Courant
TWEEDE BLAD
GEMEENTEBESTUUR
KAMEROVERZICHT
FEUILLETON
De dochter van den Dictator
Gaan bakkers en meel
fabrikanten samenspannen?
BINNENLAND
van de
Donderdag 10 November'32. No 265
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Vlissin-
gen
gelet op artikel 45 der Drankwet
doen te weten
dat bij hen is ingekomen een verzoek van
Pieter Francies Hemelaar, wonende te Vlis-
singen, om verlof tot den verkoop van zwak-
alcoholischen drank in het klein (verlof A)
voor het beneden-voorlocaliteit van het per
ceel Kanaalstraat nr. 82
dat vanaf heden gedurende twee weken
tegen het verleenen van het gevraagde verlof
schriftelijke bezwaren kunnen worden inge
diend bij Burgemeester en Wethouders voor
noemd.
Vlissingen, 10 November 1932.
Burg. en Weth. voornoemd,
P. G. LAERNOES, L.B.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Algemeen debat.
We weten nu eenmaal, dat alle partijlei
ders de revue moeten passeeren. Een paar
specialisten komen dan nog achteraan. Het
is het oude liedje en helaas is het maar zel
den nieuw.
Vandaag eerst de Vrijheidsbond. De heer
Knottenbelt is niet even gemakkelijk te
volgen, want hij beschikt over een doffe
stem die niet ver draagt. Hij noemde aller
lei oorzaken op voor de crisis en vond dat
ook de socialisten daaraan schuld hadden
met hun loon-acties, die een eenzijdige poli
tiek zijn. De economische politiek van heel
het buitenland deed het ergste en daaraan
hadden volgens dezen afgevaardigde de so
cialisten ook schuld. Vervolgens verdedigde
hij nog eens de vrijhandelspolitiek en betoog
de, dat de liberale gedachte te veel is los
gelaten, o.a. door te zware lasten op de be
drijven te leggen en de staatsbemoeiing
steeds uit te breiden. Allerlei misère was
daarvan het gevolg en nu zit de Regeering
voor de gevolgen. Het rapport—Welter was
niet noodig geweest, meende hij, want de
Regeering wist zelf heel goed, wat haar te
doen stond. Nu kruipt zij te veel achter dat
rapport weg. Een algemeene herziening van
de salaris-schaal achtte hij gewenscht en
hij drong er bij de Regeering op aan daar
mede spoedig te komen, Noodig achtte hij
het dat het Rijk toezicht houdt op de sala
rissen die de gemeenten uitbetalen, opdat die
in evenwicht blijven met die van het Rijk.
Veel hulde kreeg het Kabinet niet uit de
zen hoekhet was te zwak en bood te wei
nig weerstand aan de opdringende eischen
van bepaalde groepen.
Dat was wel zoowat het voornaamste uit
deze rede. Al dadelijk kwam er nu een vrien
delijker geluid, nl. van den heer Snoeck
Henkemans, wiens fractie tot veel steun aan
dit Kabinet bereid is. De Regeering heet nu
eens te zwak, dan weer te sterk, maar vol
gens dezen afgevaardigde hield zij heel goed
den middenweg.
Voor straat-demonstraties voelt de heer
Snoeck Henkemans al even weinig als de
heer Knottenbelt en hij is het ook met dien
afgevaardigde eens, dat wij een parlementair
Kabinet moeten hebben met het parlemen
taire stelsel van controle door het parle
ment uit te oefenen.
Na dit vredelievende woord kwam de heer
Albaxda, die natuurlijk niet veel heel liet
ROMAN VAN EDGAR JEPSON
Vertaald door F. van Velsen.
Nadruk verboden)
33)
„Maar dat ls onredelijk. Waarom denkt u
er dan telkens aan", zei ik met warmte.
„Wat hebt u met die reden feitelijk te ma
ken U hebt bovendien alles gedaan om te
verhinderen wat u vreest en hebt uzelf dus
niets te verwijten. Zet die gedachten uit uw
hoofd."
„Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan,
mijnheer Hulston. U kunt t toch ook niet
uit uw hoofd zetten."
„Ik verzeker u, dat ik dat wel kan en ik
ben er, in tegenstelling met u, zeer nauw in
betrokken."
