Vlissingsche Courant
TWEEDE BLAD
FEUILLETON
Het gouden stilzwijgen
BINNENLAND
van de
van
Woensdag 24 Februari 1932 No. 46.
NEDERLAND-BELGIE.
Toen de wereldoorlog woedde, hebben we
ook in ons land benauwde oogenblikken mee
gemaakt, maar den meest critieken tijd be
leefden we kort vóór en tijdens de onderhan
delingen te Versailles. Onze Zuiderburen wa
ren overmoedig in hun verschen overwin-
ningswaan en ze rekenden vast op een be
looning voor de gebrachte offers. De 14 pun
ten van Wilson, basis der onderhandelingen
te Versailles, w.o. het zelfbeschikkingsrecht
der volkeren, waren een beletsel voor de an
nexatie van zuiver Duitsch gebied. Zulk loon
was ook minder begeerlijk, omdat België
reeds tweetalig was en de toevoeging van nog
een landstreek met een nóg weer een andere
taal sprekend volk, zeker geen gunstige
perspectieven opende. Daarom keken de Bel
gen liever naar het Noorden, waar het Lim
burg cedée aldus ten onrechte genoemd
een bijna honderd-jarige begeerte had wak
ker gehouden en waar zij eveneens ten
onrechte Belgische sympathieën verankerd
dachten. En naar Zeeuwsch-Vlaanderen blik
ten ze, en naar de boorden van de Schelde,
waarin de roem van Antwerpen als zeehaven
meer omsloten werd gehouden, naar ze
meenden, dan wanneer dat Schelde-water
met haar boorden Belgisch gebied zou zijn.
In die dagen werden in duizenden Belgi
sche winkels prentbriefkaarten verkocht met
de kaart van Nieuw-België er op, waartoe
Nederlandsch Limburg bleek te worden ge
rekend en Zeeuwsch-Vlaanderen. Hevig ver
zetten we ons hier tegen het Belgisch an-
nexionisme, maar toch vreesden we. Al bleek
zelfs het Kamerlid Schaper bereid om met
het geweer op den schouder naar de grenzen
te snellen, als ons grondgebied zou worden
bedreigd, toch wanhoopten we aan het nuttig
effect daarvan, nu België zulke machtige
vrienden had, die den oorlog wonnen.
Onze diplomaten, geleid door jhr. Loudon,
ontwikkelden echter een nuttige activiteit te
Parijs en zij wisten niet het minst door
hun toezeggingen om België ter wille te zijn
Engeland en eindelijk ook Frankrijk voor
de Nederlandsche zaak te winnen. Van ons
werd afstand van grondgebied verlangd, maar
daartegenover zegden wij toe, dat we België
tegemoet zouden komen In haar economische
moeilijkheden, o.a. door de verbinding van
Antwerpen met het Duitsche achterland te
vergemakkelijken. We juichten toen om de
oplossing en waren bereid om den prijs er
van con amore te betalen.
België werd stug door de tegenslagen en
weinig vriendelijk in sommige opzichten. Had
men ons vanuit Brussel dadelijk den wissel
gepresenteerd, dan zou deze zeer zeker on
middellijk gehonoreerd zijn geworden. Eerst
veel later echter, toen de Belgische regeering
begreep, dat haar desiderata toch nimmer
in vervulling zouden gaan, begon ze met ons
te onderhandelen. Toen wij al veel angst en
zorg.... vergeten waren.
Eindelijk werd een overeenkomst gesloten.
Het Antwerpen-Rijnkanaal was een deel van
den inhoud. De Tweede Kamer accepteerde
de overeenkomst, de Eerste Kamer ver-
Wierp haar. Het accoord heette niet billijk
het was te eenzijdig, naar men in onzen Se
naat beweerde, doordat alléén België voor
rechten verwierf en Rotterdam schade zou
lijden....
We waren hier al lang vergeten, dat we een
prijs hadden te betalen, wel niet voor een
gewonnen goed, maar dan toch voor .een af
geweerd kwaad. Een prijs, waarin we hadden
bewilligd.
