Vlissingsche Courant
TWEEDE BLAD
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
De dochter van den Dictator
BINNENLAND
van de
van
Woensdag 9 November 1932. No 264
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Vlissin-
gen
gelet op art. 8 der Hinderwet,
brengen ter openbare kennis, dat bij hun
besluit van 8 Novemb' 1932 aan de N.V.
Koninklijke Maatschappij „de Schelde",
Scheepswerf en Machinefabriek te Vlissin-
gen op de daarbij gestelde voorwaarde
vergunning is verleend tot het oprichten van
een inrichting tot het beproeven van rotoren
en waarin zullen worden geplaatst twee ben
zinemotoren, elk van 36" P.K., op het perceel,
kadastraal bekend gemeente Vlissingen, sectie
B. nr. 1439ged., gelegen aan den Singel.
Vlissingen, 9 November 1932.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
KAMEROVERZICHT
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Algemeen debat.
Het was uiterst rustig in de Kamer. De
banken der sociaal-democraten waren alle
verlaten. Waarschijnlijk waren deze heeren
alle naar Houtrust voor de meeting om te
genieten van het miezerige weer.
De rust werd om te beginnen verstoord
door den heer Braat, die de meening uitte
dat de Regeering stekeblind is voor de in
zinking van ons gansche land. Dat gansche
land bestaat voor den heer Braat in het
platteland. Voor een deel ligt volgens hem
daarvan de schuld bij de Regeering, die
allerlei domme maatregelen neemt. Om aan
geld te komen wilde hij tariefèverhooging en
belasting op goederen in de doode hand.
Voor de rest moet er bezuinigd worden, in
de eerste plaats op de salarissen. Niet drie
procent, want dat acht hij belachelijk. En
do pensioenen en niet te vergeten de cumu
latie van pensioenen en salarissen. Voorts
op de luchtvaart, waarbij volgens dezen af
gevaardigde met geld wordt gegooid.
Een uitvoerige motie tegen de cumulatie
was het slot van zijn rede, maar aangezien
ze niet voldoende ondersteund werd, kwam
ze niet in behandeling.
Volgens den heer Marchant was het niet
uit te maken of dit Kabinet eigenlijk nog
leeft, sedert de behandeling van de tariefs-
verhooging is geschorst. Men moest wel aan
nemen, dat het Kabinet zich in goeden poli-
tieken welstand bevindt en bereid is te blij
ven zitten. Do heer Marchant zou dit maar
aannemen en wilde dan de rekening van het
afgeloopen jaar opmaken. Hij begon met het
rapport—Weitor en eindigde met een poli
tiek advies, dat op het volgende neerkomt
het Kabinet moet aftredenei* kome een
nieuw, dat een program opstelt en dan de
Kamer doet ontbinden. Volgens dezen afge
vaardigde is het vertrouwen van het volk in
deze Regeering in toiaal niet voldoende ge
noeg. Er is geen waarborg voor vast beleid
in deze tijden en te veel is de Regeering ge
voelig voor allerlei invloeden. Het mankeert
haar aan een allesbeheerschenden leider. Dat
v/as dan ook gebleken bij de behandeling van
het wetsontwerp tot verhooging der tarieven.
Ongelukkiger greep had de Regeering al niet
kunnen doen. Nederland ging er nog prat op,
dat het zooveel mogelijk zijn vrijhandel
handhaafdehet had zich uitgesloofd voor
de verdragen van Ouchy en Oslo en juist
precies als die gereed zijn, komt de Regee-
iring met een ontwerp dat naar buiten niet
ROMAN VAN EDGAR JEPSON
Vertaald door F. van Velsen.
(Nadruk verboden)
32)
„Kreeg ik maar een kans, dan zou ik alles
trachten te verhinderen", zei Wyse en er
was iets energieks in zijn stem.
Ik begreep, dat ik in hem een bondgenoot
zou hebben.
,,'t Is een gewetenlooze bende, een mis
selijke kliek", zei hij ruw.
Ik antwoordde niet, maar wij liepen zwij
gend voort, beiden in gedachten verdiept
over hetzelfde onderwerp.
Het weer was heerlijk, de vroege zuidelijke
lente had alles in een zacht en teer groen
gezet. D,e vruchtboomen prijkten in de lucht.
