Vlissiiische Courant TWEEDE BLAD De man van Nergenskizen FEUILLETON BINNENLAND TENTOONSTELLING VAN SCHILDER- EN TEEKENWERKEN VAN H. M. DE KONINGIN. van de van Donderdag 28 Juli 1932. No. 178. Hitier en de kleine man. Nu Hitler in Duitschland aan den voor avond staat van don dag, waarop hy zijn grootste triumph denkt te vieren en de macht in het Duitsche rijk meent to kunnen ver overen, is ook in ons land de belangstelling groeiende voor de merkwaardige politieke loopbaan van den man, dien we langen tyd uitsluitend als een avonturier hebben be schouwd en wiens politieken opgang we eigen lijk onbegrijpelijk hebben geacht. Van hem en zijn partij die der nationaal-socialisten weten we ten slotte neg zóó weinig, dat we hem in de Nederlandsche pers nu eens als den vertegenwoordiger van de zwartste reac tie zien uitgebeeld, dan weer als een super bolsjewiek. In werkelijkheid is hij van bei den iets. De Duitsche nationaal-socialisten streven een soort religieus-cultureele oogmerken na, welke geschikt zijn om een aantal al-Duit- schers, in wie de oude Wodan-geest nog niet geheel is uitgedoofd, te begeesteren. We be hoeven daar thans niet over uit te weiden, want de bedoelde ideeën kunnen een aan hang van Hitler verklaren, ze geven toch geen opheldering van het massale van dien aanhang. De massa is tot Hitier geko men om diens politiek en sociaal program, dat voor millioenen kleine luiden, óók arbeiders, groote bekoring biedt, omdat het zóóveel be looft. Tusschen haakjes voor burgerlijke economen is dat program tevens de grootste dwaasheid van dezen tijd, omdat het vol strekt onuitvoerbaar zou zijn. Hitler is reactionair in de zuivere beteeke- nis van het woord, d.wjz. in zooverre zijn politieke agitatie zich volstrekt keert tegen elke democratische gedachte, welke toch de overheerschende is van onzen tijd. Directe medezeggenschap van het volk in bestuurs zaken van het land acht hij volkomen ver werpelijk. Hij is een autocraat en zijn partij staat een autocratisch bestuur voor, gelijk de communisten in Rusland en de fascisten in Italië. Men kent de leuze der nazi'salle macht aan Adolf HitlerWat geestelijke en staatsrechtelijke vrijheid betreft, is het Duitsche nationaal-socialisrae absoluut reac tionair. Dat wil echter volstrekt niet zeggen, dat haar actie tegen de materieele belangen der arbeiders in gaat, althans niet bewust. Juist omdat Hitier en de zijnen aan de arbeiders zooveel materieele welvaart beloven, loopen zoovele arbeiders en kleine luiden hem na. Hitier voelt zich volstrekt niet voor de rijken of voor de groot-industricelen geporteerd. De Staat is voor hem alles en werd- zijn pro gram uitgevoerd heel wat groote bedrij ven, banken enz. zouden voor nationalisatie in aanmerking komen. Zonder zich bewust tegen den privaten eigendom te keeren, staan Hitier cn de zijnen een zoodanigen druk op het kapitaal voor, dat de voordeelen van het bezit ervan vrij illusoir zouden wor den als het program van de nazis kon worden verwezenlijkt. Rente moet worden afgeschaft. De woningen moeten aan de be woners komen. Voor de geleidelijke vervulling van dien laatsten wensch heeft de partij van Hitier een ingewikkeld stelsel bedacht van een vergoeding in bons, welke als betaalmid del in circulatie moeten worden gobracht en volgens alle economen heel het Duit sche munt- en betalingsstelsels totaal zouden ontwrichten. Hitier loopt nu al weer lang genoeg in de politiek mee, om tot het besef te zijn geko men, dat vele van zijn sociale idealen on vervulbaar zijn. Bovendien heeft Hitier en zijn overige reactionaire, anti-democratische doelstellingen, ook veel bijval gekregen uit monarchistische en industrieele kringen zelfs een zoon van