V RADIO-RUBRIEK HOOGWATER TE VLISSINGEN LICHT OP VOOR AUTO'S FIETSEN EN VOERTUIGEN r Zie Ice ai» ter oppervlakte van ongeveer 700 M2., in erf pacht neemt tegen staling van een jaarlij k- schen canon van 14 en voorts onder de vooraarden in een overgelegd ontwerp-be- sluit vervat. Naar aanleiding van het bovenstaande hebben wij de eer U voor te stellen, ons te machtigen om ce hierbovenvermelde werken in werkverschaffing te doen uitvoeren en te besluiten tot het nemen sin erfpacht van on geveer 700 M2. grond, deel uitmakende van het aan den Staat toebehoorende kadastrale perceel Sectie B Nr. 1394, tegen de gestelde voorwaarden. Verlenging termijn voor bebouwing gemeentegrond. Bij Uw besluiten van 13 Mei 1931, Nr. 18 en 27 November 1931, Nr. 18a, werd aan de fir ma de Muynck, alhier en aan de dieeren A. A. Kullberg, alhier en G. Timmers q.q. te Rot terdam, bouwgrond aan de Sottegemstraat verkocht ter oppervlakte van onderscheiden lijk 1633 M2. en 712 M2. Zooals dit gebruikelijk is werd aan dezel verkoopen de volgende voorwaarde verbon den „het voor het stichten van woningen be stemde gedeelte van den verkochten grond, moet binnen één jaar na de dagteekening van het raadsbesluit bebouwd zijn, zullende indien op dat tijdstip aan deze voorwaarde niet is voldaan, de gekochte grond, met alles wat zich alsdan daarop bevindt, zonder ge rechtelijke inverzuimstelling, om niet aan de gemeente Vlissingen in eigendom terugkee- ren en door den kooper aan de gemeente Vlissingen weder moeten worden overgedra gen." Deze voorwaarde wordt, zooals U bekend zal zijn, gesteld, teneinde te voorkomen, dat met den van de gemeeite gekochten grond gespeculeerd zal worden. De hierbovengenoemde koopers verzoeken thans in de ovei gelegde adressen, dezen ter mijn van één jaar, met eenzelfde tijdvak te willen verlengen, zulks in verband met de moeilijkheden om in de tegenwoordige tijds omstandigheden hypothecaire credieten te verkrijgen. Aangezien wij het verzoek van bovenge noemde koopers gegrond vinden, achten wij het billijk om hen in deze tegemoet te komen, weshalve wij de eer hebben U voor te stellen om in dit bijzonder geval de hierboven ge noemde besluiten te wijzigen in dien zin, dat de termijn, waarbinnen de gekochte groitd moet zijn bebouwd, met één jaar wordt ver lengd. Verkoop gemeentegrond. In overgelegde adressen verzoekt de heer J. Huysman q.q. te Koudekerke van de ge meente in koop te mogen ontvangen een tweetal perceelen grond, gelegen aan de Duy- vendrechtstraat (Westzijde), ter oppervlakte van onderscheidenlijk 171 M2. en 174 M2. Van dezen grond bedraagt de prijs f 8 per M2. en voor den grond gelegen op een groo- terc diepte dan van 20 M. is de prijs bepaald op 4 per M2. Aangezien tegen de inwilliging van deze verzoeken bij ons college geen bezwaar be staat, hebben wij de eer U voor te stellen, den verlangden grond in koop af te staan tegen een koopsom van onderscheidenlijk 1184 (125 M2. a 8 en 46 M2. a 4) en 1196 (125 M2. a f 8 en 49 M2. a 4), ten bate van het Grondbedrijf en zulks onder de gebruikelijke voorwaarden. Verpachting bouw- en weiland. In overgelegde adressen verzoeken de vol gende he'èren de achter him namen vermel de perceelen bouw- en weiland, voor het jaar 1933 (tot 24 November van de gemeen te temogen pachten tegen de daarvoor door hen geboden pachtsommen a. De heer J. Sohier Wz., alhier, Sectie B Nr. 205, weiland, 0.51.40 H.A. 25 b. De heer G. Leendertse. alhier, Sectie B Nos. 184 en 185ged., weiland, 0.96.00 H.A! 40; c. De heer