Vlissiigsche Courant 12 LEEST EN BEDENKT WAT MOOI DRUKWERK U SCHENKT! TWEEDE BLAD GEMEENTEBESTUUR BRIEVEN UIT DE HOFSTAD FEUILLETON De man van Nergenshuizen DE IEPENZIEKTE. BINNENLAND Zoovele circulaires Zijn smaakloos zonder „zin". Zij gaan steeds ongelezen Direct de prul'mand in. Dit kerkhof van papieren Is tegenwoordig groot. En 't geld ligt even nut'loos In 't diepst der moddersloot. Maar tevens krijgt zoo'n firma Den naam van 't prulgeschrift, Want weet dat menig lezer Kieskeurig alles schift. Doch ziet een kunstreclame. Die 't oog van ieder streelt Die maakt u VAN DE VELDE Zoowel in woord als beeld (Wordt morgen vervolgd van de van Maandag 22 Augustus 1932. N° 197 BEKENDMAKING. Aangifte van nieuwe leerlingen voor de Gemeentelijke Handelsavondschool. Burgemeester en Wethouders van Vlissin- jgen maken bekend, dat op Dinsdag 23 en Woensdag 24 Augustus a.s. van 79 uur n.m in het schoolgebouw aan de Bouwen Ewout- straat gelegenheid bestaat tot aangifte van nieuwe leerlingen voor de Gemeentelijke Handelsavondschool. Leerlingen in het bezV van TJ.L.O. diploma komen zonder examen in de 4e klas. Men kan zich laten inschrijven voor vol ledig onderwijs of voor afzonderlijke vakken (Fransch, Duitsch, Engelsch, typen en steno) De school begint voor alle leerlingen op Dinsdag 30 Augustus a.s. om 6 Uur n.m. Vlissingen, 20 Augustus 1932. Burg. en V/eth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. Bezuinigen We moeten er aan wennen of we willen of niet, dat overal bezuinigingen worden aange bracht, beperkingen worden toegepast en aan gename en gemakkelijke regelingen worden afgeschaft. Eén dergenen, die bezig is zijn hooge ontwikkeling geleidelijk af te breken is de post. We waren zoo gewend, dat er steeds uitbreiding kwam, die altijd weer ge riefelijkheden met zich bracht en nu gaat het steeds meer achteruit. Het aantal post bestellingen was in den goeden ouden tijd vijf per dag werd toen vier. Die vier werden dichter opéén geplaatst en nu dreigt de in krimping tot drie. Het aantal bus-lichtingen is al op vier in plaats van zes gebracht, de kantoren zyn korter open en zóó verliezen wij allengs iets van het gemak. Het kan niet ontkend, dat de noodzake lijkheid er toe dringt, omdat de hoeveelheid die per post wordt verzonden geleidelijk ver mindert. De tijdsomstandigheden zijn daar aan schuld en het is dus te begrijpen, dat men allerlei bezuinigingen invoert. Het is al tijd moeilijk voor een buitenstaander te be- oordeelen of nu wel bezuinigd wordt op dat gene waarop het het meest gewenscht is. Bij dezen staatsdienst doet zich heel duidelijk datgene voor wat wij onlangs bij een bespre king van het rapport der Staatscommissie- Weiter opmerkten, nl. dat men-veel te hooge elschen stelt aan de ontwikkeling van het per soneel in vergelijking met de eischen, welke de uitvoering van den dienst zelf stelt. Zware examens worden gesteld en ten slotte oefent een deel van het personeel werkzaamheden uit, die van zeer eenvoudigen aard zijn. Wat er aan loket wordt afgedaan is in den regel van zeer eenvoudigen aarduitbetaling, ex peditie en anders niet. Nog altijd is er iets omslachtigs in dien dienst en nog altijd werkt men veel te veel het werk af terwijl het publiek staat te wachten. Wie bijvoorbeeld een chèque van den giro komt innen, moet wachten tot het contrastuk is opgesnord, daarna worden de beide stukken afgestempeld en met een likje gom aan elkaar geplakt, de ontvanger moet dan teekenen en zich legi- timeeren, vervolgens wordt het nummer van de chèque en het bedrag ingeschreven en dan eerst volgt betaling. Is er geen publiek meer aan het loket, dan heeft de ambtenaar ook niets meer te doen. De arbeidsverdeeling is niet productief aan banken werkt men heel anders. Daar werkt er één het publiek af en de tweede vervult al die werkzaamheden. Het publiek wordt veel