■1 m s BH ffU H HP wü 1 jjpl§ Onnoodig Lijden De duiven van den beul Kapitein Kiakkebos op de Ceeuioeniacht wP l V Als iedere beweging u PÜ'n doet, als Pijn in de lendenen, urinestoornissen, hoofdpijn, duizeligheid, en rheumatische pijnen uw leven tot een last maken en gij uw werk moet laten liggen, wordt gij gewaarschuwd, dat de organen van uw rug niet behoorlijk werken. Waarom wilt gij noodeloos lijden aan rheumatiek, spit, waterzucht of blaas- zwakte Gebruik Foster's Rugpijn Pillen bij het eerste waarschuwende teeken der organen, welke de urine afscheiden en zoodoende de onzuiverheden uit het bloed filtreeren. Foster's Pillen heelen en versterken deze verzwakte organen, zoodat de onzuiverhe den, welke zich anders ophoopen en afzet ten, en zoodoende eindelooze pijn en onge mak veroorzaken, afgevoerd worden. In alle deelen van Holland hebben dank bare personen hun levenslust herwonnen, dank zij Foster's Pillen. Bij alle drogisten enz. 1.75 per flacon. een Oudejaarsavondvertelling door H. G. CANNEGIETER. onti rn.lr.iji De punch stond te dampen en de kaarten lagen klaar. Opa, die emeritus-predikant was, keek wel een beetje bedenkelijk, maar Oom, de wereld-reiziger, had het zoo gewild. Zoo'n heele avond niets omhanden, dat hield hij niet uit. Ook de nichtjes haakten naar een spel letje bridge. Spoedig waren de partijen ge vormd Vader en Moeder met Opa en Oom waren de seniores en aan 't benedeneind van de tafel groepeerde zich het junioren- dom, vertegenwoordigd door de twee meisjes, hun broer de student en zijn vriend. Opa was maar half bij het spel en maakte zijn schoonzoon, die een hartstochtelijk lief hebber was, vaak kregel door een foutieven slag. Zijn dochter keek den ouden man dan meelijdend aanze begreep, dat op den Oudejaarsavond zijn gedachten elders ver wijlden. Het liefst zou hij in deze ure stil droomend de lange zeventig jaren nog eens hebben overdacht, welke met hun rijkdom aan levenservaring in een wip waren ver streken. Dat begreep zijn dochter heel best, maar als gastvrouw moest ze met iedereen rekening houden en ook de jeugd heeft zijn rechten. Oom hinderden deze misslagen van zijn ouden vader niet erg. Oom was meer prater dan speler en op zijn menigvuldige reizen had hij zooveel avonturen beleefd, dat het hem nimmer aan stof ontbrak. Aanvankelijk hoorde men in den jongeren- hoek geen ander geluid dan het geschuifel van kaarten en de explosies van bewonde ring na een verrassenden slag. Doch toen de wijzers allengs het uur van twaalf begon nen te naderen, werd men luidruchtiger en verdween de strakke speel-ernst der eerste uren. Gelach en plagerijen vervingen het spel en tenslotte dienden de kaarten alleen nog maar meer om er kunstjes mede te doen. Ook de ouderen hadden hun belangstelling Voor het bridge verloren. Maar hun gevoel uitte rich niet in luidruchtigheid. Er kwam een zenuwachtige spanning op hun gezich ten ze deden hun best de aandoening te onderdrukken, welke rich bij de gedachte aan *t scheidende jaar van hen meester maakte. De mannen trokken zwaarder en vaker aan hun sigaren en de vrouwen keken telkens tersluiks naar de klok. Het was, of de spanning ook de jeugd aan stak. Zij wist geen raad met dit laatste uur en verviel, om toch maar niet in verdenking van sentimentaliteit te geraken, tot dwaas heden en flauwiteiten. „Kom