n en bet Kind VROUW VOOR HET KIND fdpijn Kiespijn I's Poeders By Uw Drogist. graag klaver, sla, kool onz. De mijnen eten ook' en rauw gehakt. Ik n en slakken eten. Wa- 3, b.v. uit een platten aan den rand ingraaft, koud wordt, moet meii halen en in een kistje lag kunnen ze dan nog iezien deze dieren thuis land, is koulijden een het spreekt vanzelf, dat shuis moeten z(jn. jl. ms ook wel levend blij. dan in. Maar ze gaan >k hier geldt de guidm wilt dat u geschiedt", winters bij de kaohel fijngesneden koolraap at water geeft, hebt u en kind aan, en u hebt dier flink doorgroeit, wheid en laat graag Nachts zoo, dat men met een zorg zijn medespelers kan geven. En heusch, schildpadden geschiedt mijten de beesten een- in kist en veien komen hier, met gescheurde enden. Reden te meer ze te zorgen, merkwaardigs, dat ik en beleefde. 2e aten van de witte narcissen van geweest. De eene eenige uren alles uit, s weken niets willen maanden niets, woog eerst, maar ten slotte er genezen." lactie van SNHUYSEN. n een huismoeder. tterdag, 8 Augustus. end een bron van ver- tirikking. Nu eens doet lach en een volgend doodsangsten op het ;omen, dat ik me koud eluid, dat uit de keu- heeft de Huzaar weer annen te breken. Niet ien liet glippen, maar et zóó'n kracht op de leteen in gruizelemen- ur gezellig worden 1" iets tegen doen 9" ren." is even verstandig!" hij liep meteen den >k geen oplossing. Ja, dat de inventaris vel degelijk ter harte ,rts. noodige plechtigheid, llionair, niet 9" ihteiyk verwezen aan „Wel neenikMien boerWist mevrouw natuurlijk wèl. Het i De Huzaar dus niet clame een werkelijke waarde te verleenen filmkunst over de stemde en dus geen .unstfilm wordt hier ■vreemden. Hem rest nders dan een com- len zijn eigen artis- zoo bijzondere com- t filmbedrijfslechts ij kunnen probeeren niet te vergeten de voeden". osis moed, idealisme dosis op 't oogenblik jezit is Dolly Rüde- ï's werk niet, al gaf schap van. Wie kent beroemde „Potem- rlie Chaplin's „Gir erend op een koord, ezlcht in de ruimte werden over geheel eerste in een aan- en bekeken door ers.Speciaal aan ïaar huidige positie platen werden niet i door de directies (Wordt vervolgd.) te snappen. „Dan verdient je vader zeker veel geld, hè „Veul geld 9" schreeuwde De Huzaar, want ze had de waterkraan opengedraaid en het water kletterde met veel lawaai in een zinken emmer. „Mensch, hoe kom-ie er bie Hie heit op 't land ien doalder per dag Ik stemde natuurlijk toe, dat het niet „veul" was. „Ja maar Aafje", zei ik toch, „hoe betaalt je vader dan de dingen, die tel kens nieuw moeten worden aangesohaft om dat jij ze breekt 9" „Ik de dingen brieken Ik briek thuis nooit wat „O, dus dat doe je alleen maar hierPret tig is dat „Thuus hebben we ook alles van emaille „Van wat „Van emallie 't Duurde een tijdje eer het tot me door drong, dat ze emaille bedoelde. „O, maar nu begrijp ik ook hoe het komt, dat je den boel zoo neerpatst „Precies gierde De Huzaar alsof de heele kwestie haar niet aanging. „Nu, probeer er dan eens aan te denken, dat de boel hier niet van emallie is, hè ,,'t Is goed, mevrouw", zei De Huzaar. Maar sindsdien heeft ze al weer een koffie filter en een sauslepel gebroken. Zondag 9 Augustus. Met z'n allen naar Nunspeet geweest. Ma rie bleef natuurlijk thuis. Ik had een vriendin van haar laten overkomen en De Huzaar vooraf voor ze laten koker!zóodat