n en bet Kind
VROUW
VOOR HET KIND
fdpijn
Kiespijn
I's Poeders
By Uw Drogist.
graag klaver, sla, kool
onz. De mijnen eten ook'
en rauw gehakt. Ik
n en slakken eten. Wa-
3, b.v. uit een platten
aan den rand ingraaft,
koud wordt, moet meii
halen en in een kistje
lag kunnen ze dan nog
iezien deze dieren thuis
land, is koulijden een
het spreekt vanzelf, dat
shuis moeten z(jn. jl.
ms ook wel levend blij.
dan in. Maar ze gaan
>k hier geldt de guidm
wilt dat u geschiedt",
winters bij de kaohel
fijngesneden koolraap
at water geeft, hebt u
en kind aan, en u hebt
dier flink doorgroeit,
wheid en laat graag
Nachts
zoo, dat men met een
zorg zijn medespelers
kan geven. En heusch,
schildpadden geschiedt
mijten de beesten een-
in kist en veien komen
hier, met gescheurde
enden. Reden te meer
ze te zorgen,
merkwaardigs, dat ik
en beleefde. 2e aten
van de witte narcissen
van geweest. De eene
eenige uren alles uit,
s weken niets willen
maanden niets, woog
eerst, maar ten slotte
er genezen."
lactie van
SNHUYSEN.
n een huismoeder.
tterdag, 8 Augustus.
end een bron van ver-
tirikking. Nu eens doet
lach en een volgend
doodsangsten op het
;omen, dat ik me koud
eluid, dat uit de keu-
heeft de Huzaar weer
annen te breken. Niet
ien liet glippen, maar
et zóó'n kracht op de
leteen in gruizelemen-
ur gezellig worden 1"
iets tegen doen 9"
ren."
is even verstandig!"
hij liep meteen den
>k geen oplossing. Ja,
dat de inventaris
vel degelijk ter harte
,rts.
noodige plechtigheid,
llionair, niet 9"
ihteiyk verwezen aan
„Wel neenikMien
boerWist mevrouw
natuurlijk wèl. Het
i De Huzaar dus niet
clame een werkelijke
waarde te verleenen
filmkunst over de
stemde en dus geen
.unstfilm wordt hier
■vreemden. Hem rest
nders dan een com-
len zijn eigen artis-
zoo bijzondere com-
t filmbedrijfslechts
ij kunnen probeeren
niet te vergeten de
voeden".
osis moed, idealisme
dosis op 't oogenblik
jezit is Dolly Rüde-
ï's werk niet, al gaf
schap van. Wie kent
beroemde „Potem-
rlie Chaplin's „Gir
erend op een koord,
ezlcht in de ruimte
werden over geheel
eerste in een aan-
en bekeken door
ers.Speciaal aan
ïaar huidige positie
platen werden niet
i door de directies
(Wordt vervolgd.)
te snappen. „Dan verdient je vader zeker veel
geld, hè
„Veul geld 9" schreeuwde De Huzaar, want
ze had de waterkraan opengedraaid en het
water kletterde met veel lawaai in een zinken
emmer. „Mensch, hoe kom-ie er bie Hie heit
op 't land ien doalder per dag
Ik stemde natuurlijk toe, dat het niet
„veul" was. „Ja maar Aafje", zei ik toch,
„hoe betaalt je vader dan de dingen, die tel
kens nieuw moeten worden aangesohaft om
dat jij ze breekt 9"
„Ik de dingen brieken Ik briek thuis nooit
wat
„O, dus dat doe je alleen maar hierPret
tig is dat
„Thuus hebben we ook alles van emaille
„Van wat
„Van emallie
't Duurde een tijdje eer het tot me door
drong, dat ze emaille bedoelde.
„O, maar nu begrijp ik ook hoe het komt,
dat je den boel zoo neerpatst
„Precies gierde De Huzaar alsof de heele
kwestie haar niet aanging.
„Nu, probeer er dan eens aan te denken,
dat de boel hier niet van emallie is, hè
,,'t Is goed, mevrouw", zei De Huzaar.
Maar sindsdien heeft ze al weer een koffie
filter en een sauslepel gebroken.
Zondag 9 Augustus.