jongens, wie weet een verhaaltje riep Bertha, het oudste der meisjes, in een .oogenblik van algemeen zwijgen uit. „Hé ja! Een verhaaltje!", herhaalde ironisch de vriend van broer de student. „Oom!", gilde Aleida, de jongste. „Natuurlijk t wie anders dan Oomviel 'de student bij. „Goed kinderen", zei Moeder, „maar het Snoet toepasselijk rijn. Iets voor den Oude jaarsavond." „Ja, maar daarvoor kan ik niet instaan", verweerde rich Oom. „Ik ben geen dominee zooals Opa, en kan alleen maar zoo voor de vuist weg een avontuurtje vertellen, dat me toevallig juist in den zin schiet." „Nou, dan maakt Opa het wel toepasse lijk vond Vader. „Begin jij maar Alfred, ten als je uitgepraat bent, neemt Opa het woord over en maakt er een Oudejaarsavond- preek van." „Alsof Je die zoo maar nit je mouw Schudt!", wierp Opa tegen. „Vooruit, probe erenanimeerde de stu dent. „Een wedstrijd in t vertellen en preek- maken, en wij zijn de jury „Nou ja, veel bizonders is 't niet, wat ik op t oogenblik weet," begon Oom. „Maar toen we daarstraks zaten te kaarten, schoot me in de gedachte, wat ik eens op een Oude jaarsdag te Boedapest heb beleefd. Ik was toen jong en een verwoed kaartspeler. In het clubje jongelui, met wie ik mijn avonden doorbracht, werd om giof geld gespeeld. En eens op een dag zat ik er leelijk voor. Niet alleen was mijn laatste restje geld er bij in geschoten, maar ik had schulden gemaakt. Zoo zat ik op Kerstavond bedroefd op mijn kamer en besloot ondanks alle verlokkingen thuis te blijven. De dochter van mijn kost- juffrouw, die mijn kamer als gewoonlijk tegen t naar bed gaan in orde wou maken, schrok, toen ze den jongen Herr Doctor daar ontwaarde. Nog nooit was ik een avond op mijn kamer te vinden geweest. Het was een allerliefst meisje en, toen ik j, dat ze mijn verdriet had bemerkt en er ueelijk mee had, kor ik ik niet nalaten, mijn aart voor 'te? /jtorf' - €4 a.: ynMisyiiyiihiiiuiiMiiyiiyiiMiiMiiyiiyiyiiyiiiiiHiMiiyiiMiii-iiiyiiyiiyiiuiiyiiyiiuiiMiihiiiii door G. TH. ROTMAN. (Nadruk verboden) 91 In 'n leutig drafje sukkelden de langhal zen voorbij, maar te ver om ze met de lasso te bereiken. „Kees, je bretels, gauwriep de kapitein. De bretels werden aan de ho rens van de antilope vastgemaakt en met deze nieuwerwetsche katapult werden twee giraffen onderstboven geschoten. Gelukkig waren ze alleen bewusteloos, en werden net jes in 'n nieuwen wagen achter den trein gebonden. 92 Maar de kapitein zuchtte, terwijl de stoet verder ging„Nou ben ik op de leeuwen jacht gegaan, en ik kom straks met een heele diergaarde thuis, maar zonder leeu wen. Ik snap niet, waar ze ritten „Kijkt U dan maar 'ns effentjes naar links l" zei Koos met 'n benauwd en piepe rig stemmetje. En jawel, daar keken ze in vier paar hongerige leeuwenoogen 93 „Die vang ikzei de kapitein. Hij Joeg de leeuwen met geweerschoten eerst op de vlucht. Toen werd een vlakbij staande boom van z'n takken ontdaan, doormidden ge hakt en in schuinen stand aan een anderen boom vastgemaakt. De vlijmscherpe dolk van den kapitein kwam tegen het touw te hangen en vier bokkenhammetjes werden, netjes op 'n rijtje aan paaltjes gebonden, op den grond gelegd. (Zaterdag vervolg ««■iiiriiiriiii-iiiriiiriiii-iiii-iiiriiirmriiiriiiriiiriiriiiriiirmrmi-iiii-iiiriiiriiirHii-iiiriii-iiiriiiriiiriii „Wees u niet ongelukkig, Herr