Natuurlijk bleef er na deze beslissing iets
haperen aan onze verhouding met de Zuider-
bureM., tot beider nadeel. Toen de ont
stemming in België wat geweken was, zijn de
onderhandelingen hervat en thans schijnt de
zaak weer in kruiken en kannen te zijn. Wat
daar thans precies inzit, weten we nog wel
niet officieel, maar dat is voor een bepaalde
groep Nederlanders geen bezwaar om tegen
de nieuwe overeenkomst alvast weer te gaan
ageeren. Vergaderingen worden belegd om
aan onze regeering te kennen te geven, wat
men eventueel in die nieuwe overeenkomst
niet wenscht te accepteeren.
We vinden zulke actie gevaarlijk, omdat
ons aanzien in de internationale politiek er
sterk door zou worden geschaad, indien onze
Minister van Buitenlandsche Zaken weder
om zou worden gedésavoueerd en we, als volk,
zoo weinig onze verantwoordelijkheid bewust
zouden blijken voor vroeger gedane beloften.
Al te vaak zijn bovendien de industrieele
belangen van ons land opgeofferd of ten
achter gesteld aan Rotterdamsche en Am-
sterdamsche havenbelangen. Genoemde ste
den zijn bekend, niet alleen om Mar havens,
maar ook als bakermat van onze politieke
kopstukken en als bronnen, waaruit bij vroe
gere gelegenheden het goud vloeide voor
doeltreffende belangen-acties.
Dat men nu ook eens op de belangen lette
van landbouw, handel en industrie, die met
een economische toenadering tot België ge
baat zijn. Van alle ons omringende landen
wordt onze handel op België nog het minst
bemoeilijkt.
Dien toestand te bestendigen en tevens een
eens gegeven woord inlossen, is óók wat
waard.
KAMEROVERZICHT
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Kortingswetje.
Er waren drie amendementen op het Kor
tingswetje ingediend, die eigenlijk alle drie
een nieuw wetsontwerp waren. Het kernpunt
van het oorspronkelijke van minister De
Geer nl. was daaruit weggelaten. Geen ver
band meer werd gelegd met de salarissen van
de gemeente-ambtenaren. Het leek dus
eigenlijk redelijk dat die drie ontwerpen eerst
naar de afdeelingen terug gingen, maar
daarin had de Kamer geen lust. Een daartoe
strekkend amendement werd verworpen,
nadat het door den heer Knottenbelt was
verdedigd.
De inhoud der amendementen is eenvoudig.
De heeren Van Vuuren en Rutgers van Ro
zenburg wilden de rijkstoelage aan de ge
meenten korten met 6 als minder dan 40
opcenten op het Gemeentefonds worden ge
heven, 3 als het getal 4080 bedraagt en
niets boven de tachtig. De heer Suring wil
uniform 4 maar boven de 80 opcenten
niets, de heer Smeenk wil 6 maar boven
de 40 opcenten niets.
Het zijn alle drie echter luk-rake amende
menten, waarvan niemand het preciese ef
fect kan nagaan. Dus werd er wat over Tond
geboomd vóór en tegen en wijzer werdén wij
daardoor niet. De grenzen van 40 en 80 op
centen, de cijfers 3, 4 en 6 zijn alle wille
keurig, want het is niet na te gaan wat de
gevolgen zijn van deze rekensommetjes voor
de diverse gemeenten. Natuurlijk zijn er ge
meenten die er beter door worden, maar er
zijn er ook die er slechter van worden zullen
en die piepen het hardst. Het amendement
Van Vuuren grijpt bijvoorbeeld de kleinste
gemeenten nu ook in do korting, terwijl die
in het ontwerpDe Geer vrij waren. Het is
al een leelijk ding, want het geeft natuurlijk
veel oppositie bij de verdedigers der dorpen.
Minister De Geer achtte het amendement
Van Vuuren geen verbetering, maar niet
onaannemelijk. Nadat de heer Suring in zijn
amendement 4 in 3 had veranderd,
werd dit aangenomen met 77 tegen 13 stem
men. Het amendementSmeenk was daar
door vervallen. Het amendementVan Vuu
ren werd verworpen met 55 tegen 35 stem
men, waarna art. 1 en vervolgens het wets
ontwerp werd goedgekeurd met 48 tegen 42
stemmen. Tegen stemdensociaal- en vryz.-
democraten, communisten, de anti-revoluti-
onnairen Visscher, Schouten en De Wilde, de
katholieken Suring, Kuiper, Goseling, Feber,
Guit, Moller, Van Poll, Uyen en de heer Flo-
ris Vos (partijloos).
