I Avonturen van Piepneus en Bibbersnoet DE POSITIE VAN DE OOSTERSCHE VROUW. EEN BOEKENSTANDAARD KLEINVEETEELT BURGERLIjKE STAND AGENDA Kunnen zy die niet vinden, dan moeben zij bij den raad komen om een oplossing te zoeken. Er is nog overvloed van werk voor de werkloozen. Zooals het nu gaat, brengen wy de arbeiders aan den rand van het paupe risme en dat wil spreker voorkomen. Daarom moeten wij in samenwerking voor een behoorlijke werkverschaffing of anders een steunregeling zorgen. De heer Cysouw zegt dat zoo goed als bij het nieuwe ook bij oude college tekortkomin gen zijn. De bouwvakarbeiders werden bijv. ook bij het oude college niet aangenomen. Aan de nieuwe begraafplaats is met opzet zoo lang gewerkt tot het September was, met de bedoeling om dan het nieuwe college voor de feiten te stellen. Bij regenweer hoeven de werkloozen niet te werken en het loon gaat dan door. Hij had wel verwacht dat er klachten zou den komen, maar die gelden evenzeer het vroegere college van Burg. en Weth. Verder is spreker can meening dat het onderzoek naar de 2 ontslagen arbeiders ge heel voldoende is geweest. De heer De Pries ter is in dit opzicht onjuist. De voorzitter merkt op, dat het zoeken naar nieuwe werkobjecten uiterst moeilijk is. Hier zit veel overleg met verschillende auto riteiten aan vast en dan men is al blij als men wat voor de menschen heeft. De heer Janssen wijst er op, dat hij reeds meermalen aangedrongen heeft op het voe ren van een goede grondpolitiek. In dit jaar zijn tot nu toe 33 nieuwe wo ningen gebouwd en spreker is van meening, dat wanneer wij voor den aanleg van nieuwe straten hadden gezorgd, er nog meer ge bouwd zou worden. Het zou bewijs zijn van goed beleid als de gemeente gronden bouwrijp had gemaakt. Dit zou een goed object voor de werkloo zen kunnen zijn in dezen winter. De voorzitter zegt, dat dit productief werk zou zijn en hiervoor krijgen wij geen sub sidie. De heer Janssen zegt, dat wij hiervoor toch kunnen leenen. Het is een fout van den raad geweest dat deze zaak nooit is aan gevat. Spreker zet nader uiteen dat een goede grondpolitiek de welvaart der gemeente be vordert en hij wijst op Vlissingen, dat sinds jaren een goede grondpolitiek heeft gevoerd. De heer De Priester hoopt dat het gevolg van deze interpellatie zal zijn dat zij vrucht afwerpt. Het staat voor hem vast dat het onderzoek naar de 2 arbeiders eenzijdig heeft plaats gehad. Het onderzoek is voor hem volkomen onbetrouwbaar geweest en hij dringt aan op een nieuw onpartijdig on derzoek, door personen buiten de partijen staande. Verder zegt hij, dat hij als wethouder als het moest niet heeft geaarzeld zich tegen arbeiders schrap te zetten. Schuld van het oude college verwerpt spre ker. Aan de begraafplaats is niet langer ge werkt dan noodig was. Hij wees er op, dat hij er steeds voor ge zorgd heeft dat ook de seizoen-werkloozen aan werk geholpen werden. Hij is van meening, dat het nieuwe college van Burg. en Weth. onbekwaam is om voor de werkloozen te zorgen en geen nieuwe werkobjecten kan vinden. Wanneer zij er prijs op stellen, dan kan spreker Burg. en Weth. nog heel wat werkgelegenheid aan de hand doen. In alle bescheidenheid mag hij zeggen, dat hy in het oude college steeds de man is geweest die de werkloozenzorg onder de knie had. Nu heeft men spreker echter weer op schandelijke wijze uit de werkloozen-commis sie geweerd en dit is voor het grootste deel de schuld van Burg. en Weth., doch hij zegt, dat de moderne organisaties wel middelen zullen weten te vinden om hem er toch in te brengen. Spreker juicht het toe, dat de heer Van Soelen den moed heeft gehad zijn benoe ming aan te nemen en hij hoopt, dat hij als arbeider ook voor de belangen der werkloo zen in de commissie zal opkomen. De heer Cysouw zegt, dat Burg. en Weth. besloten hebben de 2 betrokken arbeiders Maandag a.s. weer bij de werkverschaffing toe te laten. De heer De Priester zegt dat hiermee de straf niet ongedaan wordt gemaakt en hij dringt nog op een nader onderzoek aan. Ten slotte doet spreker de volgende voor stellen le. Intrekking van de straf voor de 2 arbeiders2e. plaatsing van de bouwvak arbeiders bij de werkverschaffing3e. een behoorlijke regeling van de werkverschaf fing en 4e. een instructie voor de werkver- door G. TH. ROTMAN. 