"H
Courant
tweede blad
!!U IIOOR BEROEPSKEUZE
FEUILLETON
Het gouden stilzwijgen
Man boord oan de nieuioe ferry-boot
BINNENLAND
Uit de Vtissingsche Courant
van vóór 50 iaar.
40 cent.
50 cent.
50 cent.
50 cent.
55 cent
van de
Zaterdag 6 Februari 1932. No. 31.
GENEVE 1932.
Dona nobis Pacem.
Ons nageslacht zal het vermeld vinden in
geschiedenisboeken1932 Ontwape
ningsconferentie der Volkeren te Genève.
Wat er daarop volgen zal? We weten
het niet.
Da/ deel der geschiedenis, hetwelk een ant
woord zal geven op vorenstaande vraag, gaat
nU worden gevormd. Op Dinsdag, 2 dezer, is
3 conferentie geopend.
Onder de meest droeve en weinig vertrou-
enwekkende omstandigheden
Het initiatief immers van de conferentie
ng uit van den Volkenbond, en twee
den daarvan beoorlogen elkaar op het
)genblik in bloedigen strijd.
Plechtige geloften van Vrede en onderwer
ing aan Arbitrage zijn in de laatste jaren
ïdaan. De inkt der Verdragen daaromtrent
is nauwelijks droog, of reeds worden de
fraaie acten besmeurd met het warm-roode
bloed van duizenden, die vielen in den strijd
tegen elkaar.
We hopen op een succes der Conferentie.
En als dat wordt bereikt, wat zal dan de
winst in feite wezen Weer een papier met
handteekeningen en zegels alléén, zonder een
ioil tot vrede, een bereidheid tot elke opoffe
ring daarvoor
Genève 1932.
Wat gaat er om in de geesten der men-
schen individueel Wat is die algemeene
roep om vrede, een uitdrukkelijke wil, door
overweging gegrondvest, of een modeieuze
van dezen tijd
We zitten hier ver van het oorlogsgewoel
in het Oosten, maar als we de berichten van
daar lezen, dan jeuken ons de vingeren. O,
het is een braaf jeuken, want het onrecht
prikkelt ons en we zouden, als we naar ons
:moed te werk gingen....
Dan is het ook duidelijk, dat die anderen
aar in het Oosten, die het onrecht onder
aan, nog sterker reageeren en.naar de
lapenen grijpen om zich te verzetten.
Als niet Sjanghai, maar Amsterdam nu
sns door vreemde vliegeniers werd gebom
bardeerd, en oorlogsschepen schoten die stad
inbrand, zonder dat er oorlog was, en als
onschuldige mannen, vrouwen en
door de onverlaten uit den vreemde
werden gedood, zou het dan bij het jeuken
ier Fingeren blijven, als we van dat alles
hoorden, of het ondervonden
We moeten er goed van doordrongen wezen,
hoeveel men moet kunnen verdragen en lij
den, hoeveel gevoel van eigenwaarde men moet
weten te onderdrukken, als we den vrede
/jJlen bewaren, tot allen prijs, althans zelf
en strijd smadende.
Dat alles moeten we leeren, vóór de Vrede
een realiteit kan worden op de wereld. De
weg naar Vrede leidt door smarten en folte
ring.
Vrede te vestigen en te bewaren, voor altijd
TE VLISSINGEN.
Zitting op a. s. DINSDAG 9 FEBRUARI
|in het voormalig Burgerweeshuis aan de
Badhuisstraat, van 7'/29 uur.
Inlichtingen, zoowel voor meisjes als jon-
gens, worden kosteloos verstrekt.
Ouders, kiest een beroep voor uw kind in
met het Bureau.
Roman door HENRY BORDEAUX.
13)
Ik ken haar fiere, rechtgeaarde ziel.