„Dan bent u tenslotte toch een gevoelloos
en verhard mensch."
„Volstrekt niet. ik heb in het diepst van
mijn hart een grondigen afkeer van die
heele geschiedenis, voor een niet gering deel
omdat u er verdriet van hebt. Maar ik laat
my daardoor toch niet ontmoedigen."
..Spijt 't u werkelijk, dat u in die affaire
betrokken bent
[V ..Werkelijk l En in niet geringe mate, om
dat u mij tot betere inzichten gebracht hebt."
zy bloosde en zgeeg eenige oogenblikken.
aan het KabinetHij haalde wat historie
op en betoogde, dat de arbeiders al veel
hebben veroverd door demonstraties en sta
kingen. Het huidige productie-stelsel werd
nog eens onder handen genomen en aan
flarden gescheurd. Alles op de wereld is de
schuld van het kapitalisme en hij is niet
bereid door loonsverlagingen het kapitalisme
weer op de been te helpen. Ook niet door
protectionistische maatregelen, die volgens
do leer der socialisten alleen de arbeiders
klasse dupeeren. Geen salarisverlaging na
tuurlijk, want dat dient alleen maar om de
zakkende bedrijven te helpen. De koop
kracht moet blijvendus óók als alle prij
zen dalen
Het was weer aan de demonstraties te
danken dat het peil der uitkeeringen aan de
werkloozen niet was verlaagd. Zonder den
storm van verontwaardiging was dit beslist
gebeurd, meent deze spreker. De demonstra
tie van gisteren moet de Regeering leeren
clat de georganiseerde arbeidersklasse de po
sitie der werkloozen tot het uiterste zal ver
dedigen.
Op dezen voet ging, gelijk te begrijpen
valt, deze rede voort. Ook hier geen nieuwe
gezichtspunten en niets anders dan herha
lingen. Het is vóór alles zaak dat deze partij
zich zoo scherp mogelijk tegen de Regeering
verzet, nu de communisten vooral er op uit
zijn deze partij zooveel mogelijk afbreuk te
doen. De concurrentie drijft daarom de
fractie weer naar het uiterste en de aan
staande verkiezingen doen de rest. Het is
ouder die omstandigheden voor de Regeering
uiterst moeielijk om tot eenig resultaat te
komen. Haar beleid moet geëxploiteerd wor
den als verkiezingsmateriaal en er moet
geen stuk aan haar heel blijven.
En dan spreekt de Grondwet van het ge
meen overleg der Staten-Generaal
flitsen
De Tarwe-wet heeft een feitelijk monopolie
geschapen ten behoeve van de meelfabri
kanten. Immers, speciale gevallen uitgezon
derd, mag niemand vervoeren, in voorraad
hebben of verkoopen tarwemeel of tarwe
bloem, die niet aan de bestaande regeerings-
eischen voldoet. Zij moet vervaardigd zijn
uit een mengsel van tarwe, waarin 25
inlandsche tarwe voorkomt. Het mengen van
meel of bloem van buitenlandsche origine
met 25 meel of bloem uit inlandsche tar
we vervaardigd, is niet toegestaan. Vandaar
dat practisch gesproken alleen meel of bloem
betrokken kunnen worden van meelfabri
kanten en molenaars. Deze laatsten hebben
ten opzichte van de maal-capaciteit der
eersten niets in te brengen het zijn de
meelfabrikanten, die de lakens kunnen uit-
deelen.
De tarwe-auioriteiten zijn voor dit mono
polie in de praktijk niet bevreesd,; immers
de concurrentie-nyd tusschen de meelfabri
kanten is zoo groot, dat de kans op nauwer
samengaan, gepaard aan prijs-afspraken niet
ernstig behoeft te worden aangeslagen. In
het vooruitzicht op het komende monopolie
begon elke fabriek, zonder onderlinge af
spraken en zonder acht te slaan op de
plannen van zijn collega's, zich sterk uit te
breiden om een zoo groot mogelijk voordeel
voor zich z~lf te kunnen behalen. Gevolg
hiervan was, dat toen de wet in werking
trad, de totale maalcapaciteit zoo groot was,
dat niemand meer winst kon maken en de
prijzen van meel en bloem drastisch daalden.
