Courant TWEEDE BLAD GEMEENTEBESTUUR KAMEROVERZICHT FEUILLETON De dochter van den Dictator Gaan bakkers en meel fabrikanten samenspannen? BINNENLAND van de Donderdag 10 November'32. No 265 DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Vlissin- gen gelet op artikel 45 der Drankwet doen te weten dat bij hen is ingekomen een verzoek van Pieter Francies Hemelaar, wonende te Vlis- singen, om verlof tot den verkoop van zwak- alcoholischen drank in het klein (verlof A) voor het beneden-voorlocaliteit van het per ceel Kanaalstraat nr. 82 dat vanaf heden gedurende twee weken tegen het verleenen van het gevraagde verlof schriftelijke bezwaren kunnen worden inge diend bij Burgemeester en Wethouders voor noemd. Vlissingen, 10 November 1932. Burg. en Weth. voornoemd, P. G. LAERNOES, L.B. De Secretaris, F. BISSCHOP. TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag. Algemeen debat. We weten nu eenmaal, dat alle partijlei ders de revue moeten passeeren. Een paar specialisten komen dan nog achteraan. Het is het oude liedje en helaas is het maar zel den nieuw. Vandaag eerst de Vrijheidsbond. De heer Knottenbelt is niet even gemakkelijk te volgen, want hij beschikt over een doffe stem die niet ver draagt. Hij noemde aller lei oorzaken op voor de crisis en vond dat ook de socialisten daaraan schuld hadden met hun loon-acties, die een eenzijdige poli tiek zijn. De economische politiek van heel het buitenland deed het ergste en daaraan hadden volgens dezen afgevaardigde de so cialisten ook schuld. Vervolgens verdedigde hij nog eens de vrijhandelspolitiek en betoog de, dat de liberale gedachte te veel is los gelaten, o.a. door te zware lasten op de be drijven te leggen en de staatsbemoeiing steeds uit te breiden. Allerlei misère was daarvan het gevolg en nu zit de Regeering voor de gevolgen. Het rapport—Welter was niet noodig geweest, meende hij, want de Regeering wist zelf heel goed, wat haar te doen stond. Nu kruipt zij te veel achter dat rapport weg. Een algemeene herziening van de salaris-schaal achtte hij gewenscht en hij drong er bij de Regeering op aan daar mede spoedig te komen, Noodig achtte hij het dat het Rijk toezicht houdt op de sala rissen die de gemeenten uitbetalen, opdat die in evenwicht blijven met die van het Rijk. Veel hulde kreeg het Kabinet niet uit de zen hoekhet was te zwak en bood te wei nig weerstand aan de opdringende eischen van bepaalde groepen. Dat was wel zoowat het voornaamste uit deze rede. Al dadelijk kwam er nu een vrien delijker geluid, nl. van den heer Snoeck Henkemans, wiens fractie tot veel steun aan dit Kabinet bereid is. De Regeering heet nu eens te zwak, dan weer te sterk, maar vol gens dezen afgevaardigde hield zij heel goed den middenweg. Voor straat-demonstraties voelt de heer Snoeck Henkemans al even weinig als de heer Knottenbelt en hij is het ook met dien afgevaardigde eens, dat wij een parlementair Kabinet moeten hebben met het parlemen taire stelsel van controle door het parle ment uit te oefenen. Na dit vredelievende woord kwam de heer Albaxda, die natuurlijk niet veel heel liet ROMAN VAN EDGAR JEPSON Vertaald door F. van Velsen. Nadruk verboden) 33) „Maar dat ls onredelijk. Waarom denkt u er dan telkens aan", zei ik met warmte. „Wat hebt u met die reden feitelijk te ma ken U hebt bovendien alles gedaan om te verhinderen wat u vreest en hebt uzelf dus niets te verwijten. Zet die gedachten uit uw hoofd." „Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, mijnheer Hulston. U kunt t toch ook niet uit uw hoofd zetten." „Ik