500 300 150 25 WOENSDAG 30 MAART EERSTE BLAD IVo. 75 70e Jaargang 1932 Uitgave: firma F. VAN DE VELDE Jr., Walstraat 58-60, Vlissingen.Telef. 10. Postrekening 66287 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen Een groot schilderij van 1669Gezicht op Vlissingen. STADS- EN PROVINCIENIEUWS VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoorVlissingenende gemeenten op Walcheren ƒ2.20 per3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove rige landen bij wekelijksche verzending 3.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels ƒ1.25; iedere regel meer 25 cent.Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct p. regel.KIeine advertentiesbetrefiendeHuur enVerhuur.Koop enVerkcop, Dienstaanbiedingen en-Aanvragen van 15 regels 75 ct, iedere regel meer 15ct De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger T AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS" Dit nummer bestaat uit twee bladen Met particulieren steun aangekocht voor het Stedelijk Museum. I IV (Slot) De Protestantsche kerken van dien tijdGroote-, Middel-, Oosikevk, Waal- sche, Doopsgezinde en Luthersche kerk. Molens, water-, windmolens, ook houtzaagmolens. De Middelburg sche Poort. Het weeshuis van 1630 op het Baerlantsbolwerk, tegenover Speckens nu. Gedenksteen van 1661 met wapens hoekhuis Coosje Buskenstraat*—Badhuisstraat. Lusthoven buiten de stadSwanenburgh enz. >-* Iets naders van den schilder Schilderijen voor de stad vervaardigd. Een daad van kloeke durf, maar ook van eerbiedwaardige traditie Vroeger stipte ik reeds aan, dat het aantal kerken d.w.z. Protestantsche kerken, an dere werden immers toen niet in het open baar geduld veel grooter was dan thans. Boven alle steekt de oude Jacobskerk uit, die yan 1304—1308 gebouwd is, juist in hetzelfde tijdperk, dat het oude Vlissingen zich zee waarts verplaatste en de nieuwe haven van Graaf Willem III werd gegraven. Deze nieu we parochiekerk vulde die van Oud-Vlissin gen aan. Ik mag niet zeggen „verving", want in 1572 had Oud-Vlissingen nog zijn cureit pastoor zijn kerk en ook zijn toren. Hierdoor wordt dus de overlevering weer sproken, dat tot den bouw van den Jacobs- toren de steenen van den Oud-Vlissingschen toren dienst zouden gedaan hebben. Met de nieuwe haven als centraal levensorgaan ver rees de nieuwe veste, ten Westen dier haven werd een stedehuis gegrondvest, ten Oosten in dezelfde lijn de nieuwe parochiekerk aan het begin van het nieuwe bouwterrein. We zien behalve den bekenden hoogen toren nog een kleiner torentje, dat inderdaad er op ge staan heeft, maar wegens zijn bouwvalligheid in 1751 (resolutie 28 Augustus) afgebroken is, „als geen baken zijnde". De wassende bevolking maakte, dat het aantal bedehuizen uitgebreid moest worden de kerk van Oud-Vlissingen was in 1572 f Afgebroken de versterking met het Engel sche garnizoen in 1585 vereischte in de eerste plaats een „Engelsche kerk". Deze is in 1593 voltooid en In 1626 nog met een beuk vergroot. In tegenstelling met de Groote werd zij de „Kleine kerk" genoemd (vgl. Kleine Kerkstraat) en later, na de stich ting van de Oostkerk, verkreeg zij den naam van Middelkerk. Bij de vergrooting van 1626 met de helft werd er tusschen de beide daken een torentje opgebouwd, voorzien van een luiklok. Na 1616, toen het Engelsche gar nizoen vertrok, werd ze in gebruik genomen •door de Ned. Herv. Gemeente. Tot het jaar 1809, toen ze zeer geleden had van het bom bardement, was ze in gebruik, in den Fran- schen tijd deed ze dienst als fouragemagazijn en werd met Rijks toestemming in 1825 af gebroken, mits later zoo noodig de grond weer aan het Rijk werd teruggegeven. Het is nu het scholencomplex aan de Wage- naairstraafc. De derde kerk, die ons oog treft ten Noord-Westen van het Prinsenhuis