NOOTJES Hedenmorgen om 8.40 uur is het K.L.M.- vliegtuig „De Kwartel" naar Indië vertrok ken. Aan boord bevinden zich 1 passagier voor Athene en 1 voor Batavia. Meegenomen wordt 305.329 K.G. briefpost, 2.3 K.G. pakketpost en 40.3 K.G. lading. De Tijksbemiddelaar prof. mr. P. J. M. Aalberse heeft de partijen, betrokken bij het dreigend conflict in de kleedingindustrie te Amsterdam, opgeroepen tot een nieuwe be spreking op Vrijdag a.s. te 's-Gravenhage. De brandweer te 's-Gravenhage heeft in 1932 gebluscht 4 zware en 11 kleine uitslaande branden, 33 zware binnenbranden, 290 kleine binnenbranden, 239 schoorsteenbranden en 639 buitengewone branden. Per één Januari bedroeg het aantal opge legde schepen te Rotterdam in totaal 108, waarvan 85 Nederlandsche, 13 Engelsche, 1 Noor, 4 Fransche, 4 Duitsche, 1 Griek. Bruto- tonnenmaat 484.734. Het motorschip „Sibajak" van den Rotter- damschen Lloyd, is gisteren te Batavia aan gekomen. In de bijzondere strafgevangenis te Leeu warden zaten op 1 Januari 117 personen ge vangen (112 burgers en 5 militairen). Van de burgers zijn er 12 die levenslange gevange nisstraf moeten ondergaan, 32 burgers ver- keeren in gemeenschap, terwijl er 78 in de cel vertoeven (19 van deze laatsten tijdelijk). De 5 militairen zitten gemeenschappelijk. De Belgische geldstukken van 10 frs. zullen binnenkort uit de circulatie genomen wor den, omdat zij tot teveel verwarring met de stukken van 20 frs. aanleiding geven. Blijkens de statistiek van de Engelsche communistische partij is er in het afgeloopen jaar een achteruitgang in het aantal leden der partij vast te stellen. Het ledental was van November 1930 tot September 1931 van 2155 gestegen tot 6363, doch op het einde van 1932 weer gedaald tot 5500. Te Astfeld, in Brunswijk, heeft een S.A.- man een zijner kameraden na een woorden wisseling doodgeschoten. Het slachtoffer was het eenige kind van een weduwe. De dader is in hechtenis genomen. In zijn woning vond men moderne militaire wapens en een flinke voorraad munitie. Prof. Piccard is in den afgeloopen nacht naar New-York vertrokken, ter voorbereiding van een nieuwen stratosfeertocht, die in de nabijheid van den magnetische pool zou plaats hebben. Tengevolge van de ineenstorting van een twee verdiepingen hoog gebouw in de inlan derswij k te Kaïro, werden vier personen ge dood, vijf ernstig en drie licht gewond. Vier- en-twintig Egyptenaren sliepen in het huis toen het instorten. reductie te verleenen, en daarvoor aan Ged. Staten bevoegdheid toe te kennen. Ged. Staten wijzen er in hun antwoord op het algemeen verslag op, dat ingevolge de provinciale wet zoowel het bedrag als de grondslagen der belasting moeten worden vastgesteld, onder goedkeuring van de Kroon. Aan Ged. Staten kan dus niet de bevoegd heid worden verleend, zij het voor bijzondere gevallen, op het stuk van belastingen rege lingen te treffen, welke het bedrag en de grondslagen daarvan raken. Overigens be staat bij Ged. Staten tegen het denkbeeld zelf bezwaar en zij vinden dan ook geen aan leiding om wijziging te brengen in hun voorstel. De heer Hamelink heeft geen bezwaar te gen de voorgestelde regeling, doch wel tegen het voortduren van den bestaanden toe stand. Hij stelde voor om voor gezelschaps- reizen de helft van het tarief te berekenen, zulks bij minstens 150 personen. De heer Stieger geloofde dat het niet op gaat rauwelings met een voorstel te komen. Hij stelde voor zulk een voorstel in de vol gende vergadering te doen, teneinde na te gaan hoe Ged. Staten tegenover zulk een voorstel staan. Hij staat niet sympathiek te genover het voorstelHamelink. De heer Van der Wart zeide dat het be grip gezelschap ruim genomen kan worden. Hij kan niet met het voorstel—Hamelink medegaan, omdat