500
300
150
25
DONDERDAG
24 MAART
No. VI
70e Jaargang;
1932
lilini: fiima I. lil 9E ÏBOf li„ llilslrnl Si-id, Vlissingea. Itltl. ID. Postnkening 6S2IT
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
Een groei schilderij van 1669Gezicht op Vlissingen.
Plaatselijk Crisis-Comité
STADS- EN PROVINCIENIEUWS
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS Voor Vlissingenende gemeenten op Walcheren /2.20 per 3 maanden,
franco-door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 13.80. Voor de ove
rige landen bij wekelijksche verzending 1 3.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 et
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel.Kleine advertentiesbetrefiendeHuur enVerhuur.Koop
en Verkc op, Dienstaanbiedingen en-Aanvragen van 1— f regels 75 ct., iedere regel meet 15 ct
De abonné's in 't bezit eenei
Polis, zijn GRATIS verze
kerd legen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bii verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Dit nummer bestaat uit twee bladen
EERSTE BLAD
Met particulieren steun aangekocht voor het Stedelijk Museum.
n.
Uitbreiding der stad en havens van 1581. Bouw van het Prinsenhuis.
Gasten op het PrinsenhuisLey cester, Prinses* weduwe van Prins Willem,
Frederik V, keurvorst van de P[alz, de Venetiaansche ambassadeur, de
markiezen van Vlissingen. Het Vlissingsche raadhuis, copie van het
Antwerpsche. Verschil met dat van Antwerpen. Ontwerper
vant het Vlissingsche is de Utrechtsche burgemeester, Paulus
Moreelse. Het raadhuisplan van Vlissingen is nagevolgd door
Bolsward en Delft. Uitleg der stad 1609*-*1613)
Simon Stevin, de ontwerper van de nieuwe landvesting.
Het geschut, dat men op den zeemuur ziet.
i
De in mijn eerste artikel genoemde zee
muur zet zich naar het Oosten voort, dus ten
Oosten van het Bondeel en de uitgangen van
de havens van 1308 er 1444, maar nu moeten
we even wijzen op de uitbreiding der stad
van 1581. Want juist deze uitbreiding ging
gepaard met het maken van de zoo lang be
geerde nieuwe haven, die slechts een voor-
looper was van de latere grootere haven van
1614. De haven van 1581 echter met de uit
breiding van Vlissingen naar het Oosten,
waarvoor gedeeltelijk de terreinen werden
gebruikt, die Alva reeds voor zijn citadel had
Ingenomen, dus ten Oosten van de haven
aan den Nieuwendijk vervulde den lang ge-
koesterden wensen der Vlissingers, die de ge
heele 16e eeuw de slechte, verstandhouding
tusschen Middelburg en Vlissingen had be-
heerscht. De vervulling liet echter zoo lang
op zich wachten, dat nieuwe maatregelen een
dertigtal jaren later moesten worden geno
men. Intusschen had de Prins van Oranje
ditzelfde jaar de heerlijkheid Vlissingen ge
kocht, daar de vorige kooper, niemand min
der dan Philips II, de koopscm nog niet vol
daan had hij had in 1567 de stad uit de
desolate nalatenschap van Maximiliaan aan
gekocht 'en trouwens toch ook niet meer
'nis heer van Vlissingen erkend werd. Reeds
8 Mei 1580 schrijft de Prins aan Jhr. A. van
Dorp„Daultent que ceulx de Flissinghen
ont desiré, comme scavez, que je fisse bastir
quelque maison en leur ville...." 3) en zoo
werd den 24en Maart 1582 door den gouver
neur der stad, Jhr. A. de Haultain (in 1585
gesneuveld op den Cousteenschen dijk voor
Antwerpen in 1585 bij een. poging tot ontzet)
de eerste steen van het „Prinsenhuis" ge-
ook hiervoor werd een deel van het
citadelterrein bestemd. In het centrum van
de gesloopte citadel werd krt paleis gebouwd
en de „prinsentuin" aangelegd benevens een
boomgaard, die later tot kogelpark bestemd
werd. Naast dit paleis bouwde men een
Ammunitiehuis, waartoe op 4 Juni 1580 aan
gevraagd werd de kap van den Dormter 2) te
Middelburg aan te koopen. Of dit geschied
is, weet men niet. Men ziet op de schilderij
f duidelijk het imposant gebouw afgebeeld.