Met z'n allen naar Nunspeet geweest. Ma
rie bleef natuurlijk thuis. Ik had een vriendin
van haar laten overkomen en De Huzaar
vooraf voor ze laten koker!zóodat dié twee
ook een gezellig dagje hebben gehad.
Ons dagje was zonder schokkende avontu
ren. Bepaald om van op tem knappen. Als een
zeer gelukkige en zorgelooze familie zijn we
gekiekt toen we in het bosch .zaten te pic-
niccen. Als de kiek goed uitvalt, sturen we
naar alle Amsterdamsche kennissen een af-
drukje. Toch eens opletten of m'n vriendin
nen-huismoeders aan mijn gezicht kunnen
zien, dat ik op dat moment net zat uit te re
kenen voor hoeveel geld De Huzaar al in gru
zelementen heeft gepatst.
Maandag, 10 Augustus.
Wat een dag Wat een dag
Rustige Zondagen wreken zich. Deze weten
schap zal geen mensch me meer uit het hoofd
kunnen praten. Misschien zal ik wel voortaan
alle Zondagen in de war schoppen om zoo'n
dag als vandaag te voorkomen.
Zusje is vermist geweest. Ze was met Paul-
tje den tuin ingegaan en toen ik op een ge
geven oogenblik Paultje alleen zag spelen en
hem vroeg „Paultje waar is Zusje zei hij
„Ik weet het niet, Mams
„Ga haar dan eens zoeken
Paultje liep om een boompje heen en ver
klaarde toen, dat hij haar „nergens" kon
vinden.
„Zusje Zusje riep ik op het bordesje.
Geen antwoord.
Ik klapte in mijn handen, maar 't had geen
andere uitwerking dan dat een troep vogels
fladderend de lucht inschoot.
Ik weet niet of het een voorgevoel was, dan
wel de dreigende grauwe wolk, die aan den
horizon verscheen, maar ik werd grenzenloos
ongerust. Ik liep den tuin in, al maar roe
pend „Zusje Zusje maar nergens klonk
het heldere „Ja Mammie me tegen.
Na een kwartier was de heele familie in
actie, maar niemand had succes.
„Had dan toch op haar geletzei vader
boos.
„Ja", bibberde ik gedwee en telkens verweet
ik me zelf, dat ik niet op haar gelet had. „Ik
waande alles zoo veilig", huilde ik half,
„Veilig Den heelen dag staat het voorhek
open Den heelen dag is het achterhek los
„Wat denk je dan 9"
„Wat ik denk? Alles denk ik! Alles kan
haar overkomen zijnZe kan verdwaald we
zen Ze kan het bosch zijn ingeloopen en.
„Zeg het nietdacht ik smeekend.
Maar hij zei het welen ze kan naar
den vijver zijn gegaanHoe kun je zoo'n
kind aan haar lot overlatenBen jij een
moeder
„Vader", zei ik moeilijk, „laten wij niet
zoo.... we zijn toeh allebei ongerust
Vader bromde wat en op dat moment riep
Lucie „Gevonden Ze is gevonden Ze lag
achter in den tuin in een kuil te slapen
Ik weet eigenlijk niet goed meer wat ik
toen heb gedaan. Pas een uur later leefde ik
weer bewust en alles wat gebeurd was, leek
me opeens zoo onwaarschijnlijk.
Vader zei later„Ik meende het niet zoo.
Je moet me maar vergeven wat ik tegen je
heb gezegd/'
„Je bedoelt toen je zeiBen jij een moe
der
„Stil, niet meer zeggenDat moet je ver
geten, zoo gauw mogelijk. Ik kan zelf niet
meer begrijpen hoe ik dat heb kunnen zeg
gen. Je bént een moeder, je bent zoo'n goede
moeder
„Ja", zei ik alleen maar.
O, ik was dankbaar en gelukkig om dit te
hooren. Ik weet ook wel, dat het angst was,
die vader onbillijk deed zijn. Maar 't is zoo
jammer, dat juist als je elkaar het meest
noodig hebt, je het verst van elkaar verwij
derd bent.
Dinsdag, 11 Augustus.
Ik ben den heelen dag eindeloos moe. „Dat
komt van gisteren", heeft Marie gezegd.
