Courant
TWEEDE BLAD
De dochter van den Dictator
)urgsche
Stoomvaart
FEUILLETON
BINNENLAND
Midd
v Roft.
m.uur
vm. uur
8
8
8
8
8
8
van de
3ij elke Dames-
I of Japon een
|ring ziet U ner-
binnen kijken.
I', Walstraat 35.
I jong zindelijk
BOUMAN, Le-
Heerenhorloges
;tie, Dames- en
Is 2.48 met ga-
„DE KLEINE
laf 35.
je bankbiljetten
gen belooning
laan het Bureau
41 r, 20 ct. p. uur.
P.Z.E.M. Huur-
tookinstallaties,
r eigen keus, v.
jl. PROSMAN—
Gr. Markt 8.
Duitsche Her-
aniels, Boxers,
soorten. Prijs
w hond africh-
E. T., Bureau
Zaterdag-
a.s. De Attrac-
Hotel Britan-
rts. Rijwiel-
10.t. e. bedr.
edereen. „DE
Passage 17,
ERKOOP van
nenten, 2 Cra-
vanaf 40.
geviele K 200,
irg-Rotterdam
en plaatsen
ASSAGIERS,
EN VEE
bekomen
isport- en Exp.
G. VOS, Telef.
DER3, Tel. 153
HOUT, Tel. 282
T, Telef 101.
Woensdag 2 November 1932. No. 258
ONS WEEKPRAATJE
De moderne tijd wil het nu eenmaal zoo,
dat we voor eiken dag een bijzondere inten
tie meekrijgen. Op 31 October we hadden
juist dien dag ons maandgeld te beuren
moesten we op last van het internationaal
Instituut voor het Spaarwezen aan ons stee-
nen varken denken. Het was Wereldspaar
dag.
O, natuurlijk, de dames en heeren van het
Instituut zoeken niet in de eerste plaats het
eigen belang, maar dat van óns, spaarders,
Ze doorstaan alles om de hun toevertrouwde
centjes te beveiligen. Lees maar het manifest,
dat de „vertegenwoordigers der spaarbanken
van de geheele wereld" ter gelegenheid van
den jongsten Wereldspaardag hebben uitge
geven. „Onze instellingen", zoo heet het, „zijn
van een algemeene soliditeit, onaangetast
en onverzwakt door revoluties en oorlogen,
crisis en waanzinnige speculatievlagen".
We spotten er niet mee, want er zijn wer
kelijk solide spaarbanken. In ons land is er
zelfs een vrij behoorlijk aantal van, welke
zich onder controle hebben gesteld en den
kleinen beleggers een goede garantie bieden.
Die spaarbanken voeren een eigen embleem,
dat ze van de minder solide ondernemingen
onderscheidt. Het is verstandig, als men weet
te sparen en het is voorzichtig, indien men
zijn geld uitsluitend aan de bedoelde gecon
troleerde instellingen toevertrouwt.
Sparen is een deugd, welke men ook ge
makkelijk kan overdrijven. Daérover wilden
we het ter gelegenheid van den jongsten
Wereldspaardag eens in het bijzonder heb
ben. Aan het sparen zijn grenzen verbonden,
welke men niet straffeloos mag overschrijden.
De Nederlandsche Spoorwegen sparen,
óndanks de aanzienlijke bedrijfstekorten spa
ren ze. Ze sparen b.v. op den post „bewaking
van overwegen". Sommige overwegen, waar
een zeer ruim uitzicht is, kunnen inderdaad
onbewaakt blijvenvan de passanten mag
oplettendheid worden vereischt. Maar de
Spoorwegen blijven ook d&n sparen, als de
practijk heeft uitgewezen, dat sparen misda
dig is. De vorige week kon men onderstaand
bericht vinden in „De Maasbode"
„Op den onbewaakten overweg aan den
„Schiedamschen weg te Kethel, is een
„48-jarig man met zijn motor door den
„trein gegrepen, op slag gedood en af
schuwelijk verminkt. De machinist van
„den trein had niets van het ongeluk
„bemerkt. Dit is in korten tijd het tiende
„ongeluk met doodelijken afloop op dezen
„onbewaakten overweg.