sneller geholpen en het door VICTOR BRIDGES. [(Nadruk verboden 58) Met de grootste behoedzaamheid schoven wij het raam heel langzaam op, totdat het ver genoeg open was om iemand door te laten. Ik bukte, Billy stapte op mijn rug en wrong zich door het raam. Een oogenblik hielden wij stil en luisterden fccherp, of wij soms geluid in de gang hoor den. Er volgde echter niets, dat eenige klank mocht heetentoen stak Billy zyn hoofd door het raam en fluisterde opnieuw „Hoofd vooruit, Jack. Dat is de eenige ma nier voor jou." Ik volgde zijn advies. Ik had nooit kunnen gelooven, dat ik er door had kunnen kruipen, want ik was veel breeder dan Billy, en hij kon er ternauwernood door. Na hevig wrin gen, kreeg mijn corpus een ruk van binnen en daar stond ik naast hem in de duisternis, wei gehavend en pijnlijk, maar toch als over winnaar. Wij wachtten eenige seconden om op adem te komen, want het scheen of alles uit mijn borstkas was gedrukt. Dan stapten wij zoo behoedzaam als maar mogelijk was naar de deur, die half open stond en toen ik haar voorzichtig opendeed, kwam ons een zwak werk wordt door de ambtenaren meer gelei delijk afgedaan. Men zegt altijd in de krin gen der ambtenaren, dat het niet anders kan, maar wij believen dat niet te gelooven. In den loop der tijden zijn al die bureaucratische regelingen gegroeid, maar het is nu misschien mooi tijd om daaraan eens een einde te ma ken. Indien men ook niet willekeurige slui tingsuren vaststelde voor bepaalde diensten, werd ook het werk meer over den dag ver deeld. Getracht is door de inrichting der post stations in winkels de grootere postkantoren te ontlasten. Heel veel beteekeftis heeft dit nog niet als men het niet op grooter schaal doet en daartegen heeft men in de ambte naren-kringen weer bezwaar. Het zou niet ongewenscht zijn indien het stelsel van de giro nog meer werd doorgezet. Gemeente bedrijven dwingen reeds het publiek tot be taling uitsluitend per giro, zooals bijvoor beeld de telefoondienst in Den Haag doet. Daardoor komt er veel meer geleidelijkheid in den dienst en verdwijnt de z.g. loketdienst, die altijd onproductief is. Om eens een ander punt aan te roeren waarbij zich hetzelfde voordoet. Als iemand de rijvaardigheidsproef voor chauffeeren met goed gevolg, heeft afgelegd,, duurt het min stens tien dagen eer hij zijn rijbewijs krijgt. Dat is niets anders dan bureaucratische tirannie. Opzettelijk wordt die afwerking ver traagd om werk te houden.' Waarom geeft hetzelfde bureau, dat de examens afneemt, niet onmiddellijk rijbewijzen af Is het niet een fout, dat zij, die nu geslaagd zijn, tien dagen niet mogen rijden omdat er ergens een lijn-trekkend bureau is, dat baasje speelt Hier zijn altegader plekken waar de bezem eens duchtig gehanteerd moet worden, want hier wordt niet behoorlijk gewerkt. Iemand, die een rijvaardigheidsbiljet wil bezitten, begint met vier gulden te storten op een postrekening. Vijf dagen later komt be richt, dat over eenige dagen, meest vier of vijf, het examen kan worden afgelegd. Op de zotste uren van den dag bepaalt men het uur daarvoor. Is de patiënt geslaagd, dan krijgt hij twee dagen later daarover officieel be richt. Dan kan hij naar het stadhuis wande len en een biljet ad 1.koopen. Vervolgens moet hij een doktersverklaring zien te krij gen en dat alles zendt hij in en dan pas na tien dagen kan hij zijn bewijs gaan halen. Dat is allemaal tijd- en geld ver morsen om kunstmatig het aantal ambtenaren ln stand te houden. Heel deze zaak dient uitgeroeid te worden, want bet zyn de uitwassen van de overheid. Maar dat krijgt men niet gedaan met een staatscommissie, want die bepaalt zich tot het schrappen van diverse posten alléén omdat zij hoog zijn, maar zij wijst niet de oorzaken van dat hoog-zijn aan. Het wordt eigenlijk aan de ambtenaren overge laten om den dienst aan te passen