„Zooiets gaat je niet in je kouë kleeren zit
ten 1"
Och die goeie Marie Ik kreeg opeens lust
om haar eens te verwennen. Ik ging met het
theeblad bij haar op het bordesje zitten en
ik zei„Marie, als je nu weer goed loopen
kan, moet je maar eens voor mijn kosten je
moeder laten overkomendan kon ze hier
best een paar daagjes blijven."
Ik heb geen flauwe notie hoe vader over
dit voorstel zal denken. Maar vader is als een
lam na de uitbarsting van gisteren.
Woensdag, 12 Augustus.
Ik heb me toch vergist. Vader mag bijzon
der zacht en vriendelijk zijn, een „lam" is hij
geenszins.
Toen ik gisteravond mijn haar schuierde,
merkte ik terloops op „O ja, zeg, ik heb te
gen Marie gezegd, dat ze haar moeder eens
mag laten komen, dan kan die hier een paar
dagen logeeren."
„Wat zeg je
Ik draaide opnieuw af „Ik heb tegen Ma
rie gezegd, dat ze...,"
„Ja, dat heb ik wel gehoord. Maar waarom
heb je daar mij niet eerst in betrokken Dat
je goed voor Marie bent, daar heb ik natuur
lijk niets tegen, maar dit vind ik toch wel
zeer overdreven
„Mag ze haar moeder dan niet eens zien
„Maar je vergeet, dat dit mij weer ruim
acht gulden aan reisgeld kost, en ik zou zoo
zeggen, dat onze dienstbodekosten toch al
hooger zjjn dan we heben gerekend."
„Je wou toch zelf, dat er een noodhulp
kwam", zei ik, tamelijk onlogisch.
„Daar gaat het nu niet om. Die noodhulp
was noodzakelijk."
„Dit ook. Marie heeft haar moeder in geen
vier weken gezien
„Kom, kom, wat ben je sentimenteelMa
rie is geen kind meer
„Maar haar moeder is een échte moeder
Ik zou het verschrikkelijk vinden als ik mijn
kinderen in geen vier weken zag
„Je zult je er toch later in moeten schik
ken. En dat zul je ook wel kunnen, daar ben
je verstandig genoeg voor. Maar dat is het
niet. Je hebt aan die heele moeder van Marie
natuurlijk niet gedacht. Je hebt eens extra
vriendelijk willen zijn, en dat apprecieer ik
ook wel in jealleen zou ik willen, dat je
daarbij ook eens aan mijn portemonnaie
dacht
„Ik zal haar morgen dan wel zeggen, dat
ze maar niet moet schrijven."
„Malligheid Je weet zelf ook, dat dit nu
niet meer gaat. Laat nu alles maar zoo blij
ven, maar gooi je vriendelijkheden tegenover
onze dienstbaren voortaan eens over een an
deren boeg."
Ik voelde me als een stout kind, dat een
standje heeft gehad. En.ik vond het geen
onverdiend standje.
Donderdag, 15 Augustus.
De Huzaar heeft avondverlof en nachtper
missie gevraagd. „Me moeder is joarigzei
ze. 't Is wel eigenaardig, dat ik dit eerst van
daag heb gehoord, maar De Huzaar is niet
mededeelzaam wat haar huiselijke omstan
digheden betreft, en tegen een „joarige moe
der" kun je per slot van rekening niets in
brengen.
„Neem maar wat bloemen mee uit den
tuin", zei ik. „Dat zal je moeder wel gezellig
vinden. En hoe laat denk je morgen in dit
kasteel terug te keeren 9"
„O, zeit u 't maarkwam De Huzaar ge
nadig.
„Nu, het verjaardagsfestijn in aanmerking
genomen, zullen we dan zeggen om acht
uur
„O bestzei De Huzaar. „Kan ik de voa-
ten loaten stoan tot morrege
„Vertrek maar", zei ik. „Over die voaten
ontfermen Lucie en ik ons wel."
„Goarne zei De Huzaar grinnekend, en
ze patste een deksel op een pan, dat de stuk
ken „emallie" er afvlogen.
Vrijdag, 14 Augustus.
En dan praat men van die onschuldige
boerendeerns 5
Ik had het kunnen denken. De Huzaar
heeft ons laten zitten. Marie zegt, dat ze
altijd wel geweten heeft, dat „die" ze achter
haar elleboog had zitten.
