RADIO-RUBRIEK
AGENDA
Straf of opmed'mg
dan het papier van het hem vervolgende bu
reau, en de gebruikelijke verontschuldiging
voor den hem onnoodig aangedanen last
bleef niet uit. Nog verder ging Sergius toen
teneinde zijn fortuin te vermeerderen. Alle
voorzichtigheid terzijde stellende, vergemak
kelijkte hij den grensovergang voor hen, die
wegens vergrijp tegen het gemeen recht wa
ren veroordeeld, ja zelfs liet hij ballingen,
voor Siberië bestemd, ontsnappen. Altijd, in
dien de som, die hem daarvoor betaald werd,
met het gevaar, dat hij liep, evenredig was. En
zoo kon 't niet verwonderen, dat binnen en
kele jaren tijds Sergius zich een fortuin van
grooten omvang schiep fortuin, dat hem in
staat stelde bij zijn bezoeken aan Sint Peters
burg, die steeds menigvuldiger werden, ap
partementen te bewonen in een der grootste
hotels, waar hij feesten aanrichtte, die door
de vooraanstaanden van de hoofdstad werden
bezocht. En de politie, anders in Rusland zoo
vlug, die toch wel iets vermoeden moest, die
de verhaaltjes van erfenissen en speculaties
toch maar niet voetstoots kon* gelooven, hield
de oogen dicht en heette niets te zien.
Maar wie het .wel zagen, waren de wachters
aan de Duitsche grens. Niet zoover van Eydt-
kühnen gelegen is het slot Rominden, een der
vele bezittingen van Wilhelm II toen hij nog
Duitsch Keizer en Koning van Pruisen was.
Hij vertoefde daar gaarne, en in bijna vol
strekte eenzaamheid, en zij, die hem een ac
tieve rol in de staatsbemoeiingen toekennen,
nemen aan, dat hij er gaarne het oor te luis
teren legde naar wat er van de overzijde van
de grenzen te vernemen viel. Zoo kan het
niet verbazen, dat op een goeden dag een der
kamerheeren van den Duitschen Keizer, te
vens een zijner vertrouwelingen, die met hem
naar Rominden mede was gegaan, betrekkin
gen met den knappen Sergius aanknoopte.
Dat geschiedde op een oogenblik, dat de Rus
sische inspecteur bezig was zijn vrachtauto
met likeur en tabak te laden, werk, dat hij
ook zelf op zich nam. Recht op den man af
gaande, gelijk met Sergius het beste was,
zeide hij hem, dat hij nauw verbonden was
aan den Keizer en dat deze den wensch had
te kennen gegeven om hem te zien. Sergius
verbleekte toen hem deze boodschap gewerd.
Want hij gevoelde de eer, maar hij gevoeldé
tegelijk het gevaar. Maar hij zeide te komen.
