Vlissingsche Courant TWEEDE BLAD FEUILLETON Het gouden stilzwijgen BINNENLAND van de van Woensdag 24 Februari 1932 No. 46. NEDERLAND-BELGIE. Toen de wereldoorlog woedde, hebben we ook in ons land benauwde oogenblikken mee gemaakt, maar den meest critieken tijd be leefden we kort vóór en tijdens de onderhan delingen te Versailles. Onze Zuiderburen wa ren overmoedig in hun verschen overwin- ningswaan en ze rekenden vast op een be looning voor de gebrachte offers. De 14 pun ten van Wilson, basis der onderhandelingen te Versailles, w.o. het zelfbeschikkingsrecht der volkeren, waren een beletsel voor de an nexatie van zuiver Duitsch gebied. Zulk loon was ook minder begeerlijk, omdat België reeds tweetalig was en de toevoeging van nog een landstreek met een nóg weer een andere taal sprekend volk, zeker geen gunstige perspectieven opende. Daarom keken de Bel gen liever naar het Noorden, waar het Lim burg cedée aldus ten onrechte genoemd een bijna honderd-jarige begeerte had wak ker gehouden en waar zij eveneens ten onrechte Belgische sympathieën verankerd dachten. En naar Zeeuwsch-Vlaanderen blik ten ze, en naar de boorden van de Schelde, waarin de roem van Antwerpen als zeehaven meer omsloten werd gehouden, naar ze meenden, dan wanneer dat Schelde-water met haar boorden Belgisch gebied zou zijn. In die dagen werden in duizenden Belgi sche winkels prentbriefkaarten verkocht met de kaart van Nieuw-België er op, waartoe Nederlandsch Limburg bleek te worden ge rekend en Zeeuwsch-Vlaanderen. Hevig ver zetten we ons hier tegen het Belgisch an- nexionisme, maar toch vreesden we. Al bleek zelfs het Kamerlid Schaper bereid om met het geweer op den schouder naar de grenzen te snellen, als ons grondgebied zou worden bedreigd, toch wanhoopten we aan het nuttig effect daarvan, nu België zulke machtige vrienden had, die den oorlog wonnen. Onze diplomaten, geleid door jhr. Loudon, ontwikkelden echter een nuttige activiteit te Parijs en zij wisten niet het minst door hun toezeggingen om België ter wille te zijn Engeland en eindelijk ook Frankrijk voor de Nederlandsche zaak te winnen. Van ons werd afstand van grondgebied verlangd, maar daartegenover zegden wij toe, dat we België tegemoet zouden komen In haar economische moeilijkheden, o.a. door de verbinding van Antwerpen met het Duitsche achterland te vergemakkelijken. We juichten toen om de oplossing en waren bereid om den prijs er van con amore te betalen. België werd stug door de tegenslagen en weinig vriendelijk in sommige opzichten. Had men ons vanuit Brussel dadelijk den wissel gepresenteerd, dan zou deze zeer zeker on middellijk gehonoreerd zijn geworden. Eerst veel later echter, toen de Belgische regeering begreep, dat haar desiderata toch nimmer in vervulling zouden gaan, begon ze met ons te onderhandelen. Toen wij al veel angst en zorg.... vergeten waren. Eindelijk werd een overeenkomst gesloten. Het Antwerpen-Rijnkanaal was een deel van den inhoud. De Tweede Kamer accepteerde de overeenkomst, de Eerste Kamer ver- Wierp haar. Het accoord heette niet billijk het was te eenzijdig, naar men in onzen Se naat beweerde, doordat alléén België voor rechten verwierf en Rotterdam schade zou lijden.... We waren hier al lang vergeten, dat we een prijs hadden te betalen, wel niet voor een gewonnen goed, maar dan toch voor .een af geweerd kwaad. Een prijs, waarin we hadden bewilligd. Natuurlijk bleef er na deze beslissing iets haperen aan onze verhouding met de Zuider- bureM., tot beider nadeel. Toen de ont stemming in België wat geweken was, zijn de onderhandelingen