Acht uur géén HuzaarKwart over acht
géén Huzaar „Zeker zóó laat geworden, dat
ze zich heeft verslapendacht ik argeloos.
Half negen géén HuzaarNegen uur, half
tien, tien uur.altijd nog maar een keuken
zonder Huzaar!
„Als je me zegt waar ze woont, wil ik wél
eens even gaan hooren", bood vader aan.
„Schatdacht ik, en ik zei„Hè, wil je
Een uur later kwam vader weer thuis.
„En vroeg ik.
„Haar moeder was natuurlijk niet jarig",
vertelde hij. „Ze had zoo maar eens vrij ge
vraagd, want ze verveelde zich hier 's avonds,
zei ze. Ze snakte naar haar vriendinnen.
Haar moeder was razend. Die had ze maar
eventjes wijs gemaakt, dat wij allemaal op
reis waren gegaanEerst wou haar moeder,
dat ze met me mee terug ging, maar aan
zoo'n onwillig nummer heb je toch niets,
dacht ik. Daarom zei ik maar, dat dit niet
noodig was. Ik heb haar toen maar haar loon
betaald, zoodat we meteen heelemaal van
haar af zijn."
„En mijn bloemen vroeg ik.
.Bloemen
„Ja, die ik haar voor haar joarige moeder
heb meegegeven
„O Vader lachte, „Daarvan heeft ze ver
teld, dat ze die kreeg omdat ze altijd zoo goed
voor den boel zorgde."
„En waarvan ze voor vier gulden gebroken
heeft l" vulde ik aan.
.(Wordt vervolgd.)
„Rauw-kost"-recepten.
Sla van wortelen en witte kool.
(4 personen),
Benoodigd200 250 gram wortelen, 200
gram witte kool, 4 eetlepels slaolie, 4 thee
lepels citroensap, 1 theelepel Maggi's Aroma,
1 theelepel honing (niet bepaald noodig), 1
theelèpel door elkaar gehakte peterselie, prei
(of ui) en dragon, desverkiezende ook 1 fijn
gehakt knoflookpunfcje.
Bereiding Rasp de worteltjes, die eerst zijn
gesohrapt, fijn. Verdeel de kool met behulp
van een komkommerschaafje in dunne snip
pers, Roer voor het sausje de olie met het cl
troensap, de Maggi's Aroma, de gehakte krui
den en misschien ook den honing door elkaar,
meng de saus door de wortelen en de kool,
hetzij in twee afzonderlijke portietjes, die
naast elkaar op den schotel komen te liggen,
hetzij als één door elkaar geroerd geheel.
Leg om een aardiger kleurenbeeld te krij
gen, rondom de kool- en wortelsla nog een
rand frissche kropsla-blaadjes, overgoten met
een mengsel van wat olie, citroensap en Mag
gi's Aroma,
Hoedjes voor het herfst-seizoen.
De chique hoedenzaken hebben al weer
herfst-modellen in hun vitrines staan. Tot nu
toe valt er niet veel nieuws te memoreeren.
Naast strak sluitende kapjes en origineele
baret-modellen zien we ook capelines, die ons
doen afvragen of de mode hiervoor de hooge
bontkragen in den winter zal laten ver
dwijnen.
De garneering is weer hoogst eenvoudig.
We verwachten al niet anders meer. Laklint,
dat eenige jaren geleden en vogue was,
schijnt weer op den voorgrond te zijn getre
den. Ook gevlochten fluweelen lint lijkt een
nouveauté te zijn.
Wat de kleuren betreft, zullen amandel-
groen en rood, naast zwart, de voornaamste
tinten zijn.
Sla van bloemkool, tomaten en
andijvie. (4 personen.)
Benoodigd Ongeveer 200 gram bloemkool,
4 middelmatig groote stevige tomaten, het
gele binnenste van 2 struiken andijvie, eenige
lepels mayonaise, 1 eetlepel door elkaar ge
hakte peterselie, selderij en prei.
BereidingRasp de gewasschen bloemkool
(te beginnen bij het bloemgedeelte) snijd de
gewasschen tomaten met een scherp mes in
dunne plakjes snipper de andijvie, wasch
ze en sla ze goed droog uit.
