500 300 150 25 DONDERDAG 24 MAART No. VI 70e Jaargang; 1932 lilini: fiima I. lil 9E ÏBOf li„ llilslrnl Si-id, Vlissingea. Itltl. ID. Postnkening 6S2IT Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen Een groei schilderij van 1669Gezicht op Vlissingen. Plaatselijk Crisis-Comité STADS- EN PROVINCIENIEUWS VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS Voor Vlissingenende gemeenten op Walcheren /2.20 per 3 maanden, franco-door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 13.80. Voor de ove rige landen bij wekelijksche verzending 1 3.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 et ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel.Kleine advertentiesbetrefiendeHuur enVerhuur.Koop en Verkc op, Dienstaanbiedingen en-Aanvragen van 1— f regels 75 ct., iedere regel meet 15 ct De abonné's in 't bezit eenei Polis, zijn GRATIS verze kerd legen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim gulden bii verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS" Dit nummer bestaat uit twee bladen EERSTE BLAD Met particulieren steun aangekocht voor het Stedelijk Museum. n. Uitbreiding der stad en havens van 1581. Bouw van het Prinsenhuis. Gasten op het PrinsenhuisLey cester, Prinses* weduwe van Prins Willem, Frederik V, keurvorst van de P[alz, de Venetiaansche ambassadeur, de markiezen van Vlissingen. Het Vlissingsche raadhuis, copie van het Antwerpsche. Verschil met dat van Antwerpen. Ontwerper vant het Vlissingsche is de Utrechtsche burgemeester, Paulus Moreelse. Het raadhuisplan van Vlissingen is nagevolgd door Bolsward en Delft. Uitleg der stad 1609*-*1613) Simon Stevin, de ontwerper van de nieuwe landvesting. Het geschut, dat men op den zeemuur ziet. i De in mijn eerste artikel genoemde zee muur zet zich naar het Oosten voort, dus ten Oosten van het Bondeel en de uitgangen van de havens van 1308 er 1444, maar nu moeten we even wijzen op de uitbreiding der stad van 1581. Want juist deze uitbreiding ging gepaard met het maken van de zoo lang be geerde nieuwe haven, die slechts een voor- looper was van de latere grootere haven van 1614. De haven van 1581 echter met de uit breiding van Vlissingen naar het Oosten, waarvoor gedeeltelijk de terreinen werden gebruikt, die Alva reeds voor zijn citadel had Ingenomen, dus ten Oosten van de haven aan den Nieuwendijk vervulde den lang ge- koesterden wensen der Vlissingers, die de ge heele 16e eeuw de slechte, verstandhouding tusschen Middelburg en Vlissingen had be- heerscht. De vervulling liet echter zoo lang op zich wachten, dat nieuwe maatregelen een dertigtal jaren later moesten worden geno men. Intusschen had de Prins van Oranje ditzelfde jaar de heerlijkheid Vlissingen ge kocht, daar de vorige kooper, niemand min der dan Philips II, de koopscm nog niet vol daan had hij had in 1567 de stad uit de desolate nalatenschap van Maximiliaan aan gekocht 'en trouwens toch ook niet meer 'nis heer van Vlissingen erkend werd. Reeds 8 Mei 1580 schrijft de Prins aan Jhr. A. van Dorp„Daultent que ceulx de Flissinghen ont desiré, comme scavez, que je fisse bastir quelque maison en leur ville...." 