personen die voor plezier op reis gaan het steigergeld wel kunnen betalen. De heer Onderdak zeide dat het gemak kelijk is een regeling te treffen, waardoor passagiers die in een gezelschap reizen, af zonderlijke kaartjes krijgen. De controle levert geen moeilijkheden op. Door het verstrekken van reductie voor groote gezelschappen wordt het reizen bevorderd. De her Stieger verzocht den heer Hame link zijn voorstel te wijzigen in dien zin dat Ged. Staten in een volgende vergadering met een voorstel zullen komen. De heer Hamelink had er geen bezwaar tegen zijn voorstel naar Ged. Staten te zen den met verzoek om prae-advies. Dit werd goedgevonden en het voorstel hierna aangenomen. Wijziging reglement waterschap De vrije polders onder Tholen. Een wijziging werd voorgesteld in het bijzonder reglement voor bovengenoemd wa terschap en wel zoo, dat in afwijking met de thans geldende regeling de polders Oud- Strijen en Schakerloo, ook per H.A. even veel zullen bijdragen als de andere polders. Tegen toetreding van den polder Deurloo tot het waterschap hebben Ged. Staten be zwaren, omdat het waterschap niet alleen een uitwateringswaterschap is, maar ook een samenvoeging van eenige polders, die elk voor zich geen zelfstandig bestaan hebben, wat de Deurloopolder wel heeft. In de beantwoording van opmerkingen in de af deelingen, is van de zijde van Ged. Staten nog eens met klem op deze feiten gewezen en o.a. ook op het feit, dat de Deurloopolder een afzonderlijk bestuur heeft en op de Eendracht sueert. Verder dat de omstandigheden dé verhoudingen der polders zoo gewijzigd hebben, dat het alleszins billijk is, tot wijziging der overeenkomst over te gaan. Alles is overwogen en men is tot de conclusie gekomen, dat hier billijkheid de doorslaande factor is. De heer Sonke heeft bezwaren tegen het voorstel en zal tegenstemmen. De heer Moelker verdedigde het voorstel, dat hij met warmte aanbeval. De heer Boender pleit voor zelfstandig heid van den polder Deurloo. Hij is voor het voorstel van Ged. Staten uit billijkheids overwegingen. De heer Adriaanse zegt dat in dit voorstel een principieele kwestie zit, nl. het op zijde zetten van een bestaand contract. Hij is d.aarom tegen het voorstel. De heer Dieleman is den heer Moelker dankbaar voor den steun aan het voorstel van Ged. Staten. Dat is van te meer belang omdat de heer Moelker een van de belang hebbenden is. Hij verdedigde het voorstel van Ged. Staten ook op juridische gronden. Er kan geen twijfel bestaan aan de bevoegd heid van de Prov. Staten om de voorgestelde wijziging aan te brengen. De kwestie van de billijkheid besprekende, zeide de heer Diele man dat het voorstel ook uitermate billijk is. De heer Sonke kwam uit rechtsoverwegin gen tegen het voorstel van Ged. Staten op. De heer Adriaanse zegt dat men zich aan aangegane verbintenissen moet houden. Een woord is een woord en dit geldt ook voor publiekrechtelijke overeenkomsten. Hij blijft zich dus verzetten tegen het voorstel van Ged. Staten. De heer Boender dankte den heer Diele man voor zijn steun en bleef aandringen op aanneming van het voorstel van Ged. Staten. De heer Moelker wees op den verbeterden toestand die verkregen zal worden door aan neming van het voorstel van Ged. Staten. De billijkheid gebiedt het voorstel aan te nemen. De heer Heijboer was aanvankelijk tegen het voorstel, doch bij nadere overweging zal hy er evenwel voor stemmen. Na repliek van den heer Dieleman werd het voorstel van Ged. Staten in stemming gebracht en aangenomen met 36 tegen 5 stemmen. Afkoop tol op den weg Goes Katsche veer. Ged. Staten stelden voor bovengenoemden tol af te koopen van de maatschap „De Wil- helminapolder" en wel voor 15.000 eii hen op te dragen ten hoogste