dié twee ook een gezellig dagje hebben gehad. Ons dagje was zonder schokkende avontu ren. Bepaald om van op tem knappen. Als een zeer gelukkige en zorgelooze familie zijn we gekiekt toen we in het bosch .zaten te pic- niccen. Als de kiek goed uitvalt, sturen we naar alle Amsterdamsche kennissen een af- drukje. Toch eens opletten of m'n vriendin nen-huismoeders aan mijn gezicht kunnen zien, dat ik op dat moment net zat uit te re kenen voor hoeveel geld De Huzaar al in gru zelementen heeft gepatst. Maandag, 10 Augustus. Wat een dag Wat een dag Rustige Zondagen wreken zich. Deze weten schap zal geen mensch me meer uit het hoofd kunnen praten. Misschien zal ik wel voortaan alle Zondagen in de war schoppen om zoo'n dag als vandaag te voorkomen. Zusje is vermist geweest. Ze was met Paul- tje den tuin ingegaan en toen ik op een ge geven oogenblik Paultje alleen zag spelen en hem vroeg „Paultje waar is Zusje zei hij „Ik weet het niet, Mams „Ga haar dan eens zoeken Paultje liep om een boompje heen en ver klaarde toen, dat hij haar „nergens" kon vinden. „Zusje Zusje riep ik op het bordesje. Geen antwoord. Ik klapte in mijn handen, maar 't had geen andere uitwerking dan dat een troep vogels fladderend de lucht inschoot. Ik weet niet of het een voorgevoel was, dan wel de dreigende grauwe wolk, die aan den horizon verscheen, maar ik werd grenzenloos ongerust. Ik liep den tuin in, al maar roe pend „Zusje Zusje maar nergens klonk het heldere „Ja Mammie me tegen. Na een kwartier was de heele familie in actie, maar niemand had succes. „Had dan toch op haar geletzei vader boos. „Ja", bibberde ik gedwee en telkens verweet ik me zelf, dat ik niet op haar gelet had. „Ik waande alles zoo veilig", huilde ik half, „Veilig Den heelen dag staat het voorhek open Den heelen dag is het achterhek los „Wat denk je dan 9" „Wat ik denk? Alles denk ik! Alles kan haar overkomen zijnZe kan verdwaald we zen Ze kan het bosch zijn ingeloopen en. „Zeg het nietdacht ik smeekend. Maar hij zei het welen ze kan naar den vijver zijn gegaanHoe kun je zoo'n kind aan haar lot overlatenBen jij een moeder „Vader", zei ik moeilijk, „laten wij niet zoo.... we zijn toeh allebei ongerust Vader bromde wat en op dat moment riep Lucie „Gevonden Ze is gevonden Ze lag achter in den tuin in een kuil te slapen Ik weet eigenlijk niet goed meer wat ik toen heb gedaan. Pas een uur later leefde ik weer bewust en alles wat gebeurd was, leek me opeens zoo onwaarschijnlijk. Vader zei later„Ik meende het niet zoo. Je moet me maar vergeven wat ik tegen je heb gezegd/' „Je bedoelt toen je zeiBen jij een moe der „Stil, niet meer zeggenDat moet je ver geten, zoo gauw mogelijk. Ik kan zelf niet meer begrijpen hoe ik dat heb kunnen zeg gen. Je bént een moeder, je bent zoo'n goede moeder „Ja", zei ik alleen maar. O, ik was dankbaar en gelukkig om dit te hooren. Ik weet ook wel, dat het angst was, die vader onbillijk deed zijn. Maar 't is zoo jammer, dat juist als je elkaar het meest noodig hebt, je het verst van elkaar verwij derd bent. Dinsdag, 11 Augustus. Ik ben den heelen dag eindeloos moe. „Dat komt van gisteren", heeft Marie gezegd. „Zooiets gaat je niet in je kouë kleeren zit ten 1" Och die goeie Marie Ik kreeg opeens lust om haar eens te verwennen. Ik ging met het theeblad bij haar op het bordesje zitten en ik zei„Marie, als je nu weer goed loopen kan, moet