zijde van Ged. Staten was aangevoerd, dat het materiaal in alleszins voldoenden staat verkeert om zeker nog vier of vijf jaren mede te kunnen gaan, terwijl de „Schouwen" een goedkoop schip in het gebruik is en ook ruimte genoeg biedt voor de behoeften op deze lyn en er verder nog op gewezen was, dat deze dienst, die reeds 100 jaar bestaat, zich aan het verkeer heeft aangepast en de verbinding onderhoudt tusschen de grootste stad van Zeeland en de grootste stad van Zeeuwsch-Vlaanderen, bleken de tegenstanders nog niet van de noodzakelykheid der instandhouding over tuigd. Een dev leuen zeide een motie te over wegen, waarbij Ged. Staten werden uitge- noodigd, nadere gegevens te verstrekken, op dat de Prov. Staten de mogelijkheden zouden kunnen nagaan, waarop langs andere wegen in de behoefte zou kunnen worden voorzien zondér kasten voor de provincie. De lof werd gezongen van het particulier initiatief, dat moestal goedkooper en vlugger werkt dan de overheid. Ook wilde een lid wel, dat er stappen werden gedaan, opdat de Staat de rivierovergangen ook in Zeeland geheel voor zyn rekening zou nemen, geiyk in ande re provinciën reeds het geval is. Op den duur is toch voor Zeeland een goed en doelmatig verkeer langs alle waterwegen niet te betalen. Anderzijds werd betoogd, dat door stopzetten van dezen dienst het verkeer op andere we gen wel eens tot overbelasting zou kunnen leiden, het onderhoud van die wegen moet toch ook betaald worden en dan is het slechts een verplaatsing van lasten. Leden, die in standhouding van den dienst wenschen, drongen aan op een vroegere boot uit Ter Neuzen en wel in plaats van te 9 uur, te 8 uur of half negen en achtten het vertrek van de laatste boot uit Vlissingen te vroeg. Van de zijde van Ged. Staten werd opgemerkt, dat vroeger vertrekken uit Ter Neuzen niet mo gelyk is. Men moet eerst te Vlissingen wachten op den motortrein van he f acht. Later dan 4 uur uit Vlissingen vertrekken maakt de ex ploitatie duur, omdat men dan niet meer met één ploeg zou kunnen volstaan. Het verschil tusschen de thans en vroeger verstrekte cyfers vindt ten "deele zijn oorzaak in de anders opgezette verdeeling van lasten tusschen ryk en provincie, voorts ook in de omstandigheid, dat het postvervoer en de daarvoor genoten vergoeding voor deze lijn komt te vervallen. Wat den Zomerdienst betreft, merkte een lid van Ged. Staten op, dat men de menschen eenige vrijheid moet laten in de wyze, waarop zy hun tyd wenschen te bestedendie vry- heid moet men niet te veel aan banden leg gen. De Zondag is voor velen de eenige dag voor ontspanning. Het voorstel om de boot op Zondag te laten varen, is in hun college by meerderheid van stemmen genomen. Dat de vervoercyfers terug loopen, behoeft toch geen reden tot opheffing te zijndit is op alle lijnen het geval. Ook gaat de post, die vroeger met dezen dienst vervoerd werd, thans langs een andere lynr.fcerwyi de spoorwegen en de A.T.O. sterk concurreeren, zy oxploiteeren byv. booten voor het vrachtvervoer, ten ïa- deele der provinciale diensten. Dat het ver voer gemakkelyk zou kunnen worden overge nomen door autobussen, geven Ged. Staten niet zonder meer toe. Bij het verleenen van concessies beslissen ook nog hoogere autori teiten en moet men oppassen de provinciale dienst niet te veel te schaden. Het vervoer per autobussen is vooral voor kinderen en ouden van dagen, of gebrekkigen bezwaarlijk en het reizen per boot is aangenamer, dan wanneer men ten deele per „autobus, ten deele per boot moet reizen. Het aan het woord zynde lid van Ged. Staten achtte den autobus niet