DE REIS NAAR HET GEHEIMZINNIGE EILAND GEMENGD NIEUWS aandacht aan een dergelijk stuk wordt ge hecht, hetgeen tevens bewijst hoe weinig schade men doet als men zoo'n in den weg staand ding maar opruimt. Zoo gaat het tevens met tal van merk waardigheden in een stad. De bewoners ken nen ze niet eens en al passeeren zij er dage lijks, ze zien het niet. Er zijn bijvoorbeeld tal van gevelsteenen in Den Haag te vinden, die herinnering aan bekende personen leven dig moeten houden. Is er iemand die er een paar weet op te noemen Zelfs zij die in de onmiddellijke omgeving wonen weten het niet. Met de monumenten gaat het precies zoo. Welk deel van Den Haag heeft Cartesius zien staan, Thomson, Richard Hol Voor wien van de twee Huygens'en is het monu ment op den ouden Scheveningschen weg Men weet het niet. Het kan de menschen geen steek schelen, is het antwoord van velen als zij hun on kunde zien bloot gelegd. Het is maar een klein, groepje menschen, dat zich interesseert voor een paar van die dingen, aldus rede neert men, en de rest loopt er langs heen. Er is natuurijk wat waars in die bewering, al moet men dit ware aanstonds betreuren. Er zijn zes herinneringsbanken in Den Haag. Wie kent ze alle Er zijn eveneens zes bronnen en fonteinen, en men kan er zeker van zijn, dat vrijwel niemand ze ooit gezien heeft, laat staan ze bij name kent. En als ge dan den durf hebt om te vragen of iemand ook weet wie de ontwerper of ver vaardiger is van die monumenten, dan loop je de kans een paar leelijke antwoorden naar je hoofd te krijgen, waarbij zelfs getwijfeld wordt aan de gezondheid van het hersen- stelsel van den vrager. Het is ons niet bekend of op de Haagsche scholen moeite wordt gedaan om de jeugd eenigermate belangstelling bij te brengen voor al deze schoone herinnerings-monumen- ten in onze stad. Men autobust wel geregeld naar de Schoolbioscoop om daar op het witte doek de geheele wereld te zien voorbijtrek ken, maar wij vreezen, dat Den Haag er zelf bij inschiet. Van de boomen zijn wij afgedwaald naar de monumenten. Beide zijn stukken décor in de stad. Helaas hebben wij van beide niet heel veel. Wel hebben wij straatmeubilair in den vorm van lantaarnpalen, trampalen, haltepalen, borden voor het verkeer, rich tingaanwijzers. Daarvan hebben Wij er veel te veel en wij zouden er graag eenige duizen den missen. Nu komen er nog de lichtrecla mes bij, die ook al weinig tot versiering leiden. Misschien kan er eens een meubilair-com- missie worden ingesteld, die naging hoe het leelijke verminderd, het goede vermeerderd en de belangstelling in het algemeen ver groot kan worden Er zijn al heel wat com missies en er kan er nog best eentje bij. Als die eens de stad doorwandelde en noteerde Nadat ze zoo een halven dag in de golven hadden gegdreven, gebeurde er iets, wat ook Rob zijn hartje een oogenblik deed bonzen. Een groote haai kwam recht op het scheepje aan en gelukkig nog maar dat hij het niet omgooide. Hij stelde zich tevreden met het anker in zijn bek te houden en zoo het scheepje voort te trekken. „Nu zijn we aan dat beest overgeleverd", bromde Rob, „en moeten we maar afwachten waar we terecht komen." Een paar uren trok de haai hen nu al voort. Het begon al donker te worden. De storm loeide om hun heen en ze bereidden zich op het ergste voor. Dien nacht zaten ze met dichtgeknepen oogen in het scheepje en toen het morgen werd scheen de haai er genoeg van te krijgen. Dicht bij een stuk land liet hij het anker los en de jongens konden nu rustig aan wal roeien. Wat zagen ze daar Een kampvuur, een paar geweren, dat was alles. Waren ze alleen op het eiland Ze zouden het gauw genoeg weten (Dinsdag vervolg) wat wel verdwijnen kan of zoodanig vereen voudigd dat het niet meer zóó opviel. 