Het Nederlandsch Paviljoen op de
Koloniale Tentoonstelling te Parijs
door brand verwoest.
NOOTJES
Examen gedaan
en niet geslaagd
BUITENLAND
GEMENGD NIEUWS
L
De speciale trein met post en passagiers
in aansluiting op het motorschip „Marnix
van St. Aldegonde", zal Woensdagmorgen 1
Juli te 10.20 uur van Genua vertrekken. Aan
komst Donderdag 2 Juli te 8.57 uur te Arn
hem 9.46 uur te Utrechtli uur te Den
Haag S.S.10.24 uur te Amsterdam W.P.
10.40 uur te Amsterdam C.S., 11.27 uur te
Rotterdam—Maas.
In de week van 22 tot 27 Juni werden in
ons land uitgesproken 71 faillissementen.
In de haven van Rotterdam zijn thans in
totaal opgelegd 55 schepen, waarvan 43 Ne-
derlandsche, 5 Engelsche, 2 Italiaansche, 4
Noorsche en 1 Fransch.
Gedurende het eerste kwartaal van dit jaar
werden de schouwburgen te Rotterdam be
zocht door 140.756 personen tegenover 246,749
in hetzelfde tijdvak van 1930. De bioscopen
door resp. 1.064.746 en 1.151.000 personen en
de variété-theaters en sportwedstrijden door
resp. 809.935 en 552.473 personen.
De gemeenteraad van Bodegraven heeft tot
tijdelijk gemeente-ontvanger benoemd mej.
Van Beuten.
m
Vrijdag spoelde aan het strand te Blan-
kenberghe een verdwaalde walvisch aan. Het
dier is 7 meter lang en ongeveer 4000 K.G.
zwaar.
In Italië zijn de laatste dagen 31 personen
overleden tengevolge van de buitengewone
hitte.
Tijdens eert hevig onweer in het Canadee-
sche merengebied zijn zes personen in de
buurt van Cleveland door den bliksem ge
troffen en gedood. Ook Detroit werd geteis
terd door een hevigen storm, die een snelheid
bereikte van 53 mijl per uur.
Een moordende hitte wordt gemeld uit het
Midden-Westen en Zuiden der Ver. Staten.
Sinds Donderdag werden reeds 49 sterfgeval
len gemeld, en bedraagt gedurende de vorige
week het aantal dooden negentig.
Breskens, tot dien tijd onder de minst aan
zienlijke dorpen uit het Land van Cadzand
gerekend, een forsche poging deed om in den
tijdstroom van ontwikkeling en beschaving te
worden ingeschakeld, thans wordt opnieuw
een zeer ernstige poging gedaan om onze
plaats en met haar de omgeving vooruit
te brengen.
Het moge een wat weidsche naam zijn
„Eerste Zeeuwsch-Vlaanmsche Jaarbeurs"
het is toch ook waar, dat een mantel, die
aanvankelijk wel wat ruim om de leden
hing, later na groei juist passend bleek
te zijn. In zielental thans reeds de grootste
gemeente in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen,
heeft het Bressiaansche volk ook nog de
eerzucht (mij dunkt, een niet genoeg te
waardeeren eerzucht), om in economisch
opzicht, door de ontwikkeling, vermeerdering
en versterking zijner welvaartsbronnen, een
eerste plaats in te nemen. Daaraan moet,
met name, deze le Jaarbeurs het hare bijdra
gen. Zij zal voor mij, en ik wil hopen voor
velen met mij, de manifestatie zijn van een
drang naar daden, van een prikkelend par
ticulier initiatief en van de ontwikkeling
naar zelfstandige kracht. Op de vraagzal
deze eerste poging slagen luidt mijn ont-
woord onvoorwaardelijkJa. De parelende
geestdrift, die huist in den boezem van het
bestuur van de Vereeniging voor Vreemde
lingenverkeer, door wie deze Jaarbeurs op
touw werd gezet en het groote enthousiasme,
waarmede alle deelen onzer bevolking dit
initiatief hebben begroet, verklaren dit on
voorwaardelijke ja. Bovendien hebben han
del en industrie, zoowel in Zeeuwsch-Vlaan
deren als daar buiten, aan den oproep tot
deelname aan de Jaarbeurs gehoor gegeven
op een wijze, die de stoutste verwachtingen
heeft overtroffen, zoodat de ruimte, voor de
expositie bestemd, steeds moest worden ver
groot en thans reeds de 1000 M2. over
schrijdt. Prettig is het hierbij te vermelden,
dat de verscheidenheid der inzendingen zoo
groot is, dat in het tentoongestelde „voor elk
wat wils" zal zijn.