aan die lagere bedragen. En dóar doet men het zóó, dat het publiek gedupeerd wordt in de hoop dat het publiek zal mopperen, waarna men de schuld geeft aan de staatscommissie, die men in discrediet wil brengen. Maar schoon maak geeft dit alles niet. EIBER. I. INLEIDING. In het jaar 1918 trad in ons land voor het eerst een ziekte in de iepen of olmen op, die door haar hevigheid dadelijk de aandacht trok. Plotseling verdorden groote takken, meestal in den top van den boom en vooral jonge boomen stierven in korten tijd geheel af. Bij oudere boomen verliep de ziekte meestal niet zoo snel, maar vele van deze vertoonden ook zeer duidelijk verschijnselen van verdroging der bladeren en gingen daar aan na eenige jaren te gronde. Deze ver schijnselen neemt men thans nog bij vele boomen waar. In de eerste jaren werden vooral de Zui delijke provincies en het midden van het land door de ziekte geteisterd, zoowel in de steden als daarbuiten. Vooral in Rotterdam is de ziekte van het begin af in zeer sterke mate opgetreden. Thans heerscht zij overal in ons land, óók in de Noordelijke provinciën, waar zij tot voor eenige jaren nog weinig voorkwam. Toch zijn er nog streken, waar de aantasting geringer isdaartoe behoort o a. de kuststreek. licht tegemoet. „Klaar Billy fluisterde ik, terwijl ik mijn revolver uit mijn zak haalde. „Vooruit, Jack", was het onmiddellijke ant woord. Het was een lange, lage gang, slechts ver licht door een gaspitje aan het uiterste ein de. Behalve bet harde tikken van een klok in de kamer, heerschte er de stilte des doods. Wij slopen de gang door en spitsten onze ooren, voor elk mogelijk gevaar. Billy wilde het eerst door de deur, welke wij bereikten, doch ik was hem voor. Ik greep de knop, draaide hem om en trok de deur open, terwijl ik mijn revolver omhoog hield, om in geval van nood te kunnen schieten. Er was echter nog niets van dien aard noodig, want wij bevonden ons nu in de hal, in zoo verre deze plaats dien naam mocht dragen, want het was een kleine, armoedig gemeubileerde vierkante ruimte met een trapopgang. Er waren twee deuren tegenover elkaar, beiden gesloten, doch achter een er van konden wij het geluid van stemmen waarnemen. Billy legde zijn hand op mijn arm en voor een oogenblik stonden wij bewegingloos te luisteren. Van uit het vertrek kwam zeer duidelijk het goluid van degengekletter tot ons, dat onmiddellijk werd gevolgd door een schaterlach en een zeer couranten Spaan- schen vloek. Oogenblikkelijk stonden wij man_ aan man voor de deur, „Ik heb er genoeg van. Jij schermt zoo duivelsch gelukkig vandaag." Wij hoorden Vrijwel tegelijk met de eerste waarnemin gen in ons land is de ziekte ook in Frankrijk, België en Duitschland met groote heftigheid opgetreden, terwijl zij ook in Engeland en in, Noord-Italië voorkomt. Door haar snelle uitbreiding en de vele slachtoffers, die zij maakt, is de iepenziekte thans bij allen, die belang hebben bij het be houd van den iep voor straat-, weg_ en dijk- beplantingen, zeer gevreesd. Van het eerste optreden af hebben onze plantenziektenkundigen zich bezig gehouden met het onderzoek naar de oorzaak der ziek te, de wijze waarop zij van den eenen boom op den anderen werd overgebracht en de middelen, waardoor zij zou kunnen worden voorkomen of bestreden. Ten einde dit on derzoek zoo volledig en zoo stelselmatig mo gelijk te doen uitvoeren, hebben de verschil lende wetenschappelijke instellingen en rijks- en particuliere diensten in ons land, die zich met plantenziektenkundig onderzoek en met boschbouw en houtteelt bezig houden, zich vereenigd in een comité tot bestudeering en bestrijding van de iepenziekte, kortweg „Iepenziekte-comité" genoemd. Dit comité heeft met behulp van geldelijke bijdragen van rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en polders en van particulieren gedurende een tweetal