't Is maar een idee, en de bedoeling is goed. EIBER Jongetje uit den trein gevallen. Toen gisterenmiddag mej. Burggraaf uit Alphen aan den Rijn van een bezoek aan haar ouders in Duitschland met haar drie kinderen naar huis terugkeerde, is even ten noorden van het station Meppel haar vijfjarig zoontje uit den sneltrein ge vallen. Direct werd aan de noodrem getrokken, waarop de trein stopte. Toen men den kleine op de spoorbaan vond, bleken de beide been tjes ter hoogte van de dijen, benevens een der armpjes, te zijn afgereden. Nadat het kind in de kamer van den stationschef voorloopig was verbonden, is het in hoogst ernstigen toestand naar het Sophiaziekenhuis te Zwolle vervoerd, waar het is overleden. De uitvind er van de ge luidsfilm gestorven. In Parijs stierf in den ouderdom van 58 jaar Francis- Morton Johnson, die reeds in 1919 een methode voor de verfilming van de stem ont dekte. Hij was een neef van den Amerikaan- schen admiTaal Johnson. In December 1926 werd de methode in tegenwoordigheid van deken Brunot en prof. Hubert Pernot, directeur van het phonetische instituut der Parijsche universiteit, officieel in de Sorbonne gedemonstreerd. Prof. Pernot liet met Johnson's toestellen een fabel van Lafontaine opnemen en deze enkele oogenblikken later weer reproducee- ren. In korte trekken verklaarde hij wat er plaats vond de tonen werden onder bepaal de thermetische, chemische en electrische omstandigheden met een metalen stift direct in de filmstrook gegraveerd en konden on middellijk daarop worden weergegeven. Men zou meenen, dat een dergelijke uit vinding, die twee jaar voor de opening van de eerste geluidsfilmbioscoop reeds op een dergelijke trap van volmaaktheid stond, haar uitvinder roem en geld zou hebben gebracht. Maar niets ervan Ondanks ijverige bemoei ingen, geduldige onderzoekingen en overtui gende resultaten gelukte het Johnson niet, zijn methode te industrialiseeren. Evenals vele uitvinders werd hij slachtoffer van fi- nancieele moeilijkheden en van intrigues, die hem niet alleen in zijn werk hinderden, maar die ook zijn gezondheid ondermijnden en zijn einde bespoedigden. Eigenaardigheden der dieren. Schildpadden hebben geen tan den. Alle herkauwers hebben gespleten hoe ven. Beide snaveldeelen van den papegaai zijn bewegelijk, de meeste andere vogels kun nen slechts één deel bewegen. Paarden heb ben geen wenkbrauwen. De kikker kan alleen met gesloten mond ademenhij stikt, wan neer hij gedwongen wordt den mond open te houden. Varkens zijn slechte zwemmers, daar de vöorpooten naar verhouding te veel naar achteren zijn geplaatst. Hazen hebben geen oogleden, hun oogen zijn daarom nooit gesloten. Visschen moeten het voedsel snel inslikken, omdat zij gedwongen zijn bij het ademen hun kaken steeds op en neer te bewegen. De bult op den rug van een drom- medaris is een vetafzetting, die een voedsel, voorraad vormt voor tijden, vanneer er geen voedsel is. Diersoorten. Een zoöloog gaf eenigen tijd geleden interessante gegevens aangaande den vooruitgang der zoölogie. Hij zeide, dat in 1830 men 1200 verschillende soorten zoogdieren kende in 1900 was het aantal tot 2300 gegroeid. De soorten vogels, die in 1830 bekend waren, bedroegen 3600, in 1900 waren er 11.000 Bij de reptielen klom het aantal resp. van 543 tot 3400. Hoe kleiner de dieren waren, hoe grooter hun aantal nieuwe soorten. Van 1830 tot 1900 steeg het aantal visschen van 3500 tot 11.000 schaal dieren van 1290 tot 7500 spinnen van 1048 tot 8070 duizendpooten van 450 tot 1300 insecten van 49.100 tot 220.150 wonnen van 372 tot 6070. Kende men in 1840 ongeveer 73.588 soorten, in 1900 waren er 311.653. En als men aanneemt, dat sedert 