Na de drie sombere en zware jaren in
Soedan en de kille wintermaanden in Lon
den, gaf deze oplevende natuur mij een ge
voel van opgewektheid. Mijn gedachten wa
ren heelemaal in beslag genomen door Em
ma en het was alsof zij nog mooier was, nu
ik haar beeld voor mij zag in deze prach-»
tige omgeving.
Ik had afscheid genomen van Wyse, die
naar zijn hotel terug ging en ik had mij
naar de „Snowdrop"" laten roeien.
Wyse zou rechtstreeks naar het paleis
anders dan protectionistisch kan schijnen.
De Regeering moet dat ontwerp intrekken
of ze moet aftreden. Natuurlijk staat ze voor
pie keuze, maar het is alleen de vraag of zij
elegant weet te retireeren, dat ontwerp van
zich afschuddend.
De burgerwachten kregen een paar likken
uit de pan en het rapport—Weiter niet min
der. Die commissieWeiter heeft techniek
toégepast op de begrooting, maar geen po
litiek. Zij gaf eenige algemeene lijnen en liet
het verder aan de Regeering over om maar
te kiezen hoe ver ze wil gaan. Daar deugde
niets van.
Trouwens .er deugde aan de Regeering
niets volgens den heer Marchant.
Nadat de heer Peereboom wat had gespro
ken en de heer Duymaer van Twist gehuild
had over de binnenschipperij was de eerste,
een trieste dag, om.
ONS WEEKPRAATJE
Ei- zullen maar weinig menschen in ons
land zijn, die niet met belangstelling en
groote nieuwsgierigheid kennis namen van
de rechtzaak tegen den „verdwenen notaris".
En tóch geldt het hier in wezen volstrekt geen
cause celèbre. Het gebeurt tegenwoordig
méér, dat notarissen, advocaten en vertegen
woordigers van andereeerbare beroepen
voor de vierschaar worden gedaagd, dik
wijls om zwaardere vergrijpen dan die, welke
de Amsterdamsche notaris beging. Deze
laatste echter heeft onbedoeld aller
aandacht geleidelijk op zijn persoon geves
tigd hij heeft de publieke belangstelling
voor zfjn strafzaak kunstmatig gekwéékt en
wel zoo, dat er tenslotte voor het gebeuren
een geweldige publieke interesse was ge
groeid. Hij begon de aandacht op zijn zaak
te trekken door de hooge cautie, waarmee
hij zijn vrijheid uit de voorloopige hechtenis
herkreeg. Toen hij moest vóórkomen, was hij
zoek, maar de rechtbank gelastte zijn voor
geleiding. De notaris evenwel blééf zoek. Heel
Amsterdam zocht mee naar hem. Men meen
de hem gezien te hebben in het Rijksmu
seum, in de Bijenkorf, ja overal. Tenslotte
arresteerde de politie hem in Wassenaar.
Daags er na werd hij voor zijn rechters ge
leid en de belangstelling voor de procedure
was toen tot een ongekende hoogte gestegen.
Een gebeurtenis lijkt te grootscher, naar
mate de voorbereiding geleidelijker is geweest
en van kleine evenementen was vervuld.
Denken we maar eens aan een trouwdag.
Zeker, het is inderdaad een gewichtige dag in
een menschenlevtn, maar zou de trouwdag
wel zoo'n buitengewonen indruk op de men
schen maken, als er niet aan voorafgegaan
ware de kennismaking, de /erioving, de ver
keering, het zoeken naar een woning, de keuze
van de inrichting, het „aanteekenen" enz.
Kerstmis is een heerlijk familiefeest, maar
het wordt ook terdege voorbereid. Dagen te
voren gaan we een Kerstboom uitzoeken en
reeds weken tevoren loopen we met de kin
deren langs de winkelramen en koopen we
nu eens een paar glanzende bolletjes, dan
weer een star of wat kaarsjes.