hervat en thans schijnt de zaak weer in kruiken en kannen te zijn. Wat daar thans precies inzit, weten we nog wel niet officieel, maar dat is voor een bepaalde groep Nederlanders geen bezwaar om tegen de nieuwe overeenkomst alvast weer te gaan ageeren. Vergaderingen worden belegd om aan onze regeering te kennen te geven, wat men eventueel in die nieuwe overeenkomst niet wenscht te accepteeren. We vinden zulke actie gevaarlijk, omdat ons aanzien in de internationale politiek er sterk door zou worden geschaad, indien onze Minister van Buitenlandsche Zaken weder om zou worden gedésavoueerd en we, als volk, zoo weinig onze verantwoordelijkheid bewust zouden blijken voor vroeger gedane beloften. Al te vaak zijn bovendien de industrieele belangen van ons land opgeofferd of ten achter gesteld aan Rotterdamsche en Am- sterdamsche havenbelangen. Genoemde ste den zijn bekend, niet alleen om Mar havens, maar ook als bakermat van onze politieke kopstukken en als bronnen, waaruit bij vroe gere gelegenheden het goud vloeide voor doeltreffende belangen-acties. Dat men nu ook eens op de belangen lette van landbouw, handel en industrie, die met een economische toenadering tot België ge baat zijn. Van alle ons omringende landen wordt onze handel op België nog het minst bemoeilijkt. Dien toestand te bestendigen en tevens een eens gegeven woord inlossen, is óók wat waard. KAMEROVERZICHT TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Kortingswetje. Er waren drie amendementen op het Kor tingswetje ingediend, die eigenlijk alle drie een nieuw wetsontwerp waren. Het kernpunt van het oorspronkelijke van minister De Geer nl. was daaruit weggelaten. Geen ver band meer werd gelegd met de salarissen van de gemeente-ambtenaren. Het leek dus eigenlijk redelijk dat die drie ontwerpen eerst naar de afdeelingen terug gingen, maar daarin had de Kamer geen lust. Een daartoe strekkend amendement werd verworpen, nadat het door den heer Knottenbelt was verdedigd. De inhoud der amendementen is eenvoudig. De heeren Van Vuuren en Rutgers van Ro zenburg wilden de rijkstoelage aan de ge meenten korten met 6 als minder dan 40 opcenten op het Gemeentefonds worden ge heven, 3 als het getal 4080 bedraagt en niets boven de tachtig. De heer Suring wil uniform 4 maar boven de 80 opcenten niets, de heer Smeenk wil 6 maar boven de 40 opcenten niets. Het zijn alle drie echter luk-rake amende menten, waarvan niemand het preciese ef fect kan nagaan. Dus werd er wat over Tond geboomd vóór en tegen en wijzer werdén wij daardoor niet. De grenzen van 40 en 80 op centen, de cijfers 3, 4 en 6 zijn alle wille keurig, want het is niet na te gaan wat de gevolgen zijn van deze rekensommetjes voor de diverse gemeenten. Natuurlijk zijn er ge meenten die er beter door worden, maar er zijn er ook die er slechter van worden zullen en die piepen het hardst. Het amendement Van Vuuren grijpt bijvoorbeeld de kleinste gemeenten nu ook in do korting, terwijl die in het ontwerpDe Geer vrij waren. Het is al een leelijk ding, want het geeft natuurlijk veel oppositie bij de verdedigers der dorpen. Minister De Geer achtte het amendement Van Vuuren geen verbetering, maar niet onaannemelijk. Nadat de heer Suring in zijn amendement 4 in 3 had veranderd, werd dit aangenomen met 77 tegen 13 stem men. Het amendementSmeenk was daar door vervallen. Het amendementVan Vuu ren werd verworpen met 55 tegen 35 stem men, waarna art. 1 en vervolgens het wets ontwerp werd goedgekeurd met 48 tegen 42 stemmen. Tegen stemdensociaal- en vryz.