Ook tusschen de bakkers onderling
heerschte een zware concurrentie, alhoewel
deze voor de invoering van de Tarwe-wet
niet zulke groote afmetingen had aangeno
men, dat de behoorlijke winstmarge der
bakkers er door werd aangetast. Dit veran
derde onder de werking der wet, want alge
meen vreesden de huisvrouwen broodprijs-
verhooging. Om de cliëntèle te behouden,
die anders naar de concurrentie zou over-
loopen, gaven de bakkers prijs-reductie in-
stede dat zij het peil verhoogden, zoodat zij
per saldo een deel van hun winstmarges
hadden af te staan. Deze beweging werd
versterkt door den invoer van het goedkoope
Toen zei ze op ernstigen toon„ik begin te
gelooven, dat ik er wel nauw in betrokken
ben. Ik begin in te zien, dat mijn vader van
de omstandigheid, dat de prins mij het hof
maakt, partij wil trekken om de kroon te
stelen...."
zy sprak de woorden ,,'t hof maken" met
zooveel eenvoud uit, dat duideiyk bleek, hoe
slecht zy de eigeniyke beteekenis daarvan
begreep. Zy scheen niet te beseffen, dat de
prins dwaas verliefd op haar was. Waariyk,
zy was nog een onbedorven kind. Het zou
haar dan ook groot leed doen, als zy de ware
beteekenis van haar tegenwoordigheid in dit
paleis ontdekte.
Met de grootste beslistheid zei ik daarom
„Dat is onzin, fatalen onzin. Uw vader
heeft dergeiyke hulp niet noodig. De prins
is Immers voor hem ook zeer vriendeiyk?"
en om het gesprek op een ander onderwerp
te brengen, vroeg ik„En bevallen de ove
rige dames u nog al?"
„Ja, sommige zyn heel aardig, maar er
zyn er, die nog al jaloersch zyn, maar der-
geiyke vrouwen treft men overal aan, niet
waar
„Inderdaad", zei ik.
„Het deert my niet, al sedert lang ben ik
aan hateiykheden van dien aard gewend.
Op kostschool was het al zoo. Maar ik heb
wel geleerd om my te weren."
Tante Agnes kwam op ons toe en groette
Emma hartelijker dan ik had durven ver
wachten. zy informeerde belangstellend naar
het leven in de omstreken van Leicester,
buitenlandsche, speciaal Belgische brood,
waarvoor nu brood-contingenteering is in
gevoerd. Vele bakkers gingen met hunprijs-
verlaging beneden een door de bakkers-orga
nisaties vastgesteld peil en welke actie men
ook tegen de onderkruipende bakkers be
gon, men kon niet verhinderen, dat meer en
meer anderen dit voorbeeld gingen volgen.
Naar verluidt is men op het moment aan
trustvorming tusschen bakkers en meelfa
brikanten bezig. Naar het „Handelsblad"
heeft vernomen is er tusschen de maal-
industrie, t.w. de Nederlandsche Vereeni-
ging van Meelfabrikanten, benevens de uit
getreden Stoommeelfabriek Holland en de
Meelfabrieken der Vereenigde Nederlandsche
Bakkerijen en de vier groote bakkersorgani
saties, te weten de Nederlandsche Bakkers-
bond, de R. Kath. Nederlandsche Bakkers-
bond, de Chr. Bakkersbond en de Vereeni-
ging van werkgevers in het bakkersbedrijf
een contract gesloten, waarby regelingen ge
maakt zijn om niet aan bakkers te verkoo
pen, die zich niet aan een bepaalde prijs
afspraak houden. Bovendien zullen bakkers
niet van die meelfabrikanten koopen, die
deze afspraak niet opvolgen. Om dit te con
troleeren wordt een centraal bureau ge
sticht, dat er een zwarte lyst op na zal
houden en bovendien een staf van dienaren
ter opsporing van overtredingen. Bakkers,
die zich niet verbinden willen, zullen hun
meel of bloem tegen een 3 hoogerén Prijs
per 100 KG. moeten koopen van een speciaal
daartoe in te stellen Centraal Verkoopbureau.
