RADIO-RUBRIEK AGENDA Straf of opmed'mg dan het papier van het hem vervolgende bu reau, en de gebruikelijke verontschuldiging voor den hem onnoodig aangedanen last bleef niet uit. Nog verder ging Sergius toen teneinde zijn fortuin te vermeerderen. Alle voorzichtigheid terzijde stellende, vergemak kelijkte hij den grensovergang voor hen, die wegens vergrijp tegen het gemeen recht wa ren veroordeeld, ja zelfs liet hij ballingen, voor Siberië bestemd, ontsnappen. Altijd, in dien de som, die hem daarvoor betaald werd, met het gevaar, dat hij liep, evenredig was. En zoo kon 't niet verwonderen, dat binnen en kele jaren tijds Sergius zich een fortuin van grooten omvang schiep fortuin, dat hem in staat stelde bij zijn bezoeken aan Sint Peters burg, die steeds menigvuldiger werden, ap partementen te bewonen in een der grootste hotels, waar hij feesten aanrichtte, die door de vooraanstaanden van de hoofdstad werden bezocht. En de politie, anders in Rusland zoo vlug, die toch wel iets vermoeden moest, die de verhaaltjes van erfenissen en speculaties toch maar niet voetstoots kon* gelooven, hield de oogen dicht en heette niets te zien. Maar wie het .wel zagen, waren de wachters aan de Duitsche grens. Niet zoover van Eydt- kühnen gelegen is het slot Rominden, een der vele bezittingen van Wilhelm II toen hij nog Duitsch Keizer en Koning van Pruisen was. Hij vertoefde daar gaarne, en in bijna vol strekte eenzaamheid, en zij, die hem een ac tieve rol in de staatsbemoeiingen toekennen, nemen aan, dat hij er gaarne het oor te luis teren legde naar wat er van de overzijde van de grenzen te vernemen viel. Zoo kan het niet verbazen, dat op een goeden dag een der kamerheeren van den Duitschen Keizer, te vens een zijner vertrouwelingen, die met hem naar Rominden mede was gegaan, betrekkin gen met den knappen Sergius aanknoopte. Dat geschiedde op een oogenblik, dat de Rus sische inspecteur bezig was zijn vrachtauto met likeur en tabak te laden, werk, dat hij ook zelf op zich nam. Recht op den man af gaande, gelijk met Sergius het beste was, zeide hij hem, dat hij nauw verbonden was aan den Keizer en dat deze den wensch had te kennen gegeven om hem te zien. Sergius verbleekte toen hem deze boodschap gewerd. Want hij gevoelde de eer, maar hij gevoeldé tegelijk het gevaar. Maar hij zeide te komen. En hij kwam, hij bezocht Rominden en Wilhelm II op een dag, dat er geen andere gasten waren. Mag men de verhalen, in den regel gedocumenteerd, van Robert Boucard gelooven, dan sprak Wilhelm' II hem van de noodzakelijkheid om, ook in Rusland, de mo narchie te versterken en van de jammerlijke fout, die Nicolaas II begaan had door zich te verbinden met de Fransche Republiek. Al deze preliminairen hadden geen ander doel dan kapitein Sergius ervan te overtuigen, dat hem niets beters restte dan te treden in dienst van den Duitschen Keizer. Weliswaar was hij maar een eenvoudig kapitein der gendarme rie, die zeker van de strategische plannen van het Russische rijk weinig wist en kon te weten komen. Maar niet ten onrechte hield men te Rominden hem voor een man, die wel spoedig vooruit zou komen en bovendien, ook de schijnbaar eenvoudige dingen, die hij van de grensstreken wist, waren de moeite van het registreeren waard. Het was in dienzelfden tijd, dat Sergius zijn eerste betrekkingen aan knoopte met Katherina Dmitriwna, gehuwd met den onderwij s-inspecteur, die haar uit de ellende had opgeraapt, doch dien zij gereed stond te verlaten zoodra de fortuin haar op eenigerlei wijze toewenkte. Zij was de toege wijde vriendin van Soekhomlinoff, den lateren minister van oorlog, toen nog slechts com mandant van de troepen in den Oeral. Ook aan haar, als aan zoo menige andere schoone Russische vrouw bewees Sergius aan de grens zijn