Wat Is nu aangenomen
Het gewijzigd ontwerp van wet d.w.z.
Roman door HENRY BORDEAUX.
27)
HOOFDSTUK IX.
Het hart eener vrouw.
Germaine had er dan zonder meer in toe
gestemd Annecy te verlaten en op La Sapi-
bière te gaan wonen.
Vroeger hield zij van dat landhuis, waar zij
haar jeugd had doorgebracht onder de goede
zorgen harer ouders, waar zij met Paul ver
loofd was, waar zij in hun huwelijk een meer
intiem leven met hem leidde, ver van cliën
ten en bezoeken, In den vrede van bosschen
en van velden, met het heerlijke schouwspel
Vanaf het terras over het meer en de bergen,
dat zich eeuwig in nieuwe kleurschakeeringen
vernieuwde. Vroegerhet was alsof het gis
teren was. Was zij niet op het punt die oude
trouwe volheid terug te vinden en er opnieuw
h1 te herleven Had de warmte haar.verma-
&erd en zoo bleek gemaakt Een meer fris-
Bche lucht zou zeker haar gezondheid ver
sterken. Elk jaar had zij Paul gevraagd het
Vertrek te bespoedigen, waarom had zij er nu
111 berust haar verblijf in de stad te verlen
en? Zooals vroeger bewoog zij zich in huis
een ijverige huismoeder en ging zelf met
e kinderen wandelen. Zij koos de wegen,
e'ke naar het dorp of het meer liepen en
ook die, welke leidden naar het bosch en de
bergen, haar bevoorrechte plaatsen van vroe
ger. Maar terwijl Jean en Claire rozenroode
wangen kregen, bleef zij langzaam uitteren.
Met ongerustheid volgde haar man het
voortgaan van het geheimzinnig kwaad, dat
haar dreigde ten onder te brengen. Was dat
kwaad voor hem wel geheimzinnig? Maar
meerdere vrouwen lijden aan slecht omschre
ven kwalen, waarna ten slotte de dood volgt.
Meerdere malen stelde hij haar voor hun
geneesheer te raadplegen. Zij weigerde op
bijna harden toonWaar is 't goed voor
Mij deert niets.
Je lijdt tochIk zie het heel goed.
Maar als mij toch niets deert
Dat kon niets anders wezen dan haar ge
heim, dat langzaam haar krachten sloopte en
haar uitputtelangzaam aan zou zij er aan
sterven. Maar in zijn moedeloosheid had hij
er van afgezien een bekentenis uit te lok
ken. Vanaf zijn terugkeer uit Annecy-le-
Vieux had hij niets anders weten te spreken
dan onhandige, wreede woorden, die haar
zeer deden in plaats van haar zwijgen te
brekenhoe zou hij de eenmaal verloren
gelegenheid terugvinden Hij zocht voor
zijn bekentenis een omlijsting of een inlei
ding, want hij kon zich niet indenken er
direct mee voor den dag te komenhij bezat
nog niet die eenheid des harten, die den weg
naar de waarheid opent.
Van de eenzaamheid verwachtte hy toena
dering, maar zij deed hun scheiding nog meer
uitkomen. Zij bewoonden niet eens dezelfde
kamer, zooals z\j ani«ve jaren deden be-
gewijzigd, vóór de openbare gedachtenwisse-
ling aanving bepaalt, dat gedurende 3
jaren een korting wordt toegepast op de uit-
keeringen aan de gemeenten uit het Ge
meentefonds. Deze korting beloopt 3 van
het bedrag der gemeentelijke wedden en loo-
nen over 1931 van het in vasten dienst zijnde
gemeentepersoneel. Dit is de regel. Op dezen
regel zijn verschillende uitzonderingen. Géén
korting wordt namelijk toegepast als de ge
meentelijke loonen sinds 1931 met 3 ge
daald zijn en desondanks tenminste 40 op
centen op de Gemcentefondsbelasting gehe
ven moeten worden (zonder progressie) en
de overige gemeentelijke heffingen tot rede
lijke bedragen zijn opgevoerd. Voorts blijft
de 3 korting achterwege, indien een ge
meente minder dan 5000 inwoners telt of bij
Kon. besluit wordt verklaard, dat het loon
peil in een gemeente niet voor verlaging in
aanmerking komt (met denzelfden eisch van
redelijke opvoering der heffingen en ten
minste 40 opcenten op de fondsbelasting
zonder progressie).
