Vlissingsche Courant TWEEDE BLAD GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON De dochter van den Dictator BINNENLAND van de van Woensdag 9 November 1932. No 264 HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Vlissin- gen gelet op art. 8 der Hinderwet, brengen ter openbare kennis, dat bij hun besluit van 8 Novemb' 1932 aan de N.V. Koninklijke Maatschappij „de Schelde", Scheepswerf en Machinefabriek te Vlissin- gen op de daarbij gestelde voorwaarde vergunning is verleend tot het oprichten van een inrichting tot het beproeven van rotoren en waarin zullen worden geplaatst twee ben zinemotoren, elk van 36" P.K., op het perceel, kadastraal bekend gemeente Vlissingen, sectie B. nr. 1439ged., gelegen aan den Singel. Vlissingen, 9 November 1932. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. KAMEROVERZICHT TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Algemeen debat. Het was uiterst rustig in de Kamer. De banken der sociaal-democraten waren alle verlaten. Waarschijnlijk waren deze heeren alle naar Houtrust voor de meeting om te genieten van het miezerige weer. De rust werd om te beginnen verstoord door den heer Braat, die de meening uitte dat de Regeering stekeblind is voor de in zinking van ons gansche land. Dat gansche land bestaat voor den heer Braat in het platteland. Voor een deel ligt volgens hem daarvan de schuld bij de Regeering, die allerlei domme maatregelen neemt. Om aan geld te komen wilde hij tariefèverhooging en belasting op goederen in de doode hand. Voor de rest moet er bezuinigd worden, in de eerste plaats op de salarissen. Niet drie procent, want dat acht hij belachelijk. En do pensioenen en niet te vergeten de cumu latie van pensioenen en salarissen. Voorts op de luchtvaart, waarbij volgens dezen af gevaardigde met geld wordt gegooid. Een uitvoerige motie tegen de cumulatie was het slot van zijn rede, maar aangezien ze niet voldoende ondersteund werd, kwam ze niet in behandeling. Volgens den heer Marchant was het niet uit te maken of dit Kabinet eigenlijk nog leeft, sedert de behandeling van de tariefs- verhooging is geschorst. Men moest wel aan nemen, dat het Kabinet zich in goeden poli- tieken welstand bevindt en bereid is te blij ven zitten. Do heer Marchant zou dit maar aannemen en wilde dan de rekening van het afgeloopen jaar opmaken. Hij begon met het rapport—Weitor en eindigde met een poli tiek advies, dat op het volgende neerkomt het Kabinet moet aftredenei* kome een nieuw, dat een program opstelt en dan de Kamer doet ontbinden. Volgens dezen afge vaardigde is het vertrouwen van het volk in deze Regeering in toiaal niet voldoende ge noeg. Er is geen waarborg voor vast beleid in deze tijden en te veel is de Regeering ge voelig voor allerlei invloeden. Het mankeert haar aan een allesbeheerschenden leider. Dat v/as dan ook gebleken bij de behandeling van het wetsontwerp tot verhooging der tarieven. Ongelukkiger greep had de Regeering al niet kunnen doen. Nederland ging er nog prat op, dat het zooveel mogelijk zijn vrijhandel handhaafdehet had zich uitgesloofd voor de verdragen van Ouchy en Oslo en juist precies als die gereed zijn, komt de Regee- iring met een ontwerp dat naar buiten niet ROMAN VAN EDGAR JEPSON Vertaald door F. van Velsen. (Nadruk verboden) 32) „Kreeg ik maar een kans, dan zou ik alles trachten te verhinderen", zei Wyse en er was iets energieks in zijn stem. Ik begreep, dat ik in hem een bondgenoot zou hebben. ,,'t Is een gewetenlooze bende, een mis selijke kliek", zei hij ruw. Ik antwoordde