Slechts om een kort woord is mij verzocht
ik meen daarom te moeten eindigen, vooral
ook omdat ik eventueele tekortkomingen zal
kunnen reüresseeren bij de opening van de
beur.
Nochtans acht ik het mijn plicht als bur
gemeester der gemeente de Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer een woord van harte-
lijken dank te brengen voor het organiseeren
ervan en de hoop uit te spreken, dat zij
schitterend moge slagen.
Een reusachtige brand, die in enkele uren tal van kunst
schatten deed verloren gaan. De schade beloopt vele
millioenen. Prinses fuliana op het terrein der ver
woesting. De oorzaak van den brand vermoedelijk
kortsluiting. Een nationale ramp.
SCITOONDIJKE.
Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan
der muziekvereeniging „Oefening Kweekt
Kunst", alhier, is van den minister van
landsverdediging in België de toezegging ont
vangen, dat het uitermate goed bekend
staande militair muziekkorps van het 4e
linie-regiment uit Brugge, op Zondag 19 Juli
.a.s. in deze gemeente een concert zal komen
geven.
De muziekliefhebbers in deze streek zullen
goed doen dezen dag vrij te houden voor bij
woning van dit concert, dat enkele Uren van
hoogstaand genot belooft.
Het uit te voeren programma zal, naar
men ons mededeelde, nog nader worden be
kend gemaakt.
AARDENBURG.
De gemeenteraad van Aardenburg heeft
besloten een reductie van 15 procent te ver-
leenen op de pachtprijzen der gemeentelijke
bouwlanden, nl. over het jaar 1931»
Gisterenmorgen ontvingen wy van het
persbureau Vaz Dias telegrafisch bericht dat
het Nederlandsche paviljoen op de interna
tionale tentoonstelling te Parijs totaal is af
gebrand.
Onmiddellijk na ontvangst van dit tele
gram hebben wy Vaz Dlas opgebeld en om
nadere inlichtingen over deze verschrikkelijke
ramp verzocht.
Wy hebben deze by zonderheden aan ons
bureau gebulletineerd.
Nadere bijzonderheden.
Het persebureau Vaz Dias meldt uit Parijs,
dd. 28 Juni
Een. ramp heeft de Nederlandsche inzen
ding op de Internationale Koloniale Ten
toonstelling te Parys getroffen. Een gewel
dige brand heeft Zondagochtend omstreeks
kwart voor vijf het Nederlandsche paviljoen
op de tentoonstelling in het Bois de Vincen-
nes totaal verwoest.
Op dat uur kwam de nachtwaker der ten
toonstelling in de vestiaire nabij den hoofd
ingang van het groote paviljoen. Toen hij de
deur opende sloegen hem de vlammen tege
moet. De nachtwaker sloeg dc deur onmiddel
lijk weer dicht en holde naar den brand
melder op de tentoonstelling. Daarna snelde
hij naar de woning van den heer Moojen, den
Nederlandschen gedelegeerde op de tentoon
stelling, die op korten afstand van het Ne
derlandsche paviljoen is gelegen. Daar wekte
hij den heer Moojen en de overige bewoners
van het huis om hun het verschrikkelijke
nieuws van den brand mede te deelen.
De brandweer der tentoonstelling was bin
nen zes a zeven minuten ter plaatse. Toen
stond het echter reeds vast, dat er weinig of
niets te redden viel.
De brandweer trachtte te doen, wat zij kon,
doch kon niet voorkomen, dat het geheele
Nederlandsche paviljoen tot den grond toe
afbrandde.