Theoretisch hebben wy hier het begin van
trustvorming, die den broodprijs kan rege
len, vooral nu op het moment de contingen-
teering van brood is ingesteld. Een stap
verder en wij krygen een trust van maal-
fabrikanten en dan kan men beginnen dè
Tarwe-wet uit te buiten.
Practisch zyn wij er echter niet bang
voor. Ten eerste heeft het regeeringsbureau
vcor de uitvoering van de Tarwewet 1931
voldoende mogeiykheden achter de hand om
paal en perk te kunnen stellen aan een te
zware verhooging van den broodprys. Doch
ten tweede zyn er voldoende molenaars om
bij een te sterke sty ging van den maal- of
bloemprys reguleerend te kunnen optreden,
terwijl een nieuwe meelfabriek ten behoeve
van de bakkers die zich niet willen binden,
er gemakkelyk kan komen. Verder weet elke
bakker, dat zyn debiet vermindert, wanneer
do prijs veel stygt, zoodat het niet econo
misch is om de consumenten te ontstem
men. Het zou een rem kunnen vormen tegen
een té lagen prys en daarvoor voelen wy
alles. Het is niet noodig, dat verbruikers
profiteeren van een oneureuzen prijszy
hoeten echter wel beschermd worden tegen
eventueele uitbuiting, doch daarvoor zyn wy
niet bang. In principe bestaat er dus geen
bezwaar tegen een beetje trustvorming onder
de bakkers.
Finsche onderscheiding voor
H. M. de Koningin.
De Finsche zaakgelastigde, de heer U. M.
Hellström; heeft op het paleis Het Loo aan
H. M. de Koningin de hoogste onderscheiding
overhandigd waarover zyn land beschikt, het
Grootkruis met keten in de Orde van de
Witte Roos van Finland.
Defensle-begrooting.
Aan het voorloopig verslag van de afdee-
lingen der Tweedo Kamer over de begroo
ting voor 1933 van het departement van
defensie ontleenen wy, dat verscheidene
den opnieuw uiting gaven aan hun meening,
dat algeheele afschaffing van onze weer
macht noodzakelyk is. Naar hun meening is
de bezuiniging op de onderhavige begroo-
ting toegepast veel te gering in verhouding
tot die, welke by de andere departementen
heeft plaats gehad, waar een vermindering
met 12 15 als eisch is gesteld.
Ernstige bedenking opperden zy tegen wy-
zigingen, waardoor het apparaat der weer
macht, in het byzonder der landmacht,
wordt aangetast en zoodanige aantasting zal
plaats hebben, indien de blykens de memo
rie van toelichting bestaande plannen der
waar de Cumberland's hun huls hadden. Het
deed me goed te zien hoe onbevangen en
eenvoudig Emma tante antwoordde.
Wy wandelden, met z'n drieën naar de
hal terug, waar wy den prins ontmoetten,
die Emma aansprak en zich geruimen tyd
met haar onderhield.
Nu ik eenmaal geïntroduceerd was aan
het hof, kon ik er geregeld terugkomen en
ik deed dat ook byna dageiyks. wy gin
gen dikwyls paard ryden of lunchten met
d'Estorges en enkele anderen. Verschillende
malen ging ik ook naar de „five o'clock",
die door prinses OttiUie werd gegeven. Met
deze prinses was ik op zeer goeden voet. Een
innig medeiyden welde in my op als ik dacht
aan de zorgeloosheid en de valschheid, waar
mee zy' werd behandeld. Dineeren deed ik
meestal by oom Hazelrigg, soms ook met
Wyse in e of ander restaurant, maar
slechts zelden by den prins. Wel ging ik
geregeld naar het „coucher" te.i paleize, zoo
als het bezoek na het diner oudergewoonte
genoemd werd.
Ik nam de voorzorg om voor gravin Rudini
een bijzondere attenie aan den dag te leg
gen, die volgens sommigen wel wat te ver
ging, doch voor my slechts de bedoeling had
om den prins op een dwaalspoor te brengen
en diens wantrouwen jegens my weg te ne
men. in geval van nood zou ik dan Emma
makkelyker myn bescherming kunnen ver
leenen.