- democraten, communisten, de anti-revoluti- onnairen Visscher, Schouten en De Wilde, de katholieken Suring, Kuiper, Goseling, Feber, Guit, Moller, Van Poll, Uyen en de heer Flo- ris Vos (partijloos). Wat Is nu aangenomen Het gewijzigd ontwerp van wet d.w.z. Roman door HENRY BORDEAUX. 27) HOOFDSTUK IX. Het hart eener vrouw. Germaine had er dan zonder meer in toe gestemd Annecy te verlaten en op La Sapi- bière te gaan wonen. Vroeger hield zij van dat landhuis, waar zij haar jeugd had doorgebracht onder de goede zorgen harer ouders, waar zij met Paul ver loofd was, waar zij in hun huwelijk een meer intiem leven met hem leidde, ver van cliën ten en bezoeken, In den vrede van bosschen en van velden, met het heerlijke schouwspel Vanaf het terras over het meer en de bergen, dat zich eeuwig in nieuwe kleurschakeeringen vernieuwde. Vroegerhet was alsof het gis teren was. Was zij niet op het punt die oude trouwe volheid terug te vinden en er opnieuw h1 te herleven Had de warmte haar.verma- &erd en zoo bleek gemaakt Een meer fris- Bche lucht zou zeker haar gezondheid ver sterken. Elk jaar had zij Paul gevraagd het Vertrek te bespoedigen, waarom had zij er nu 111 berust haar verblijf in de stad te verlen en? Zooals vroeger bewoog zij zich in huis een ijverige huismoeder en ging zelf met e kinderen wandelen. Zij koos de wegen, e'ke naar het dorp of het meer liepen en ook die, welke leidden naar het bosch en de bergen, haar bevoorrechte plaatsen van vroe ger. Maar terwijl Jean en Claire rozenroode wangen kregen, bleef zij langzaam uitteren. Met ongerustheid volgde haar man het voortgaan van het geheimzinnig kwaad, dat haar dreigde ten onder te brengen. Was dat kwaad voor hem wel geheimzinnig? Maar meerdere vrouwen lijden aan slecht omschre ven kwalen, waarna ten slotte de dood volgt. Meerdere malen stelde hij haar voor hun geneesheer te raadplegen. Zij weigerde op bijna harden toonWaar is 't goed voor Mij deert niets. Je lijdt tochIk zie het heel goed. Maar als mij toch niets deert Dat kon niets anders wezen dan haar ge heim, dat langzaam haar krachten sloopte en haar uitputtelangzaam aan zou zij er aan sterven. Maar in zijn moedeloosheid had hij er van afgezien een bekentenis uit te lok ken. Vanaf zijn terugkeer uit Annecy-le- Vieux had hij niets anders weten te spreken dan onhandige, wreede woorden, die haar zeer deden in plaats van haar zwijgen te brekenhoe zou hij de eenmaal verloren gelegenheid terugvinden Hij zocht voor zijn bekentenis een omlijsting of een inlei ding, want hij kon zich niet indenken er direct mee voor den dag te komenhij bezat nog niet die eenheid des harten, die den weg naar de waarheid opent. Van de eenzaamheid verwachtte hy toena dering, maar zij deed hun scheiding nog meer uitkomen. Zij bewoonden niet eens dezelfde kamer, zooals z\j ani«ve jaren deden be- gewijzigd, vóór de openbare gedachtenwisse- ling aanving bepaalt, dat gedurende 3 jaren een korting wordt toegepast op de uit- keeringen aan de gemeenten uit het Ge meentefonds. Deze korting beloopt 3 van het bedrag der gemeentelijke wedden en loo- nen over 1931 van het in vasten dienst zijnde gemeentepersoneel. Dit is de regel. Op dezen regel zijn verschillende uitzonderingen. Géén korting wordt namelijk toegepast als de ge meentelijke loonen sinds 1931 met 3 ge daald zijn en desondanks tenminste 40 op centen op de Gemcentefondsbelasting gehe ven moeten worden (zonder progressie) en de overige gemeentelijke heffingen tot rede lijke bedragen zijn opgevoerd. Voorts blijft de 3 korting achterwege, indien een ge meente minder dan 5000 inwoners telt of bij Kon. besluit wordt verklaard, dat