het meest ideëele vervoermiddel op lange afstanden en wyst^er op, dat de wegen, waarover die bussen zouden moeten rijden, lang niet alle geschikt zyn voor het zwaardere en drukkere verkeer. In hun antwoord op het algemeen verslag deelen Ged. Staten mede, dat de „Schouwen" plaats biedt voor 5 of 6 auto's, zeer buiten gewone omstandigheden uitgezonderd, mag aangenomen worden, c'.at op dit punt alles zins in de behoeften kan worden voorzien. Ged. Staten leggen staatjes over, waaruit blijkt, dat in 1931 op werkdagen 46922 en op Zondagen 5899 passagiers zijn vervoerd en voor resp. 10831 en f 278 aan goederen. Ged. Staten zullen gaarne in het bijzonder Dy het vaststellen van de zomerdienstregeling, overwegen of en op welke wijze in nog hoo gere mate aan de bezwaren van de ingezete nen van Zeeuwsch-Vlaanderen kan worden tegemoet gekomen, als thans reeds is ge schied. De heer Dominicus heeft bezwaren tegen de ongewijzigde voortzetting van dezen dienst. Hij zeide, dat uit de overgelegde cyfers zou blyken dat deze dienst nog een winst zou opleveren. Er moet bezuinigd worden, dat is het parool over'de geheele linie. Hy kan zich voorstellen dat men in Den Haag zegt, dat een vierde gelegenheid om over de Wester- schelde te komen overbodig is en daarvoor geen subsidie wordt toegekend. Hy verklaart zich voor het behoud van den dienst, indien een bedenking wordt weggenomen, nl. over het behoud van den Zondagsdienst. Daarom deed hy een voorstel om dezen dienst op Zondag op te heffen. Er bestaat een gelegen heid om van Vlissingen op Zondag Ter Neu zen te bereiken via de andere veerdiensten. Men moet met consequenties voorachtig zyn en daarom is hy niet voor opheffing van alle diensten op Zondag. Er werden op den dienst Vlissingen—Ter Neuzen des Zondags 43 per sonen vervoerd en daar behooren nog by alle personen die voor sportbewegingen van de booten gebruik maken. De heer Kodde sloot zich voor een groot gedeelte aan by den heer Dominicus. Hij vraagt of deze dienst bestendigd kan worden met het oog op de financieele gevolgen. Het voorstel van Ged. Staten zal hy steunen als het geamendeerd wordt in den geest van het voorstel-Dominicus. Hy wil een nader onderzoek instellen naar de kosten van den dienst, in afwachting van het in de vaart brengen van de motorveer- booten. Ook wil hy onderzoek naar de kosten van een autobusdienst Breskens—Ter Neuzen. Met een autobusdienst kan in het vervoer op voldoende wyze worden voorzien, terwyi de reis niet langer zou duren. Deze dienst zou voor rekening van een autobus-ondernemer kunnen worden uitgeoefend. Hy diende een motie in, waarin wordt voorgesteld aan Ged. Staten te verzoeken een onderzoek te doen instellen, of het vervoer van passagiers en vrachtgoed van Zeeuwsch- Vlaanderen Oostelijk deel naar Walcheren en omgekeerd op bevredigende wijze kan plaats hebben, zonder dat de provincie daaraan moet bijdragen c.q. de noodige mededeelingen of voorstellen te doen. De heer De Paauw heeft in de zomerzitting reeds over dezen dienst gesproken. Het spyt hem dat de leiding van den prov. stoom- bootdienst niet heeft afgewacht wat in deze zitting zal worden besproken, alvorens een definitieve regeling voor te stellen. Hy was tegen opheffing van den dienst op Zondag en was voor behoud van den dienst en zulks met de raderbooten. De heer Geelhoedt is tevreden met het be reikbare en zou den dienst willen behouden met de raderbooten. De eerste afvaart uit Ter Neuzen wil hij vervroegen. Spr. is even als de heei Dominicus voor bezuiniging, doch hy is tegen verkeerde bezuiniging en deze wordt verkregen