TWEEDE BLAD
BINNENLAND
FEUILLETON
De laatste Rit
SPORT
van de
Maandag 18 Januari 1932. No. 14.
Schilderijen en teekeningen van
H. M. de Koningin.
De kunstrecensent van „de Maasbode" te
«S-Gravenhage schrijft over deze tentoonstel
ling, georganiseerd ten bate van noodlijdende
kunstschilders het volgende
Zaterdagmiddag is in de Kon. Kunstzaal
Kleykamp de tentoonstelling geopend van
schilderijen, aquarellen en teelceningen, ver
vaardigd door H.M. de Koningin. Zooals men
weet, zal de geheele opbrengst van deze ten
toonstelling de entrée bedraagt 50 cent
ten goede komen aan de noodlijdende kunst
schilders.
De tentoonstelling omvat in het geheel 86
nummers en beslaat de drie ineenloopende
zalen van Kleykamp. Men vindt er werken
uit verschillende jaren. Maar lang niet alle
stukken zijn gedateerdslechts enkele.
Toch is het jaartal van vele schilderijen en
teekeningen, zelfs zonder dat dit uitdrukke
lijk er op is vermeld, niet moeilijk na te gaan,
als men weet, wanneer H. M. haar vacantie
doorbracht in het land of van de streek, wel
ke zijn afgebeeld. Want de meeste werken
zijn op vacantiereizen gemaakt, veelal onder
den onmiddeilijken indruk van de schoonheid
en schilderachtigheid der omgeving, waar
HM. vertoefde.
Men vindt hier o,a. vele berglandschappen
ö.a. uit het Rhönedal, uit de Noorsche fjor
den,. uit Beieren, de Vogeezen, Oostenrijk,
Zwitserland en den Elzas.
Maar ook de schoonheid van eigen „blonde
vaderland" heeft Hare Majesteit menigmaal
naar verf en penseel of naar de teekenstift
doen grijpen om haar schoonheidsimpressies
op doek of papier vast te leggen. Vooral in de
omgeving van het Loo heeft HM. veel getee-
kend en geschilderd.
Behalve voor de natuur met haar hooge
bergen, haar felle in het heldere water der
bergmeren weerspiegelende luchten, haar
vlakke Jandschappan en imposante boschpar
tijen, toont HM. ook een voorliefde voor ar
chitectuur. Teekeningen als van de oude
poort te Riquewihr in de Vogezen, en de slot
poort en binnenplaats van Lengberg getuigen
hiervan.
In het geheel zijn er 22 schilderijen, 25 stu
dies in olieverf cn 35 teekeningen tentoonge
steld.
Aardig is het blad uit een schetsboek.dat
hier is opgehangen en waarop men eenige
losse schetsjes van paarden, een boer, een
stukje landschap, enz. ziet neergekrabbeld.
Bij enkele er van, welke de Koninkelijke tee-
kenares blijkbaar niet bevielen, heeft Zij
eigenhandig „fout" geschreven en daarnaast
of daaronder ziet men dan een nieuwen op
zet.
Het is een zeer merkwaardige tentoonstel
ling, die iedereen zeker gaarne zal gaan zien,
vooral ook nu Hare Majesteit fijngevoelig de
te verwachten belangstelling voor haar werk
ten goede laat komen aan de kunstschilders,
die het in deze dagen, meer dan moeilijk heb
ben.
Bij de opening der tentoonstelling was de
belangstelling reeds bijzonder groot. Het was
niet mogelijk alle bezoekers tegelijk in de ten
toonstellingszalen toe te laten, zoodat een
gedeelte in de zalen op de tweede verdieping
haar beurt moest afwachten om het tentoon
gestelde te kunnen bezichtigen.
De rijksmiddelen.
Ook December heeft, evenals November
1931, een vermeerdering in de opbrengst der
rijksmiddelen opgeleverd, ditmaal van
633.000. Maar ook nu komt als een koude
douche de opmerking, dat de ontvangsten
een jaar tevoren nagenoeg f i]/2 millioen
bij December 1929 waren ten achter geble
Naar het Engelsch. f
34)
„En sla nu je armen om mij heen en kus
mijNeen, daar is nu geen pardon voor
gisterenavond heb je het ook wel gedaan."