Indien zij het wist, zou ze er niets van willen
^grijpen. Begrijpen dat is reeds de halve
vergiffenis. Zij zal nooit begrijpen, dat mijn
liefde voor haar niet verminderd is en dat
öie vervloekte gril in mijn oog niet meer is
öan een partij jacht of tennis.
0m er een excuus in te zoeken, herinner
de hy zich de gesprekken van mijnheer Ar-
tène op het bal van de prefectuur, in den
tvaoht, waarin Berthe de Chéran met haar
ronde schouders en haar blanke htdd zijn
zinnen geprikkeld had
Een goede man kan ontrouw worden
jkn vrouw kan haar man vergeven.... Soms
Bemint zij hem nog meer.
Toen herinnerde hij zich die lieve verach-
jng. welke Germaine voor die theorieën aan
den dag legde.
Het leven is zoo eenvoudig, zeide zij,
vooral wanneer men gelukkig is....
h h€t. leven vva eenvoudig. Het geluk
ao zich in zijn huis gevestigd. Zelf had hij
nu ondernomen het te verjagen. Hij wond
lcn op tegenover zijn maitresse, die hy niet
"veer wilde.
r- Dafc schepseltje had mij zelf gewaar-
c uwd op die soiree, die zoo'n onvoorziene
De moderne roerstoelen in een der twee stuurhutten van de „Prinses
Juliana". De achterste roerstoel dient voor het manoeuvreeren.
en onder alle omstandigheden, dat is haast
iets bovenmenschelijks.
Daarom zullen de geloovigen* om dat groote
goed machtig te worden, niet uitsluitend op
.zichzelve en op de menschheid vertrouwen,
maar door een voortdurend en aangehouden
„Dona nobis Pacem" Heer, geef ons den
Vrede dezen afsmeeken van den Hemel-
schen Vader.
Onderwijl ze, naarmate menschelijke
krachten zulks vermogen, aan de vervulling
van het ideaal meewerken.
Een verklaring van generaal Snijders.
In verband met liet initiatief-voorstel-
Albarda dat bij mibilisatie den invloed van de
Volksvertegenwoordiging wil versterken,
schrijft generaal Snijders in ,4e Militaire
Spectator" over de mobilisatie van 1914 o.m
het volgende
Het verdient de aandacht, dat het besluit
tot mobiliseeren in beginsel op 30, en de
finitief op 31 Juli door de regeering geheel
uit eigen beweging werd genomen, zonder
eenigen druk of aandrang van den chef van
den generalen staf of van eenige andere le
ger- of vloot-autoriteit. Geen hunner is door
den raad van ministers gehoord geworden en
de chef van den generalen staf (wien reeds
bekend was, dat hij tot opperbevelhebber van
rol in mijn leven speelt„Pas op. Uw vrouw
behoort niet tot het getal van haar, die ver
geven kunnen. Zij zal zich wreken.*
De wraak zou zich niet hebben laten wach
ten Germaine zou hier nooit teruggekomen
wezen, tenzij om haar kinderen mede te
nemen. Onze kinderen IZij is gebleven,
dus zij weet niets.
De logica dwong hem deze conclusie op. En
de logica bracht hem geen rust. Op de plaats
van zijn verbintenis, welke hij overigens als
verbroken beschouwde, had hij slechts dat
zeer onvolmaakte berouw, dat den zondaar
de vrees voor de hel en den dief de vrees
voor de gevangenis instort. De onverwachte
gevolgen, welke die verbintenis zou kunnen
meebrengen, schenen hem niet in verhouding
met het middelmatige belang, dat hij er aan
toekende. Alsof het ons gegeven was de ge
volgen van onze hartstochten af te meten en
zelf, volgens onze verbeelding, vast te stellen
den graad van hun ernst, hun kracht en hun
duurZooals de meeste menschen, die op
gaan in de zaken des vleesches, behandelde
hij deze met toegevendheid. Hij vreesde de
wonde, welke de ontdekking dezer korte ver
liefdheid Germaine kon veroorzaken en
doodsbenauwd vroeg hij zich af, of die wond
niet doodelijk zou wezen. Maar waarachtig
berouw had hij niet. Hij verlangde zijn mai
tresse niet meer en hij hield nog van Ger
maine. Wist zij maar niets, alles zou in orde
komen.