Te half zeven was de vernieling voltooid en
was van het eenmaal zóó trotsche Nederland
sche paviljoen niet anders dan een puinhoop,
die door de brandweer werd nat gehouden,
over.
Wat er verwoest is.
Het hoofdpaviljoen van de Nederlandsche
inzending met al zijn schatten en niet te ver
vangen kunstvoorwerpen is geheel een prooi
der vlammen geworden. Ook eenige kleinere
gebouwen zyn door het vuur verwoest. Het
Batak-huis, het kleine Minongkabausch huis,
de Duiventil met inhoud en eenige andere
buiten het hoofdpaviljoen staande inzendin
gen zyn eveneens een prooi der vlammen ge
worden.
Behouden gebleven zijn het Balineesche
dorp, waarvan de bewoners op het laatste
moment werden gewaarschuwd, omdat ook
deze huisjes gevaar liepen. Gelukkig was de
wind in andere richting en zijn deze behou
den. Ook de beide groote poorten naar het
dorp zijn niet verwoest, terwijl ook de beide
restaurants, die bij de Nederlandsche inzen
ding behooren, behouden zyn.
Het vuur vond gretig voedsel in het groo-
tendeels van hout opgetrokken paviljoen.
De brandweer had bovendien tot taak de
in de nabijheid gelegen andere paviljoens te
beschermen.
Tegen 6 uur arriveerde de Inmiddels tele
fonische gewaarschuwde Nederlandsche ge
zant te Parys, jhr. Loudon. Ook de Fransche
minister van koloniën, Reynaud, maarschalk
Lyautey en vele andere Fransche autoriteiten
verschenen op de plaats des onheils.
De brand is vooral voor den heer P. A. J.
Moojen, den Nederlandschen gedelegeerde,
die zoo ontzettend veel gedaan heeft voor het
tot stand komen van de Nederlandsche in
zending, een geweldigen slag. Niet alleen dat
zyn werk is verwoest, doch ook zijn vele per-
sooniyke bezittingen, kunstschatten, schrif
turen, een gedeelte van een belangrijk boek,
dat hy bezig is te schryven, zyn comptabili
teit en overige bezittingen, die in het pavil
joen ondergebracht waren, zijn verloren ge
gaan.
De schade en de oorzaak.
De door den brand aangerichte schade wordt
op 10 millioen gulden geschat. Alleen het
hoofdgebouw heeft reeds f 1.200.000 gekost.
Vele kunstschatten, die niet te vervangen
zijn, zyn vernietigd, zoodat men van een on
herstelbaar verlies kan spreken.
Men neemt aan dat de oorzaak van den
brand kortsluiting is.
Mr. D. Fock naar Parijs vertrókken.
Naar wy vernemen, heeft de Commissaris-
Generaal van de Nederlandsche inzending op
de Internationale Koloniale Tentoonstelling
te Parys, Mr. D. Fock, die te 's-Gravenhage
vertoefde, Zondagochtend telegrafisch bericht
van de ramp gekregen. De heer Fock is daar
op onmiddeliyk naar Parys vertrokken.
„Een nationale ramtf', zegt
Minister de Graaf f.
Ook de minister van koloniën, jhr. de
Graaff ontving Zondagochtend een telegram
van den brand, waarin hem werd medege
deeld, dat het Nederlandsch paviljoen tot den
grond toe is afgebrand. De minister verklaar
de in een kort onderhoud, dat hy den brand
als een nationale ramp beschouwt, een ramp
voor de tentoonstelling en een ramp voor ons
land. Het werk van vele maanden is in kor
ten tyd verloren gegaan. Het zal niet meer
mogeiyk zyn alles weer op te bouwen.
Ook in de officieele telegrammen wordt als
vermoedelijke oorzaak kortsluiting opgegeven.
Het bezoek van H. K. H. Prinses
Juliana.
Prinses Juliana heeft Zondagochtend het
terrein van den brand bezocht. Toen H. K. H.
het bericht van de ramp, die de Nederland
sche nizending had getroffen en dat per tele
foon naar Les Tilleul3 was overgebracht, ont
ving, liet zij onmiddellijk den Nederland
schen gezant, jhr. Loidon telefonisch weten,
dat zij naar het tentoonstellingsterrein zou
gaan.