het loon peil in een gemeente niet voor verlaging in aanmerking komt (met denzelfden eisch van redelijke opvoering der heffingen en ten minste 40 opcenten op de fondsbelasting zonder progressie). Voor de provincie is de eisch van ten minste 40 opcenten op de fondsbelasting vervangen door 20 opcenten op de vermo gensbelasting Ziedaar de Kortingswet, zooals zij nu naar de Eerste Kamer gaat. De schadeloosstelling der Tweede Kamerleden Het Tweede Kamerlid Van Vuuren heeft, blijkens het verslag van een door hem ge houden redevoering in „de Maasbode", me degedeeld, dat. wat het vraagstuk van de korting op de schadeloosstelling der Tweede Kamerleden betreft (de Grondwet noemt het „schadeloosstellling" en stelt deze vast op 5000, benevens een volgens regels door de wet te stellen vergoeding voor reiskosten, met een pensioen van 150 voor elk jaar Kamer lidmaatschap tot een maximum van 3000), men op één partij na is overeengekomen, de korting op de schadeloosstellingen toe te passen. Betere waarborgen. Het comité van actie tegen het wetsont werp-Terpstra meldt ons In navolging van wat de meerderheid de» staatscommissie-Rutgers rapporteerde, acht minister Terpstra de ouderverklaring bij de aanvrage tot medewerking aan de stichting eener nieuwe bijzondere school niet meer noodig. Die ouderverklaring leidt slechts tot aller lei moeilijkheden en dus.... afschaffing is het beste. Voor' nieuwe bijzondere scholen, die be stemd zijn voor minder dan 150 leerlingen, wordt voorgesteld de te storten waarborgsom van 15 tot 30 te verhoogen r dit komt in de plaats van de ouderverklaring en de mi nister acht dan voldoende waarborg gegeven, dat geen onnoodige scholen zullen worden aangevraagd. Allerminst wordt ontkend, dat door de ver hooging van de te storten waarborgsom eeni- ge tempering verkregen kan worden, maar heel veel behoeven wij ons daarvan niet voor te stellen. Het benoodigde bedrag is gemakke lijk te verkrijgen en een behoorlijke rente wordt door de gemeente vergoed. Door de voorstanders van het bijzonder onderwijs wordt nog al eens gewezen op het gevaar, dat voor de schoolbesturen bestaat, om die gestorte som gedeeltelijk, of zelfs ge heel te verliezen. In theorie is dat waar, maar in de practijk blijkt dat gevaar wel héél klein, en daarop komt het toch alleen aan. In de eerste zes jaar na de oprichting be hoeft men zich niet ongerust te makende wet geeft do nieuwe school gelegenheid uit te groeien. Pas na zes Jaar begint de risico en als na negen lange jaren de school geen le vensvatbaarheid blijkt te bezitten, k&n er verlies komen. En zelfs dan nog.... er is een maas in de wet te vinden, om aan het ge- heele of gedeeltelijke verlies van de waar borgsom te ontkomen. De verhooging van de waarborgsom is niet een betere waarborg tegen onnoodigen scho lenbouw. halve in den tijd dat zy de kinderen voedde en die schikking was een soort zwijgende overeenkomst geworden. Daar hij er niet in slaagde haar in vertrouwen te nemen, sloot hij zich op in de bibliotheek om te studeeren of om een of ander werk te lezen uit de smaakvolle verzameling van mijnheer Doret. Meermalen in de week ging hij naar de stad om te pleiten en zijn cliënten te ontvangen. Soms ontmoette hij er kennissen, maar die waren hem bezwarende getuigen voor zijn verleden en hij ontving hen niet meer met dat goede humeur dat aller sympathie voor hem won. Mijnheer Artène, die wel gevoelig was voor dat laatste min-harteiyke onthaal, zag er toch niet van af hem weer eens staande te houden, want hy had een heel bijzonder nieuwtje. De jonge Marolaz is