En hij kwam, hij bezocht Rominden en
Wilhelm II op een dag, dat er geen andere
gasten waren. Mag men de verhalen, in den
regel gedocumenteerd, van Robert Boucard
gelooven, dan sprak Wilhelm' II hem van de
noodzakelijkheid om, ook in Rusland, de mo
narchie te versterken en van de jammerlijke
fout, die Nicolaas II begaan had door zich te
verbinden met de Fransche Republiek. Al
deze preliminairen hadden geen ander doel
dan kapitein Sergius ervan te overtuigen, dat
hem niets beters restte dan te treden in dienst
van den Duitschen Keizer. Weliswaar was hij
maar een eenvoudig kapitein der gendarme
rie, die zeker van de strategische plannen van
het Russische rijk weinig wist en kon te weten
komen. Maar niet ten onrechte hield men te
Rominden hem voor een man, die wel spoedig
vooruit zou komen en bovendien, ook de
schijnbaar eenvoudige dingen, die hij van de
grensstreken wist, waren de moeite van het
registreeren waard. Het was in dienzelfden
tijd, dat Sergius zijn eerste betrekkingen aan
knoopte met Katherina Dmitriwna, gehuwd
met den onderwij s-inspecteur, die haar uit de
ellende had opgeraapt, doch dien zij gereed
stond te verlaten zoodra de fortuin haar op
eenigerlei wijze toewenkte. Zij was de toege
wijde vriendin van Soekhomlinoff, den lateren
minister van oorlog, toen nog slechts com
mandant van de troepen in den Oeral. Ook
aan haar, als aan zoo menige andere schoone
Russische vrouw bewees Sergius aan de grens
zijn diensten en ook Katherina zou ze be-
loonen. Misschien ook was dat te Rominden
niet onbekend, en in elk geval, de medewer
king van den kapitein der gendarmerie loon
de in vele opzichten de moeite. Tóen dan ook
Sergius zich van Rominden verwijderde, wer
den hem in een sigarettenkoker, voorzien van
het keizerlijk wapen, bankbiljetten ter hand
gesteld, die slechts een voorproef waren van
wat zou volgen. Maar dat eerst later, toen
Sergius een positie had gekregen aan het Hof,
die het hem mogelijk maakte te treden in de
geheimen, welke over het lot van het Rus
sische rijk konden beslissen
Maandag 7 November.
Hilversum, 296 M. Algemeen programma.
8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwij
ding. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Pianore
cital. 11.00 Orgelconcert. 12.00 Orkest. 1.30
Concert. 2.30 Kamermuziek. 3.00 Gramofoon
platen. 4.00 Cello-recital. 4.30 Kinderuur. 5.30
Orkest. 6.30 Boekenhalfuur. 7.00 Orkest en
zang. 7.30 Lezing. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Orkest
en zang. 9.00 Gramofoonplaten. 9.30 Concert.
10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Orkest. 11.00
Vaz Dias. 11.05 Concert. 11.30 Gramofoon
platen.
Huizen, 1S75 M. N.C.R.V. 8.00 Schrift
lezing. 8.15 Gramofoonplaten. 10.30 Morgen
dienst. 11.00 Zang. 12.15 Gramofoonplaten.
12.30Orgelconcert. 2.00 Voor de scholen. 2.35
Gramofoonplaten. 3.15 Knipcursus. 3.30 Hoe-
denmaakcursus. 4.0ft Bijbellezing. 5.00 Con
cert. 6.30 Vragenuurtje. 8.00 H.O.V. 8.45 Le
zing. 9.15 Koorzang. 10.00 Vaz Dias. 10.10
Concert. 11.00 Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwij
ding. 11.05 Lezing. 12.20 Orkest. 1.05 Orgel
concert. 1.50 Orkest. 2.45 Voor de scholen. 3.20
Sonatenconcert. 3.45 Voor de scholen. 4.05
Concert. 4.50 Orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Be
richten. 6.50 Cello en piano. 7.10 Lezingen.
8.20 Variété. 9.20 Berichten en lezing. 9.55
Tooneel. 11.15 Lezing. 11.20 Dansmuziek.
Parijs, „Radio-Paris", 1725 M. 8.05 Gra
mofoonplaten. 12.20 Concert. 12.50 Gramo
foonplaten. 1.25 Concert. 7.40 Orkestconcert.
8.20 Concert.
Kalundborg, 1153 M. 11.20 Concert. 2.40
Orkest. 7.20 Radio-prijsvraag. 7.55 Orkest. 8.35
Liederen. 8.50 Saxofoonrecital. 9.25 Deensche
muziek. 10.25 Dansmuziek.
Langenberg, 473 M. 6.25 Gramofoonpla
ten. 12.20 Concert. 4.20 Concert. 7.20 Concert.
9.50 Concert.
Brussel, 338 M. 12.20 Gramofoonplaten.
I.30 Orkest. 5.20 Orkest. 6.50 Orkest. 8.20 Or-
ket. 10.30 Gramofoonplaten. 508 M.12.20
Orkest. 1.3 Gramofoonplaten. 5.20 Sonaten-
concert. 6.05 Gramofoonplaten. 8.20 Zie Parijs.