den ex-keizer zit als Hitleriaan in den Pruisischen Landdag door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden) 37) HOOFDSTUK XIII. Precies half vijf reden wij de buitenwijk van Woodford binnen. De wagen had prach tig geloopenmet uitzondering van een kleine botsing met een groentenkar in de buurt van Chelmsford, was onze reis een eentonig succes geweest. Wij hielden stil voor ,,de Ploeg", een ouderwetsche, degelijke her berg in het centrum van het stadje. Er hing 'een rood en wit uithangbord, dat den auto mobilisten reeds van verre aankondigde, hier te stoppen, want dat er een „Garage" ter beschikking stond. „Dit ziet er nog al fatsoenlijk uit", zei ik. „Als het buiten van Maurice niet al te ver hier vandaan is, zou je het best hier je in trek kunnen nemen." Wij reden met den auto het binnenplein op en stapten uitonze bagage lieten wy er in en gingen de gelagkamer binnen. Er zaten twee mannen met elkaar in een hoek te praten en een juffrouw van middelbaren leeftijd voerde heerschappij over het gebied, dat in dergelijke inrichtingen met den naam „buffet" bestempeld wordt. ik nam mijn hoed voo? haar af eh bestelde twee whiskies. menschen. die met hun naam en geld een grooten invloed op de party hebben gekre- ken en straks wel zullen zorgen, dat de scherpste sóciaal-cconomische kantjes van de beweging zullen worden afgeslepen. Daarvan is trouwens al veel merkbaar. Het neemt alles echter niet weg, dat het sociaal-economisch program der Duitsche nationaal-socialisten voor arbeiders en kleine burgers veel aantrekkelijks biedt en dat zelfs na afslijping van de scherpste kantjes nog heel wat van de nieuwe beweging wordt ver wacht ter ontlasting van den druk op den kleinen man. De nationaal-socialisten willen bijv. de laagte-grens voor de inkomstenbe lasting gebracht zien op 3000 mark (voorge steld bij motie der nat.-soc. in den Pruisi schen Landdag). Op het oogenblik geldt als laagte-grens een inkomen van 720 mark, d.i. 4S0 gld. Een arbeider met 2000 mark loon (1200 gld.) betaalt behalve ongeveer 8 in komstenbelasting ook nog 11.59 voor soci ale voorzorg. Alles bijeengenomen moet in Duitschland een arbeider met 2500 mark in komen (d.i. een kleine 30 gld. per week) er op rekenen, dat hij daarvan het zijn alle cijfers van het officieele Duitsche ryksbureau voor statistiek 22.76 (d.i. circa 6.80 van zijn 30 per week) aan den fiscus af staat, nl. voor inkomstenbelasting, sociale voorzorg en verbruiksbelastingen. Het was de democratie, welke dezen druk geleideiyk op de schouders van arbeiders en kleine burgers heeft gelegd. We willen gaarne aannemen, dat het noodzakelijk was en mogen eenigszins vergeten, dat er voor de arbeiders belangrijke sociale verzekerdheden tegenover stonden. Thans echter adviseeren do nationaal-socialisten in den Pruisischen Landdag byv, een inkomstenbelasting, aan vangende bij 3000 mark en met sterke pro gressie oploopende tot 80 voor inkomens Loven de 46.000 mark. We willen ook nog aannemen, dat het zóó niet kan. Maar we kunnen het tenslotte b e g r y- p e n, dat vele kleine luiden, door den fiscus uitgeknepen als citroenen, het er gaarne eens op wagen om de dure democratie eens te ruilen voor het nationaal-socialistisch expe riment. Al vinden we dat als nuchtere buiten staanders om vele redenen te bejammeren. Aquarellen van de Zuiderzee aan de Kamerleden. Op de vragen van den heer Blomjous, in verband met de toezending van een porte feuille met reproducties van aquarellen be treffende de afsluiting en gedeeltelijke droog making der Zuiderzee, heeft mr. Reijmer, minister van waterstaat, geantwoord, dat het aantal portefeuilles, bevattende reproducties van aquarellen, betreffende de afsluiting