M.J. van Zweeden, alhier, Sec tie B Nos. llged. en 7457ged., bouwland, 0.30.00 H.A., 25 d. De heer A. Meliefste,alhier, Sectie A Nr. 707ged., bouwland, 0.30.00 H.A. 32. Aangezien bovenbedoelde pachtsommen al leszins billijk zijn te noemen en het niet te verwachten is, dat bij openbare inschrijving hoogere pachtsommen zullen worden be dongen, hebben wij de eer U voor te stellen de hierboven vermelde perceelen bouw- en weiland aan adressanten te verpachten tegen de pachtsommen achter hun namen vermeld, ten bate van het Grondbedrijf en zulks onder de gebruikelijke voorwaarden. Pensioen straatmakers. Bij uw besluit van 29 November 1929, no. 17, werd besloten met ingang van 1 Januari 1930 den aannemer van het straatwerk in het bestek de verplichting op te leggen voor eiken straatmaker en opperman, die in zijn dienst werk voor de gemeente verricht, een zeker bedrag te betalen aan een verzekerings maatschappij, ter keuze van ons college, ten einde hen, na het voleindigen van het 65ste levensjaar, voor een dienstverband van 40 jaren een pensioen te verzekeren van 12 per week of zooveel minder in verhouding tot het aantal dienstjaren. In afwijking van deze regeling werd door U voor een zestal personen, waaronder P. Houterman, in dienst zijnde van den aanne mer, besloten, dat de gemeente zal waar borgen een pensioen van ƒ12 per week, in gaande na de voleindiging van het 65e levensjaar, hetgeen dus hierop neerkomt, dat de gemeente zal bijpassen het verschil tus- schen ƒ12 per week en de door de verzeke ring gekweekte rente, onder voorbehoud, dat deze bepaling haar kracht zal verliezen in dien een der zes genoemde personen vrij willig den dienst van den gemeente-aanne mer verlaat of wegens wangedrag of wan prestatie wordt ontslagen. Thans doet zich het geval voor, dat P. Houterman, behoorende tot de zes genoemde personen, vóór het voleindigen van het 65ste levensjaar invalide is geworden en eerst op 15 Maart 1935 in het genot kan worden ge steld van het voormelde pensioen van ƒ12 per week. In verband hiermede komt het ons ge- wenscht voor, voor dezen persoon in dit bij zonder geval, waar deze 34 jaar straatma- kerswerk voor de gemeente heeft verricht, een bijzondere regeling te treffen. Aan P. Houterman is door de Rijksver zekeringsbank met ingang van 20 Juni 1932 een invaliditeitsrente van 193.70 per jaar toegekend, terwijl tevens aan hem wordt uit gekeerd een bedrag van ƒ12.20 per jaar, zijnde de gekweekte rente van de door den gemeente-aannemer voor hem gesloten ver zekering. In aanmerking nemende het groote aantal jaren, dat hij voor de gemeente heeft ge werkt en de geringe inkomsten waarover hij thans kan beschikken, achten wij het billijk, dat door de gemeente aan hem tot 15 Maart 1935, zijnde het tijdstip, waarop hij in het genot zal komen van het voormelde pensioen van ƒ12 per week, een toelage worde toege kend van 6 per week, terwijl wij het tevens billijk achten deze toelage te doen ingaan op 20 Juni 1932, zijnde de datum van ingang der invaliditeitsrente. Op grond van hef bovenstaande hebben wij de eer U voor te stellen dienovereenkomstig te besluiten. Maandag 21. November. Hilversum, 296 M. Algemeen programma. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwij ding. 10.15 Gramfoonplaten. 10.30 Voordracht. 11.00 Orgelconcert. 12.00 Orkest. 2.15 Concert. 3.00 Gramofoonplaten. 3.30 Lezing. 4.30 Voor de kinderen. 5.00 Orkest en gramofoonplaten. 7.00 Boekenhalfuur. 7.30 Gramofoonplaten. 8.00 Vaz Dias, 8.00 Concert. 8.55 Zangdeclama tie 9.15 Concert. 