je maar eens voor mijn kosten je moeder laten overkomendan kon ze hier best een paar daagjes blijven." Ik heb geen flauwe notie hoe vader over dit voorstel zal denken. Maar vader is als een lam na de uitbarsting van gisteren. Woensdag, 12 Augustus. Ik heb me toch vergist. Vader mag bijzon der zacht en vriendelijk zijn, een „lam" is hij geenszins. Toen ik gisteravond mijn haar schuierde, merkte ik terloops op „O ja, zeg, ik heb te gen Marie gezegd, dat ze haar moeder eens mag laten komen, dan kan die hier een paar dagen logeeren." „Wat zeg je Ik draaide opnieuw af „Ik heb tegen Ma rie gezegd, dat ze...," „Ja, dat heb ik wel gehoord. Maar waarom heb je daar mij niet eerst in betrokken Dat je goed voor Marie bent, daar heb ik natuur lijk niets tegen, maar dit vind ik toch wel zeer overdreven „Mag ze haar moeder dan niet eens zien „Maar je vergeet, dat dit mij weer ruim acht gulden aan reisgeld kost, en ik zou zoo zeggen, dat onze dienstbodekosten toch al hooger zjjn dan we heben gerekend." „Je wou toch zelf, dat er een noodhulp kwam", zei ik, tamelijk onlogisch. „Daar gaat het nu niet om. Die noodhulp was noodzakelijk." „Dit ook. Marie heeft haar moeder in geen vier weken gezien „Kom, kom, wat ben je sentimenteelMa rie is geen kind meer „Maar haar moeder is een échte moeder Ik zou het verschrikkelijk vinden als ik mijn kinderen in geen vier weken zag „Je zult je er toch later in moeten schik ken. En dat zul je ook wel kunnen, daar ben je verstandig genoeg voor. Maar dat is het niet. Je hebt aan die heele moeder van Marie natuurlijk niet gedacht. Je hebt eens extra vriendelijk willen zijn, en dat apprecieer ik ook wel in jealleen zou ik willen, dat je daarbij ook eens aan mijn portemonnaie dacht „Ik zal haar morgen dan wel zeggen, dat ze maar niet moet schrijven." „Malligheid Je weet zelf ook, dat dit nu niet meer gaat. Laat nu alles maar zoo blij ven, maar gooi je vriendelijkheden tegenover onze dienstbaren voortaan eens over een an deren boeg." Ik voelde me als een stout kind, dat een standje heeft gehad. En.ik vond het geen onverdiend standje. Donderdag, 15 Augustus. De Huzaar heeft avondverlof en nachtper missie gevraagd. „Me moeder is joarigzei ze. 't Is wel eigenaardig, dat ik dit eerst van daag heb gehoord, maar De Huzaar is niet mededeelzaam wat haar huiselijke omstan digheden betreft, en tegen een „joarige moe der" kun je per slot van rekening niets in brengen. „Neem maar wat bloemen mee uit den tuin", zei ik. „Dat zal je moeder wel gezellig vinden. En hoe laat denk je morgen in dit kasteel terug te keeren 9" „O, zeit u 't maarkwam De Huzaar ge nadig. „Nu, het verjaardagsfestijn in aanmerking genomen, zullen we dan zeggen om acht uur „O bestzei De Huzaar. „Kan ik de voa- ten loaten stoan tot morrege „Vertrek maar", zei ik. „Over die voaten ontfermen Lucie en ik ons wel." „Goarne zei De Huzaar grinnekend, en ze patste een deksel op een pan, dat de stuk ken „emallie" er afvlogen. Vrijdag, 14 Augustus. En dan praat men van die onschuldige boerendeerns 5 Ik had het kunnen denken. De Huzaar heeft ons laten zitten. Marie zegt, dat ze altijd wel geweten heeft, dat „die" ze achter haar elleboog had zitten. Acht uur géén HuzaarKwart over acht géén Huzaar „Zeker zóó laat geworden, dat ze zich heeft verslapendacht ik argeloos. Half negen géén HuzaarNegen uur, half tien, tien uur.altijd nog maar een