Weer begon hij te redeneeren, maar nu in
anderen zin
Mijn vrouw is om drie uur uitgegaan en
land- en zeemacht zou worden voorgedragen
en dus de verantwoordelijkheid voor de mili
taire leiding der defen&dvèou moeten dra
gen-) heeft zelfs aan den minister van/oorlog
geen geformuleerd voorstel tot, mobiliseeren
behoeven te doen, omdat de minister zelf de
eischen van den toestand volkomen juist in
zag, elk mogelijk en wenschelyk initiatief
ontwikkelde en bij den raad van ministers
een vertrouwensvol gehoor vond, evenals hel
der inzicht in den ernst van den toestand.
De nood der boeren.
Het lid der Tweede Kamer de heer Van
Voorst tot Voorst heeft aan den minister van
binnenlandsche zaken en landbouw de vol
gende schriftelijke vragen gesteld
Is het den minister bekend dat de toestand
in de weide- en gemengde bedrijven thans
zoo hoogst ernstig is geworden, dat het mee-
rendeel der boeren aan den rand van den
afgrond staat
Is de minister niet van meening, dat on
middellijk maatregelen dienen genomen te
v/orden om den prijs van de melk op te voe
ren tot een minimum van 6 cents in den zo
mer en 7 cents per liter in de wintermaan
den
Kan de minister mededeelen of binnen zeer
korten tijd desbetreffende voorstellen bij de
Kamer zullen inkomen
pas om half acht thuis gekomen. Zij moest
met de kinderen naar haar moeder. Zij is van
plan veranderd. Nooit brengt ze een geheelen
middag zonder de kinderen door. Ik moet
altijd veel moeite doen om te maken, dat zij
de visites, die wij ontvangen, niet al te laat
beantwoordt. Zij is dus naar Annecy-le-
Vieux gegaan. Maar waarom dan dat zwij
gen Hij kon zich niet van dien twijfel los
maken en als een looden mantel drukte die
twijfel hem op de schouders. Bij zijn thuis
komst dacht hij ofwel volkomen veilig te we
zen ofwel een droeve scène van wanhoop en
toorn te ontmoeten of erger nog zijn vrouw
te zien vertrekken, en zie, niets van al het
geen hij zich voorgesteld had, gebeurde. Op
die verlenging der onzekerheid was hy niet
voorbereid. Daar hij aan Germaine's handel
wijze, ingeval zij het verraad kende, geen
uitleg kon geven, geloofde hij, of wilde hij
tenminste gelooven aan haar onwetendheid,
omdat dit in zijn voordeel was. Hij herinner
de zich nog een ander woord, door mijnheer
Artène gesproken op het bal, dat in zijn leven
een belangrijke gebeurtenis begon te worden
De schoonheid zondert-, zich af evenals
de deugd.
De schoonheid van Germaine was hem niet
voldoende geweest om zijn leven te verfraai
en. En in den geest zag hij weer Berthe's
opgetrokken neusje. Komaan Hij moest zich
om een dwaze lichtgeloovigheid geen onnutte
zorgen scheppen. Vermoeid van al het on
vruchtbaar redeneeren, ging hij naar bed,
besloten op die overtuiging in te slapen.
Vergeefs trachtte hy te slapen. Na twee
Welke voorstelling men zich van ons
land maakt.