„Wij vragen met nadrukmoet deze
„moordpartij blijven voortduren?"
We herhalen met „De Maasbode" het spa
ren is hier misdadig geworden, bijna gelijk
aan het plegen van moord.
Op Zondag jl. reed bij Ilpendam een auto
te water, waarbij de vier inzittenden ver
dronken. In de bladen kon men lezen
„De bocht bij De Vurige Staart staat als
„zeer gevaarlijk bekend. Een aantal boo-
„men beneemt er elk uitzicht en ze zijn
„niet eens wit gemaakt om het gevaar
„aan te duiden. Herhaaldelijk botsen er
„auto's tegen de boomen. Het gebeurde
„van Zondag was het vijftiende ernstige
„ongeluk in korten tijd."
De beheerders van dien weg zijn dus óók
al flinke spaarders. Ze sparen de boomen en
ze sparen het geld uit voor witkalk, Alleen
anderer welzijn sparen ze niet.
Ook private personen sparen vaak onrede
lijk.
In dezen crisistijd vinden we het allesbe
halve een te loven eigenschap, als degenen,
B O M A N VAN EDGAR JEPSON
Vertaald door P. van Velsen.
(Nadruk verboden
27)
„Emma en de kroon van prins Babouche",
schaterde hij, „maar ik begrijp feitelijk niet,
waarom ik met Jou over die dingen praat."
„Dat is overigens nog al redelijk, meen ik.
U hebt in mij toch iemand gevonden, dien u
vertrouwen kunt."
„Ja, ja. Zeker is, dat ik met jou vertrou
welijker gesproken heb, dan met wien ter
wereld ooit. Wij kunnen goed opschieten
samen, nietwaar?" Hij klopte my op den
schouder. „Maar je bent geen dwaas. Was
jy maar.... was jij maar.... maareen
Engelsch edelman met een behoorlijk inko
men, dan.... zou ik mijn dochter...."
„Wat een idee J" riep ik uit. „Bent u dan
al vergeten hoe zij u en mij behandelde en
denkt u, dat ik me aan zoo'n vrouw zou
wagen....
„Maar tegen my heeft ze een vooroor
deel."
„En tegen mijNeen, ik ben de man
niet, die door haar gelukkig zou worden
gemaakt."
Hij lachte. Wij wenschten elkaar goeden
nacht en gingen ieder naar onze hut.
Ik stak nog een sigaar op en bleef eeni-
die nog over een vry behoorlijk inkomen be
schikken, hun uitgaven tot het uiterste of
daar beneden blijven beperken. Als die geest
vaardig blijft, dat kan het einde van de
crisis nog lang op zich laten wachten.
De winter staat weer voor de deur. 't Is
heel prettig, als men z'n- kolen in huis heeft
en zich verder voor den winterdag verzekerd
weet. Bij een lekker vuur en een pittig si
gaartje is het zelfs niet onaangenaam om
in zyn nieuwsblad het verloop van de crisis
te blijven volgen, waarbij men zoo nu en dan
z'n wijze hoofd kan blijven schudden over alle
wereldsche narigheid.
Denken we toch liever eens aan de velen,
die door het winterseizoen van hun normale
bezigheid worden uitgesloten en die daardoor
het werkloozenleger komen vergrooten. Laat
in dezen tijd wat doen om nijvere handen
bezig te houden. E.- valt allicht wat te schil
deren, te timmeren, te spitten. Er is zeker
wel iets, dat men graag veranderd zou willen
hebben. Dat laatste hebt ge u misschien al
voorgenomen te laten doen.in een beteren
tijd.
Dien beteren tijd zullen wij niet meer be
leven, als degenen, die nog over voldoende in
komende middelen beschikken, dat geld maar
stom-weg zitten vast te houden. Als we allen
niet meehelpen om het geld weer te laten
rollen in den goeden zin des woords
dan zijn de opgepotte duiten straks toch niets
meer waard.