keuken zonder Huzaar! „Als je me zegt waar ze woont, wil ik wél eens even gaan hooren", bood vader aan. „Schatdacht ik, en ik zei„Hè, wil je Een uur later kwam vader weer thuis. „En vroeg ik. „Haar moeder was natuurlijk niet jarig", vertelde hij. „Ze had zoo maar eens vrij ge vraagd, want ze verveelde zich hier 's avonds, zei ze. Ze snakte naar haar vriendinnen. Haar moeder was razend. Die had ze maar eventjes wijs gemaakt, dat wij allemaal op reis waren gegaanEerst wou haar moeder, dat ze met me mee terug ging, maar aan zoo'n onwillig nummer heb je toch niets, dacht ik. Daarom zei ik maar, dat dit niet noodig was. Ik heb haar toen maar haar loon betaald, zoodat we meteen heelemaal van haar af zijn." „En mijn bloemen vroeg ik. .Bloemen „Ja, die ik haar voor haar joarige moeder heb meegegeven „O Vader lachte, „Daarvan heeft ze ver teld, dat ze die kreeg omdat ze altijd zoo goed voor den boel zorgde." „En waarvan ze voor vier gulden gebroken heeft l" vulde ik aan. .(Wordt vervolgd.) „Rauw-kost"-recepten. Sla van wortelen en witte kool. (4 personen), Benoodigd200 250 gram wortelen, 200 gram witte kool, 4 eetlepels slaolie, 4 thee lepels citroensap, 1 theelepel Maggi's Aroma, 1 theelepel honing (niet bepaald noodig), 1 theelèpel door elkaar gehakte peterselie, prei (of ui) en dragon, desverkiezende ook 1 fijn gehakt knoflookpunfcje. Bereiding Rasp de worteltjes, die eerst zijn gesohrapt, fijn. Verdeel de kool met behulp van een komkommerschaafje in dunne snip pers, Roer voor het sausje de olie met het cl troensap, de Maggi's Aroma, de gehakte krui den en misschien ook den honing door elkaar, meng de saus door de wortelen en de kool, hetzij in twee afzonderlijke portietjes, die naast elkaar op den schotel komen te liggen, hetzij als één door elkaar geroerd geheel. Leg om een aardiger kleurenbeeld te krij gen, rondom de kool- en wortelsla nog een rand frissche kropsla-blaadjes, overgoten met een mengsel van wat olie, citroensap en Mag gi's Aroma, Hoedjes voor het herfst-seizoen. De chique hoedenzaken hebben al weer herfst-modellen in hun vitrines staan. Tot nu toe valt er niet veel nieuws te memoreeren. Naast strak sluitende kapjes en origineele baret-modellen zien we ook capelines, die ons doen afvragen of de mode hiervoor de hooge bontkragen in den winter zal laten ver dwijnen. De garneering is weer hoogst eenvoudig. We verwachten al niet anders meer. Laklint, dat eenige jaren geleden en vogue was, schijnt weer op den voorgrond te zijn getre den. Ook gevlochten fluweelen lint lijkt een nouveauté te zijn. Wat de kleuren betreft, zullen amandel- groen en rood, naast zwart, de voornaamste tinten zijn. Sla van bloemkool, tomaten en andijvie. (4 personen.) Benoodigd Ongeveer 200 gram bloemkool, 4 middelmatig groote stevige tomaten, het gele binnenste van 2 struiken andijvie, eenige lepels mayonaise, 1 eetlepel door elkaar ge hakte peterselie, selderij en prei. BereidingRasp de gewasschen bloemkool (te beginnen bij het bloemgedeelte) snijd de gewasschen tomaten met een scherp mes in dunne plakjes snipper de andijvie, wasch ze en sla ze goed droog uit. Vermeng nu öf alle drie de groenten af zonderlijk öf alles door elkaar geroerd met zooveel mayonaise als noodig is om er een samenhangende massa van te vormen schik de sla op een schotel en strooi er de gehakte groene kruiden over. Mayonaise voor „rauw-kost"-schotels. BenoodigdI eierdooier, V/2 d.L. slaolie, 1 eetlepel gezeefd citroensap, 1 theelepel Mag gi's Aroma. BereidingKlop den eierdooier met het citroensap en de Maggi's Aroma goed door elkaarschenk er onder voortdurend flink kloppen in een fijn straaltje langzamerhand de olie bij tot de saus tenslotte een dikke, glanzende massa vormt. Sla van bloemkool, tomaten en andijvie Koude ossenhaas peertjes aardappelen. Vanillevla. Vragen moeten worden gericht aan De Brievenbus dezer Courant. Anonieme brieven komen voor beantwoording niet in aanmer king. Mej. M. te VI. De ijsvlekken kunt u weg maken door wrijven met benzine of tetra. Bij crêpe de chine moet u wrijven aan den aoh- terkant. Vooral niet te nat maken, anders ontstaan er kringenDenkt u er aan met benzine heel voorzichtig te zijn en deze vloei stof niet in de nabijheid van vuur te gebrui ken Mevr. P. van W. te VI. Patronen voor gehaakte hoedjes en mutsjes, benevens voor pull-overs hebben we al verscheiden malen gegeven, 't Is jammer, dat u dergelijke stuk jes niet uitknipt en bewaart, zooals zoovele dames doen. Deze patronen nog eens te her halen, wordt voor andere lezeressen wel wat vervelend. We zullen nu de kranten, waarin ze hebben gestaan, opzoeken en ze u toestu ren. Graag een beetje geduld, alsublieft Een heerlijke zomervaeantie. 7. Leiden kwam in zicht en moeder trok haar mantel weer aan. Het station was eivol en de reizigers, die om naar buiten te komen een trap op moesten, konden slechts voetje voor voetje vooruit komen. Daan vreesde al, dat al die menschen met de tram naar Noordwijk moesten, maar gelukkig bleek dit niet het geval te zijn. Wel kwamen alle wa gens vol, maar ze konden toch rustig zitten, dicht bij het raam, wat een gelukje was, want o wat was dat een mooie rit van Leiden naar NoordwijkVooral toen ze de plaats van be stemming naderden. „Net Zwitserlandriep Daan. Hij was natuurlijk nooit in Zwitserland geweest, maar hii wist toch wel, dat het er erg bergachtig was. En hier, in de buurt van Noordwijk, was het óók bergachtig. Of bergachtig.... Neen, dat was het goede woord niet. Duinachtig was het. Overal zag je duinen en op bijna ieder duin stond een huis. „Als je goed kijkt," zei moeder, „kun je van hier De Zonnehoek zien." „Waar dan Waar dan, moeder „Kijk, tusschen dat witte huis en dat gele koepeldak in." 't Duurde lang eer ze het ontdekten. Miek was de eerste, die het zag. „Ja Ja Daar Met dat roode en groene luikje, Moes „Juist," zei moeder. „Jongens, zien jullie het ook 9" Ja, eindelijk zagen de jongens hét ook. „Er staat een vlag op het dakriep Luuk. „Waarom is dat nou 9" „Ter eere van ons lachte Daan. Maar moeder zei„In zoo'n buurt met pensions, zooals die hier in Noordwijk is, wil dat zeggen, dat men in z'n huis al .gasten heeft. Bij den eersten gast, die komt, wordt de vlag uitgestoken en bij den laatsten, die vertrekt, wordt hij weer ingehaald. Kijk, dit is Noordwijk-binnen. Dit is het dorp, waar jullie vaak genoeg zullen komen, denk ik. Kijk eens wat een aardige winkels Nu zijn we er gauw. Miek, zet je hoed vast op. En Daan, stop je veter in je sohoen, die is er uitgepiept." De tram maakte een bocht en hield toen knersend stil. „Noordwijk Noordwijk Noordwijk riep de conducteur. De tram liep leeg en met een beetje bon zend hart schuifelden Luuk, Miek en Daan achter moeder naar buiten. „O neen maar, kijk