Courant TWEEDE BLAD De dochter van den Dictator )urgsche Stoomvaart FEUILLETON BINNENLAND Midd v Roft. m.uur vm. uur 8 8 8 8 8 8 van de 3ij elke Dames- I of Japon een |ring ziet U ner- binnen kijken. I', Walstraat 35. I jong zindelijk BOUMAN, Le- Heerenhorloges ;tie, Dames- en Is 2.48 met ga- „DE KLEINE laf 35. je bankbiljetten gen belooning laan het Bureau 41 r, 20 ct. p. uur. P.Z.E.M. Huur- tookinstallaties, r eigen keus, v. jl. PROSMAN— Gr. Markt 8. Duitsche Her- aniels, Boxers, soorten. Prijs w hond africh- E. T., Bureau Zaterdag- a.s. De Attrac- Hotel Britan- rts. Rijwiel- 10.t. e. bedr. edereen. „DE Passage 17, ERKOOP van nenten, 2 Cra- vanaf 40. geviele K 200, irg-Rotterdam en plaatsen ASSAGIERS, EN VEE bekomen isport- en Exp. G. VOS, Telef. DER3, Tel. 153 HOUT, Tel. 282 T, Telef 101. Woensdag 2 November 1932. No. 258 ONS WEEKPRAATJE De moderne tijd wil het nu eenmaal zoo, dat we voor eiken dag een bijzondere inten tie meekrijgen. Op 31 October we hadden juist dien dag ons maandgeld te beuren moesten we op last van het internationaal Instituut voor het Spaarwezen aan ons stee- nen varken denken. Het was Wereldspaar dag. O, natuurlijk, de dames en heeren van het Instituut zoeken niet in de eerste plaats het eigen belang, maar dat van óns, spaarders, Ze doorstaan alles om de hun toevertrouwde centjes te beveiligen. Lees maar het manifest, dat de „vertegenwoordigers der spaarbanken van de geheele wereld" ter gelegenheid van den jongsten Wereldspaardag hebben uitge geven. „Onze instellingen", zoo heet het, „zijn van een algemeene soliditeit, onaangetast en onverzwakt door revoluties en oorlogen, crisis en waanzinnige speculatievlagen". We spotten er niet mee, want er zijn wer kelijk solide spaarbanken. In ons land is er zelfs een vrij behoorlijk aantal van, welke zich onder controle hebben gesteld en den kleinen beleggers een goede garantie bieden. Die spaarbanken voeren een eigen embleem, dat ze van de minder solide ondernemingen onderscheidt. Het is verstandig, als men weet te sparen en het is voorzichtig, indien men zijn geld uitsluitend aan de bedoelde gecon troleerde instellingen toevertrouwt. Sparen is een deugd, welke men ook ge makkelijk kan overdrijven. Daérover wilden we het ter gelegenheid van den jongsten Wereldspaardag eens in het bijzonder heb ben. Aan het sparen zijn grenzen verbonden, welke men niet straffeloos mag overschrijden. De Nederlandsche Spoorwegen sparen, óndanks de aanzienlijke bedrijfstekorten spa ren ze. Ze sparen b.v. op den post „bewaking van overwegen". Sommige overwegen, waar een zeer ruim uitzicht is, kunnen inderdaad onbewaakt blijvenvan de passanten mag oplettendheid worden vereischt. Maar de Spoorwegen blijven ook d&n sparen, als de practijk heeft uitgewezen, dat sparen misda dig is. De vorige week kon men onderstaand bericht vinden in „De Maasbode" „Op den onbewaakten overweg aan den „Schiedamschen weg te Kethel, is een „48-jarig man met zijn motor door den „trein gegrepen, op slag gedood en af schuwelijk verminkt. De machinist van „den trein had niets van het ongeluk „bemerkt. Dit is in korten tijd het tiende „ongeluk met doodelijken afloop op dezen „onbewaakten overweg. „Wij vragen met nadrukmoet deze „moordpartij blijven voortduren?" We herhalen met „De Maasbode" het spa ren is hier misdadig geworden, bijna gelijk aan het plegen van moord. Op Zondag jl. reed bij Ilpendam een auto te water, waarbij de vier inzittenden ver dronken. In de bladen kon men lezen „De bocht bij De Vurige Staart staat als „zeer gevaarlijk bekend. Een aantal boo- „men beneemt er elk uitzicht en ze zijn „niet eens wit gemaakt om het gevaar „aan te duiden. Herhaaldelijk botsen er „auto's tegen de boomen. Het gebeurde „van Zondag was het vijftiende ernstige „ongeluk in korten tijd." De beheerders van dien weg zijn dus óók al flinke spaarders. Ze sparen de boomen en ze sparen het geld uit voor witkalk, Alleen anderer