106 Toen de brief af was, legde meester H zijn hoed op het stoeltje. „Leest hem H maar eens", zei hij, op den brief wy- 5 zend. Toen ging hij de klas uit. Wij aan g 't lezen. Maar per ongeluk stootte ik het inktpotje omen daar stroomde de vieze inkt, dwars over den brief zoo in meesters hoed 107 Wanhopig keken we elkander aan, tot opeens de deur open ging en mees ter weer verscheen. We kropen angstig in 'n hoekje en durfden geen kik geven. Woedend bekeek meester Muizenvreugd den brief, waar hy zooveel moeite aan had besteed en die nu totaal onlees baar was geworden.... 108 „Onbeschaamde vlegels Nietsnuttern dat jullie bentriep de meester schor van woede eindelijk uit. „Zoo gauw ik van den burgemeester terug kom, breng ik jullie naar huis. Ik wil je geen minuut langer hier zien Meteen zette hij z'n hoed open daar droop al de inkt langs zijn gezicht HiailliSIIIIBIItllSllllBIII (Dinsdag slot.) aiii'niiiHiiiiwiiiBiiiiJiiiiaiiiiBiiiiBiiiini1 schaffing, zoodat de menschen weten welke hun plichten en rechten zijn. De heer Suurmond zegt dat deze voorstel len zoo gecompliceerd zyn, dat daarover moeilijk te stemmen valt. Na eenige discussie wordt tot stemming overgegaan en wordt het eerste punt ver worpen met 6 tegen 4 stemmen. Vóór de heer Goedbloed en de socialisten. (De heer Van Soelen had zich bij deze stemming ver wijderd). Het 2e punt wordt verworpen met 6 tegen 5 stemmen. Vóór de heeren Goedbloed, Van Soelen en de socialisten. De punten 3 en 4 worden met algemeene stemmen aangenomen. Rondvraag. De heer Louwerse vraagt inlichtingen over een adres van de caféhouders. Ds voorzitter zegt dat dit bij de begrooting behandeld zal worden. De heer Janssen vraagt hoe het staat met de electrificatie van den Bermweg. Hij zou gaarne zien dat daar schot in kwam. De voorzitter zegt dat er nog maar één ge gadigde is, en het garantiebedrag te hoog is. De heer Janssen gelooft dat er wel meer gegadigden zijn. Hij wil de garantie van 42 niet vorderen. De bewoners daar betalen toch ook mee aan de garantie voor anderen. De voorzitter zegt toe de zaak nog eens te zullen zoeken. De heer De Priester wijst op het steen- kloppen in den Bermweg. De puin blijft daar maar liggen en maakt het gevaarlijk vooral voor fietsers. De voorzitter zegt opruiming toe. Verder wijst de heer De Priester er op dat in verband met de wijziging van de Gemeen tewet het reglement van orde moet worden herzien. De voorzitter zegt dat -Burg. en Weth. het reglement in behandeling zullen nemen. Hierna ging de openbare vergadering over in eene met gesloten deuren. Voor de vergadering bestond van de zijde van het publiek zeer groote belangstelling. De positie van de vrouw in den Oriënt is, wat men er ook over geschreven moge heb ben, nog zeer weinig veranderd. Nog steeds leeft de Mohammedaansche vrouw binnens huis en vertoont zij zich in het openbaar, dan is zij gesluierd, zoo zwaar gesluierd, dat van haar gelaat niets te zien is. Het toonen van het gelaat aan vreemden geldt als erge onzedelijkheid. Maar deze zedelijk gesluierde vrouwen dragen soms zulke korte rokjes en zulke opzichtige kousen, dat zeer zeker onze Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden. Copyright Everyday Mechanics Vandaag, voor den eersten keer, is het woord aan de jongens, die liefhebberij in timmeren hebben. Al zal een klein beetje hulp van ouderen misschien niet