eens, daar staat wa rempel tante Annie op ons te wachten l" riep moeder eensklaps verrast. „Daar zijn ze klonk meteen een prettige stem, waarop een juichend „Hoeravolgde uit wel zes, zeven frissche kelen. De nieuwaangekomenen vielen van de eene verrassing in de andere. Eerst ontdekten ze tante Annie, die met uitgestoken handen op ze toeliep en daarna een troepje jongens en meisjes, die „Hoerariepen en zwaaiden met handen en zakdoeken. Moeder stelde haar „jongens" aan tante Annie voor, en tante Annie, op haar beurt, stelde ze weer aan haar troepje voor en voegde er aan toe „En vertellen jullie aan Luuk en Daan en Miek zelf maar eens hoe jullie heeten." „Ik heet Paul van Velsen „En ik Sjoerd, Sjoerd van Duren." „Ik ben Kitty." „Ik Loek Harskamp." „Ik ben Hans en hij is Tom Klinkenberg". „Zeg, ik kan heusch zelf wel zeggen hoe ik heet, hoor. Thomas Klinkenberg om jullie te dienen, jongelui, 2e klas H. B. S.-er in Rot terdam." „Dito, dito met een sterretje," zei een an dere groote jongen. „Maar ik luister naar den naam van Guido Eerburg, oftewel Tonnetje, omdat ik zoo dik ben." „Twaalf boterhammen eet hij 's middags," vertelde Loekie. „Maar als hij niet op allemaal iets krijgt, worden het er acht of negen," wist Kitty. „Maar acht of negen spotte Paul. Luuk, Daan en Miek keken met schitteren de oogen het kringetje rond. „Wat een leuke makkersdachten ze. En wat zagen ze al lemaal al bruin J De meisjes hadden dunne, fleurige jurken aan en de jongens luchtige linnen pakken. Geen van allen droeg kousen. Ze hadden allemaal de bloote voeten in san dalen gestoken. „Heerlijk om zoo te loopen," dacht Miek. Ze hoopte maar, dat de koffers op De Zonnehoek waren aangekomen en ze zich dadelijk konden verkleeden. 't Was een heele optocht, die van de tram halte de duinen introk. Luuk, Miek en Daan keken wel een beetje raar op. Ze hadden zich voorgesteld, dat ze het eene duin op, het an dere af moesten klauteren met zware stappen stappen door het mulle zand. Maar niets van dat alles. Ze gingen over een mooien effen straatweg, die echter vrij sterk omhoog liep. Aan weerszoden, de een wat hooger, de ander wat lager gelegen, waren villa's, meestal om ringd door dennenboomen. „Hè, ik dacht, dat die boomen alleen maar in bosschen waren te vinden en op heigrond en zoo," zei Luuk tot den jongen, die naast hem liep en zich als Paul van Velsen had be kend gemaakt. „Heb ik ook eerst gedacht," was het ant woord. „Maar 't is niet zoo. Maar ze zijn tooh lang niet zoo mooi als die in, de bosschen staan, 't Is hier te warm, zegt tante Annie. K\jk eens hoe verbrand ik al ben't Is aan zee compleet een bakkersoven Maar met je badpak aan vind je dat wel fijn. Hebben jul lie ook een badpak bü je 9" „Kijk Kijk riep Kitty. „Daar heb Je het huis l" „Waar Alle vingers wezen opeens één richting uit en nu zagen Luuk, Miek en Daan boven op een hoog duin een vriendelijk wit huis mot roode en groene luikjes. Op het nokje van het dak wapperde een vlag, waarop met groote letters „De Zonnehoek" stond. Een lange steenen trap leidde naar boven. „Pas op de treetjes waarschuwde tante An nie, want de nieuwelingetjes keken op naar het huis, waarin ze vijf lange weken zouden wonen. De serredeuren stonden open. De frisch gebloemde gordijntjes woeien even naar bui ten. De vuurroode geraniums gloeiden in de vensterbanken, en daarachter zagen de