Werk geven is altijd nog beter dan steun
geven aan werkloozen. Het laatste is óók
noodzakelijk, maar als men slechts óf het een,
öf het ander kan doen, bevorder dan liever
de arbeidsgelegenheid.
Hofhouding.
Bij Kon. besluit is met ingang van 1 Ja
nuari 1933 eervol ontslag verleend als adju
dant in gewonen dienst van H. M. de Ko
ningin aan den majoor van den generalen
staf van het leger in Ned.-Indië O. O. van
Kesteren, met gelijktijdige benoeming van
dien hoofdofficier tot adjudant in buitenge
wonen dienst en tot officier in de Orde van
Oranje-Nassau, met bepaling, dat het ver
siersel der Orde zal zijn met de zwaarden
benoemd tot adjudant van H. M. de Konin
gin in gewonen dienst de adjudant in bui
tengewonen dienst, generaal-majoor-titulair
der infanterie van het leger in Ned.-Indië
D. Q. C. F. de Jonge van der Halen.
Overbodige premie voor zeehonden
In het voorloopig verslag der Tweede Ka
mer over het vijfde hoofdstuk der ryksbe-
grooting voor .1933 hebben enkele leden ge
vraagd of de premie voor het dooden van
zeehonden nog wel noodig is, aangezien dit
langzamerhand tot een soort sport is ge
worden, De beoefenaars daarvan zullen de
zeehondenjacht zeker niet opgeven, indien
deze premie komt te vervallen, zoodat ook
dan nog voldoende zeehonden gedood zullen
worden. Ook werd gevraagd of de verhoo
ging van het bewuste artikel wellicht het
gevolg is van het onlangs gebleken feit dat
staarten (of vinnen van gedoode zeehon
den meer dan eens werden ingeleverd. Voer
een zeehond werd dan ook meer dan eens
premie betaald.
Bij art. 175 werd de sobere toelichting
door vele leden niet bevredigend geacht,
aangezien de raming tot een bedrag van
200.000 aan schadeloosstellingen als be
doeld in art. 71 der Jachtwet 1923 met niet
minder dan 445.000 is overschreden, en
zouden zij alsnog andere duidelijke inlich
tingen wenschen te ontvangen.
Naleving van de Arbeidswet.
De nog immer en veelvuldig voorkomende
overtredingen der Arbeidswet hebben den
hoofdbesturen van de Algemeene, de R.-
Kath. en Christelijke bonden in het bak
kersbedrijf aanleiding gegeven, de vraag on
der de oogen te zien, wat van hun zijde ge
daan kan worden om tot betere naleving van
de Arbeidswet, in casu van de wettelijke bp-
palingen voor het bakkersbedrijf, te geraken.
Een comité zal worden aangewezen, dat
gen tijd zitten peinzen. Zijn woorden had
den iets in mij wakker gemaakt. Nog nim
mer had ik aan een huwelijk met Emma ge
dacht. Ik voelde mij zeer sterk tot haar
aangetrokken, maar zou ik ook zooveel van
haar gunnen houden, dat ik trouwen wilde
Met haar.... de dochter van Michaël Cum
berland....
Mf]n adeldom verzette zich daartegen. De
aristocratische lucht, die ik bijna myn ge
heele leven had ingeademd, had alle besef
van menschelijke gelijkheid in mij verstikt.
Maar dit verzet van mijn afkomst was meer
hevig dan krachtig, ik had te lang in om
standigheden geleefd, waarin adellijke en
aristocratische beginselen geen waarde had
den. De wreedheden der slaverny hadden
myn oogen geopend voor de wezenlijke din
gen van het leven, ik had te Soedan geleerd
de kern te onderscheiden van den bolster.
De bekoorlijkheid van Emma, haar lief
talligheid en haar nobel karakter waardeer
de ik meer dan afkomst, titels en stand.
En voor dat ik my ter ruste begaf, zuchtte
ik diep en zei zacht voor my uit„O, geef
my toch een kans, geef my een kans",
XVI.
IK ONTMOET EEN OUDEN KENNIS.