welzijn sparen ze niet. Ook private personen sparen vaak onrede lijk. In dezen crisistijd vinden we het allesbe halve een te loven eigenschap, als degenen, B O M A N VAN EDGAR JEPSON Vertaald door P. van Velsen. (Nadruk verboden 27) „Emma en de kroon van prins Babouche", schaterde hij, „maar ik begrijp feitelijk niet, waarom ik met Jou over die dingen praat." „Dat is overigens nog al redelijk, meen ik. U hebt in mij toch iemand gevonden, dien u vertrouwen kunt." „Ja, ja. Zeker is, dat ik met jou vertrou welijker gesproken heb, dan met wien ter wereld ooit. Wij kunnen goed opschieten samen, nietwaar?" Hij klopte my op den schouder. „Maar je bent geen dwaas. Was jy maar.... was jij maar.... maareen Engelsch edelman met een behoorlijk inko men, dan.... zou ik mijn dochter...." „Wat een idee J" riep ik uit. „Bent u dan al vergeten hoe zij u en mij behandelde en denkt u, dat ik me aan zoo'n vrouw zou wagen.... „Maar tegen my heeft ze een vooroor deel." „En tegen mijNeen, ik ben de man niet, die door haar gelukkig zou worden gemaakt." Hij lachte. Wij wenschten elkaar goeden nacht en gingen ieder naar onze hut. Ik stak nog een sigaar op en bleef eeni- die nog over een vry behoorlijk inkomen be schikken, hun uitgaven tot het uiterste of daar beneden blijven beperken. Als die geest vaardig blijft, dat kan het einde van de crisis nog lang op zich laten wachten. De winter staat weer voor de deur. 't Is heel prettig, als men z'n- kolen in huis heeft en zich verder voor den winterdag verzekerd weet. Bij een lekker vuur en een pittig si gaartje is het zelfs niet onaangenaam om in zyn nieuwsblad het verloop van de crisis te blijven volgen, waarbij men zoo nu en dan z'n wijze hoofd kan blijven schudden over alle wereldsche narigheid. Denken we toch liever eens aan de velen, die door het winterseizoen van hun normale bezigheid worden uitgesloten en die daardoor het werkloozenleger komen vergrooten. Laat in dezen tijd wat doen om nijvere handen bezig te houden. E.- valt allicht wat te schil deren, te timmeren, te spitten. Er is zeker wel iets, dat men graag veranderd zou willen hebben. Dat laatste hebt ge u misschien al voorgenomen te laten doen.in een beteren tijd. Dien beteren tijd zullen wij niet meer be leven, als degenen, die nog over voldoende in komende middelen beschikken, dat geld maar stom-weg zitten vast te houden. Als we allen niet meehelpen om het geld weer te laten rollen in den goeden zin des woords dan zijn de opgepotte duiten straks toch niets meer waard. Werk geven is altijd nog beter dan steun geven aan werkloozen. Het laatste is óók noodzakelijk, maar als men slechts óf het een, öf het ander kan doen, bevorder dan liever de arbeidsgelegenheid. Hofhouding. Bij Kon. besluit is met ingang van 1 Ja nuari 1933 eervol ontslag verleend als adju dant in gewonen dienst van H. M. de Ko ningin aan den majoor van den generalen staf van het leger in Ned.-Indië O. O. van Kesteren, met gelijktijdige benoeming van dien hoofdofficier tot adjudant in buitenge wonen dienst en tot officier in de Orde van Oranje-Nassau, met bepaling, dat het ver siersel der Orde zal zijn met de zwaarden benoemd tot adjudant van H. M. de Konin gin in gewonen dienst de adjudant in bui tengewonen dienst, generaal-majoor-titulair der infanterie van het leger in Ned.-Indië D. Q. C. F. de Jonge van der Halen. Overbodige premie voor zeehonden In het voorloopig verslag der Tweede Ka mer over het vijfde hoofdstuk der ryksbe- grooting voor .1933 hebben enkele leden ge vraagd of de premie voor het dooden van zeehonden nog wel noodig is, aangezien dit langzamerhand tot een soort sport is ge worden, De beoefenaars daarvan zullen de zeehondenjacht zeker niet opgeven, indien deze premie komt te vervallen, zoodat ook dan nog voldoende zeehonden gedood zullen worden. Ook werd gevraagd of de verhoo ging van het bewuste artikel wellicht het gevolg is van het onlangs gebleken feit dat