De tijdgenoot uit de 18e eeuw beschrijft het
als volgt„een groot aanzienlijk gebouw in
Corlnthischen bouwstijl, met groote zalen,
ruime vertrekken en van zware gewelven
Voorziene keldersde muren zijn van witten
-arduinsteen. Voor het huis is een groot bor-
met „tooggewijze" luifel overdekt, rus
tende op twee steenen kolommen". 3) Het
Ammunitiehuis, later 's lands magazijn, is
een noodlottige nabuurschap gebleken, waar
allerlei brandbaar tuig opeengehoopt was,
zoodat bij den brand van 19 Januari 1749
biet alleen het arsena .l, maar ook het be
lendende Prinsenhuis in vlammen opging.
Reeds in 1585 kon men van deze vorstelijke
huizinge gebruik maken, toen Maurits er den
Graaf van Leycester opwachtte, die den
20en December in de haven arriveerde,
be weduwe van Prins Willem heeft er
°°k geruimen tijd vertoefd. Hier ook
kwam in 1613 Frederik V, keurvorst van de
Pfalz, na zijn huwelijk met Elizabeth, de
^nige dochter van den Engelschen koning
Jacobus, met zijn jonge vrouw en luisterrijk
Sevolg aan, gebracht door een koninklijke
vloot en opgewacht door prins Maurits. Na
dat de vorstelijke gemalin in het Prinsen
kuis was binnengeleid, geëscorteerd door
Vlissingens gewapende burgerij ter sterkte
van ruim 400 man en een deel van het En-
gelsche garnizoen, brachten de burgervendels
onder bevel van prins Maurits het eeresaluut
voor het Prinsenhuis, terwijl de prinses over
do balustrade van het bordes leunde. Natuur-
dk ging dit gepaard met het afschieten der
*husketten door de musketiers (er werd voor
ƒ185 verschoten). Een mooie koperg avure
herinnert nog steeds aan dat feit, terwijl een
fraai schilderij, eigendom van het Fr..ns
Hals Museum te Haarlem, de Engelsche con-
voyeerende vloot en het staatsieschip, dat
H.K.H. als verblijf diende, voor Vlissingen
afbeeldt. Deze schilderij is door Hendrick
Cornelisz. Vroom op verzoek der stad Haar
lem in 1623 gemaakt.
In 1620 kwam een andere hooge hooge gast
op het Prinsenhuis, nl. de Venetiaansche
ambassadeur Girolamo Trevisano, en wel -n
31en October. Men bracht hem op verzoek
van Maurits dezelfde eerbewijzen als men
aan 2.H. zelf zou gedaan hebben. Vier com
pagnieën gewapende burgers, sierlijk uitgerust,
deden dienst en werden en haie opgesteld,
één reeds buiten de Rammekenspoort, de
andere drie van daar tot aan het Prinsen
huis. Toen de hooge gast op het Prinsenhuis
was aangekomen, begaf hij zich „in t
balusters" (dus op het bordes) en de
fileerden de vier compagnieën op het
plein voor het Prinsenhuis, „waar sier-
lyk de pyken gedrilt" werden en de mus
ketten afgeschoten. Het spreekt vanzelf, dat
de prinsen van Oranje bij hun inhuldiging
respectievelijk allen op het Prinsenhuis heb
ben vertoefd. Maar ook bij andere ge
legenheden, zoo bijv. den 31en October
1625, werd Frederik Hendrik triomfan
telijk binnengehaald, terwijl zes compag
nieën gewapende burgers hem de hon
neurs bewezenhij kwam per „schuite-
vaart" uit Middelburg, overnachtte op
het Prinsenhuis en reisde den volgenden
dag over Breskens naar Sluis. Prins Willem
II werd hier ingehuldigd den 13en Augustus
1649, nadat hij uit Breskens was afgehaald
(hij kwam toen uit Vlaanderen) door en
vice-admiraal Jan Evertsen. Ook hij ver
bleef op het Prinsenhuis. De jeugdige Prins
Willem Hl werd den 22en September 1668
hier gehuldigd en ontving van de stad een
gouden flesch, symbool van haar wapen, ge
vuld met zeshonderd gouden dukatende
kosten van dit geschenk bedroegen 650 Vis.
blijkens de stadsrekeningen. Ik zeide het
reeds, in dezen tijd had Vlissingen zijn top
punt van bloei bereikt, juist, het tijdperk, dat
onze schilderij illustreert.