ziet men baar zeer duidelijk is de Oostkerk. Zij is gebouwd van 1650—1654, tusschen de beide daken ziet men een klein torentje. De kosten bedroegen 13933 Vis. ruim, dus een 84.000. Ook dit gebouw werd tegelijk met het reeds genoemde Ammunitiehuis en Prinsenhuis bij den brand van 14 Januari 1749 verwoest. In 1752 weer opgebouwd, in 1808 door de Fran- sche marine als magazijn in gebruik geno men, in 1809 in de asch gelegd, in 1812 weder als magazijn verrezen, is ze later aan de Rijkswerf gegeven en doet nu dienst als ijzer smelterij van de Kon. Maatsch. „de Schelde". Een vierde kerk was de Waalsche kerk, die in 1635 werd gebouwd, in de Korte Vlaming straat (eerste steen 3 Juli), ook haar trof het noodlot van 1809. De Doopsgezinde en de Luthersche kerk, de eerste op den Peperdijk van 1640, de tweede in de Walstraat van 1735, zijn op onze schilderij niet te zien. Het is den Hollanders van oudsher eigen geweest, de energie die de drijvende wolken stoeten voortbeweegt, dienstbaar te maken aan de behoeften van den mensch, hetzij om bun woonplaatsen watervrij, hun voedsel genietbaarder te makeh en zoo ziet men op dit, ook in details zoo nauwkeurige, doek, hoe met de torens, de molensilhouet ten het stadsbeeld verfraaien en verlevendi gen. Is nu nog slechts een enkele molen over die op het voormalige Oranje bolwerk in 1669 waren er verscheidene. Hoorde reeds bij de grafelijke inkomsten het recht van den molen den watermolen in de 13e eeuw, waar al het graan moest gebracht worden, üat geconsumeerd. 5verd en die aan de tegen woordige Spuikom stond, dus aan de oud ste haven, de opvolger ervan stond op de zelfde molenwerf en werkte door een groot wiel, op welks schoepen het water viel, als het door een spuikanaal liep naar de oudste haven, nu een deel der Spuikom. Het watermolenterrein lag tegenover de Middel- burgschepoort. In 1663 is naast het wiel- gat een vanggat gemaakt, dat de gelegenheid aanbood om het hout voor den, in dat jaar opgerichten, zaagmolen langs den waterweg der respectieve havens van de Houtkade aan de Dokhaven naar de plaats van bestemming te brengen. Deze houtzaagmolen (genoemd „Doornbos", later „Noorbeek") was opge richt buiten de Middelburgsche poort, waar nu de Zeevaartschool isin de 18e eeuw, nl. 1749, is nog een houtzaagmolen opgericht „De Eenhoorn", aan den kleinen Spui- boezem beide zijn in 1812 op last van de Fransche genie gesloopt ten behoeve van de fortificatiën. Op den achtergrond ontwaart men achter het bovengedeelte van de Middelburgsche poort een molen, die door wind gedreven wordt en welks wieken men ook zeer duide lijk ziet afgebeeld. Dit moet de molen zijn „De Ezau" op het Baerlands Bolwerk. Op den zeemuur of eigenlijk is het bij den zeemuur, nl. op het Leugenaarsplein verheft ook een windkorenmolen zijn slank silhouet. Op het einde van den Westdijk nl. was een plein de Leugenaar, het Leugenaarshoofd herinnert er nog aan dat, volgens het handschrift van een Vlissinger van 1754 zoo genoemd is naar de gissingen, die er gemaakt werden omtrent de uit zee komende schepen, misschien ook wel vanwege de gesprek ken, die er gevoerd werden. Op dit plein stond een windkorenmolen op een steenen teerling, omgeven met palissaden. Deze is in het jaar 1723 afgebroken, daar de dijk door het schudden, als de molen draaide, te veel leed. Men heeft toen dat plein beklinkerd in den vorm van een kompas en voorzien van vier zonnewijzers in arduinsteenen palen uit gebeiteld, en in het midden een arduinsteenen kolom geplaatst met het jaartal 1723, terwijl het geheele plein in 1753 met steenen paaltjes is afgezet. Ook dit is onder de Fransche re geering verdwenen j de kleine kazerne is op een deel van het plein, dat echter vroeger veel hooger was. Aan het Oostelijkste uiteinde van den zee