jaren dit onderzoek op vrij uitgebrei de schaal mogelijk gemaaktde resultaten daarvan zijn gepubliceerd in een 11-tal Me- dedeelingen. Voorzitter van het comité is de directeur van het Staatsboschbeheer, secretaris de in specteur, hoofd van den plantenziektenkun digen dienst en penningmeester de directeur van de Nederlandsche Heidemaatschappij. Het ligt in de bedoeling, door middel van een achttal artikeltjes die met tusschenruim-. ten van een week zullen verschijnen, onze lezers nader in i lichten over de resultaten, die dit onderzoek naar de ziekte, de wijze waarop zij wordt overgebracht en de midde len ter voorkoming en bestrijding, heeft op geleverd. Militaire oefening in de hitte. Het Tweede Kamerlid de heer Schaper heeft den minister van defensie gevraagd te willen gelasten, dat er geen militaire oefe ningen, marschen enz. in de thans heer- schende buitengewone hitte zullen worden gehouden, zooals het geval moet zijn geweest cp Donderdag 11 Augustus jl. in Den Haag door de regimenten grenadiers en jagers. Uitvoering Warenwet. Mevrouw De Vries—Bruins, lid van de Tweede Kamer, heeft den minister van bin- nenlandsche zaken gevraagd, of het juist is, dat reeds stappen worden gedaan om te ko men tot inkrimping van de uitvoering der Warenwet, en zoo ja, of-tot eventueele wijzi ging, in den geest als in het rapport-Weiter is aangegeven, niet zal worden overgegaan, vóór ze door de Staten-Generaal is behan deld. Tenslotte vraagt mevr. De Vries—Bruins of de minister bereid is het rapportVan Bere- steyn, waarop de beschouwingen en conclu sies zijn gebaseerd, te publiceeren. Schapenvleesch voor de soldaten De drie centrale landbouworganisaties be rekenen in een adres aan den minister van economische zaken en arbeid, dat er in de huidige omstandigheden hier te lande een belangrijk overschot is aan schapenvleesch van ruim 1 millioen KG. Dit overschot zal, zoo hetoogen zij, eeniger- mate kunnen worden verminderd, indien aan leger en vloot naast rundvleesch ook scha penvleesch zou worden verstrekt. Wat de kosten betreft, behoeft hiertegen h. 1. geen bezwaar te bestaan, aangezien de pryzen van schapen- en rundvleesch resp. bedragen J 0.40 tot 0.45 per KG. en 0.50 tot 0.60 per KG. Adressanten verzoeken daarom den minis ter deze. aangelegenheid met zijn. ambtge noot van defensie te willen bespreken in dien zin, dat aan leger en vloot naast rundvleesch ook schapenvleesch zal worden verstrekt. een stoel schuiven klaarblijkelijk ging de spreker zitten. Billy had zijn hand aan de deurknop. „Klaar Jack?" vraagfluisterde hij. Ik knikte. Een krak, een lichtstraal en zij aan zij stormden wy de kamer binnen. Betreffende hetgeen daarna volgde, zal ik steeds slechts een vage herinnering bewa ren. ik weet nog, dat ik een grooten, don keren kerel voor mij zag staan. Zijn gelaat was woest van verbazing en vrees en hij greep de leuning van den stoel, waarvan hij zooeven was opgesprongen. Ik denk. dat ik toen onmiddellijk den Ijzeren schroef sleutel naar hem toegeslingerd,heb, want zyn gelaat zwol plotseling op en zijn oog verdween on der een golf bloed. Hij tuimelde achterover en kwam dwars voor de tafel te liggen. Toen ik vooruitsprong om my op hem te werpen, zag ik iets aan den anderen kant als in een visioenhet was Billy, die bezig was een menschelyk hoofd tegen den muur te beu ken. 