Het Nederlandsch Paviljoen op de Koloniale Tentoonstelling te Parijs door brand verwoest. NOOTJES Examen gedaan en niet geslaagd BUITENLAND GEMENGD NIEUWS L De speciale trein met post en passagiers in aansluiting op het motorschip „Marnix van St. Aldegonde", zal Woensdagmorgen 1 Juli te 10.20 uur van Genua vertrekken. Aan komst Donderdag 2 Juli te 8.57 uur te Arn hem 9.46 uur te Utrechtli uur te Den Haag S.S.10.24 uur te Amsterdam W.P. 10.40 uur te Amsterdam C.S., 11.27 uur te Rotterdam—Maas. In de week van 22 tot 27 Juni werden in ons land uitgesproken 71 faillissementen. In de haven van Rotterdam zijn thans in totaal opgelegd 55 schepen, waarvan 43 Ne- derlandsche, 5 Engelsche, 2 Italiaansche, 4 Noorsche en 1 Fransch. Gedurende het eerste kwartaal van dit jaar werden de schouwburgen te Rotterdam be zocht door 140.756 personen tegenover 246,749 in hetzelfde tijdvak van 1930. De bioscopen door resp. 1.064.746 en 1.151.000 personen en de variété-theaters en sportwedstrijden door resp. 809.935 en 552.473 personen. De gemeenteraad van Bodegraven heeft tot tijdelijk gemeente-ontvanger benoemd mej. Van Beuten. m Vrijdag spoelde aan het strand te Blan- kenberghe een verdwaalde walvisch aan. Het dier is 7 meter lang en ongeveer 4000 K.G. zwaar. In Italië zijn de laatste dagen 31 personen overleden tengevolge van de buitengewone hitte. Tijdens eert hevig onweer in het Canadee- sche merengebied zijn zes personen in de buurt van Cleveland door den bliksem ge troffen en gedood. Ook Detroit werd geteis terd door een hevigen storm, die een snelheid bereikte van 53 mijl per uur. Een moordende hitte wordt gemeld uit het Midden-Westen en Zuiden der Ver. Staten. Sinds Donderdag werden reeds 49 sterfgeval len gemeld, en bedraagt gedurende de vorige week het aantal dooden negentig. Breskens, tot dien tijd onder de minst aan zienlijke dorpen uit het Land van Cadzand gerekend, een forsche poging deed om in den tijdstroom van ontwikkeling en beschaving te worden ingeschakeld, thans wordt opnieuw een zeer ernstige poging gedaan om onze plaats en met haar de omgeving vooruit te brengen. Het moge een wat weidsche naam zijn „Eerste Zeeuwsch-Vlaanmsche Jaarbeurs" het is toch ook waar, dat een mantel, die aanvankelijk wel wat ruim om de leden hing, later na groei juist passend bleek te zijn. In zielental thans reeds de grootste gemeente in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, heeft het Bressiaansche volk ook nog de eerzucht (mij dunkt, een niet genoeg te waardeeren eerzucht), om in economisch opzicht, door de ontwikkeling, vermeerdering en versterking zijner welvaartsbronnen, een eerste plaats in te nemen. Daaraan moet, met name, deze le Jaarbeurs het hare bijdra gen. Zij zal voor mij, en ik wil hopen voor velen met mij, de manifestatie zijn van een drang naar daden, van een prikkelend par ticulier initiatief en van de ontwikkeling naar zelfstandige kracht. Op de vraagzal deze eerste poging slagen luidt mijn ont- woord onvoorwaardelijkJa. De parelende geestdrift, die huist in den boezem van het bestuur van de Vereeniging voor Vreemde lingenverkeer, door wie deze Jaarbeurs op touw werd gezet en het groote enthousiasme, waarmede alle deelen onzer bevolking dit initiatief hebben begroet, verklaren dit on voorwaardelijke ja. Bovendien hebben han del en industrie, zoowel in Zeeuwsch-Vlaan deren als daar buiten, aan den oproep tot deelname aan de Jaarbeurs gehoor gegeven op een wijze, die de stoutste verwachtingen heeft overtroffen, zoodat de ruimte, voor de expositie bestemd, steeds moest worden ver groot en thans reeds de 1000 M2. over schrijdt. Prettig is het hierbij te vermelden, dat de verscheidenheid der inzendingen zoo