flissiigsclie Courant TWEEDE BLAD GEESTELIJKE ONTREDDERING. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD VAN AMSTEL EN IJ. Uil de Vlissingsche Courant van vóór 50 jaar. van de van Zaterdag IQ October 1931. N° 239. 't Is niet zonder huivering, dat de menschen kunnen terugdenken aan de bezoekingen van den wereldoorlog. Wat een jammer heeft ons vervuld met de ongelukkigen, die weken lang in modderige loopgraven moesten verblijven met den dood voor oogen Hóórden we niet de pijnlijke kreten van de gewonden, zégen we niet de razernij van de in koortsen ijlen- den voelden we niet méé de smart van de millioenen vaders en moeders, die hun kin deren daar ergens in den vreemde begraven wisten Dat alles heeft ons diep getroffen en nóg schrijnt er telkens weer iets in ons, als we de statistische cijfers lezen18 mil- lioen dooden, zóóveel dit en zóóveel dat. Diep getroffen heeft heel die wreede ge schiedenis ons, toen zij plaats greep, wer kelijk En, zooals gezegd, als we er nog eens aan denken, dan huiveren we wéér I Als we er aan denken.... Dat gebeurt inderdaad zoo nu en dan nog. Maar het herdenken wordt toch minder en óók het huiveren. We kunnen niet „ach en wee" "blijven roepenhet leven herneemt haar rechtenwat dood is of geleden, raakt vergeten. Dat is normaal en goed zóó het leven ware anders ondragelijk. De dooden hebben hun rust, wonden genezen. Maar wat nog lange jaren zal blijven na werken en zelfs nog toekomstige geslachten zal treffen, dat is de geestelijke ontreddering, die de oorlog heeft teweeg gebracht. Die ont reddering kunnen we niet oppervlakkig, in één oogopslag, overzien, maar ze is er niet minder verschrikkelijk om. Millioenen hebben in den oorlog hun moraliteit verloren, hun zuiver aanvoelen van wat mag en niet mag gezag, respect, vereering, karakter, bewust zijn en tal van andere deugden, ze gingen in de loopgraven onder in het slijk, waarin de soldatenschoenen persten en zogen, of aan de grenzen, waar eer en waarheid gesmokkeld werden voor goud. En de toen vervormde mentaliteit der menschheid werd en wordt overgedragen in een nieuw geslacht, dat al dus belast wordt met nieuwe erfzonden van voorvaderen. Het lichamelijk leed van den oorlog is ge leden, als de vrede wordt geteekend, maar de geestelijke ontreddering, er door teweeg ge- gebracht, blijft nog vele geslachten na werken. Strijd sleept vaak zulke geestelijke ontred dering na zich. Slechts de sterke karakters "kunnen er bij voldoende zelfcontrole aan ont komen. De strijd, dien we nu weer allen te strijden hebben tengevolge eener noodlottige wereld evolutie, draagt dezelfde gevaren in zich. Eens zal ook die strijd gestreden zijner moet en zal weer een tijd komen, waarin een betrekkelijke orde zal heerschen, waarin werk en brood zal zijn voor een ieder, die het waard is. Dan zal het materieele leed geleden wezen, maar de 'eestelijke ontreddering zal weer nawerken. Overal om ons heen zien we weer de beel den er van. De strijd heeft velen tot déspe- rado's gemaakt. Moorden, roofovervallen, treinaanslagen, politieke terreur, we lezen er dagelijks méér van De Koningin kwam in de hoofdstad en troepen samengeschoolde communisten be groetten haar met gehoon. Niemand vroeg een Wilhelmus van ze, maar men mocht respect verwachten voor de meening van die anderen, die gekomen waren om de Koningin te begroeten, welkom te heeten. Een politiek dagblad in Nederland bespot ën hoont den Christus, smeurt het Kruis door den modder van haar verachting. Wie het geloof niet heeftis te beklagen, niet te be rispen. Maar waar bleef bij die spotters het ontzag voor de overtuiging, die millioenen menschen gedurende 20 eeuwen leidde, van de wieg tot het graf Omgekomenin de geestelijke