Nog vóór elf uur arriveerde Prinses Juliana
bij de hier en daar nog smeulende puinhoop
van het Nederlandsche paviljoen, dat niet
langer dan ruim een week geleden nog in
het middenpunt der belangstelling stond om
een veel vrooiyker gebeurtenis het bezoek
der Koninkiyke familie. Gister was ook de
algemeene belangstelling gericht op de Ne
derlandsche inzending, doch de oorzaak ervan
was de brand, een ramp voor ons land
H. K. H. Prinses Juliana werd vergezeld
door haar Kamerheer mr. J. C. Baron Baud
en de echtgenoot© van den Nederlandschen
gezant mevr. Loudon. Op het terrein was ook
aanwezig de heer mr. Swart van het Neder
land Comité, die als vice-voorzitter H. K. H.
begroette.
Prinses Juliana vendde zich allereerst tot
den heer en mevrouw Moojen, aan wie zij
haar groote deelneming met het zware ver
lies, dat hun getroffen heeft, betuigde. Met
ontzetting nam de Prinses de groote ver
woesting waar.
Daarna begaf zij zich naar het Balineesche
dorp. De Balineesche dansers en danseressen
waren intusschen in hun woningen terugge
keerd, daar elk gevaar voor uitbreiding reeds
te tien uur als geweken kon worden be
schouwd. Hier betuigde de prinses haar deel
neming aan den heer Raden Soekawatti.
Ruim een half uur bleef H. K, H. Prinses
Juliana op de plaats van de ramp. Toen
keerde zij naar Cheveuse terug, diep onder
den indruk van het gebeurde.
Voorloopige besprekingen over wat
moet gebéuren.
Zooals ook reeds gemeld, waren de Fran
sche minister van koloniën, de heer Paul
Reynaud en de organisator van de Interna
tionale Koloniale Tentoonstelling, maarschalk
Lyautey reeds zeer vroeg op het terrein 7an
den brand. Ook de Parijsche politie-prefect
en vele andere Fransche autoriteiten en ver
tegenwoordigers van de andere nationale in
zendingen kwamen in den loop van den och
tend naar de overblijfselen van de Nederland
sche inrending. Allen, zonder uitzondering,
waren diep onder den indruk en voelden
mede het groote ongeluk, dat Nederland, door
dezen brand heeft getroffen.
Deelneming van Fransche
autoriteiten.
De Nederlandsche gezant, jhr. Loudon is
een groot gedeelte van den dag op het terrein
geweest. Er werden voorloopige besprekingen
gevoerd over hetgeen zou moeten gebeuren.
Nog gisterenavond zouden de voorzitter van
het Nederlandsch comité, mr. D. Fock, prof.
de Bussy, de tweede architect, de heer van der
Valk, die juist in Nederland vertoefde, te
Parijs aankomen. Eerst daarna zullen zoo
mogeiyk besluiten worden genomen.
Voorloopig gesloten.
Het Nederlandsche gebied bleef Zondag
voor het publiek gesloten. Ook het gespaard
gebleven industrieele paviljoen mocht niet
worden betreden. Tengevolge van den brand
is de stroomvoorziening vernield. Weliswaar
is het transformatorhuisje, dat in de nabij
heid van het hoofdpaviljoen staat, intact ge
bleven, doch de geleidingen zijn op vele
plaatsen vernield. Zondagmiddag was men
bezig een noodverlichting aan te brengen.
Het Javaansche restaurant is Zondagmid
dag te vyf uur gesloten en zou gisterenavond
niet meer geopend worden. In het Neder
landsche restaurant wordt een noodverlich
ting aangebrachtwellicht zou dit gisteren
avond open zyn.
De schuldvraag
In een kort onderhoud verklaarde de heer
Pressard, procureur van de republiek, o.a. het
volgende
„Ik ben van meening, dat men iedere ge
dachte aan kwaadwilligheid op zü moet zet
ten. De oorzaak van de ramp moet veeleer
aan een ongeluk geweten worden. Onder deze
omstandigheden heb ik gemeend geen in-
stuctie te moeten openen".