Emma had aan het hof veel bewonderaars
en wanneer nu een van hen zich met haar
regeering worden doorgevoerd. Andere leden
achtten het gewenscht, dat by de vaststel
ling en de uitvoering van een regeling voor
de afvloeiing in elk geval in het oog wordt
gevat, dat de beste krachten behouden die
nen te blijven.
Vele andere leden verdedigden hiertegen
over de opvatting, dat op dit begrootings-
hoofdstuk reeds veel sterker is bezuinigd en
thans weer veel sterker zal worden bezui
nigd, dan op do andere hoofdstukken der
ryksbegrooting. Ernstige bezwaren bestonden
by de hier bedoelde leden voorts tegen de
wyze waarop de regeering by de bezuiniging
op dit begrootingshoofdstuk is te werk ge
gaan.
Naar verscheidene leden opmerkten zijn
nog verscheidene andere bezuinigingen aan
te brengen, welke wel is waar elk op zich
zelf niet van overwegende beteekenis zyn,
doch te zamen wellicht een aanzienlyk be
drag kunnen opleveren. Als voorbeeld werd
genoemd de paardentoelage ad 300, welke
een groot aantal officieren genieten. De
uitgaven hiervoor beloopen in totaal 252.000.
Een en ander kan naar de meening der
hier aan het woord zynde leden gevoegeiyk
worden afgeschaft. Andere leden verklaar
den deze zienswyze geenszins te kunnen
deelen. Ook de subsidiën voor de paarden
fokkerij kunnen naar het oordeel dezer le
den niet worden gemist. Opnieuw werd aan
gedrongen op een verbod van gewapende
korpsen buiten het leger.
Achtten verscheidene leden het geheel
achterwege biyven van de herhalingsoc "e-
ningen in 1933 gewenscht, van andere zyde
werd de vraag gesteld of niet door toepas
sing van eenige beperking het aanzieniyke
bedrag, dat voor dit doel is uitgetrokken,
tot een lager kan worden teruggebracht.
Geen loterijen bij een winkelweek.
By Kon. besluit is vernietigd het besluit
van Burg. en Weth. van Veendam, waarby
aan het bestuur der handelsvereeniging
„Veendam" te Veendam toestemming werd
verleend tot het aanleggen en houden van
loterijen in verband met een winkelweek.
Na overwegen te hebben, dat art. 3 der
loterywet aan Burg. en Weth. eener gemeente
alleen de bevoegdheid geeft toestemming tot
het aanleggen en houden eener lotery te
verleenen, indien deze uitsluitend strekt tot
een liefdadig doel of bevordering van weten
schap, kunst of een ander algemeen belang
en de prijzen en premiën die niet in geld
of geldswaardig papier mogen bestaan ge
zamenlijk geen grootere waarde dan van één-
honderd gulen hebben, zegt de Kroon, dat de
onderwerpelijke verlotingen vallen onder het
begrip loterij als in de loterywet bedoeld.
Daarna werd overwogen, dat die verlotin
gen echter aangelegd zyn, zoo al niet alleen
dan toch in de allereerste plaats, rechtstreeks
met het oog op de financieele belangen van
de betrokken winkeliers, zoodat zy niet uit
sluitend hebben gestrekt tot een der in ge
noemd artikel bedoelde doeleinden, met name
niet uitsluitend tot een algemeen belang, het
geen te meer klemt, waar de ter plaatse ge
vestigde winkeliers, die aan de betrokken ver
loting niet hebben kunnen of willen deelne
men, tengevolge van die verlotingen in hun
zaken nadeel moeten hebben ondervonden.
Sterfte aan influenza, bronchitis en
pneumonie.
Het aantal sterfgevallen aan influenza,
bronchitis en pneumonie in de 46 gemeenten
met meer dan 20.000 zielen, omvattende op 1
Januari 1932 een bevolking van 3.928.542 in
woners, voorgekomen gedurende de week van
30 October tot en met 5 November 1932 be
droeg aan influenza 2, bronchitis (acuta,
chronica) 6, bronchopneumie (capillairs
bronchitis) 13, lobaire pneumonie croupeuse
pneumonie) 6, pneumonie zonder meer 17,
totaal 42.