nieuw-aangekomenen gezellige rieten stoeltjes met fleurige kussens en een paar tafeltjes met bloemen er op. Maar gelegenheid om al les goed en rustig in zich op te nemen, had" den ze niet, want opeens klonk er uit de ka mer achter de serre pianospel en begon, op de wijs van „De paden op, de lanen in.,,.", een heldere stem te zingen „Wees welkom hier Wees welkom hier In ons vacantiehuis Je voelt je er, geloof het maar, Volkomen daad'lijk thuis Wij houden van veel pret en zonneschijn, Van vreugd en blijden lach Wij jubelen van groot tot klein Den gansohen lieven dag 1 Wij wenschen je veel plezier Wij wenschen je veel plezier Wees welkom, welkom hier 1" Ongemerkt gaf tante Annie haar jongens en meisjes een wenk, en toen de piano op nieuw inzette, daverde het uit zeven frissche, krachtige kelen, zoodat het schalde over de duinen „Wees welkom hier Wees welkom hier l In ons vacantiehuis Je voelt je er, geloof het maar, Volkomen daad'lijk thuis...." De Berkemaatjes straalden. Miek had een dik gevoel in haai* keel. Ze had kunnen hui len en lachen tegelijk, allemaal van vreugde. En moeder drukte tante Annie zwijgend de hand. Ze was zoo dankbaar voor deze heer lijke ontvangst „En dit is nu tante Wim, mijn trouwe helpster," zei tante Annie toen een dame met uitgestoken handen de serre inkwam. „Die ons met zoo'n hartelijk welkom heeft verrast," vulde moeder aan. „Dank u wel, tante Wim. U had mij en m'n jongens geen grooter genoegen kunnen doen." „Tante Annie, mogen we nog naar t strand 9" vroeg Kitty. „Weineen. Over een half uur gaan we aan tafel. Gaan jullie zoolang nog maar den tuin in en er wat spelen of lezen. Luuk, Daan en Miek.... heb ik het goed onthouden? Ja, hè willen jullie ook naar buiten of blij-» ven jullie liever nog bij moeder? Wij gaan in de serre een kopje koffie drinken. Jullie lusten zeker wel een bekertje karnemelk, is 't niet De Berkemaatjes keken moeder eens aan. Deze knikte ze toe. „Gaan Jullie maar naar buiten. Als ik straks dan wegga, weet ik ten minste al, dat jullie met je nieuwe huisge- nooten vriendschap hebben gesloten." (Wordt vervolgd.) Een poppen-schommel. „Schommelen, schommelen, Heen en weer. Hooger, hooger lederen keer..,," Dit mooie liedje kan straks het popje uit je poppenhuis zingen. Maar eerst moet je een schommel maken. Dat is gauw gedaan, hoor. Neem eens het deksel van een oude doos en knip er den rand af. Vouw dan het stuk, dat overblijft, een keer dubbel. Knip uit elke zijde een vierkant, zoodat je twee raampjes over houdt. Hiertusschen zweeft de schommel dan heen en weer. De schommel is niets anders dan een leeg lucifersdoosje. Hieraan maak je vier draadjes vast, één op ,elken hoek. Het andere einde van die draadjes knoop je aan het bovenste reepje karton, zoodat de schommel tusschen de raampjes komt te hangen. O wat zal het poppenkindje gelukkig zijn Zomer. De lieve zomer is in 't land En ieder is nu blij. De zon schijnt bijna eiken dag En groen is heel de wei De bloempjes stralen in het gras, Er zijn er o zoo veel Er is een bonte mengeling Van wit, blauw, rood en geel Wij gaan nu vaak naar buiten toe, Daar is het toch zoo fijn l Wij zingen, spelen, dartelen Al in den zonneschijn. Des avonds gaan wij, warm en moe Van zulk een dag naar bed. De bloempjes op de vensterbank Vertellen van de pret l

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1931 | | pagina 7