3) en zoo werd den 24en Maart 1582 door den gouver neur der stad, Jhr. A. de Haultain (in 1585 gesneuveld op den Cousteenschen dijk voor Antwerpen in 1585 bij een. poging tot ontzet) de eerste steen van het „Prinsenhuis" ge- ook hiervoor werd een deel van het citadelterrein bestemd. In het centrum van de gesloopte citadel werd krt paleis gebouwd en de „prinsentuin" aangelegd benevens een boomgaard, die later tot kogelpark bestemd werd. Naast dit paleis bouwde men een Ammunitiehuis, waartoe op 4 Juni 1580 aan gevraagd werd de kap van den Dormter 2) te Middelburg aan te koopen. Of dit geschied is, weet men niet. Men ziet op de schilderij f duidelijk het imposant gebouw afgebeeld. De tijdgenoot uit de 18e eeuw beschrijft het als volgt„een groot aanzienlijk gebouw in Corlnthischen bouwstijl, met groote zalen, ruime vertrekken en van zware gewelven Voorziene keldersde muren zijn van witten -arduinsteen. Voor het huis is een groot bor- met „tooggewijze" luifel overdekt, rus tende op twee steenen kolommen". 3) Het Ammunitiehuis, later 's lands magazijn, is een noodlottige nabuurschap gebleken, waar allerlei brandbaar tuig opeengehoopt was, zoodat bij den brand van 19 Januari 1749 biet alleen het arsena .l, maar ook het be lendende Prinsenhuis in vlammen opging. Reeds in 1585 kon men van deze vorstelijke huizinge gebruik maken, toen Maurits er den Graaf van Leycester opwachtte, die den 20en December in de haven arriveerde, be weduwe van Prins Willem heeft er °°k geruimen tijd vertoefd. Hier ook kwam in 1613 Frederik V, keurvorst van de Pfalz, na zijn huwelijk met Elizabeth, de ^nige dochter van den Engelschen koning Jacobus, met zijn jonge vrouw en luisterrijk Sevolg aan, gebracht door een koninklijke vloot en opgewacht door prins Maurits. Na dat de vorstelijke gemalin in het Prinsen kuis was binnengeleid, geëscorteerd door Vlissingens gewapende burgerij ter sterkte van ruim 400 man en een deel van het En- gelsche garnizoen, brachten de burgervendels onder bevel van prins Maurits het eeresaluut voor het Prinsenhuis, terwijl de prinses over do balustrade van het bordes leunde. Natuur- dk ging dit gepaard met het afschieten der *husketten door de musketiers (er werd voor ƒ185 verschoten). Een mooie koperg avure herinnert nog steeds aan dat feit, terwijl een fraai schilderij, eigendom van het Fr..ns Hals Museum te Haarlem, de Engelsche con- voyeerende vloot en het staatsieschip, dat H.K.H. als verblijf diende, voor Vlissingen afbeeldt. Deze schilderij is door Hendrick Cornelisz. Vroom op verzoek der stad Haar lem in 1623 gemaakt. In 1620 kwam een andere hooge hooge gast op het Prinsenhuis, nl. de Venetiaansche ambassadeur Girolamo Trevisano, en wel -n 31en October. Men bracht hem op verzoek van Maurits dezelfde eerbewijzen als men aan 2.H. zelf zou gedaan hebben. Vier com pagnieën gewapende burgers, sierlijk uitgerust, deden dienst en werden en haie opgesteld, één reeds buiten de Rammekenspoort, de andere drie van daar tot aan het Prinsen huis. Toen de hooge gast op het Prinsenhuis was aangekomen, begaf hij zich „in t balusters" (dus op het bordes) en de fileerden de vier compagnieën op het plein voor het Prinsenhuis, „waar sier- lyk de pyken gedrilt" werden en de mus ketten afgeschoten. Het spreekt vanzelf, dat de prinsen van Oranje bij hun inhuldiging respectievelijk allen op het Prinsenhuis heb ben vertoefd. Maar ook bij andere ge legenheden, zoo bijv. den 31en October 1625, werd Frederik Hendrik triomfan telijk binnengehaald, terwijl zes compag nieën gewapende burgers hem de hon neurs bewezenhij kwam per „schuite- vaart" uit Middelburg, overnachtte op het Prinsenhuis en reisde den volgenden dag over Breskens naar Sluis. Prins Willem II werd hier ingehuldigd den 13en Augustus 1649, nadat hij uit Breskens was afgehaald (hij kwam toen uit Vlaanderen) door en vice-admiraal Jan Evertsen. Ook hij ver bleef op het Prinsenhuis. De jeugdige Prins Willem Hl werd den 22en September 1668 hier gehuldigd en ontving van de stad een gouden flesch, symbool van haar wapen, ge vuld met zeshonderd gouden dukatende