II.00 Gramofoonplaten.
PHILIPS' PHILISONOR.
Teneinde naast haar bekende „Philisonor"
sprekende film-apparaten, ook den afzet van
beeld-projectie-machines te entameeren,
heeft Philips den verkoop van de door de
firma Nitzsche A.G., speciaalfabriek van pro-
jector'-n, te Leipzig, thans gefabriceerde en in
de toekomst uit te brengen beeldprojectoren
voor vrijwel de geheele wereld, op zich ge-
genomen.
De technische ontwikkeling van de spre
kende film zal in de toekomst een zeer nauw
keurige aanpassing van de beeld-projectie
machines aan de sprekende film-apparaturen
noodzakelijk maken. Philips met haar ruime
ervaring inzake de bij de sprekende film be-
noodigde versterker-aggregaten en mechani
sche geluidsgedeelten, heeft thans bovendien
de beschikking gekregen over de 28-jarige
ervaring van de firma Nitzsche, op het ge
bied van projectoren, lichtbronnen, enz. Deze
technische samenwerking heeft reeds geleid
tot ontwikkeling van een volgens bovenstaand
principe gebouwden nieuwen superprojector.
Alhambra-theater. Van 4 tot 10 Novem
ber „Het geheim van den derden nacht"
en „Marco de clown".
Luxor-theater. Van 4 tot en met 10 No
vember „De koning der cowboys" en
„Het meisje van de straat".
Zaterdag 5 November. Concert harmonie
„Ons Genoegen", „de Oude Vriend
schap", 8 uur.
Zaterdag 5 November. Obern Bayern-
avond, Vereeniging Rijwielpad Walche
ren, Grand Hotel Britannia, 8.30 uur..
Vrijdag 11 November. Concert Vereeniging
voor Instrumentale Muziek, Grand Hotel
Britannia, 8.15 uur.
Zaterdag 12 November. Uitvoering Ge
mengde Zangvereeniging „D.O.V.", Grand
Hotel Britannia, 8 uur.
Toen, nu meer dan een kwart eeuw geleden,
de kinderwetten ontstonden en in werking
traden, was er overal in den lande vreugde
om dezen maatschappelijken vooruitgang.
Thans, naast de vreugde om hun bezit, is er
ook heel wat te doen om hun vorm en inhoud,
die zich niet overal meer bij de opvattingen
van onzen tijd aanpassen.
Dit blijkt maar al te duidelijk uit de
verslagen in het „Maandblad voor berechting
en reclasseering van volwassenen en kinde
ren" over de onlangs gehouden jaarvergade
ring van het verbond „Pro Juventute", waaT
de wijziging van het kinderstrafrecht behan
deld werd.
Het ging om de vraag of de strafrechtelijke
aansprakelijkheid voor kinderen onder de
zestien jaar behoorde te worden opgeheven.
Prof. van Bemmelen hield hierover een voor
dracht, waarin zijn wensch tot uiting kwam,
dat er in 't vervolg geen straats-straf op deze
kinderen zou worden toegepast, hetgeen reeds
eerder door den bekenden kinderrechter Mr.
de Bie is voorgesteld.
Onder de pro's en contra's lezen we, dat de
paedagogen ter vergadering niet alleen niets
van straats-straf willen weten, maar ook
vorderden, dat bij de behandeling van delin-
quente kinderen niet straf, maar steun de
heele grondslag en de heele bedoeling zou
worden.
Hierop en op het voorstel de Bie—van Bem
melen hadden velen nogal wat tegen. Er
werden geringe overtredingen genoemd als
voorbeelden van gevallen waarin straf en
niet opvoeding noodig en het eenige moge
lijke is.