't Volgende, dat ik my nog herinr r, was, dat ik op den grond geknield lag bij een kermend, bloedend voorwerp, dat ineenkromp iti myn greep. Na eenige omwindingen met het touw, dat ik uit mijn zak gehaald had, stond ik hygend en juichend op. De kalme, vriendeiyke stem van Billy klonk my van den anderen, .kant als muziek in myn ooren. „Goed zoo, Jack, kom nu eens even een handje helpen met dit zoodje." Hulp aan werkloozen in natura Het ligt in het voornemen van den minis ter van binnenlandsche zaken, een commis sie in het leven te roepen, aan welke zal wor den opgedragen, na te gaan, of niet, gelet op de moeiiyke tijdsomstandigheden, het tydstip is aangebroken, dat, ten einde tot een meer doeltreffende besteding van de over heidsgelden te komen, de hulp, welke aan werkloozen wordt verleend, geheel of ten deele in natura zal worden verstrekt. De burgemeester van Hilversum, de heer Lam- booy, zal het voorzitterschap der commissie op zich nemen. Een Generaal Snijders-fonds. Een voorloopig comité, gevormd uit lucht vaartkringen, heeft een circulaire verzonden, waaraan het volgende wordt ontleend Ter huldiging van generaal b.d. C. J. Sny~ ders, die op 29 September a.s. zyn 80sten ver jaardag hoopt te herdenken, zyn eenige co- mifcé's gevormd o.a. ook onder hen die zich bewegen op luchtvaartgebied en die daardoor van meer naby hebben kunnen gadeslaan hoe generaal Snyders in de laatste twaalf jaren zich met jeugdig vuur geworpen heeft op de ontwikkeling van onze Groot-Neder- landsche luchtvaart en daarvoor ook nu nog steeds op de bres staat. Men mag dan ook veilig zeggen, dat het niet het minst aan hem te danken is dat de Nederlandsche luchtvaart de plaats in het wereldverkeer heeft bereikt, die het thans inneemt. Het kwam ondergeteekenden daarom voor dat de Nederlandsche luchtvaart niet mag nalaten aandacht te schenken aan dit zeld zame jubileum en zy meenden dat dit het best zou kunnen geschieden door hem, als blyk van waardeering voor alles wat hy ge daan heeft voor de Nederlandsche en Neder- landsch-Indische luchtvaart, iets aan te bie den, waardoor zyn naam bly'vend daaraan zal worden verbonden, zy hadden gedacht dit te doen door het byeenbrengen van een fonds, uit de rente waarvan jaarlyks een gouden „C. J. Snyders medaille" zou kunnen worden toegekend aan dengene, die rich in het afgeloopen jaar op eenigerlei wyze het verdienstelykst heeft gemaakt voor de Groot- Nederlandsche luchtvaart. Hun, die aan dit fonds wenschen bij te dragen, wordt verzocht die bydrage zoo spoe dig mogelyk te willen overmaken aan den heer E. Fuld, per adres firma Lippmann, Rosenthal Co., N. Spiegelstraat 8, Amster dam (C.) of wel haar te storten op het post giro nr. 1014 van die firma onder vermelding van de aanduiding „Generaal Sny dersfonds". De hittegolf neemt af. De filiaal-inrichting van het Kon. Nederl. Meteorologisch Instituut meldt De zeer hooge temperaturen van Vrijdag zyn te Amsterdam op Zaterdag niet over Hy' zat heel kalm schrijlings tusschen een wervelstroom van armen en beenen, waaruit een fontein van onverkwikkehjke Spaansche en Engelsche vloeken gespuwd werd. Hy keek glimlachend naar my op. „Houd dat been eens vast, oude jongen", vervolgde hy. „Pas op, dat hy je niet byt, hy is nog al heet gebakerd." Na eenig wringen en schuifelen was onze tweede gevangene even solide gekneveld en hulpeloos als dc andere. Met een luidklinkenden lach sprong Billy op de been. „Dat is goed werk, drommels goed", zeihy. Toen liep hy dwars door de kamer naar de plaats, waar ik myn gevangene had laten liggen, „ik moet zeggen, dat je onzen huis- knechtvergiftlger tameiyk zijn portie hebt gegeven. Je zult er het mooi niet afkyken." Ik raapte myn weggeworpen schroefsleutel op. „Ik zal jo even met je vrienden alleen laten, Billy. Ik moet nu Mercia gaan zoe ken", zei ik. Hy knikte. „Je hebt geiyk. Vergeet niet, dat er nog een vrouweiyke Dago ergens in huis is. 