„Gisterenavond was het iets anders.'?
„Ja, toen verkeerde ik in gevaar. Maar
ik kan my toch niet steeds aan gevaar
blootstellen, als ik wil dat je my omhelst.
Kom, Dolly, ik heb heel myn leven een
groot tekort geleden aan liefkoozingen. Heb
erbarmen met my I"
Zij gaf gevolg aan zyn uitnoodiglng en
kuste hem teeder.
Hy was echter een genadig tiran en ca
die enkele omhelzing ging hy rustig op de
bank naast haar zitten, sloot haar hand in
de zyne en samen staarden zy in het vuur.
Ze hoorden mrs. Brotherton naderby ko
men en dit maakte een einde aan hun in
tiem samenzyn.
Het diner was zeer opgewekt en gezellig.
Jefferson, die aan tafel bediende, was later
tegen zijn kameraden één en al lof over de
aanstaande vrouw van mr. Wrighton en
was bbj, dat die zich nu eindelijk ook eens
een tehuis ging scheppen.
Na het diner geleidde de gastheer mrs.
Brotherton en Dolly naar de bibliotheek.
„Nu moet ie eens uitzoeken de dingen,
ven, zoodat er slechts van een schamel her
stel sprake kan zyn, aldus merkt „het Va
derland" op.
Schakelt men grond- en personeele belas
ting uit, dan komt men voor de overige
belastingen over December tot een styging
van 2.693.200, wat inderdaad een opmer
kelijk fleurig besluit van het sombere jaar
1931 zou kunnen heeten. De voornaamste
bestanddeelen van dezen aanzienleken
vooruitgang zyn spoedig genoemd. Het zijn
de invoerrechten met hun vermeerdering
van 2.112.380 en de als altyd onbereken
bare succesierechten met een accres van
1.044.900. Hebben wy by de invoerrechten
wellcht te denken aan grooteren import uit
landen met valutakoopjes, by de successie
rechten hjkt het wat al te gewaagd, eenig
verband te leggen tusschen malaise en hoo-
gere opbrengst. Dat voor het overige de
zeer veel hoogere baten nog geenszins wy-
zen op een toegenomen handelsverkeer, mo
ge biyken uit den achteruitgang van 49.500
bë den zooveel zuiverder maatstaf van het
statistiekrecht en de eveneens voortgezette
daling van 44.200 by de loodsgelden.
Ook de inkomstenmbelasting heeft meer
opgeleverd, en wel 441.000, evenals de ver
mogensbelasting, die 90.400 is gestegen.
Verder heeft dan de gedistilleerdaccyns
73.800 meer en de bieraccyns 282.300
meer opgeleverd, waarbij zich de tabaksbe
lasting met 121.400 en de domeinen met
ƒ.9660 aansluiten.
Maar verder zyn het niets als dalingen,
die de staat te zien geeft. Daar heeft men,
behalve de reeds opgesomde, een verminde
ring van 431.700 by de registratierechten.
Daarby sluit zich een vermindering aan
van 462.600 voor de zegelrechten, in wel
ke daling de beursbelasting haar deel heeft
voor 88.500. Verder was er de voortgezette
daling van nagenoeg 7000 bij den waar
borg, waarbij dan komen de verminderin
gen van 142.000 bij de suiker, 64.000 bij
den wyn, 291.000 bij het geslacht en
2690 bij het zout. En ten slotte is er dan
de daling van 78.500 bij de dividend- en
tantième-belasting, die voor de bedrijfsre
sultaten in het zakenleven misschien nog
wel het meest kenmerkend is. De verhoo
ging van het eindcijfer over December be
hoeft dus nog geenszins de gedachte aan
een verbetering in de financieele positie te
doen opkomen.
Mobilisatie van vrijwilligers.
De Tweede-Kamerleden Albarda, Vliegen,
IJzerman, K. ter Laan en Van Zadelhoff
hebben ingediend een initiatief-wetsvoorstel
tot nadere regeling van de vrijwillige opkomst
onder de wapenen van dienstplichtigen en
reservepersoneel. Aan de memorie van toe
lichting is het volgende ontleend.