groot is, dat in het tentoongestelde „voor elk wat wils" zal zijn. Slechts om een kort woord is mij verzocht ik meen daarom te moeten eindigen, vooral ook omdat ik eventueele tekortkomingen zal kunnen reüresseeren bij de opening van de beur. Nochtans acht ik het mijn plicht als bur gemeester der gemeente de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer een woord van harte- lijken dank te brengen voor het organiseeren ervan en de hoop uit te spreken, dat zij schitterend moge slagen. Een reusachtige brand, die in enkele uren tal van kunst schatten deed verloren gaan. De schade beloopt vele millioenen. Prinses fuliana op het terrein der ver woesting. De oorzaak van den brand vermoedelijk kortsluiting. Een nationale ramp. SCITOONDIJKE. Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan der muziekvereeniging „Oefening Kweekt Kunst", alhier, is van den minister van landsverdediging in België de toezegging ont vangen, dat het uitermate goed bekend staande militair muziekkorps van het 4e linie-regiment uit Brugge, op Zondag 19 Juli .a.s. in deze gemeente een concert zal komen geven. De muziekliefhebbers in deze streek zullen goed doen dezen dag vrij te houden voor bij woning van dit concert, dat enkele Uren van hoogstaand genot belooft. Het uit te voeren programma zal, naar men ons mededeelde, nog nader worden be kend gemaakt. AARDENBURG. De gemeenteraad van Aardenburg heeft besloten een reductie van 15 procent te ver- leenen op de pachtprijzen der gemeentelijke bouwlanden, nl. over het jaar 1931» Gisterenmorgen ontvingen wy van het persbureau Vaz Dias telegrafisch bericht dat het Nederlandsche paviljoen op de interna tionale tentoonstelling te Parijs totaal is af gebrand. Onmiddellijk na ontvangst van dit tele gram hebben wy Vaz Dlas opgebeld en om nadere inlichtingen over deze verschrikkelijke ramp verzocht. Wy hebben deze by zonderheden aan ons bureau gebulletineerd. Nadere bijzonderheden. Het persebureau Vaz Dias meldt uit Parijs, dd. 28 Juni Een. ramp heeft de Nederlandsche inzen ding op de Internationale Koloniale Ten toonstelling te Parys getroffen. Een gewel dige brand heeft Zondagochtend omstreeks kwart voor vijf het Nederlandsche paviljoen op de tentoonstelling in het Bois de Vincen- nes totaal verwoest. Op dat uur kwam de nachtwaker der ten toonstelling in de vestiaire nabij den hoofd ingang van het groote paviljoen. Toen hij de deur opende sloegen hem de vlammen tege moet. De nachtwaker sloeg dc deur onmiddel lijk weer dicht en holde naar den brand melder op de tentoonstelling. Daarna snelde hij naar de woning van den heer Moojen, den Nederlandschen gedelegeerde op de tentoon stelling, die op korten afstand van het Ne derlandsche paviljoen is gelegen. Daar wekte hij den heer Moojen en de overige bewoners van het huis om hun het verschrikkelijke nieuws van den brand mede te deelen. De brandweer der tentoonstelling was bin nen zes a zeven minuten ter plaatse. Toen stond het echter reeds vast, dat er weinig of niets te redden viel. De brandweer trachtte te doen, wat zij kon, doch kon niet voorkomen, dat het geheele Nederlandsche paviljoen tot den grond toe afbrandde. Te half zeven was de vernieling voltooid en was van het eenmaal zóó trotsche Nederland sche paviljoen niet anders dan een puinhoop, die door de brandweer werd nat gehouden, over. Wat er verwoest is. Het hoofdpaviljoen van de Nederlandsche inzending met al zijn schatten en niet te ver vangen kunstvoorwerpen is geheel een prooi der vlammen geworden. Ook eenige kleinere gebouwen zyn door het vuur verwoest. Het Batak-huis, het kleine Minongkabausch huis, de Duiventil met inhoud en eenige andere buiten het hoofdpaviljoen staande inzendin gen