Vroeger.... Als de Koninginnedag nauwe
lijks was gepasseerd, zagen we als kinderen
reeds de eerste suikeren beesten in de étala
ges van de banketbakkers verschijnen. Dan
holden we naar huis om te wagen„Moe,
wannéér is het Sinter klaas Een paar weken
later verschenen in de kranten de eerste an
nonces, in welke de goede Sint te paard was
afgebeeld. We knipten de advertenties uit en
teekenden de plaatjes na. Dagelijks liepen
we langs een winkel, waar Sinterklaas, naar
we ons herinnerden, het vorig jaar was af
gestapt. Op een goeden dag lazen we er dan
op een telegramformulier, dat de heilige Ion-
der vriend ook nu weer zijn komst had aan
gekondigd. Sjonge, sjonge, dan waren we
niet meer te houdenWe zorgden voor
schoenen in den schoorsteen en sleepten hooi
bij mekaar voor Sinterklaas-z'n-paard. Eiken
dag herzagen we ons verlangenlijstje.
Zoo werd vroeger de feestdag gemaakt
Tegenwoordig.... Och ja, we weten wel:
het is crisis. Maar is dat een reden om bij
de pakken te gaan neerzitten Als het een
goede tijd is, kan men nog eens wat achter
wege laten, maar in slechten tijd moet men
dubbel-hard werken en probeeren om van de
gaan en ik in gezelschap van mijn oom en
tante Hazelrigg. Er was receptie aan het hof
en er waren veel bezoekers. De groote zaal
van het prinselijk paleis was bijna geheel
gevuld. Het ging hier, onder deze zuiderlin
gen heel wat gemoedelijker toe, dan bij ons
in het stijf-doftige Engeland, men lachte
luid en gesticuleerde druk, er was een ge
zellig geroezemoes van stemmen in de prach
tige zaal.
Mijn oom stelde mij voor aan den prins,
die mij nog wel kende van onze ontmoeting
op het jacht. Hij scheen niet bijster op mijn
tegenwoordigheid gesteld te zijn, want hij
ontving mij zeer koel, bijna onvriendelijk.
Mijn genegenheid voor Emma zat hem
waarschijnlijk dwars.
Oom stelde mij verder voor aan prinses
Ottillie, een kalm, bezadigd vrouw je, met
donkere oogen. Zij verwelkomde mij vrien
delijk en ik onderhield mij met haar over de
schoonheid van de zuidelijke landen en den
prachtigen tijd van het jaar. Mijn oom was
weggeroepen door Caselli, ik kon dus onge
stoord met haar praten. Ik vertelde haar
van mijn verblijf in de tropen, en van de
talrijke reizen die ik had gemaakt, hetgeen
haar bijzonder scheen te interesseeren.
Nadat ik ongeveer een kwartier met haar
had gesproken, kwam tante Agnes en vroeg
of ik wilde voorgesteld worden aan prinses
Erminie, die aan het andere einde van de
zaal zat. Het was een lange vrouw met een
scherp geteekend gelaat. Ik herinnerde mij
nog, dat mijn vader, die haar goed gekend
omstandigheden te maken, wat er van te
maken valt.
Al is er crisis, er zal toch ook dit jaar weer
Sinterklaas zijn I En daar zal dan, juist als
vroeger, arm en rijk aan meedoen. Natuur
lijk Een kinderhand is gauw gevuld en op
Sinterklaas gaat het maar om kleinigheden,
óók als het de grooten betreft. Er zijn bo
vendien genoeg menschen, die over een be
hoorlijk inkomen beschikken.
Als de winkeliers hun eigen belang maar
begrijpen en het komende Sinterklaasfeest
vooraf maar wat opdoffen, dan brengen ze
tenminste met de Kerstdagen er bij nog
een paar mooie weken in het verschiet van
een slechten tijd.
't Is jammer, dat de „verdwenen notaris"
van Amsterdam .Toeger geen banketbakker
is geworden, manufacturier of handelaar in
galanterieën en speelgoederen. Hij had zijn
groote kwaliteiten dan nuttiger kunnen aan
wenden en hij ware een gezeten burger ge
worden tn plaats van een notaris, die zitten
moet.
