1000
500
150
100
25
BAND
VRIJDAG
4 NOVEMBER
IVo.260
70e Jaargang
:1932'
Uillivt: firma F. TAN DE ÏELBf Ir.. Walslraat S9-S0, Tlissingsn. Ttlai. 10. PislretiniigEtlll
Verschijnt degelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
EERSTE BLAD
STADS- EN PR0V1NCIEN1EUWS
DE HAVEN VAN VLISSINGEN.
FEUILLETON
De dochter van den Dictator
Aan H.H. Adverteerders
VLISS1NCSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren /2.20 per 3 maanden.
Franco door het geheele rijk 2.50. Voor Belgie, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove-
rige landen bij wekelijksche verzending 3.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent Br' abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct p. regel. Kleine advertenties van 1-5 regels 50 ct. Iedere regel
meer 10 ct (max. lOregels). Bij 3-maal plaatsing van 1 5regels fl. alles tegen vooruitbet aling.
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gitlden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bij verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITE1TSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
De heef ij zer-correspondent van het „Han
delsblad", die met belangstelling de ontwik-
beling van onze haven heeft gevolgd en in
verschillende artikelen de noodzakelijkheid
van verbetering aantoonde, heeft thans we
derom een artikel geschreven naar aan
leiding van het voorloopig verslag van de
afdeelingen der Tweede Kamer over het
wetsontwerp betreffende de exploitatie van
de nieuwe buitenhaven-
Met bijzondere instemming hebben wij van
dit artikel kennis genomen, dat wij in zijn
geheel laten volgen
Het is een wonderlijke bewering, welke men
dezer dagen heeft kunnen lezen in het voor
loopig verslag der Tweede Kamer over het
wetsontwerp betreffende de exploitatie van
de nieuwe buitenhaven te Vlissingen. Die
haven zou nl nog „niet aan de verwachtin
gen" voldoen i Natuurlijk antwoorden andere
leden daarop dat dit ook onmogelijk was aan
gezien deze haven nog steeds zonder outillage
is gebleven en de opmerking der bestrijders
is dan ook zóó onbenullig, dat men zich af
vraagt of ze wel aan gemis aan gezond ver
stand kan worden geweten en niet aan kwa
den wil moet worden toegeschreven. Ze is
in elk geval, voorkomend in een staatsstuk,
verbijsterend misplaatst.
Daarbij komt dan nu nog dat de nieuwe
buitenhaven, hoewel ze nog ongeoutilleerd is
gelaten, nochtans reeds méér dan voldaan
heeft aan redelijke verwachtingen. Van een
ongeoutüleer&e haven immers kan men, rede-
'lijker wijze, op z*n hoogst verwachten, dat
ze af en toe eens als vluchthaven wordt ge
bezigd, niet dat er gelost wordt en geladen
want daarvoor ontbreken de werktuigen. Maar
dat is tóch geschied. Zooals men weet heeft de
Rotterdamsche Steenkdenhandelsvereeniging
dus een nlet-Vlissingsche onderneming en
met een zakenman als de heer Van Beunin-
gen aan het hoofd aanstonds wat gezien
in Vlissingen als aanloop- en kolenhaven (en
alleen als zoodanig is de toekomst van de
haven voorgesteld) en zij heeft onmiddellijk
reeds vóór do kaaimuur werd gemaakt, een
kolentip gevestigd (aan den tegenoverliggen-
den havenwial). Het resultaat is geweesteen
steeds vooruitgaand aantal bunkerende sche
pen (in het laatste jaar, 1931, steeg het aantal
tot 356 nadat het in 1930 299 had bedragen).