diensten en ook Katherina zou ze be- loonen. Misschien ook was dat te Rominden niet onbekend, en in elk geval, de medewer king van den kapitein der gendarmerie loon de in vele opzichten de moeite. Tóen dan ook Sergius zich van Rominden verwijderde, wer den hem in een sigarettenkoker, voorzien van het keizerlijk wapen, bankbiljetten ter hand gesteld, die slechts een voorproef waren van wat zou volgen. Maar dat eerst later, toen Sergius een positie had gekregen aan het Hof, die het hem mogelijk maakte te treden in de geheimen, welke over het lot van het Rus sische rijk konden beslissen Maandag 7 November. Hilversum, 296 M. Algemeen programma. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwij ding. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Pianore cital. 11.00 Orgelconcert. 12.00 Orkest. 1.30 Concert. 2.30 Kamermuziek. 3.00 Gramofoon platen. 4.00 Cello-recital. 4.30 Kinderuur. 5.30 Orkest. 6.30 Boekenhalfuur. 7.00 Orkest en zang. 7.30 Lezing. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Orkest en zang. 9.00 Gramofoonplaten. 9.30 Concert. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Orkest. 11.00 Vaz Dias. 11.05 Concert. 11.30 Gramofoon platen. Huizen, 1S75 M. N.C.R.V. 8.00 Schrift lezing. 8.15 Gramofoonplaten. 10.30 Morgen dienst. 11.00 Zang. 12.15 Gramofoonplaten. 12.30Orgelconcert. 2.00 Voor de scholen. 2.35 Gramofoonplaten. 3.15 Knipcursus. 3.30 Hoe- denmaakcursus. 4.0ft Bijbellezing. 5.00 Con cert. 6.30 Vragenuurtje. 8.00 H.O.V. 8.45 Le zing. 9.15 Koorzang. 10.00 Vaz Dias. 10.10 Concert. 11.00 Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwij ding. 11.05 Lezing. 12.20 Orkest. 1.05 Orgel concert. 1.50 Orkest. 2.45 Voor de scholen. 3.20 Sonatenconcert. 3.45 Voor de scholen. 4.05 Concert. 4.50 Orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Be richten. 6.50 Cello en piano. 7.10 Lezingen. 8.20 Variété. 9.20 Berichten en lezing. 9.55 Tooneel. 11.15 Lezing. 11.20 Dansmuziek. Parijs, „Radio-Paris", 1725 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.20 Concert. 12.50 Gramo foonplaten. 1.25 Concert. 7.40 Orkestconcert. 8.20 Concert. Kalundborg, 1153 M. 11.20 Concert. 2.40 Orkest. 7.20 Radio-prijsvraag. 7.55 Orkest. 8.35 Liederen. 8.50 Saxofoonrecital. 9.25 Deensche muziek. 10.25 Dansmuziek. Langenberg, 473 M. 6.25 Gramofoonpla ten. 12.20 Concert. 4.20 Concert. 7.20 Concert. 9.50 Concert. Brussel, 338 M. 12.20 Gramofoonplaten. I.30 Orkest. 5.20 Orkest. 6.50 Orkest. 8.20 Or- ket. 10.30 Gramofoonplaten. 508 M.12.20 Orkest. 1.3 Gramofoonplaten. 5.20 Sonaten- concert. 6.05 Gramofoonplaten. 8.20 Zie Parijs. II.00 Gramofoonplaten. PHILIPS' PHILISONOR. Teneinde naast haar bekende „Philisonor" sprekende film-apparaten, ook den afzet van beeld-projectie-machines te entameeren, heeft Philips den verkoop van de door de firma Nitzsche A.G., speciaalfabriek van pro- jector'-n, te Leipzig, thans gefabriceerde en in de toekomst uit te brengen beeldprojectoren voor vrijwel de geheele wereld, op zich ge- genomen. De technische ontwikkeling van de spre kende film zal in de toekomst een zeer nauw keurige aanpassing van de beeld-projectie machines aan de sprekende film-apparaturen noodzakelijk maken. Philips met haar ruime ervaring inzake de bij de sprekende film be- noodigde versterker-aggregaten en mechani sche geluidsgedeelten, heeft thans bovendien de beschikking gekregen over de 28-jarige ervaring van de firma Nitzsche, op het ge bied van projectoren, lichtbronnen, enz. Deze technische samenwerking heeft reeds geleid tot ontwikkeling van een volgens bovenstaand principe gebouwden nieuwen superprojector. Alhambra-theater. Van 4 tot 10 Novem ber „Het geheim van den derden nacht" en „Marco de clown". Luxor-theater. Van 4 tot en met 10 No vember „De koning