Hij zou nu zeker volop aan het adverteeren
zijn geweest over het komende Sinterklaas
feest. Hij zou in deze krant al hebben ver
teld, wét bij hem allemaal verkrijgbaar was
om er elkander gelukkig mee te maken. Hij
zou al lang een plaatje van Sinterklaas te
paard bij den uitgever van deze krant hebben
geleend om er zijn annonces mee op te fleu
ren. Hij zou wel hebben gezorgd, dat de kin
deren van nu af nog slechts zouden praten
over, en denken aan het groote festijn van 5
December en dat ze het uit de krant aan va
der en moeder zouden vóórlèzen, wat er bij
hém al zoo te koop was.
Rijkspersoneel.
Het dagelijksch bestuur van de Centrale
van Vereenigingen van Personeel in 's Rijks
Dienst heeft zich met een adres tot de Twee
de Kamer gewend, waarin het onder me-
dedeeling van de nu reeds waargenomen
verschijnselen bij de afvloeiing van rijksper
soneel de Kamer verzoekt te willen be
vorderen, dat de afvloeiing zooveel mogelijk
zal geschieden langs meer natuurlijke we
gen. Hiermede wordt bedoeld, dat de zooveel
leed en werkloosheid meebrengende ontslag
maatregelen worden voorkomen en een be
oogde bezuiniging wordt verkregen door
stopzetting van de aanneming van nieuw
personeel.
Door overlijden, vertrek en pensionnee-
ring kan dan de gewenschte formatie worden
verkregen.
Overigens vraagt de Centrale by onver
mijdelijk gedwongen afvloeiing strikte navol
ging van artikel 96 van het Algemeen Rijks
ambtenarenreglement, hetwelk, zooals be
kend, de volgorde vermeldt waarin ontslag
bij reorganisatie moet plaats vinden.
Brandstoffenbijslag aan werkloozen.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft bepaald dat aan werklooze arbeiders,
die in de zgn. rouleergevallen vallen, d.w.z.
om de andere week tot de werkverschaffin
gen worden toegelaten, over het tijdvak van
30 October 1932 tot en met 1 April 1933 een
brandstoffenbijslag kan worden verstrekt
van ten hoogste 1 per gezin en per week.
Het rijk draagt in die regeling bij tot gelijk
percentage als de gemeenten ontvangen in
de arbeidslooncn aan werkloozen uitgekeerd.
De bevolking van Nederland.
Bij de firma Mart. Nijhoff te 's-Graven-
hage is een boekje verschenen over de bevol
king en de oppervlakte der gemeenten in ons
land op 1 Januari 1932. Op dien datum be
droeg het aantal mannen 4.006.359 en het
aantal vrouwen 4.055.212, totaal 8.061.571, d.i.
156.000 inwoners meer dan op 31 December
1931. De toeneming der bevolking was in de
perioden 1920—1930 slechts gering, nl. van
1909—1920 1.45 en van 1920 tot 1930 1.46
In de periode van 1 Januari 1930 tot 31 De
cember van dat jaar was de toeneming ge
stegen tot 1.46 en in liet jaar 1931 tot
1.59 in hoofdzaak door meer geboorte dan
sterfte. Het aantal vrouwen dat grooter is dan
het aantal mannen in ons land, neemt voort
had, haar een opvallende verschijning had
gevonden.
Nog nauwelijks sprak ik met haar of ik
wist al, dat zij steeds geheime rapporten
ontving van de politie-autoriteiten. Zy
vroeg mij, .et geveinsde belangstelling, of
ik Cumberland reeds lang kende en of wij
goede vrienden waren. Zij vond hem een
schrander en zelfs een intelligent man. Be
leefdheidshalve beaamde ik dit en zij ver-
Vólgde het gesprek met loftuitingen op de
schoonheid van Emma.
„Maar zij heeft een scherpe tong", zei ik.
„Och kom, mijnheer Hulston, een scherpe
tong Die kleine Cumberland Zij kirt als
een duifje I"
Zij riep Caselli bij zich en ik vond daarin
aanleiding om mij van haar te verwijderen.
Mijn oom stelde mij dan aan deze, dan weer
aan gene voor. Eindelijk ontdekte ik Cum
berland, die mij met verbazing aankeek. Hij
nam mij apart en zei met gedempte stem
„Jij kent het klappen van de zweep, kerel.
Hoe heb je dat gedaan gekregen De fami
lie Hazelrigg is een van de hoogstaande
families, die aan dit verwaande hof komen.