bevorderd. Ik ben blij toe. U weet, dat hy dit te danken heeft aan de mooie mevrouw De Chéran. zy is almach tig aan de prefectuur. Zy ontbreekt Donder dags nooit by mevrouw Hétry. En hoe maakt het de schoone mevrouw Ferrière Zeer goed. Dank u. Paul maakte spoedig een eind aan het on derhoud. Dat noemen in één adem van den naam zyner vrouw en dien zyner maitresse walgde hem. Vroeger en dat was zoo lang niet geleden toonde hij zich inschikke- lijker. Enkele dagen later ontmoette hy mevrouw Hétry, geflankeerd door haar trouwe eere- of gezelschapsdame, mevrouw Marolaz. Is het dan onmogelijk goede waarborgen voor te schrijven Allerminst, en aangegeven zyn er zulke ook. De minderheid der staatscommissie stelt voor, de beslissing omtrent de aanvrage tot stichting van een nieuwe bijzondere school en de geldigheid van de „Ujst" te leggen in handen van den gemeenteraad. Wordt byv. in de wet vastgelegd, dat overgelegd moet worden een ouderverklaring, waaruit ten ge- noege van den gemeenteraad biykt, dat het geëische aantal leerlingen de aangevraagde school zal bezoeken en wordt de gelegenheid geschapen, dat handteekeningen, die door on juiste voorgevens verkregen zijn, binnen een bepaalden termijn na de indiening terugge nomen kunnen worden, dan zal zoo'n lijst een heel wat juister beeld geven. Voorkomen zal op die wyze kunnen worden, dat de bekende „kooien" komen, waarvoor geen „vogels" zijn Talryk zy'n de voorbeelden, dat scholen zyn aangevraagd en toegestaan toegestaan moesten worden, omdat aan de formeele eischen voldaan was maar waarop by de opening lang niet alle kinderen kwamen, voor wie de school heette noodig te zyn. Herinnerd zij slechts aan de Van Lennep- schcol in de Reggestraat te Amsterdam de bijzondere neutrale school in Watergraafs meer de school aan den Oostendam (gem Ridderkerk) de Oranje Nassauschooi te Apeldoorn. Bij deze voorbeelden laten we 't, al is het niet moeilijk nog talryke soortgelijke gevallen aan te wijzen. En was dan by de opening van sommige van die scholen toch wel een behoorlyk aan tal leerlingen, dan waren het meest andere dan waarvoor de school gevraagd was. Die kinderen waren afkomstig van de reeds be staande byzondere scholen, waar nog vol doende plaatsruimte was. Was de minister in zijn wetsontwerp op dit punt de minderheid van de staatscommissie gevolgd, dan was er tenminste een ietwat betere waarborg tegen onnoodige scholenstichting in het leven ge roepen. Engeland en de Nederlandsche contingen- teeringsmaatregelen. In antwoord op een vraag naar de Neder landsche wetgeving, waarby de hoeveelheid van zekere in Nederland ingevoerde goederen wordt gecontingenteerd, heeft minister Runciman gisteren in het Engelsche Lager huis een overzicht gegeven van deze wetge ving en gezegd, dat de uitwerking die deze beperkingen op den Britschen handel kunnen hebben en de stappen, die Engeland dienaan gaande zou kunnen doen, in overweging zyn. Koopvaardij-offïcieren. Het jaarverslag over 1931 van de Vereeni- ging van Nederlandsche Gezagvoerders en Stuurlieden ter Koopvaardij deelt o.a. mede, dat het ledental daalde van 2616 op 2571, wat mede een gevolg is van de tydsomstan- digheden. Het plaatsingsbureau bracht 44 plaatsingen tot stand (v.j. 126). Op 31 December stonden 217 werkzoekenden ingeschreven, dat is nog 40 meer dan in het recordjaar 1925. Kasgeldverstrekking aan de gemeenten uit 's rijks kas. Ged. Staten van Noord-Brabant hebben aan de gemeentebesturen in dat gewest een circulaire gericht van den volgenden inhoud Op verzoek van de ministers van financiën en van binnenlandsche