niet, maar wij liepen zwij gend voort, beiden in gedachten verdiept over hetzelfde onderwerp. Het weer was heerlijk, de vroege zuidelijke lente had alles in een zacht en teer groen gezet. D,e vruchtboomen prijkten in de lucht. Na de drie sombere en zware jaren in Soedan en de kille wintermaanden in Lon den, gaf deze oplevende natuur mij een ge voel van opgewektheid. Mijn gedachten wa ren heelemaal in beslag genomen door Em ma en het was alsof zij nog mooier was, nu ik haar beeld voor mij zag in deze prach-» tige omgeving. Ik had afscheid genomen van Wyse, die naar zijn hotel terug ging en ik had mij naar de „Snowdrop"" laten roeien. Wyse zou rechtstreeks naar het paleis anders dan protectionistisch kan schijnen. De Regeering moet dat ontwerp intrekken of ze moet aftreden. Natuurlijk staat ze voor pie keuze, maar het is alleen de vraag of zij elegant weet te retireeren, dat ontwerp van zich afschuddend. De burgerwachten kregen een paar likken uit de pan en het rapport—Weiter niet min der. Die commissieWeiter heeft techniek toégepast op de begrooting, maar geen po litiek. Zij gaf eenige algemeene lijnen en liet het verder aan de Regeering over om maar te kiezen hoe ver ze wil gaan. Daar deugde niets van. Trouwens .er deugde aan de Regeering niets volgens den heer Marchant. Nadat de heer Peereboom wat had gespro ken en de heer Duymaer van Twist gehuild had over de binnenschipperij was de eerste, een trieste dag, om. ONS WEEKPRAATJE Ei- zullen maar weinig menschen in ons land zijn, die niet met belangstelling en groote nieuwsgierigheid kennis namen van de rechtzaak tegen den „verdwenen notaris". En tóch geldt het hier in wezen volstrekt geen cause celèbre. Het gebeurt tegenwoordig méér, dat notarissen, advocaten en vertegen woordigers van andereeerbare beroepen voor de vierschaar worden gedaagd, dik wijls om zwaardere vergrijpen dan die, welke de Amsterdamsche notaris beging. Deze laatste echter heeft onbedoeld aller aandacht geleidelijk op zijn persoon geves tigd hij heeft de publieke belangstelling voor zfjn strafzaak kunstmatig gekwéékt en wel zoo, dat er tenslotte voor het gebeuren een geweldige publieke interesse was ge groeid. Hij begon de aandacht op zijn zaak te trekken door de hooge cautie, waarmee hij zijn vrijheid uit de voorloopige hechtenis herkreeg. Toen hij moest vóórkomen, was hij zoek, maar de rechtbank gelastte zijn voor geleiding. De notaris evenwel blééf zoek. Heel Amsterdam zocht mee naar hem. Men meen de hem gezien te hebben in het Rijksmu seum, in de Bijenkorf, ja overal. Tenslotte arresteerde de politie hem in Wassenaar. Daags er na werd hij voor zijn rechters ge leid en de belangstelling voor de procedure was toen tot een ongekende hoogte gestegen. Een gebeurtenis lijkt te grootscher, naar mate de voorbereiding geleidelijker is geweest en van kleine evenementen was vervuld. Denken we maar eens aan een trouwdag. Zeker, het is inderdaad een gewichtige dag in een menschenlevtn, maar zou de trouwdag wel zoo'n buitengewonen indruk op de men schen maken, als er niet aan voorafgegaan ware de kennismaking, de /erioving, de ver keering, het zoeken naar een woning, de keuze van de inrichting, het „aanteekenen" enz. Kerstmis is een heerlijk familiefeest, maar het wordt ook terdege voorbereid. Dagen te voren gaan we een Kerstboom uitzoeken en reeds weken tevoren loopen we met de kin deren langs de winkelramen en koopen we nu eens een paar glanzende bolletjes, dan weer een star of wat kaarsjes. Vroeger.... Als de Koninginnedag nauwe lijks was gepasseerd, zagen