zyn eveneens een prooi der vlammen ge worden. Behouden gebleven zijn het Balineesche dorp, waarvan de bewoners op het laatste moment werden gewaarschuwd, omdat ook deze huisjes gevaar liepen. Gelukkig was de wind in andere richting en zijn deze behou den. Ook de beide groote poorten naar het dorp zijn niet verwoest, terwijl ook de beide restaurants, die bij de Nederlandsche inzen ding behooren, behouden zyn. Het vuur vond gretig voedsel in het groo- tendeels van hout opgetrokken paviljoen. De brandweer had bovendien tot taak de in de nabijheid gelegen andere paviljoens te beschermen. Tegen 6 uur arriveerde de Inmiddels tele fonische gewaarschuwde Nederlandsche ge zant te Parys, jhr. Loudon. Ook de Fransche minister van koloniën, Reynaud, maarschalk Lyautey en vele andere Fransche autoriteiten verschenen op de plaats des onheils. De brand is vooral voor den heer P. A. J. Moojen, den Nederlandschen gedelegeerde, die zoo ontzettend veel gedaan heeft voor het tot stand komen van de Nederlandsche in zending, een geweldigen slag. Niet alleen dat zyn werk is verwoest, doch ook zijn vele per- sooniyke bezittingen, kunstschatten, schrif turen, een gedeelte van een belangrijk boek, dat hy bezig is te schryven, zyn comptabili teit en overige bezittingen, die in het pavil joen ondergebracht waren, zijn verloren ge gaan. De schade en de oorzaak. De door den brand aangerichte schade wordt op 10 millioen gulden geschat. Alleen het hoofdgebouw heeft reeds f 1.200.000 gekost. Vele kunstschatten, die niet te vervangen zijn, zyn vernietigd, zoodat men van een on herstelbaar verlies kan spreken. Men neemt aan dat de oorzaak van den brand kortsluiting is. Mr. D. Fock naar Parijs vertrókken. Naar wy vernemen, heeft de Commissaris- Generaal van de Nederlandsche inzending op de Internationale Koloniale Tentoonstelling te Parys, Mr. D. Fock, die te 's-Gravenhage vertoefde, Zondagochtend telegrafisch bericht van de ramp gekregen. De heer Fock is daar op onmiddeliyk naar Parys vertrokken. „Een nationale ramtf', zegt Minister de Graaf f. Ook de minister van koloniën, jhr. de Graaff ontving Zondagochtend een telegram van den brand, waarin hem werd medege deeld, dat het Nederlandsch paviljoen tot den grond toe is afgebrand. De minister verklaar de in een kort onderhoud, dat hy den brand als een nationale ramp beschouwt, een ramp voor de tentoonstelling en een ramp voor ons land. Het werk van vele maanden is in kor ten tyd verloren gegaan. Het zal niet meer mogeiyk zyn alles weer op te bouwen. Ook in de officieele telegrammen wordt als vermoedelijke oorzaak kortsluiting opgegeven. Het bezoek van H. K. H. Prinses Juliana. Prinses Juliana heeft Zondagochtend het terrein van den brand bezocht. Toen H. K. H. het bericht van de ramp, die de Nederland sche nizending had getroffen en dat per tele foon naar Les Tilleul3 was overgebracht, ont ving, liet zij onmiddellijk den Nederland schen gezant, jhr. Loidon telefonisch weten, dat zij naar het tentoonstellingsterrein zou gaan. Nog vóór elf uur arriveerde Prinses Juliana bij de hier en daar nog smeulende puinhoop van het Nederlandsche paviljoen, dat niet langer dan ruim een week geleden nog in het middenpunt der belangstelling stond om een veel vrooiyker gebeurtenis het bezoek der Koninkiyke familie. Gister was ook de algemeene belangstelling gericht op de Ne derlandsche inzending, doch de oorzaak ervan was de brand, een ramp voor ons land H. K. H. Prinses Juliana werd vergezeld door haar Kamerheer mr. J. C. Baron Baud en de echtgenoot© van den Nederlandschen gezant mevr. Loudon. Op het terrein was ook aanwezig de heer mr. Swart van het Neder land Comité, die als vice-voorzitter H. K. H. begroette. Prinses