zaken en landbouw hebben wy de eer u mede te deelen, dat in den regel uit 's rijks schatkist geen gelden kunnen worden beschikbaar gesteld ten einde kapitaalsuitgaven voor de gemeenten te fi nancieren, en dat derhalve in kasmoeilijkhe- den, welke zyn ontstaan als gevolg van ka pitaalsuitgaven, in den regel niet door het ryk kan worden voorzien. Het bovenstaande moet den raad ertoe lei den, de uiterste soberheid te betrachten by het voteeren van kapitaalsuitgavendaartoe behoort alleen in gevallen van strikte nood zaak te worden overgegaan, daar de huidige toestand van de geldmarkt het voor de ge meente zeer bezwaarlyk maakt, tegen aan nemelijke voorwaarden te leenen en als dek kingsmiddel voor kapitaals-uitgaven toch in den regel opbrengst van geldleening zal zyn aangewezen. Wel, mynheer de wilde, wij zien u niet meer Hy excuseerde zich, omdat hij op zyn bui ten woonde. Ja, ja, hernam de zeer beminnelyke prefecte. Wy weten, wat dat zeggen wil verliefden hebben niemand noodig. Hoe mooi zoo'n innig huishouden na twee kinderen Maar wij komen uw gezellig huishouden eens storen. zy keerde zich naar mevrouw Marolaz om dezer goedkeuring te vragen. Niet waar, beste vriendin Wel zeker, antwoordde de eere-dame heel zalig. Annecy-le-Vieux is niet ver. Het rytuig van de prefectuur.... Neen, neen, wy gaan te voet en in koor brengen wy mevrouw Ferrióre een bezoek. Alle Donderdagsche gasten. U weet, dat me vrouw De Chéran nooit ontbreekt. Opnieuw ondervroeg zy haar gezellin. Uw zoon maakt haar nogal het hof. Hy heeft geiyk, hij is niet getrouwd. Men moet van zyn jeugd profiteeren. Mevrouw de Chéran zal van de party wezen, niet waar mynheer Zy is erg lief, een beetje behaag ziek, maar erg lief. Ja het lot heeft u be dorven met mevrouw Ferrièfe. Geërgerd weerde Paul die noodlottige be dreiging af. Mevrouw Ferrière is ziek en ontvangt niemand. Het zal haar spyten, gelooft me. De dames putten zich ui', in betuigingen van spyt, zetten medeiydende gezichten, vroegen bijzonderheden en zouden naar haar gezondheid laten vernemen. Tenslotte ware hierbij te overwegen, dat door het aangaan van leeningen nieuwe las ten wegens rente en aflossing op den gewo nen dienst zullen worden gelegd. Alvorens nieuwe kapitaalsuitgaven te voteeren, behoort de raad zich dus ervan te vergewissen, dat de gewone dienst van volgende jaren in staat zal zijn, de nieuwe lasten te dragen. Nederlandsch Fabrikaat. Onder het opschrift „Wat zegt u daarvan treffen wy in de Februari-aflevering van het maandblad „Nederlandsch Fabrikaat", het officieel orgaan van de Vereeniging van dien zelfden naam, een krachtige aansporing aan om aan voortbrengselen van de Nederland sche nijverheid de voorkeur te geven. Er schijnen helaas nog verschillende personen te zijn, die heel moeilijk wakker zijn te krijgen. Hoe is het anders te verklaren, dat uit sleur, onverschilligheid of onwil niet in alle bestek ken wordt voorgeschreven dat Nederlandsch fabrikaat wordt verlangd, tenzy bepaalde grondige redenen zulks werkelyk onmogelijk maken „Wat de vereeniging de laatste maand deed" geeft een belangwekkende opsomming van hetgeen het bestuur der vereeniging in de afgeloopen maand tot stand bracht. Onder het opschrift „Nederlandsch Fabri kaat wordt melding gemaakt van het feit, dat hier te lande artikelen van buitenlandsch fabrikaat worden verkocht, die door een rood-wit-blauwen rand op de verpakking by oppervlakkige beschouwing den indruk kun nen wekken, dat men by aankoop van derge lijke artikelen met producten van de Neder landsche industrie te doen heeft. Het blyft