't Kon wel eens gebeuren, dat ze leeiyk deed." Hij plaatste zich tusschen de gevangenen in en ik begaf my zonder uitstel naar de hal. Ik aarzelde eenige oogenblikken, niet we tende, of iknaar boven zou gaan of myn onderzoek in de lagere regionen Instellen. Ik besloot tot de laatste en daarom liep ik naar de deur, waardoor wy waren binnen gekomen en ging de gang in, waar yy kort te voren troffen. Het maximum bedroeg in den Hortus Botanicus 32.9 gr. C. tegen 33.7 C. op Vrijdag. De verwachting maait het waarschijnlijk, dat het in de eerstvolgende dagen niet weer zoo heet zal worden. Als hittegolf is deze periode dus van kor ten duur geweest. Al is het absolute maxi mum slechts zeer weinig beneden dat van Juli 1923 gebleven, de nacht tusschen de twee heetste dagen was koeler dan destyds. Toen is er een nacht voorgekomen met als mini mum 22.6 gr. C. (dat is 73 gr. F.), terwyi het minimum thans in den nacht van Vrijdag op Zaterdag 20.5 gr. C. (dat is 69 F.) bedroeg. Het kan dus altyd nog erger dan wij nu beleefd hebben I Vervoer van suikerbieten met buitenlandsclie schepen. De afdeeling Zuid-Holland van de Veree- niging van Scheepsbevrachters in Nederland heeft den minister van economische zaken telegrafisch bericht, dat de Eerste Neder landsche Coöperatieve Suikerfabriek te Sas van Gent een contract heeft afgesloten voor het vervoer van zestigduizend ton suikerbie ten naar deze fabriek uit verschillende plaat sen in Nederland, met een buitenlandsche firma, welke deze met regeeringssubsidie verbouwde suikerbieten met niet Nederland sche schepen zal vervoeren. Genoemde afdee ling heeft den minister verzocht, maatrege len te treffen, dat dit vervoer door Neder landsche schippers in Nederlandsche schepen zal geschieden. Het meisje en de studie. In het tijdschrift „De Vrouw en haar Huis", schryft mevr. dr. L. M. van den Bergh van Eisinga een zeer lezenswaardig artikel over „het meisje en de studie", wy ontleenen aan dit artikel het volgende De meisjesstudie vindt iedereen iets ge woons wat nog niet zeggen wil iets nor maals. Er komt echter een tyd de voortee kenen zyn te talryk om ze nog langer te loochenen dat de vrouw m.i. terecht, gaat twyfelen aan den alleen zaligmakenden in vloed van de academische vorming. Er komt een streven op om aan de meisjes een oplei ding te geven, die minder eenvoudig het ac cent legt op de ontwikkeling van haar inteï- lectueele capaciteitendie haar opnieuw de gelegenheid zal geven haar persoonlijkheid over de heele linie tot het volle recht te doen komen". „Er is verschilhiermee moeten wij reke ning houdenof wij het prettig vinden of niet. Meisjesstudie aan een door mannen ge organiseerde academie is nog geen glashelder geval. Deze verschillende instelling is voor- nameiyk psychologisch en vindt haar belang- ryksten factor in het feit, dat het gevoels-en gemoedsleven bij de vrouw sterker ontwikkeld is en sterker op den voo-grond treedt dan bij den man". zoo behoedzaam waren doorgeslopen. De eerste deur rechts, waar wy een klok hadden hooren tikken, bleek de keuken te zyn. Er was niemand behalve een kat, die met gekromden rug in de vensterbank zat en tegen my begon te blazen. Ik keek nog eens vluchtig rond en ging v/cer de gang in. „Mercia I" riep ik, „M'ercia J" Van uit het einde der gang kwam een zwak, gedempt geluid naar my toe; het kwam my voor, dat zoo de angstkreet moest klinken van iemand, die levend begraven was. Als een razende vloog ik op het geluid af, en k-am voor een vermolmde trapdeur, die met een houten sluitboom werd gesloten gehouden. In myn driftige haast rukte ik het ding er af, greep daarna het handvatsel en rukte het zoo woest terug, dat de geheele oude deur, met hengsels en al met een slag op den vloer in de gang terecht kwam. Myn blik ontwaarde nu een kleine stee- nen trap. Met twee sprongen was ik boven en het volgende oogenblik sloot ik, omhuld door een benauwende duisternis, Mercia in myn armen. „Oh", riep zy. „Is u het, is u het I" en ik voelde haar lieve hand op myn mouw heen en weer gaan, als streelde zy my van vreug de. Hoe het kwam, weet ik niet, maar onze lippen vonden elkaar en ik drukte in zalige dankbaarheid myn eersten kus op haar reine lippen. (Wordt vervolgd.).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1932 | | pagina 5