Waar de beschrijving van het Prinsenhuis
mij verleidde tot een mijmering over de
hooge gasten, die het geherbergd heeft, keer
ik nu terug tot de schilderij zelf en dan valt
het oog vanzelf op den ingang van een haven,
die we nog niet besproken hebben en wel de
toen nieuwste haven van 1614.
Ik wees er hierboven reeds op, dat de
haven van 1581 een dertigtal jaren later
reeds niet meer voldoende bleek. Ook de om
muring der stad was een te nauwe gordel
voor het steeds vermeerderend aantal inwo
ners. Behalve de reeds genoemde monumen
tale gebouwen verrees het schoonste van
alle, het nieuwe stadhuis, waarvan de eerste
steen gelegd is in 1594. Het werd een schit
terend bouwwerk "an drie verdiepingen in
renaissance stijl, nagevolgd naar het Ant
werpsche, met fraaie stoep en kruiskozijnen,
een kunstig gebouwde wenteltrap en ruime
vertrekken, waarvan de raadkamer en vier
schaar de voornaamste waren.
De bouw van het Antwerpsche raadhuis 4)
van den bouwmeester-beeldhouwer Cornells
Floris, alle Nederlpndsche bouwmeesters
dier dagen (1560) hadden aan c'.e prijsvraag
deelgenomen waaraan gewerkt is van
1561—1565, i^ een keerpunt in de ontwikke
lingsgeschiedenis der Nederl andsohe bouw
kunst 't was een kruising van zuiver Ita-
liaansche en noordelijke renaissance elemen
ten. Het Haagsche raadhuis van 1565 in zijn
oorspronkelijken staat vertoont ook den in
vloed van het Antwerpsche, met name in de
twee topgevels, maar tot de invloedssfeer
van het Antwerpsche behoort vooral het
voormalige Vlissingsche stadhuis, dat in 1809
igehetl door de Engelschen is verwoest, het is
een uitzonderlijk geval, doordat het een ver
kleinde copie was van dat te Antwerpen.
Vermoedelijk is het een ontwerp van den
Utrechtschen burgemeester-schilder-bouw
meester Paulus Moreelse (1571—1638). Het
was 32.7 M. lang en 18.5 M. breed, en bestond
uit drie verdiepingen, waarvar. de onderste
in een rustiek behandelde Toscaansche en
de volgende in de Dorische en Jonische or
den waren opgetrokken. In het midden
van den voorgevel was, overeenkomstig
het Antwerpsche origineel, een drie ven
stertraveeën (8.4 M.) breede middenrisaliet
(vooruitspringend gedeelte) opgetrokken,
bekroond door een drieledigen topgevel. In
afwijking van het Antwerpsche voorbeeld
echter was voor het midden van dit front
een dubbele bordestrap met puie aange
bracht, terwijl in het midden van de ach
terzijde een vierkante toren, bekroond door
een balustrade met hoek-obelisken, was op
getrokken. Opmerkelijk en voor Noord-Neder-
land nog buitengewoon, was de streng-sym-
metrische samenstelling van den plattegrond.
Het geheel met gemetselde kluisgewelven over
kluisde gelijkvloersche bevat in het voorste
gedeelte van den middenbouw de zoogena im-
de „blauwe zaal", bevloerd met hardsteen,
waarin zich de kortegaard („corps de garde"
of wacht) bevond,* en in het achterste ge
deelte den onderbouw van den toren met toe
gang tot de wenteltrapdie naar de boven
verdiepingen voerdein den oostelijken
vleugel bevonden zich weer de vleeschhal
en stallen, in den westelijken vleugel het
stadsijkhuis voor de natte waren. In den
toren leidde een marmeren wenteltrap naar
een portaal, dat op de eerste verdieping ge
heel het achterdeel van den middenbouw be
sloeg en toegang gaf tot de in het voor
gedeelte gelegen groote zaal van burgemees-
teren in den oostelijken vleugel waren de
vierschaar, de sententiekamer en de oude
secretarie, in den westvleugel de secretarie
en de krijgsraad. De derde verdieping ten
slotte omvatte in den mldu^r.bouw, behalve
het portaal van het trappenhuis achter, in
het voorgcdeelte de wapenzaal en de wees
kamer, in den oostvleugel de raadzaal, de
thesaurie en de bodenkamer, in den west
vleugel de kamer voor het zeewezen en de
z.g. „rhetoriekamer". Dit was de rederijkers
kamer „De blau Accoleije", die door den Vlis-
singschen rederijker Vincent Matthysen
eenige vermaardheid verwierf in het midden
der 17e eeuw.