der cowboys" en „Het meisje van de straat". Zaterdag 5 November. Concert harmonie „Ons Genoegen", „de Oude Vriend schap", 8 uur. Zaterdag 5 November. Obern Bayern- avond, Vereeniging Rijwielpad Walche ren, Grand Hotel Britannia, 8.30 uur.. Vrijdag 11 November. Concert Vereeniging voor Instrumentale Muziek, Grand Hotel Britannia, 8.15 uur. Zaterdag 12 November. Uitvoering Ge mengde Zangvereeniging „D.O.V.", Grand Hotel Britannia, 8 uur. Toen, nu meer dan een kwart eeuw geleden, de kinderwetten ontstonden en in werking traden, was er overal in den lande vreugde om dezen maatschappelijken vooruitgang. Thans, naast de vreugde om hun bezit, is er ook heel wat te doen om hun vorm en inhoud, die zich niet overal meer bij de opvattingen van onzen tijd aanpassen. Dit blijkt maar al te duidelijk uit de verslagen in het „Maandblad voor berechting en reclasseering van volwassenen en kinde ren" over de onlangs gehouden jaarvergade ring van het verbond „Pro Juventute", waaT de wijziging van het kinderstrafrecht behan deld werd. Het ging om de vraag of de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor kinderen onder de zestien jaar behoorde te worden opgeheven. Prof. van Bemmelen hield hierover een voor dracht, waarin zijn wensch tot uiting kwam, dat er in 't vervolg geen straats-straf op deze kinderen zou worden toegepast, hetgeen reeds eerder door den bekenden kinderrechter Mr. de Bie is voorgesteld. Onder de pro's en contra's lezen we, dat de paedagogen ter vergadering niet alleen niets van straats-straf willen weten, maar ook vorderden, dat bij de behandeling van delin- quente kinderen niet straf, maar steun de heele grondslag en de heele bedoeling zou worden. Hierop en op het voorstel de Bie—van Bem melen hadden velen nogal wat tegen. Er werden geringe overtredingen genoemd als voorbeelden van gevallen waarin straf en niet opvoeding noodig en het eenige moge lijke is. We lezen daarvan:' „Verkeers-overtredingen werden genoemd, b.v. het links rijden met een rijwiel. En zoo zijn er talrijke voorbeelden te noemen die alle dit gemeen hebben, dat zij, op zichzelf heelemaal niet ernstig en geenszins een symptoom van eenige zedelijke verwording toch van groote maatschappelijke beteekenis zijn, als zij massaal zouden voorkomen. Als voortaan alle jongens onder zestien jaar 's avonds links van den weg zonder licht zou den gaan rijden, dan zou het er slecht uit zien. Er zijn ook andere middelen dan straf om die verkeers-verplichtingen aan onze jonge fietsende medeburgertjes bij te bren gen middelen, waarvan meer te wachten is dan van de straf misschien. Maar moeten wij berusten, zoolang die andere middelen nog geen resultaat hebben of in de gevallen, waarin die andere middelen zouden falen, of moeten wij den hardnekkigen jeugdigen links-fietsers straf opleggen om him de mores van den weg te leeren? Neem een ander voorbeeld, dat speciaal de Amsterdammers treffen zal. Jongens en jeugdige volwassenen vergrijpen zich bijna massaal aan de brand melders op straat, waarvan zij het ruitje in slaan om daarna met een druk op den knop de brandweer te doen verschijnen. Slecht? Heelemaal niet. Eigenlijk nogal grappig, eer lijk gezegd. De brandweer snelt aan met groot misbaar en de brandweermannen zoe ken naar den brand, maar vinden dien niet. Mooi om te zien en een weinig zondig ver maak. Maar als maatschappelijk kwaad is het inderdaad ernstig de brandweer ge desorganiseerd. Op den duur leeren die jon- geps dat inzien en waarschijnlijk zal dan ook op den duur de opvatting onder de jongens groeien, dat dat een van de dingen is, die je niet doet. Maar in dien tusschentijd Heeft dan niet de staatsstraf de functie om het dien jongens wat sneller en krachtiger aan het verstand te brengen, dat zij het moeten