Vrijwillige arbeidsdienst.
Naar „het Vaderland" meldt is opgericht
een voorbereidend werkcomité tot instelling
van een vrij willigen arbeidsdienst in Neder
land.
Het zou de bedoeling zyn by de instelling
van dezen dienst het Duitsche voorbeeld te
volgen. Naar men zich herinneren zal, vaar
digde in Juli 1931 het kabinet-Bruning een
onderhield en de prins voegde zich by hen,
dan ging de ander al spoedig heen en liet
haar met den prins alleen. Ik echter dacht
er niet aan om heen te gaan als hy zich by
ons voegde. Volgens myn inzicht had Ba-
bouche als getrouwd man hoegenaamd geen
recht om zich byzonder voor Emma te inte
resseeren. Wat anderen deden liet my koud,
doch ik bemerkte wel dat myn houding den
prins niet aangenaam was. Als hy wel eens
al te beminnelijk werd voor Emma en zyn
woorden niet nauwkeurig wikte en woog,
coupeerde ik zoo'n gesprek onmiddeliyk en
richtte de conversatie op een ander onder
werp. Dat zoo iets den toorn van den prins
nog al eens opwekte, spreekt vanzelf, doch
ik won er mee, dat hy zich tegenover Emma
en ook tegenover my met meer reserve ge
droeg, dan anders het geval zou zyn ge
weest.
Ik had al spoedig veel vrienden aan het
hof, maar van vyanden was ik toch ook
niet vry. Prinses Erminie begreep al vlug,
dat ik, niettegenstaande myn verfynd spel
met gravin Rudini, haar plannen dwars
boomde. zy liet dan ook geen kans voorby
gaan om my in het openbaar te grieven en
dikwyis zelfs te beleedigen. Doch ik bleef er
volkomen koud onder, op een gegeven dag
scheen zy in te zien, dat haar middelen ten
mynen opzichte faalden en van dat oogen-
blik af probeerde zy my tegelijk met prinses
Ottillie ten gronde te richten. Ik had aan
het hof echter nog een anderen vyand, lord
Frederik Peeke namelyk. Overal herhaalde
verordening uit, die den werkloozen de mo-
geiykheid opende, zich aaneen te sluiten toti
vrijwillige arbeldscolonnes en tegen een ge
ringe vergoeding doorgaans 30 pfennig per
dag plus vrijen kost en onderdak werk
zaamheden van algemeenen nutte te verrich
ten.
De dienst in Duitschland werkt uitstekend.
Op 1 October jL waren er ruim 200.000 ar-
beidsvrywilligers.
Het voornaamste doel van den arbeids
dienst ligt, volgens dr. Syrup, den rijkscom
missaris voor den vrywilligen arbeidsdienst
op geestelijk-ethisch gebied. De door jaren
lange werkloosheid aan allen arbeid ont
wende, geestelyk veelal verwaarloosde en
verwilderde jeugd der groote steden zal in de
harde leerschool van den vrywilligen arbeids
dienst in de vrije natuur gelouterd en ge
staald, weer aan tucht en orde gewend, gees
telijk geregenereerd morden.
Dienstplichtigen ten achter gesteld?
In „de Standaard" komt een klacht voor
die zeker wel algeheele instemming zal vin
den.
Het anti-rev. hoofdorgaan schrijft nl het
volgende
Men kent de klacht dat dienstplichtigen,
juist tengevolge van de omstandigheid dat zy
aan den dienstplicht onderworpen zijn, min
der kans hebben dan anderen om in een pu
blieke functie werkzaam te worden gesteld.
Nu weer bericht men ons, dat een dienst
plichtige, die aan het eind van zyn politio-
neele lessen het cijfer 9 haalde en ook als
persoon alleszins geschikt was, te Utrecht
niet op de ïyst voor agent van politie kon
worden geplaatst, omdat hij.... dienstplich
tig was.
Als deze mededeeling juist is, dan is dit
toch wel ergerlijk.
Van de ongeveer 60.000 jongelieden, die elk
jaar den dienstplichtigen ïeefty'd bereiken,
worden er rond 20.000 ingelyfdeen van de
drie. Aannemend, dat éénderde lichamelijk
ongeschikt of minder geschikt is, is de toe
stand dus, dat van elke 2 geschikten er één
dienen moet en de ander vrij blyft.