staarten (of vinnen van gedoode zeehon den meer dan eens werden ingeleverd. Voer een zeehond werd dan ook meer dan eens premie betaald. Bij art. 175 werd de sobere toelichting door vele leden niet bevredigend geacht, aangezien de raming tot een bedrag van 200.000 aan schadeloosstellingen als be doeld in art. 71 der Jachtwet 1923 met niet minder dan 445.000 is overschreden, en zouden zij alsnog andere duidelijke inlich tingen wenschen te ontvangen. Naleving van de Arbeidswet. De nog immer en veelvuldig voorkomende overtredingen der Arbeidswet hebben den hoofdbesturen van de Algemeene, de R.- Kath. en Christelijke bonden in het bak kersbedrijf aanleiding gegeven, de vraag on der de oogen te zien, wat van hun zijde ge daan kan worden om tot betere naleving van de Arbeidswet, in casu van de wettelijke bp- palingen voor het bakkersbedrijf, te geraken. Een comité zal worden aangewezen, dat gen tijd zitten peinzen. Zijn woorden had den iets in mij wakker gemaakt. Nog nim mer had ik aan een huwelijk met Emma ge dacht. Ik voelde mij zeer sterk tot haar aangetrokken, maar zou ik ook zooveel van haar gunnen houden, dat ik trouwen wilde Met haar.... de dochter van Michaël Cum berland.... Mf]n adeldom verzette zich daartegen. De aristocratische lucht, die ik bijna myn ge heele leven had ingeademd, had alle besef van menschelijke gelijkheid in mij verstikt. Maar dit verzet van mijn afkomst was meer hevig dan krachtig, ik had te lang in om standigheden geleefd, waarin adellijke en aristocratische beginselen geen waarde had den. De wreedheden der slaverny hadden myn oogen geopend voor de wezenlijke din gen van het leven, ik had te Soedan geleerd de kern te onderscheiden van den bolster. De bekoorlijkheid van Emma, haar lief talligheid en haar nobel karakter waardeer de ik meer dan afkomst, titels en stand. En voor dat ik my ter ruste begaf, zuchtte ik diep en zei zacht voor my uit„O, geef my toch een kans, geef my een kans", XVI. IK ONTMOET EEN OUDEN KENNIS. Den volgenden morgen waren wy laat aan 't ontbyt en daarna had Emma het druk met inpakken, waarby zy door Mc. Manus werd geholpen. Later in den morgen kwam zy aan dek en wy spraken wat over 't hof. Met gemengde gevoelens zag zy haar ver blijf in het palels tegemoet. De genoegens, tot taak zal hebben, zich ernstig met de con trole op de naleving der Arbeidswet bezig te houden. Aan de hand van de te verkrijgen gegevens zal het comité nagaan of er reden is, zich met de patroons of de patroonsorga nisaties te verstaan, alsmede met de amb tenaren van de arbeidsinspectie, politie en marechaussee. De ziekte van Weil. Het Staatstoezicht op de Volksgezondheid heeft don volgenden brief tot de gemeente besturen 'gericht In verband met het waarnemen van talrijke gevallen van de ziekte v<on Weil by personen, die in een zweminrichting, dan wel in een zwemgelegenheid gezwommen hebben, ver zoek ik u my de volgende vragen betreffende uwe gemeenten te willen beantwoorden. On der zwemgelegenheden worden verstaan be paalde plaatsen, buiten de zweminrichtingen, waar een belangrijk aantal personen gewoon zijn des zomers te baden of te zwemmen. Der halve niet elke rivier, vaart of sloot, waar wel eens door enkele personen wordt gebaad of gezwommen. 1. Zijn er in uwe gemeenten a. een of meer zweminrichtingen b. een of meer zwemgelegenheden als bovenbedoeld 2. Zoo ja, waar zijn deze gelegen a. zwem inrichtingen b. zwemgelegenheden 3. Is het bekend, dat in of nabij deze inrichtingen of gelegenheden ratten worden aangetroffen, dan wel ratten zich kunnen nestelen 4. Is het water in de inrichtingen of gelegenheden zwak of sterk stroomend, of wordt wat de in richtingen betreft gebruik gemaakt van water dat eenige behandeling heeft ondergaan dan wel ni-1 van oppervlaktewater is verkregen 5. Worden er maatregelen genomen om de ratten te weren of het nestelen der ratten in of nabij de inrichtingen of gelegenheden te beletten