Art. 187 der Grondwet bepaalt, dat wan
neer in geval van oorlog, oorlogsgevaar of
andere buitengewone omstandigheden de
dienstplichtigen, die niet in werkelijken dienst
zyn, geheel of ten deele onder de wapenen
worden geroepen, onverwijldby de Staten-
Generaal een wetsvoorstel moet worden inge
diend om het onder de wapenen blijven der
dienstplichtigen zooveel noodig te bepalen.
Gedurende vele jaren is de opvatting ge
huldigd, dat dit grondwetsartikel niet van
toepassing moest worden geacht op mobmili-
saties voor binnenlandsche doeleinden. Reeds
in 1903 rees hierin twijfel. Later is de ge
grondheid van dien twyfel erkend, o.a. door
minister Bosboom in 1917.
In de Militiewet-1922 treft men niet meer
de oude desbetreffende bepaling der Militie-
wet-1912 aan. In alle andere buitengewone
omstandigheden dan die van oorlog en oor
logsgevaar, waarin aanleiding wordt gevonden
tot het buitengewoon onder de wapenen roe
pen van dienstplichtigen, moet dus sedert
1922 worden voldaan aan het voorschrift van
art. 187 der Grondwet.
Door de oprichting van den By zonderen
Vrywilligen Landstorm is een gewapende
macht ontstaan, die kan worden gemobili
seerd, zonder dat de regeering verplicht is,
onverwijld den Staten-Generaal de mobilisa
tie mee te deelen en van het onder de wape
nen doen biyven van die macht de goedkeu
ring van de Staten-Generaal te vragen.
De Byzondere Vrywillige Landstorm is een,
zij het ook door de regeering begunstigde,
buitenwetteiyke organisatie. Zyn leden wor
den door den minister van Defensie tot den
die Je graag mee zoudt nemen naar Austra
lië, liefste", zei hy nog eens. „Mrs. Bro
therton zal je zeker wel met haar raad wil
len bestaan."
Maar deze bleef zitten breien in haar
stoel met de rechte leuning en keek af en
toe eens verbaasd op, als zy Alexander zoo
innig-vergenoegd en jongensachtig hoorde
lachen.
Dolly deed net „als een klein kind in een
speelgoedwinkel", naar ze zelve zei. Ze vond
alles even mooi en wilde het ook wel alles
meenemen.
„Op die manier hebben wy alleen het
heele ruim van het schip noodig", lachte hy
waarop, zy dan ook besloot nu niets meer
te voegen bë de uitgezochte artikelen.
„Hier is een doos met oude fotografieën.
Dat is ook wel eens aardig, om door te
zien", meende hy.
Dolly wierp den inhoud uit in haar
schoot.
Mrs. Brotherton zat nog steeds te breien
by het vuur. Alexander Wrighton ging een
album halen van een boekenhanger ergens
aan den anderen kant van het vertrek. De
koffie, die Jefferson enkele minuten geleden
had binnengebracht, stond op een tafeltje
naast Dolly.
Met belangstelling keek zy de fotogra
fieën doormaar ze zeiden haar niet veel,
daar het allen onbekenden voor haar wa
ren, die deze voorstelden. Eén portret bleef
op den bodem van de doos liggen zij nam
het er uit en het viel met de beeltenis
naar boven in haar schootDaarstaar-
werkeiyken dienst toegelaten. Op deze wijze
staan bijna vijftigduizend man gereed om,
wanneer aanleiding wordt gezien om met ge
wapende macht de openbare orde of rust te
handhaven of te herstellen, vrê'willig onder de
wapenen te komen. De mobilisatie van deze
macht is tot in bijzonderheden voorbereid.
De indieners van het initiatiefwetsvoorstel
achten het dringend noodzakelijk, dat aan
den tegenwoordigen toestand een eind wordt
gemaakt. Het gereed staan van een organisa
tie, die de regeering in staat stelt om, met
voorbygaan van art. 187 der Grondwet, en
dus buiten de Staten-Generaal om, voor
doeleinden van binnenlandsche politiek een
vrijwilligersleger op de been te doen komen,
achten zij niet bevorderlijk voor orde en rust.