ontreddering, die in den strijd van het leven de slagvelden besmet. Meen niet, dat die ontreddering u niet be dreigt. Controleer U eens goed, in hoeverre ge concessies doet aan de geesten, die ge by hun opkomst zoo verfoeidetWie niet sterk is en zich zelf niet voortdurend controleert, die glijdt méé en èf Langzaam en haast onmerkbaar, maar gestaag. Door sterking van den wil slechts en door regelmatige zelfcontrole kunnen we ons hoe den voor een noodlottige verminking van geest en karakter. Al is de leugen Het is een bekend feit, dat het in de kunst handel wel eens raar toe gaat. Kunstenaars zijn in den regel geen al te beste kooplieden en zij hebben ook meestal niet voldoend rechtstreeks contact met de gegadigden voor aankoop van schilderijen. Uit deze omstandigheden is de kunsthandel geboren, die werkstukken van allerlei schilders in commissie neemt en bij "eventueelen ver koop zijn percenten van de betaalde prijzen krijgt. De kunstenaar stelt een grens waar beneden het stuk 'niet mag verkocht worden en dus gaat alles op het oog vrij goed. In de praktijk doen zich echter wel eens moeilijkheden voor de kunsthandel ziet meer te krijgen dan als limiet is gesteld. Natuur,- lijk kan de schilder naar dit meer fluiten. Hij weet het trouwens niet, als regel is hij al zeer in zijn nopjes als er iets is verkocht en hij bovendien zijn limiet-prijs krijgt. Heel dikwijls toch krijgt de schilder de boodschap, dat een bod is gedaan op zijn stuk, maar dat beneden de limiet blijft. Niet onzelden ge beurt het, dat de schilder dan toch maar toe hapt en de lagere prijs accepteert. Ook hier ontbreekt in den regel iedere controle. Als een typische illustratie van het aloude spreekwoord, dat de waarheid den leugen toch altijd achterhaalt, moge het volgende verhaal dienen, dat historisch is Vele jaren geleden had een schilder bij een kunsthandel twee stukken in commissie ge geven, waarvoor hij tesamen ze hoorden bij elkaar als limiet had gesteld twee dui zend gulden. Heel lang stonden die twee nogal groote stukken daar en geen kooper daagde op. Tot op een goeien dag de schilder de mededeeling krijgt van den kunsthandel, dat een bod op zijn stukken is gedaan. Veel lager echter, maar twaalf honderd gulden, doch de handelaar ried hem aan het bod eens in over weging te nemen. Het waren moeilijk ver koopbare stukken, er was nog nooit een bod op gedaan, enz. De schilder overwoog, keek eens in zijn eigen portemonnaie, waar het er niet te roos kleurig uitzag en besloot toe te happen. Na aftrek van het commissie-loon kreeg hij pre cies een lapje van duizend in de hand. In Parijs wordt dit jaar de koloniale ten toonstelling gehouden. De schilder uit dit ver haal brengt er een bezoek nog vóór den brand het Nederlandsche paviljoen vermelde. Hij vindt daar zijn beide stukken, waarvan we hier verhalen geëxposeerd. Daardoor komt hij er nu ook achter wie de eigenaar er van is. Het paviljoen brandt af, de beide stukken worden een prooi der vlammen. Hoe nu de eigenaar daarvan in contact kwam met den schilder doet er niet toe, maar zij kwamen met elkaar in contact. Er zal, vermoeden wij, sprake zijn geweest van ver vanging door nieuwe stukken. Zoo komt ook het gesprek op den prijs die er voor betaald is en de eigenaar, die zelfs de kwitantie nog kon toonen, vertelde, dat hem aanvankelijk drieduizend gulden voor de twee was ge vraagd, maar dat hij ze ten slotte voor 2700 gulden had gekregen. Alzoo, het schildertje had duizend, de kunst handel 1700 gulden in den zak gekregen. Al is de leugen nog zoo snel.... Het geval is interessant, evenals het vol gende, dat ons werd verhaald Een jonge man, zoon van bemiddelde ouders, wilde schilder worden. Hij werd schil der. Eindelijk bracht hij een paar