10.00 Gramofoonplaten. 10.15 Orkest en zang. 11.00 Vaz Dias. 11.05 Gramo foonplaten. 11.15 Orkest. Huizen, 1875 M. N.C.R.V. 8.00 Schriftle zing. 8.15 Gramofoonplaten. 10,30 Morgen dienst.' 11.00 Zang. 12.15 Gramofoonplaten. 3.15 Knipcursus. 3.30 Hoedenmaakcursus. 4.00 Bijbellezing. 5.00 Concert. 6.30 Vragenuurtje. 7.39 Politieberichten. 8.00 Concert. 9.00 Le zing. 9.30 Gramofoonplaten. 10.30 Vaz Dias. 10.40 Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Berichten. 11.05 Lezing. 12.20 Orkest. 1.05 Orgelspel. 1.50 Orkest. 2.45 Voor de scholen. 3.20 Viool- en pianorecital. 3.45 Voor de scholen. 4.05 Concert. 4.50 Orkest. 5.35 Kin deruur. 6.20 Berichten. 6.50 Pianocomposities. 7.10 Lezingen. 8.20 Concert. £.20 Berichten en lezing. 9.55 Kamermuziek. 11,20 Dansmuziek. Parijs, „Radio-Paris", 1725 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.20 Concert. 12.50 Gramo foonplaten. 1.25 Concert. 7.40 Concert. 8.20 Operetteuitzending. Kalundborg, 1153 M. 11.20 Concert. 2.50 Orkest. 7.20 Concert. 10.00 Dansmuziek. Langenberg, 473 M. 6.25 Gramofoonpla ten. 11.20 Concert. 1.20 Concert. 4.20 Gramo foonplaten. 7.20 Kamermuziek. 8.35 Literair programma. 9.40 Concert. Brussel, 508 M. 12.20 Orkest. 1.30 Gra mofoonplaten. 5.20 Orkest. 8.20 Orkest. 10.30 Gramofoonplaten. 338 M.12.20 Gramo foonplaten. 1.30 Orkest. 5.20 Orkest. 6.50 Or kest. 8.20 Concert. 10.30 Gramofoonplaten. Zeesen, 1635 M. 7.20 Concert. 8.35 Be richten. 8.50 Gevarieerd programma. 9.35 en 10.05 Berichten. Hierna dansmuziek. November Zondag 20 Maandag 21 L.K. 5.15 6.14 17.51 18.59 Zondag Maandag November 20 21 4.30 4.29 Twee maal op één dag ondervond ik, dat er in onze samenleving een hiaat schuilt, die zeker niet gerekend mag worden en vooral in onzen tijd niet onder de minst betee- kenende. Niet dat we met opheffing van dit hiaat opeens in een ideale wereld leven, waarin niets meer te veranderen en te ver beteren valt, maar er zou eenvoudig 'n gebrek minder in onze samenleving zijn, waardoor het geluk en de rust in het menschenbestaan weer een graad meer zouden aanwijzen. De eerste maal trof me dit hiaat toen ik een jongeman opbelde, dien ik iets vragen moest, en van zijn hospita te hooren kreeg, dat hij ziek was en niet aan de telefoon kon komen. ,Js het ernstig vroeg ik „Och, dat geloof ik niet," was het vrij on verschillige antwoord. Ik besloot zelf me te overtuigen en stapte naar hem toe. Hij verwelkomde mé met een heesche stem. „Komt niet van pierewaaien, hoor Ook niet van redevoeringen houdenprobeerde hij nog te schertsen. „Kou gevat. En omdat ik geen zin heb telkens mijn beenen onder me te voelen wegglijden, daarom blijf ik in bed. Denk asjeblieft niet, dat ik het doe omdat de dokter het heeft gezegd." „En wie zorgt er nu voor je vroeg ik. Ik Eet mijn oogen over het tafeltje naast het bed dwalen en wat zij daar zagen kon geens zins een tevreden uitdrukking te voorschijn roepen. Op een bordje, in een drabbig plasje water lagen wat uitgeknepen druivenschil- letjes. Er stond een vettig glas, waarin blijk baar melk was geweest, en dit stilleven werd voltooid met een boterham, die een onsmake lijk kleurtje had van de ingetrokken jam. „En wie zorgt er nu voor je „De een of andere goede geest, die bij me komt binnenwaaien," zei hij laconiek. „Jij bijvoorbeeld. Als je zoo vriendelijk zou willen zijn een citroen voor me uit te persen, zal ik je daar heel dankbaar voor wezen." „En je hospita vroeg ik terwijl ik bezig was aan zijn wensch te voldoen. „Ja kijk-es, je hebt hospita's en hospi ta's. De eene doet niet méér dan je bij het huren van je kamer hebt afgesproken en de andere is een mensch, die, wat hart betreft, haar tijd een stuk vooruit is. 