Om 7 uur in den ochtend was men nog van
meening, dat de oorzaak van den brand te
wyten was aan kortsluiting, ondanks het
feit, dat de stroom lederen nacht werd afge
sloten. De kortsluiting zou dun moeten zijn
ontstaan tusschen den transformator en de
in de cabine binnenkomende draden.
Om half negen echter schenen de inge
nieurs van de Parysche electriciteits-maat-
schappy, die ter plaatse verschenen voor het
instellen van een onderzoek zich niet geheel
en al met deze zienswijze te kunnen vereéni
gen.
De minister van koloniën en de heer Pres
sard hebben Spoormans, den waker aan een
langdurig verhoor onderworpen, evenals de
brandweerlieden, die by de cabine zijn ge
weest, teneinde na te gaan of van schuld
sprake kan zijn.
Om half 10 hebben de ingenieurs van de
Parysche electriciteits-maatschappij in te
genwoordigheid van verschillende autoriteiten
van de politie en van het technische comité
van de tentoonstelling in het restaurant van
het Nederlandsche paviljoen den nachtwaker,
die den brand ontdekte en architect Moojen
verhoord. Hierby werden pogingen in het
werk gesteld ci vast te stellen of de electri-
sche stroom goed was afgesloten geweest.
Explosies waargenomen.
PARIJS. (V.D.) Omtrent de ontdekking
v.n den brand in het Nederlandsch Pavil
joen op de Internationale Koloniale Tentoon
stelling in het Bois de Vincennes vernemen
wy nog
Toen de nachtwaker de vestiaire opende en
daar binnen den brand ontdekte, toen deze
juist naar buiten sloeg, hoorde hy verschei
dene knallen, welke naar het schijnt van ex
plosies afkomstig zijn. Toen de brandweer op
de plaats van den brand verscheen, vormde
het paviljoen reeds één vuurzee. Het alarm
voor den brand luidde„groote brand, men-
schenlevens in gevaar". Met zeer veel mate
riaal verscheen de brandweer ter plaatse en
spoedig werd met ongeveer twintig stralen
water gegeven. Zooals gemeld, kon de brand
weer nagenoeg niets uitrichten en moest zy
er voor zorg dragen, dat het vuur niet naar
andere paviljoens oversloeg.
Steeds hooger sloegen de vlammen. Met
donderend gekraak stortten de vele kleine to
rentjes van het prachtige paviljoen in. Dan
laaiden de vlammen weer op, totdat eindeiyk
alles een rookendè puinhoop was geworden,
die door de brandweer werd nat gehouden.
Te tien uur in den ochtend kon de brand als
gebluscht worden beschouwd.
Tydens den brand liep de heer Moojen als
verslagen rond het paviljoen zyn stichting
Hij vertelde, weenend bijna, dat zyn werk
van 25 jaar, gedurende welke hy er in ge
slaagd was niet te vervangen voorwerpen by-
een te brenger, verloren was gegaan.
Bij den brand zijn gelukkig geen menschen-
levens te betreuren. De heer Moojen vertelde
nog dat toen hy door den nachtwaker werd
gewaarschuwd, alles in de omgeving van zyn
huis reeds in brand stond. In nachtgewaad
snelde hy uit zyn huis om zich naar het ter
rein van den brand te begeven.
Een onderhoud met Jhr. Loudon.
PARIJS. (V.D.) Zondagochtend hebben wij
in verband met de ramp, die de Nederland
sche inzending op de Internationale koloniale
Tentoonstelling heeft getroffen, een onder
houd gehad met den Nederlandschen gezant
te Parys, jhr. Dr. J. Loudon. Deze vertelde
ons, dat hy Zondagochtend te half zes tele
fonisch gewaarschuwd werd. De gezant begaf
zich zoo spoedig mogelyk naar het tentoon
stellingsterrein. Nog voor half zeven was hy
daar. „Toen ik aankwam aldus jhr. Loudon
viel er van het Nederlandsch paviljoen
niets meer te redden. Het was reeds grooten-
deels door het vuur verwoest".