1900 jaarlijks ongeveer 12.000 nieuwe diersoorten zijn ont dekt, dan zijn er nu ongeveer 600.000 bekende diersoorten. De bekende insectenkundige Sharpe berekende het aantal insecten op 250.000 en vermoedde, dat het aantal slechts een tiende deel betrof van de tegenwoordig op onze aarde levende soorten. HetontslagvanAïva. Het is een gangbare meening dat de hertog van Alva zelf zijn ontslag heeft genomen als landvoogd over de Nederlanden. Een oude Utrechtsche Kroniekschrijver deelt echter op datum 29 October 1573 mede, dat de hertog van Alva dien dag van Amsterdam naar Utrecht is gereisd en in gezelschap van zijn zcon Don Frederik en andere heeren aldaar zijn intrek heeft genomen. „Ende zoo gaat dan de kroniekschrijver voort die Hertoghe van Alva, alsdan binnen Utrecht wesende, heeft aldaer die tijdinghe ontfan- gen, dat die Majesteyt (Koning Philips van Spanje) hem in Spaengen gerevoceert ende van zijn commissie ontslagen hadde, daer die Hertoghe niet wel mede tevreden en was, schydende mit gramme moeden uyt Utrecht." Alvorens echter den len November voor goed uit Utrecht te vertrekken, liet hij den dag te voren „op den huyse van Vreden- borch" nog vier Fransche officieren onthoof den, „onder den welcken men seggen wilde, dat een jonge grave van St. Pol was, die binnen Haerlem gevangen waren geweest, ende die Hertoghe mede mit hem binnen Utrecht gebrocht hadde." APOTHEEK GEOPEND Zondag 7 Februari is de apotheek geopend van den heer A. J. VAN OCKENBURG Kleine Markt. ASTA NIELSEN OP HET TOONEEL. Asta Nielsen zal voor het eerst sedert ja- Sren weer in een Berlijnschen schouwburg optreden. Zij en Toni van Eyck spelen de •hoofdrollen in „De Kleine Katherina" van Savoir, dat de volgende week in het Kurfür- stendammtheater zal worden vertoond. BLOEMEN PER K.L.M. NAAR LILIAN HARVEY. Ter gelegenheid van den verjaardag van de geliefde actrice Lilian Harvey, zond de directie van het Nederlandsch Ufa Concern per Koninklijke Luchtvaartmaatschappij een bouquet Hollandsche tulpen naar haar adres te Berlijn met de gelukwenschen, ook voor haar enorm succes, dat zij op het oogenblik oogst in de film „Het Congres Danst". NIET EEN TOONEELSTUK VERFILMD, MAAR..., In de Münchener Kammerspiele is La- biche's „Chapeau de paille d'Italie" ten too- neele gebracht. De regisseur Otto Falcken- foerg heeft daarbij getracht, de vertooning meer op de film van René Clair, dan op het stuk zelf af te stemmen en daarom zooveel mogelijk naar optische effecten gestreefd. Deze poging om nu eens niet een tooneel- stuk te verfilmen, maar een film ten tooneele te brengen, schijnt mislukt te zijn. De vertoo ning kon ten minste slechts weinige keeren worden herhaald. DE SCHRIJFSTER VAN BLONDJES GENIETEN DE VOORKEUR, Anita Loos heeft een contract afgesloten met Metro Goldwyn Mayer om enkele origi- neele verhalen voor de film te schrijven. GESPREK MET RENÉ CLAIR De mogelijkheden van. Klank en Beeld, Avant garde en geluidsfilm. Direct uit Berlijn, waar zij de première van „A. Nous la Liberté" bijwoonde, waren René Clair en zijn jonge vrouw, een Francaise, die langen tijd in Rotterdam woonde en daardoor ons land nog beter kent dan haar man, naar Amsterdam gekomen. Om ook hier de pre mière te ziendie van „Le Million", Clair's tweede, groote, geluidsfilm. Clair vertelde o.a. dat hij niet naar Ame rika gaat, waar de werkmethoden, de opvat tingen tot dusver zoo geheel anders zijn dan in Europa, waar de sfeer, die Clair voor zijn werk noodig heeft, ontbreekt. Voor de Fransche Tobis maakt Clair nog twee films, doch wat hij verder gaat doen, staat op dit oogenblik nog niet vast. Een mogelijkheid voor de avant garde, zelfstandig en onafhankelijk te werken, zoo als dit in der tijd