laten? Of zou het beter zijn zoolang de brandweer gedesorganiseerd te laten en bran den te laten woeden, terwijl de brandweer bezig is elders een brand te zoeken, die er niet is? Wy zouden zeggen, dat de staats straf hier de functie heeft de maatschappe lijke les te helpen leeren aan die jongens, die haar niet gauw genoeg leeren zonder de staats-straf. De maatschappij heeft niet al tijd tijd om te wachten totdat begrippen van moraliteit b.v. verkeers-moraliteit zich hebben ingeburgerd. Want de verkeersonge lukken en de taanden wachten ook niet. Ter Onder redactie van TRUUS EYGENHUYSEN. vergadering werd geopperd (Mr. Feith-Gro- ningen), dat voor zulke gevallen 't Zwitser- sche instituut van schoolarrest geschikt zou zijn. Ons is dat bestmits er niet alleen een straf zij, maar ook duidelijkheid van de strafvoor den dader en vooral voor zijn vriendjes en kennissen. Want het gaat nog minder om dien eenen jongen als wel om al die soortgenootjes, die aan die eene straf moeten leeren wat te doen en wat na te laten." Het gezin is een Staat in het klein. Het was dit reeds vele jaren geleden. En ook thans is het dit nog, ofschoon er aan den vorm van het gezin wel een en ander ver anderd is. Nu weten wij wel, dat wat er in den Maatschappelijken Staat voorvalt, niet altijd kan worden doorgevoerd in een gezins- staatmaar in dien grooten Staat daar bui ten gebeuren toch wel eens dingen, die den gezinsstaat tot voorbeeld kunnen dienen, zoo goed als er in den gezinsstaat gebruiken voorkomen, waaraan de groote Staat zich zou kunnen spiegelen. Thans is er in den Staat de kwestie aan de orde, hoewel zij voorloopig alleen nog maar in juridische kringen wordt besproken, of het delinquente kind, dat den leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, gestraft moet worden of alleen met bijzondere zorg geleid. En is dit eigenlijk ook geen kwestie, die zich meermalen in het gezin voordoet Vooral heden ten dage, nu ouders meer dan ooit bewust zijn van hun verantwoordelijke taak. Ik herinner me opeens, dat ik onlangs een jong moedertje bezocht, dat op het- oogen blik, waarop ik binnenkwam, juist bezig was te trachten haar vijfjarig zoontje er van te overtuigen, dat planten geen dingen zijn om te vernielen, dat ze daar zijn voor een heel ander doel en ons door hun milde schoonheid verplichten tot voorzichtige en nauwgezette zorg. Toen het kind, na beloofd te hebben „het nooit meer te willen doen" vertrokken was, keek de moeder mij aan, zuchtte en zei„Hij kan het maar niet latenTelkens trekt hij de bloemen van de planten of hij vermorzelt een blad tusschen zijn vingertjes." „Dus dit is niet de eerste keer vroeg ik „Weineen kreeg ik ten antwoord. „O, hij heeft al zoovéél planten vernield Ik heb wel al twintig maal met hem gepraat in den geest zooals ik zoopas gedaan heb. Maar tot nu toe heeft het geen resultaat gehad Laat ik eerlijk bekennen Jk had toen het zelfde onbeperkte vertrouwen in deze opvoe- dings-methode als het moedertje zelf. Met hetzelfde vertrouwen behandelde ik destijds in een kinderbibliotheek, waarvan ik de leiding had, een jongen, die driemaal een beduimeld boek terugbracht, dat hij in on- berispelijken staat had meegekregen. Hoewel ik hem na de eerste en nog weer eens na de tweede maal er op wees, dat boeken onze vrienden zijn en wij heel veel aan ze te danken hebben, zoodat wij verplicht zijn ze met eerbied en zorg te behandelen, kwam hij toch voor de derde maal met een besmeurd boek aandragen. Ik hamerde toen ook weer op hetzelfde aanbeeld. Ik sprak opnieuw van de groote waarde, die een boek kan hebben en van de verplichting, die het ons daardoor oplegt. En opnieuw gaf ik hem een boek. Op nieuw liet ik hem met müh vertrouwen heen gaan en een week later kon ik constateeren, dat hij