als de dienst Ter Neuzen— Vlissingen is opgeheven. Hy ondersteunt gaarne het voorstel-De Paauw om den dienst op de tegenwoordige wyze te behouden, met dien verstande, dat de eerste afvaart uit Ter Neuzen vroeger plaats heeft. De heer De Feijter wil den dienst voor een jaar voortzetten en zou eveneens gaarne zien dat de eerste boot des morgens yroeger uit Ter Neuzen vertrekt# J De. heer Van der Wart zeide, dat de dienst Vlissingen—Ter Neuzen practisch by zyn einde is. Het gebruik van autobussen als dit mogelyk is, juicht hy toe. Spr. is ook voor op heffing van den dienst op Zondag, omdat dit een financieel nadeel oplevert. De groote argumenten voor dezen dienst hebben niets met den Zondag te maken en hy gelooft dat het logisch is dezen dienst op Zondag op te heffen. De heer Moelker bespreekt de financieele gevolgen van dezen dienst, die thans ten laste van de provincie komen. Hij is voor een voorloopige proefneming van dezen dienst. Als de kosten te hoog worden, zal hy op den duur zyn stem niet kunnen geven voor het behoud van den dienst. De heer Kalle meent, dat als men auto bussen in dienst stelt, de kosten duurder zul len worden voor de reizigers. Hy is tegen op heffing van den Zondagsdienst. In België wordt alles zoo gemakkelyk mogelijk gemaakt ook voor de Zeeuwsch-Vlamingen. Deze dienst dient behouden te worden om de economische banden met Zeeuwsch-Vlaanderen en overig Nederland te behouden. De heer Dominicus is van meening dat de kosten voor vervoer per autobus zooveel hoo- ger zouden worden. De heer Van der Wart is het met den heer Kalle eens dat Zeeuwsch-Vlaanderen be hoefte gevoelt banden met Zeeland te onder houden, Hy wyst er den heer Kalle op, dat er voor hen die des Zondags vermaak wen schen te zoeken, gelegenheid moet zijn ver binding te krygen met de andere deelen van Zeeland ,al is de reis wat omslachtiger. De heer Kalle zeide, dat de kosten van het vervoer naar Vlissingen over Hoedekens kerke veel duurder zijn dan rechtstreeks van Ter Neuzen naar Vlissingen. België lokt om Zeeuwsch-Vlaanderen steeds meer naar zich toe te halen en daarom moeten wij de ver bindingen gemakkelyk maken. Zeeuwsch- Vlaanderen wil contact hebben met overig Zeeland en daarvoor bestaat de meeste ge legenheid op Zondag. De heer Kodde was tegen den Zondags dienst op grond van een Goddelyk gebod. Hy bedankte de leden die steun hebben verleend aan zijn motie -m verdedigt deze nog nader. De heer Van Rompu zeide, dat verschillen de leden een oordeel over dezen dienst vellen, hoewel zy er weinig mede in contact komen. Hy zeide dat alle diensten op de Wester- schelde geld kosten, dus ook de dienst Vlis singenTer Neuzen. Hij verdedigt het behoud van dezen dienst. De „Schouwen" werd op dezen dienst ingelegd, omdat deze zoo voor- deelig in de vaart is. Behoud van den dienst kost aan de provincie geen cent meer als op het oogenblik. De dienst levert wel een ver lies op, doch geen grooter verlies. Als men de cijfers nagaat, dan blijkt dat op den dienst Vlissingen—Ter Neuzen 50.000 passagiers ver voerd worden. Behoud van den dienst is dus alleszins gerechtvaardigd. Wy moeten bezui nigen, doch niet op dezen dienst. Hy wijst op het belang voor het fruitvervoer voor het be houd van dezen dienst. Tegen het amendement-Kodde heeft hy geen bezwaar en zal gaarne het daarin ge vraagde onderzoek instellen. Wat den dienst op Zondag betreft, zyn 5800 menschen vervoerd en dat met twee diensten. Wel een bewys dat van dezen dienst gebruik wordt gemaakt. Hy is voor behoud van den dienst op Zondag en wil de men schen die op Zondag willen