muur, ten Oosten van de Dokhaven dus, ziet men twee windmolens, de eene op het Oranjebolwerk, „de Oranjestam", nu „de Oranjemolen" geheeten, die in 1738 door de Vlissingsche regeering werd gekocht, hij was in 1699 tot een pel- of gortmolen inge richt ter vervanging van den molen op den Leugenaarde andere is op het Nas- sausche bolwerk. Is dit misschien de molen van 1624, den 31en Juli van dat jaar nl. werd Adriaan Stevensen „geconsenteerd" tot het maken van een molen, dan zou dit de „Oostmolen" zijn. Het jaar te voren hadden de bakkers verzocht nog een wind korenmolen op te richten, den 16 Augustus 1629 bepleit de vroedschap bij Zijne Excel lentie de noodzakelijkheid van een nieuwen windkorenmolen. Zooals men weet was de heer der stad ook heer van water en wind, m.a.w. hij moest toestemming geven en ont ving de revenuen geheel of gedeeltelijk, die behoorden tot de inkomsten der heerlijkheid. In ieder geval is die tweede molen in 1738 afgebroken. Immers, toen de stee nen gortmolen de Oranjestam in de Biënkorf (een herberg,, nu Bellamypark 31) door de stad gekocht was voor 611 Vis., werd besloten die tot een korenmolen te „appropieeren", in plaats van den vervallen Oostmolen, die afgebroken zou worden, terwijl de Westmolen zou gerepareerd worden (resol. 8 November 1738). Op den achtergrond van de haven van 1308 tegenwoordige Bellamypark ziet men het bovenstuk van een poort, dit is de Mid delburgsche Poort, als klein poortje aange legd vermoedelijk in 1540, maar een meer monumentale poort geworden in 1582, mét den uitleg der stad door Prins Willem in 1580. Hoe zij er uitzag juist in het jaar 1669, toen zij groote herstellingen onderging, leert ons het meer genoemde handschrift uit de 18e eeuw. Zü prijkte met de wapens van het huis van Oranje, van de provincie en de stadze werd met vier zware deuren afgesloten en had aan de binnenzijde twee vertrekken, die onder de poort uitkwamen, het eene tot ver blijf van den officier van de wacht, het an dere tot een „corps de garde" of wacht dienende. Boven de poort verhief zich een steenen rondeel, in de borstwering met schiet gaten voorzien, waarheen een arduinsteenen trap toegang verleende. Toen zij in het jaar 1669 werd vernieuwd precies het jaar, dat de schilderij gemaakt werd heeft men er een gedenksteen in geplaatst met een Latijnsch opschriftS. P. Q. F. Hanc portam etc.", dat vertaald, aldus luidt„De Raad en het volk van Vlissingen hebben deze poort, die het eerst van alle Nederlandsche poorten voor de slavernij gesloten en voor de vrijheid ge opend werd, in het jaar 1669 vernieuwd, on der het burgemeesterschap van Apollonius Ingelse en Johannes Cardon." Men meende nl. en tot eenige jaren ge leden was dit de altijd nog gangbare mee ning, dat den 6en April 1572 het Spaansche garnizoen door deze poort was weggetrokken naar Middelburg. Inderdaad heb ik in 1922 kunnen aantoonen, dat men de in garnizoen liggende Waalsche troepen den 13en April had ingescheept en zonder wapenen naar Sas van Gent toen te water bereikbaar had laten vertrekken. Dit is ook veel aan nemelijker, dan dat men eenige honderden vijandelijke soldaten het naburige vijandige Middelburg had laten versterken. Door de publiceering van de correspondentie van Granvelle is bovenstaande afdoende aange toond. Ten Oosten van de Middelburgsche Poort, dus op het Baerlants bolwerk, verheft zich het weeshuis, waarvan men ook het bovenste deel ziet afgebeeld. Dit was toen nog betrekke lijk nieuw, daar het in 1630 aan het einde der tegenwoordige Walstraat tegenover Speckens nu gebouwd is als Oude-Man- nenhuis en Weeshuis. De ingang was door een groote arduinsteenen poort, waarboven was ingebeiteld Wij groeyen vast, in tal en last, ons tweede vaders klagen En gaat niet voort, door deze poort, of helpt