we als kinderen reeds de eerste suikeren beesten in de étala ges van de banketbakkers verschijnen. Dan holden we naar huis om te wagen„Moe, wannéér is het Sinter klaas Een paar weken later verschenen in de kranten de eerste an nonces, in welke de goede Sint te paard was afgebeeld. We knipten de advertenties uit en teekenden de plaatjes na. Dagelijks liepen we langs een winkel, waar Sinterklaas, naar we ons herinnerden, het vorig jaar was af gestapt. Op een goeden dag lazen we er dan op een telegramformulier, dat de heilige Ion- der vriend ook nu weer zijn komst had aan gekondigd. Sjonge, sjonge, dan waren we niet meer te houdenWe zorgden voor schoenen in den schoorsteen en sleepten hooi bij mekaar voor Sinterklaas-z'n-paard. Eiken dag herzagen we ons verlangenlijstje. Zoo werd vroeger de feestdag gemaakt Tegenwoordig.... Och ja, we weten wel: het is crisis. Maar is dat een reden om bij de pakken te gaan neerzitten Als het een goede tijd is, kan men nog eens wat achter wege laten, maar in slechten tijd moet men dubbel-hard werken en probeeren om van de gaan en ik in gezelschap van mijn oom en tante Hazelrigg. Er was receptie aan het hof en er waren veel bezoekers. De groote zaal van het prinselijk paleis was bijna geheel gevuld. Het ging hier, onder deze zuiderlin gen heel wat gemoedelijker toe, dan bij ons in het stijf-doftige Engeland, men lachte luid en gesticuleerde druk, er was een ge zellig geroezemoes van stemmen in de prach tige zaal. Mijn oom stelde mij voor aan den prins, die mij nog wel kende van onze ontmoeting op het jacht. Hij scheen niet bijster op mijn tegenwoordigheid gesteld te zijn, want hij ontving mij zeer koel, bijna onvriendelijk. Mijn genegenheid voor Emma zat hem waarschijnlijk dwars. Oom stelde mij verder voor aan prinses Ottillie, een kalm, bezadigd vrouw je, met donkere oogen. Zij verwelkomde mij vrien delijk en ik onderhield mij met haar over de schoonheid van de zuidelijke landen en den prachtigen tijd van het jaar. Mijn oom was weggeroepen door Caselli, ik kon dus onge stoord met haar praten. Ik vertelde haar van mijn verblijf in de tropen, en van de talrijke reizen die ik had gemaakt, hetgeen haar bijzonder scheen te interesseeren. Nadat ik ongeveer een kwartier met haar had gesproken, kwam tante Agnes en vroeg of ik wilde voorgesteld worden aan prinses Erminie, die aan het andere einde van de zaal zat. Het was een lange vrouw met een scherp geteekend gelaat. Ik herinnerde mij nog, dat mijn vader, die haar goed gekend omstandigheden te maken, wat er van te maken valt. Al is er crisis, er zal toch ook dit jaar weer Sinterklaas zijn I En daar zal dan, juist als vroeger, arm en rijk aan meedoen. Natuur lijk Een kinderhand is gauw gevuld en op Sinterklaas gaat het maar om kleinigheden, óók als het de grooten betreft. Er zijn bo vendien genoeg menschen, die over een be hoorlijk inkomen beschikken. Als de winkeliers hun eigen belang maar begrijpen en het komende Sinterklaasfeest vooraf maar wat opdoffen, dan brengen ze tenminste met de Kerstdagen er bij nog een paar mooie weken in het verschiet van een slechten tijd. 