„We zien dus, dat in dezen plattegrond het
trappenhuis, logisch als toren boven het dak
opgevoerd, de spil vormde van den aanleg,
waaromheen de verdere ruimten symmetrisch
waren gegroepeerd. Voor de eerste maal in
onzen Noord-Nederlandschen raadhuisbouw
is hier sprake van een ruimteverdeeling in
klassicistischen zin, eene compositie, die het
waarschijnlijk maakt, dat we haar danken
aan den kunstenaar, die later, in de in 1625
door hem gebouwde Katrijnepoort te Utrecht,
een nog strengere klassicistische richting zou
inslaan." „Het raadhuisplan van Vlissingen
is de grondgedachte geweest voor dat van
Bolsward (1613—1617) en dat van Delft
(1618, bouwmeester, Hendrick de Keyser)."
De bloei der stad nam steeds toe, tegelijk
met de steeds wassende energie harer poor
ters, de Vlissingsche flesch in de roode vlag
vertoonde zich op de Dwina (1594), op de
kust van Guinea (1598), op die van Guyana,
-aan Kaap de Goede Hoop en in de Straat
Lemaire, maar ook op Spitsbergen, tot de
Indiën toe.
De murengordel omspande te nauw het
zich rekkende en strekkende Vlissingen en
tusschen 1609 en 1613 had de nieuwe uitleg
der stad plaats en tevens haar nieuwe be
vestiging. Niemand minder dan 's Prinsen
krijgsbouwmeester, de beroemde Simon Stevin
te Brugge geboren, waar een standbeeld voor
hem is opgericht, leidde de laatste „Voor zijn
verblijf bij Guillaume van de Wege, waard
„In 't wapen Bretagne". sedert „15 Mei 1607
tot den lesten April 1608" betaalde de stad
111 Vis. 5 Schell. 4 gr. of 670.
Wordt in Blok's „Michiel Adrz. de Ruyter"
gesproken van Maurits' ingenieur Valken-
burgh, die de Vlissingsche zeevesting
herbouwde, blijkens bovenstaande is dit on
juist. Ten overvloede wijs ik er nog op, dat
in Simon Stevins „Nieuwe maniere van
Sterctebou" van 1617 een afbeelding staat
van de door hem aangr'egde Vlissingsche
vestingwerken, waarbij hij het naar de land
zijde gekeerde front omsloot met een halven
veertienhoek met 7 bastions. De vroegere
regelmatige achthoek bij vestingen werd door
hem vervangen door een regelmatigen veer
tienhoek, „een polygonaal grondplan, dat zoo
dicht mogelijk den cirkel nadert", een der
drie hoofdregels d- theorie van S. Stevin.
De bastions zi;n zeer stomphoekig en zij zijn
zeer „strijckelig", d.w.z. zij flankeeren elkaar
volkomen. 5)
In 1609 kwam Prins Maurits „de nieuwe
wereken visiteeren". Een paar regenten, Joos
Janssen en Jasper de Souter, traden als
„hoffmeesters" op, dw.z. zij regelden alles
wat voor de festiviteiten noodig was, De rijk-
Heden werden door ons de
volgende giften ontvangen
Bijdrage leerlingen
der R. H. B. S. over
April-14.56
Vorige opgave -2629.83
Totaal ƒ2644.39
dom der stad blijkt uit de kosten van het
banket en 't „inhalen ende festieren", een
kleine 1800. In 1611 kwam de Prins weer,
eenmaal en wel 24 April voor de begrafenis
van den Engelschen luitenant-gouverneur
Sir William Brown, maar ook 10 Mei (alleen
aan buskruit voor lossing der saluutschoten
werd voor beide malen een ƒ430 betaald).
Rijkelijk waren de nieuwe of vernieuwde
wallen en bastions met geschut voorzien.