De grootste aandeelen in het cijfer van 356
werden geleverd door Duitschland (81),
Noorwegen (67), Engeland (50), Zweden (49),
Nederland (40). Voorts kwamen er schepen
uit Griekenland, Frankrijk, Denemarken,
Finland, Littauen, Rusland, België, Italië,
Joego-Slavië, Letland, Spanje en Portugal,
dus uit heel het varende Europa, doordien de
S.H.V. alvast gezorgd heeft voor een eigen
(drijvende) outillage. En het laatste jaarver
slag van de haven vermeldt, dat er, in weer
wil van het nog steeds ontbreken van haven-
ROMAN VAN EDGAR JEPSON
Vertaald door F. van Velsen.
tNadruk verboden)
29)
„Wees barmhartig in uw oordeel over ons
en vonnis niet te streng. Wij staatsmannen
maken weliswaar de geschiedenis, doch kun
nen dat niet altijd doen zooals wij wel gaar
ne zouden wenschen. Hoe is dat Engelsche
spreekwoord ook weer? Hoe meer koks, hoe
slechter soep, is 't niet
„Maar de chef-kok bepaalt toch de kracht
en den smaak", zei W££e, terwijl hij een
lichte buiging maakte.
Wy wandelden verder in den tuin.
„Dat was Caselli, de handlanger van prin
ses Erminie", zei Wyse. „Zij beiden regeeren
feitelijk hier."
Op een halfrond terras, aan het einde
van den tuin, zaten een aantal dames. Ik
ontdekte in hun midden onmiddellijk mijn
tante Agnes. zy was in een helroode japon
er. ik herinnerde mij, dat haar smaak steeds
de wanhoop van de geheele familie was. Zij
begroette Wyse vriendelijk, doch toen deze
aan haar voorstelde, keek zij mij met
groote oogen aan. Er was lets zoekends in
baar blik. Het scheen dat zij zich afvroeg,
waarvan zij mij kende.
„Hulston zei zij met onvaste stem.
outillage, toch reeds ladingen kunstmest zijn
aangevoerd.
De nieuwe buitenhaven heeft dus tot nu toe
aan redelijke verwachtingen niet alleen vol
daan, doch ze heeft deze, aangezien ze bij het
ontbreken van elke outillage slechts gelijk nul
konden zijn, overtroffen.
Reeds op 17 April 1931 was de nieuwe bui
tenhaven, op de outillage na, kant en klaar
en de regeering heeft toen de Koningin be
reid gevonden om dit weterstaatswerk offi
cieel te openen. Eerst ruim een jaar daarna
is men voor den dag gekomen met een ont
werp (het ontwerp waarover nu een voorloo
pig verslag is uitgebracht) dat dit nieuwe
huis, door stoffeering en meubileering, be
woonbaar zal maken, m.a.w. dat aan de nieu
we haven haar outillage zal geven zoodat het
daarin gestoken kapitaal rendabel wordt ge
maakt. Vlissingen alléén mist daartoe de
middelen en er wordt dan ook een vennoot
schap gevormd, waarin de gemeente, het rijk,
de provincie en enkele belanghebbende par
ticuliere ondernemingen deelnemen. Ook
daarover mopperen de bestrijders in het voor
loopig verslag. Is het echter zoo verwonder
lijk, dat eene, alles behalve fyke, gemeente
van nog geen 22000 zielen, niet in staat is om
een zoo groot werk alléén te exploiteeren,
terwijl in Indië geen enkele stad haar havens
zeiven exploiteert, maar alles door het gou
vernement laat doen Vlissingen daarente-
gen participeertHet brengt, in de nieuwe
vennootschap, het heele complex van zijn
binnenhavens in en dat men daarmee geen
kat in den zak zal koopen, blijkt eveneens uit
het laatste jaarverslag. Men heeft, in den
opzet van de nieuwe vennootschap, gerekend
op een jaarlijksche inkomst van 12.000 aan
kaai- en liggelden (overeenkomstig de ont
vangst van 1929) er op een reserve- en ver
nieuwingsfonds van f 50.000 55.000. Wel
nu, dit fonds omkatte op 1 Januari van dit
jaar reeds 68.000 (alle noodzakelijk geachte
|30cts. PëSit
per V2 pondspakje
VERSCH GEKARND
MET 25% ALLERFIJNSTE ROOMBOTER ONDER RIJKSCONTROLE
„Verstond ik het goed? Hulston?"
„Gabriël Hulston I" zei ik, zonder een
spier van mijn gelaat te vertrekken.