Doctor", zei Mandika met haar vleiende trooststem. „Op Oudejaarsavond haalt u de sch& wel weer in. Tegen pech bij het kaarten bestaat immers een middel, dat altijd helpt. Mijn grootmoe der heeft me dikwijls verteld, dat je beslist wint, wanneer je een stukje touw bij je draagt van een strop, waarin een moorde naar is opgehangen. Gaat u naar Herr Koza- rek en vraagt u van hem zoo'n geluks- touwtje." „Herr Kozarek? Wie is dat?", vroeg ik het meisje. „Hebt u nooit van Herr Kozarek gehoord Natuurlijk is dat de beul. Zal ik u rijn adres geven „Mandika, je bent het liefste meisje dat er bestaat. Geef mij het adres van den beul. Vanavond nog stap ik naar hem toe „Vanavond Wacht u tot morgen. Of dacht u, dat 't voor Herr Kozarek óók geen Kerst avond was De beul enKerstavond, waarlijk, dat was een combinatie, waaraan ik zonder de lieve Mandika nooit zou hebben gedacht. Het was dus den volgenden ochtend, dat ik mijn luguberen tocht ondernam. Hoe dichter ik het stadskwartier naderde, waarin het mij opgegeven adres was te vinden, te benauw der werd het mij om het hart. Een huivering doorliep me, toen ik het bochtige straatje was ingeslagen, dat naar de woning van den scherprechter voerde, 't Was een loome, drui lerige dag en ik wist niet, of het zweet me uitbrak van het klimmen dan wel van den angst. Toen ik op de plek was, waar de beulswoning moest staan, keek ik schichtig om me heen, als ware ik zelf een moorde naar, die straks moest worden gehangen. Vóór me verhief zich, tegen een met boo- men begroeiden heuvel, een burchtruïne. Een paar kraaien krasten tegen elkaar. Een brok kelig muurtje scheidde het burchtplein af van de straat. Aan weerszijden van dezen muur ontwaarde ik een paar oude, vervallen huizen. In één daarvan moest de beul wonen. Ik spiedde om me heen, of ik hem ergens zag. Ik stelde me hem vooreen forsche slager met bloote, harige armen en een rooie pruik boven zijn bruut gericht. Maar nergens znj ik een dergelijk onmensch. Het eenige schepsel, dat in het stille straatje te ontdek ken was, was een vriendelijk oud heertje met een kalotje op, dat rustig zijn duiven voerde. Deze vredige aanblik stelde mü gerust, maar verwarde mij tevens. Ik kon me niet voorstellen, dat in deze lugubere omgeving in de onmiddellijke nabijheid van den reus, die van menschenslachten zijn werk maakte, een zoo vriendelijk tafreeltje mogelijk was. Het leek een begoocheling. Ik kon mijn oogen niet van den grijsaard afhouden. Zijn aanwezigheid genas mij van mijn beklemmenden angst. Met zulk een be minnelijkheid sprak hij de vogels toe, die aan zijn gezelschap vertrouwd waren. Hij kende ze stuk voor stuk en had voor ieder een eigen woordje. Het was roerend, de om gang van dezen ouden man met rijn duifjes. Zooveel teerhartigheid jegens dieren had ik zelden beleefd. Toch moest ik me aan dit vredig tafereel ontrukken. Ik vermande me en vroeg het oude heertje, waar Herr Kozartk woonde. Het antwoord deed me verstomd staan. „Antal Kozarek Die ben ik zelfWat ls er van uw dienst, Jonge man Waarmee kan ik u helpen De zachte stem en de innemende gebaren hadden mij geheel overbluft. Ik wist mijn boodschap niet meer. Hoe zou ik een vrien delijk oud heertje, dat duiven voert, kunnen vragen om een stukje touw uit den strop, waarin hü een zijner medemenschen had op gehangen Het zou een