Voor de provincie is de eisch van ten
minste 40 opcenten op de fondsbelasting
vervangen door 20 opcenten op de vermo
gensbelasting
Ziedaar de Kortingswet, zooals zij nu naar
de Eerste Kamer gaat.
De schadeloosstelling der Tweede Kamerleden
Het Tweede Kamerlid Van Vuuren heeft,
blijkens het verslag van een door hem ge
houden redevoering in „de Maasbode", me
degedeeld, dat. wat het vraagstuk van de
korting op de schadeloosstelling der Tweede
Kamerleden betreft (de Grondwet noemt
het „schadeloosstellling" en stelt deze vast op
5000, benevens een volgens regels door de
wet te stellen vergoeding voor reiskosten, met
een pensioen van 150 voor elk jaar Kamer
lidmaatschap tot een maximum van 3000),
men op één partij na is overeengekomen, de
korting op de schadeloosstellingen toe te
passen.
Betere waarborgen.
Het comité van actie tegen het wetsont
werp-Terpstra meldt ons
In navolging van wat de meerderheid de»
staatscommissie-Rutgers rapporteerde, acht
minister Terpstra de ouderverklaring bij de
aanvrage tot medewerking aan de stichting
eener nieuwe bijzondere school niet meer
noodig.
Die ouderverklaring leidt slechts tot aller
lei moeilijkheden en dus.... afschaffing is
het beste.
Voor' nieuwe bijzondere scholen, die be
stemd zijn voor minder dan 150 leerlingen,
wordt voorgesteld de te storten waarborgsom
van 15 tot 30 te verhoogen r dit komt in
de plaats van de ouderverklaring en de mi
nister acht dan voldoende waarborg gegeven,
dat geen onnoodige scholen zullen worden
aangevraagd.
Allerminst wordt ontkend, dat door de ver
hooging van de te storten waarborgsom eeni-
ge tempering verkregen kan worden, maar
heel veel behoeven wij ons daarvan niet voor
te stellen. Het benoodigde bedrag is gemakke
lijk te verkrijgen en een behoorlijke rente
wordt door de gemeente vergoed.
Door de voorstanders van het bijzonder
onderwijs wordt nog al eens gewezen op het
gevaar, dat voor de schoolbesturen bestaat,
om die gestorte som gedeeltelijk, of zelfs ge
heel te verliezen.
In theorie is dat waar, maar in de practijk
blijkt dat gevaar wel héél klein, en daarop
komt het toch alleen aan.
In de eerste zes jaar na de oprichting be
hoeft men zich niet ongerust te makende
wet geeft do nieuwe school gelegenheid uit te
groeien. Pas na zes Jaar begint de risico en
als na negen lange jaren de school geen le
vensvatbaarheid blijkt te bezitten, k&n er
verlies komen. En zelfs dan nog.... er is een
maas in de wet te vinden, om aan het ge-
heele of gedeeltelijke verlies van de waar
borgsom te ontkomen.
De verhooging van de waarborgsom is niet
een betere waarborg tegen onnoodigen scho
lenbouw.
halve in den tijd dat zy de kinderen voedde
en die schikking was een soort zwijgende
overeenkomst geworden. Daar hij er niet in
slaagde haar in vertrouwen te nemen, sloot
hij zich op in de bibliotheek om te studeeren
of om een of ander werk te lezen uit de
smaakvolle verzameling van mijnheer Doret.
Meermalen in de week ging hij naar de stad
om te pleiten en zijn cliënten te ontvangen.
Soms ontmoette hij er kennissen, maar die
waren hem bezwarende getuigen voor zijn
verleden en hij ontving hen niet meer
met dat goede humeur dat aller sympathie
voor hem won.
Mijnheer Artène, die wel gevoelig was voor
dat laatste min-harteiyke onthaal, zag er
toch niet van af hem weer eens staande te
houden, want hy had een heel bijzonder
nieuwtje.
De jonge Marolaz is bevorderd.
Ik ben blij toe.