ƒ2000 uit de even tueel van rijkswege te ontvangen bijdrage voor tolafkoop aan de maatschap uit te keeren. Bij de beantwoording van opmerkingen in de afdeelingen, deelen Ged. Staten mede, dat de rijkstollencommissie aan de provincie Zeeland 10.000 heeft toegezegd en het woord „eventueel" slechts uit een oogpunt van voorzichtigheid er ingevoegd is. De oor zaak van het niet zoo'n vlot verloop hebben van de onderhandelingen, is, dat de Wilhel- minapolder geen publiekrechterlijk lichaam, doch een burgerlijke maatschap is. Na veel loven en bieden is men eindelijk tot over eenstemming gekomen, om aan den polder 2000 te geven, wat Ged. Staten alleen voor stellen voor het geval een rijksbijdrage aan de provincie ten goede komt. Zoodra de on derhavige tol is afgekocht trekt de provin cie ongeveer 5000 uit het wegenfonds en levert het eerste jaar de provincie een voor deel op van 3000 en vervolgens van 5000. Op andere vragen deelen Ged. Staten nog nader mede, dat de 2000 een extra-tege moetkoming vormen voor afkoop van rech ten, die het bezit zijn van genoemde maat schap. Zekerheid over de rijksuitkeering is er momenteel nog niet. De maatschap zal niet in afkoop treden als de 2000 niet worden betaald. De heer De Baare vraagt of de rijksbij drage verzekerd is. De heer Van Bommel van Vloten zeide dat nog geen antwoord van het rijk is ont vangen. De heer Kodde zal zich niet tegen het voorstel van Ged. Staten verzetten en zal over de bezwaren die hij heeft, heenstappen. Het voorstel werd daarna zonder stem ming aangenomen. Ifkoop tol weg Aardenburg— Belgische grens. Nog werd voorgesteld den tol op den weg van Aardenburg langs de Elderschans over Heille naar de rijksgrens in de richting Mid delburg in Oost-Vlaanderen af te koopen van de concessionarisse van den tol, de we duwe M. T Coppensde Jonghe te Eede voor ƒ2600. In een der afdeelingen uitte een lid zijn voldoening over het feit, dat Ged Staten de overeenkomst ook hadden doen teekenen door de dochter van de concessionarisse, daar, hoewel deze pas is iverleden, de zaak thans onbelemmerd voortgang kan hebben. Van de zijde van Ged. Staten werd op ge stelde opmerkingen en vragen geantwoord, dat de toestand van den weg niet zoo slecht is als men w. doen voorkomen en dat het verdere onderhoud zal moeten geschieden door de gemeenten Aardenburg, Eede en Sluis. De beste regeling achten zij het, dat na bespreking wordt vastgesteld, dat de ge meenten onderling een harer met het onder houd belasten en de andere ieder hun dee) in de kosten bij ivo gen. Aangenomen. Weg MiddelburgAbeels. Ged. Staten stelden voor het wegsgedeelte van de brug in den Vlissingschen Singel te Middelburg tot de tramhalte te Abeele met ingang van l Januari 1933 in beheer en on derhoud van de gemeente Middelburg over te nemen onder voorwaarde, dat de gemeente Middelburg jaarlijks een bedrag van 784.33 in de provinciale kas stort en de gemeente het verhardingsmateriaal, de afwaterings middelen en wat verder als tot den weg be- hoorende kan worden gerekend, kosteloos aan de provincie afstaat. In een der afdeelingen antwoordde men van de zijde van Ged. Staten op een desbe treffende vraag, dat de werkzaamheden, die nu nog aan den weg plaats hebben, geschie den voor rekening van de gemeente Middel burg, met 75 bijdrage uit het wegenfonds. In hun antwoord op het algemeen verslag deelen Ged. Staten mede, dat een ingesteld onderzoek van een der leden als zouden voor de verbetering van bedoeld wegvak afgekeur de steenen zijn gebruikt, op een misverstand moet berusten, aangezien alleen nieuwe en gave klinkers zijn gebruikt. Aangenomen zonder stemming. Geldleening provinciaal wegenfonds. Ten behoeve van het provinciaal wegen fonds wordt voorgesteld een leening aan