CAOVER O
9 *JUL1
EERSTE BLAD
HET RAPPORT-WELTER.
No. 160
70e Jaargang:
1932
Uitgave: Firma F. VAN OF VELOE Jr., Walstraat 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening66287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
BINNENLAND
STADS- EN PROVINCIENIEUWS
VLI8SINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ2.20 per 3 maanden.
Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove
rige landen bij wekelijksche verzending 3.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel. Kleine advertenties van 1 5 regels 50 ct Iedere regel
meer 10 ct (max. lOregels). Bij 3-maal plaatsing van 1—5regels tl.—.alles tegen vooruitbetaling.
De abonné's in 't bezit eener grilden bij levens- pfltrt gulden bij dood ft ft (Tl gulden bij verlies 4 r"*ft gulden bij verlies <f ftft gulden bij verlies ftp Sulden bij verlies
Polis, zijn GRATIS verze- l|l|||l lange ongeschikt- ftllll door 4|||l van een |ft|| van lllll vaneen van eiken
kerd tegen ongelukken voor1UUU heid tot werken. <J U U een ongeluk. UUU hand, voet of oog. a(JU een duim JLUU wijsvinger LJ%3 anderen vinger
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEÜERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Dit nummer bestaat uit drie bladen
geenszins een gelijke drukverzwaring, want
ook hot volksinkomen is in dezelfde periode
toegenomen, zij het niet in dezelfde mate als
de uitgaven.
Uit de gegevens omtrent de inkomstenbe
lasting en de vermogensbelasting kan worden
afgeleid, dat in de periode 19151929 het
volksinkomen ongeveer is verdubbeld.
Volgens de cijfers der in 1915 ingevoerde
rijksinkomstenbelasting bedroeg het belast
baar inkomen in het jaar 19151916
1.334.494.000, welk cijfer in verhouding met
latere jaren te laag is, omdat de controle toen
nog niet had doorgewerkt.
Stellen wij, om een zuiverder vergelijking
te verkrijgen, dat cijfer op rond f 2 milliard,
dan blijkt bij vergelijking met het belasting
jaar 19281929, in welk jaar het belastbaar
inkomen 4.028.615.000 bedroeg, dat in deze
periode het inkomen ongeveer verdubbeld is.
Dezelfde uitkomst geeft een vergelijking der
koliiren van de vermogensbelasting, volgens
welke het totaal bedrag der vermogens in
1915—1916 beliep f 7.379.246.000 tegen
14.884.162.000 in 1928—1929.
Het staat dus wel vast, dat in bovenge
meld tijdvak het uitgavenpeil sterker is ge
stegen dan het volksink;men. Vooral indien
men in aanmerking neemt, dat de uitgaven
stijging in de jaren na 1928 geenszins in een
verminderd tempo is voortgegaan (volgens de
nog niet statistisch bewerkte rijksrekening
over 1929 bedroeg in dat jaar het totaal der
gewone uitgaven 598.252.079 (dit is 25 mil-
lioen hooger dan het jaar tevoren).
Het behoeft dan ook geen verwondering te
wekken, dat opvolgende ministers van finan
ciën telkenjare bij \e indiening van de be
grooting hebben gewaarschuwd tegen de
voortgaande verzwaring van den belasting
druk, als gevolg van het steeds stijgende uit
gavenpeil, welke verzwaring een toenemende
bedreiging van de volkswelvaart vormt.
Thans is in de regelmatige stijging van het
volksinkomen een keerpunt gekomen. In
hoofdstuk C van haar rapport heeft de com
missie een uiteraard globale schatting ge
maakt van de daling van het belastbaar in
komen in de naaste toekomst. Of die daling
30 of 50 zal bedragen, kan op dit oogen-
blik niemand met eenige zekerheid zeggen,
maar een daling met 30 ligt toch wel aan
den optimistischen kant. De consequentie
daarvan is dan echter, dat, nu reeds in de
voorafgaarde jaren het uitgavenaccres, in
verhouding tot de toeneming van de draag
kracht, te groot is geweest, een vermindering
van die draagkracht met 1/3 gedeelte zeker
een gelijke vermindering van het uitgavenpeil
ïr.et zich zal moeten brengen, dat wil zeggen
een verlaging der gewone uitgaven met plm.