Vermeng nu öf alle drie de groenten af
zonderlijk öf alles door elkaar geroerd met
zooveel mayonaise als noodig is om er een
samenhangende massa van te vormen schik
de sla op een schotel en strooi er de gehakte
groene kruiden over.
Mayonaise voor „rauw-kost"-schotels.
BenoodigdI eierdooier, V/2 d.L. slaolie, 1
eetlepel gezeefd citroensap, 1 theelepel Mag
gi's Aroma.
BereidingKlop den eierdooier met het
citroensap en de Maggi's Aroma goed door
elkaarschenk er onder voortdurend flink
kloppen in een fijn straaltje langzamerhand
de olie bij tot de saus tenslotte een dikke,
glanzende massa vormt.
Sla van bloemkool, tomaten en andijvie
Koude ossenhaas peertjes aardappelen.
Vanillevla.
Vragen moeten worden gericht aan De
Brievenbus dezer Courant. Anonieme brieven
komen voor beantwoording niet in aanmer
king.
Mej. M. te VI. De ijsvlekken kunt u weg
maken door wrijven met benzine of tetra. Bij
crêpe de chine moet u wrijven aan den aoh-
terkant. Vooral niet te nat maken, anders
ontstaan er kringenDenkt u er aan met
benzine heel voorzichtig te zijn en deze vloei
stof niet in de nabijheid van vuur te gebrui
ken
Mevr. P. van W. te VI. Patronen voor
gehaakte hoedjes en mutsjes, benevens voor
pull-overs hebben we al verscheiden malen
gegeven, 't Is jammer, dat u dergelijke stuk
jes niet uitknipt en bewaart, zooals zoovele
dames doen. Deze patronen nog eens te her
halen, wordt voor andere lezeressen wel wat
vervelend. We zullen nu de kranten, waarin
ze hebben gestaan, opzoeken en ze u toestu
ren. Graag een beetje geduld, alsublieft
Een heerlijke zomervaeantie.
7.
Leiden kwam in zicht en moeder trok haar
mantel weer aan. Het station was eivol en
de reizigers, die om naar buiten te komen
een trap op moesten, konden slechts voetje
voor voetje vooruit komen. Daan vreesde al,
dat al die menschen met de tram naar
Noordwijk moesten, maar gelukkig bleek dit
niet het geval te zijn. Wel kwamen alle wa
gens vol, maar ze konden toch rustig zitten,
dicht bij het raam, wat een gelukje was, want
o wat was dat een mooie rit van Leiden naar
NoordwijkVooral toen ze de plaats van be
stemming naderden.
„Net Zwitserlandriep Daan. Hij was
natuurlijk nooit in Zwitserland geweest, maar
hii wist toch wel, dat het er erg bergachtig
was. En hier, in de buurt van Noordwijk, was
het óók bergachtig. Of bergachtig.... Neen,
dat was het goede woord niet. Duinachtig
was het. Overal zag je duinen en op bijna
ieder duin stond een huis.
„Als je goed kijkt," zei moeder, „kun je van
hier De Zonnehoek zien."
„Waar dan Waar dan, moeder
„Kijk, tusschen dat witte huis en dat gele
koepeldak in."
't Duurde lang eer ze het ontdekten. Miek
was de eerste, die het zag. „Ja Ja Daar
Met dat roode en groene luikje, Moes
„Juist," zei moeder. „Jongens, zien jullie
het ook 9"
Ja, eindelijk zagen de jongens hét ook. „Er
staat een vlag op het dakriep Luuk.
„Waarom is dat nou 9"
„Ter eere van ons lachte Daan.
Maar moeder zei„In zoo'n buurt met
pensions, zooals die hier in Noordwijk is, wil
dat zeggen, dat men in z'n huis al .gasten
heeft. Bij den eersten gast, die komt, wordt
de vlag uitgestoken en bij den laatsten, die
vertrekt, wordt hij weer ingehaald. Kijk, dit
is Noordwijk-binnen. Dit is het dorp, waar
jullie vaak genoeg zullen komen, denk ik.
Kijk eens wat een aardige winkels Nu zijn
we er gauw. Miek, zet je hoed vast op. En
Daan, stop je veter in je sohoen, die is er
uitgepiept."
De tram maakte een bocht en hield toen
knersend stil.