Volgens de voorstellers moet worden her
steld de toestand, waarin geen mobilisatie,
van welken omvang en met welke strekking
ook, kan worden ondernomen, zonder dat vol
daan wordt aan art. 187 der Grondwet.
Zij meenen, dit te kunnen bereiken door de
artikelen 35 van de Dienstplichtwet en 5 van
de wet van 6 Juni 1905 zoodanig aan te vul
len, dat de bepalingen van die artikelen nog
slechts kunnen voldoen aan haar oorspron-
kelijke bestemming, nl. om aan dienstplichti
gen, die om persoonlyke redenen onder de
wapenen wenschen te komen, daartoe de ge
legenheid te bieden, zy wenschen dus niet
zoover te gaan, dat elke vrijwillige opkomst
onder de wapenen van enkele personen on-
mogelük zou worden gemaakt.
Indien bepaald wordt, dat noch ingevolge
art. 35 der Dienstplichtwet, noch ingevolge
art, 5 van de wet van 6 Juni 1905 meer dan
honderd man tegelijk onder de wapenen mo
gen verbiyven, achten zy' de gelegenheid
voor persoonlyke opkomst in werkelijken
dienst in voldoende mate verzekerd, maar te
gelijk de mogelijkheid van een massale op
komst van vrywilligers buiten de Staten-
Generaal om opgeheven.
Daartoe strekt hun initiatiefwetsvoorstel»
Nederland en België.
Naar de „Soir" meldt heeft dr. G. Neder-
bragt, chef van den dienct van de ecenomi-
sche zaken aan het departement van buiten-
landsche zaken, eenige dagen te Brussel ver
toefd, waar hij besprekingen voerde met of-
ficieele Belgische vertegenwoordigers, ten
einde tot overeenstemming te kunnen gera
ken, omtrent zekere tarief-onderhandelingen
tusschen beide landen.
De besprekingen, welke naar men verwacht
tot een goede oplossing zullen voeren, zullen
over eenige dagen in Den Hs-ag worden her
vat.
Kastekort bij den Bond van Marine
schepelingen.
In „het Volksblad" komt het volgende be
richt voor
In de Vrijdag 15 dezer gehouden hoofdbe
stuursvergadering van den Bond van Marine
schepelingen is aan den bezoldigd bestuurder
D. C. A. de Z. onmiddellyk ingaand ontslag
aangezegd uit diens betrekking, zulks wegens
een zeer groot tekort in kas, waarvoor hy
verantwoordelijk is. Het tekort bedraagt on
geveer 24.000.
Naar aanleiding van dit bericht is de „Hel-
dersche Courant" op nadere informaties uit
geweest, doch kon hieromtrent vooralsnog
niet veel meer aan de weet komen. Het be
richt is intusschen juist.
Wel vernam dit blad, dat de heer De Z. de
schuld aan deze verduistering niet erkende,
doch zich wèl er voor verantwoordeiyk stelde.
De vroegere Bond van Minder marineper
soneel en de Bond van Korporaals K.M. heb
ben zich gefusioneerd tot den Bond van ma
rineschepelingen, die by dit tekort betrok
ken is.
KERK- EN SCHOOLNIEÜWS
Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Breskens
ds. W. H. Kelder te Ellewoutsdijkte Scher-
penisse ds. H. H. van Ameide te Ouddorp.
Bedankt voor Someren door ds. J. E.
Elenbaas te Borsselen.
Christ. Nationaal Zendingsfeest.
Het Christ. Nationaal Zendingsfeest zal op
Woensdag 6 Juli worden gehouden in de bos-
schen van Soestdyk.
de haar het knappe, maar zelfzuchtige ge
laat van Herbert Bartie aan...,
Zy vloog opde portretten stoven links
en rechts op den grond, de koffie viel om,
doordat zy stootte tegen het tafeltje. Het
vocht droop langs haar witte japon op den
grond.
„Waar komt die vandaan?" riep ze ont
steld.
Mrs. Brotherton keek op en Wrighton
keerde terug van den boekenhanger, waar
hy aan het zoeken was.
„Dit is het portret van Herbert Bartie",
zei ze hardop.
Wie haalde daar zoo diep adem Was
dat mrs. Brotherton of Alexander Wrigh
ton.,..