U weet, dat hy dit te danken heeft aan
de mooie mevrouw De Chéran. zy is almach
tig aan de prefectuur. Zy ontbreekt Donder
dags nooit by mevrouw Hétry. En hoe maakt
het de schoone mevrouw Ferrière
Zeer goed. Dank u.
Paul maakte spoedig een eind aan het on
derhoud. Dat noemen in één adem van den
naam zyner vrouw en dien zyner maitresse
walgde hem. Vroeger en dat was zoo lang
niet geleden toonde hij zich inschikke-
lijker.
Enkele dagen later ontmoette hy mevrouw
Hétry, geflankeerd door haar trouwe eere-
of gezelschapsdame, mevrouw Marolaz.
Is het dan onmogelijk goede waarborgen
voor te schrijven
Allerminst, en aangegeven zyn er zulke ook.
De minderheid der staatscommissie stelt
voor, de beslissing omtrent de aanvrage tot
stichting van een nieuwe bijzondere school
en de geldigheid van de „Ujst" te leggen in
handen van den gemeenteraad. Wordt byv.
in de wet vastgelegd, dat overgelegd moet
worden een ouderverklaring, waaruit ten ge-
noege van den gemeenteraad biykt, dat het
geëische aantal leerlingen de aangevraagde
school zal bezoeken en wordt de gelegenheid
geschapen, dat handteekeningen, die door on
juiste voorgevens verkregen zijn, binnen een
bepaalden termijn na de indiening terugge
nomen kunnen worden, dan zal zoo'n lijst
een heel wat juister beeld geven.
Voorkomen zal op die wyze kunnen worden,
dat de bekende „kooien" komen, waarvoor
geen „vogels" zijn
Talryk zy'n de voorbeelden, dat scholen zyn
aangevraagd en toegestaan toegestaan
moesten worden, omdat aan de formeele
eischen voldaan was maar waarop by de
opening lang niet alle kinderen kwamen,
voor wie de school heette noodig te zyn.
Herinnerd zij slechts aan de Van Lennep-
schcol in de Reggestraat te Amsterdam
de bijzondere neutrale school in Watergraafs
meer de school aan den Oostendam (gem
Ridderkerk) de Oranje Nassauschooi te
Apeldoorn.
Bij deze voorbeelden laten we 't, al is het
niet moeilijk nog talryke soortgelijke gevallen
aan te wijzen.
En was dan by de opening van sommige
van die scholen toch wel een behoorlyk aan
tal leerlingen, dan waren het meest andere
dan waarvoor de school gevraagd was. Die
kinderen waren afkomstig van de reeds be
staande byzondere scholen, waar nog vol
doende plaatsruimte was. Was de minister in
zijn wetsontwerp op dit punt de minderheid
van de staatscommissie gevolgd, dan was er
tenminste een ietwat betere waarborg tegen
onnoodige scholenstichting in het leven ge
roepen.
Engeland en de Nederlandsche contingen-
teeringsmaatregelen.
In antwoord op een vraag naar de Neder
landsche wetgeving, waarby de hoeveelheid
van zekere in Nederland ingevoerde goederen
wordt gecontingenteerd, heeft minister
Runciman gisteren in het Engelsche Lager
huis een overzicht gegeven van deze wetge
ving en gezegd, dat de uitwerking die deze
beperkingen op den Britschen handel kunnen
hebben en de stappen, die Engeland dienaan
gaande zou kunnen doen, in overweging zyn.
Koopvaardij-offïcieren.
Het jaarverslag over 1931 van de Vereeni-
ging van Nederlandsche Gezagvoerders en
Stuurlieden ter Koopvaardij deelt o.a. mede,
dat het ledental daalde van 2616 op 2571,
wat mede een gevolg is van de tydsomstan-
digheden.
Het plaatsingsbureau bracht 44 plaatsingen
tot stand (v.j. 126). Op 31 December stonden
217 werkzoekenden ingeschreven, dat is nog
40 meer dan in het recordjaar 1925.
Kasgeldverstrekking aan de gemeenten
uit 's rijks kas.