Ik zeg 't misschien 'n beetje plat, maar
verwaand zijn ze
„Meneer en mevrouw Hazelrigg zijn oude
vrienden van mij", zei ik kalm.
„Oude vrienden? Waarom heb je mij dat
nooit verteld?"
Uit deze vraag kon ik wel opmaken dat er
tusschen hem en Emma weinig vertrouwen
bestond.
durend afhet bedroeg in 1830 1045 op de
1000x mannen en is op 1 Januari jl. terugge-
loopen tot 1012. Voor de gemeenten van
20.000 inwoners en minder is het aantal zelfs
gedaald tot beneden de 1000, zoodat daar het
aantal majmen nu grooter is dan het aantal
vróuwen.
De dichtheid der bevolking steeg van 80.2
per K.M2. op 1 Januari 1830 tot 247.5 per
K.M2. op 1 Janua 1 jl. Eigenaardig is daarbij
op te merken, dat vooral het aantal gemeen
ten beneden de 2000 inwoners inkromp en
het aantal daarboven steeg, vooral bij in
wonersaantallen tusschen 10.000 en 20.000, dat
tusschen 1899 en 1932 bijna verdubbelde, nl.
van 46 op 88, tusschen de 20.000 en 50.000 in
woners steeg het aantal gemeenten in die
periode van 16 op 29 en tusschen de 50.000
en 100.000 inwoners zelfs van 4 op 12.
Eenige aantallen inwoners van groote ste
den op 1 Januari 1932 volgen hier nogAm
sterdam 756.263, Apeldoorn 62.044, Arnhem
79.322, Delft 51.286, Dordrecht 57.059, Eind
hoven 93.243, Enschedé 51.343, 's-Gravenhage
449.614, Groningen 107.158, Haarlem 122.386,
Hilversum 59.632, Leiden 71.598, Maastricht
61.763, Nijmegen 84.034, Rotterdam 587.316,
Schiedam 56.499, Tilburg 80.890, Utrecht
156.194.
Dr. K. Heeringa.
De Staatscourant heeft melding gemaakt
van het aftreden van dr. K. Heeringa op
1 Januari a.s. als rijksarchivaris in de pro
vincie Utrecht. Dr. Heeringa aanvaardde zijn
ambt aldaar op 1 April 1921. Hij was tot dat
tijdstip, van 1 M° rt 1912 af, werkzaam ge
weest te Middelburg als rijksarchivaris in
Zeeland. Voor dien tijd is hij leeraar aan het
gymnasium te Schiedam geweest en tevens
gemeente-archivaris aldaar.
Dr. Heeringa promoveerde in 1893 te Gro
ningen tot doctor in de Nederlandsche lette
ren op een proefschrift„Het oude Stavo
ren". Te Schiedam publiceerde hij in 1908
den inventaris van het oud archief dezer ge
meente en gaf uit de rechtsbronnen der stad
Schiedam in de werken der Vereeniging tot
uitgave der bronnen van het oud-vader-
landsche recht. Voorts een stadsbeschrijving
van Schiedam, geschreven in den trant der
oude stadsbeschrijvingen. Hij begon te Schie
dam ook met het publiceeren van de bronnen
tot de geschiedenis van den Levantschen
handel (in de werken van de commissie voor
's Rijks Geschiedkundige Publicatiën).
Als rijksarchivaris in Zeeland gaf hij o.a
uit de inventaris van de rekeningen en an
dere stukken in 1607 uit de Hollandsche re
kenkamer naar de Zeeuwsche overgebracht
en de notulen van de Staten, van Zeeland
sinds 1574.
In Utrecht gaf dr. Heeringa o.a. den inven
taris uit van het archief van het Domkapit
tel. Van zijn hand zijn nog bekend een boekje
over Corn. Haga, den vertegenwoordiger van
de Nederlanden by de Hooge Porte in het be
gin der 17e eeuw en „De leiders der Staten
van Zeeland in de jaren 1577—1580", in het
archief ven het Zeeuwsch Genootschap
(1918). Van dit genootschap, welks geschie
denis hij in het licht gaf, was dr. Heeringa, te
Middelburg secretaris.
Protest van de V.A.R.A. tegen den Staat.