van zijn eerste stukken bij een kunsthandelaar en geeft zijn limiet-prijs op, 150 gulden. De vader van den jeugdigen Rembrandt wilde zijn zoon eens verrassen en hij wist een vriend te be wegen om naar dien kunsthandelaar te gaan en op één dier stukken te bieden. Pa zou het wel betalen. De vriend gaathem wordt eerst 200 gulden gevraagd, maar, wetend dat de limiet 150 was, hield hij voet bij stuk, tot de kunsthandelaar toegaf, mits de schilder er mee accoord ging. Volgende dag komt de jeugdige schilder thuis, opgetogen, want één van zijn stukken was verkocht. Hij had er wel niet voor ge kregen wat hij gevraagd had, maar hij had het maar gedaan. Na aftrek van het commis sie-loon had hü 75 gulden in de hand ge kregen. Hoor je nu ook eens de andere partij, dan heeft die ook wel wat te klagen en het is billijk dat ook te vertellen. Er worden vaak exposities gehouden en iedere schilder mag dan een paar dingen in zenden. Er wordt een lijst gemaakt van de prijzen en de bezoekers kunnen die inzien. In den regel zijn de commissielöonen hier nog al hoog. Nu komt het nogal eens voor, dat iemand, een stuk daar ziende, naar den schil der toegaat om te vragen of hij het niet voor lager prijs wil geven. En dan komt het voor, dat de schilder, als het stuk op de tentoon stelling niet wordt verkocht, het aan die aan vrager aflevert tegen lageren prijs. Hij kan dan alvast het commissieloon laten vallen, dat hij nu ontloopen is. Men ziet hoe moeilijk het is een dergelijke zaak zóó te regelen, dat er geen bedrog kan worden gepleegd. Niemand zal daarvoor een regeling weten uit te «denken. Nu we het toch over schilderijen hebben, vermelden wij even, dat het genootschap Pulchri Studio tegenwoordig de dagblad critici niet meer uitnoodigt tot het bezoeken en critiseeren. Willen zij toch komen, dan verzei men zich daartegen niet, maar criti seeren doet men niet meer. We vermoeden, dat deze stap eerlang ge volgd zal worden door den tweeden, nl. dat geen critici meer worden toegelaten. Er zijn reëds tentoonstellingen waarbij dit verbod is uitgevaardigd en het komt al voor, dat bij schilderijen het verzoek hangt geen kranten- critiek daarover uit te brengen. Het is een moeilijke kwestie, die van de schilderijen-kritiek, maar daarop komen we een andere keer wel eens terug. EIBER. Dudok de Wit herdacht. Men- schenvriend en weldoener. Zijn be faamde gruwel-kelders. Verhoogd tramtarief onsympathiek.Averecht- sche resultaten verwacht. Kon. Vereen, en malaise. Oud-Amster dammer over Ned. nood in Duitsch- land. Het deze week te Breukelen gehouden kin derfeest, ter herdenking van den geboorte dag van Dudok de Wit, vroeger in den lande meer algemeen bekend als „Kees de tippe laar", roept weer eens de herinnering terug aan dezen sympathieken „Breukelaar", die van huis uit een volbloed Amsterdammer was. Kees schonk, naar men weet, een vrij aan zienlijk legaat aan Breukelen om daarvan ieder jaar op 5 October, zijn geboortedag, de kinderen te onthalen, zooals hij. bij zijn leven placht te doen. De Heer van Slangenvegt was echter niet alleen een kindervriend maar ook menschen- vriend. Hoewel zeer vermogend, leefde hij allereenvoudigst. Zijn groote liefde voor de natuur en voor geregelde lichaamsoefening, bracht hem er toe enorme voetreizen te on dernemen, o.a. door geheel Java, gedeelten van Frankrijk, Duitschland en Japan, en nog kort voor zijn dood maakte de oude heer van uit Breukelen een „wandeling" heen en te rug naar Luxemburg. Op zijn maandenlange reizen leerde Dudok de Wit menschen en toestanden kennen, als weinigen uit zijn kring, en daar het zijn ge woonte was slechts een klein bedrag aan geld mee te nemen, leerde hij ook zich ontberin gen en gepiis aan comfort te getroosten. Het