't Ongelukkige toeval wil nu, dat ik niet de laatste, maar de eerste soort heb getroffen. Maar 't kan me niet veel schelen, hoor Ik zal het wel erg waardeeren als jij me aanstonds wat kwast met suiker geeft, maar als 't moet, kan ik er per slot van rekening ook buiten. Ik pieker veeleer over mijn werk. „Ieder mensch is misbaaris een prachtig gezegde, waar ik het volkomen mee eens ben. Maar zie je, eer je je overbodig hebt gemaakt, is er toch nog wel wat soesah, en als je niet lekker bent, zie je zelfs tegen zoo'n beroerd beetje nog op Daar komt bovendien nog bij, dat je in dezen belabberden tijd niet graag blijk geeft gerust gemist te kunnen worden. Je zou anders in een minimum van tijd meeloopen in het leger van werkloozen. „Drink eens," zei ik, hem het glas met citroenlimonade voorhoudend. „En zeg me dan maar eens wat ik voor je doen kan." Hij keek me aan. Was het om zich van de waarheid van mijn woorden te overtuigen? „Je kan typen, hè vroeg hij opeens. Ik knikte. „Tenminste op mijn eigen ma chine," voegde ik er bescheiden aan toe. „Dan kun je het op de mijne ook," con stateerde hij. „Er moeten noodzakelijk eenige brieven beantwoord worden en een rapport worden afgemaakt...." 's Avonds besloot ik even op te loopen bij een van m'n vrouwelijke kennissen. Het duurde een eeuwigheid eer mij op mijn her Onder redactie van TRUUS EYGENHUYSEN. haald bellen werd opengedaan. Toen eindelijk de deur uit haar slot knipte, stond ik tegen over de vrouw des huizes zelf, die een haastig omgeslagen peignoir droeg. Haar gezicht stond zoo triest en lijdend, dat ik onmiddel lijk begreep, dat er iets niet in den haak was. Spoedig bleek het, dat ik goed had ge zien. Ze was ziek, lag ie dagen te bed en op mijn vraag wie er voor haar zorgde, kreeg ik ten antwoord ,,'s Morgens Mientje voor de rest niemand." Mientje is een zeventien-jarige dienst bode. „Hitje" noemt men zoo iemand. „Maar waarom houd je Mientje dan niet den heelen dag „Wil ze niet. Ze vindt 't hier te saai.... Ach ja, zoo'n alleen wonende juffrouw, hè....-" voegde ze er bitter aan toe en ik wist, dat er niet zooveel meer toe noodig was om nu een stroom van waterlanders te ont ketenen. „Kun je je moeder niet laten komen?" vorschte ik voorzichtig. „Och neen.neenze is al zoo oud en zelf niet fit meerEn natuurlijk krijg ik dan minstens een dozijn keeren per dag te hooren, dat ik destijds maar niet zoo eigen wijs had moeten zijn om per sé op me zelf te gaan wonen." En de moeder van Mientje? Zij heeft je toch, meen ik, wel eens geholpen toen Mien tje ziek was." „Daar heb ik ook al aan gedacht, maar ze heeft haar huishouding en weet niet waar ze haar kleintjes in dien tijd moet laten. En de werkster, die ik Vrijdags altijd heb, heeft weer een gébrekkigen vader.... Ach, ieder een zit verstrikt in zijn eigen dagelü ksche beslommeringen. Ieder heeft zijn levten zoo ingericht, dat er voor iets buitengewoons geen tijd meer over blijkt te zijn. Noodge dwongen ben je op je zelf aangewezenin werk, hi moeilijkheden, in tijd van ziekte.... Bah, wat een verwrongen wereld...." „Kom", .probeerde ik haar op te beuren, „zie het niet zoo zwart in. Ga maar gauw naar je bed terug en laat mij hier maar eens de baas in huis spelen." En zij, bekend om haar groote mate van zelfstandigheid, bekend om haar een tikje heerschzuchtig karakter, snikte