We lezen daarvan:'
„Verkeers-overtredingen werden genoemd,
b.v. het links rijden met een rijwiel. En zoo
zijn er talrijke voorbeelden te noemen die
alle dit gemeen hebben, dat zij, op zichzelf
heelemaal niet ernstig en geenszins een
symptoom van eenige zedelijke verwording
toch van groote maatschappelijke beteekenis
zijn, als zij massaal zouden voorkomen. Als
voortaan alle jongens onder zestien jaar
's avonds links van den weg zonder licht zou
den gaan rijden, dan zou het er slecht uit
zien. Er zijn ook andere middelen dan straf
om die verkeers-verplichtingen aan onze
jonge fietsende medeburgertjes bij te bren
gen middelen, waarvan meer te wachten
is dan van de straf misschien. Maar moeten
wij berusten, zoolang die andere middelen
nog geen resultaat hebben of in de gevallen,
waarin die andere middelen zouden falen, of
moeten wij den hardnekkigen jeugdigen
links-fietsers straf opleggen om him de mores
van den weg te leeren? Neem een ander
voorbeeld, dat speciaal de Amsterdammers
treffen zal. Jongens en jeugdige volwassenen
vergrijpen zich bijna massaal aan de brand
melders op straat, waarvan zij het ruitje in
slaan om daarna met een druk op den knop
de brandweer te doen verschijnen. Slecht?
Heelemaal niet. Eigenlijk nogal grappig, eer
lijk gezegd. De brandweer snelt aan met
groot misbaar en de brandweermannen zoe
ken naar den brand, maar vinden dien niet.
Mooi om te zien en een weinig zondig ver
maak. Maar als maatschappelijk kwaad is
het inderdaad ernstig de brandweer ge
desorganiseerd. Op den duur leeren die jon-
geps dat inzien en waarschijnlijk zal dan ook
op den duur de opvatting onder de jongens
groeien, dat dat een van de dingen is, die je
niet doet. Maar in dien tusschentijd Heeft
dan niet de staatsstraf de functie om het
dien jongens wat sneller en krachtiger aan
het verstand te brengen, dat zij het moeten
laten? Of zou het beter zijn zoolang de
brandweer gedesorganiseerd te laten en bran
den te laten woeden, terwijl de brandweer
bezig is elders een brand te zoeken, die er
niet is? Wy zouden zeggen, dat de staats
straf hier de functie heeft de maatschappe
lijke les te helpen leeren aan die jongens, die
haar niet gauw genoeg leeren zonder de
staats-straf. De maatschappij heeft niet al
tijd tijd om te wachten totdat begrippen van
moraliteit b.v. verkeers-moraliteit zich
hebben ingeburgerd. Want de verkeersonge
lukken en de taanden wachten ook niet. Ter
Onder redactie van TRUUS EYGENHUYSEN.
vergadering werd geopperd (Mr. Feith-Gro-
ningen), dat voor zulke gevallen 't Zwitser-
sche instituut van schoolarrest geschikt zou
zijn. Ons is dat bestmits er niet alleen een
straf zij, maar ook duidelijkheid van de
strafvoor den dader en vooral voor zijn
vriendjes en kennissen. Want het gaat nog
minder om dien eenen jongen als wel om al
die soortgenootjes, die aan die eene straf
moeten leeren wat te doen en wat na te
laten."
Het gezin is een Staat in het klein. Het
was dit reeds vele jaren geleden. En ook
thans is het dit nog, ofschoon er aan den
vorm van het gezin wel een en ander ver
anderd is. Nu weten wij wel, dat wat er in
den Maatschappelijken Staat voorvalt, niet
altijd kan worden doorgevoerd in een gezins-
staatmaar in dien grooten Staat daar bui
ten gebeuren toch wel eens dingen, die den
gezinsstaat tot voorbeeld kunnen dienen, zoo
goed als er in den gezinsstaat gebruiken
voorkomen, waaraan de groote Staat zich
zou kunnen spiegelen.