„Maar ik geloof..., eh.... ik geloof dat
ik uw moeder gekend heb
„Zij sprak inderdaad dikwijls over u",
antwoordde ik.
Wij sloten ons bij het gezelschap aan en
spraken over allerlei onverschillige onder
werpen. Mijn tante zat mij voortdurend te
fixeeren. Tenslotte kon zij haar nieuwsgie
righeid niet meer bedwingen en vroeg mij
of zy my het mooie uitzicht over de stad
mocht toonen aan de andere zyde van den
tuin.
wy stonden samen op en gingen heen.
Toen wy eenige stappen van de overigen
verwyderd waren, zei zy opeens„Ben jy
Hulston, of ben je het niet
„Ja, ik ben het", zei ik lachend.
„Dat is niet mooi van je. Wy dachten al
len dat je dood waszei tante Agnes met
eenige verontwaardiging in haar stem.
„Het heeft ook werkeiyk niet veel ge
scheeld, lieve tante, maar u 2ult toch niet
verwacht hebben, dat ik myzelf van kant
zou hebben gemaakt om den twyfel van myn
familieleden weg te nemen", zei ik schert
send.
„Neen, neen, natuurlyk niet. Maar begin
nu niet te schertsen, nu je net uit het graf
bent opgestaan. Ik schrok werkeiyk toen ik
je zag."
Zy keek mij bezorgd aan en zei' toen op
medelydenden toon„Wat ben je verouderd,
arme jongen. Wat ben ik bly dat je weer
terugkomt
zy omhelsde my spontaan en gaf me een
hartelyken zoen.
Het deed me goed zoo te worden beje
gend. Veel vriendelykheid had ik sedert
myn gevangenneming in Soedan niet-on
dervonden.
„En hoelang behoor je nu weer tot het
land der levenden Ik bedoel, hoe lang ben
je begraven geweest? Ik weet feiteiyk niet
hoe ik myn vraag stellen zal. Wat is er
eigenlyk met je gebeurd Je bent haast
onherkenbaar geworden."
„Dat is een heele lange geschiedenis,
tante", antwoordde ik. „Den geheelen winter
ben ik in Londen geweest en vermomd ben
ik absoluut niet. Dat ik zoo veranderd ben
is het gevolg van myn langdurige gevangen
schap in Khartoem. Maar de tyd zal my
wel weer m'n oude gedaante terug geven."
„En je bent den geheelen winter in Lon
den geweest zonder ons ook maar eenmaal
te bezoeken I Wat heb je al dien tyd ge
daan
„Niets byzonders. Ik heb Gerard een beetje
gecontroleerd."
„Gerard zei ze en fronste haar voor
hoofd. „Ik ben bly, dat je terug bent, al was
hot alleen maar daarom."
Dat enkele woord „daarom" gaf voldoen
de te kennen, dat zy niet op Gerard ge
steld was.
„Ja", antwoordde Ik, „ik heb eenigen tijd
noodig om af te rekenen met Gerard. Het
lykt my daarom beter, dat de eerste twee
of drie maanden niemand weet wie ik ben."
vernieuwingen zijn verricht) en de opbrengst
der kaai- en liggelden, die in 1930 was g .zakt
tot ruim f 10 000, heeft in 1931 ruim 14.000
(waarby nog ruim 14.500 komt aan loods
en terreinverhuur) bedragen. Het aantal in
de binnenhavens aangekomen schepen is dan
ook in 1931 grooter geweest dan in een der
voorafgaande jaren er kwamen nl. (jachten
niet eens meetellend en evenmin schepen in
abonnement) in 1931 225 zeeschepen binnen
(220 in 1930, 197 in 1929, 178 in 1928) en 771
binnenschepen (683 in 1930, 745 in 1929, 672 in
1928).
Men kan dus zeggen, dat Vlissingen, met
zijn binnenhavens, een bedrijf inbrengt in de
vennnootschap dat, in weerwil van de tyds-
omstandigheden die haast overal achterstand
veroorzaken, floreert.
Zoodat men allerminst een berooide affaire
zal overnemen, doch integendeel een zaak
die tot nu toe, ondanks den slechten tijd be
hoorlijk rendabel is gebleken.