't Is jammer, dat de „verdwenen notaris" van Amsterdam .Toeger geen banketbakker is geworden, manufacturier of handelaar in galanterieën en speelgoederen. Hij had zijn groote kwaliteiten dan nuttiger kunnen aan wenden en hij ware een gezeten burger ge worden tn plaats van een notaris, die zitten moet. Hij zou nu zeker volop aan het adverteeren zijn geweest over het komende Sinterklaas feest. Hij zou in deze krant al hebben ver teld, wét bij hem allemaal verkrijgbaar was om er elkander gelukkig mee te maken. Hij zou al lang een plaatje van Sinterklaas te paard bij den uitgever van deze krant hebben geleend om er zijn annonces mee op te fleu ren. Hij zou wel hebben gezorgd, dat de kin deren van nu af nog slechts zouden praten over, en denken aan het groote festijn van 5 December en dat ze het uit de krant aan va der en moeder zouden vóórlèzen, wat er bij hém al zoo te koop was. Rijkspersoneel. Het dagelijksch bestuur van de Centrale van Vereenigingen van Personeel in 's Rijks Dienst heeft zich met een adres tot de Twee de Kamer gewend, waarin het onder me- dedeeling van de nu reeds waargenomen verschijnselen bij de afvloeiing van rijksper soneel de Kamer verzoekt te willen be vorderen, dat de afvloeiing zooveel mogelijk zal geschieden langs meer natuurlijke we gen. Hiermede wordt bedoeld, dat de zooveel leed en werkloosheid meebrengende ontslag maatregelen worden voorkomen en een be oogde bezuiniging wordt verkregen door stopzetting van de aanneming van nieuw personeel. Door overlijden, vertrek en pensionnee- ring kan dan de gewenschte formatie worden verkregen. Overigens vraagt de Centrale by onver mijdelijk gedwongen afvloeiing strikte navol ging van artikel 96 van het Algemeen Rijks ambtenarenreglement, hetwelk, zooals be kend, de volgorde vermeldt waarin ontslag bij reorganisatie moet plaats vinden. Brandstoffenbijslag aan werkloozen. De minister van binnenlandsche zaken heeft bepaald dat aan werklooze arbeiders, die in de zgn. rouleergevallen vallen, d.w.z. om de andere week tot de werkverschaffin gen worden toegelaten, over het tijdvak van 30 October 1932 tot en met 1 April 1933 een brandstoffenbijslag kan worden verstrekt van ten hoogste 1 per gezin en per week. Het rijk draagt in die regeling bij tot gelijk percentage als de gemeenten ontvangen in de arbeidslooncn aan werkloozen uitgekeerd. De bevolking van Nederland. Bij de firma Mart. Nijhoff te 's-Graven- hage is een boekje verschenen over de bevol king en de oppervlakte der gemeenten in ons land op 1 Januari 1932. Op dien datum be droeg het aantal mannen 4.006.359 en het aantal vrouwen 4.055.212, totaal 8.061.571, d.i. 156.000 inwoners meer dan op 31 December 1931. De toeneming der bevolking was in de perioden 1920—1930 slechts gering, nl. van 1909—1920 1.45 en van 1920 tot 1930 1.46 In de periode van 1 Januari 1930 tot 31 De cember van dat jaar was de toeneming ge stegen tot 1.46 en in liet jaar 1931 tot 1.59 in hoofdzaak door meer geboorte dan sterfte. Het aantal vrouwen dat grooter is dan het aantal mannen in ons land, neemt voort had, haar een opvallende verschijning had gevonden. Nog nauwelijks sprak ik met haar of ik wist al, dat zij steeds geheime rapporten ontving van de politie-autoriteiten. Zy vroeg mij, .et geveinsde belangstelling, of ik Cumberland reeds lang kende en of wij goede vrienden waren. Zij vond hem een schrander en zelfs een intelligent man. Be leefdheidshalve beaamde ik dit en zij ver- Vólgde het gesprek met loftuitingen op de schoonheid van Emma. „Maar zij heeft een scherpe tong", zei ik. „Och kom, mijnheer Hulston, een scherpe tong Die kleine Cumberland Zij kirt als een duifje I" Zij riep Caselli bij zich en ik vond daarin aanleiding om mij van haar te verwijderen. Mijn oom stelde mij dan aan deze, dan weer aan gene voor. Eindelijk ontdekte ik Cum berland, die mij met verbazing aankeek. Hij nam mij apart en zei met gedempte stem „Jij kent het klappen van de zweep, kerel. Hoe heb je dat