Den volgenden morgen waren wy laat aan
't ontbyt en daarna had Emma het druk
met inpakken, waarby zy door Mc. Manus
werd geholpen. Later in den morgen kwam
zy aan dek en wy spraken wat over 't hof.
Met gemengde gevoelens zag zy haar ver
blijf in het palels tegemoet. De genoegens,
tot taak zal hebben, zich ernstig met de con
trole op de naleving der Arbeidswet bezig te
houden. Aan de hand van de te verkrijgen
gegevens zal het comité nagaan of er reden
is, zich met de patroons of de patroonsorga
nisaties te verstaan, alsmede met de amb
tenaren van de arbeidsinspectie, politie en
marechaussee.
De ziekte van Weil.
Het Staatstoezicht op de Volksgezondheid
heeft don volgenden brief tot de gemeente
besturen 'gericht
In verband met het waarnemen van talrijke
gevallen van de ziekte v<on Weil by personen,
die in een zweminrichting, dan wel in een
zwemgelegenheid gezwommen hebben, ver
zoek ik u my de volgende vragen betreffende
uwe gemeenten te willen beantwoorden. On
der zwemgelegenheden worden verstaan be
paalde plaatsen, buiten de zweminrichtingen,
waar een belangrijk aantal personen gewoon
zijn des zomers te baden of te zwemmen. Der
halve niet elke rivier, vaart of sloot, waar wel
eens door enkele personen wordt gebaad of
gezwommen. 1. Zijn er in uwe gemeenten
a. een of meer zweminrichtingen b. een of
meer zwemgelegenheden als bovenbedoeld
2. Zoo ja, waar zijn deze gelegen a. zwem
inrichtingen b. zwemgelegenheden 3. Is
het bekend, dat in of nabij deze inrichtingen
of gelegenheden ratten worden aangetroffen,
dan wel ratten zich kunnen nestelen 4. Is
het water in de inrichtingen of gelegenheden
zwak of sterk stroomend, of wordt wat de in
richtingen betreft gebruik gemaakt van water
dat eenige behandeling heeft ondergaan dan
wel ni-1 van oppervlaktewater is verkregen
5. Worden er maatregelen genomen om de
ratten te weren of het nestelen der ratten
in of nabij de inrichtingen of gelegenheden te
beletten Zoo ja, welke zijn deze maatrege
len 6. Worden er maatregelen genomen om
te voorkomen, dat etenrestcn en afval in of
nabij de inrichtingen of gelegenheden achter
bleven, waardoor ratten worden aangelokte
Zoo ja, welke zijn deze maatregelen
Naar de paedagogische gruwelkamer
verwezen.
Het staat er met de „moreele ontwapening"
van sommigen nog niet te best voor. Men
denkt er gewoon niet bij, aanvaardt de din
gen, zooals ze tot ons komen. Wie geeft er nu
om een „dieperen zin"
De „Haagsche Pest" ontving van een uit
gever ter bespreking een boekje, dat den on
dertitel droeg„Zee- en luchtgevecht, mo
dern tafelspel voor jong en oud".
Daar maakt men, zegt het blad, van den
georganiseerden massamoord, waartoe, vree-
selijk genoeg, een natie uit zelfbehoud kan
worden genoodzaakt een genoegelijk gezel
schapsspel, waarin kinderen zich leeren ver
maken met pantserschepen, kruisers, torpe
dojagers, vliegtuigen en duikbooten „De spe
ler die het eerst de vijandelijke vloot tot
zinken heeft gebracht, is de overwinnaar".
Hoe kan iemand meenen, „jong en oud"
met zulk een spel een dienst te bewijzen Wij
hebben zegt de „Haagsche Post", den uitge
ver geschreven, dat wij weigeren de verschij
ning ervan aan te kondigen. Dergelyke „spel
len" behooren in de paedagogische gruwel
kamer thuis.
KERK- EN SCHOOLNIEUWS
Onderhandelingen met den raad van beheer.
De kerkvoogdij der Ned. Herv. Gemeente te
Biezelinge is in onderhandeling getreden
met den raad van beheer, teneinde te kun
nen geraken tot het beroepen van een eigen
predikant.