„Noordwijk Noordwijk Noordwijk riep
de conducteur.
De tram liep leeg en met een beetje bon
zend hart schuifelden Luuk, Miek en Daan
achter moeder naar buiten.
„O neen maar, kijk eens, daar staat wa
rempel tante Annie op ons te wachten l" riep
moeder eensklaps verrast.
„Daar zijn ze klonk meteen een prettige
stem, waarop een juichend „Hoeravolgde
uit wel zes, zeven frissche kelen.
De nieuwaangekomenen vielen van de eene
verrassing in de andere. Eerst ontdekten ze
tante Annie, die met uitgestoken handen op
ze toeliep en daarna een troepje jongens en
meisjes, die „Hoerariepen en zwaaiden
met handen en zakdoeken.
Moeder stelde haar „jongens" aan tante
Annie voor, en tante Annie, op haar beurt,
stelde ze weer aan haar troepje voor en
voegde er aan toe „En vertellen jullie aan
Luuk en Daan en Miek zelf maar eens hoe
jullie heeten."
„Ik heet Paul van Velsen
„En ik Sjoerd, Sjoerd van Duren."
„Ik ben Kitty."
„Ik Loek Harskamp."
„Ik ben Hans en hij is Tom Klinkenberg".
„Zeg, ik kan heusch zelf wel zeggen hoe ik
heet, hoor. Thomas Klinkenberg om jullie te
dienen, jongelui, 2e klas H. B. S.-er in Rot
terdam."
„Dito, dito met een sterretje," zei een an
dere groote jongen. „Maar ik luister naar den
naam van Guido Eerburg, oftewel Tonnetje,
omdat ik zoo dik ben."
„Twaalf boterhammen eet hij 's middags,"
vertelde Loekie.
„Maar als hij niet op allemaal iets krijgt,
worden het er acht of negen," wist Kitty.
„Maar acht of negen spotte Paul.
Luuk, Daan en Miek keken met schitteren
de oogen het kringetje rond. „Wat een leuke
makkersdachten ze. En wat zagen ze al
lemaal al bruin J De meisjes hadden dunne,
fleurige jurken aan en de jongens luchtige
linnen pakken. Geen van allen droeg kousen.
Ze hadden allemaal de bloote voeten in san
dalen gestoken. „Heerlijk om zoo te loopen,"
dacht Miek. Ze hoopte maar, dat de koffers
op De Zonnehoek waren aangekomen en ze
zich dadelijk konden verkleeden.
't Was een heele optocht, die van de tram
halte de duinen introk. Luuk, Miek en Daan
keken wel een beetje raar op. Ze hadden zich
voorgesteld, dat ze het eene duin op, het an
dere af moesten klauteren met zware stappen
stappen door het mulle zand. Maar niets van
dat alles. Ze gingen over een mooien effen
straatweg, die echter vrij sterk omhoog liep.
Aan weerszoden, de een wat hooger, de ander
wat lager gelegen, waren villa's, meestal om
ringd door dennenboomen.
„Hè, ik dacht, dat die boomen alleen maar
in bosschen waren te vinden en op heigrond
en zoo," zei Luuk tot den jongen, die naast
hem liep en zich als Paul van Velsen had be
kend gemaakt.
„Heb ik ook eerst gedacht," was het ant
woord. „Maar 't is niet zoo. Maar ze zijn tooh
lang niet zoo mooi als die in, de bosschen
staan, 't Is hier te warm, zegt tante Annie.
K\jk eens hoe verbrand ik al ben't Is aan
zee compleet een bakkersoven Maar met je
badpak aan vind je dat wel fijn. Hebben jul
lie ook een badpak bü je 9"
„Kijk Kijk riep Kitty. „Daar heb Je het
huis l"
„Waar
Alle vingers wezen opeens één richting uit
en nu zagen Luuk, Miek en Daan boven op
een hoog duin een vriendelijk wit huis mot
roode en groene luikjes. Op het nokje van
het dak wapperde een vlag, waarop met
groote letters „De Zonnehoek" stond.
Een lange steenen trap leidde naar boven.
„Pas op de treetjes waarschuwde tante An
nie, want de nieuwelingetjes keken op naar
het huis, waarin ze vijf lange weken zouden
wonen.