verzeker u, dat ik dat wel kan en ik ben er, in tegenstelling met u, zeer nauw in betrokken." „Dan bent u tenslotte toch een gevoelloos en verhard mensch." „Volstrekt niet. ik heb in het diepst van mijn hart een grondigen afkeer van die heele geschiedenis, voor een niet gering deel omdat u er verdriet van hebt. Maar ik laat my daardoor toch niet ontmoedigen." ..Spijt 't u werkelijk, dat u in die affaire betrokken bent [V ..Werkelijk l En in niet geringe mate, om dat u mij tot betere inzichten gebracht hebt." zy bloosde en zgeeg eenige oogenblikken. aan het KabinetHij haalde wat historie op en betoogde, dat de arbeiders al veel hebben veroverd door demonstraties en sta kingen. Het huidige productie-stelsel werd nog eens onder handen genomen en aan flarden gescheurd. Alles op de wereld is de schuld van het kapitalisme en hij is niet bereid door loonsverlagingen het kapitalisme weer op de been te helpen. Ook niet door protectionistische maatregelen, die volgens do leer der socialisten alleen de arbeiders klasse dupeeren. Geen salarisverlaging na tuurlijk, want dat dient alleen maar om de zakkende bedrijven te helpen. De koop kracht moet blijvendus óók als alle prij zen dalen Het was weer aan de demonstraties te danken dat het peil der uitkeeringen aan de werkloozen niet was verlaagd. Zonder den storm van verontwaardiging was dit beslist gebeurd, meent deze spreker. De demonstra tie van gisteren moet de Regeering leeren clat de georganiseerde arbeidersklasse de po sitie der werkloozen tot het uiterste zal ver dedigen. Op dezen voet ging, gelijk te begrijpen valt, deze rede voort. Ook hier geen nieuwe gezichtspunten en niets anders dan herha lingen. Het is vóór alles zaak dat deze partij zich zoo scherp mogelijk tegen de Regeering verzet, nu de communisten vooral er op uit zijn deze partij zooveel mogelijk afbreuk te doen. De concurrentie drijft daarom de fractie weer naar het uiterste en de aan staande verkiezingen doen de rest. Het is ouder die omstandigheden voor de Regeering uiterst moeielijk om tot eenig resultaat te komen. Haar beleid moet geëxploiteerd wor den als verkiezingsmateriaal en er moet geen stuk aan haar heel blijven. En dan spreekt de Grondwet van het ge meen overleg der Staten-Generaal flitsen De Tarwe-wet heeft een feitelijk monopolie geschapen ten behoeve van de meelfabri kanten. Immers, speciale gevallen uitgezon derd, mag niemand vervoeren, in voorraad hebben of verkoopen tarwemeel of tarwe bloem, die niet aan de bestaande regeerings- eischen voldoet. Zij moet vervaardigd zijn uit een mengsel van tarwe, waarin 25 inlandsche tarwe voorkomt. Het mengen van meel of bloem van buitenlandsche origine met 25 meel of bloem uit inlandsche tar we vervaardigd, is niet toegestaan. Vandaar dat practisch gesproken alleen meel of bloem betrokken kunnen worden van meelfabri kanten en molenaars. Deze laatsten hebben ten opzichte van de maal-capaciteit der eersten niets in te brengen het zijn de meelfabrikanten, die de lakens kunnen uit- deelen. De tarwe-auioriteiten zijn voor dit mono polie in de praktijk niet bevreesd,; immers de concurrentie-nyd tusschen de meelfabri kanten is zoo groot, dat de kans op nauwer samengaan, gepaard aan prijs-afspraken niet ernstig behoeft te worden aangeslagen. In het vooruitzicht op het komende monopolie begon elke fabriek, zonder onderlinge af spraken en zonder acht te slaan op de plannen van zijn collega's, zich sterk uit te breiden om een zoo groot mogelijk voordeel voor zich z~lf te kunnen behalen. Gevolg hiervan was, dat toen de