en gedeeltelyke droogmaking van de Zuiderzee, dat kc:teloos is verspreid, ongeveer 1200 be draagt. De kosten van deze portefeuilles en haar verzending beloopen rond 3350. Deze kosten zijn bestreden uit art. 4 van de begrootingen van het Zuiderzeefonds voor de dienstjaren 1931 en 1932. Dat deze reproducties niet het geringste nut zouden hebben om zich technisch een oordeel te vormen van de Zuiderzeewerken kan de ondergeteekende niet geheel beamen, daar op vele dezer aquarellen wel degelyk een inzicht wordt verkregen van de wyze van samenstelling' van den afsluitdyk en deze reproducties een levendiger voorstelling geven dan een fotografie vermag te doen. Daarbij moge in aanmerking worden geno men, dat omtrent de uitgave van deze por tefeuille reeds meer dan een jaar geleden een beslissing moest worden genomen om haar tijdig gereed te hebben. Indien de on dergeteekende een dergelyke beslissing thans had moeten nemen, zou de verspreiding zeer zeker achterwege zijn gebleven. Belastingen. By beschikking van den minister van fi nanciën is de inspecteur der directe belas tingen enz. J. W. Roskes, toegevoegd aan het hoofd der inspectie der directe belastin- „Kent u misschien Ashton, het buiten van mynheer Maurice Furnivall „Ashtonherhaalde zy. „Ik heb den naam wel eens gehoord't moet hier ergens in de buurt zyn. Ik denk, dat de veldwach ter het u wel kan zeggen. Mynheer Rowe Deze heer zou graag willen weten, waar Ashton is." Een van de mannen in den hoek keek op. „U behoeft niet ver te loopen", sprak hy. Recht de stad door en dan links af den heuvel af. De poort van de oprylaan is aan do rechterhand." Ik bedankte hem en noodigde hem uit een glas met ons te drinken, hetgeen hy met vriendelyke bereidwilligheid aannam. Voor een veldwachter zag hy er nog al schrander uit. „Kan ik hier voor eenige dagen een slaap kamer krygen vroeg Billy terloops. „Ja, dat zal wel gaan, mynheer", ant woordde de dame achter het buffet. „Ik zal mynheer Martin even roepen." zy ging de deur uit en kwam eenige cogenblikken later terug met den herbergier een voor zyn soort zeer tenger man met bakkebaarden en zonder colbert. Billy herhaalde zyn verzoek en ontving bericht, dat er ruimte genoeg was en of wy maar mede naar boven wilden komen. Een wenteltrap voerde ons naar de bovengang. „Dat is een mooie ruime kamer", zei hy, terwyl hy een deur aan de linkerhand open de. ,,'t Is aan de hoofdstraat ook een mooi uitzicht." ,,'t Is goed", zei Billy. „Als er een op gen te Rotterdam, verplaatst naar Gouda en aangewezen als hoofd van de inspectie der directe belastingen enz. aldaar. De Rotterdamsche haventarieven. De gemo teraad te Rotterdam heeft met 25 tegen 14 stemmen aangenomen de voor stellen van Burg. en Weth. om tot verlaging der haventarieven over te gaan. Tegenstem den de sociaal-democraten en de commu nisten. De burgemeester zeide dat de toestand van Rotterdam, eerst nog zorgwekkend, thans inderdaad angstig is. En het is noodig in te grijpen en maatregelen te nemen om te voorkomen, dat Rotterdam nog verder in den hoek zal worden geduwd. De heer Kievit verwacht geen vooruitgang van de Rotterdamsche haven, ook niet bij vei laging der haventarieven, zoolang de toe stand aan de Roer niet verbetert. De oud-wethouder van financiën, de heer A. B. de Zeeuw, zeide dat een verlaging als thans door Rotterdam voorgesteld, aan Am sterdam evenveel tonnen zou kosten als aan Rotterdam millioenen. Het havengeld voor binnenschepen wordt verlaagd met 9.1 dat voor zeeschepen komt neer op een algemeene reductie van circa 16 /2 en daarenboven een verder gaande reductie van gemiddeld 13 f2 voor stukgoed vervoerende lynschepen. De datum van invoering zal nader door den