beleediging zijn. Ik stamelde een verontschuldiging en keer de terug. Verbijsterd aanhoorde ik Mandika, die me vroeg, of mijn expeditie gelukt was. Toen ik ontkennend mijn hoofd schudde, vatte ze mij bemoedigend bij den arm en zei opgewekt „Kom, Herr Doctor, dat hindert niet! Ik heb mijn grootmoeder om een gelukstouwtje gevraagd. Die had er nog een bewaard van de terechtstelling van een harer burinnen, die als ongehuwde moeder haar kind had om 't leven gebracht." Huiverend weigerde ik het aanbod. Maar het gekste Is, dat ik, toen in den Oudejaars avond het spel met mijn vrienden vervolgde, toch chance had. Ik won niet alleen het ver lorene terug, maar hield zelfs nog genoeg over om Oud en Nieuw lustig te vieren." Oom had zijn verhaal uit en allen zwegen een oogenblik. Toen zei de student „Een prachtverhaal, maar toepasselijk vond ik het niet. En 't lijkt mij moeilijk voor Opa, hieruit een Oudejaarspreek te distilleereü. Komaan, Opa, u hebt nog net vijf minuten." Aller oogen richtten zich nu op Opa, die rijn keel schraapte en begon. „Ik voor mij vond het verhaal buitenge woon toepasselijk", zei hü. „Er is maar een verandering in den naam noodig, en we heb ben de Oudejaarspreek. De beul uit het ver haal heet niet Kozarek, maar Sylvester. Waarom worden wü, als de wijzers de twaalf slagen naderen, even beklemd als Oom, toen hij aan het eind van dat bochtige straatje de beulswoning vond Sylvester, c. over vijf minuten zün jaarlykschen roep zal doen hooren, is immers óók beul. Wü weten, dat hü ons allen wacht met rijn strop. Als de Oudejaarsavond ons stil stemt, is dat, om dat we denken aan de slachtoffers, die de Dood in het afgeloopen jaar heeft terecht gesteld. Als we ons angstig voelen en onzen angst trachten weg te spelen en weg te lachen, is dat, omdat we weten, dat wy binnen korten of langen rijd tüd onherroe- pelük in zyn handen zullen vallen. Oude jaarsavond is óns bezoek aan den beul. En 't gaat ons precies als Oom. Sylvester behoorde eigenlyk een wreedaard te zün, een reus van een slag- met bloote, harige armen en een roode pruik boven zijn bruut gericht. Maar wat vinden wü aan 't eind van het jaar De vriendelüke Kerstman, door zün vredesduiven omringd. Naar zijn beminnelijk wezen moeten we kijkenwe voelen ons ge rust gesteld en teerhartig gestemd en we vergeten den strop. En tóch zün Sylvester en de Kerstman één en dezelfde persoon, zooals de beul en het vriendelijke oude heertje met zün duiven de zelfde persoon waren. Hoe is het mogelük, vragen wij, dat de beul zoo zachtaardig kan zy*n De beul doodt niet uit wreede moordlustigheid, maar omdat de wet de terechtstelling gebiedt. Zoo gebiedt de levenswet, dat de mensch moet sterven. En Sylvester, de zachtmoedi neemt op zich de Dood te zy'n en het vonnis van de levens wet te voltrekken. Maar wie hem op Kerst mis te midden van de duiven des Vredes zoo vriendelük aan 't werk heeft gezien, vreest hem niet langer. Hij riet rustig zyn'beurt tegemoet, omdat de duivel, dien hü vreesde, een engel blijkt...." Met rijn klare, blauwe oogen keek Opa op naar de klok. Ieder begreep, waarom hü eens klaps zijn woord onderbrak. Het geritsel van 't uurwerk kondigde de komst van de plech tige twaalf slagen aan. Dreunend vielen ze neer te midden van 't algemeen zwügen. Met een blik, waarin droefheid en liefde gepaard gingen, wendde de gastvrouw rich 't eerst tot haar ouden vader, en kuste hem innig op t voorhoofd. STOOMVAARTLIJNEN „Colombia" (thuisr.) 