voor de stomme film mo gelijk was, ziet Clair niet. Wijl de kosten van een geluidsfilm, de zuivere technische productiekosten, door het geluid, veel te hoog geworden zijn. Op den duur zullen deze kos ten natuurlijk dalen, maar voor het oogen blik ziet Clair nergens de mogelijkheid goed- kooper te produceeren dan op basis van de kosten van de Europeesche geluidsfilmin dustrie. En dan de berichten over nieuwe vindingen, die de geluidsfilmproductie onder ieders bereik zouden brengen? Ah, zegt Clair, er zijn zooveel van die be richten geweest. En in werkelijkheid komt er niets van. Wijl öf het systeem niet deugt, öf niet patentvrij is. Merkwaardig vindt de groote regisseur het feit dat men, èn in Duitschland èn in Frankrijk, de opmerking maakte, dat men zijn films bij een tweede bezoek veel beter begreep dan bij den eersten keer. De ver klaring hiervoor ziet hij in het feit, dat men voor de geluidsfilm nog niet de geestelijke syntaxis gevonden heeft die bij de stomme film wel bestond. En het publiek is gewend aan verduidelijkende dialoog. Ontbreekt die, dan heeft men nog moeite de nieuwe denk en constructiemethoden van den geluidsfilm regisseur te volgen. Terwijl men bij de stom me film de techniek van de dramatische ontwikkeling wel verstond. Maar ook dat is een kwestie van ontwikkeling en wennen van opvoeding van. het publiek. Voor de opvoering van „Le Million" hier in ons land is Clair ietwat angstig. Ik heb gehoord, dat ze er zooveel tusschen-teksten in gezet hebben, dat het geheel vrijwel is bedorven. Maar misschien valt het nog wel mee. En uit deze woorden spreekt de afkeer van den kunstenaar tegen, de anti these tusschen. kunst en bedrijf, een tegen stelling, die kan yerdwijnen, wijl kunst voor alle* ook uit zuiver zakelijk oogpunt het beste ls, na het amusement en de ont spanning natuurlijk Voor de tweede maal is Clair thans in ons landin Mei, bij Klank en Beeld, zal het de derde maal zijn. En misschien daarna nog vele malen, wijl juist deze merkwaardige figuur uit de wereld van de film in ons land vrienden heeft gevonden, en bewonderaars. KABAAL OM EEN FILM. (Vervolg). Dreiser, die verklaard had, dat de film met zijn boek niets, maar dan ook niets ge meen had, moest zich laten welgevallen, dat Von Sternberg's „American Tragedy" tot een der beste films van het jaar verklaard werd. „An American Tragedy" toont het vaar dige meesterschap dat Von Sternberg ken merkt, zijn absoluut beheerschen van came ra en microfoon als een ondeelbaar geheel, de spanning, waarmee hij een woord, een stilte, een beeld weet te laden. Zijn men- schen-materiaal is prachtig. Wie het boek ven begeven. De met formules overladen filmwereld kan een beetje avontuur best gebruiken. Weinig filmmagnaten, misschien zelfs geen ander, hadden een kans gewaagd met dit ongewone materiaal, kostbaar van aankoop en productie. Een ding kunnen wij van deze film zeker verwachten, dat zij ook menschen naar het theater zal brengen, die niet tot het gewone bioscoop-publiek behooren. Omdat dit werk voedsel zal geven aan hevige, misschien bit tere verschillen van meening tusschen men schen, wier opinie er op aankomt. Hopelijk groeit hieruit een gezond en rechtvaardig oordeel over een groot werk. DE C.I.D.A.L.C.