wet in werking trad, de totale maalcapaciteit zoo groot was, dat niemand meer winst kon maken en de prijzen van meel en bloem drastisch daalden. Ook tusschen de bakkers onderling heerschte een zware concurrentie, alhoewel deze voor de invoering van de Tarwe-wet niet zulke groote afmetingen had aangeno men, dat de behoorlijke winstmarge der bakkers er door werd aangetast. Dit veran derde onder de werking der wet, want alge meen vreesden de huisvrouwen broodprijs- verhooging. Om de cliëntèle te behouden, die anders naar de concurrentie zou over- loopen, gaven de bakkers prijs-reductie in- stede dat zij het peil verhoogden, zoodat zij per saldo een deel van hun winstmarges hadden af te staan. Deze beweging werd versterkt door den invoer van het goedkoope Toen zei ze op ernstigen toon„ik begin te gelooven, dat ik er wel nauw in betrokken ben. Ik begin in te zien, dat mijn vader van de omstandigheid, dat de prins mij het hof maakt, partij wil trekken om de kroon te stelen...." zy sprak de woorden ,,'t hof maken" met zooveel eenvoud uit, dat duideiyk bleek, hoe slecht zy de eigeniyke beteekenis daarvan begreep. Zy scheen niet te beseffen, dat de prins dwaas verliefd op haar was. Waariyk, zy was nog een onbedorven kind. Het zou haar dan ook groot leed doen, als zy de ware beteekenis van haar tegenwoordigheid in dit paleis ontdekte. Met de grootste beslistheid zei ik daarom „Dat is onzin, fatalen onzin. Uw vader heeft dergeiyke hulp niet noodig. De prins is Immers voor hem ook zeer vriendeiyk?" en om het gesprek op een ander onderwerp te brengen, vroeg ik„En bevallen de ove rige dames u nog al?" „Ja, sommige zyn heel aardig, maar er zyn er, die nog al jaloersch zyn, maar der- geiyke vrouwen treft men overal aan, niet waar „Inderdaad", zei ik. „Het deert my niet, al sedert lang ben ik aan hateiykheden van dien aard gewend. Op kostschool was het al zoo. Maar ik heb wel geleerd om my te weren." Tante Agnes kwam op ons toe en groette Emma hartelijker dan ik had durven ver wachten. zy informeerde belangstellend naar het leven in de omstreken van Leicester, buitenlandsche, speciaal Belgische brood, waarvoor nu brood-contingenteering is in gevoerd. Vele bakkers gingen met hunprijs- verlaging beneden een door de bakkers-orga nisaties vastgesteld peil en welke actie men ook tegen de onderkruipende bakkers be gon, men kon niet verhinderen, dat meer en meer anderen dit voorbeeld gingen volgen. Naar verluidt is men op het moment aan trustvorming tusschen bakkers en meelfa brikanten bezig. Naar het „Handelsblad" heeft vernomen is er tusschen de maal- industrie, t.w. de Nederlandsche Vereeni- ging van Meelfabrikanten, benevens de uit getreden Stoommeelfabriek Holland en de Meelfabrieken der Vereenigde Nederlandsche Bakkerijen en de vier groote bakkersorgani saties, te weten de Nederlandsche Bakkers- bond, de R. Kath. Nederlandsche Bakkers- bond, de Chr. Bakkersbond en de Vereeni- ging van werkgevers in het bakkersbedrijf een contract gesloten, waarby regelingen ge maakt zijn om niet aan bakkers te verkoo pen, die zich niet aan een bepaalde prijs afspraak houden. Bovendien zullen bakkers niet van die meelfabrikanten koopen, die deze afspraak niet opvolgen. Om dit te con troleeren wordt een centraal bureau ge sticht, dat er een zwarte lyst op na zal houden en bovendien een staf van dienaren ter opsporing van overtredingen. Bakkers, die zich niet verbinden willen, zullen hun meel of bloem tegen een 3 hoogerén Prijs per 100 KG. moeten koopen van een speciaal daartoe in te stellen Centraal