geen hem geluk deed vinden in de sobere levenswijze op Slangenvegt en in de moge lijkheid om daar véél wel te doen. Zooals we vroeger al eens schreven, waren wandelaars op Slangenvegt hem zeer welkom en schepte Kees er steeds behagen in rumoe rige of onbescheiden bezoekers bij den neus te nemen. Waartoe vermommingen als kell- ner, tuinman e.d. hem dienden. Bekend en berucht in intiemen kring wa ren Kees' trapjes in bepaalde gangen van zijn slot. De onbescheiden of rumoerige be zoekers, met. name die hun zakken met ge stolen vruchten hadden gevuld of brutaalweg het rosarium van de buitenplaats hadden ge plunderd, werden door den „tuinman", die zich na de ontdekking met een fooitje had laten „stoppen allervoorkomendst naar het zgn. verlaten huis geleid, waar nog een en ander te bezichtigen viel. En eenmaal daar gearriveerd, beleefden de bezoekèrs allerlei ongewenschte avonturen (de strafoefening o.a. het plotseling weg zakken van trappen met looper en al, ge raamten, die hen van uit een donkere nis kameraadschappelijk de hand toestaken (me chanisme), griezelige kelders wiaar troepen ratten (in werkelijkheid marmotten) rond dwaalden en soortgelijke voor den stedeling speciaal voor de dames gruwzame ver schrikkingen. Zoo'n excursie door de donkere kelders van huize Slangenvegt, waarbij de „tuinman" dan nog de onhebbelykh 'd had allerlei moord- verhalen uit de historie van het slot op te disschen, leidde by het afscheid meestal tot de stellige verzekering, dat men er méér dan genoeg van had en het „vieze krot" nooit meer zou bezoeken. Dagen lang kon Dudok van deze en derge- lijke door hem gespeelde comedies genieten. De serieuze bezoekers van Slangenvegt vonden er echter altijd een hoofsch en gast vrij onthaal. Een curiosa van de buitenplaats vormde o.m. het „kerkhof", een imitatie dcor Kees zelf vervaardigd en in een der vertrekken op gesteld. Kees placht daar, tusschen boomen en plantengroepen, zyn „gccde vrienden en be kenden fce „begraven", natuurlijk eerst né hun verscheiden. Zij kregen op hun denk beeldige laatste rustplaats een zërk met sympathiek in memoriam of crucifix en in een keurig kastje vond hun conterfeitsel een plaats. In tegenstelling met zijn broeder, den vroe ger niet minder populairen A. G. Dudok de Wit, ook wel „minister van sportzaken" ge noemd een meer mondain aangelegd man, die gaarne aan den weg timmerde en leiding gaf aan zoowat het geheele Nederlandsche sportwezen leefde Kees het leven van een rustig, weinig op den voorgrond tredend bui tenman, wiens grootste genoegen bestond in met milde hand wel te doen en leed te ver zachten. En waar dit overbodig bleek, was zün streven anderer leven zoo aangenaam mogelük te maken. Een beminnelijke eigenschap die in onze egoïstische wereld maar al te zeer gemist wordt De eerste Amsterdamsche noodverordening, waarvan er stellig nog meerdere edities ten stadhuize in bewerking zijn, is deze week over ons gekomen in den vorm van een ver hoogd tramtarief. Beduidend is deze verhooging nu wel niet, nl. van 10 op 11 cent per rit, maar zy brengt ook een verhooging van de tienritten- en schoolkaarten en de abonnementen mee. En waar de groote afstanden tusschen buiten wijken en binnenstad hier als vanzelf nood zaken tot geregeld tramgebruik, beteekent deze verhooging voor vele gezinnen een meer dere uitgaaf van 1 tot 2 per week. Het zyn alle onsympathieke, peuterige belastin gen, evenals de onbillijke dubbele belasting op de sigaretten. Een vermindering van het trampersoneel met 250 man staat na ophef fing der drie lynen en voorgenomen beper king van de diensten vrywel vast. Naar het ons wil voorkomen zal de nood maatregel in zyn uitkomst een enorm echec biyken. Het publiek staat nu reeds