„Dit is het portret van Herbert Bartie",
herhaalde ze fluisterend.
Het breiwerk viel mrs. Brotherton uit de
handen. Mr. Wrighton trad naar Dolly toe
en strekte de hand uit naar het portret.
„Dus dan ben jy kapitein Vastead?"
„Juist. Ik heb den naam van Wrighton
aangenomen by den dood van myn oom.
Wat weet je, van Herbert Bartie
Mrs. Brotherton was uit haar stoel opge
staan. zy moest zich aan de tafel vasthou
den, om niet te vallen.
„Hy was verloofd met myn zuster. Hij
werd vermoord in ons huis."
„U hoorde dus tot diè Marstons? Goede
hemel, dat u nu juist gezelschapsdame bij
my moest worsen I Maar u was rijku
woonde.
„Myn vader stierf en toen was er geen
Beroepingswerk in de Ned. Herv. Kerk.
Hoe sommige gemeenten met geen moge
lijkheid een predikant kunnen krijgen, be
wijst wel het volgende
Genemuiden beriep in 1930 en 1931 16
keer, zonder resultaat. Eveneens beriepen
Eergschenhoek, Krimpen a/d Lek en Oolt-
gensplaat in 1930 en 1931 12 maal en Jaars
veld en Linschoten 11 maai zonder resul
taat. Woudrichem ontving dit jaar na 15
beroepen een eigen predikant. Eveneens
Mastenbroek na 14 en Hollandscheveld Z.O.
na 12 beroepen.
Hoeveel beroepen sommige predikanten
krijgen, voordat ze iets aannemen óf zonder
iets aan te nemen, bewyst het volgende:
ds. W. Rynsburger van Polsbroek gaat, na
in 1930 en 1931 29 beroepen te hebben ont
vangen, naar Oud-Beijerland, ds. A. H. J.
G. van Voorthuizen, van Lage Vuursche
gaat, na in 1931 16 beroepen te hebben ont
vangen, naar Ryssends. J. C. Terlouw van
Kampeiween ontving in 1931 samen 14 be
roepen en gaat naar Suawoudecand. W.
Vroegindewey van Middelharnis ging na 13
beroepen naar Zegveldds. J. Lekkerker-
ker van Molenaarsgraaf kreeg in 1930 en
1931 samen 12 beroepen en ging naar Olde-
broekds. A. van Willigen van 's-Grevel-
duinCapelle kreeg in dat tijdvak 10 be
roepen en vertrok naar Ryssen. In 1931 kre
gen ds. A. Dönszelmann van Almkerk en ds.
Jac. Vermaas van Ter Aa 10 beroepen,
waarna de eerste naar Meppel, de tweede
naar Hoogeveen vertrok.
Hoeveel beroepen men kan ontvangen
zonder daarvan één aan te nemen, lieten
zien;, ds. W. L. Mulder van Voorthuizen,
die in 1929, 1930 en 1931 samen 28, ds. E. V.
J. Japchen van Maartensdijk, die in 1930
en 1931 samen 13, ds. J. van Kuiken van
Exmorra en ds. E. Schimmel van Ameide,
die in dat tydvak elk 11 beroepen kregen.
Een emeritus-predikant uit zyn bediening
ontzet.
De classis Arnhem der Ger. Kerken heeft
ds. J. L. Jaspers, emiritus-predikant van de
Ger. Kerk van Lutteren, uit zijn bediening
ontzet, omdat hij zich openlijk geschaard
heeft aan de zijde van de groep-Geelkerken,
Examens.
Voor het examen Engelsche handelscorres
pondentie, afgenomen door de Vereeniging
van leararen in de Handelswetenschappen, is
geslaagd mej. J. Kuyt alhier, leerlinge van
den heer S. P. Reyne.
VOETBAL.
AFDEELING IV.
Ie klasse.
LONGA—PSV 1—2
NACBleyerheide 31
MVV—Willem II 5—3
BW—De Valk 1—2
Eindhoven—NO AD 41
2e klasse A.
MEVO—De Baronie 3—3
TerneuzenRBC 52
TSCVelocitas 34
Alliance—DOSKO 1—5
Hero—Middelburg 3—2
3e klasse A.
Vlissingen II—Zeelandia II 50.