te gaan van ten hoogste 1.000.000, tegen een rente van ten hoogste 5/2 berekend te gen parikoers. In een der afdeelingen meende een lid be zwaar te moeten maken tegen een rente van ten hoogste &y2 Hy is van meening, dat zeer wel tegen een lageren rentevoet van 5 kan worden geleend, gezien het feit, dat verschillende gemeenten tegen 5 en zelf tegen ±y2 leeningen sluiten. Een lid van Ged. Staten antwoordde, dat deze leening niet direct noodig is, maar ge vraagd wordt voor de komende jaren. Zou over eenige jaren niet tegen 5 kunnen worden geleend, dan zou door de Provinciale Staten een nieuw besluit moeten worden ge nomen. Het spreekt echter van zelf, dat Ged. Staten tegen een zoo laag mogelijke rente de leening zullen sluiten. Aangenomen zonder stemming. Voeren rechtsgeding. Ged. Staten stelden voor hen te machti gen in eersten aanleg namens de provincie op te treden in een mogelijk rechtsgeding tusschen haar en J. Hullaert te IJzendijke. Het geldt hier de moeilijkheden, gerezen inzake den aanleg en de verbetering van den verbindingsweg tusschen West- en Oost- Zeeuwsch-Vlaanderen. Naar aanleiding van de in de afdeelingen gestelde vragen, antwoordden Ged. Staten, dat by het aangaan van het mondeling ac- coord 5 personen aanwezig warenHullaert ging er op dat oogenbük mede accoord. La ter echter trok hy zich terug, niettegen staande hem .90 of 3000 was- uitbetaald en weigerde alle verdere medewerking. Nog zal getracht worden een schikking te tref fen. Enkele leden hadden liever een schrif telijke overeenkomst gehad. Van de zijde van Ged. Staten werd nog opgemerkt dat niet wiskundig is vastgesteld, welke voor deden bereikt zullen worden, daar de hoop bestaat, dat na het uitbrengen van het ex ploit de betrokkene zal „bijdraaien". Het ware zeker beter geweest als de mondelinge overeenkomst schriftelijk was vast gelegd. Aangenomen zonder stemming. Overneming laagspanningsnet Graauw—Langendam. Voor overname van het laagspanningsnet der gemeente Graauw en Langendam wordt voorgesteld een crediet te verleenen van f 5000. Op een desbetreffende vraag in de afdee lingen luidde het antwoord van de zijde van Ged. Staten, dat als nog niet overgenomen netten overblijven die te Hontenisse, West- dorpe, Zaamslag, Sas van Gent en Breskens (voor dit laatste is intusschen een voorstel ingekomen). Ged. Staten zr'n van oordeel, dat de over- ming goeden voortgang heeft. Een lid had bezwaar tegen opgeschroefde rentabiliteitsberekeningen en vroeg dit lid hoe lang het net nog kan meegaan en of het verantwoord is op de meters zooveel winst te ramen, dat daardoor de geheele berekening meer dan beinvloed wordt. Van de zijde van Ged. Staten werd de mee ning geuit, dat overneming in het algemeen belang is, terwijl alles te voren nauwkeurig door de Pzem wordt onderzocht. Nimmer is gebleken, dat bij overname van netten een slechte koop werd gedaan. In hun antwoord op het algemeen verslag zeggen Ged. Staten nog, dat in den regel be dongen wordt, dat de meterhuren niet dan geleidelijk op het peil, dat de Pzem algemeen berekent, gebracht zullen worden. Als op brengst van meterhuur zijn derhalve de be dragen geraamd, welke door de betreffende gemeente ontvangen zijn. Aangezien in de ge meenten Graauw en Langendam en Cadzand ongeveer evenveel meters geplaatst zijn, is voor de twee gemeenten hetzelfde kapitaal voor de meters berekend, daar echter het me- terhuurtarief in de eene hooger is dan in de andere, verschillen de ontvangsten uit me terhuur onderling. Aangenomen zonder stemming. Overneming laagspanningnet Cadzand. Voor overname van dit net stelden Ged. Staten voor, een crediet aan de Pzem te ver leenen van 12.600. Naar aanleiding van opmerkingen in de afdeelingen ontkennen Ged. Staten dat