kosten van dit geschenk bedroegen 650 Vis. blijkens de stadsrekeningen. Ik zeide het reeds, in dezen tijd had Vlissingen zijn top punt van bloei bereikt, juist, het tijdperk, dat onze schilderij illustreert. Waar de beschrijving van het Prinsenhuis mij verleidde tot een mijmering over de hooge gasten, die het geherbergd heeft, keer ik nu terug tot de schilderij zelf en dan valt het oog vanzelf op den ingang van een haven, die we nog niet besproken hebben en wel de toen nieuwste haven van 1614. Ik wees er hierboven reeds op, dat de haven van 1581 een dertigtal jaren later reeds niet meer voldoende bleek. Ook de om muring der stad was een te nauwe gordel voor het steeds vermeerderend aantal inwo ners. Behalve de reeds genoemde monumen tale gebouwen verrees het schoonste van alle, het nieuwe stadhuis, waarvan de eerste steen gelegd is in 1594. Het werd een schit terend bouwwerk "an drie verdiepingen in renaissance stijl, nagevolgd naar het Ant werpsche, met fraaie stoep en kruiskozijnen, een kunstig gebouwde wenteltrap en ruime vertrekken, waarvan de raadkamer en vier schaar de voornaamste waren. De bouw van het Antwerpsche raadhuis 4) van den bouwmeester-beeldhouwer Cornells Floris, alle Nederlpndsche bouwmeesters dier dagen (1560) hadden aan c'.e prijsvraag deelgenomen waaraan gewerkt is van 1561—1565, i^ een keerpunt in de ontwikke lingsgeschiedenis der Nederl andsohe bouw kunst 't was een kruising van zuiver Ita- liaansche en noordelijke renaissance elemen ten. Het Haagsche raadhuis van 1565 in zijn oorspronkelijken staat vertoont ook den in vloed van het Antwerpsche, met name in de twee topgevels, maar tot de invloedssfeer van het Antwerpsche behoort vooral het voormalige Vlissingsche stadhuis, dat in 1809 igehetl door de Engelschen is verwoest, het is een uitzonderlijk geval, doordat het een ver kleinde copie was van dat te Antwerpen. Vermoedelijk is het een ontwerp van den Utrechtschen burgemeester-schilder-bouw meester Paulus Moreelse (1571—1638). Het was 32.7 M. lang en 18.5 M. breed, en bestond uit drie verdiepingen, waarvar. de onderste in een rustiek behandelde Toscaansche en de volgende in de Dorische en Jonische or den waren opgetrokken. In het midden van den voorgevel was, overeenkomstig het Antwerpsche origineel, een drie ven stertraveeën (8.4 M.) breede middenrisaliet (vooruitspringend gedeelte) opgetrokken, bekroond door een drieledigen topgevel. In afwijking van het Antwerpsche voorbeeld echter was voor het midden van dit front een dubbele bordestrap met puie aange bracht, terwijl in het midden van de ach terzijde een vierkante toren, bekroond door een balustrade met hoek-obelisken, was op getrokken. Opmerkelijk en voor Noord-Neder- land nog buitengewoon, was de streng-sym- metrische samenstelling van den plattegrond. Het geheel met gemetselde kluisgewelven over kluisde gelijkvloersche bevat in het voorste gedeelte van den middenbouw de zoogena im- de „blauwe zaal", bevloerd met hardsteen, waarin zich de kortegaard („corps de garde" of wacht) bevond,* en in het achterste ge deelte den onderbouw van den toren met toe gang tot de wenteltrapdie naar de boven verdiepingen voerdein den oostelijken vleugel bevonden zich weer de vleeschhal en stallen, in den westelijken vleugel het stadsijkhuis voor de natte waren. In den toren leidde een marmeren wenteltrap naar een portaal, dat op de eerste verdieping ge heel het achterdeel van den middenbouw be sloeg en toegang gaf tot de in het voor gedeelte gelegen groote zaal van burgemees- teren in den oostelijken vleugel waren de vierschaar, de sententiekamer en de