De serredeuren stonden open. De frisch
gebloemde gordijntjes woeien even naar bui
ten. De vuurroode geraniums gloeiden in de
vensterbanken, en daarachter zagen de
nieuw-aangekomenen gezellige rieten stoeltjes
met fleurige kussens en een paar tafeltjes
met bloemen er op. Maar gelegenheid om al
les goed en rustig in zich op te nemen, had"
den ze niet, want opeens klonk er uit de ka
mer achter de serre pianospel en begon, op
de wijs van „De paden op, de lanen in.,,.",
een heldere stem te zingen
„Wees welkom hier Wees welkom hier
In ons vacantiehuis
Je voelt je er, geloof het maar,
Volkomen daad'lijk thuis
Wij houden van veel pret en zonneschijn,
Van vreugd en blijden lach
Wij jubelen van groot tot klein
Den gansohen lieven dag 1
Wij wenschen je veel plezier
Wij wenschen je veel plezier
Wees welkom, welkom hier 1"
Ongemerkt gaf tante Annie haar jongens
en meisjes een wenk, en toen de piano op
nieuw inzette, daverde het uit zeven frissche,
krachtige kelen, zoodat het schalde over de
duinen
„Wees welkom hier Wees welkom hier l
In ons vacantiehuis
Je voelt je er, geloof het maar,
Volkomen daad'lijk thuis...."
De Berkemaatjes straalden. Miek had een
dik gevoel in haai* keel. Ze had kunnen hui
len en lachen tegelijk, allemaal van vreugde.
En moeder drukte tante Annie zwijgend de
hand. Ze was zoo dankbaar voor deze heer
lijke ontvangst
„En dit is nu tante Wim, mijn trouwe
helpster," zei tante Annie toen een dame met
uitgestoken handen de serre inkwam.
„Die ons met zoo'n hartelijk welkom heeft
verrast," vulde moeder aan. „Dank u wel,
tante Wim. U had mij en m'n jongens geen
grooter genoegen kunnen doen."
„Tante Annie, mogen we nog naar t
strand 9" vroeg Kitty.
„Weineen. Over een half uur gaan we aan
tafel. Gaan jullie zoolang nog maar den tuin
in en er wat spelen of lezen. Luuk, Daan en
Miek.... heb ik het goed onthouden? Ja,
hè willen jullie ook naar buiten of blij-»
ven jullie liever nog bij moeder? Wij gaan
in de serre een kopje koffie drinken. Jullie
lusten zeker wel een bekertje karnemelk, is
't niet
De Berkemaatjes keken moeder eens aan.
Deze knikte ze toe. „Gaan Jullie maar naar
buiten. Als ik straks dan wegga, weet ik ten
minste al, dat jullie met je nieuwe huisge-
nooten vriendschap hebben gesloten."
(Wordt vervolgd.)
Een poppen-schommel.
„Schommelen, schommelen,
Heen en weer.
Hooger, hooger
lederen keer..,,"
Dit mooie liedje kan straks het popje uit
je poppenhuis zingen. Maar eerst moet je een
schommel maken. Dat is gauw gedaan, hoor.
Neem eens het deksel van een oude doos en
knip er den rand af. Vouw dan het stuk, dat
overblijft, een keer dubbel. Knip uit elke zijde
een vierkant, zoodat je twee raampjes over
houdt. Hiertusschen zweeft de schommel dan
heen en weer.
De schommel is niets anders dan een leeg
lucifersdoosje. Hieraan maak je vier draadjes
vast, één op ,elken hoek. Het andere einde
van die draadjes knoop je aan het bovenste
reepje karton, zoodat de schommel tusschen
de raampjes komt te hangen.
O wat zal het poppenkindje gelukkig zijn
Zomer.
De lieve zomer is in 't land
En ieder is nu blij.
De zon schijnt bijna eiken dag
En groen is heel de wei
De bloempjes stralen in het gras,
Er zijn er o zoo veel
Er is een bonte mengeling
Van wit, blauw, rood en geel
Wij gaan nu vaak naar buiten toe,
Daar is het toch zoo fijn l
Wij zingen, spelen, dartelen
Al in den zonneschijn.
Des avonds gaan wij, warm en moe
Van zulk een dag naar bed.
De bloempjes op de vensterbank
Vertellen van de pret l