Verkoopbureau. Theoretisch hebben wy hier het begin van trustvorming, die den broodprijs kan rege len, vooral nu op het moment de contingen- teering van brood is ingesteld. Een stap verder en wij krygen een trust van maal- fabrikanten en dan kan men beginnen dè Tarwe-wet uit te buiten. Practisch zyn wij er echter niet bang voor. Ten eerste heeft het regeeringsbureau vcor de uitvoering van de Tarwewet 1931 voldoende mogeiykheden achter de hand om paal en perk te kunnen stellen aan een te zware verhooging van den broodprys. Doch ten tweede zyn er voldoende molenaars om bij een te sterke sty ging van den maal- of bloemprys reguleerend te kunnen optreden, terwijl een nieuwe meelfabriek ten behoeve van de bakkers die zich niet willen binden, er gemakkelyk kan komen. Verder weet elke bakker, dat zyn debiet vermindert, wanneer do prijs veel stygt, zoodat het niet econo misch is om de consumenten te ontstem men. Het zou een rem kunnen vormen tegen een té lagen prys en daarvoor voelen wy alles. Het is niet noodig, dat verbruikers profiteeren van een oneureuzen prijszy hoeten echter wel beschermd worden tegen eventueele uitbuiting, doch daarvoor zyn wy niet bang. In principe bestaat er dus geen bezwaar tegen een beetje trustvorming onder de bakkers. Finsche onderscheiding voor H. M. de Koningin. De Finsche zaakgelastigde, de heer U. M. Hellström; heeft op het paleis Het Loo aan H. M. de Koningin de hoogste onderscheiding overhandigd waarover zyn land beschikt, het Grootkruis met keten in de Orde van de Witte Roos van Finland. Defensle-begrooting. Aan het voorloopig verslag van de afdee- lingen der Tweedo Kamer over de begroo ting voor 1933 van het departement van defensie ontleenen wy, dat verscheidene den opnieuw uiting gaven aan hun meening, dat algeheele afschaffing van onze weer macht noodzakelyk is. Naar hun meening is de bezuiniging op de onderhavige begroo- ting toegepast veel te gering in verhouding tot die, welke by de andere departementen heeft plaats gehad, waar een vermindering met 12 15 als eisch is gesteld. Ernstige bedenking opperden zy tegen wy- zigingen, waardoor het apparaat der weer macht, in het byzonder der landmacht, wordt aangetast en zoodanige aantasting zal plaats hebben, indien de blykens de memo rie van toelichting bestaande plannen der waar de Cumberland's hun huls hadden. Het deed me goed te zien hoe onbevangen en eenvoudig Emma tante antwoordde. Wy wandelden, met z'n drieën naar de hal terug, waar wy den prins ontmoetten, die Emma aansprak en zich geruimen tyd met haar onderhield. Nu ik eenmaal geïntroduceerd was aan het hof, kon ik er geregeld terugkomen en ik deed dat ook byna dageiyks. wy gin gen dikwyls paard ryden of lunchten met d'Estorges en enkele anderen. Verschillende malen ging ik ook naar de „five o'clock", die door prinses OttiUie werd gegeven. Met deze prinses was ik op zeer goeden voet. Een innig medeiyden welde in my op als ik dacht aan de zorgeloosheid en de valschheid, waar mee zy' werd behandeld. Dineeren deed ik meestal by oom Hazelrigg, soms ook met Wyse in e of ander restaurant, maar slechts zelden by den prins. Wel ging ik geregeld naar het „coucher" te.i paleize, zoo als het bezoek na het diner oudergewoonte genoemd werd. Ik nam de voorzorg om voor gravin Rudini een bijzondere attenie aan den dag te leg gen, die volgens sommigen wel wat te ver ging, doch voor my slechts de bedoeling had om den prins op een dwaalspoor te brengen en diens wantrouwen jegens my weg te ne men. in geval van nood zou ik dan Emma makkelyker myn bescherming