zaak voor hen, die en dit aantal groeit gelukkig dagelijks bij voorkeur Neder landsch fabrikaat koopen, goed uit te kyken. In het bijzonder kan het „V.N.F." merk der vereeniging hierbij zeer goede diensten doen. ONS WEEKPRAATJE We hebben in de krant nogal eens gepole miseerd tegen collega's van andere bladen, als die in een artikel onze zwaar gefundeer de meeningen of overtuigingen geweld aan deden. Nog nooit echter hebben we een pole miek gevoerd met de menschen, die de ach terpagina's van een krant plegen te vullen, misschien uit eerbiedigen schroom voorde lieden, die voor hun arbeid per regel betalen, in plaats van per regel te worden betaald, en die daarmee behalve hun eigen zaak ook de krant schragen, van welke wij voorloopig alleen nog in figuurlyken zin eten. Maar sommige adverteerders gaan het te bar maken. Niet zy, wier handel een open- lyke is, en die deswege hun pennevruchten met hun naam durven sieren, maar degenen, die hun ridderfiguur verbergen achter een letter als X, IJ of Z, of onder nummer zóó veel „aan het bureau van dit blad", zü'n het, die meer en meer de anonimiteit gaan mis bruiken, welke door de administratie van de krant wordt beschermd. Dat is jammer, want wat oorspronkelijk goed was en gemakkelijk en zulks voor eerlyke lieden nóg is wordt nu in vele gevallen een gevaar voor het publiek, wanneer nl. de anonieme adverten tie als masker gaat worden gebruikt, waar mee wordt uitgetrokken.... op roof. Niet in de plaatselyke krant, gelezen door menschen, die elkaar van haver tot gort kennen, maar in het z.g. algemeen verspreide dagblad wor den relaties geschapen tusschen menschen uit onderscheidene plaatsen en streken, men schen, die onbekend zyn met den persoon en de zaak van den advertentie-steller, die zijn slachtoffer imponeert met briefhoofden, tele foonnummers en opgegeven bankrekeningen. Wie de lijst van aangeboden betrekkingen" in sommige dagbladen leest, begrypt niet, dat er nog werkloozen zijn, waar toch dag-aan- dag zóóveel baantjes, zelfs zooveel lucratieve baantjes worden aangeboden, Wie de bedoel de annonces echter aandachtig leest, en een beetje critisch, zal ervaren, dat het meeren- deel dier annonces geplaatst is met de be doeling om het gespaarde geld machtig te worden van de werkzoekenden, terwijl aan hun persoon als werkkracht in het geheel geen behoefte bestaat. Ter waarschuwing van de goedgeloovigen schryven we dan ook deze regelen. Het in een kleine stad onvermydelyke toe val leidde er ten slotte toe, dat Paul op straat mevrouw De Chéran ontmoette, aan- trekkeiyk als steeds met haar gedecollecteer- den hals en haar klamme huid. Reeds ging hy haar zonder groeten voorby, toen zy hem vroegMynheer Ferrière, ik heb u iets te zeggen. Uit wellevendheid bleef hy staan, maar dezen keer dacht hy slechts aan Germaine. Zy lachte dubbelzinnig. U heeft verleden Dinsdag den trein gemist. Een onbescheidenheid van mynheer Artène had haar ongetwyfeld op de hoogte gebracht. Paul wist echter niets te antwoorden. Het drama, dat zich in zyn ziel afspeelde, ont wapende hem. Des te ergér voor u, u weet, wat u ge mist heeft. Ik weet het, mevrouw, antwoordde hy vry treurig. Wel verre van te triompheeren, toonde zy zich erg teleurgesteld. Eenmaal gesmaakte liefde is zeer gemakkeiyk in staat aan vluch tige, voorbygaande grillen een meer biyvend karakter te geven. Haar stem veranderde en smachtend bekende zij Neen, Paul. het is des te erger voor my, want ik merk heel goed, dat ge my niet meer bemint. Maar mevrouw. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1932 | | pagina 5