Uit dezelfde lijst van 1633 blijkt (artilleristisch
materiaal duurt in dien tijd lang), dat er toen
een dertigtal stuks geschut stonden, sommige
voorzien met het wapen van den Prins
van Oranje, nl. Prins Willem, een drietal
bilv. van 5 a 6000 pond, andere behoor en
tot de bewapening van keizer Karei 6) en
Philips II, maar er zijn er ook, die blijkbaar
na 1609 geplaatst zijn bijv. die voorzien met
het wapen van Zeeland en afkomstig uit een
Haagsche geschutgieterijCoenraet Antoniz
me fecit Hagae 1597. Een ander stuk prijkte
met de Vlissingsche flesch en opschrift
„Noit sulcken Flessche".
H. G. VAN GROL,
Archivaris.
1) „Eveneens hebben die van Vlissingen den
wensch uitgesproken, zooals gij weet, dat ik
een woning in hun stad laat bouwen".
2) Dormter, Lat. dormitorium Fra. dortoir,
slaapzaal, vooral in een klooster.
3) Vgl. Een ten archieve berustend Hand
schrift van Brasser, midden 18e eeuw.
4) Vgl. F. A. J. Vermeulen, Handboek tot
de Geschiedenis der Nederl. Bouwkunst,
's-Gravenhage 1931, Deel H, Tekst blz. 284.
5) Vgl. F. J. A. Vermeulen, Handboek tot
de Geschiedenis der Nederl. Bouwkunst,
's-Gravenhage, 1931, Deel II, Tekst blz. 418,
433—434.
6) Een bijv. heette Luna met opschrift
„lek Luna ben toonende miin crachten
crachtich, bi dage bi nachten even snellick,
als ick hoore min meesters dachten clachtich,
wrekende ben ick sin Teet met fortse eerlick,
1547 Cornelis Pasternaec te Mechelen", Het
schoot „8 pont iser".
De winkelweek.
Konden we in ons vorig nummer vermel
den, dat de prijzen van den lintenwedstrijd
waren afgehaald, ditmaal kunnen we meedee-
len, dat de spanning, wie de winnaars der
prijzen zijn, welke geëtaleerd waren in het
perceel Walstraat 36, welke étalage steeds een
groote attractie bleek te zijn, een dezer dagen
zal verdwijnen. Gisterenmiddag toch is door
het bestuur, aangevuld door eenige krachten,
ender politioneel toezicht, overgegaan tot
het toekennen of aanwijzen der prijzen. Na
dat ruim drie uur was gewerkt, had men de
zaak voor elkaar en het publiek kan dan ook
vandaag bij zijn winkelier de lijsten zien,
waarop de prijswinnende nummers zijn ver
meld. De voorwerpen zijn er niet bij vermeld.
Wie dus een prijswinnend bonnetje heeft, kan
zich aan bovengemeld perceel aanmelden tot
het in entvangst nemen van zijn prijs, waar
voor men zich vanaf heden na 8.30 uur kan
aanmelden.
Stoomvaart-maatschappij „Zeeland".
De zomerdienstregeling der stoomvaart
maatschappij „Zeeland" vangt aan op Zon
dag 17 April. De boot vertrekt van 17 April
tot en met 21 Mei om 13.05 van hier, aan
komst Purkeston Quay (Harwich) 19.30, ver
trek Parkeston Quay 20.05, aankomst Londen.
Liverpoolstreet station 21.38.
Vertrek van Londen 10.10, aankomst Har
wich 11.25, vertrek 11.50, aankomst Vlissingen
17 uur.
Van 22 Mei af tot en met 1 October ver
trekt de boot van Vlissingen 14.10, aankomst
Harwich 19.30, vertrek 20.05, aankomst Lon
den 21.38.
Vertrek Londen 10 uur, aankomst Harwich
11.25, vertrek 11.50, aankomst Vlissingen 17.50
Het Nieuws van den Dag in beeld.