oude secretarie, in den westvleugel de secretarie en de krijgsraad. De derde verdieping ten slotte omvatte in den mldu^r.bouw, behalve het portaal van het trappenhuis achter, in het voorgcdeelte de wapenzaal en de wees kamer, in den oostvleugel de raadzaal, de thesaurie en de bodenkamer, in den west vleugel de kamer voor het zeewezen en de z.g. „rhetoriekamer". Dit was de rederijkers kamer „De blau Accoleije", die door den Vlis- singschen rederijker Vincent Matthysen eenige vermaardheid verwierf in het midden der 17e eeuw. „We zien dus, dat in dezen plattegrond het trappenhuis, logisch als toren boven het dak opgevoerd, de spil vormde van den aanleg, waaromheen de verdere ruimten symmetrisch waren gegroepeerd. Voor de eerste maal in onzen Noord-Nederlandschen raadhuisbouw is hier sprake van een ruimteverdeeling in klassicistischen zin, eene compositie, die het waarschijnlijk maakt, dat we haar danken aan den kunstenaar, die later, in de in 1625 door hem gebouwde Katrijnepoort te Utrecht, een nog strengere klassicistische richting zou inslaan." „Het raadhuisplan van Vlissingen is de grondgedachte geweest voor dat van Bolsward (1613—1617) en dat van Delft (1618, bouwmeester, Hendrick de Keyser)." De bloei der stad nam steeds toe, tegelijk met de steeds wassende energie harer poor ters, de Vlissingsche flesch in de roode vlag vertoonde zich op de Dwina (1594), op de kust van Guinea (1598), op die van Guyana, -aan Kaap de Goede Hoop en in de Straat Lemaire, maar ook op Spitsbergen, tot de Indiën toe. De murengordel omspande te nauw het zich rekkende en strekkende Vlissingen en tusschen 1609 en 1613 had de nieuwe uitleg der stad plaats en tevens haar nieuwe be vestiging. Niemand minder dan 's Prinsen krijgsbouwmeester, de beroemde Simon Stevin te Brugge geboren, waar een standbeeld voor hem is opgericht, leidde de laatste „Voor zijn verblijf bij Guillaume van de Wege, waard „In 't wapen Bretagne". sedert „15 Mei 1607 tot den lesten April 1608" betaalde de stad 111 Vis. 5 Schell. 4 gr. of 670. Wordt in Blok's „Michiel Adrz. de Ruyter" gesproken van Maurits' ingenieur Valken- burgh, die de Vlissingsche zeevesting herbouwde, blijkens bovenstaande is dit on juist. Ten overvloede wijs ik er nog op, dat in Simon Stevins „Nieuwe maniere van Sterctebou" van 1617 een afbeelding staat van de door hem aangr'egde Vlissingsche vestingwerken, waarbij hij het naar de land zijde gekeerde front omsloot met een halven veertienhoek met 7 bastions. De vroegere regelmatige achthoek bij vestingen werd door hem vervangen door een regelmatigen veer tienhoek, „een polygonaal grondplan, dat zoo dicht mogelijk den cirkel nadert", een der drie hoofdregels d- theorie van S. Stevin. De bastions zi;n zeer stomphoekig en zij zijn zeer „strijckelig", d.w.z. zij flankeeren elkaar volkomen. 5) In 1609 kwam Prins Maurits „de nieuwe wereken visiteeren". Een paar regenten, Joos Janssen en Jasper de Souter, traden als „hoffmeesters" op, dw.z. zij regelden alles wat voor de festiviteiten noodig was, De rijk- Heden werden door ons de volgende giften ontvangen Bijdrage leerlingen der R. H. B. S. over April-14.56 Vorige opgave -2629.83 Totaal ƒ2644.39 dom der stad blijkt uit de kosten van het banket en 't „inhalen ende festieren", een kleine 1800. In 1611 kwam de Prins weer, eenmaal en wel 24 April voor de begrafenis van den Engelschen luitenant-gouverneur Sir William Brown, maar ook 10 Mei (alleen aan buskruit voor lossing der saluutschoten werd voor beide malen een ƒ430 betaald). Rijkelijk waren de nieuwe of vernieuwde wallen en bastions met geschut voorzien. Uit