gedaan gekregen De fami lie Hazelrigg is een van de hoogstaande families, die aan dit verwaande hof komen. Ik zeg 't misschien 'n beetje plat, maar verwaand zijn ze „Meneer en mevrouw Hazelrigg zijn oude vrienden van mij", zei ik kalm. „Oude vrienden? Waarom heb je mij dat nooit verteld?" Uit deze vraag kon ik wel opmaken dat er tusschen hem en Emma weinig vertrouwen bestond. durend afhet bedroeg in 1830 1045 op de 1000x mannen en is op 1 Januari jl. terugge- loopen tot 1012. Voor de gemeenten van 20.000 inwoners en minder is het aantal zelfs gedaald tot beneden de 1000, zoodat daar het aantal majmen nu grooter is dan het aantal vróuwen. De dichtheid der bevolking steeg van 80.2 per K.M2. op 1 Januari 1830 tot 247.5 per K.M2. op 1 Janua 1 jl. Eigenaardig is daarbij op te merken, dat vooral het aantal gemeen ten beneden de 2000 inwoners inkromp en het aantal daarboven steeg, vooral bij in wonersaantallen tusschen 10.000 en 20.000, dat tusschen 1899 en 1932 bijna verdubbelde, nl. van 46 op 88, tusschen de 20.000 en 50.000 in woners steeg het aantal gemeenten in die periode van 16 op 29 en tusschen de 50.000 en 100.000 inwoners zelfs van 4 op 12. Eenige aantallen inwoners van groote ste den op 1 Januari 1932 volgen hier nogAm sterdam 756.263, Apeldoorn 62.044, Arnhem 79.322, Delft 51.286, Dordrecht 57.059, Eind hoven 93.243, Enschedé 51.343, 's-Gravenhage 449.614, Groningen 107.158, Haarlem 122.386, Hilversum 59.632, Leiden 71.598, Maastricht 61.763, Nijmegen 84.034, Rotterdam 587.316, Schiedam 56.499, Tilburg 80.890, Utrecht 156.194. Dr. K. Heeringa. De Staatscourant heeft melding gemaakt van het aftreden van dr. K. Heeringa op 1 Januari a.s. als rijksarchivaris in de pro vincie Utrecht. Dr. Heeringa aanvaardde zijn ambt aldaar op 1 April 1921. Hij was tot dat tijdstip, van 1 M° rt 1912 af, werkzaam ge weest te Middelburg als rijksarchivaris in Zeeland. Voor dien tijd is hij leeraar aan het gymnasium te Schiedam geweest en tevens gemeente-archivaris aldaar. Dr. Heeringa promoveerde in 1893 te Gro ningen tot doctor in de Nederlandsche lette ren op een proefschrift„Het oude Stavo ren". Te Schiedam publiceerde hij in 1908 den inventaris van het oud archief dezer ge meente en gaf uit de rechtsbronnen der stad Schiedam in de werken der Vereeniging tot uitgave der bronnen van het oud-vader- landsche recht. Voorts een stadsbeschrijving van Schiedam, geschreven in den trant der oude stadsbeschrijvingen. Hij begon te Schie dam ook met het publiceeren van de bronnen tot de geschiedenis van den Levantschen handel (in de werken van de commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën). Als rijksarchivaris in Zeeland gaf hij o.a uit de inventaris van de rekeningen en an dere stukken in 1607 uit de Hollandsche re kenkamer naar de Zeeuwsche overgebracht en de notulen van de Staten, van Zeeland sinds 1574. In Utrecht gaf dr. Heeringa o.a. den inven taris uit van het archief van het Domkapit tel. Van zijn hand zijn nog bekend een boekje over Corn. Haga, den vertegenwoordiger van de Nederlanden by de Hooge Porte in het be gin der 17e eeuw en „De leiders der Staten van Zeeland in de jaren 1577—1580", in het archief ven het Zeeuwsch Genootschap (1918). Van dit genootschap, welks geschie denis hij in het licht gaf, was dr. Heeringa, te Middelburg secretaris. Protest van de V.A.R.A. tegen den Staat. Naar aanleiding van de weigering der P. T en T. om de V.A.R.A. het gebruik toe te staan van telefoonlijnen, die dienen moeten om het ooggetuigenverslag *ran de betooging L* den