raad worden vastgesteld. De vermindering van inkomsten, uit dit voorstel voortvloeiend, wordt geraamd op één miilioen gulden. De Huishouding. In het laatste nummer van de „Huishou ding" beschrijft Truus Eigenhuyzen de plan nen omtrent den bouw van een meisjeshuis te Amsterdam. Het gebouw zal uit 10 verdiepin gen bestaan en 300 kamers bevatten. Het is gedacht voor de werkende vrouw, die niet ge noeg verdient om behoorlyke comfortabele kamers te huren, Iedere kamer zal voorzien worden van centrale verwarming, vaste waschtafei, douche-cel, ingebouwde kasten, opklapbaar bed-divan. Verder zullen in het gebouw conversatie- en werkzalen zijn, een restaurant enz. Mej. De Holl geeft een artikel met nuttige wenken over het bewaren van levensmiddelen, speciaal by zomerwarmte. Voorts artikelen over hond en hygiëne, het maken van een strandpyama en vervalschingen van de con- sumptiemelk. Nadat de verzameling, schilder- en teeken- werken van H. M. de Koningin ten bate van beeldende kunstenaars in Nederland reeds in verschillende provincies is tentoongesteld, is dit thans in Zeeland het geval en wel in een tweetal zalen van het Kunstmuseum te Mid delburg, ingang Schuttershofstraat. In de niet voor dit doel in gebruik geno men zaal, waar de bezoekers en passant ook een deel der stukken, die steedg in het mu seum zijn, kunnen bekijken, had Woensdag middag te 4 uur in byzyn van verschillende genoodigden, de officieele opening plaats. Deze opening geschiedde by monde van den heer mr. P. Dieleman, die ongeveer als volgt sprak Als waarnemend Commissaris der Konin gin rust op mij de niet zoo gemakkelyke, maar eervolle taak om tot U te spreken bij de opening van de tentoonstelling van schil derwerken en teekeningen, vervaardigd door H. M. de Koningin. Ik druk allereerst namens den Commissaris der Koningin mijn leedwezen uit, dat hy nu juist met het voor hem toch ook beperkte verlof uit de provincie moest gaan, waardoor hy niet zelf deze tentoonstelling kon openen. Ik deel U tevens mede, dat hy van de Zeeuwen verwacht, dat zij door een druk be zoek aan de tentoonstelling zich opnieuw zullen betoonen te zynechte vrienden van het Huis van Oranje en trouwe onderdanen stootje, of een paar vechtende honden zyn of een paard op hol of iets aergeiyks, is het altyd een mooi uitkykje. Enfin ik zal 'm in ieder geval nemen." „Kunt u ons thee met iets er by bezor gen?" vroeg ik. De herbergier ik vergat nog te zeggen, dat er een permanente glimlach om zyn mond speelde, die op den duur een gevoel van medelijden opwekte de herbergier dan, knikte„Zekerlyk, mynheer. Ik zal het in de eetzaal laten opdienen. Dezen kant, myne heeren." Wy gingen de trap af en een groote kamer binnen, die vry overdadig was behangen met afbeeldingen van beroemde renpaarden, af gewisseld door portretten van de geheele koninklyke familie. Binnen enkele minuten bracht een Suf- foiksche schoone, van buitengewoon mollige verhoudingen, een reuzenblad binnen de thee was tip-top compleet en bestond, behalve dan uit dit geurig mengsel, waarvoor wy de Zonen van het Hemelsche Ryk niet dank baar genoeg kunnen zyn, uit jam, water kers, geroosterd brood, boter en eenige soor ten cake. Terwyi wy met deze ingrediënten mond en maag in staat stelden, zich nuttig en aange naam bezig te houden, overlegden wy ons „plan de campagne" en maakten naar ons beste weten de meest practische afspraken. Wy kwamen overeen, dat ik den volgenden morgen voor het ontbyt stilletjes Ashton zou verlaten en Billy op den hoofdweg van v'/oodfoid ontmoeten, Hy zou in dien tus- van H. M., aan wie zy houw en trouw zworen in elke omstandigheid des levens, gaarne zich scharend ook voor het doel, hetwelk H. M. thans nastreeft, onder 