kunnen ver leenen. Emma had aan het hof veel bewonderaars en wanneer nu een van hen zich met haar regeering worden doorgevoerd. Andere leden achtten het gewenscht, dat by de vaststel ling en de uitvoering van een regeling voor de afvloeiing in elk geval in het oog wordt gevat, dat de beste krachten behouden die nen te blijven. Vele andere leden verdedigden hiertegen over de opvatting, dat op dit begrootings- hoofdstuk reeds veel sterker is bezuinigd en thans weer veel sterker zal worden bezui nigd, dan op do andere hoofdstukken der ryksbegrooting. Ernstige bezwaren bestonden by de hier bedoelde leden voorts tegen de wyze waarop de regeering by de bezuiniging op dit begrootingshoofdstuk is te werk ge gaan. Naar verscheidene leden opmerkten zijn nog verscheidene andere bezuinigingen aan te brengen, welke wel is waar elk op zich zelf niet van overwegende beteekenis zyn, doch te zamen wellicht een aanzienlyk be drag kunnen opleveren. Als voorbeeld werd genoemd de paardentoelage ad 300, welke een groot aantal officieren genieten. De uitgaven hiervoor beloopen in totaal 252.000. Een en ander kan naar de meening der hier aan het woord zynde leden gevoegeiyk worden afgeschaft. Andere leden verklaar den deze zienswyze geenszins te kunnen deelen. Ook de subsidiën voor de paarden fokkerij kunnen naar het oordeel dezer le den niet worden gemist. Opnieuw werd aan gedrongen op een verbod van gewapende korpsen buiten het leger. Achtten verscheidene leden het geheel achterwege biyven van de herhalingsoc "e- ningen in 1933 gewenscht, van andere zyde werd de vraag gesteld of niet door toepas sing van eenige beperking het aanzieniyke bedrag, dat voor dit doel is uitgetrokken, tot een lager kan worden teruggebracht. Geen loterijen bij een winkelweek. By Kon. besluit is vernietigd het besluit van Burg. en Weth. van Veendam, waarby aan het bestuur der handelsvereeniging „Veendam" te Veendam toestemming werd verleend tot het aanleggen en houden van loterijen in verband met een winkelweek. Na overwegen te hebben, dat art. 3 der loterywet aan Burg. en Weth. eener gemeente alleen de bevoegdheid geeft toestemming tot het aanleggen en houden eener lotery te verleenen, indien deze uitsluitend strekt tot een liefdadig doel of bevordering van weten schap, kunst of een ander algemeen belang en de prijzen en premiën die niet in geld of geldswaardig papier mogen bestaan ge zamenlijk geen grootere waarde dan van één- honderd gulen hebben, zegt de Kroon, dat de onderwerpelijke verlotingen vallen onder het begrip loterij als in de loterywet bedoeld. Daarna werd overwogen, dat die verlotin gen echter aangelegd zyn, zoo al niet alleen dan toch in de allereerste plaats, rechtstreeks met het oog op de financieele belangen van de betrokken winkeliers, zoodat zy niet uit sluitend hebben gestrekt tot een der in ge noemd artikel bedoelde doeleinden, met name niet uitsluitend tot een algemeen belang, het geen te meer klemt, waar de ter plaatse ge vestigde winkeliers, die aan de betrokken ver loting niet hebben kunnen of willen deelne men, tengevolge van die verlotingen in hun zaken nadeel moeten hebben ondervonden. Sterfte aan influenza, bronchitis en pneumonie. Het aantal sterfgevallen aan influenza, bronchitis en pneumonie in de 46 gemeenten met meer dan 20.000 zielen, omvattende op 1 Januari 1932 een bevolking van 3.928.542 in woners, voorgekomen gedurende de week van 30 October tot en met 5 November 1932 be droeg aan influenza 2, bronchitis (acuta, chronica) 6, bronchopneumie (capillairs bronchitis) 13, lobaire