Haag naar Hilversum over te brengen, heeft volgens een bericht in „het Volk" de V.A.R.A. op advies van haar rechtskundigen adviseur besloten om een actie in te dienen tegen het staatsbedrijf der posterijen en telegrafie. Zij wil dit bedrijf aanspreken voor vergoeding van de schade, welke zal ontstaan uit de kosten, verbonden aan het vervoer van appa raten en toestellen naar Den Haag, alsmede van de kosten, welke gemaakt moeten worden voor de technische installatie in Den Haag, en dat wel uit overweging, dat noch in de re geling van het telefoonverkeer, noch in de wet ook maar iets voorkomt, dat een weige ring als bovenbedoeld rechtvaardigt. Een manifest. Het hoofdbestuur van de liberale Staats partij „De Vrijheidsbond" verspreidt een ma nifest, waarin nadat verschillende onderwer- „Ik heb daar nooit aanleiding toe gehad", zei ik wat norsch, „bovendien wist ik niet, dat zij in San Stefano waren alvorens Wyse het mij vertelde." „Enfin, je hebt in elk geval drommels goede aristocratische manieren... Prachtig ik wist wel, dat jjj de man was, dien ik noodig had." Ik zag kans hem aan een anderen gast over te laten en begaf mij naar een hoek van de zaal, waar ik Emma zag zitten bij een groep dames. Gravin Rudini was het mid delpunt en leidde de conversatie. Zoodra zij mij bemerkte begon zij te schimpen op de Engelschen, doch ik vergenoegde my met een stil lachje, wat haar nog meer scheen te prikkelen. Opeens ontdekte ik een jong- mensch dat my woedend aankeek. Hy was een van die typen, die Engeland er speciaal op na schynt te houden om naar het vaste land te exporteeren. Hy was lang, had een pukkelig gezicht en sluike haren, zyn bo venlip was te kort, waardoor, een rij gele tanden zichtbaar was, de toon waarop hy sprak was geaffecteerd en hy stelde zich aan -met een air van superioriteit. Ik dacht hem te kennen, maar kon my 'met geen mogelykheid herinneren, waar ik hem al eerder ontmoet kon hebben. Opeens schoot my te binnen, dat hy Peeke was, Frederik Peeke, de oudste zoon van den bekenden bierbrouwer en lid van het Hoogerhuis, lord Peeke van Clipton. Toen ik op school was in Eton zat hy in een lagere klas. Zijn stem sloeg over van woede toen by pen zyn aangeroerd, wordt betoogd, dat de liberale staatsparty streeft naar samenwer king van allen, die de belangen der gansche volksgemeenschap tot hun recht willen laten komen en een einde willen maken aan het groepsegoïsme. Zy verlangt een overheid met krachtig gezag, die zich de bevordering van het r1gemeene volkswelzijn ten doel stelt en haar beleid bewust op het herstel der welvaart richt. Zy verlangt een voorzich tig en gezond financieel beheer, dat aan economische tegenslagen weerstand kan bieden. De roode Dinsdag. De optocht heeft gisteren een groote stag natie in het verkeer veroorzaakt. Op de drukste punten was de verkeerspolitie by ge staan door hoofdambtenaren en ambtenaren der H.T.M., in groote getale aanwezig om alles zoo vlot als dat mogelyk was, te doen verloopen. Gezien den geweldigen omvang van den stoet, gelukte dit vrijwel. De spreekkoren deden .zich onafgebrokens hooren, zoodat de lucht in letterlyken zin vervuld was van de eischen en strijdkreten der arbeidersklasse. By het Vredespaleis dreigde het een oogen- blik tot ongeregeldheden te komen, toen een groep demonstranten, naar men ons mede deelde, leden van de O.S.P., die zich toe gangskaarten hadden weten te verschaffen, de orde wilds verstoren. De politie greep ech ter onmiddellijk in en verwyderde eenige per sonen uit den stoet. Het incident was