Op zichzelf is dit reeds een „handicap"
voor wie tot den militairen dienst geroepen
wordt. Maar als dit nu óók nog meebrengt,
dat de dienstplicht, bij de niet-dienenden
wordt achtergesteld, dan mag men toch wel
van een krenkende achteruitstelling gewagen.
Men deelt ons mede, dat Utrecht wel
dienstplichtigen zou willen aannemen, maar
dat de minister van defensie geweigerd heeft
aan politieagenten, die dienstplichtig zyn* in
geval van oorlog of oorlogsgevaar vry stelling
van opkomst onder de wapenen te verleenen.
Onze vraag is nuis dit zoo
En als het antwoord bevestigend luidt, zya
we geneigd te meenen, dat de oplossing ko
men moet van den kant van defensie. Dat
een stad als Utrecht by oorlog, oorlogsgevaar
of andere buitengewone omstandigheden, niet
makkelyk eenige agenten missen kan, laat
zich eerder begrijpen dan dat het leger gedes
organiseerd zou worden, doordat bij mibilisa^
tie een paar honderd man minder onder de
wapenen komen.
Maar hoe dan ook, een oplossing voor dit
geval kan o.i. moeilyk achterwege blyven. De
populariteit van den militairen dienst Is in
ons land niet zóó, dat men over zulke dingen
licht heenstappen kan.
Het nieuwe gebouw van de Amsterdamsche
Bank.
Tusschen Heerengracht en Amstelstraat, en
daardoor tevens een gedeelte van het Rem-
brandtplcin te Amsterdam innemend, is het
groote, nieuwe gebouw verrezen van de Am
sterdamsche Bank. Het grootsche bouwwerk
is een schepping van wyien den architect
B J. Ouëndag. Kenmerkend is de statige
eenvoud van het gebouw, terwyl goede
smaak en zakelykheid op bewonderenswaar
dige wyze gecombineerd zijn. Men mag dan
ook wel spreken van een bouwkunstig en
technisch wonderwerk. De plannen voor dit
bouwwerk v - -den destijds tot in de kleinste
details ontworpen door wylen den heer B. J.
Ouëndag, aan wien de bouw, tezamen
met dr. Berlage werd opgedragen. Ir. W. B.
Ouëndag leidde later met zijn vader den
bouw.
Bij den bouw zyn de meest moderne nieu
wigheden in toepassing gebracht, terwyl ook
hy het praatje, dat een reizend Engelsch-
man, van wiens verleden niemand iets wist
en wiens eenige introductie zijn vriendschap
met den Engelschen gezant was eigenlyk
niet aan het hof thuishoorde. Het lordschap,
dat nog van zeer jongen datum was, drukte
dit ydele jongmenseh wel zwaar. Ik trok my
van zyn praatjes natuurlyk niets aan en
verwaardigde my nauweiyks hem te ant
woorden. Hy stond in nauwe vriendschaps
betrekking met den prins, die hem blykbaar
iemand van zyn eigen opvattingen vond.
Talrijke arme edellieden zwermden voort
durend om hem heen, niet in het minst
omdat hy steeds zonder spijt groote sommen
gelds verloor met het kaartspelen.
Hy trachtte door hen in nauwere relatie
te kunnen komen met Emma, voor wie hy
een uitgesproken bewondering had.
Cumberland maakte met den diefstal vol
strekt geen haast. Dat zou maar gevaariyk
kunnen zyn, zei hy. Bovenc3'en beviel het
verbiyf aan het hof hem heel goed en hy
koesterde zich terdege in de warmte van 's
prinsen genegenheid. Aanvankelyk scheen
de prins niet by'ster met hem ingenomen te
zyn, doch naarmate zyn gevoelens voor Em
ma heviger werden, toonde hy zich voor den
vader toeschietelyker.
Emma scheen te denken, dat onze onder
neming was afgelast of althans uitgesteld.
Deze overwegingen maakten haar vroolijk en
het geheele hof droeg haar om haar inne
mend karakter op de handen.
.(Wordt vervolgd.)