pneumonie croupeuse pneumonie) 6, pneumonie zonder meer 17, totaal 42. Vrijwillige arbeidsdienst. Naar „het Vaderland" meldt is opgericht een voorbereidend werkcomité tot instelling van een vrij willigen arbeidsdienst in Neder land. Het zou de bedoeling zyn by de instelling van dezen dienst het Duitsche voorbeeld te volgen. Naar men zich herinneren zal, vaar digde in Juli 1931 het kabinet-Bruning een onderhield en de prins voegde zich by hen, dan ging de ander al spoedig heen en liet haar met den prins alleen. Ik echter dacht er niet aan om heen te gaan als hy zich by ons voegde. Volgens myn inzicht had Ba- bouche als getrouwd man hoegenaamd geen recht om zich byzonder voor Emma te inte resseeren. Wat anderen deden liet my koud, doch ik bemerkte wel dat myn houding den prins niet aangenaam was. Als hy wel eens al te beminnelijk werd voor Emma en zyn woorden niet nauwkeurig wikte en woog, coupeerde ik zoo'n gesprek onmiddeliyk en richtte de conversatie op een ander onder werp. Dat zoo iets den toorn van den prins nog al eens opwekte, spreekt vanzelf, doch ik won er mee, dat hy zich tegenover Emma en ook tegenover my met meer reserve ge droeg, dan anders het geval zou zyn ge weest. Ik had al spoedig veel vrienden aan het hof, maar van vyanden was ik toch ook niet vry. Prinses Erminie begreep al vlug, dat ik, niettegenstaande myn verfynd spel met gravin Rudini, haar plannen dwars boomde. zy liet dan ook geen kans voorby gaan om my in het openbaar te grieven en dikwyis zelfs te beleedigen. Doch ik bleef er volkomen koud onder, op een gegeven dag scheen zy in te zien, dat haar middelen ten mynen opzichte faalden en van dat oogen- blik af probeerde zy my tegelijk met prinses Ottillie ten gronde te richten. Ik had aan het hof echter nog een anderen vyand, lord Frederik Peeke namelyk. Overal herhaalde verordening uit, die den werkloozen de mo- geiykheid opende, zich aaneen te sluiten toti vrijwillige arbeldscolonnes en tegen een ge ringe vergoeding doorgaans 30 pfennig per dag plus vrijen kost en onderdak werk zaamheden van algemeenen nutte te verrich ten. De dienst in Duitschland werkt uitstekend. Op 1 October jL waren er ruim 200.000 ar- beidsvrywilligers. Het voornaamste doel van den arbeids dienst ligt, volgens dr. Syrup, den rijkscom missaris voor den vrywilligen arbeidsdienst op geestelijk-ethisch gebied. De door jaren lange werkloosheid aan allen arbeid ont wende, geestelyk veelal verwaarloosde en verwilderde jeugd der groote steden zal in de harde leerschool van den vrywilligen arbeids dienst in de vrije natuur gelouterd en ge staald, weer aan tucht en orde gewend, gees telijk geregenereerd morden. Dienstplichtigen ten achter gesteld? In „de Standaard" komt een klacht voor die zeker wel algeheele instemming zal vin den. Het anti-rev. hoofdorgaan schrijft nl het volgende Men kent de klacht dat dienstplichtigen, juist tengevolge van de omstandigheid dat zy aan den dienstplicht onderworpen zijn, min der kans hebben dan anderen om in een pu blieke functie werkzaam te worden gesteld. Nu weer bericht men ons, dat een dienst plichtige, die aan het eind van zyn politio- neele lessen het cijfer 9 haalde en ook als persoon alleszins geschikt was, te Utrecht niet op de ïyst voor agent van politie kon worden geplaatst, omdat hij.... dienstplich tig was. Als deze mededeeling juist is, dan is dit toch wel ergerlijk. Van de ongeveer 60.000 jongelieden, die elk jaar den dienstplichtigen ïeefty'd bereiken, worden er rond 20.000 ingelyfdeen van de drie. Aannemend, dat éénderde