Spannende dagen.
Het Zendingsbureai giro nr. 6074
verzoekt ons plaats voor het volgende
Eigenlijk behoeft het niet uitdrukkelijk
gezegd te worden, dat wy spannende dagen
beleven. Dat is steeds zoo tegen het einde
van het jaar. Ei* hangt van hetgeen de zen
dingsvrienden in de twee nog resteerende
maanden nog zullen doen of niet doen zoo
enorm voel af voor het zendingswerk. En de
inkomsten gaan in dalende iyn. October
biyft waarschijnlijk ongeveer 10.000 bene
die haar wachtten trokken haar wel aan,
maar het doel, waarmee ze daar zouden
zijn, vervulde haar met afschuw. Ik deed
pogingen haar gerust te stellen en trachtte
haar te verzoenen met den toestand, waar
aan toch niets te veranderen viel. Haar
vader zou/ zich van zyn voornemen onder
geen beding laten afbrengen.
„Maar Ik zou het misschien kunnen ver
hoeden", zei ze.
,,'t Eenige dat u zoudt kunnen doen, is
hem verraden", antwoordde ik.
„Ben ik feitelijk niet verplicht hem te
verraden vroeg ze. „Maar dat zou ik
toch niet kunnen doen. Dat zou my onmo-
geiyk zyn."
Op het vastgestelde uur reed een konink
lijk rytuig de kade op. wy roeiden naar den
wal en toen zy in het rytuig plaats genomen
hadden, nam ik afscheid van hen.
„Hebt u nu geen medeiyden met myn
eenzaamheid zei ik glimlachend.
„O, u zult gezelschap genoeg vinden en u
moet ook eiken dag aan het paleis komen",
zei Emma opgewekt.
„Je zult niet lang over eenzaamheid te
klagen hebben", zei Cumberland, die eenigs-
zins in plechtige houding zat. Het scheen
hem goed te doen, dat de menschen hem
aangaapten in het koninkiyk rytuig. „San
Stefano is een gezellige stad", vervolgde hy,
„de menschen zyn hier vrooiyk en levens
lustig."
Emma keek my aan. Ik voelde myn hart
meller kloppen.
„Ja, ja", antwoordde ik, „maar afleiding
en
Per telefoon
„Mèn moet op de kleintjes passen"
Is een les die ieder past.
Doch is moeielijk te leeren
En geeft bovendien veel last.
„Vele kleintjes maakt een groote"
Maar een „groote" in het klein
Die moet om weer groot te worden
Toch bij „Onze Kleintjes" zijn.
Ieder moet dit ook eens leeren
't Is een makkelijker les.
Men heeft slechts te telefoneeren
Voor twee pop heeft men er zes.
den dezelfde maand in het vorige jaar en
toen was het ook al 20.000 beneden October
1930. Zoo is dus in de maand, waarvan wy
nu den laatsten dag gehad hebben, de achter
stand met minstens ƒ45.000 toegenomen.
Gelukkig is er ook een andere zijde. Het
aantal aangevraagde manifesten en offerzak-
jes voor dc zendingsv/eek bedraagt heden
reeds büna 380.000. Ook dat is minder dan
verleden jaar op dezen dag, maar betere or
ganisatie dezer weck in sommige gemeenten
doet het aantal zakjes dalen, daar dubbele
uitreiking minder plaats heeft. Gewichtiger
dan het cyfer aangevraagde en ze wor
den alleen op aanvrage verstrekt zakjes is
dan ook dat het aantal kerkelijke gemeenten,
dat meedoet aan de zendingsweek niet is
verminderd.
Zoo blyft er belangstelling, die ons met
hoop vervult. Als wij bedenken, dat er in de
laatste drie, maanden van 1930 is ontvangen
410.000 en diezelfde periode in 1931
ƒ465.000 en dat wy dit jaar noodig hebben
487.000 om zonder achterstand te sluiten,
dan is het duidelyk, dat bij krachtige In
spanning co bereiking van dit doel mogelijk
is. En by ons is er gespannen verwachting of
dit gebeuren zal.