dit vertrouwen niet had beschaamd. Maar en dit is dank zij het artikel in bovengenoemd maandblad eerst nu word ik mij bewust, dat dit me intusschen drie boeken heeft gekost .1, .Boeken, die niet. meer konden worden uitgeleend, want we weten een beduimeld boek heeft een even funesten invloed als- een boek, dat slecht van inhoud is, omdat het onachtzaamheid en slordigheid in hooge mate in de hand werkt. Ik vraag me nu af Zou ik niet hetzelfde bereikt heb ben als ik kort en bondig den jongen had gestraft met „veertien dagen geen boek?" Zou het moedertje, dat haar zoontje pro beerde in te prenten, dat planten niet ver nield mogen worden, niet hetzelfde bereiken met hem op de een of andere manier te straffen als wat zij nu hoopt te doen met haar vele malen herhaalde woorden en haar steeds vernieuwd vertrouwen Zij zou er minder planten, ik minder boeken bij zijn ingeschoten. Bovendien zou er dan een dui delijk voorbeeld zijn geweest voor de broer tjes en zusjes van het planten-vernielende jongentje en voor de vriendjes van mijn bibliotheek-jongetje. Maar de jongetjes zelf.... Open vraag. Of is er iemand, behept met dat heerlijke, onwankelbare zelfvertrouwen, dat sommigen menschen eigen is, die durft beweren, dat wij langzamerhand te week zijn geworden in kinderopvoeding óf dat wij moe ten doorzetten en met enkel woorden blijven overtuigen, ook al gaat dit ten koste van vele planten, vele boeken Huismceder's dagboek. Zaterdag, 29 October 1932. Morgen mag ik er uit. „Omdat je zoo zeurt", zegt vader. „Anders had van Straten je er nog geen permissie voor gegeven Ik diende vader meteen van repliek. „Of ik ook invloed hebzei ik. „Zelfs een dokter laat zich door mij onderste-boven zeuren Vader beweerde, dat hij zich nu niet meer ongerust /maakt. Te oordeelen naar mijn „malle praatjes" ben ik blijkbaar weer heele maal hersteld. O zoo, meneer! Om te bewijzen, dat de goede Van Straten geen onverantwoordelijke daad heeft gedaan, heb ik weer uit den gezins-pot meegegeten. We hadden hutspot met klapstuk en rijst pudding met bessensap toe. 't Smaakte best. Katrien is een volleerde keukenprinses. Vader, die dit net heeft gelezen, vindt „gezins-pot" een raar woord. Ik niet, hoor. Zondag, 30 October 1932. Heerlijk om weer beneden te zijn. Ik ben den heelen dag verwend en heb geen hand uit hoeven te steken. Toch was Katrien er niet. Het is Els geweest, die alles zoo handig voor elkaar heeft gebracht, 't Was werkelijk een openbaring, en niet alleen voor mij, maar ik geloof voor vader ook. Hij keek tenminste heel verbaasd toen Els zoo rustig haar gang ging. Bij mijn plaatsje aan tafel stond een heele verzameling bloemen. Ik geloof, dat ik er nog gelukkiger mee was dan met de bloemen, die ik voor mijn verjaardag heb gehad. Groentesoep, kalfsschijf, Brusselsch lof, aardappelen; vruchten. Maandag, 31 October 1932. Ik voel me nog wat licht in 't hoofd, zoo'n beetje zwevend, maar dat zal wel overgaan. Overigens vertel ik aan ieder, die het maar weten wil, dat ik weer puik in orde ben. Als nu vader maar niet de aardigheid heeft om te kijken wat ik vandaag heb geschreven, an ders stuurt hij me met mijn zwevingen linea recta weer naar bed. Grappig, dat een man zoo altijd tot commandeeren bereid is en dat wij dat maar goed vinden, ook al mopperen we wel eens en stribbelen we wat tegen Koud vleesch, Brusselsche kooltjes, aard appelen chocoladevla. Dinsdag, 1 November 1932. De waschmand wordt dun van bodem. Dat komt natuurlijk door het sleepen, dat er mee gedaan wordt. Maar de bezorger van dé was- scherij hield me bijtijds terug van aanschaf fing van een nieuwe mand. „Laat u onder den bodem kruislings een paar stevige latten spijkeren", zei hij. „Dan kan 't beestje nog best een jaartje of zoo mee." Vader, wees je