't aloude „Orange, Blanche, Bleu". Meerdere vorsten en vorstin nen uit het Huis van Oranje beminden de kunst, inzonderheid de beeldende kunst. Wy herinneren ons slechts een Frederik Hendrik en Amalia van Solms, de stam ouders van het Huis van Oranje-Nassau, de kunstlievende voorouders onzer geëerbiedigde Koningin. Hoe gloeide het hart van Amalia van Solms van liefde voor de beeldende kunst, met name de schilderkunst. Het was toen de opkomst der Hollandsche School. Met haar helder oordeel, haar fijnen smaak, nam de prinses levendig deel aan de zoo beroemd geworden schildery en verzamelingen van den stadhouder Frederik Hendrik, die voor haar, zelf even kunstminnend, het oude hof weleer de woonplaats van Louise de Coligny, en thans het paleis in het Noord einde zoo schitterend liet inrichten. Jor- daens, Houtshorst, Tulder, Pieter Grayer wa ren haar gunstelingen. Het was de gouden eeuw, de eeuw van Rembrandt. De eeuw waarin de kunsten, die vrij uit 's menschen geest kunnen opbloeien en geen millioenen schats kosten als bouwwerken door hun mar mer of kostelijken steen, in onze landen bloeiden, zoo de dich kunst als de toonkunst en de schilderkunst. Het tooveren met het penseel en de naald door onze landgenooten werd wereldberoemd. En zelfs de meest ma terialistische bankier of geldman van Wall- street heeft respect voor die oude doeken, welke kapitalen waard zijn. Er kwam een ge heel nieuwe kunstschepping, waaraan ook nu nog uitnemende schilders motief en richting ontleenen. De Nederlanden zyn bij uitstek geschikt voor deze uiting van kunst. De keel van den Italiaan is zangeriger dan van den Schot, de Duitscher zingt stormachtiger dan de Nederlander, maar in de schilderkunst wordt, dank zy de schoone luchten en tinten en kleuren en het verfijnd kunstzinnig ge moed der Nederlanders, ons land zelden of nooit overtroffen. Zelfs een Taine moet in zijn „Philosophie de "art des Pays Bas" erkennen, dat voor een Rembrandt het leven school achter zijn soms sombere tinten, maar juist in dat chirasescuro greep Rembrandt het leven zoo zeldzaam werkelijk en zoo intens waar. Zoo werd het de Nederlandsche school, die üi de schilderkunst een geheel nieuwe wereld ont sloot. Dat kwam door het oog, het spiedend kunstoog voor het kleine, door het meevoe lend hart, voor het lijder* in de menschheid. Kunstschatten warden op het doek gebracht, waardoor de weg naar nieuwe verovering der kunst ook anderen volken werd ontsloten. De Nederlandsche kunstenaar leerde het alle- daagsche bespieden en bleef niet alleen bij geïdealiseerde apostelen en profeten of Ma donna's. Neen, hij speurde onder dat aller gewoonste de bewegingen des harten na en wist met zijn kunstzin het ideale te grijpen, om straks met de kunst van zijn penseel de wereld te verduidelijken wat hy. had ontdekt, had nagespeurd. Het is in de schilderkunst dat de mensch door lyn en tint schept, schept het volle leven. Dit is de uitstraling uit het goddelijke, gelyk heel die wereld van vormen en kleuren en tinten evengoed als de tonen der musici of de ideeën der poëeten. Het is de kunst, de menschelyke kunst, die reageert tegen het ingezonkene van het leven en de natuur. Kunst is een gave van God. Zy geeft ons, zij moet ons geven, gezien de hoogere werkelykheid dan die een ingezonken ge denatureerde werel'd geeft. Ik acht het hier, ook terwille van den tijd, zeker niet de plaats om te spreken over de mimesis der socrati sche school, die in de meest getrouwe navol ging der natuur haar taak vond, waarby dan de vruchten zoo angstig nauwkeurig moeten geschilderd zijn, dat de vogels er in pikken zouden, noch ook op de waardij van de idieele kunstopvatting. Maar zeker is het dat de