er sprake is van opgeschroefde rentabiliteits berekeningen. De. koopprijs wordt zoodanig be rekend, dat, gezien de uitkomsten van de ge meentelijke exploitatie over de afgeloopen jaren, een sluitende exploitatie mogelijk wordt. Hoe lang een net kan meegaan is moeilijk te zeggen, bij behoorlijk onderhoud zeer lang, in de rentabiliteitsberekening wordt op ruim 33 jaar gerekend. Aangenomen zonder stemming. Verhooging crediet bouw motor schepen. Het bedrag, dat verleend was voor de aan schaffing van drie motorbooten voor de prov. stoombcotdiensten bedraagt 175.000 per schip. Voorgesteld werd dit bedrag te verhoogen tot 178.000 per schip. Dit voorstel heeft in een der afdeelingen tot zeer uitvoerige besprekingen geleid, in de bei de andere kon men zich algemeen met het voorstel vereenigen, nadat door de leden van Ged. Staten nadere inlichtingen waren ver strekt ten aanzien van de gunning der sche pen aan „de Schelde" met een toeslag van 3000 per stuk. In de eerstbedoelde afdeeling meende oen der leden, dat ten volle in den geest van de motie-Staverman is gehandeld. Op meer critische opmerkingen is van de zijde van Ged. Staten o.a. opgemerkt, dat het rijk 80 van 175.000 bijdraagt en dat m deze van de gemeente Vlissingen niets is te verwachten. Een lid js gezien de ervaringen opgedaan met de „Koningin Wilhelmina", de „Prinses Juliana" en de „Prins Hendrik" wel eenigs- zins huiverig nu ook voor deze nieuwe drie schepen de plannen van het bureau-Corne- lissen zijn en vraagt wie nu de verantwoor delijkheid draagteen ander lid meent, dat men kan spreken van f 9000 geschonken voor de bestryding van de werkloosheid te Vlis singen, weer een ander vreest, dat het de pro vincie wel eens 5000 per schip meer zal kunnen kosten en vraagt of het rijk genoe gen neemt met deze opdracht aan „de Schel de". Een op dit gebied geen vreemdeling zijn de lid zegt, dat de directie van de uitvoerende maatschappij niet verantwoordelijk is. Nare kenen van het bestek ligt niet op den weg van den scheepsbouwer. Een lid ven Ged. Staten deelde in dit ver band nog mede, dat vele inschrijvingen voor den bouw zijn ingekomen, daarop zijn ver schillende conferenties met de directie van „de Schelde" gevolgd, aan wie onmiddellijk is medegedeeld, dat hare inschrijving ts hoog was. Daarop is verhooging gevolgd tot f 178.000 en zijn Ged. Staten op dat bedrag ingegaan, onder voorbehoud van nadere goedkeuring door de Prov. Staten. De „Ko ningin Wilhelmina" voldoet thans zeer goed. Met de „Prinses Juliana" is het voortdurend tobben, dit schip nog nooit Tanger dan drie weken achtereen in de vaart geweest en tel kens blijkt er iets niet in orde. Het gebrek ligt evenwel niet bij het "chip, doch bij de motoren, de leverancier van deze, nl. „Werk spoor", stond in deze voor onverklaarbare feiten, doch de deskundigen hebben verze kerd, dat alles in orde zal komen, zonder dat- het de provincie iets zal kosten. De „Prins Hendrik" is overgenomen op advies van de vertegenwoordigers van het bureau-Cornelis- sén en den directeur van de stoombootdien sten, doch al spoedig bleek, dat het schip weinig stabiel was en Ged. Staten achtten zich niet verantwoord het schip in de vaart te brengen en wendden zich om advies tot de Scheepvaartinspectie. Deze ging accoord met een verbreeding van de romp, wat 10.000 zal kosten, men zal in dat geval het schip met alle gerustheid in de vaart kunnen brengen. Zwaardere beballasting, dat 1150 zou kos ten is eveneens aan het oordeel der inspectie onderwerpen, doch een bericht daarover is nog niet ontvangen. Ged. Staten erkennen, dat het vertrouwen in het bureau-Cornelis- sen verzwakt is, maar de nu te bouwen sche pen zyn van een geheel ander type. Thans is ook daarover bereids het oordeel