Thans is er in den Staat de kwestie aan de
orde, hoewel zij voorloopig alleen nog maar
in juridische kringen wordt besproken, of het
delinquente kind, dat den leeftijd van zestien
jaar nog niet heeft bereikt, gestraft moet
worden of alleen met bijzondere zorg geleid.
En is dit eigenlijk ook geen kwestie, die zich
meermalen in het gezin voordoet Vooral
heden ten dage, nu ouders meer dan ooit
bewust zijn van hun verantwoordelijke taak.
Ik herinner me opeens, dat ik onlangs een
jong moedertje bezocht, dat op het- oogen
blik, waarop ik binnenkwam, juist bezig was
te trachten haar vijfjarig zoontje er van te
overtuigen, dat planten geen dingen zijn om
te vernielen, dat ze daar zijn voor een heel
ander doel en ons door hun milde schoonheid
verplichten tot voorzichtige en nauwgezette
zorg.
Toen het kind, na beloofd te hebben „het
nooit meer te willen doen" vertrokken was,
keek de moeder mij aan, zuchtte en zei„Hij
kan het maar niet latenTelkens trekt hij
de bloemen van de planten of hij vermorzelt
een blad tusschen zijn vingertjes."
„Dus dit is niet de eerste keer vroeg ik
„Weineen kreeg ik ten antwoord. „O, hij
heeft al zoovéél planten vernield Ik heb wel
al twintig maal met hem gepraat in den
geest zooals ik zoopas gedaan heb. Maar tot
nu toe heeft het geen resultaat gehad
Laat ik eerlijk bekennen Jk had toen het
zelfde onbeperkte vertrouwen in deze opvoe-
dings-methode als het moedertje zelf.
Met hetzelfde vertrouwen behandelde ik
destijds in een kinderbibliotheek, waarvan ik
de leiding had, een jongen, die driemaal een
beduimeld boek terugbracht, dat hij in on-
berispelijken staat had meegekregen. Hoewel
ik hem na de eerste en nog weer eens na de
tweede maal er op wees, dat boeken onze
vrienden zijn en wij heel veel aan ze te
danken hebben, zoodat wij verplicht zijn ze
met eerbied en zorg te behandelen, kwam hij
toch voor de derde maal met een besmeurd
boek aandragen. Ik hamerde toen ook weer
op hetzelfde aanbeeld. Ik sprak opnieuw van
de groote waarde, die een boek kan hebben
en van de verplichting, die het ons daardoor
oplegt. En opnieuw gaf ik hem een boek. Op
nieuw liet ik hem met müh vertrouwen heen
gaan en een week later kon ik constateeren,
dat hij dit vertrouwen niet had beschaamd.
Maar en dit is dank zij het artikel in
bovengenoemd maandblad eerst nu word
ik mij bewust, dat dit me intusschen drie
boeken heeft gekost .1, .Boeken, die niet. meer
konden worden uitgeleend, want we weten
een beduimeld boek heeft een even funesten
invloed als- een boek, dat slecht van inhoud
is, omdat het onachtzaamheid en slordigheid
in hooge mate in de hand werkt. Ik vraag
me nu af Zou ik niet hetzelfde bereikt heb
ben als ik kort en bondig den jongen had
gestraft met „veertien dagen geen boek?"
Zou het moedertje, dat haar zoontje pro
beerde in te prenten, dat planten niet ver
nield mogen worden, niet hetzelfde bereiken
met hem op de een of andere manier te
straffen als wat zij nu hoopt te doen met
haar vele malen herhaalde woorden en haar
steeds vernieuwd vertrouwen Zij zou er
minder planten, ik minder boeken bij zijn
ingeschoten. Bovendien zou er dan een dui
delijk voorbeeld zijn geweest voor de broer
tjes en zusjes van het planten-vernielende
jongentje en voor de vriendjes van mijn
bibliotheek-jongetje. Maar de jongetjes
zelf....