-PRIJS 1931. De uitspraak van de Nederlandsche Jury. Geen enkel scenario gaf be vrediging. De besturende commissie van de Neder landsche jury voor den Prix C.I.D.A.L.C. 1931 (de filmprijsvraag van den Volkenbond) maakt het volgende als de officieele uit- kent, kan zich Roberta en Clyde niet anders voorstellen dan Sylvia Sydney en Philips Holmes, die die figuren tot leven brengen. Toch verrijst geen spelers-prestatie ver boven een andere, alle zijn ondergeschikt in de structuur van het drama. Ongetwijfeld is de verschijning van een film als „An American Tragedy" een ge beurtenis. Het doet den eritischen en film wijzen beschouwer prettig aan te constatee- ren, dat Jesse Lasky, productie-chef der Pa ramount, zich weder op avontuur heeft dur spraak der Nederlandsche jury bekend Vijf en twintig scenario's waren bij de jury ingekomen op 1 December 1931, welke aan de gepubliceerde voorwaarden voor mede dinging voldeden. Hoewel daarvan bij de eerste keuze reeds vele moesten afvallen, werd de jury toch getroffen zoowel door het enthousiasme, dat er voor deze prijsvraag van den Volkenbond in ons land bleek te bestaan, als ook door de groote zorg, die in betrekkelijk korten tijd door vele inzenders aan hun onderwerp was besteed. Overtuiging en talent, in het bijzonder ook talent voor de specifieke middelen van de film, bleken uit menige inzending. Niettemin heeft de jury bij tweede, derde en slotkeuze geen scenario kunnen vinden, dat naar het oordeel van de jury in elk opzicht voldoende bevrediging schonk om voor Nederlandsche bekroning en doorzending naar de Internationale Jury te Parijs in aanmerking te komen. Gezien de ge middelde kwaliteit der inzendingen, heeft de jury echter de overtuiging, dat er op het voor dit land nog niet ontgonnen terrein van het filmscenario met vrucht gewerkt wordt. Indien de jury dan ook meende, de bekroning van eender ingekomen scenario's niet met haar verantwoordelijkheid te mogen dekken, wil zij toch gaarne de volgende drie inzendingen in gelijke mate een eervolle ver melding toekennen. Het scenario „Beeid" heeft de jury getroffen door de verrassend filmische wijze, waarop het onderwerp „ar beid" naar voren kwam uit de verschillende motieven, die de inzender zich door middel van de film gerealiseerd dacht. Hoeveel be lofte dit scenario ook inhield, toch kwam het de jury voor, dat in de trouwens schets matige uitwerking te weinig rekening gehcu- den was met den specifieken opzet van de prijsvraag „De internationale toenadering der volkeren." Bij opening der enveloppe bleek het scena rio „Beeld" geschreven te zijn door den heer Visser te Amsterdam. Het scenario „Quien Sabe heeft de jury getroffen door de specifiek Nederlandsche elementen (watersnood-inpoldering), welke gebruikt waren als achtergrond voor de so lidariteit van de jeugd en haar strijd tegen de machten der natuur. Verzwakt werd dit scenario, naar de meen'ing der jury, door cle vele dialogen én het invoegen van een weir.ig overtuigende intrigue. Het bleek geschreven te zijn door den heer Van Beijma te Utrecht. Het scenario „De Onbekende Soldaat" heeft de jury getroffen door de groote zorg vuldigheid en de vaak oorspronkelijke wijze, waarop de leidende figuur zoowel in vredes- als in oorlogstijd, naar voren wordt gebracht. De symboliek daarbij gebruikt en het zwakke slot schenen de jury nadeelige factoren toe, evenals een te geforceerd gebruik van de film als betoog, tot in de titels en tusschen- schriften toe, een vorm, die naar het oordeel der technische leden van de jury bovendien niet voor verwezenlijking in aanmerking kon komen. Het bleek geschreven te zijn door den heer Laudy te Amsterdam. Te Parijs is de internationale jury bijeen gekomen, welke dezer dagen haar beslissing heeft bekend gemaakt. Bekroond werd het scenario „La Haine qui Meurt" (de haat die sterft), hetwelk afkomstig bleek van den Franschen auteur Eugène Louis Blanchet. Aan dezen heer werd op Zondag 31 Januari een eere-lunch aangeboden, die gepresideerd werd door mevrouw Hélène Vacaresco, welke tot het instellen van den Prix C.I.D.A.L.C. het initiatief genomen had.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1932 | | pagina 10