In 1930 beeft de directeur van de Vlissing-
sche havens, de heer Boom, wegens gezond
heidsredenen deze functie neergelegd. Vlis
singen heeft toen zooveel deferentie tegen
over het rijk en de andere participanten van
de vennootschap in spe getoond, dat het geen
nieuwen directeur wilde benoemen vóór dat
do vennootschap dit zou kunnen doen. En de
burgemeester is toen, in afwachting, zelf
maar voor directeur gaan spelen. Men heeft
echter die deferentie beantwoord door het
oprichten der vennootschap met Hollandsche
degelijkheid en langzaamheid voor te berei
den. Vlissingen kon wachten. En de burge
meester kon directeur van de haven blyven
totdat men in Den Haag klaar was. En ook
nadat de Koningin de nieuwe buitenhaven
had geopend, maakte men niet de minste
haast en liet het door H. M. gesanctioneerde
werk achteloos (en renteloos liggen.
Op 17 April 1933 zullen er, sinds die Ko
ninklijke daad, twee jaar zijn verloopen.
En op 1 Juli 1933 zal de burgemeester van
Vlissingen drie jaren havendirecteur zijn....
uit beleefdheid jegens het rijk.
Zal hy het nóg langer moeten blijven
En zal het nóg lung duren vóór de minister
van waterstaat tot de Koningin kan zeggen,
Majesteit, de haven die Uwe Hoogheid al zoo
lang geleden voor geopend heeft verklaard,
hebben wy nu eindelijk geheel bruikbaar
gemaakt
Het komt ons voor dat men de Koningin....
en Vlissingen, nu lang genoeg heeft laten
wachten. Dat het leege huis nu eindelijk oe-
woonbaar dient te worden gemaakt.
En dat men in een voorloopig verslag van
de Tweede Kamer geen beweringen meer
moest vinden die.... aan redelyke verwach
tingen betreffende het gezond verstand van
de leden niet geheel voldoen.
het beleefd doch dringend verzoek, om hun
advertenties bestemd voor het nummer van
dienzelfden dag, vóór 11 uur 's morgens
in te zenden en advertenties voor de courant
van Zaterdag liefst den dag tevoren.
Wij dienen daarmee het belang van onze
cliënten, omdat een aparte vormgeving het
succes hunner advertenties verhoogt.
DE ADMINISTRATIE.
„Ik moet nu even weg", zei tante Agnes
gehaast, „er komen nieuwe gasten binnen,
die moet ik gaan begroeten. Aan tafel moet
je alles rustig vertellen, jy blyft toch dinee-
ren We hebben niemand overigens. Wat
zal oom Willlem er van staan te kyken. Ik
kan m'n oogen haast niet gelooven."
zy drukte my stevig de hand en ging
vlug heen.
„Denk eraan, dat ik Hulston heet", riep
ik haar nog na en zy keek lachend om.
Toen ik my later weer by de overige gas
ten voegde, stelde tante my voor aan gravin
Rudinni, een zeer schoone vrouw. Ik knoopte
met deze innemende vrouw een aangenaam
gesprek aan en sprak by het afscheid ne
men de hoop uit, dat ik haar in den loop
van de volgende dagen nog eens zou mogen
ontmoeten.
Ik bracht Wyse tot aan het tuinhek en
ging toen langzaam terug naar het huis. In
de eetkamer wachtten oom en tante my
reeds op. Ik begreep onmiddellyk dat tante
niets verteld had van haar ontdekking, wy
gingen aan tafel en spraken slechts weinig.
Oom was zeer gereserveerd. Ik herinnerde
my, dat hy tegenover vreemden steeds
eenigszins terughoudend was geweest.
Opeens maakte tante Agnes een opmer
king, die oom verrast deed opkyken.
Hy keek my strak aan en riep uit„Maar
't is Honiton 1"
Hy sprong van zyn stoel en greep myn
hand.
„Kerel, wat doet my dat een genoegen
Hoe Is dat toch mogelyk l"-
„Wie 't kleine niet eert
Is het groote niet weerd"
Begint U daarom met het
geregeld gebruik van
Sneeuwwitgloor.