een luttel dragen. In 1648 besloot de stadsregeering het oud mannenhuis van het weeshuis te scheiden. De oude lieden zijn toen overgebracht naar het gebouw van 1547 onder den wal bij de tegenwoordige Sociëteit Unitas en zoo bleef hier alleen het weeshuis. In 1661 moest het weeshuis vergroot worden en ter herinnering daaraan werd op de binnenplaats een steen aangebracht met de wapens van den baljuw Gyselink, de burgemeesters Van Hecke en Van Gogh en van zes diakenen, nl. Floris Willemse, Jasper van den Bussche, Symon Lambrechtsen, Nicolaas Goes, Jan van de Velde en Cornells Danckers. In 1691 is het weder vergroot, een groote eetzaal werd er aangebouwd met een schoorsteen aan het eind, prijkende met de wapens van de veer tien diakenen. In 1795 zijn de weeskinderen naar het Gasthuis verplaatst en werd het gebouw ingericht als kazerne voor de Fran sche troepen. In het begin der 18e eeuw her bergde het een 150 weezengelijkvloers was de school, de weesschool nl. Ik merk nog op, dat de zooeven genoemde gedenksteen met de wapens nu ingemetseld is in het hoekhuis, BadhuisstraatCoosje Buskenstraat. Buiten bij de Nolle ziet men het torentje van de buitenplaats „Swanenburgh" en het gehucht Bakkersdorp, dat evenals Bonendijke onder de stad ressorteerde. De bewoners moesten „hun belijdenis in de stad doen" en moesten ook voor rechtszaken in de stad te biecht komen. De buitenplaats „Swanen burgh" is een der vele lusthoven die in de omgeving der stad door de rijk geworden Vlissingsche kooplieden waren opgericht als zomerverblijf. Hun rudimentaire overblijfse len zijn nu de gelijknamige boerderijen. Ik noem nog ter herinnering Sotteghem, Lam- merenburg, Pauwenburg, Bosschenburg, Bas- kensburg. Dg beide laatste behoorden even als Lammerenburg aan de familie Lampsins, terwijl Pauwenburg door Mr. Reinier Pauw is gebouwd. Zooals men weet is het laatste overblijfsel aan het eind van het vorig jaar afgebrand. Zooals men bespeurd zal hebben, heb ik tot nog toe zorgvuldig vermeden, iets naders van dén schilder te zeggen. Psychologisch is het verklaarbaar, dat men liefst eerst op- discht, wat men wèl weet en wat men heeft kunnen navorschen en dan pas lichtelijk schuchter bekent, welke lacunes onze kennis vertoont. Geloof maar vrij, dat ik zij het dan ook niet hemel en aarde bewogenmaar toch bergen folianten heb doorsnuffeld om iets meer te weten te komen van onzen Segers. 't Is niet Hercules Segers, Rembrandts leer meester, want deze stierf in 1640, ook niet Jan Baptist Segers, geb. 31 December 1624, de zoon van Gerard Segers van Antwerpen, die in dienst was van Octavio Piccolimini, hertog van Amalfi, die hem in een schrijven uit Weenen, 7 Februari 1652 aan aarshertog Leopold Wilhelm warm aanbeveelt. Maar wie het dan wel is Een Vincent Segers woonde in het begin der 17e eeuw in Middelburg en was „tapissier" en leverde als zoodanig aan de Vlissingsche vroedschap tapijten als zij die noodig had bij feestelijke gelegenheden, bijv. 31 October 1625 bij de komst van Frede- rik Hendrik, 2) maar een onderzoek naar even- tueele zonen van hem in het gemeente archief van Middelburg leverde geen resul taat op. Een Jan Jansz. Segers was 1644— 1646 „Tapetenwirker" en tevens schilder in Gouda van 1644—1646. In Vlissingen zelf heb ik uit de archief stukken tal van naamgenooten opgediept, bijv. „Rogier Segersse, poorter van Vlissin gen, schipper op Rouaen en andere plaetsen en custen in Frankrijk" (gedateerd 18 Maart 1581), maar zoons of kleinzoons kon ik niet vinden. Tusschen 1614 en 1648 worden wel vijf naamgenooten poorter van Vlissingen, zoowel uit Antwerpen, Zoutelande, Rosen- daal en Westkapelle. Dragers van den naam Jan Segers (sen) zijn er genoeg. Ook vond ik „Melchior Segers jm. van Vlissingen onder trouwd met Magdalena