geheel en al onwel kom zijn. Het plaatje geeft een werkteeke- ning aan voor een handigen boekenstandaard, die zelfs voor beginnelingen wel uit te voeren is. Wanneer men namelijk de deelen nauw keurig volgens de aangegeven maten heeft gezaagd en afgewerkt, behoeven ze slechts in grootouders in Nederland er verontwaardigd het hoofd over zouden hebben geschud. Deze sluiers verbergen niet steeds groote schoonheid, maar heel vaak wel misdaad. Voor booswichten zijn deze sluiers namelijk dikwijls een redding geweest. Een voortvluch tige dief of moordenaar verkleedt zich als vrouw en met het gelaat verhuld, kan hij overal ontkomen. Geen politieman mag een gesluierde vrouw aanhouden en den sluier lichten en vrouwelijke politiebeambten be staan hier nog niet, al zouden ze hier meer dan ergens elders noodig zijn. Dat zich nu en dan een misdadiger als gesluierde vrouw aan de nasporingen van de politie onttrekt, is het ergste niet. De sluier maakt andere, ontzettender dingen mogelijk. Niet alleen elke misstap eener vrouw, maar ook elke on gehoorzaamheid aan den vader of den echt genoot wordt hier heel dikwijls met den dood geboet. Niet zelden is het, dat het lijk eener vermoorde vrouw wordt gevonden. Meer nog geschiedt het dat een vrouw verdwijnt zon der dat ze een spoor nalaat en men kan aannemen dat in de meeste gevallen de ver dwijning van een vrouw niet eens bekend wordt. De vrouw wordt in het Oosten nog steeds als een minderwaardig wezen beschouwd. De geboorte van een dochter brengt geen vreug de, de dood van een vrouw veroorzaakt in de allermeeste gevallen weinig smart. Een doch ter wordt, als ze op den huwbaren leeftijd komt, verkocht, dat wil zeggen, de bruide gom betaalt den! vader een zeker bedrag in geld of in levende have. Dat de dochter zou kunnen en mogen weigeren den man te hu wen die haar is aangewezen, gaat boven de bevatting der menschen hier. Nog dezer da gen vermoordde een vader om deze reden zijn dochter. Hij deed dit zeer onhandig en ging, bovendien eenigszins ongerust gewor den (de Franschen, die hier het oppertoe zicht uitoefenen, zijn zulke rare kerels en vinden zoo'n bestraffing van ongehoorzaam heid niet goed, dacht de dader) aan de poli tie mededeelen, dat zyn dochter zelfmoord had gepleegd. Toen de politie kwam, vond ze het meisje dood met tallooze messteken. De vader werd natuurlijk gearresteerd en be kende spoedig alles zonder eenig berouw te toonen. De gemiddelde Muzelman veroor deelt zoo'n vader volstrekt niet en geeft hem in zijn hart volkomen gelijk. Vermoordt een vader zijn dochter en be graaft haar in den tuin of smijt haar lijk ergens in een afgrond, dan is hy bijna zeker vrij uit te gaan. Hetzelfde geldt voor een man, die zijn echtgenoote vermoordt. Geen Mohammedaan zal hem verraden. Wordt het lijk van het slachtoffer toch nog gevonden, dan is er nooit uit te maken wie ze is. Nie mand, behalve de allernaaste bloedverwan ten en misschien enkele vriendinnen hebben ooit haar gezicht gezien en die vriendinnen zwijgen wel weder, al ware het alleen uit angst. Hoe zou men ook ooit kunnen vast stellen, dat uit een huis een vrouw of meisje elkaar gelijmd en gespijkerd te worden. Na tuurlijk is eikenhout het beste hiervoor geschikt, doch evengoed kan men ook ander hout hiervoor gebruiken. De twee opstaande zijden zijn 80 c.M, hoog en 15 c.M. breed. De twee planken, die samen de bovenste verdie ping (als het ware een trog) vormen, zijn 65 c.M. lang en 15 c.M. breed. De boven en on derkanten van de opstaande planken moeten afgewerkt worden volgens de op de teekening in figuur 1 en 3 aangegeven bijzonderheden, met behulp van een schrobzaagje. De uit einden van de dwarsplanken moeten natuur lijk volkomen recht worden afgewerkt. De stand van de dwarsplanken is nauwkeurig op de opstaande planken aangegeven en men kan ze vastzetten