reizen niet on- noodig een langere reis laten maken. De voorzitter deelde mede, dat Ged. Sta ten de motie-Kodde overnemen. De heer De Paauw wil voor de „Schou wen" een andere boot in dienst stellen. Hij is tegen beperking van den dienst op Zondag. De landsregeering, die overeen komt met de regeering der Prov. Staten, neemt een ruimer standpunt in. De menschen een omweg te laten maken op Zondag valt niet goed te keuren. De Zondagsrust van het personeel zal er niet onder ïyden, omdat dit personeel naar de kerk kan gaan. Hy ontraadde aanneming van het voorstel- Dominicus. De heer Kalle bepleitte nogmaals behoud van den Zondagsdienst en moest zich dus ten sterkste verklaren tegen aanneming van de motie-Dominicus. Hy wees er op, dat zoo wel te Vlissingen als te Middelburg vele zie ken uit Zeeuwsch-Vlaanderen worden ver pleegd en deze zieken gaarne op Zondag be zoeken. Spr. hoopte dat de leden zich nogmaals zullen bedenken alvorens voor de motie-Do- minicus te l temmen. De heer Kodde zeide, dat als de motie-Do- minicus niet wordt aangenomen, hy tegen het voorstel van Ged. Staten zal stemmen. De motie-Dominicus wordt hierna in stem ming '-ebracht en staakten de stemmen 20 tegen 20. In de vergadering van 24 Januari zal weder over dit voorstel worden gestemd en wordt de behandeling van het voorstel aangehouden. Rekening provinciaal wegenfonds 193L Ged. Staten stellen voor de rekening van het provinciaal wegenfonds over 1931 vast te stellen op 842.311.48 in ontvang en 541.509 89 in uitgaaf, alzoo een goed slot van f 300.801.59. In een afdeelir.g vroeg een lid, of, gezien het goed slot, de ten behoeve van het fonds voorgestelde leening ad 1.000.000 wel noodig is. Het antwoord luidde, dat die leening eerst zal worden opgenomen, als de behoefte daar aan zich doet gevoelen. Overigens beteekent dat batig slot allerminst, dat die oom ook in kas Is. Aangenomen. Rekening provinciale stoomboot- diensten over 1931. Ged. Staten stelden voor de rekeningen van de provinciale stoombootdiensten over 1931 als volgt vast te stellenVoor de Wes terschelde in ontvang 467.864.21 en in uit gaaf 697.333.60, kwaad slot 229.469.39 voor de Oosterschelde ontvang f 75.185.56. uitgaaf f 85.969.17, kwaad slot 10.783.61. By de behandeling in de afdeelingen zeg den Ged. Staten toe, in verband met het in drukken van een raampje door een paard op de „Prinses Juliana", wat voor kostbare paar den groote nadeelige gevolgen zou kunnen hebben, dat de inrichting der schepen, inzon derheid de bescherming der ruiten, de aan dacht heeft en dat bereids aan den directeur is opgedragen de noodige maatregelen te ne men. In elke afdeeling wees men op het groote tekort van de tram Hansweert-Vlake, nl. 13.109.95, en vroeg men of de tijd niet is gekomen de tram eindelijk, op te heffen. Een lid meende, dat Ged. Staten l.em en zyn fractiegenooten met een „kluitje in het riet" hebben gestuurd, wanneer zy by herhaling aandrongen, om de tram te vervangen bijv. door een autobusdienst, uit te voeren door de provincie, dan wel daartoe toestemming te geven aan een concessionaris. Ged. Staten ontkennen, dat er sprake is van met „een kluitje in het riet sturen" en zeggen dat reeds met ondernemers van autcbusdiensten is onderhandeld en dat omtrent de noodige voorzieningen in de haven van Hansweert in de volgende Statenzitting mededeelingen zullen worden gedaan. Toezegging van ophef fing van den tramdienst met ingang van 1 Juli is niet mogelyk, daar Ged. Staten nog te weinig gegevens daarvoor hebben. Nog kwam een lid van Ged. Staten met klem op tegen den wensch om de retourbiljetten meer dan één dag geldig te doen zijn. De heer Overhoff zeide, dat het tekort op de tramlijn Vlake—Hansweert veel te groot is. De uitgaven voor het personeel zijn al grooter dan de geheele ontvangsten. Hy dringt aan op opheffing van dezen dienst en instelling van een auto dienst. De Prov. Sta ten hebben reeds lang genoeg geduld ge oefend in deze kwestie. "lij vraagt defini tieve toezegging van Ged Staten dat deze dienst zal worden opgeheven. De heer V?