Bollaerts jd. van Mid delburg en aldaar ondertrout 13 Mey 1628". Maar tot heden is alle moeite vruchteloos gebleken, 't Is trouwens een kwestie, die voor de geschiedenis der schilderkunst interessan ter is dan voor die van Vlissingen, En dan, voor wien is het schilderij vervaardigd. Cor nells Lampsins was gestorvenzou zijn zoon Geleijn de opdrachtgever geweest zijn, de laatste bezitter heeft medegedeeld, dat hij een twintigtal jaren slechts eigenaar was, maar niets omtrent de herkomst kon mede- deelen. What's in a name? Maar ik voor voor mij was toch wel heel erkentelijk ge weest, als ik maar een geringe aanwijzing had. kunnen krijgen, want zoo heel veel rijkaards telt een stad van een 10.000 inwo ners toch niet, althans niet veel, die een der gelijk stuk konden laten maken en het on danks zijn dimensies konden plaatsen. Want er zijn wel legendaire verhalen van de kleine be dragen, die de schilders in dien tijd ontvin gen, maar het valt soms ook weer niet mee. Zoo ben ik bijv. eerst gaan onderzoeken of de stad zelf ook de lastgeefster had kunnen zijn, want de Vlissingsche vroede vaderen hadden vroeger heel wat voor de kunst over Toevalligerwijze zijn van de groote liassen rekeningen enkele extracten overgebleven en daarin vond ik wel aardige bijzonderheden. Den 13en Maart 1627 is betaald aan den Hr. van Manmaker voor de „schilderij van Prince Maurits", 50 Vis. of ƒ300. Deze was bestemd voor het stadhuis. De Heer van Manmaker was niet de schilder. Wel daaren tegen was de nu volgende leverancier een schilder„Betaelt den 26 Febr. 1653 aan Heijndrick Berkman over 't maecken ende schilderen van 't portrait van Syn Hoogheid Prins Willem 14 Vis.", dus 84. Zooals men begrijpt, was dit de beroemde Hendrik Berckmans, van wien in het Museum een ge schilderd portret is van Adriaen Banckert. Daarentegen werd in 1669 betaald aan Lam- brecht de Hue „voor het conterfeyten van Syne Hoochheid" de kapitale som van 157 Vis. en 10 sc., dus bijna ƒ950. Dit was een schilderij, prins Willem III voorstellende, eveneens voor het stadhuis. Later werd aan dit conterfeitsel van Zijne Hoogheid toege voegd blijkbaar op den achtergrond een gezicht op de stad Vlissingen, dus merk waardigerwijze in hetzelfde jaar als waaruit onze schilderij dateert„Betaelt aen Adriaen Verdoel voor het schilderen van de stad Vlissingen in de schilderij van Sijne Hooch- heit" 4 Vis. 4 sc., dus een 25. Zooals bekend zijn deze schilderijen met nog enkele zeer kostbare stukken van de beroemde Van de Velde's met den brand van het stadhuis van 1809 vernietigd. Het belang van den aankoop onzer schil derij behoeft geen betoog, waar het een reconstructie, zij het dan ook in effigie, van veel wat vergaan en verworden is, kan ge noemd worden. Maar niet alleen voor deze oude sympathieke stad met haar roemruchtig verleden, haar optimistischen kijk op de toe komst, is deze durf een daad van beteeke- nis, waar nu dit historisch stuk uit particu lier bezit in dat der gemeenschap is overge gaan, zoodat een ieder er nu van kan ge nieten, maar voor geheel Zeeland, voor ge heel ons land zelfs, fier op haar roemrijke geschiedenis is dit een niet gering te achten aanwinst. Meermalen toch is het oog der Zeven Vereenigde Nederlanden gevestigd ge weest op het hier afgebeelde toenmalige Vlissingen, waar het vooral aan zijn groote zonen mee te danken is geweest, dat „twee groote koninkrijken" „tot driemaal toe de trotsche vlag moesten strijken", waar de vorsten dier landen reeds een accoord hadden aangegaan, waarbij Zeeland als inzet diende en aan den omkoopbaren Karei II van Groot* Brittannië was beloofd. De nakomelingen dier kloeke, beleidvolle mannen hebben hun plicht maai? ook de traditie begrepen en het is voo£ een kleine provinciestad in deze barre tij* den een prachtdaad geweest, den geest bovetf de materie te laten gaan, ziedaar een idealis* me, dat in deze nuchtere tijden het mensche* lijk hart onzegbaar aangenaam aandoet. H. G. VAN GROL, Archivaris 1) zie „N. R. Ct." 6 April 1922, mijn feuil* leton „Vlissingen bevrijdt zichzelf". 