lichamelijk ongeschikt of minder geschikt is, is de toe stand dus, dat van elke 2 geschikten er één dienen moet en de ander vrij blyft. Op zichzelf is dit reeds een „handicap" voor wie tot den militairen dienst geroepen wordt. Maar als dit nu óók nog meebrengt, dat de dienstplicht, bij de niet-dienenden wordt achtergesteld, dan mag men toch wel van een krenkende achteruitstelling gewagen. Men deelt ons mede, dat Utrecht wel dienstplichtigen zou willen aannemen, maar dat de minister van defensie geweigerd heeft aan politieagenten, die dienstplichtig zyn* in geval van oorlog of oorlogsgevaar vry stelling van opkomst onder de wapenen te verleenen. Onze vraag is nuis dit zoo En als het antwoord bevestigend luidt, zya we geneigd te meenen, dat de oplossing ko men moet van den kant van defensie. Dat een stad als Utrecht by oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden, niet makkelyk eenige agenten missen kan, laat zich eerder begrijpen dan dat het leger gedes organiseerd zou worden, doordat bij mibilisa^ tie een paar honderd man minder onder de wapenen komen. Maar hoe dan ook, een oplossing voor dit geval kan o.i. moeilyk achterwege blyven. De populariteit van den militairen dienst Is in ons land niet zóó, dat men over zulke dingen licht heenstappen kan. Het nieuwe gebouw van de Amsterdamsche Bank. Tusschen Heerengracht en Amstelstraat, en daardoor tevens een gedeelte van het Rem- brandtplcin te Amsterdam innemend, is het groote, nieuwe gebouw verrezen van de Am sterdamsche Bank. Het grootsche bouwwerk is een schepping van wyien den architect B J. Ouëndag. Kenmerkend is de statige eenvoud van het gebouw, terwyl goede smaak en zakelykheid op bewonderenswaar dige wyze gecombineerd zijn. Men mag dan ook wel spreken van een bouwkunstig en technisch wonderwerk. De plannen voor dit bouwwerk v - -den destijds tot in de kleinste details ontworpen door wylen den heer B. J. Ouëndag, aan wien de bouw, tezamen met dr. Berlage werd opgedragen. Ir. W. B. Ouëndag leidde later met zijn vader den bouw. Bij den bouw zyn de meest moderne nieu wigheden in toepassing gebracht, terwyl ook hy het praatje, dat een reizend Engelsch- man, van wiens verleden niemand iets wist en wiens eenige introductie zijn vriendschap met den Engelschen gezant was eigenlyk niet aan het hof thuishoorde. Het lordschap, dat nog van zeer jongen datum was, drukte dit ydele jongmenseh wel zwaar. Ik trok my van zyn praatjes natuurlyk niets aan en verwaardigde my nauweiyks hem te ant woorden. Hy stond in nauwe vriendschaps betrekking met den prins, die hem blykbaar iemand van zyn eigen opvattingen vond. Talrijke arme edellieden zwermden voort durend om hem heen, niet in het minst omdat hy steeds zonder spijt groote sommen gelds verloor met het kaartspelen. Hy trachtte door hen in nauwere relatie te kunnen komen met Emma, voor wie hy een uitgesproken bewondering had. Cumberland maakte met den diefstal vol strekt geen haast. Dat zou maar gevaariyk kunnen zyn, zei hy. Bovenc3'en beviel het verbiyf aan het hof hem heel goed en hy koesterde zich terdege in de warmte van 's prinsen genegenheid. Aanvankelyk scheen de prins niet by'ster met hem ingenomen te zyn, doch naarmate zyn gevoelens voor Em ma heviger werden, toonde hy zich voor den vader toeschietelyker. Emma scheen te denken, dat onze onder neming was afgelast of althans uitgesteld. Deze overwegingen maakten haar vroolijk en het geheele hof droeg haar om haar inne mend karakter op de handen. .(Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1932 | | pagina 5