MARINE EN LEGER
Bond van marine-onderofficieren.
In een door den Bond van marine-onder
officieren gehouden huishoudelijke vergade
ring op 28 October jl. in hotel Goes, werd na
bespreking van de Indische salarissen, de
volgende motie met algemeene stemmen aan
genomen
De afdeeling Vlissingen van den Bond van
marine-onderofficieren in huishoudelijke ver
gadering by een in een der zalen van hotel
Goes te Vlissingen
gelezen de persberichten over de ruwe
plannen te komen tot salarisverlaging van
het personeel in overheidsdienst in Oost-
Indië
gehoord de daarover gevoerde discussies
constateert dat deze verlaging naast de
reeds eerder opgelegde loonsverminderingen
het bestaansminimum verre zullen overtref
fen
dat de financieele positie van het marine
personeel binnen de keerkringen met de se
dert kort geleden doorgevoerde 10 soldy-
verlaging al veel te zwaar is aangetast
dat dientengevolge een verdere soldijverla
ging onmogelyk kan worden gedragen
dat dit te minder mogelyk is daar het
marinepersoneel in die gewesten nog steeds
in een uitzonderingspositie verkeert, doordat
het óf twee gezinnen moet onderhouden als
het gezin niet naar Indië medegaat, óf als
het gezin wèl medegaat en dat dan het
moeilijke aanpassen aan Indische toestanden
voor dat gezin ongetwyfeld meerdere kosten
met zich brengt, dan wanneer men met zyn
gezin geheel in deze Indische samenleving is
opgegroeid
dat verdere verlaging van het loon de reeds
zoek ik nu juist niet."
Het rytuig reed weg en ik wandelde eens
over de kade. Het was er druk. Talryke
menschen genoten van de heeriyke zeelucht
en# het heeriyke weer. ik was in een opge
wekte stemming. Ik slenterde wel een uur
lang door de stad en bekeek de merkwaar
dige gebouwen en de talryke bezienswaar
digheden.
In een restaurant aan den zeekant ging ik
eten. Het was er druk en er werd veel ge
praat met drukke, levendige bewegingen. Het
geheel had een echt Zuideiyk aanzien.
Toen ik nog zocht naar een tafeltje, hoorde
ik opeens mijn naam noemen. „Hulston I
Hulston ik keerde my om en zag iemand
dien ik wel eens in „de Avontuuriyken" had
ontmoet.
„Hè zei ik verrast, „slr Hildebrand
Wyse, hoe komt u hier?"
„Kom hier zitten, kerel, dat ls gezelliger."
„Als u my helpt een flesch wyn leeg ma
ken", antwoordde ik.
Wyse was een aangenaam mensch, zeer
intelligent en beschaafd. Hy was het oudste
lid van een der hoog-aristocratische fami
lies van Engeland. Hy beschikte slechts over
een bescheiden inkomen, doch besteedde dit
by na geheel aan het onderhouden en ver
fraaien van zyn historisch bezit. Hy was een
zeer sober man, die groote belangstelling had
voor allerlei geschiedkundige vraagstukken.
Op dit gebied had hy zelfs eenigen naam
en het kwam vaak voor dat men hem raad
pleegde over een of ander moeiiyk vraag
stuk. Ik was blij, dat ik hem hier in San
merkbare verbittering onder het personeel
nog meer zal versterken
draagt het hoofdbestuur in Camboverbandi
op met alle wettige middelen zich schrap te
zetten tegen elke verdere verlaging in deze;
besluit deze motie te publicecren en gaat
over tot do orde van den dag.
De salarisverlaging bij de zeemacht,
Maandag kwam de Commissie Georgani
seerd Overleg Zeemacht in spoed-vergadering
by een, ter behandeling van een voorstel, ver
band houdende met de financieele plannen
der regeering, ten aanzien van het ryks-
personeel, welk voorstel was aanhangig ge
maakt door den Bond van Chr. Marine-per-
soneel, de Vereeniging van Technici der Kon.
Marine en de R.-K. Ver. van Marineperso
neel „St. Christophorus".