200 inplaats van met 100 millioen.
In dit licht bezien acht de commissie de
mogelijkheid geenszins uitgesloten, dat de
thans door haar voorgedragen besparings
voorstellen nog slechte een eerste schrede
zullen vormen op den moeilijken weg der
budgetverlaging, die spoedig door een tweeden
stap van niet minder verre strekking gevolgd
zal moeten worden.
Met temeer vertrouwen moge zij de spoe
dige invoering van de in dit rapport ontwik
kelde besparingsvoorstellen dringend aanbe
velen hoe eerder daartoe wordt besloten, hog
grooter de kans is, dat verdere stappen zullen
kunnen worden vermeden.
De commissie meent haar verslag niet te
mogen afsluiten zonder hare groote eikente-
lijkheid uit te spreken voor den steun en de
voorlichting, welke zij zoowel van ambtelijke
als van niet-ambtelijke zijde heeft ondervon
den. In het bijzonder vermeldt zij hier de
ambtenaren van de generale thesaurie van
het departement van financiën, op wier hulp
zij zoo vaak en nimmer tevergeefs een
beroep heeft moeten doen.
De brand op de „Dempo".
Gisterenavond cm 9 uur is op de „Dempo"
luik IV, dat sedert Woensdagochtend onder
koolzuurdruk stond, heropend. Terstond werd
daarop begonnen het koolzuur uit het ruim
te pompen. Bij de opening sloeg een dikke
rookmassa naar buiten, welke steeds erger
werd en het geheele achterdek in een rook
gordijn hulde. Het blusschingswerk werd
daardoor allermoeilijkst ondanks het feit, dat
scheepsofficieren en matrozen van gasmas
kers waren voorzien.
Afdalen in het ruim is onmogelijk. Het zou
trouwens ook nutteloos zijn, daar men zelfs
met een sterken schijnwerper nog geen meter
ver door de rookmassa kan zitn.
Het inpompen van water wordt voortgezet
door middel van vijf slangen op de Jan van
der Heijden en de scheepsslangen.
De vertrekdatun van het schip kan mo
menteel nog niet worden vastgesteld.
De loonen in de typografie.
Naar de „Volkskr." verneemt, heeft de
looncommissie voor de typografie Donderdag
opnieuw vergaderd, nadat zij op 27 Juni niet
tot overeenstemming was gekomen over de
vraag of loonsverlaging toegepast moet wor
den, gezien den bedrijfstoestand en de da
lende kosten van het levensonueihoud.
In deze tweede vergadering staakten de
stemmen andermaal.
De commissie moet nu nogmaals bijeenko
men, aangevuld met een onpartydigen voor
zitter.
Wanneer deze derde vergadering zalmplaats
hebben, is nog niet vastgesteld.
Vereeniging Ziekenhuisverpleging,
In het verslag van de vergadering van de
Vereeniging voor Ziekenhuisverpleging, opge
nomen in ons vorig nummer, is niet juist
weergegeven wat de heer De Meij heeft ge
zegd over het mogelijk tekort, waarvoor de
vereeniging kan komen te staan.
Hij wees er op dat wannéér het gasthuis
wordt opgeheven en wij voor de patiënten de
nieuwe verpleegkosten moeten betalen, de
vereeniging met een aantal patiënten zooals
thans verpleegd worden, voor een tekort van
ongeveer 300 per week zou komen te staan.
Zeebaden.
In de week van Zaterdag 2 tot en met
Vrijdag 8 Juli werden in het gewone bad ge
nomen 2297 zeebaden, waarvan 1121 door
dames en 1176 door heeren en in het volks-
bad 1326 baden, waarvan 631 door dames en
695 door hgeeren.
De hoogste temperatuur van de lucht was
74 graden en de gemiddelde temperatuur van
het water 66 graden.
Bezuiniging op alle hoofdstukken der Staatsbegrooting.
Salariskorting van 13 pet. voor de ongehuwden en 8 pet. voor
gehuwden. Afdwingen van gelijksoortige verlaging van de
loonen en salarissen van personeel in dienst der andere publiek
rechtelijke lichamen. 15 pet. verlaging van den werkloozensteun.
Opheffing 6 rechtbanken en 50 kantongerechten. Alle ver
lagingen nog slechts een eersten stap op den moeilijken weg der
budgetverlaging.