Zoo ja, welke zijn deze maatrege len 6. Worden er maatregelen genomen om te voorkomen, dat etenrestcn en afval in of nabij de inrichtingen of gelegenheden achter bleven, waardoor ratten worden aangelokte Zoo ja, welke zijn deze maatregelen Naar de paedagogische gruwelkamer verwezen. Het staat er met de „moreele ontwapening" van sommigen nog niet te best voor. Men denkt er gewoon niet bij, aanvaardt de din gen, zooals ze tot ons komen. Wie geeft er nu om een „dieperen zin" De „Haagsche Pest" ontving van een uit gever ter bespreking een boekje, dat den on dertitel droeg„Zee- en luchtgevecht, mo dern tafelspel voor jong en oud". Daar maakt men, zegt het blad, van den georganiseerden massamoord, waartoe, vree- selijk genoeg, een natie uit zelfbehoud kan worden genoodzaakt een genoegelijk gezel schapsspel, waarin kinderen zich leeren ver maken met pantserschepen, kruisers, torpe dojagers, vliegtuigen en duikbooten „De spe ler die het eerst de vijandelijke vloot tot zinken heeft gebracht, is de overwinnaar". Hoe kan iemand meenen, „jong en oud" met zulk een spel een dienst te bewijzen Wij hebben zegt de „Haagsche Post", den uitge ver geschreven, dat wij weigeren de verschij ning ervan aan te kondigen. Dergelyke „spel len" behooren in de paedagogische gruwel kamer thuis. KERK- EN SCHOOLNIEUWS Onderhandelingen met den raad van beheer. De kerkvoogdij der Ned. Herv. Gemeente te Biezelinge is in onderhandeling getreden met den raad van beheer, teneinde te kun nen geraken tot het beroepen van een eigen predikant. Spannende dagen. Het Zendingsbureai giro nr. 6074 verzoekt ons plaats voor het volgende Eigenlijk behoeft het niet uitdrukkelijk gezegd te worden, dat wy spannende dagen beleven. Dat is steeds zoo tegen het einde van het jaar. Ei* hangt van hetgeen de zen dingsvrienden in de twee nog resteerende maanden nog zullen doen of niet doen zoo enorm voel af voor het zendingswerk. En de inkomsten gaan in dalende iyn. October biyft waarschijnlijk ongeveer 10.000 bene die haar wachtten trokken haar wel aan, maar het doel, waarmee ze daar zouden zijn, vervulde haar met afschuw. Ik deed pogingen haar gerust te stellen en trachtte haar te verzoenen met den toestand, waar aan toch niets te veranderen viel. Haar vader zou/ zich van zyn voornemen onder geen beding laten afbrengen. „Maar Ik zou het misschien kunnen ver hoeden", zei ze. ,,'t Eenige dat u zoudt kunnen doen, is hem verraden", antwoordde ik. „Ben ik feitelijk niet verplicht hem te verraden vroeg ze. „Maar dat zou ik toch niet kunnen doen. Dat zou my onmo- geiyk zyn." Op het vastgestelde uur reed een konink lijk rytuig de kade op. wy roeiden naar den wal en toen zy in het rytuig plaats genomen hadden, nam ik afscheid van hen. „Hebt u nu geen medeiyden met myn eenzaamheid zei ik glimlachend. „O, u zult gezelschap genoeg vinden en u moet ook eiken dag aan het paleis komen", zei Emma opgewekt. „Je zult niet lang over eenzaamheid te klagen hebben", zei Cumberland, die eenigs- zins in plechtige houding zat. Het scheen hem goed te doen, dat de menschen hem aangaapten in het koninkiyk rytuig. „San Stefano is een gezellige stad", vervolgde hy, „de menschen zyn hier vrooiyk en levens lustig." Emma keek my aan. Ik voelde myn hart meller kloppen. „Ja, ja", antwoordde ik, „maar afleiding en Per telefoon „Mèn moet op de kleintjes passen" Is een les die ieder past. Doch is moeielijk te leeren En geeft bovendien veel last. „Vele kleintjes maakt een groote" Maar een „groote" in het klein Die moet om weer groot te worden Toch bij „Onze Kleintjes" zijn. Ieder moet dit ook eens leeren 't Is een makkelijker les. Men heeft slechts te telefoneeren Voor twee pop heeft men er zes. den dezelfde maand in het vorige jaar en toen was het ook al 20.000 beneden October 1930. Zoo is dus in de maand, waarvan wy nu den laatsten dag gehad hebben, de achter stand met minstens ƒ45.000 toegenomen. Gelukkig is er ook een andere