sexe-genoot dankbaar. Dat scheelt je dit jaar weer een tientje Haché, rijst, aardappelenappelmoesscho teltje. Woensdag, 2 November 1932. Ik ben weer eens in de keuken aan het experimenteeren geweest. Resultaateen verrukkelijke vla, die de kinderen deed vragen of er vandaag iets bijzonders aan de hand was. „Ik weet wat er aan de hand isriep Bobbie. Iedereen keek verbaasd. Ik misschien wel het meest, omdat ik wist, dat er niets bui tengewoons was en ik de vla „zoo maar" ge maakt had, met geen andere bedoeling dan eens iets nieuws op tafel te brengen. „Ik weet wat er aan de hand is „Zoo, wat dan?" vroegen Guus en Els. „Vier vingertjes en een duimpje!" lachte de rakker met zoo'n verrukkelijk guitig snoetje, dat ik hem noodzakelijk even moest knuffelen. „Hè, wat geestigvond Guus. Toch ja, ik wil dat nederig bekennen was m'n experiment niet zoo heel erg inge wikkeld. Ik had eenvoudig een paar zandge- bakjes in reepen gesneden en ze bestreken met wat jam. Daarna had ik een banaan en een sinaasappel geschild, deze in schijfjes verdeeld en ze met het gebak laag om laag in een vlaschaal geschikt. Hierover goot ik een eenvoudig, koud vanille-vlaatje. Als be sluit van de runderlapjes met stamppot van aardappelen en andijvie smaakte het echt lekker. Donderdag, 3 November 1932. Vandaag ben ik er op uit geweest om wol en een handleiding te koopen voor het we ven. Ik ga beginnen met een kussen voor vader's schrjjftafelstoel te fabrieken. Zon dag waag ik de eerste pogingen. Voorloopig heb ik nog te veel verstelgoed. Runderlapjes, bloemkool, aardappelen pannekoek. Vrijdag, 4 November 1932. Vader's boekenkast heeft vandaag een beurt gehad. Ik ben daarna onmiddellijk in 't bad gegaan. Bit, wat was dat een stoffige bewegingHet lijkt wel of boeken stof aan trekken. Er moest voor. die open kast maar eens een gordijn komen, maar vader beweert, dat dit niets geeft. „Het is maar een stofnest méérzegt hij. Goulasch van schelvisch, gestoofde bieten, aardappelen gort met rozijnen. Een gebreid rokje, (Op verzoek). Een gebreid rokje staat, voor wie niet te lang en te schraal is, bij een eenvoudig over hemdsblousetje of een jumper altijd aardig, vooral als het in plissées is gebreid. Een dergelijk rokje wordt altijd op twee naalden gewerkt. Het aantal opzetsteken moet de verlangde wijdte van het rokje vor men. Het aantal steken moet, wanneer er eerst 3 zijn afgetrokken, deelbaar zijn door 7. Men breit dan elke naald 6 recht, 1 ave recht, 6 recht, 1 averecht en eindigt steeds met 3 recht. Is de vereischte lengte bereikt, dan wordt het rokje dicht genaaid en zeer ruim aan een katoenen lijfje of een elastieken band Vragen moeten worden gericht aan Dö Brievenbus dezer courant. Anonieme brieven- komeji voor beantwoording niet in aanmerking Mevr. A. J. S. te VI. Binnenkort zullen wij eens zulk een patroon geven, Mej. N. C. te VI. Ja zeker, u kunt voor huishoudlinnen en lingeries hetzelfde mono gram gebruiken. Binnenkort zullen wij eenige voorbeelden geven. Bont, dat vet is ge worden, kan weer worden schoongemaakt door het te wrijven met warm zand. Dit moet net zoo vaak herhaald worden tot het zand mooi droog en korrelig blijft, hetgeen dus een teeken is, dat er in het bont geen vet meer zit. Is het bont echter alleen wat we noemen „groezelig", dan kunt u het wrijven met mag- nesiapoeder. Mevr. G. D. te VI. Cacaopoeder, dat met suiker en wat melk of water tot een papje is gemaakt, kunt u vermengen met reuk- en smaakloos vet, bijvoorbeeld Delfia, waarvan u een stukje in een kommetje boven den damp van heet water smelt. Als het mengsel is afgekoeld, is de chocolade hard of smeer baar geworden. Dat hangt af van de hoeveel heid yoclit, die u gebruikt,

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1932 | | pagina 10