2) Aan „verscheyden schuytlieden, die Zyn Exc.tie met zyn treyn en suite van Middel burg hier binnendeur dus per schuite* vaart) hebben gebracht" werd 5 Vis. 12 sc. betaald, dus 33.60. Beperking wachttijden aan het loket postwissels. Teneinde de wachttijden aan het loketi postwissels zooveel mogelijk te beperken zal, bij wijze van proef, op den laatsten werkdag en de eerste twee werkdagen van de maand van 9 tot 12.30 en van 13.45 tot 15 uur eehj tweede loket worden opengesteld voor de be£ handeling van stortingen op postrekeningen en overschrijvingen van chèques. De „Indrapoera". Het motorschip „Indrapoera" van den Rok* terdamschen Lloyd, dat aan de werf der N.V* Kon. Maatsch. „de Schelde" van nieuwe ma* chines is voorzien, is gisteren van de wed) vertrokken en naar de reede overgebracht^ waar de proeftochten zullen worden gehoiw» den. Zaterdag a.s. zal de „Indrapoera" naai Rotterdam vertrekken. Openbare Leeszaal en Bibliotheek. Nieuwe aanwinsten. Nederlandsche en in hel Nederlandsch vertaalde r o* mans: Capy En menschen gingen voor* bijden Doolaard De druivenplukkersfj FabriciusKomedianten trokken voorbij Hauff Sprookjes Hf en Petrow De twaalf! stoelen Roelands Het leven dat wij drconw den Ulfers Oostloorn, dorpsschetsenWo* dehouseAmor in het kippenhok. Studieboeken: KünkelKarafe* tervorming door zelfopvoeding Müller Het sexueele vraagstuk en het huwelijk der toe* komstMensching Gekleurd en blankras* sen-, koloniale- en kultuurproblemenVie« reekSchijnwerpersproblemen van onzen! tijd in gesprekken met grooten onzer dagen f' CanotAvonturen van een Afrikaanschenl slavenhaler Feigner Nacht over Rusland J Roland Holst—van der SchalkDe geestelijk ko ommekeer en de nieuwe taak van het! socialisme SeibertDas rote Russland g Casson Succesvol koopmanschap Fuchts 5 Wij achter de traliesStörmerVan uit de! diepten der wereldruimte tot in het binnen ste der atomenHerwerden Erfelijkheid bij den mensch en eugenetiekMeurerDo vrouw en het moederschap Godefroy Het schetsen van machinedeelen voor technici Fuhlberg HorstAuto, schip en vliegtuig f JanetschekMozarts levensroman; de Grut ter Het werk van Kathe Kollwitz. Ned. Christ. Reisvereeniging. De lezing welke de heer J. Westerhoud, uit 's-Gravenhage, morgen voor de Ned. Christ. Reisvereeniging zal houden, heeft niet plaats in het Concertgebouw, doch in „de Oudo Vriendschap". Vergadering afdeeling S.D.A.P. De afdeeling Vlissingen van de S.D.A.P» belegt op a.s. Vrijdag 1 April een algemeeno ledenvergadering in de zaal van de Metaal-* bewerkers, waarin o.m. verslag zal worden! uitgebracht van het gehouden Paaschcongres, Een indrukwekkende plechtigheid. Een sombere stoet nadert het gedolven graf op de Noorderbegraafplaats. Gedragen door zijn vroegere turnmakkers, die hem al dus de laatste eer bewijzen, wordt Pieter Timmermans naar zijn laatste rustplaats ge bracht. Rond de groeve staan adspiranten en leden der V.T.V geschaard en in dien bijna) geheel gesloten cirkel staan de trommelaars der signaal-af deeling, die hun tamboer- maitre een laatsten groet zullen brengen. Als de kist boven de groeve is geplaatst en lang* zaam zakt, klinkt' het doffe geluid der trom* mels en wordt door allen de turnergroef» gebracht. De voorzitter der V.T.V., de heer F. Gv Lemmers, trad nu naar voren om met een diep ontroerde stem eenige afscheidswoorden) te spreken, maar ook woorden van dank vooi? alles wat door den overledene voor de veree*

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1932 | | pagina 1