daar mede geëindigd. Hoewel de kop van den stoet om 2 uur Houtrust had verlaten, was een uur later nog slechts een klein gedeelte van het aantal groepen, waaruit de optocht bestond, van het meetingsterrein vertrokken. Tegen half vier arriveerde de kop van den stoet aan het eindpunt, de Van Alkemade- laan. Deze laan was in een groot autopark her schapen. Op enkele gedeelten waren hier spreekge stoelten opgericht, vanwaar slottoespraken werden gehouden. O.a. zeide de heer De la Bella, secretaris van .iet N.V.V., dat deze „roode Dinsdag" een on ver gelij kelij ken indruk heeft gemaakt en een lichtpunt in deze duistere tyden genoemd kan worden. Spr. wekte op tot een intensieve en enthousiaste propaganda van S.D.A.P. en N.V.V. welke vooral haar resultaat zal afwerpen by de as. verkiezingen, welke een schitterend succes voor de socialistische beweging moeten wor den. Daarna werd de stcet groepsgewyze ont bonden. Het duurde eenige uren, voordat de laatste betoogers het eindpunt hadden bereikt. Om kwart voor vier hadden nog slechts zes van de 16 groepen, waaruit de stoet bestond, het Houtrustterrein verlaten. In den stoet liep mede een groep demon stranten, welke een doek meevoerden met een opschrift, waaruit viel af te leiden, dat deze groep vormde een deputatie van de R.-Kath, gojrganiseerdsn uit Eindhoven. Deze groep v/erd door de overige betoogers luide toege juicht. Ongeveer 7 uur arriveerden de laatste af- deelingen van den demonstratiestoet van de S.D.A.P. en N.V.V. op de Van Alkemadelaan, waar reeds een onafzienbare ry van meeting- gangers wachtten op het afroepen der bussen, hetgeen door middel van een luidspreker ge schiedde. PROVINCIALE STATEN. De salarissen der 'provinciale ambtenaren. Ter voorkoming van misverstand geven wij hierby nog wat uitvoeriger weer, wat Ged. Staten van Zeeland in de toelichting op de begrooting 1933 mededeelen in verband met het alsnog niet voorgestelde verlagen der wedden en loonen van het provinciaal per soneel. In het algemeen gesproken aldus Ged. Staten, zijn de wedden en loonen geenszins hoog, in vergelijking met hetgeen elders betaald wordt, veeleer laag te noemen. In het byzonder geldt dit ten aanzien van de ambtenaren, die in de hoogere rangen werk zaam zijnten aanzien van de lagere func- tionnarissen zou daarentegen, althans met my aansprak. „Is dat een houding tegenover een dame, mynheer Ik keek hem met minachting aan. „'t Is niet myn gewoonte iemand te ant woorden zonder dat ik aan hem voorgesteld ben", weerde ik af. „Voorgesteld Voorgesteld ik zal my wel wachten om mij voor te stellen aan iemand die zich zoo gedraagt tegenover een dame, tegenover een dame, verstaat u Ik keek hem zwijgend aan en moest con- stateeren dat hy nog dezelfde lummel was gebleven als indertijd op school. Toen viel het ons ook al moeiiyk om niet elk oogen- blik met dit opgeblazen jongmensch in con flict te komen. De meeste dames verwy derden zich en Ik bleef alleen achter met Emma, gravin Ru-* dini en d'Estorges. XIX. s AAN HET HOF VAN STEFANO. De gravin en d'Estorges verlieten de zaal door een groote deur, die toegang gaf tot het ten-as. Emma en ik bleven achter en gingen op een groote sofa zitten. „U zult u wel evengoed amuseeren als verleden jaar", zei ik. „Neen, toch niet", antwoordde ze lang zaam. „Als ik ben opgenomen in het gewoel en gewriemel van menschen gaat het wel, maar zoodra ik denk aan de reden waarom v/y hier zyn, is al myn genoegen vergald." .(Wordt vervolgd.).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1932 | | pagina 5