Op ieder pak bevindtzïch
een bon ter waarde van
1, cent.
Tegen inwisseling van
10 zulke bons ontvangt
U gratis een groot pak
Edelweiss-Zeeppoeder
1ste kwaliteit.
ZEEPFABRIEKEN DE HAAS VAN BRERO, APELDOORN
Rijks telefoon.
N i e uAv e aansluitingen:
No. 22 Blaas, E., Paul Krugerstraat 32.
No. 224Gryspeere, J. J., schoenmag. en
reparatie inr., Walstraat 85.
No. 302 Hakker, N.V. v/h Fa. J., vee- en
vleeschhandel, Walstraat 62.
No. 220 Henning, Jan, fotograaf en foto-
handel, Badhuisstraat 63.
No. 232 Kluis, ds. A. T. W., Ned. Herv*
predikant, Badhuisstraat 127.
No. 214König, A., winkelier, Badhuis
straat 80.
No. 222 Rorije, A., Schuitvaartgr. 59.
Vervallen aansluitingen s
No. 271Commissaris adj. van het Loods
wezen.
No. 159 Gezondheidscommissie, secretaris
W. L. Huson, Coosje Buskenstr. 33bov.
No. 246 Smits, Joh. G., Wynhandel,
Breestraat 4.
Volksonderwys-collecte.
Het bestuur der afdeeling Vlissingen van
„Volksonderwijs" bericht onder hartelyke
dankzegging, dat voor de Volksonderwys-
collecte nog zyn ontvangen een gift van
en drie giften van 1, zoodat de eindop-
brengst daardoor is geworden f ƒ250.20.
Het rioolgemaal.
Zooals bekend is, is in de maand. October
ontzettend veel regen gevallen. De normale;
hoeveelheid regen in October is 78 m.MÜ, doch
te Vlissingen is dit jaar 185 mM. gevallen,
alzoo by na twee en een half maal zooveel.
Men kan er dsavom wel zeker van zyn, dat,
wanneer het gemeentebestuur daarin niet
had voorzien, de lage gedeelten en wij den
ken daarby dan in de eerste plaats aan de
Palingstraat en omgeving verscheidene;
malen onder water zouden hebben gestaan.
Het is wel gelukkig, dat het automatische
rioolgemaal net op tyd gereed was gekomen,
want twee dagen na de in bedrijf stelling
kwam de eerste regendag, die zeker ender-
loopen tengevolge zou hebben gehad. Het ge
maal pompte toen 9000 10000 M3. water uit.
Breedvoerig verhaalde ik van myn erva
ringen in Soedan en van het verraad van
mijn halfbroer Gerard. Herhaaldelyk onder
braken zy my met uitroepen van veront
waardiging. Het deed my goed zooveel har-
telykheid te ondervinden en weer onder
familieleden te vertoeven.
Zy vertelden my, dat Gerard aan alle fa
milieleden bericht had gezonden van myn
overlijden en zij stemden toe, dat myn hou
ding te zynen opzichte juist was, feitelyk
nog te mild voor zooveel lafheid en laaghar
tigheid als hy aan den dag had gelegd.
„Maar vertel eens Gabriël, hoe je hier
verzeild bent", vroeg myn tante nieuws
gierig.
„Op het jacht „Snowdrop" als gast van
een zekeren heer- Cumberland, die met zyn
dochter Emma aan het hof logeert."
„Met dien Cumberland Ken je dat onge
lukkige meisje Dus ben je nu al gewikkeld
in de intriges van dit ongelukkige hof
Tante keek my verbaasd aan. „Dat is nu
juist weer iets voor jou. Je bent toch een
echte avonturier. Sedert je schooljaren was
je al deelgenoot aan alle ongerechtigheden,
die in je omgeving gebeurden", vervolgde zy
lachend. „Maar ik geloof, dat alle ellende,
die je in Soedan hebt doorstaan, je niets
wyzer gemaakt heeft. Je schynt nog even
roekeloos en zorgeloos en.... ondeugend te
zyn als vroeger."
(Wordt vervolgd.)