Men staat dikwijls verbaasd over de on
kunde, welke men in het buitenland over ons
land bezit. Er is te Parijs een boek versche
nen over Europa en de koloniale bezittingen
der verschillende landen, samengesteld door
M. AUain en H. Hauser.
Bij de bespreking van het klimaat van
Nederland zeggen de schrijvers, dat Neder
land strenge winters heeft. Onze golven, ri
vieren, moerassen en kanalen zouden ieder
jaar bevroren zijn. De Hollandsche jeugd
weet wel beter. Zelfs de slootjes kunnen de
mees:e jaren hun lichten last niet dragen.
Holland, dat lage land, is bekend om zijn
sluizen. We hebben er een menigte. Die van
IJmuiden zijn zelfs de grootste der wereld.
We krijgen echter weer te veel Van het goede,
als de schrijvers meedeelen, dat onze groote
rivieren door sluizen van de zee afgesloten
zy'n.
De energie van de Nederlanders wordt, en
terecht, meermalen in het boek geroemd. Aan
deze energie zou toch afbreuk worden gedaan
als het juist was, dat meer dan y4 van den
Nederlandschen bodem „superficie improduc-
tive" zou zijn. Gelukkig, dat het percentage
voor de woeste gronden aanzienlijk lager is,
1. ruim 12 pet.
In de boven aangehaalde boeken wordt den
leerlingen verder meegedeeld, dat Nederland
noch metalen, noch steenkolen bezit. Nu mag
het waar zijn, dat vóór den wereldoorlog onze
pogingen stond hij op. Op de bloote voeten
zachtjens wegsluipend, kwam hij aan de deur
van de kamer naast hem, welke die zijner
vrouw was. Den adem inhoudend luisterde
hij. Eerst verbeeldde hij zich gesmoorde snik
ken te hooren. Dan overtuigde hij zich van
zijn dwaling. Tegen den ochtend sliep hij
zwaar in.
Toen hij wakker werd, stond hij haastig
op en ging naar het gerechtshof, waar hy
moest pleiten. Onder het vluchtige ontbijt
vroeg hy aan de kinderjuffrouw, hoe het
met mevrouw was.
Mevrouw heeft wat hoofdpijn, antwoord
de zij. Maar zij denkt op te staan om te ont-
byten.
Goed.
Hy kwam laat terug, vermoeid van zijn
pleidooi, dat hem een hevige inspanning had
gekost omdat hy het maar vluchtig had be
studeerd. Germaine ontving hem met haar
gewonen helderen glimlach, zy verontschul
digde zich, dat ze er slecht uitzag Zy was nog
bleek evenals 's avonds te voren en de zwarte
kring om haar oogen was nog grooter ge
worden. Niets was er in hun leven veranderd,
niets was er in hun harten veranderd en
toch was alles gebroken....
HOOFDSTUK V.
Het onderzoek.
De dagen verliepen, gelyk, eentonig en in
vi ede. Paul Ferrière ging door met pleiten en
verliet zyn werkkamer haast niet dan om
naar het gerechtshof te gaan. Germaine bleef
baar huishouden degelyk besturen en hield
Se week 1882,
Den laatsten tijd worden herhaaldelijk
groote steenen op de rails van de stoomtram
gelegd om de tram te doen ontsporen.
Het is de politie gelukt een 42-jarigen man
aan te houden, die achter de Lijnbaan te
Vlissingen weer een keisteen op de rails had
gelegd. Een inspecteur van politie met een
agent, die zich verdekt hadden opgesteld, be
trapten den man op heeterdaad.
Het O. M. bij het kantongerecht eischte
tegen den verdachte 75.boete en boven
dien nog 7 dagen gevangenisstraf.
In een publicatie roepen Burg. en Weth.
sollicitanten op voor onderwijzeres met acte
nuttige handwerken op een jaarwedde van
250 en voor helpster bij dit onderwijs op een
jaarwedde van ƒ100. Gevraagd worden 2
onderwijzeressen en zeven helpsters. b
Beroepen by de Ned. Herv. gemeente alhier
ds. B. J. Swaan te c<ouda.