29 Dec. van Barbados „Cotöca" (uitr.) 30 Dec. van Dover „Enggano" (tbuisr.) 30 Dec. van Lissabon „Costa Rica" (uitr.) 30 Dec. te Barbados „Flandria" (uitr.) 29 Dec. van Santos „Ga&sterkerk" -(thuisr.) 29 Dec. v. Alexan- drië „Heemskèrk" (tbuisr.) p. 30 Dec. Dungeness „Insulinde" (uitr.) 30 Dec. van Port Said „Jacatra" (uitr.) p. 30 Dec. Beaohy Head „Kota Nopan" 30 Dec. v;. Batavia n. Rott. „Poelau Bras"(thulsr.) 29 Dec. te Singapore „p. c. Hooft" (uitr.) 29 Dec. van Algiers „Streefkerk" (thuisr.) 30 Dec. te Antw. „Tarakan" (thuisr.) 30 Dec. te Genua „Tosari" (uitr.) p. 20 Dec. Finisterre „Van Rensselaer" (thuisr.) 28 Dec. van Ma deira BEURSOVERZICHT EN WISSELKOERSEN. Wegens beursvacantie zal het eerstvol gende beursoverzicht en de wisselkoersen eerst worden opgemaakt op Maandag 4 Ja nuari as. Licht op voor Auto's, Fietsen en Voertuigen. Januari uur Vrijdag 1 4.24 Zaterdag 2 4.25 HOOGWATER TE VLISSINGEN Januari Vry'dag 1LK. 6.27 19.03 Zaterdag 2 7.25 20.03 AGENDA van publieke vermakelijkheden, vergaderingen, enz. Zaterdag 2 Januari. Tweede opvoering Vlissingsche Tooneelvereeniging Konin gin Wilhelmina", „de Oude Vriendschap" Zaterdag 2 Januari. Uitvoering Kunsttoo- neel, Concertgebouw, 8 uur. SCHAAKSPEL RedacteurJ. D. C. DE VRIES. Correspondentie en oplossingen te zendei onder motto „Schaakrubriek" aan het bureau der „Vlissingsche Courant", Walstraat 6860. PROBLEEM No. 264 van Ruth Lindsay, Zwart. abcdefgh W i t. WitKbl, Dfl, Ta4, Tc0, Lb8, Lc2, Pf2, p: b5 (8). ZwartKd5, Tb7, Th3, Ld8, Lhl, Pb2, Pg5 (7). Mat in twee zetten. OPLOSSING PROBLEEM No. 262. 1. e6e7. A. Ld3c4 2. Lh5f3$ B. Ld3Xb5 2. Tg3-g4$ C. Pf5—e3 2. Lh5f3$ of 2. Pf 76dj. of 2. e7e8D of T$ D. Pf5X<J4 2. Fb5—d6.j: E. Pf5d6 2. Pf7Xd6$ F. Pf5Xe7 2. Pf7—d6$ G Pf5g7 2. idem j: H. Pf5h4 of h6 2. idem of 2. e7e8D of T$ L Pf5Xg3 2. idem, idem$ K. Ph7Xf6 2. Pf7Xg5$ L. Ph7—f8 2. idem j; M. Verder naar 2. Tf6e6j: believen. Goede oplossingen: Pion B., P. R. Pz., Schoondüke (ook no. 261. Welkom als op losser. De sleutelzet Is voldoende). Pion H. COMBINEEREN, m. (2de vervolg). De interessante, doch moeilijkste soort combinaties zün de „tegencombinaties" Wit zet een combinatie op touw en zwart Iaat hem zy'n gang gaan, doch neemt maatrege len om het doel der combinatie bürijd» te kunnen beletten. Een fraai voorbeeld le vert de volgende partü waarin een diepe en verrassende fcegencombinatie voor komt. De party werd in den Hamburgschen landenwedstrüd gespeeld tusschen E. An dersen (Denemarken) en H. Taubmann (Roemenië). Het begin der partij geef ik zonder commentaar 1 d2d4 Pg8i'6 2 c2c4 e7—e6 3 Pbl—c3 d7—d5 4 Pgl— f3 Pb8—d7 5 e2—e3 Lf8—e7 6 Lfl—d3 00 7 0—0 a7a6 3 b2—b3 Le7—bil; 9 Lel—b2 Lb4Xf3 10 Lb2Xc3 Pf6—e4 11 Lc3b2 f7—f5; 12 Pf3—d2 Dd8—gS 14 De2Xd2 Pd7—A3 13 Ddle2 Pe4Xd2 15 f2—f3 Lc8—d716 17 Lb2—cl f5—f4; 18 e3: Tel—e5 Dg5—e7 20 Ld3- Xc4 Tf8—f6 22 Dd2—c2 'al—el Pf6hö ;f 4 Ph5Xf 4.19 il d5Xc4; 21 fc>3 f4—g6 23 Te5 c5. (Hier was Lg5 eenvoucig en beslissend maar dan gekomen was die mooij De7d6 24 25 Tc5Xf5 e6Xf5 26 Dc2-b3 Ta8—e8 27 c4— Le3—f2 Pg6—f4 28 Lblc2. Thans is de volgende styling bereikt: Zwart combinatie niet ,cl—e3 Tf6—f5 s5t Dd6d5 Zwart speelde nu 29 oj.Kg8—f8. „Wat