van ae scheepvaartinspectie ingewonnen. De verant woordelijkheid blijft echter by het bureau- Comelissen, de booten zullen nimmer worden overgenomen, voordat de scheepvaartinspectie een deugdelijke verklaring heeft afgelegd. Het gerucht, dat „de Schelde" van het te verwachten gebrek aan de „Prins Hendrik" op de hoogte was, ontkent de directie, men had ei niet de minste voorstellen van gemaakt. Het is van groot belang, dat de werf waarop gebouwd wordt, in de nabijheid van het pro vinciaal bedrijf ligt, zulks in verband met eventueele grootere of kleinere herstellingen in de toekomst. Een lid meent te weten, dat als deskundigen van „de Schelde" een fout zouden ontdekken zij zeker zullen waarschuwen en wijst er op, dat „de Schelde" nooit zoo concurreerend zal kunnen optreden als de werven te Rotterdam en omgeving, aangezien de aanvoer der be- noodigde materialen naar Vlissingen duurder komt dan naar Rotterdam. Van de zijde van Ged. Sfaten wordt ernstig bezwaar gemaakt tegen het noemen van de verschillende inschrijvingssommen, o.a. om dat de motoren waarvoor is ingeschreven veel in model, constructie en dus ook in prijs verschillen. Ook mededeeling in geheime ver gadering waarborgt geheimhouding niet vol doende en d«%<e is toch bepaald noodig, aan gezien de verschillende werven in bijna alle gevallen inschrijven met verlies en voor an dere niet willen weten welk bedrag als verlies berekend wordt. Verschillende leden namen hiermede geen genoegen en een hunner meende, dat Ged. Staten in deze aan de leden der Staten te kort doen. Ook in hun antwoord op het algemeen ver slag blijven Ged. Staten erbij, dat zij tegen over de andere inschrijvers geen vrijheid vinden om mededeeling te doen van de ver langde cijfers. De heer De Paauw vroeg of het de bedoe ling is de kwestie bureau Cornelissen thans c-ok aan de orde te stellen. Hij zeide dat wij het naadje van de kous niet te weten zijn gekomen en dat alle in lichtingen wel niet in het openbaar gegeven sullen worden. Hy vraagt of het rijk 80 pet. zal bijdragen van het hoogste bedrag waarvoor is inge schreven, dan wel voor het laagste bedrag Wij zijn altijd afgescheept met de mededee ling dat het bureau Cornelissen een goed bureau was. In deze zaak is wat meer lient gekomen. Ged. Staten erkennen dat het ver trouwen in het bureauCornelissen zeer is verzwakt. Het spijt hem dat Ged. Staten niet verder willen gaan en de banden met dit bureau af te breken. Het verwondert hem in hooge mate dat Ged. Staten nog verder met dit bureau willen werken. Spreker gaf in overweging aan de Prov. Staten om de ban den met dit bureau af te breken en hy dien de een motie in dien zin in, waarin Ged. Staten verzocht wordt alle relaties met het bureau—Cornelissen af te breken. De heer Kodde meende dat de ieden van de Prov. Staten het recht hebben volledig te worden ingelicht, desnoods in geheime zit ting onder volledige geheimhouding. De heer Van der Wart voelt dat hier voet angels en klemmen liggen en herinnert aan de debatten over het bureauCornelissen by den bouw van de motorveerboot „Koningin Wilhelmina". Hy wil de motie—De Paauw cm prae-advies naar Ged. Staten zenden. De heer De Paauw zeide dat deze kwestie in de afdeelingen uit en de na is besproken. Zijn motie is dus niet rauwelings in de ver gadering geworpen. Hij moet bezwaar maken de motie te wijzigen in den door den heer Van der Wart bedoelden zin. De heer Van Rompu zeide dat het rijk 80 pet. betaalt van 175.000 voor de drie nieuwe veerbooten. Hij deelde mede dat de „Koningin Wil helmina" het eerste schip is van dien aard in geheel Europa. Is het dan te verwonde ren dat aan zulk een schip eenige fouten kleven. Niets is volmaakt. De critiek is vol maakt. Het schip heeft na eenige