verhoudingen en vormen in de natuur de grondvormen en -verhoudingen zyn voor alle waarachtige realiteit en dat een kunst, die niet de natuur afziet of beluistert, en naar eigen willekeur boven haar zweeft, noodzake- lyk verloopt in fantasie, iets waarin de arrivist, die te spoedig gevierd wil zijn, maar al te spoedig vervalt. De kunst is lang, het leven kort. Maar men mag niet door de waarheid van het laatste te zeer de moeilijk heid der kunst uit het oog verliezen. Maar schentijd alle mogelyke inlichtingen betref fende Maurice en zijn omgeving inwinnen en speciaal scherp navraag doen, of er soms een heer met een gebroken neus of een sportman met schouders van ongelijke hoog te, getracht hadden het landschap dezer schoone omgeving door hun aanwezigheid verder op te tooien. „Ik zal myn auto bij je laten, Billy en een rytuig nemen om naar Maurice te gaan. Ingeval wy er een overhaast gebruik van willen maken, hebben wy 'm steeds te onzer beschikking." „Maar", opperde Billy, „zouden ze je niet vragen, waar je den wagen hebt gelaten „Ik zal hun de waarheid zeggen, of ten minste ongeveer. Ik zal zeggen, dat de motor nagezien moest worden en wy den auto in de garage achtergelaten hebben." Billy keek mij bewonderend aan. „Jack", lachte hij, „in jou is een talentvol advocaat verloren gegaan." Wy bestelden een rytuig, waarin ik myn bagage borgdaarna gaf ik Billy nog eenige bankbiljetten, uit voorzorg voor mogelijke gebeurlijkheden, en met een ernstige verma ning om de appelronde Norfolksche schoone niet het hof te maken, stapte ik In het rytuig en reed in de richting van het buiten van myn gastvryen neef, met een mengeling van nieuwsgierigheid en ongerustheid, wat de komende dagen zouden brengen. Ashton zag er uit als een welgevormd huls, half steen, half hóut. Het stond op eenigen afstand van den weg het was omgeven door een moolen tuin en had hoog geboomte pp toch zal anderzijds het ideëele niet uit het oog mogen worden verloren, evenmin als men op wetenschappelijk gebied met het verzame len en rangschikken van nuchtere feiten al leen genoegen neemt en alzoo de statistiek de eenige wetenschap zou vormen. Uit zyn kunst proeve men ook de visie, het karakter, het gemoedsleven van den kunstenaar. Groote kunst was er niet in een tijd, waarin het gemoedsleven op het vriespunt stond en in de eeuw van het materialisme en rationalis me bloeide de kunst evenmin. Daarom was de vorige eeuw arm aan kunstzin en kunst genot en koesterde men zich slechts aan den gloed van het verleden. Men vond schoon wat practisch was, gelyk Socrates, de wysgeer, gespeend van kunstzin, zyn bobbeligen neus schoon vond, dewijl hij gemakkelijk er door ademde. In de tweede helft der 19e eeuw en in on zen tijd is er wederopleving. Niet omdat er zooveel menschen aan kunst doen, maar om dat door dieper gevoel, fyner smaak, hooger gemoedsbeschaving en inniger religieuzen zin, een ryker, dieper innerlijk leven wordt ge vonden. Gelukkig is het, da* ook in breede kringen des volks gevoeld wordt voor kunst, zelfs al leidt dit wel eens tot wansmaak. Beter is het in ieder geval dan het geheng naar Bacchus en Venus, in dancing of nacht feest. Maar toch zoekt veelal de echte kun stenaar de eenzame hoogte der afzondering, de reine berglucht en niet de vlakten van den breeden kring, het dingen naar de volks kunst, het dienen der mode. By kunst moge er niet zijn een kniebuiging als voor de mode. Daarvoor is het leven te ernstig. De aristoi, de aristocraten van den geest, kunnen slechts kunst voortbrengen en kunst genie ten. Naarmate het leven der kunst bij een volk in eenig tijdperk dieper is, meer ont wikkeld is, zal dat volk inniger gevoelsleven hebben en uiting geven aan