opeens „O asjeblieftO asjebheft P Maar.... „iedereen zit verstrikt in zijn eigen dagelijksche beslommeringen." Dat was toch wel heel juist gezegd, al had het bitter geklonken. Ook ik zat vast aan mijn dage- gelijks terugkeerend werk. En het werd een hopeloos vermoeiend heen en weer draven tusschen mijn huis, de zieke vriendin en den zieken vriend. En nu rijst in mij de gedachte of hier geen mooi, welslagend en voldoening schenkend werk ligt voor een groepje jonge, onderne mende vrouwen, vrouwen die zoo'n beetje van alle markten thuis zijn. Zulke vrouwen bestaan er inderdaad. Er zijn vróuwen, die even vaardig zijn met de pen als met de naald, e.ven vaardig met de schrijfmachine als met den huishoudscepter, even onderlegd in talen als in koken. Als deze groep van vrou wen een soort van maatschappij vormde, waar alleen- en op-kamers-wonenden zich zouden kunnen verzekeren om in tijd van ziekte een hulp voor de huishouding (en)of voor beroepswerk te krijgen, zouden zij groote kans van slagen hebben, mits de premie in overeenstemming zou zijn met het gemiddel de salaris, dat door jongelui van tegenwoor dig verdiend wordt. Want het is niet, zooals zoo vaak wordt beweerd, dat de jonge men- schen van heden zorgeloos zijn en zich niet bekommeren om wat mogelijk nog eens als kwelling in hun leven kómt, maar het zijn de hooge bedragen, die gestort moeten wor den voor lijfrente, ziekte-, levens- en pen sioensverzekeringen, die het onmogelijk maken te zorgen voor den tijd, waarin men niet meer op eigen kracht kan drijven. Dit is de kern van 't verschijnsel waarom jonge menschen zoo moeilijk te bewegen zijn zich bij de een of andere \erzekeringsmaat- schappij aan te sluiten. Mocht er al eens een lichaam in het leven worden geroepen om alleen- en opkamers-wonenden in tijd van ziekte hulp te verleenen, dan zal men hier voor, naast de ideëele doelstelling, ook van dit verschijnsel en zij n juiste kern moeten uitgaan. Voorbeelden voor monogrammen. (Op verzoek) Al deze monogrammen kunnen gewerkt worden met den platten steek. Als materiaal wordt gebruikt per]garen of D.M.C. garen. Huismoeders dagboek. Zaterdag, 12 November 1932. Ik heb een beeld van een mantel gekocht Wijnrood velours de laine met een leuken sjaalkraag van persianer-lam. Iedereen vindt, dat hij me koninklijk staat en vader heeft beweerd, dat ik er een stuk jonger mee uitzie. Of dit een galant complimentje is of „de zuivere waarheid", weet ik niet. Daar zal ik nog wel eens achter zien te komen. Vanwege de kou aten we boerenkool met rookworst, gevolgd door maizenavla met abrikozen. Zondag, 13 November 1932. Een gezellig werkje gedaan. Op mijn don kergroene tweed-japon van het vorige jaar heb ik een sjaalkraag en poffende bovenmou- wen gezet van vroolijk gestreepte jersey. Ik had heelemaal niet het idéé, dat ik aan iets degelijks bezig was. 't Leek eer een hand werkje, waarmee je zoo maar voor je plezier bezig bent. Tapiocasoepbiefstuk, Brusselsch lof, aardappelenananaspudding. Maandag, 14 November 1932. Schapehvleesch met verschillende groenten en aardappelen pannekoekjes toe. Een verjaardagsvisite gemaakt bij de oude mevrouw Barneveld, waar Bobbie zich erg verveelde. Ter vergoeding van den vervelen den-middag zijn we daarna nog de Sint Ni- colaas-étalages gaan bewonderen. ïtfnsdag, 15 November 1932. Wat is weven een heerlijk werkBen je down en ga je met sterke kleuren werken, dan is het alsof je tegelijk met het vlechten van 'n helder gekleurden draad door de don- dere spandraden, een vroolijk gekleurden draad vlecht door je grauwe gedachten. Va der, heb je wel geweten, dat je me zóó'n kost baar cadeau gaf Gebakken spiering, roode kool, aardappe len; broodpudding. Woensdag, 16 November 1932. 