De heer Loudon noemde deze brand een
ramp. Vooral voor don hoor Moojen is de slag
geweldig. Alles wat htj bijeen heeft gebracht,
is verloren gegaan. „Het Is verschrikkelijk 1»
Excellentie Loudon vertelde ons nog, dat
verschillende autoriteiten hem reeds hun
deelneming hadden betuigd. Algemeen wordt
de verwoesting van het Nederlandsch pavil
joen als een groot verlies voor de tentoonstel
ling beschouwd.
Gedurende den geheelen ochtend bleef de
Nederlandsche gezant op het terrein van den
brand Eerst tegen elf uur keerde hij naar
zijn woning terug. Toen was van het trotsche
paviljoen niets dan een smeulende puinhoop
overgebleven.
In den middag ls de heer Loudon opnieuw
naar het Bois de Vincennes gegaan.
Fransche deelneming.
's-GRAVENHAGE. (C.B.) De minister van
koloniën heeft een telegram ontvangen van
den Franschen minister van koloniën, waarin
deze uiting geeft van zijn gevoelens van
deelnen 'ag in de ramp welke Nederland
heeft getroffen b« de verwoesting van de Ne
derlandsche afdeeling te Parijs.
PARIJS. (V.D.) Allerwege betuigt men zijn
sympathie en deelneming met het verlies dat
Nederland heeft geleden door de verwoesting
van het Nederlandsch paviljoen op de Kolo
niale Tentoonstelling ln het Bols de Vincen
nes. De Fransche ochtendbladen bevatten
uitvoerige verslagen van het verloou der ge
beurtenissen en betuigen eveneens sympathie
met het geleden verlies.
Hef paviljoen wordt niet herboawd.
PARIJS. (VD.) Een wederopbouw van het
paviljoen ln den vorm en den omvang van
het verbrande moet geheel ondoenlijk wor
den geacht, omdat de tijd daartoe Vfel te
kort ls.
Het comité ls echter van oordeel, dat het
Nederlandsche terrein ln heit Bols de Vin
cennes gedurende de 4 volgende tentoon
stellingsmaanden niet den aanblik van ver
latenheid en verslagenheid mag geven en na
tionale eer eischt, dat de verwoesting too
goed mogelijk wordt hersteld.
Het uitvoerend comité heeft daarom beslo
ten ln geval de assurantie maatschappijen
zich van hun verplichting tot uitbetaling
kwijten, met kracht de herinrichting van een
Nederlandsche deelneming, zl) het op be
scheiden schaal aan te vatten.
Kennis voldoende, maar te nerveus geweest.
Waarom niet tijdig Mijnhardfs Zenuwtablet
ten gebruikt Hierdoor blyft men kalm en
helder van geest. Ze zyn verkrygbaar bij
Apoth. en Drogisten in kokers van 75 cent.
BESPREKINGEN OVER HOOVER'S
VOORSTEL.
James D. Mooney, president der General
Motors Export Company en een der leidende
figuren van Amerika's buitenlandschen han
del, heeft de volgende verklaring afgelegd;
President Hoover's actie moet worden be
schouwd als meer dan een vriendelyke geste
tegenover een natie, die in een periode van
financieele zwakte verkeert. ZU is een zeer
treffende illustratie van de wederkeerigheid
van belangen, die een band vormt tusschen
alle industrieele naties. Haar onmiddellijke
uitwerking, niet slechts beperkt tot de Euro-
peesche fondsenmarkt, doch zich kenmer
kend door een sfeer van nieuw en grooter
vertrouwen op industrieel terrein ook m
Amerika, toont ons hoe nauw Duitschland's
economische problemen met die der geheele
wereld verbonden zijn en hoe noodig de op
lossing ervan voor den wederopbouw der we-
reldny verheid is. Laat ons hopen, dat dit
belangrijke voorstel ons in de toekomst zal
herinneren aan het feit, dat naast en boven
alle separistisch nationaal gedoe staat een
hooger besef van algemeen belang en even
eens, dat er economische reacties werken,
waardoor de wereld één groot gemeenebest is
geworden, waarin voorspoed of tegenslag van
één lid de and "-en niet onverschillig kan la
ten. Op dezen grondslag mogen wy hopen
in de toekomst de basis te vinden voor
vriendschappeiyker betrekkingen en nauwe
samenwerking.