door de zorgvuldig met pot lood op de zijkanten afgeteekende plaatsen met lijm te bestrijken, de dwarsplanken op hun plaats te drukken en vervolgens door de zijplanken heen de spijkers in de dwarsplan ken te slaan. Wil men het nog mooier maken, dan kan men op de aangegeven plaatsen een kleine uitholling in de zijplanken maken. Ook dan bestrijkt men de deelen weer met lijm, doch spijkert de planken vast door de spijkers schuin van onderen door de dwarsplanken in de zijkanten te slaan, zooals op figuur 4 staat aangegeven. verdwenen is, als het hoofd van het gezin dat wil verbergen Zou de politie al achterdocht krijgen en ter onderzoek komen, dan voert de vader een ander meije of wel een verkleeden zoon voor. Geen man mag den sluier van den voorgevoerden persoon oplichten en daardoor is alle grondig onderzoek onmoge lijk. Bovendien zijn de meeste politiemannen zelf Mohammedaan met het grootste respect voor de eeuwenoude tradities en in hun hart geven zij den vader of den echtgenoot, die ongehoorzaamheid of erger met den dood straft, gelijk en daarom is op hun krachtige medewerking niet te rekenen. Hoe wijziging in deze toestanden te krij gen Dat is zeker niet gemakkelijk. Men kan daarbij zelfs niet eens rekenen op de mede werking der Arabische vrouwen zelve. Dezen, die slechts met haar eigen echtgenoot, aller naaste verwanten en misschien enkele vrien dinnen in aanraking komen, koesteren voor den niet-Mohammedaan een nog veel groo- tere verachting en haat dan de meest fana tieke mannen en zullen zeker niet helpen, zelfs als zij konden, bij de doorvoering van wetten der „ongeloovigen", der „onreinen". Niet alleen „schuldige" vrouwen verdwij nen, ook volmaakt onschuldige, die den man te veel worden, leven niet lang meer. Een meisje, dat mismaakt ter wereld komt, of later b.v. door een ongeluk mismaakt wordt, is ten doode opgeschreven. Gebochelde, ver lamde, manke mannen ziet men dikwijls on der Arabieren, mismaakte vrouwen bijna nooit. Een paar messteken maken gewoonlijk spoedig een einde aan het leven van een mismaakt ter wereld gekomen dochtertje of van een later misvormde vrouw. Het vrouwenvraagstuk in den Oriënt is een der tallooze vraagstukken, waarvoor geen oplossing schijnt te vinden, behalve dan een betere opvoeding der massa. Maar van wie moet deze opvoeding uitgaan? welke midde len moeten daarbij worden aangewend? hoe lang zal ze duren Er zijn in Europa menschen, die nooit den Oriënt aanschouwden, er alleen van hoorden vertellen of er over lazen en toch antwoorden op deze vragen gereed hebben. Ik heb deze antwoorden niet, besluit de schrijver. Van oud naar nieuw. De boomen laten druk him bladeren val len, binnenkort zijn ze weer volkomen kaal, onze laatste herfstbloemen doen nog eens extra goed hun best en spreiden een uitbun digheid van vorm en vooral van kleur ten toon, welke bepaald weldadig aandoet, onze kippen zijn volop in den rui, dat beteekent allemaal, dat de winter voor de deur staat. Zoo zeer zijn onze kippen cultuur-dieren geworden, dat we het als normaal zijn gaan beschouwen, de nieuwe legperiode reeds vóór den winter een aanvang neemt, derhalve dwars tegen de natuur in. Het sluit tevens in zich, dat we terzelfder tijd onze rekening gaan opmaken en ons gaan afvragen of we niet de oude dieren hebben op te ruimen en er een nieuwe generatie voor in de plaats moeten nemen. Langer dan een tweede leg houden we onze kippen toch niet aan, tenzij voor fokdoeleinden, wanneer we van een troepje dieren, welke niet alleen een uitste kenden eersten doch ook een prima tweeden leg te zien hebben gegeven, nog eens enkele uitblinkers willen aanhouden om daaruit de aanstaande fokhanen te fokken. De alge meene regel is echter, dat we na den tweeden leg de hennen opruimen. Gewoonlijk is de bevolking van het kip penhok dan reeds aardig