'k Heb het altijd zonde gevonden om de restjes gefiltreerde koffie weg te doen, maar opgewarmd smaakt ze lang niet lekker. Nu heb ik er iets anders op gevonden. Ik bewaar alle restjes tot ik een grooten koffiekop vol heb en maak er dan met melk, suiker en maizena een heerlijk vlaatje van 'k Sta zelf paf van mijn eigen vindingrijke zuinigheid. Gehakt, spruitjes, aardappelen; rijst met krenten, en kaneelsaus. Donderdag, 17 November 1932. De verstelmand is eindelijk weer eens leeg. Hoe lang nog Maar als ze nu weer vol is, zal ze wel lang zoo blijven, want met Sint Nicolaas in 't zicht, komt er van verstellen natuurlijk weinig. Koud gehakt, andijvie, hardappelpurée griesmeelpudding met bessensap. Vrijdag, 18 November 1932. Een rommehge kamerdag en een rebelsche Bobbie, die tot twee keer toe een. emmer wa ter heeft omgegooid, 't Wordt tyd, dat dit meneertje naar school gaat. Toen vader thuis kwam, deed hij dezen zijn beklag. „Mammie is stout geweest", zei hij met een vernietigenden blik in mijn richting. „Ze heeft me heel alleen in de voorkamer gestoptHij vergat er bij te vertellen in gezelschap van zijn lei, griffels en prenten boek. Maar vader zei beslist„Mammies zijn nóóit stout. Laten we dat op den voorgrond stellen." Ik weet niet, vader, of dit wel de juiste op voedingsmethode is. Een kind heeft, geloof ik, danig het land aan voorbeeldige, onfeilbare ouders. Denk maar eens aan Els, die het van den zomer zoo heerlijk vond, dat ze een moeder had, die pas een vergissing had ge maakt. Macaronisoep schelvisch, worteltjes, aard appelen. Wat draagt men in Parijs Natuurlijk spitst nu iedere vrouw haar roze oortjes. Want alles wat uit de lichtstad komt, heeft altijd een mondain én een romantisch tintje. Waar Parisiennes in avondtoilet zijn, valt het op, dat velen in de plaats van kostbare byoux guirlandes dragen van fijne zijden of fluweelen bloemen, die soms langs het décol leté zijn aangebracht of als een collier om den hals liggen. Het staat werkelijk zeer charmant en menig jong vrouwtje geeft aan deze eigenaardige „finishing touch" de voor keur boven sieraden van edel metaal en dito gesteente. Het sandaletje, dat aan het ongekouste voetje wordt gedragen, is geen nieuwigheid. Reeds vroeg in het voorjaar zag men de Fransche vrouwen dit bij het avondtoilet dragen. Maar nu we midden in het koude seizoen zitten en deze sandaletjes nog altijd gedragen worden, is dit zeker waard nog even vermeld te worden. Natuurlijk legt de Parisienne den tocht naar schouwburg, concertzaal of avondpartij af in een warmere voetbedekking. Zij heeft hiervoor soepele, met wol gevoerde laarsjes. Maar zoodra zij op de plaats van bestemming is aangekomen, doet zij deze uit en vertoont haar roze voetjes met glanzend gelakte na geltjes. Laten we nu maar hopen, dat geen enkele Parijsche schouwburg of concertzaal onver warmd is of deuren heeft, die niet goed sluiten, anders zullen de elegante Parisiep- netjes voor haar ijdelheid nog leelijk moeten boeten. Vragen moeten worden gericht aan De Brievenbus dezer courant. Anonieme brieven komen voor beantwoording niet in aanmerking Mej. J. H. te VI. Het gevraagde patroon zullen we U toezenden. Het is te groot om in de Damesrubriek te worden opgenomen.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1932 | | pagina 10