Ged. Staten van Noord-Brabant hebben
aan de gemeentebesturen in dat gewest een
circulaire gericht van den volgenden inhoud
Op verzoek van de ministers van financiën
en van binnenlandsche zaken en landbouw
hebben wy de eer u mede te deelen, dat in
den regel uit 's rijks schatkist geen gelden
kunnen worden beschikbaar gesteld ten einde
kapitaalsuitgaven voor de gemeenten te fi
nancieren, en dat derhalve in kasmoeilijkhe-
den, welke zyn ontstaan als gevolg van ka
pitaalsuitgaven, in den regel niet door het
ryk kan worden voorzien.
Het bovenstaande moet den raad ertoe lei
den, de uiterste soberheid te betrachten by
het voteeren van kapitaalsuitgavendaartoe
behoort alleen in gevallen van strikte nood
zaak te worden overgegaan, daar de huidige
toestand van de geldmarkt het voor de ge
meente zeer bezwaarlyk maakt, tegen aan
nemelijke voorwaarden te leenen en als dek
kingsmiddel voor kapitaals-uitgaven toch in
den regel opbrengst van geldleening zal zyn
aangewezen.
Wel, mynheer de wilde, wij zien u niet
meer
Hy excuseerde zich, omdat hij op zyn bui
ten woonde.
Ja, ja, hernam de zeer beminnelyke
prefecte. Wy weten, wat dat zeggen wil
verliefden hebben niemand noodig. Hoe mooi
zoo'n innig huishouden na twee kinderen
Maar wij komen uw gezellig huishouden
eens storen.
zy keerde zich naar mevrouw Marolaz om
dezer goedkeuring te vragen.
Niet waar, beste vriendin
Wel zeker, antwoordde de eere-dame
heel zalig. Annecy-le-Vieux is niet ver. Het
rytuig van de prefectuur....
Neen, neen, wy gaan te voet en in koor
brengen wy mevrouw Ferrióre een bezoek.
Alle Donderdagsche gasten. U weet, dat me
vrouw De Chéran nooit ontbreekt.
Opnieuw ondervroeg zy haar gezellin.
Uw zoon maakt haar nogal het hof. Hy
heeft geiyk, hij is niet getrouwd. Men moet
van zyn jeugd profiteeren. Mevrouw de
Chéran zal van de party wezen, niet waar
mynheer Zy is erg lief, een beetje behaag
ziek, maar erg lief. Ja het lot heeft u be
dorven met mevrouw Ferrièfe.
Geërgerd weerde Paul die noodlottige be
dreiging af.
Mevrouw Ferrière is ziek en ontvangt
niemand. Het zal haar spyten, gelooft me.
De dames putten zich ui', in betuigingen
van spyt, zetten medeiydende gezichten,
vroegen bijzonderheden en zouden naar haar
gezondheid laten vernemen.
Tenslotte ware hierbij te overwegen, dat
door het aangaan van leeningen nieuwe las
ten wegens rente en aflossing op den gewo
nen dienst zullen worden gelegd. Alvorens
nieuwe kapitaalsuitgaven te voteeren, behoort
de raad zich dus ervan te vergewissen, dat
de gewone dienst van volgende jaren in staat
zal zijn, de nieuwe lasten te dragen.
Nederlandsch Fabrikaat.
Onder het opschrift „Wat zegt u daarvan
treffen wy in de Februari-aflevering van het
maandblad „Nederlandsch Fabrikaat", het
officieel orgaan van de Vereeniging van dien
zelfden naam, een krachtige aansporing aan
om aan voortbrengselen van de Nederland
sche nijverheid de voorkeur te geven. Er
schijnen helaas nog verschillende personen te
zijn, die heel moeilijk wakker zijn te krijgen.
Hoe is het anders te verklaren, dat uit sleur,
onverschilligheid of onwil niet in alle bestek
ken wordt voorgeschreven dat Nederlandsch
fabrikaat wordt verlangd, tenzy bepaalde
grondige redenen zulks werkelyk onmogelijk
maken
„Wat de vereeniging de laatste maand
deed" geeft een belangwekkende opsomming
van hetgeen het bestuur der vereeniging in
de afgeloopen maand tot stand bracht.
Onder het opschrift „Nederlandsch Fabri
kaat wordt melding gemaakt van het feit,
dat hier te lande artikelen van buitenlandsch
fabrikaat worden verkocht, die door een
rood-wit-blauwen rand op de verpakking by
oppervlakkige beschouwing den indruk kun
nen wekken, dat men by aankoop van derge
lijke artikelen met producten van de Neder
landsche industrie te doen heeft. Het blyft
zaak voor hen, die en dit aantal groeit
gelukkig dagelijks bij voorkeur Neder
landsch fabrikaat koopen, goed uit te kyken.