Met de zon en vrij hevigen wind tegen
trappen de reserves van Vlissingen af. Hun
aanval wordt echter door de verdediging
van Zeelandia gekeerd en hun voorhoede
gaat tot een aanval over en brengt een
bezoek bij keeper Harting. Het spel gaat
vlug op en neer.
Na 20 minuten spelens volgt een mooien
algemeenen aanval, waarby Michielsen met
een mooi schot de score opent10.
Zeelandia valt hevig aan, maar de verde
diging der reserves staat pal en retourneert
alles. Even buiten het strafschopgebied
wordt Boogerd in den rug geduwd en er
wordt een vrye schop genomen. Boogerd
schiet tegen den paal/ doch Van Son vangt
den terugspringenden bal keurig op en
schiet onhoudbaar in. 20.
Wederom komen de reserves terug voor
geld meer over. Wy verhuisden naar Gains-
ford en ik moest in mijn eigen onderhoud
voorzien."
„Ik dacht, dat u een domineesdochter
was", zei mrs. Brotherton
Alexander Wrighton raapte het portret
\an Bartie op en zei
„Ik meende, dat ik alles had verbrand,
wat op hem betrekking had."
Hy wierp het portret op het vuur en dit
verbrandde langzaam.
„Dus het was uw zuster Helen, met wie
hy verloofd was vroeg mrs. Brotherton
op kouden toon. „Nu, zy is dan wel voor
veel leed bewaard. Herbert Bartie was een
schurk Hij heeft zyn verdiende loon ge
had. De man, die hem doodde, verrichtte
een goede daad."
„Myn zuster had hem lief en hy haar",
zei Dolly zacht. „Die hem doodde, verrichtte
een slechte daad. wy vreesden, dat Helen
nooit weer beter zou worden na dien schok."
„Hy was valsch tegenover iedereen,
vraag maar aan Alexander."
„Hij is dood", zei Wrighton. „wy berei
ken er niets mee met die oude zonden op te
rakelen. Je was dus een van het groepje,
Dolly, dat in de hall stond, toen ik je va
ders huis verliet na myn onderhoud met
Bartie
„Ja."
„Heb Je mij nooit herkend
„Neen, je had toen een snor. Ik meende
wel, dat ik je ergens gezien had, njaar ik
kon my niet ireer herinneren wéér."
„Ja", zei mrs. Brotherton, „hij schoor zijn
het doel van Zeelandia en door mooi com
binatiespel van het binnen-trio vergroot
Van Son den voorsprong opnieuw 3—0.
Hoe Zeelandia ook zwoegt, ze krijgen bij
de verdediging der reserves geen kans.
Vooral aanvoerder Timmermans onder
scheidt zich door met verre trappen het
terrein te zuiveren, evenals zijn collega
back. Plotseling krijgt Minderhoud den bal
toegespeeld, rent er mooi mee langs de lijn,
zet mooi voor en Boogerd plaatst zyn hoofd
er onder en het is 4—0.
Daarna is het rusten.
Gedurende al de 45 minuten na de rust
is het een strijd geweest tusschen de voor
hoede der reserves en de verdediging van
Zeelandia, waarbij soms ook de voorhoede
aan te pas moest komen.
By een voortdurende schermutseling voor
het doel van Zeelandia weet Michielsen te
scoren 50.
Wederom volgt hierna1 een vrye schop
tegen Zeelandia even buiten het strafschop
gebied. Boogerd kogelt onhoudbaar in, doch
de scheidsrechter heeft buitenspel gecon
stateerd.
Zeelandia kan niet verder komen dan tot
het midden van het veld, waar de beide
backs staan om alles te retourneeren.
De scheidsrechter achtte zich (geheel on-
noodig) genoodzaakt een speler van Vlis
singen en een van Zeelandia uit het veld
te sturen, waarna de verstandhouding toch
sportief bleef.
Doordat Zeelandia met man en macht
verdedigde, konden de reserves het niet
meer tot doelpunten brengen. Met de re
serves sterk in den aanval floot de scheids
rechter, die soms geheel verkeerde beslissin
gen nam, het einde.
De reserves speelden vooral voor de rust
een mooien wedstrijd, daarna iets lakscher.