dezelfde lijst van 1633 blijkt (artilleristisch materiaal duurt in dien tijd lang), dat er toen een dertigtal stuks geschut stonden, sommige voorzien met het wapen van den Prins van Oranje, nl. Prins Willem, een drietal bilv. van 5 a 6000 pond, andere behoor en tot de bewapening van keizer Karei 6) en Philips II, maar er zijn er ook, die blijkbaar na 1609 geplaatst zijn bijv. die voorzien met het wapen van Zeeland en afkomstig uit een Haagsche geschutgieterijCoenraet Antoniz me fecit Hagae 1597. Een ander stuk prijkte met de Vlissingsche flesch en opschrift „Noit sulcken Flessche". H. G. VAN GROL, Archivaris. 1) „Eveneens hebben die van Vlissingen den wensch uitgesproken, zooals gij weet, dat ik een woning in hun stad laat bouwen". 2) Dormter, Lat. dormitorium Fra. dortoir, slaapzaal, vooral in een klooster. 3) Vgl. Een ten archieve berustend Hand schrift van Brasser, midden 18e eeuw. 4) Vgl. F. A. J. Vermeulen, Handboek tot de Geschiedenis der Nederl. Bouwkunst, 's-Gravenhage 1931, Deel H, Tekst blz. 284. 5) Vgl. F. J. A. Vermeulen, Handboek tot de Geschiedenis der Nederl. Bouwkunst, 's-Gravenhage, 1931, Deel II, Tekst blz. 418, 433—434. 6) Een bijv. heette Luna met opschrift „lek Luna ben toonende miin crachten crachtich, bi dage bi nachten even snellick, als ick hoore min meesters dachten clachtich, wrekende ben ick sin Teet met fortse eerlick, 1547 Cornelis Pasternaec te Mechelen", Het schoot „8 pont iser". De winkelweek. Konden we in ons vorig nummer vermel den, dat de prijzen van den lintenwedstrijd waren afgehaald, ditmaal kunnen we meedee- len, dat de spanning, wie de winnaars der prijzen zijn, welke geëtaleerd waren in het perceel Walstraat 36, welke étalage steeds een groote attractie bleek te zijn, een dezer dagen zal verdwijnen. Gisterenmiddag toch is door het bestuur, aangevuld door eenige krachten, ender politioneel toezicht, overgegaan tot het toekennen of aanwijzen der prijzen. Na dat ruim drie uur was gewerkt, had men de zaak voor elkaar en het publiek kan dan ook vandaag bij zijn winkelier de lijsten zien, waarop de prijswinnende nummers zijn ver meld. De voorwerpen zijn er niet bij vermeld. Wie dus een prijswinnend bonnetje heeft, kan zich aan bovengemeld perceel aanmelden tot het in entvangst nemen van zijn prijs, waar voor men zich vanaf heden na 8.30 uur kan aanmelden. Stoomvaart-maatschappij „Zeeland". De zomerdienstregeling der stoomvaart maatschappij „Zeeland" vangt aan op Zon dag 17 April. De boot vertrekt van 17 April tot en met 21 Mei om 13.05 van hier, aan komst Purkeston Quay (Harwich) 19.30, ver trek Parkeston Quay 20.05, aankomst Londen. Liverpoolstreet station 21.38. Vertrek van Londen 10.10, aankomst Har wich 11.25, vertrek 11.50, aankomst Vlissingen 17 uur. Van 22 Mei af tot en met 1 October ver trekt de boot van Vlissingen 14.10, aankomst Harwich 19.30, vertrek 20.05, aankomst Lon den 21.38. Vertrek Londen 10 uur, aankomst Harwich 11.25, vertrek 11.50, aankomst Vlissingen 17.50 Het Nieuws van den Dag in beeld. In onze Tijdinghal brachten we foto's van de herdenking van den lOOsten sterfdag van Goethe, welke op plechtige wijze door een rede van prof. Scholte in de aula der Amster- Nieuwe calsennés voor het 2e kwartaal 1932. ontvangen de nog in Maart verschijnende nummers der VBassangsclte'Seuvanft GRATIS Abonnementen worden aangenomen door onze administratie te Vlissingen en in de verschillende plaatsen door onze agenten. damsche Universiteit werd herdachteenige voorjaarsindrukken uit Artis zandafgravin- gen rond IJmuiden in verband met den aan leg van provinciale wegenbezoek van de