Open vraag. Of is er iemand, behept met
dat heerlijke, onwankelbare zelfvertrouwen,
dat sommigen menschen eigen is, die durft
beweren, dat wij langzamerhand te week zijn
geworden in kinderopvoeding óf dat wij moe
ten doorzetten en met enkel woorden blijven
overtuigen, ook al gaat dit ten koste van
vele planten, vele boeken
Huismceder's dagboek.
Zaterdag, 29 October 1932.
Morgen mag ik er uit. „Omdat je zoo
zeurt", zegt vader. „Anders had van Straten
je er nog geen permissie voor gegeven
Ik diende vader meteen van repliek. „Of ik
ook invloed hebzei ik. „Zelfs een dokter
laat zich door mij onderste-boven zeuren
Vader beweerde, dat hij zich nu niet meer
ongerust /maakt. Te oordeelen naar mijn
„malle praatjes" ben ik blijkbaar weer heele
maal hersteld. O zoo, meneer!
Om te bewijzen, dat de goede Van Straten
geen onverantwoordelijke daad heeft gedaan,
heb ik weer uit den gezins-pot meegegeten.
We hadden hutspot met klapstuk en rijst
pudding met bessensap toe. 't Smaakte best.
Katrien is een volleerde keukenprinses.
Vader, die dit net heeft gelezen, vindt
„gezins-pot" een raar woord. Ik niet, hoor.
Zondag, 30 October 1932.
Heerlijk om weer beneden te zijn. Ik ben
den heelen dag verwend en heb geen hand
uit hoeven te steken. Toch was Katrien er
niet. Het is Els geweest, die alles zoo handig
voor elkaar heeft gebracht, 't Was werkelijk
een openbaring, en niet alleen voor mij, maar
ik geloof voor vader ook. Hij keek tenminste
heel verbaasd toen Els zoo rustig haar gang
ging.
Bij mijn plaatsje aan tafel stond een heele
verzameling bloemen. Ik geloof, dat ik er nog
gelukkiger mee was dan met de bloemen, die
ik voor mijn verjaardag heb gehad.
Groentesoep, kalfsschijf, Brusselsch lof,
aardappelen; vruchten.
Maandag, 31 October 1932.
Ik voel me nog wat licht in 't hoofd, zoo'n
beetje zwevend, maar dat zal wel overgaan.
Overigens vertel ik aan ieder, die het maar
weten wil, dat ik weer puik in orde ben. Als
nu vader maar niet de aardigheid heeft om
te kijken wat ik vandaag heb geschreven, an
ders stuurt hij me met mijn zwevingen linea
recta weer naar bed. Grappig, dat een man
zoo altijd tot commandeeren bereid is en dat
wij dat maar goed vinden, ook al mopperen
we wel eens en stribbelen we wat tegen
Koud vleesch, Brusselsche kooltjes, aard
appelen chocoladevla.
Dinsdag, 1 November 1932.
De waschmand wordt dun van bodem. Dat
komt natuurlijk door het sleepen, dat er mee
gedaan wordt. Maar de bezorger van dé was-
scherij hield me bijtijds terug van aanschaf
fing van een nieuwe mand. „Laat u onder
den bodem kruislings een paar stevige latten
spijkeren", zei hij. „Dan kan 't beestje nog
best een jaartje of zoo mee."
Vader, wees je sexe-genoot dankbaar. Dat
scheelt je dit jaar weer een tientje
Haché, rijst, aardappelenappelmoesscho
teltje.
Woensdag, 2 November 1932.
Ik ben weer eens in de keuken aan het
experimenteeren geweest. Resultaateen
verrukkelijke vla, die de kinderen deed vragen
of er vandaag iets bijzonders aan de hand
was.
„Ik weet wat er aan de hand isriep
Bobbie.
Iedereen keek verbaasd. Ik misschien wel
het meest, omdat ik wist, dat er niets bui
tengewoons was en ik de vla „zoo maar" ge
maakt had, met geen andere bedoeling dan
eens iets nieuws op tafel te brengen.