hoogere en ver- fyndere beschaving, wars van het vernis, hetwelk de vorm is voor het verbergen van wat in zich egoïstisch, leelijk is. Diep heeft H. M. de Koningin dat alles gevoeld. Dat een vorstin in haren vrijen tyd teekent en schil dert, het is prijzenswaardig. Wy lezen het van meerderen. Door kunstzin en smaak heb ben velen onzer vorstinnen uitgemunt. Noem de ik Amalia van Solms, ik moge herinneren ook aan Maria Stuart, die met groote ambitie teekende en altijd bezig wilde zijn en daardoor een voorbeeld werd voor de da mes van haar Hof. Ik herinner aan konin gin Sophie, wier naam behalve op dat der geschiedenis, met eerbied genoemd wordt op dat der schilderkunst, die kunstenaars wist te helpen met meer dan een woord van lof en aanmoediging alleen. Maar wat onze ge liefde Koningin deed voor zichzelf, als uiting van Haar eigen kunstzin en smaak, ten toon stellen, getuigt van het diepere gevoel voor Haar volk, waardoor Koningin Wilhelmina zich altyd heeft gekenmerkt. Zy stelt zich daardoor bloot aan nuchtere, onhartelyke en onheusche critiek, iets van haar intiem leven en dat doet zij om hulp te bieden, om te steunen, voor maatschappelijk hulpbetoon, Toen onze koningin op 31 Augustus 1898 de regeering aanvaardde, sprak zy „Ik stel my tot levensdoel te regeeren zooals van een Vorstin uit het Huis van Oranje wordt ver wacht." Het is hetzelfde als wat de groothertogin, van Saksen Weimar, de kunstlievende tante der Koningin, de vorstin Sophie van Oranje, de edele dochter van Willem de Tweede en Anna Paulona schreef„que mon origine se fait valoir", „dat mijn oorsprong zich late gelden", „Hoog is de roeping, schoon de taak My op de schouders gelegd". Dat woord, bij de troonsbestyging uitgesproken, heeft H. M. in Hare regeering getoond te doorvoelenAan die hooge roeping, aan die zware taak heeft zy voorbeeldig beantwoord. Haar levensdoel heeft Zij krachtig en energiek nagestreefd, omdat Zy hulp en kracht zocht waar deze alleen is te vinden. In allen nood des lands toonde zy de nauwste liefde voor Haar volk. Zoodat zoo volkomen terecht mr. Treub Haar in den beginne van den wereldoorlog noemde: „de moeder des Vaderlands". Wie herinnert zich niet Haar Kerstgroet in 1914 Zy nam het initiatief *oor de oprichting van het Steuncomité en peinsde op plannen om aan den nood het hoofd te bieden en riep het volk tot eendrachtig samenwerken op. Altyd was Zy de eerste bij leniging van den achtergrond. Toen ik door de oprylaan reed, zag ik twee heeren op een bank zitten en toen ik naderby kwam ontdekte ik, dat een van hen Maurice was. Zoodra mijn ru- tuig voor de deur stilhield, «tonden zij beiden op en staken het grasperk over om my te verwelkomen. „Bonjour", zei Maurice, „zeg, ik dacht dat je met je auto zou komen." Ik gaf hem een hand en evenzoo zijn met gezel, een gezet man met fleurig gelaathij maakte op my den indruk van een book maker, die zijn schaapjes op het droge heeft, maar het was duidelyk, dat hy my kende. „Ik ben ook met mijn auto gekomen", antwoordde ik, „maar ik heb 'm in Woodford laten staan. Er mankeert iets aan den motor, want hy heeft aldoor slecht gewerkt." „Dat is zoo vervelend met motoren", zei de welgedane bookmaker„elk cogenblik man- keeren ze iets." „Heb je den chauffeur meegebracht?" vrpeg Maurice, toen er een bediende kwam, cm myn bagage uit het rytuig te halen. Ik schudde ontkennend myn hoofd. „Neen", zei ik. „Ik vond het ditmaal niet noodig, hem mee te nemen." Dit, zal iedereen toestemmen was volko men waar. Misschien is het verbeelding ge weest, maar ik meende een glimp van vol doening op het gelaat van mijn neef te zien verschynen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1932 | | pagina 5