zijde. Het aantal aangevraagde manifesten en offerzak- jes voor dc zendingsv/eek bedraagt heden reeds büna 380.000. Ook dat is minder dan verleden jaar op dezen dag, maar betere or ganisatie dezer weck in sommige gemeenten doet het aantal zakjes dalen, daar dubbele uitreiking minder plaats heeft. Gewichtiger dan het cyfer aangevraagde en ze wor den alleen op aanvrage verstrekt zakjes is dan ook dat het aantal kerkelijke gemeenten, dat meedoet aan de zendingsweek niet is verminderd. Zoo blyft er belangstelling, die ons met hoop vervult. Als wij bedenken, dat er in de laatste drie, maanden van 1930 is ontvangen 410.000 en diezelfde periode in 1931 ƒ465.000 en dat wy dit jaar noodig hebben 487.000 om zonder achterstand te sluiten, dan is het duidelyk, dat bij krachtige In spanning co bereiking van dit doel mogelijk is. En by ons is er gespannen verwachting of dit gebeuren zal. MARINE EN LEGER Bond van marine-onderofficieren. In een door den Bond van marine-onder officieren gehouden huishoudelijke vergade ring op 28 October jl. in hotel Goes, werd na bespreking van de Indische salarissen, de volgende motie met algemeene stemmen aan genomen De afdeeling Vlissingen van den Bond van marine-onderofficieren in huishoudelijke ver gadering by een in een der zalen van hotel Goes te Vlissingen gelezen de persberichten over de ruwe plannen te komen tot salarisverlaging van het personeel in overheidsdienst in Oost- Indië gehoord de daarover gevoerde discussies constateert dat deze verlaging naast de reeds eerder opgelegde loonsverminderingen het bestaansminimum verre zullen overtref fen dat de financieele positie van het marine personeel binnen de keerkringen met de se dert kort geleden doorgevoerde 10 soldy- verlaging al veel te zwaar is aangetast dat dientengevolge een verdere soldijverla ging onmogelyk kan worden gedragen dat dit te minder mogelyk is daar het marinepersoneel in die gewesten nog steeds in een uitzonderingspositie verkeert, doordat het óf twee gezinnen moet onderhouden als het gezin niet naar Indië medegaat, óf als het gezin wèl medegaat en dat dan het moeilijke aanpassen aan Indische toestanden voor dat gezin ongetwyfeld meerdere kosten met zich brengt, dan wanneer men met zyn gezin geheel in deze Indische samenleving is opgegroeid dat verdere verlaging van het loon de reeds zoek ik nu juist niet." Het rytuig reed weg en ik wandelde eens over de kade. Het was er druk. Talryke menschen genoten van de heeriyke zeelucht en# het heeriyke weer. ik was in een opge wekte stemming. Ik slenterde wel een uur lang door de stad en bekeek de merkwaar dige gebouwen en de talryke bezienswaar digheden. In een restaurant aan den zeekant ging ik eten. Het was er druk en er werd veel ge praat met drukke, levendige bewegingen. Het geheel had een echt Zuideiyk aanzien. Toen ik nog zocht naar een tafeltje, hoorde ik opeens mijn naam noemen. „Hulston I Hulston ik keerde my om en zag iemand dien ik wel eens in „de Avontuuriyken" had ontmoet. „Hè zei ik verrast, „slr Hildebrand Wyse, hoe komt u hier?" „Kom hier zitten, kerel, dat ls gezelliger." „Als u my helpt een flesch wyn leeg ma ken", antwoordde ik. Wyse was een aangenaam mensch, zeer intelligent en beschaafd. Hy was het oudste lid van een der hoog-aristocratische fami lies van Engeland. Hy beschikte slechts over een bescheiden inkomen, doch besteedde dit by na geheel aan het onderhouden en ver fraaien van zyn historisch bezit. Hy was een zeer sober man, die groote belangstelling had voor allerlei geschiedkundige vraagstukken. Op dit gebied had hy zelfs eenigen naam en het kwam vaak voor dat men hem raad pleegde over een of ander moeiiyk vraag stuk. Ik was blij, dat ik hem hier in San merkbare verbittering onder het personeel nog meer zal versterken draagt het hoofdbestuur in Camboverbandi op met alle wettige middelen zich schrap te zetten tegen elke verdere verlaging in deze; besluit deze motie te publicecren en gaat over tot do orde van den dag. De salarisverlaging bij de zeemacht, Maandag kwam de Commissie Georgani seerd Overleg Zeemacht in spoed-vergadering by een, ter behandeling van een voorstel, ver band houdende met de financieele plannen der regeering, ten aanzien van het ryks- personeel, welk voorstel was aanhangig ge maakt door den Bond van Chr. Marine-per- soneel, de Vereeniging van Technici der Kon. Marine en de R.