In het thans verschenen rapport van de
Staatscommissie voor de verlaging van de
rijksuitgaven (commissie-Weiter) wordt het
bedrag, waarmede de bëgrooting voor 1933
zou moeten worden verminderd om te komen
tot een althans wat den gewonen dienst be
treft sluitende begrooting becijferd op rond
100 millioen.
Behalve een inleiding en een historisch
overzicht van den arbeid door vorige bezui-
niginggcommissies verricht, wordt een korte
beschouwing gegeven over den economischen
toestand in Nederland.
Achtereenvolgens worden de volgende on
derwerpen besprokenscheepvaart, scheeps
bouw, boschwezen, prijsverloop, koloniale pro
ducten, economische toestand in Ned.-Indië,
afzètgebied der Nederlandsche industrie, al-
gemeene industrieele toestand, landbouw- en
veeteelt-producten, ooft- en tuinbouw, zee-
visscherij en veenderij, werkloosheid, alge
meen economischen toestand in Nederland,
de mededinging van Nederland op internatio
nale markten, loonstandaard, noodzaak tot
beperking" der rijksuitgaven.
De commissie komt tot de conclusie, dat het
economisch perspectief voor Nederland zéér
weinig rooskleurig genoemd moet worden en
dat het dientengevolge zoo ooit, dan thans
voor den Staat onafwijsbaar plicht geworden
is om het cijfer der begrooting, hetwelk in een
periode van welvaart tot ruim 600 millioen
is gestegen, tot bescheidener proporties terug
tt brengen.
De gemeente-financiën geven naar het oor
deel der commissie meer nog dan die van het
rijk reden tot bezorgdheid. Gezien de groote
risico's, die de rijksfinanciën bij een onoor
deelkundig gemeentelijk beheer loopen, be
hoort de ernstige aandacht der regeering op
deze zieke plek gevestigd te-worden.
De commissie berekent, dat van het totale
rijksbudget ad. 587 millioen slechte 395
millioen voor bezuiniging in aanmerking komt
en dat hiervan de totale jaarlijksche loon- en
salarislast rond 5) bedraagt. Wil men een
zeer groot bedrag op de landsuitgaven bezui
nigen, dan moet men dus noodzakelijk daarbij
de salarissen en loonen aantasten. Voorge
steld wordtinkrimping van de personeel-
formaties met 12 (verwachte baten plm.
f 7.2 millioen) blijvende salariskorting van
13 voor de ongehuwden en 8 voor ge
huwden (bezuiniging plm. 24 millioen na
aftrek van reeds bestaande kortingen wordt
dit per saldo f 14.5 millioen)
Gelijksoortige verlaging van cté loonen en
salarissen van personeel in dienst der andere
publiekrechtelij ke lichamen zal als noodzake
lijk complement van dezen maatregel door
een wettelijk voorschrift moeten worden af
gedwongen, indien zij niet uit eigen beweging
wordt opgelegd. Voorts zal het evenwicht
moeten worden hersteld tusschen de salaris
sen en loonen van het rijkspersoneel en van
het personeel in dienst van publiekrechtelijke
lichamen.
Verder wordt voorgesteldeen verminde
ring met 15 van de uitgaven voor mate-
rieele en overige behoeften (bezuiniging plm.
2,850.000) en van de door het rijk verleende
subsidiën, niet berustend op wettelijke rege
ling of contractueele verplichtingen (bezui
niging rond 1 millioen) een vermindering
met gemiddeld 25 van de gratificatiën (be
zuiniging rond 240.000) een wijziging vatr
het reisbesluit (bezuiniging 855.000) meer
doeltreffende toepassing van het Instituut
voor arbeidsovereenkomsten en vervallen van
het Instituut der tijdelijke ambtenaren. De
hierhoven genoemde bezuinigingen (waarbij
de algemeene inkrimping van de personeel-
formaties met 12 bij alle departementen
zal worden toegepast, na advies van«.een be
perkte commissie van hoofdambtenaren) ge
ven een totaal bezuiniging van 28.945.000.