Eén tegenpunt had Zeelandia voor de rust
wel verdiend, maar ze konden het net niet
vinden.
De onderlinge verstandhouding was in
ieder opzicht zeer sportief.
Middelburg 2Sassche Boys 5—5
3e klasse B.
Zeelandia—Goes 3—2
Dongen IVlissingen I (34).
Om ;n training te blijven toog Vlissingen
gisteren naar Dongen om aldaar een friend-
ly-game te spelen tegen den 2e klasser Don
gen, een oude tegenstander van Vlissingen
van enkele jaren her.
Wij kunnen op dezen wedstrijd als een
goed geslaagd experiment terugzien, omdat
nu meteen het bewijs geleverd is, dat ook
nog weer tegen sterkere tegenstanders een
goed figuur geslagen kan worden. Wij weten
allen hoe sterk de afdeeling is, waarin Don
gen speelt, zoodat Vlissingen met deze over
winning heel tevreden kan zyn en bewezen
heeft in de tweede klasse thuis te behooren.
Onder leiding van den heer Van de Wygerd
wordt begonnen. Vlissingen wint de toss en
Dongen trapt af. De wind staat schuin over
het veld. Dongen is het eerst in den aanval
en na goed opbrengen schiet de linksbinnen
in, Kats kan den bal nog juist wegslaan, doch
dezelfde speler weet het leder weer te be
machtigen en voor het tweede schot moet
Kats bezwyken. (10).
Bij een volgenden aanval breekt de mid-
voor der withemden door en rent alleen op
het Vlissingen-doel af zijn schot gaat even
wel naast.
Aan de andere zyde schiet Van Peenen zui
ver op het doel, de doelman van Dongen
kan nog vallend redden. Vlissingen zet goed
door. Kokelaar geeft een zuivere pass aan
Verhulst, en met een goed schot verdwë'nt
de gelijkmaker in het net. (11).
Als Verhulst goed doorgeeft aan Kokelaar,
schiet deze rakelings over de lat. Na goed
samenspel tusschen Verhulst en Van Peenen,
krijgt Verhulst den bal dicht voor doel in zyn
macht en schiet kalm en zuiver in het doel.
(1—2).
Uit een voorzet van Sinke kopt Koke
laar prachtig in de richting van het doel,
maar de keeper weet nog juist te redden.
Dongen speelt ontzettend vlug, doch het
spel van Vlissingen is zuiverder. Verhulst
breekt dcor de verdediging heen, doch wordt
dicht voor doel op zy geduwd. Door den
wind gaan meerdere schoten over.
Na de rust komt Vlissingen direct goed in
snor af. Die belachelyke verdenking, dat hy
iets zou hebben uitstaan met dien man,
ergerde hem. Daarom wilde hy dit gevoelen
zooveel mogelijk onderdrukken. Herinner je
je nog wel, Alexander
„Zoo'n onaangename ervaring vergeet men
niet licht."
Dolly wierp van ter zyde een blik op hem.
Hy zag er bleek en stroef uit, maar hy b-.d
in 't minst geen schuldige uitdrukking op
het gelaat.
„Een vreemde beschikking van het lot
voerde u tot my, miss Marston. U, de zus
ter van het jonge meisje, dat dien schurk
getrouwd zou hebben en vreemder nog, dat
u nu op het punt staat Alexander Wrigh
ton te trouwen
„Waarom „vrèemder nog" dacht Dolly.
„Maar wacht, Alexander Wrighton of Al-ec
Vastead was ners verloofd geweest met
Daisy Brotherton en had niet een „Her-
bert" haar van hem afgehaald Hij was by
hem op de Manor komen logeeren en Daisy
Brotherton had Wrighton toen opgegeven
voor Bartie. Alexander had Bartie gevolgd,
toen hy de waarheid had ontdekt en hij had
hem gedood. Wat moest hy Daisy toch heb
ben liefgehad Deze laatste gedachte gaf
haar een steek door het hart.
„Kom wat t'j het vuur zitten", zei Wrigh
ton en had haar handen in de zyne gevat.
„Je bent door en door koud. Dit gesprek
heeft je heelemaai van streek gebracht."
{Wordt vervolgd.)