zóó on sympathiek tegenover het 11-centsfcarief, dat velen by wyze van protest te voet gaan. In het begin dezer week was het zelfs opvallend leeg in de trams. Met belangstelling zien we tegemoet hetgeen de „Tramcourant" over deze kwestie zal schrijven. Dit blad maakt veel studie van het Amsterdamsche tram vraagstuk, ontziet noch directie noch perso neel, wanneer er billijke klachten zijn, en is daarom in zyn beschouwingen ook van in vloed op het publiek. Onlangs maakten we reeds melding van de minder gunstige financieele, positie van de Kon. Vereeniging „Het Nederlandsch Too- neel", een omstandigheid waarin zy helaas 41 e week 188t. Woensdag 12 October zal de ambachtsschool te Middelburg met 8 leerlingen worden ge opend. «De lessen in timmeren en teekenen, in welke vakken voorloopig alleen onderricht zal worden gegeven, zyn opgedragen aan den heer Ganderheijden te Rotterdam, terwyl voor het geven van onderwijs in het smeden, zoo zich leerlingen daarvoor aanmelden, de heer Koppejan te Vlissingen benoemd is. Het gemeentebestuur heeft voor deze zaak, die geheel uit de beurs der ingezetenen is opgericht, zijn belangstelling willen toonen door het voorstel aan den Raad te doen, op de begrooting een subsidie van 100 uit te trekken. Wegens het ontbreken van een met af stekende kleur geverfde lyn rondom de stoombooten der My. „Zeeland", welke lyn den grootsten geoorloofden diepgang aanwijst, het ontbreken van den naam der onderne ming en het grootst aantal personen waar voor het schip bestemd is, heeft de rechtbank te Middelburg den directeur dier maatschappij veroordeeld tot zes geldboeten, ieder van 1. benevens in de kosten der procedure. Beroepen b\j de Ned. Herv. gemeente alhier ds. W. Briët te Voorthuizen. Van 18 October vervoerden de mailbooten 651 van en 825 passagiers naar Queen- borough. De telegrafist 2e klas J. A. Valentijn alhier is benoemd tot directeur van een der rijks- telegraafkantoren. In een te Brussel gehouden vergadering van den raad van administratie der „Société anonyme des chemins de fer économique Néerlandais" hebben de heeren J. Gerritsen te Breskens, H. G. Hammacher te Groede en L. J,j M. van Waesberghe Janssens te Hulst ontslag genomen als raden van administratie en de heer H. A. Boogaert te Middelburg als directeur. Dit ontslag is het gevolg van de maatrege len door Belgische leden van het bestuur ge nomen en waarmede de Hollandsche heeren zich niet konden vereenigen. De heer Gerritsen, burgemeester van Bres kens, heeft thans concessie aangevraagd voor den aanleg van een stoomtramweg van Bres kens langs den grooten ryksweg naar de Nederlandsche grens. niet alleen staat. Salarisvermindering bleek noodzakelijk en het personeel heeft daarin, na kort beraad, toegestemd de slecht be zette zalen spreken voor zich zelf. Het komt ons intussch^a voor, dat het ge zelschap in den stadsschouwburg al even weinig floreert als voorheen het ensemble- Verkade. Nu zyn ontegenzeggeiyk de tyden nog ongunstiger geworden, maar ernstige fi- nancieele moeilijkheden als thans beleefde het gezelschap Saalborn toch nooit in Volks vlijt. Wy hebben het vorige en dit seizoen meer malen den stadsschouwburg bezocht en het kwam ons daarby voor, dat dit mooie ge bouw eigenlyk geheel uit den tyd is. Op de hoogere, nl. de hoog gelegen rangen is de acoustiek onduldbaar slecht, het geluid der jongeren heeft bovendien niet het volume als waarover kunstenaars en kunstenaressen van een vorige generatie blijkens den schouw- burgbouw beschikten. De entreepryzen van ongeveer 1 tot 3 voor derde en vierde rangsplaatsen in de nok van het gebouw, zyn ook veel te hoog, terwijl het in hooge mate

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1931 | | pagina 2