Naar aanleiding van de weigering der P. T
en T. om de V.A.R.A. het gebruik toe te staan
van telefoonlijnen, die dienen moeten om het
ooggetuigenverslag *ran de betooging L* den
Haag naar Hilversum over te brengen, heeft
volgens een bericht in „het Volk" de V.A.R.A.
op advies van haar rechtskundigen adviseur
besloten om een actie in te dienen tegen het
staatsbedrijf der posterijen en telegrafie. Zij
wil dit bedrijf aanspreken voor vergoeding
van de schade, welke zal ontstaan uit de
kosten, verbonden aan het vervoer van appa
raten en toestellen naar Den Haag, alsmede
van de kosten, welke gemaakt moeten worden
voor de technische installatie in Den Haag,
en dat wel uit overweging, dat noch in de re
geling van het telefoonverkeer, noch in de
wet ook maar iets voorkomt, dat een weige
ring als bovenbedoeld rechtvaardigt.
Een manifest.
Het hoofdbestuur van de liberale Staats
partij „De Vrijheidsbond" verspreidt een ma
nifest, waarin nadat verschillende onderwer-
„Ik heb daar nooit aanleiding toe gehad",
zei ik wat norsch, „bovendien wist ik niet,
dat zij in San Stefano waren alvorens Wyse
het mij vertelde."
„Enfin, je hebt in elk geval drommels
goede aristocratische manieren... Prachtig
ik wist wel, dat jjj de man was, dien ik
noodig had."
Ik zag kans hem aan een anderen gast
over te laten en begaf mij naar een hoek
van de zaal, waar ik Emma zag zitten bij een
groep dames. Gravin Rudini was het mid
delpunt en leidde de conversatie. Zoodra zij
mij bemerkte begon zij te schimpen op de
Engelschen, doch ik vergenoegde my met
een stil lachje, wat haar nog meer scheen
te prikkelen. Opeens ontdekte ik een jong-
mensch dat my woedend aankeek. Hy was
een van die typen, die Engeland er speciaal
op na schynt te houden om naar het vaste
land te exporteeren. Hy was lang, had een
pukkelig gezicht en sluike haren, zyn bo
venlip was te kort, waardoor, een rij gele
tanden zichtbaar was, de toon waarop hy
sprak was geaffecteerd en hy stelde zich
aan -met een air van superioriteit. Ik dacht
hem te kennen, maar kon my 'met geen
mogelykheid herinneren, waar ik hem al
eerder ontmoet kon hebben. Opeens schoot
my te binnen, dat hy Peeke was, Frederik
Peeke, de oudste zoon van den bekenden
bierbrouwer en lid van het Hoogerhuis, lord
Peeke van Clipton. Toen ik op school was
in Eton zat hy in een lagere klas.
Zijn stem sloeg over van woede toen by
pen zyn aangeroerd, wordt betoogd, dat de
liberale staatsparty streeft naar samenwer
king van allen, die de belangen der gansche
volksgemeenschap tot hun recht willen laten
komen en een einde willen maken aan het
groepsegoïsme. Zy verlangt een overheid
met krachtig gezag, die zich de bevordering
van het r1gemeene volkswelzijn ten doel
stelt en haar beleid bewust op het herstel
der welvaart richt. Zy verlangt een voorzich
tig en gezond financieel beheer, dat aan
economische tegenslagen weerstand kan
bieden.
De roode Dinsdag.
De optocht heeft gisteren een groote stag
natie in het verkeer veroorzaakt. Op de
drukste punten was de verkeerspolitie by ge
staan door hoofdambtenaren en ambtenaren
der H.T.M., in groote getale aanwezig om
alles zoo vlot als dat mogelyk was, te doen
verloopen. Gezien den geweldigen omvang
van den stoet, gelukte dit vrijwel.
De spreekkoren deden .zich onafgebrokens
hooren, zoodat de lucht in letterlyken zin
vervuld was van de eischen en strijdkreten der
arbeidersklasse.
By het Vredespaleis dreigde het een oogen-
blik tot ongeregeldheden te komen, toen een
groep demonstranten, naar men ons mede
deelde, leden van de O.S.P., die zich toe
gangskaarten hadden weten te verschaffen,
de orde wilds verstoren. De politie greep ech
ter onmiddellijk in en verwyderde eenige per
sonen uit den stoet. Het incident was daar
mede geëindigd.