In onze Tijdinghal brachten we foto's van
de herdenking van den lOOsten sterfdag van
Goethe, welke op plechtige wijze door een
rede van prof. Scholte in de aula der Amster-
Nieuwe calsennés
voor het 2e kwartaal 1932.
ontvangen de nog in Maart
verschijnende nummers der
VBassangsclte'Seuvanft
GRATIS
Abonnementen worden aangenomen door
onze administratie te Vlissingen en in de
verschillende plaatsen door onze agenten.
damsche Universiteit werd herdachteenige
voorjaarsindrukken uit Artis zandafgravin-
gen rond IJmuiden in verband met den aan
leg van provinciale wegenbezoek van de
natuur-philosophische faculteitsvereeniging
te Groningen aan de sluiswerken te IJmui
den de vorderingen van den bouw der Pieter
de Hoochbrug te Rotterdamde eerste- wed
strijd in ons land in het maken van charters
voor de Paaschkaars welke te Renkum werd
gehouden.
V. R. B.
Britannia
Ditmaal geen popduiken, ijsongevallen of
medische cursus, doch een feestavond ver
meldde het programma. Altijd geldgebrek I
En nu een feestavond't Kan niet opLa
ten wij u maar direct uit den droom helpen.
Na overheid, autoriteiten, bestuur, dona
teurs en begunstigers het welkom te hebben
toegeroepen, deelde de technische leider van
ce V. R. B., de heer P. J. Gillissen, mede, dat
de leden, geheel zelftandig en onafhankelijk
van het bestuur, gedurende het bijna 8-jarig
bestaan der brigade een z.g. guldenspot heb
ben gekweekt. Thans was deze voldoende
„aangevet" om een feestavond te kunnen or-
ganiseeren en 't was allen leden een bijzon
der groot genoegen donateurs en begunsti
gers een tegenprestatie te mogen aanbieden
voor den financieelen en materieelen steun
in den loop der jaren ondervonden. Waar de
V. R. B. op reddingsbrigade-gebied de eerste
is van ons land, vermits zij verhoudingsge
wijze het grootste aantal gediplomeerde leden
telt, hoopte spreker dat de brigade ook in de
toekomst op de hulp van de inwoners zal
mogen rekenen.
Later op den avond sprak de heer C. A.
van Woelderen als burgemeester en als do
nateur namens de gasten een woord van
dank, waarin hij hulde bracht aan het ac
tieve bestuur dezer mooie vereeniging. Spr.
wees er op, dat de gevulde zaal wèl de groote
sympathie vertolkte, welke het bestuur en de
nuttige instelling wordt toegedragen. Dat
50 der leden gediplomeerd zijn, demon
streert den goeden geest, welke in de brigade
huist en getuigt van den lust, welke bij
de oefeningen aan den dag wordt gelegd. Dat
de leden bovendien een aardigen avond aan
bieden, vond de heer Van Woelderen inder
daad iets origineels, temeer daar zij dezen
uit privé-bsurs bestrijden. Spr. hoopte, dat
de bekende prettige stemming den verderen
arbeid hoog zal houden en dat de goede ver
houding tusschen de vereeniging en het ac
tieve bestuur,mitsgaders tusschen de ledenen,
de bevolking tot in lengte van dagen besten
digd zal worden.
Dat beide woordvoerders tolken der aan
wezigen waren, bewees wel het spontane
applaus, wat op iedere toespraak volgde.
Qua het programma. Er was eigen werk en
men had zic'-i van de medewerking van den
bekenden illusionist Larette verzekerd.
Het doel van de brigade beter gezegd
van den N.B.R,Di, waarbij zij is aangesloten
werd allereerst treffend gesymboliseerd in
een tableau. Het adspirant-brigadelid de
8-jarige Mies Toussaint, die al heel aardig
aan het „waterwerk" mede doet, was ook
hier weer op haar post. „Jong gewend, oud
gedaan" en „Goed voorbeeld doet goed vol
gen".
Een zevental brigadeleden bracht J J.
Rentmeester's blijspel in één bedrijf„Een
knap stel" met daverend succes voor het
voetlicht. Thans bleek, dat deze helden en
heldinnen van het natte element zich ook in
plankenland wel thuis gevoelden. Natuurlijk
waren er nog desiderata, doch over 't geheel
werd het leuke stuk prijzenswaardig vertolkt.
Na deze vuurproef behalen allen een volgen-
do maal beslist „Diploma C". Mevr. van
Dorrenstein, Ella, mr. Weening, mr. van der
Loon, Hannes en Bettemie, allen, zonder on
derscheid, ons compliment.
Thans Larette. We maakten hem reeds
verscheidene malen mede, doch steeds en
cok nu heeft hij ons weten te boeien door
zijn verbluffende trucs. Op humoristische