Onze Zaak staat vanaf heden
onder voortdurende controle
van Or. Ir. H. J. DE WIJS
Scheikundig Ingenieur.
kolenproductie niet veel te beteekenen heeft
gehad, de snelle styging na den oorlog tot
ruim 12 millioen ton in 1930 en de uiterst
moderne outillage onzer mijnen hebben aan
spraak op een betere bekendheid, dan waar
van bovenstaande boeken getuigen.
Als industrie-land valt Nederland in de
beide leerboeken nauwelyks op. Slaat men
het Statistische Zakboek van 1931 op, dan be
grijpt men, hoe het komt, dat men er zoo
zeer den klemtoon op legt, Nederland als heft
land van boter, kaas en haring voor te stel
len. Inderdaad zyn het zeer voorname uit
voerartikelen van Nederland en hebben ze
in de betrokken landen een zekere verT
maardheid. Dit mag echter geen reden
zyn, om de Nederlandsche nijverheid, welke
bij ons het belangrijkste middel van bestaan
is, vrijwel geheel weg te doezelen.
Ook de uitvinding van Willem Beukelsz.
van Biervliet is, hoewel deze toch tijd genoeg
heeft gehad om in haar juisten vorm in
Parijs bekend te worden, geheel verdraaid
overgekomen. Hij zou den bokking uitgevon
den hebben
Ook met onze groote rivieren, en de plaat
sen daaraan, weet men niet altijd goed raad.
Arnhem en Rotterdam zouden aan de Lek
liggen. Voor Rotterdam wordt dit nog eens
geaccentueerd, door er bij te vermelden, daft
de gewone en „onjuiste" opvatting is, dat het
aan de Nieuwe Maas ligt.
De schrijvers meenen de Rotterdamsche
industrie juist geteekend te hebben, door
hiervan te vermelden suikerfabrieken, siga
renfabrieken en distilleerderijen. De juiste en
meest bekende industrieën worden genegeerd.
De fout van de distilleerderijen wordt begry-
pelijk, als we even verder lezen, dat Schier
dam en Vlaardingen voorsteden van Rotter
dam zyn
De indeeling van de Nederlandsche bevol
king in Hollanders, Friezen, Vlamingen en
Duitschers is ook alweer een bewijs, dat heft
met de kennis van Nederland in het buiten
land allertreurigst gesteld is.
Grappig deed bij de beschrijving van Ba--*
zich met de kinderen bezig.
Mevrouw Marolaz, die hen overal naging
en die zelfs haar goecte vriendinnen voor het
schouwspel eener catastrophe had uitgenoo-
digd, was wanhopig over dezen afloop en
aanvaardde die teleurstelling met bitterheid.
In vertrouwen deelde zij het aan mevrouw
Hétry mede.
Ik had nooit kunnen gelooven, dat die
mevrouw Ferrière zoo laf was. Zij is bang
geweest, dat is duidelijk, bang geweest voor
een schandaal, voor een scheiding, misschien
ook wel voor een verandering van stand.
Want haar man verdient aan de balie veel
geld. De wereld is wel slecht, mevrouw. Er
zyn nog wel knappe koppen, maar er zijn
geen karakters meer.
Maar de handige prefectsvrouw, die ge
durende haar lange loopbaan reeds menige
onwettige liefde begunstigd had, deelde
geens-zins de meening van haar onderge
schikte en spoorde haar tot meer bezadigd
heid aan.
Ik voor mij, ik ben verrukt over die op
lossing. Ik veracht die zotte wraaknemingen,
waarmede de bedrogen echtgenoten hun
entstemming te kennen geven. Al had onze
m> om my te bedienen van een uitdrukking
van myn man, niets andes ingevoerd dan
meer berusting en meer philosophie bij de
ongelukken van het huwelijk, dan zou hy in
de geschiedenis bekend blyven als een tijd
van vooruitgang en beschaving.
(Wordt vervolgd);