In het bijzonder kan het „V.N.F." merk der
vereeniging hierbij zeer goede diensten doen.
ONS WEEKPRAATJE
We hebben in de krant nogal eens gepole
miseerd tegen collega's van andere bladen,
als die in een artikel onze zwaar gefundeer
de meeningen of overtuigingen geweld aan
deden. Nog nooit echter hebben we een pole
miek gevoerd met de menschen, die de ach
terpagina's van een krant plegen te vullen,
misschien uit eerbiedigen schroom voorde
lieden, die voor hun arbeid per regel betalen,
in plaats van per regel te worden betaald, en
die daarmee behalve hun eigen zaak ook de
krant schragen, van welke wij voorloopig
alleen nog in figuurlyken zin eten.
Maar sommige adverteerders gaan het te
bar maken. Niet zy, wier handel een open-
lyke is, en die deswege hun pennevruchten
met hun naam durven sieren, maar degenen,
die hun ridderfiguur verbergen achter een
letter als X, IJ of Z, of onder nummer zóó
veel „aan het bureau van dit blad", zü'n het,
die meer en meer de anonimiteit gaan mis
bruiken, welke door de administratie van de
krant wordt beschermd. Dat is jammer, want
wat oorspronkelijk goed was en gemakkelijk
en zulks voor eerlyke lieden nóg is
wordt nu in vele gevallen een gevaar voor het
publiek, wanneer nl. de anonieme adverten
tie als masker gaat worden gebruikt, waar
mee wordt uitgetrokken.... op roof. Niet in
de plaatselyke krant, gelezen door menschen,
die elkaar van haver tot gort kennen, maar
in het z.g. algemeen verspreide dagblad wor
den relaties geschapen tusschen menschen
uit onderscheidene plaatsen en streken, men
schen, die onbekend zyn met den persoon en
de zaak van den advertentie-steller, die zijn
slachtoffer imponeert met briefhoofden, tele
foonnummers en opgegeven bankrekeningen.
Wie de lijst van aangeboden betrekkingen"
in sommige dagbladen leest, begrypt niet, dat
er nog werkloozen zijn, waar toch dag-aan-
dag zóóveel baantjes, zelfs zooveel lucratieve
baantjes worden aangeboden, Wie de bedoel
de annonces echter aandachtig leest, en een
beetje critisch, zal ervaren, dat het meeren-
deel dier annonces geplaatst is met de be
doeling om het gespaarde geld machtig te
worden van de werkzoekenden, terwijl aan
hun persoon als werkkracht in het geheel
geen behoefte bestaat. Ter waarschuwing
van de goedgeloovigen schryven we dan ook
deze regelen.
Het in een kleine stad onvermydelyke toe
val leidde er ten slotte toe, dat Paul op
straat mevrouw De Chéran ontmoette, aan-
trekkeiyk als steeds met haar gedecollecteer-
den hals en haar klamme huid. Reeds ging
hy haar zonder groeten voorby, toen zy hem
vroegMynheer Ferrière, ik heb u iets te
zeggen.
Uit wellevendheid bleef hy staan, maar
dezen keer dacht hy slechts aan Germaine.
Zy lachte dubbelzinnig.
U heeft verleden Dinsdag den trein
gemist.
Een onbescheidenheid van mynheer Artène
had haar ongetwyfeld op de hoogte gebracht.
Paul wist echter niets te antwoorden. Het
drama, dat zich in zyn ziel afspeelde, ont
wapende hem.
Des te ergér voor u, u weet, wat u ge
mist heeft.
Ik weet het, mevrouw, antwoordde hy
vry treurig.
Wel verre van te triompheeren, toonde zy
zich erg teleurgesteld. Eenmaal gesmaakte
liefde is zeer gemakkeiyk in staat aan vluch
tige, voorbygaande grillen een meer biyvend
karakter te geven. Haar stem veranderde en
smachtend bekende zij
Neen, Paul. het is des te erger voor my,
want ik merk heel goed, dat ge my niet meer
bemint.
Maar mevrouw.
(Wordt vervolgd.)