natuur-philosophische faculteitsvereeniging te Groningen aan de sluiswerken te IJmui den de vorderingen van den bouw der Pieter de Hoochbrug te Rotterdamde eerste- wed strijd in ons land in het maken van charters voor de Paaschkaars welke te Renkum werd gehouden. V. R. B. Britannia Ditmaal geen popduiken, ijsongevallen of medische cursus, doch een feestavond ver meldde het programma. Altijd geldgebrek I En nu een feestavond't Kan niet opLa ten wij u maar direct uit den droom helpen. Na overheid, autoriteiten, bestuur, dona teurs en begunstigers het welkom te hebben toegeroepen, deelde de technische leider van ce V. R. B., de heer P. J. Gillissen, mede, dat de leden, geheel zelftandig en onafhankelijk van het bestuur, gedurende het bijna 8-jarig bestaan der brigade een z.g. guldenspot heb ben gekweekt. Thans was deze voldoende „aangevet" om een feestavond te kunnen or- ganiseeren en 't was allen leden een bijzon der groot genoegen donateurs en begunsti gers een tegenprestatie te mogen aanbieden voor den financieelen en materieelen steun in den loop der jaren ondervonden. Waar de V. R. B. op reddingsbrigade-gebied de eerste is van ons land, vermits zij verhoudingsge wijze het grootste aantal gediplomeerde leden telt, hoopte spreker dat de brigade ook in de toekomst op de hulp van de inwoners zal mogen rekenen. Later op den avond sprak de heer C. A. van Woelderen als burgemeester en als do nateur namens de gasten een woord van dank, waarin hij hulde bracht aan het ac tieve bestuur dezer mooie vereeniging. Spr. wees er op, dat de gevulde zaal wèl de groote sympathie vertolkte, welke het bestuur en de nuttige instelling wordt toegedragen. Dat 50 der leden gediplomeerd zijn, demon streert den goeden geest, welke in de brigade huist en getuigt van den lust, welke bij de oefeningen aan den dag wordt gelegd. Dat de leden bovendien een aardigen avond aan bieden, vond de heer Van Woelderen inder daad iets origineels, temeer daar zij dezen uit privé-bsurs bestrijden. Spr. hoopte, dat de bekende prettige stemming den verderen arbeid hoog zal houden en dat de goede ver houding tusschen de vereeniging en het ac tieve bestuur,mitsgaders tusschen de ledenen, de bevolking tot in lengte van dagen besten digd zal worden. Dat beide woordvoerders tolken der aan wezigen waren, bewees wel het spontane applaus, wat op iedere toespraak volgde. Qua het programma. Er was eigen werk en men had zic'-i van de medewerking van den bekenden illusionist Larette verzekerd. Het doel van de brigade beter gezegd van den N.B.R,Di, waarbij zij is aangesloten werd allereerst treffend gesymboliseerd in een tableau. Het adspirant-brigadelid de 8-jarige Mies Toussaint, die al heel aardig aan het „waterwerk" mede doet, was ook hier weer op haar post. „Jong gewend, oud gedaan" en „Goed voorbeeld doet goed vol gen". Een zevental brigadeleden bracht J J. Rentmeester's blijspel in één bedrijf„Een knap stel" met daverend succes voor het voetlicht. Thans bleek, dat deze helden en heldinnen van het natte element zich ook in plankenland wel thuis gevoelden. Natuurlijk waren er nog desiderata, doch over 't geheel werd het leuke stuk prijzenswaardig vertolkt. Na deze vuurproef behalen allen een volgen- do maal beslist „Diploma C". Mevr. van Dorrenstein, Ella, mr. Weening, mr. van der Loon, Hannes en Bettemie, allen, zonder on derscheid, ons compliment. Thans Larette. We maakten hem reeds verscheidene malen mede, doch steeds en cok nu heeft hij ons weten te boeien door zijn verbluffende trucs. Op humoristische

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1932 | | pagina 1