Hoewel de kop van den stoet om 2 uur
Houtrust had verlaten, was een uur later nog
slechts een klein gedeelte van het aantal
groepen, waaruit de optocht bestond, van het
meetingsterrein vertrokken.
Tegen half vier arriveerde de kop van den
stoet aan het eindpunt, de Van Alkemade-
laan.
Deze laan was in een groot autopark her
schapen.
Op enkele gedeelten waren hier spreekge
stoelten opgericht, vanwaar slottoespraken
werden gehouden. O.a. zeide de heer De la
Bella, secretaris van .iet N.V.V., dat deze
„roode Dinsdag" een on ver gelij kelij ken indruk
heeft gemaakt en een lichtpunt in deze
duistere tyden genoemd kan worden. Spr.
wekte op tot een intensieve en enthousiaste
propaganda van S.D.A.P. en N.V.V. welke
vooral haar resultaat zal afwerpen by de as.
verkiezingen, welke een schitterend succes
voor de socialistische beweging moeten wor
den. Daarna werd de stcet groepsgewyze ont
bonden.
Het duurde eenige uren, voordat de laatste
betoogers het eindpunt hadden bereikt. Om
kwart voor vier hadden nog slechts zes van
de 16 groepen, waaruit de stoet bestond, het
Houtrustterrein verlaten.
In den stoet liep mede een groep demon
stranten, welke een doek meevoerden met een
opschrift, waaruit viel af te leiden, dat deze
groep vormde een deputatie van de R.-Kath,
gojrganiseerdsn uit Eindhoven. Deze groep
v/erd door de overige betoogers luide toege
juicht.
Ongeveer 7 uur arriveerden de laatste af-
deelingen van den demonstratiestoet van de
S.D.A.P. en N.V.V. op de Van Alkemadelaan,
waar reeds een onafzienbare ry van meeting-
gangers wachtten op het afroepen der bussen,
hetgeen door middel van een luidspreker ge
schiedde.
PROVINCIALE STATEN.
De salarissen der 'provinciale
ambtenaren.
Ter voorkoming van misverstand geven wij
hierby nog wat uitvoeriger weer, wat Ged.
Staten van Zeeland in de toelichting op de
begrooting 1933 mededeelen in verband met
het alsnog niet voorgestelde verlagen der
wedden en loonen van het provinciaal per
soneel. In het algemeen gesproken aldus
Ged. Staten, zijn de wedden en loonen
geenszins hoog, in vergelijking met hetgeen
elders betaald wordt, veeleer laag te noemen.
In het byzonder geldt dit ten aanzien van de
ambtenaren, die in de hoogere rangen werk
zaam zijnten aanzien van de lagere func-
tionnarissen zou daarentegen, althans met
my aansprak.
„Is dat een houding tegenover een dame,
mynheer
Ik keek hem met minachting aan.
„'t Is niet myn gewoonte iemand te ant
woorden zonder dat ik aan hem voorgesteld
ben", weerde ik af.
„Voorgesteld Voorgesteld ik zal my
wel wachten om mij voor te stellen aan
iemand die zich zoo gedraagt tegenover een
dame, tegenover een dame, verstaat u
Ik keek hem zwijgend aan en moest con-
stateeren dat hy nog dezelfde lummel was
gebleven als indertijd op school. Toen viel
het ons ook al moeiiyk om niet elk oogen-
blik met dit opgeblazen jongmensch in con
flict te komen.
De meeste dames verwy derden zich en Ik
bleef alleen achter met Emma, gravin Ru-*
dini en d'Estorges.
XIX. s
AAN HET HOF VAN STEFANO.
De gravin en d'Estorges verlieten de zaal
door een groote deur, die toegang gaf tot
het ten-as. Emma en ik bleven achter en
gingen op een groote sofa zitten.
„U zult u wel evengoed amuseeren als
verleden jaar", zei ik.
„Neen, toch niet", antwoordde ze lang
zaam. „Als ik ben opgenomen in het gewoel
en gewriemel van menschen gaat het wel,
maar zoodra ik denk aan de reden waarom
v/y hier zyn, is al myn genoegen vergald."
.(Wordt vervolgd.).