zit daar achter?" vraagt wit zich terstond af. Klaarblükely'k wil zwart het eindspel, dat na Dd5Xb3 ontstaat en waar in hü weinig kans op winst heeft, liever nog niet aanvaarden. Hy ontpent dus zyn Koningin en gaat niet naar het veilige veld h8, doch naar f8. Het kan zyn, dat hü dit doet om in het eindspel, dat na 30 Db3Xd3 Pf4Xd5 ontstaat, dichter met zün Koning bü bet centrum te staan. Maar ontegen zeggelijk is f8, zoolang de dames nog niet geruild rijn, een onveilige standplaats. La ten we dus een dreiging zoeken, die op die gevaarlijke stelling gebaseerd is. En ziet, welk een aardige combinatie wit kan ma ken 30 Db3—a3 (dreigt c5—c6t) Ld7—c6 31 Lc2b3 en nu zal zwart's Koning het toch zoetjes aan wel benauwd krijgen. „Zou zwart dat niet gezien hebben?" vraagt een geroutineerd speler ziqh af, tel kens als hem de voordeeltjes zoo aanlokke- lük worden aangeboden. Wanneer we nu het vervolg der partü naspelen, zullen we zien welk een vernuftige valstrik zwart met Kf8 wilde stellen. Doch wit laat het plan rustig uitvoeren en maakt een tegen-combi natie, zoodat weer eens bewaarheid wordt: „wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in." 30 Db3a3 Ld7c6 31 Lc2b3 Zwart meent nu, dat zyn tegenstander er netjes ingevlogen istrouwens rijn combi natie is tamelük verborgen 31 Pf4e2t 32 Kgl—hl Dd5Xf3 Dat was de clou van zwart's combinatie. Wegens het mat op f3 is de zwarte dame onkwetsbaar. 33 d4—d5 Lc6Xd534 Lb3X d5 gaat niet wegens Df3Xa3 en na Tfl—gl gaat de kwaliteit verloren. Wat vond wit daartegen? (Wordt vervolgd.) SCHAAKNIEUWS. Landau is als no. 1 uitgekomen in een vier kamp met Colle, Rubinstein en dr. Tartako- wer. Een geluk, want ieder der drie speelt sterker dan hü. Dr. Euwe won in Hastings van Stoltz, maar verloor tegen miss Menchik. Verleden jaar won deze dame ook van hem. J. D C. DE VRIES. WEERBERICHT Samengesteld door het Kon Meteorologisch Instituut te De Bilt Hoogste Barometerstand 767.4 te Lacorona. Laagste Barometerstand 747.4 te Vestma- neur. Verwachting tot den avond van 1 Januari Zwakke tot matige N.W. tot Z.W. of Z. wind. Nevelig tot zwaar bewolkt. Kans op eenigen neerslag. Lichte vorst tot temperatuur om het vriespunt des nachts. Overdag tempera tuur om het vriespunt tot lichte dooi. Buitenlandsch Weerbericht. Hedenmorgen uit otficieele gegevens samengesteld door het Kon Meteor. Instituut, De lezers kunnen hieruit de bewegingen van de meergebieden over Westelijk Europa volgen, Het gisteren genoemde gebied van lagen luchtdruk by Finland heeft zich de laatste 24 uur belangryk uitgebreid en ook thans ls de barometer nog sterk dalende. De depressie over de Oostzee heeft zich verder Oostwaarts verplaatst, die voor de kust van Noorwegen bleef byna onveranderd liggen. Over Zuid- Engeland en Frankryk ligt thans een rug van hoogen druk. De geschepte drukverdeeling geeft geen aanleiding om een lang aanhouden van den thans heersohenden lichten vorst- toestand te verwachten. Op de Bothnlsche Golf bleef de vorst zeer streng, ln Duitsch- land werd zy matig, terwyi ln het grootste deel van Engeland vorst wordt aangetroffen. In byna het geheele waarnemingsgebied heerscht stil rustig weer met plaatseiyk lichte sneeuwbultjes. Neerslag viel alleen ln Enge land en Noorwegen,

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1931 | | pagina 14