-K. Ver. van Marineperso neel „St. Christophorus". Het voorstel beoogde een wyziging te bren gen in het regeeringsschema, nl. de korting voor ongehuwden te doen vervallen, de ver hooging van de pensioenpremie van 5 te rug te brengen tot 3 met vrijstelling van de verhoogde premie voor de eerste 500 be zoldiging, terwyl aangenomen wordt, dat die verhoogde pensioenpremie niet zal worden toegepast op het in Oost-Indië dienend per soneel. De voorzitter wees er op,, dat dit voorstel ih zyn consequenties belangryk afwijkt van het geen de regeering wenscht en globaal bere kend nog niet de helft zal opleveren van de genoemde 1414 millioen, terwyl de minis ter van financiën zich had uitgelaten over een eenigszins eenstemmig afwykend voor stel overleg te willen plegen, zelfs al mocht daardoor de beoogde bezuiniging van 14 f2 millioen niet volledig worden bereikt. Dit is dus wel iets anders dan de voorstel lers in hun toelichting vermeldden. Na vry uitgebreide discussie kon worden geconstateerd dat de algemeene vereeniging van Marine-Officieren blyft by t ingenomen standpunt, dat zy geen bezwaren maakt tegen het regeeringsvoorstel en dus natuurlijk het mindere, dat het laatste voorstel vraagt, zou kunnen aanvaarden. Het C.A.M.B.O. is tegen het voorstel der drie organisaties. De voorstellers van hun kant bevelen hun voorstel in de welwillende aandacht der re geering aan. Bevorderingen by de marine. Kwartiermeesters J. A. Schouten en J. C. Remerswaal tot bootsmansergeant-vlieg tuigmakers M. P. J. Scheurleer en L. van Egeraat tot majoor-vliegtuigniaker- M.ma joor-schrijver E. J. van Ewyk tot opper- schryver sergeant-schrijver P. C. Alblas tob majoor-schryver korporaal-schryver P. We ver tot sergeant-schryver korporaal-kok A. H. T. E. M. Beussen tot sergeant-kokser geant-torpedomaker P. Zeegers tot majoor- torpedomaker kcrporaal-monteur G. J. ten Voorde tot sergeant-monteur. By beschikking van den minister van de-* fensie zyn de volgende plaatsingen gelast met 3 November luitenant ter zee le klasse J. J. A. van Staveren, dienende by het vlieg- Stefano ontmoette. Onwillekeurig kwam ons gesprek op de toestanden aan he hof van den prins. Wyse was bezig aan de voorstudies voor een be schrijving van de constitutioneele crisis, waaraan dit Staatje had blootgestaan in den loop der historie. Uit den aard der zaak had hy zich ook op de hoogte gesteld van den tegenwoordigen toestand. Het hof was ver deeld in twee politieke partyen, die elkander onophoudeiyk bestreden. De eene werd ge leid door de moeder van den prins, Erminie van Pommeren en de andere door diens vrouw, Ottillie van Klickelstein. De eene in trige volgde na de andere en de prins zat voortdurend tusschen twee vuren. „Als een staatshoofd onder den invloed van vrouwen komt", zei Wyse, „is het met zyn macht gedaan." „Maar hy schynfc ook een lichtzinnig man te zyn, die zich niet veel aan staatszaken gelegen laat liggen", merkte ik op. „Dat is zoo, maar de zotskap zou hem ook beter passen dan een kroon. Hy is belache- ïyk van dwaasheid", zei Wyse. „Onlangs nog heeft hy zich hevig geblameerd, toen hy den Franschen gezant uitmaakte voor Don Juan. Hy heeft zyn verontschuldigingen moeten aanbieden, natuuriyk, maar dat was een bittere pil voor hem". Wyse haalde nog meer voorbeelden aaii van 's prinsen dwaasheid. „Dan is de sukkel al die intriges feiteiyk niet eens waard", zei ik. .(Wordt vervolgd.)'

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1932 | | pagina 5