wijzigingen aan de gestelde eischen beantwoord. Het zusterschip is de „Prinses Juliana", hier mankeert niets aan. Alleen aan de motoren mankeert wat. Het machine-personeel heeft altijd met stoommachines omgegaan en daardoor zijn wel eens kleine storingen voor gekomen Werkspoor, die een wereld-reputa- rtie heeft, heeft de fouten hersteld en nu is het schip in orde. Wat de „Prins Hendrik" betreft, hebben Ged. Staten dezelfde eischen gesteld als voor de andere veerbooten. Er is van het bureau- Comelissen niets geëischt dat niet gewettigd was. Wat de stabiliteit betreft deze is niet in orde. De eischen voor den dienst Vlissingen —Breskens zijn veel hooger dan die voor den dienst HansweertWalzoorden. Ged. Staten gaan met het schip proefvaren en zy meenen dat het dan best zal gaan. De steigers .bij Walzoorden en Hansweert zyn nog niet door het rijk gebouwd. Als er fouten gemaakt zyn, zullen deze worden hersteld. In het ongunstigste geval zullen deze kosten bedragen ƒ11.000 en in het gunstigste geval ƒ1100. Hij is tegen de motie-De Paauw, omdat hy deze niet billyk vindt. Als er reden tot critiek is, zullen Ged. Staten deze niet aan het bu reau Cornelissen onthouden. Hy stelt nog volle vertrouwen in dit bureau, dat een goe den naam heeft. De critiek is gemakkelijk, doch verbeteren is niet zoo gemakkelijk. De heer Moelker zeide, dat het voor de Statenleden niet zoo gemakkelijk is critiek uit te oefenen op een bekend technisch bu reau op scheepvaartgebied. Hij geeft toe dat men wel eens een vergissing kan maken bij den bouw van een nieuw type schepen. Dat het derde schip het minste voldeed, nl. de „Prins Hendrik", geeft wel iets te den ken. Het bureau had royaal moeten toe geven dat er fouten zijn gemaakt, beter dan met lapmiddelen de fouten te willen dekken. De heer Van Rompu haalde aan wat de scheepvaart-inspectie heeft gezegd, dat te veel gelet is op het gemak van de passagiers, ook met het oog op zeeziekte, dan wel op de sta biliteit van het schip. De heer De Paauw zeide, dat een aanhaling uit een brief van den hoofdinspecteur van de seheepvaart niets beteekent als de geheele brief niet wordt aangehaald. Spr. zegt dat hij critiek meent te moeten uitoefenen op een scheepvaartbureau. Nu wordt hem verweten dat hij dit bureau aan het uitschelden is. Hiervan is volstrekt geen sprake. Zijn critiek is alleszins gerechtvaar digd en wordt door verschillende leden ge deeld. Het bureau Cornelissen kan geen be teren verdediger hebben als den heer Van Rompu. Hij blijft van gevoelen dat de bouw van de 3 schepen een zwarte schaduw werpen op het bureau Cornelissen. Spr. wil voor verdere ontwerpen van het bureau Cornelissen ge spaard blijven. Hij beval zijn motie aan. be voorzlt^r teekent protest aan tegen de wijze waarop de heer De Paauw over de scheepvaart-inspectie heeft gesproken. De heer Staverman meent dat de eer van het bureau Cornelissen wordt aangetast door de aanneming van de motie-De Paauw. Hij hoopt dat Ged. Staten de noodige con clusies zullen trekken uit de discussies over deze quaestie gesproken. De heer De Paauw ontkent dat het zijn be doeling zou zijn geweest zich in afkeurenden zin uit te laten over de scheepvaart-inspec tie. Hij heeft alleen gezegd dat hij protest aanteekende dat de heer Van Rompu maar een gedeelte uit den brief va? de scheep- vaart-inspectio heeft aangehaald. De heer Kodde zou nog gaarne in geheime zitting nadere inlichtingen ontvangen. Hy is er voor dat klare wijn worde geschonken. De heer Van der Wart merkt op, dat reeds verschillende opmerkingen zijn gemaakt over het bureau Cornelissen by den bouw van de .Koningin Wilhelmina". Hy is er voor de motie De Paauw te ren-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1933 | | pagina 2