Het voorstel beoogde een wyziging te bren
gen in het regeeringsschema, nl. de korting
voor ongehuwden te doen vervallen, de ver
hooging van de pensioenpremie van 5 te
rug te brengen tot 3 met vrijstelling van
de verhoogde premie voor de eerste 500 be
zoldiging, terwyl aangenomen wordt, dat die
verhoogde pensioenpremie niet zal worden
toegepast op het in Oost-Indië dienend per
soneel.
De voorzitter wees er op,, dat dit voorstel ih
zyn consequenties belangryk afwijkt van het
geen de regeering wenscht en globaal bere
kend nog niet de helft zal opleveren van de
genoemde 1414 millioen, terwyl de minis
ter van financiën zich had uitgelaten over
een eenigszins eenstemmig afwykend voor
stel overleg te willen plegen, zelfs al mocht
daardoor de beoogde bezuiniging van 14 f2
millioen niet volledig worden bereikt.
Dit is dus wel iets anders dan de voorstel
lers in hun toelichting vermeldden.
Na vry uitgebreide discussie kon worden
geconstateerd dat de algemeene vereeniging
van Marine-Officieren blyft by t ingenomen
standpunt, dat zy geen bezwaren maakt tegen
het regeeringsvoorstel en dus natuurlijk het
mindere, dat het laatste voorstel vraagt, zou
kunnen aanvaarden.
Het C.A.M.B.O. is tegen het voorstel der
drie organisaties.
De voorstellers van hun kant bevelen hun
voorstel in de welwillende aandacht der re
geering aan.
Bevorderingen by de marine.
Kwartiermeesters J. A. Schouten en J. C.
Remerswaal tot bootsmansergeant-vlieg
tuigmakers M. P. J. Scheurleer en L. van
Egeraat tot majoor-vliegtuigniaker- M.ma
joor-schrijver E. J. van Ewyk tot opper-
schryver sergeant-schrijver P. C. Alblas tob
majoor-schryver korporaal-schryver P. We
ver tot sergeant-schryver korporaal-kok A.
H. T. E. M. Beussen tot sergeant-kokser
geant-torpedomaker P. Zeegers tot majoor-
torpedomaker kcrporaal-monteur G. J. ten
Voorde tot sergeant-monteur.
By beschikking van den minister van de-*
fensie zyn de volgende plaatsingen gelast
met 3 November luitenant ter zee le klasse
J. J. A. van Staveren, dienende by het vlieg-
Stefano ontmoette.
Onwillekeurig kwam ons gesprek op de
toestanden aan he hof van den prins. Wyse
was bezig aan de voorstudies voor een be
schrijving van de constitutioneele crisis,
waaraan dit Staatje had blootgestaan in den
loop der historie. Uit den aard der zaak had
hy zich ook op de hoogte gesteld van den
tegenwoordigen toestand. Het hof was ver
deeld in twee politieke partyen, die elkander
onophoudeiyk bestreden. De eene werd ge
leid door de moeder van den prins, Erminie
van Pommeren en de andere door diens
vrouw, Ottillie van Klickelstein. De eene in
trige volgde na de andere en de prins zat
voortdurend tusschen twee vuren. „Als een
staatshoofd onder den invloed van vrouwen
komt", zei Wyse, „is het met zyn macht
gedaan."
„Maar hy schynfc ook een lichtzinnig man
te zyn, die zich niet veel aan staatszaken
gelegen laat liggen", merkte ik op.
„Dat is zoo, maar de zotskap zou hem ook
beter passen dan een kroon. Hy is belache-
ïyk van dwaasheid", zei Wyse. „Onlangs
nog heeft hy zich hevig geblameerd, toen hy
den Franschen gezant uitmaakte voor Don
Juan. Hy heeft zyn verontschuldigingen
moeten aanbieden, natuuriyk, maar dat was
een bittere pil voor hem".
Wyse haalde nog meer voorbeelden aaii
van 's prinsen dwaasheid.
„Dan is de sukkel al die intriges feiteiyk
niet eens waard", zei ik.
.(Wordt vervolgd.)'