~> Duijn wil de retourbiljetten op de provinciale booten langer dan één dag geldig laten zyn. De heer Staverman vroeg of het niet mo gelyk is de biljetten Vlissingen—Breskens ook geldig te verklaren voor de lyn Walzoor- den—Vlake en het instellen van 10-ritten- boekjes voor automobilisten. De heer Van Dusseldorp zeide dat de op heffing van de tramlijn VlakeHansweert in een vergevorderd stadium verkeert. Het lan ger geldig verklaren van de retourbiljetten rust op bezwaren. Er is geen controle of dezelfde personen deze biljetten wel gebrui ken. Het uitgeven van 10-ritten-boekjes voor automobilisten is niet zoo gemakkelyk als de heer Staverman meent. Het geldig verklaren van retourbiljetten voor verschillende boot diensten zal door Ged. Staten worden over wogen. De verzoeken van den heer Staver man zullen dus nog nader worden onderzocht. De heer Overhoff stelde voor Ged. Staten uit te noodigen in de zomerzitting te komen met voorstellen tot opheffing van den tram- dienst VlakeHansweert. De heer Van Dusseldorp noemde de mo tie—Overhoff het intrappen van een open deur. De voorzitter zeide dat deze motie kan worden overgenomen door Ged. Staten, in dien de heer Overhoff zyn motie wijzigt in dien zin dat niet gesproken wordt over op heffing van de tramiyn, doch met een voor stel te komen inzake den tramdienst. De heer Overhoff wyzigde zyn motie in dien zin. Het voorstel werd daarna aangenomen. Wijziging begrooting 1931. By het voorstel betreffende de wyziging der begrooting 3931 werden in 2 afdeelingen opmerkingen gemaakt, naar aanleiding waar van Ged. staten, o.a. mededeelen, dat de ryksbelasting-administratie niet meer een splitsing van de opcenten op de hoofdsom van de gebouwde en de ongebouwde eigen dommen verstrekt. Aangenomen. Wijziging begrooting 1932. Bij de beantwoording van opmerkingen In de afdeelingen werd er van wege Ged. Staten gezegd, dat de f 500 uitgetrokken voor de op richting van een afwateringswaterschap in Oostelyk "esuwsch-Vlaanderen, van dat wa terschap zal worden terugontvangen. Verder dat het werk aan de nieuwe aanlegplaats te Hoedekenskerke langzaam vordert, maar het wordt een degelijk werk, ten opzichte waar van men zich niet ongerust moet maken. Betreffende de som van 4000 voor herstel en bestrijding van motschade in de Staten zaal, welke som verschillende leden nog al hoog vonden, melden Ged. Staten in hun ant woord op het algemeen verslag, dat het be drag berust op een globale raming. Behalve het blyvend motvry maken van de beklee ding zullen de vloeren met een motwerend preparaat moeten worden bewerkt. Bovendien zullen geheel of gedeeltelijk moeten worden vernieuwd de tapyten, de gordynen, de stof feering van 45 stoelen en de bekleeding van ,42 kussens. Aangenomen. Begrooting 1933. By de begrooting 1933 kwam tevens in be- nandeling het voorstel tot verlaging van alle subsidies of maxima daarvan met 10 Uitvoerig is over een en ander in de afdee lingen gediscussieerd. Aan het algemeen ver slag ontleenen wy, dat de werkverschaffing ter sprake kwam en oa. werd gevraagd pf

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 2