Voorts worden op verschillende begrootings.
hoofdstukken bijzondere bezuinigingsmaatre
gelen voorgesteld. Hierdoor wordt op buiten-
landsche zaken 323.000 bezuinigdop ju
stitie (o.a. door afschaffing van 50 kanton
gerechten en o.a. de rechtbanken te Roer
mond, Zutphen, Tiel, Dordrecht, Alkmaar en
Winschoten) ƒ3.140.000, op binnenlandsche
zaken en landbouw (o.a door een verlaging
met 15 van den werkloozensteun)
1.697.000 op onderwijs (o.m. door vermin
dering van 10 op de kosten van het hooger
onderwijs, concentratie van openbare lagere
scholen, Ulo-scholen enz., doorvoering van de
45-schaal o.a) f 15.404.000 op financiën
4.882.000 op defensie (o.a. door besparing
van 10 op de kosten van de marine- en
legerorganisatie 7.503.000 op waterstaat
o.a. door vervanging van het wegenfonds door
een rijksverkeersfends en uitstel van de
Noord-Oost-inpoldering van de Zuiderzee)
25.335.000 op arbeid, handel en nijverheid
13.297.000 en op koloniën 1.340.000.
Met de reeds genoemde algemeene bezui
niging van f 28.945.000 geeft dit een totale
bezuiniging van 101.866.000.
Gezien het feit, dat in de latere jaren het
uitgavenpeil sterker is gestegen dan het
volksinkomen, terwijl het belastbaar inkomen
in de naaste toekomst met 30 tot 50 zal
■blijken'té!:zijn gfedaalö," acht de"Commi&ie'de
mogelijkheid geenszins uitgesloten, dat deze
besparingsvoorstellen nog slechte een eerste
schrede zullen vormen op den moeilijken weg
der budgetverlaging, die spoedig door een
tweede stap van niet minder verre strekking
gevolgd zal moeten worden.
Een samenvatting van de in verschillende
hoofdstukken van dit verslag voorgestelde
maatregelen, welke verbetering van den stand
van het budget beoogen en die, hetzij dade
lijk, hetzij in de naaste toekomst, verwezen
lijkt kunnen worden, leidt tot de volgende uit
komst
Hoofdstuk D 28.945.000
E - 323.000
P - 3.140.000
G - 1.697.000
H 15.404.000
J - 4.882.000
K - 7.503.000
L - 25.335.000
M 13.297.000
w N - 1.340.000
Totaal 101.866.000
of rond 102 millioen.
By hoofdstuk P (justitie) wordt voorgesteld
tot opheffing van 50 kantongerechten, w.o.
die te Goes, Oostburg, Hulst en Tholen.
In een slotbeschouwing geeft de commissie
zich rekenschap van de vraag, of en ik hoe
verre een bedrag van ruim 102 millioen,
waarmede bij aanvaarding van hare voor
stellen 'ie stand van het rijksbudget verbeterd
zou kunnen worden, geacht zou mogen wor
den in een juiste verhouding te staan tot het
geen door den nood der tijden wordt voorge
schreven.
Teneinde hieromtrent zoo goed mogelijk een
inzicht te verkrijgen, legt de commissie over
een staat, vermeldende hoofdstuksgewyze de
gewone uitgaven volgens de rijksrekeningen
in de twee jaren onmiddellijk aan den oorlog
voorafgaande, benevens in de laatste twee
jaren, waarvan de rijksrekeningen definitief
vastgesteld en statistisch bewerkt zijn, zijnde
onderscheidenlijk de jaren 1913 en 1914 en
1927 en 1928.
Een vergelijking van deze cijfers doet zien,
dat in do periode 1927—1928 de rijksuitgaven
voor den gewonen dienst zijn gestegen tot
ongeveer 2.8 maal het peil van de periode
1913—1914.
In deze stijging hebben de verschillende
hoofdstukken eon uiteenloopend aandeel ge
had. Het sterkst zijn gestegen de hoofdstuk
ken onderwijs, kunsten en wetenschappen en
arbeid, handel en nijverheid, welke in 1927
1928 meer dan het viervoudige bedragen van
1913—1914.
Duidelijk spreekt uit dit overzicht de in
vloed, dien de onderwyswetgeving, de sociale
verzekering en de toenemende zorg voor
werkloozen en volksgezondheid (woningbouw)
op het budget hebben uitgeoefend. Ook de
lasten van de staatsschuld zijn aanmerkelijk
hooger geworden.
Intusschen beteekent deze uitgavenstijging