„Ik weet wat er aan de hand is
„Zoo, wat dan?" vroegen Guus en Els.
„Vier vingertjes en een duimpje!" lachte
de rakker met zoo'n verrukkelijk guitig
snoetje, dat ik hem noodzakelijk even moest
knuffelen.
„Hè, wat geestigvond Guus.
Toch ja, ik wil dat nederig bekennen
was m'n experiment niet zoo heel erg inge
wikkeld. Ik had eenvoudig een paar zandge-
bakjes in reepen gesneden en ze bestreken
met wat jam. Daarna had ik een banaan en
een sinaasappel geschild, deze in schijfjes
verdeeld en ze met het gebak laag om laag
in een vlaschaal geschikt. Hierover goot ik
een eenvoudig, koud vanille-vlaatje. Als be
sluit van de runderlapjes met stamppot van
aardappelen en andijvie smaakte het echt
lekker.
Donderdag, 3 November 1932.
Vandaag ben ik er op uit geweest om wol
en een handleiding te koopen voor het we
ven. Ik ga beginnen met een kussen voor
vader's schrjjftafelstoel te fabrieken. Zon
dag waag ik de eerste pogingen. Voorloopig
heb ik nog te veel verstelgoed.
Runderlapjes, bloemkool, aardappelen
pannekoek.
Vrijdag, 4 November 1932.
Vader's boekenkast heeft vandaag een
beurt gehad. Ik ben daarna onmiddellijk in
't bad gegaan. Bit, wat was dat een stoffige
bewegingHet lijkt wel of boeken stof aan
trekken. Er moest voor. die open kast maar
eens een gordijn komen, maar vader beweert,
dat dit niets geeft. „Het is maar een stofnest
méérzegt hij.
Goulasch van schelvisch, gestoofde bieten,
aardappelen gort met rozijnen.
Een gebreid rokje,
(Op verzoek).
Een gebreid rokje staat, voor wie niet te
lang en te schraal is, bij een eenvoudig over
hemdsblousetje of een jumper altijd aardig,
vooral als het in plissées is gebreid.
Een dergelijk rokje wordt altijd op twee
naalden gewerkt. Het aantal opzetsteken
moet de verlangde wijdte van het rokje vor
men. Het aantal steken moet, wanneer er
eerst 3 zijn afgetrokken, deelbaar zijn door 7.
Men breit dan elke naald 6 recht, 1 ave
recht, 6 recht, 1 averecht en eindigt steeds
met 3 recht.
Is de vereischte lengte bereikt, dan wordt
het rokje dicht genaaid en zeer ruim aan
een katoenen lijfje of een elastieken band
Vragen moeten worden gericht aan Dö
Brievenbus dezer courant. Anonieme brieven-
komeji voor beantwoording niet in
aanmerking
Mevr. A. J. S. te VI. Binnenkort zullen
wij eens zulk een patroon geven,
Mej. N. C. te VI. Ja zeker, u kunt voor
huishoudlinnen en lingeries hetzelfde mono
gram gebruiken. Binnenkort zullen wij eenige
voorbeelden geven. Bont, dat vet is ge
worden, kan weer worden schoongemaakt
door het te wrijven met warm zand. Dit moet
net zoo vaak herhaald worden tot het zand
mooi droog en korrelig blijft, hetgeen dus een
teeken is, dat er in het bont geen vet meer
zit. Is het bont echter alleen wat we noemen
„groezelig", dan kunt u het wrijven met mag-
nesiapoeder.
Mevr. G. D. te VI. Cacaopoeder, dat met
suiker en wat melk of water tot een papje
is gemaakt, kunt u vermengen met reuk- en
smaakloos vet, bijvoorbeeld Delfia, waarvan
u een stukje in een kommetje boven den
damp van heet water smelt. Als het mengsel
is afgekoeld, is de chocolade hard of smeer
baar geworden. Dat hangt af van de hoeveel
heid yoclit, die u gebruikt,