geslonken. De vroege ruisters, die in Juli reeds hun veeren wilden laten vallen, zijn natuurlijk reeds op geruimd, gevolgd door hen, die hetzelfde in Augustus wilden doen. Voor een nog langer aanhouden waren ze te kostbaar geworden. Nu gaat het laatste restant weg en dan krijgt het kippenhok en ook de ren een extra-beste schoonmaakbeurt. Alles wat uit het hok kan worden verwijderd, zooals zitstokken, leg- nesten, gaat er eerst uit, zoodat men ruimte heeft gekregen. Een 5 procents creoline-op- lossing wordt klaargemaakt en geen hoekje of gaatje mag door den harden borstel wor den overgeslagen. Ramen en deur (en) blij ven open staan, zooveel mogelijk laat men ook nog het zonnetje er inkomen, al zal dit om dezen tijd van het jaar niet veel meer kunnen zyn en is het hok dan weer goed droog geworden, dan zet men het keurig in de witkalk, welke men goed dik aanmaakt en er een flinke scheut karnemelk doormengt, opdat de kalk niet zoo spoedig zal afpluiste- ren. De ren wordt eerst van alle ongerechtig heden (waartoe dus ook de oude veeren be- hooren) bevrijd en daarna omgespit, zoo noo dig de bovenlaag er afgestoken en er nieuw zand voor in de plaats gebracht. Daarna weer keurig gelijk gemaakt en eerst dan is de kip- penwoning gereed om nieuwe bewoners te kunnen ontvangen, die zich dan spoedig thuis zullen voelen. Degeen die de kippen alleen of in hoofd zaak houden om er eieren van te rapen, komen voor de nieuwe dieren bij de fokkerijen terecht en zoo heel erg bekommeren zij zich er niet om, wanneer de nieuwe dieren in min of meer geringe mate van de standaard- eischen, welke aan het betrekkelijke ras wor den gesteld, afwijken. De liefhebber, die vóór alles de kippen houdt om een mooi stelletje dieren in zyn hokken te zien, komt bij d" Sportfokkers te recht en hem wijzen de tentoonstellingscata logi den weg. In beide gevallen zijn we dan van de veronderstelling uitgegaan, dat de eigenaar zelf niet voor een nieuwen aanfok heeft gezorgd. Verlies hoe men verder ook handelen wil nimmer dezen algemeenen regel uit het oog, dat geen dier in het opge- frischte hok geduld mag worden, dat niet door en door gezond is. Alleen met kernge zonde dieren mag men het nieuwe seizoen in gaan. MIDDELBURG. ONDERTROUWD. J. A. Mulder, 23 j. en E. Blokpoel, 23 J. S. W. Gabriëlse, 30 j. en H. M. E. Fastenau, 30 j. BEVALLEN. A. Joosse, geb. Dingemanse, z. OVERLEDEN. L. J. van Gelder, 79 j., wed. van H. E. Ak- kenaar. van publieke vermakelijkheden, vergaderingen, enz. Woensdag 14 October. Kindermiddag, Ned. Vereeniging van Huisvrouwen, Brittannia, 2.30 uur. Donderdag 15 October. Lezing Ned. Christ. Vrouwenbond, Militair Tehuis, 8 uur. MIDDELBURG. Woensdag 14 October. Vergadering Ned. Vereeniging van Spiritisten, „St. Joris", 8 uur. In de teekening staan de maten in Engel- sche duimen (inches) aangegeven. Om dus de maten in c.M. te krijgen, moet men de in de teekening aangegeven maten met 2/2 ver menigvuldigen Om den heelen boekenstandaard stevig te laten staan, zaagt men 4 klampjes, zooals in figuur 5 aangegeven, die aan de zijkanten van de opstaande planken worden vastgelijmd en gespijkerd. Om de onderste plank verder nog meer dracht te geven, maakt men 4 soortge lijke klampen, die onder de onderste plank en tegen de zijkan I. a aan ge'H >-d en gespij kerd worden, zooals in figuur 1 duidelijk te zien is. Om het geheel nog fraaier te maken kan men een aardig houten sierrandje aan de zijkanten van de opstaande planken lij men. Die houten randjes kan men natuurlijk per meter geheel gereed koopen. Is alles klaar, dan werkt men den boekenstandaard mooi glad af met schuurpapier, waarna men kan gaan schilderen, beitsen of vernissen. Wat de dikte van het te gebruiken hout aangaat, kan men duims of duims hout gebrui ken.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1931 | | pagina 7