De onderstaatssecretaris van buitenland-
sche zaken Castle, heeft in een perconferen
tie medegedeeld, dat men verwacht tot over
eenstemming met Frankrijk te zullen komen.
Als grondslag der overeenstemming ken
schetste hij het voorstel van Hoover als
volgtDuitschland voor het tijdsverloop van
een jaar feitelyk van alle lasten te bevrijden.
Castle begroette met vreugde het verloop
der stemming in de Fransche Kamer, daar
deze aanleiding geeft tot een zeer optimis
tische beoordeeling van den toestand. Op
grond dezer stemming weet de wereld thans
dat de Fransche regeering in haar streven
om een verlichting van Duitschland's positie
te bewerkstelligen, door de overweldigende
meerderheid van het Fransche parlement
wordt gesteund. Het parlement heeft zyn ver
trouwen in de regeering uitgesproken en deze
dus niet gedesavoueerd wat betreft haar voor
nemen om Duitschland tegemoet te komen,
geiyk men in verscheidene kringen vreesde.
Deze zekerheid zoo besloot Castle ver-
gemakkelykt de onderhandelingen tusschen
de Amerikaansche en de Fransche regeering
buitengewoon.
DE FRANSCHE STAAT VOOR 600.000.000
FRANCS BENADEELD
In de Fransche hoofdstad werden twee be
dienden van een wisselagent aangehouden,
onder beschuldiging van diefstal van belang
rijke papieren ten nadeele van hun werk
gever.
De twee aangehoudenen beweren nu, dat
ze enkel getracht hebben de stukken tydeiyk
in hun bezit te krijgen om er een foto van te
laten maken. Het ging erom, volgens hen, de
bewyzen in handen te krijgen van het feit
dat de wisselagent den staat heeft weten op
te lichten voor een som van ongeveer 600
millioen Fransche francs.
Een brutale diefstal ln
een juwelierszaak. In de juwe
lierszaak van den heer Louis Biesaart, aan de
Hobbemastraat te 's-Gravenhage hebben gis
terennacht omstreeks half vyf een of meer
dieven «'.oor verbreking met steenen van een
spiegelruit een honderdtal gouden ringen ge
stolen ter waarde van 1300, meld» „de Cou
rant". Buren hoorden het glas rinkelen en
waarschuwden den juwelier, die achter zyn
zaak sliep, doch niets had gehoord. Het bleek
dat de dieven uit de étalagekast vier plateaux
met ringen hadden meegenomen. In hun
haast hebben zij nog een handvol ringen in
de Hobbemastraat laten vallen, waar men ze
later vond. De politie stelde onmiddeliyk een
onderzoek in, doch van de daders is tot heden
nog geen spoor gevonden. Voor den juwelier
is het e€n leeiyke schadepost, daar hy niet
tegen diefstal is verzekerd,
Haar moeder neergescho
ten. Te Jassy heeft een 10-jarig meisje
haar moeder doodgeschoten. Men neemt aan,
dat het kind op verzoek van de moeder zelf
haar daad heeft verricht, aangezien de vrouw
reeds jaren lijdende was aan een ongenees
lijke ziekte, en dikwijls hevige pynen had.
Automatisch hengelen.—
De eerste proeven met een even eigenaardige
als origineele uitvinding, die de traditioneele
visschery met het hengelsnoer omver werpt,
werden in de wateren by Genua genomen.
Het gaat nl. om een uitvinding, waardoor de
visschery met den haak wordt gemechaniseerd
door middel van een mechanisch systeem, dat
den visscher vervangt, of beter dat toelaat,
dat één enkele man, ook al is hij een nieu
weling in het bedrijf, op een practisch onbe
paald aantal snoeren kan letten.
Het toestel bestaat uit een klein apparaat,
dat aan lederen hengel kan worden bevestigd.
Het is een uiterst gevoelig systeem van hef-