Juliana vendde zich allereerst tot den heer en mevrouw Moojen, aan wie zij haar groote deelneming met het zware ver lies, dat hun getroffen heeft, betuigde. Met ontzetting nam de Prinses de groote ver woesting waar. Daarna begaf zij zich naar het Balineesche dorp. De Balineesche dansers en danseressen waren intusschen in hun woningen terugge keerd, daar elk gevaar voor uitbreiding reeds te tien uur als geweken kon worden be schouwd. Hier betuigde de prinses haar deel neming aan den heer Raden Soekawatti. Ruim een half uur bleef H. K, H. Prinses Juliana op de plaats van de ramp. Toen keerde zij naar Cheveuse terug, diep onder den indruk van het gebeurde. Voorloopige besprekingen over wat moet gebéuren. Zooals ook reeds gemeld, waren de Fran sche minister van koloniën, de heer Paul Reynaud en de organisator van de Interna tionale Koloniale Tentoonstelling, maarschalk Lyautey reeds zeer vroeg op het terrein 7an den brand. Ook de Parijsche politie-prefect en vele andere Fransche autoriteiten en ver tegenwoordigers van de andere nationale in zendingen kwamen in den loop van den och tend naar de overblijfselen van de Nederland sche inrending. Allen, zonder uitzondering, waren diep onder den indruk en voelden mede het groote ongeluk, dat Nederland, door dezen brand heeft getroffen. Deelneming van Fransche autoriteiten. De Nederlandsche gezant, jhr. Loudon is een groot gedeelte van den dag op het terrein geweest. Er werden voorloopige besprekingen gevoerd over hetgeen zou moeten gebeuren. Nog gisterenavond zouden de voorzitter van het Nederlandsch comité, mr. D. Fock, prof. de Bussy, de tweede architect, de heer van der Valk, die juist in Nederland vertoefde, te Parijs aankomen. Eerst daarna zullen zoo mogeiyk besluiten worden genomen. Voorloopig gesloten. Het Nederlandsche gebied bleef Zondag voor het publiek gesloten. Ook het gespaard gebleven industrieele paviljoen mocht niet worden betreden. Tengevolge van den brand is de stroomvoorziening vernield. Weliswaar is het transformatorhuisje, dat in de nabij heid van het hoofdpaviljoen staat, intact ge bleven, doch de geleidingen zijn op vele plaatsen vernield. Zondagmiddag was men bezig een noodverlichting aan te brengen. Het Javaansche restaurant is Zondagmid dag te vyf uur gesloten en zou gisterenavond niet meer geopend worden. In het Neder landsche restaurant wordt een noodverlich ting aangebrachtwellicht zou dit gisteren avond open zyn. De schuldvraag In een kort onderhoud verklaarde de heer Pressard, procureur van de republiek, o.a. het volgende „Ik ben van meening, dat men iedere ge dachte aan kwaadwilligheid op zü moet zet ten. De oorzaak van de ramp moet veeleer aan een ongeluk geweten worden. Onder deze omstandigheden heb ik gemeend geen in- stuctie te moeten openen". Om 7 uur in den ochtend was men nog van meening, dat de oorzaak van den brand te wyten was aan kortsluiting, ondanks het feit, dat de stroom lederen nacht werd afge sloten. De kortsluiting zou dun moeten zijn ontstaan tusschen den transformator en de in de cabine binnenkomende draden. Om half negen echter schenen de inge nieurs van de Parysche electriciteits-maat- schappy, die ter plaatse verschenen voor het instellen van een onderzoek zich niet geheel en al met deze zienswijze te kunnen vereéni gen. De minister van koloniën en de heer Pres sard hebben Spoormans, den waker aan een langdurig verhoor onderworpen, evenals de brandweerlieden, die by de cabine zijn ge weest, teneinde na te gaan of van schuld sprake kan zijn. Om half 10 hebben de ingenieurs van de Parysche electriciteits-maatschappij in te genwoordigheid van verschillende autoriteiten van de politie en van het technische comité van de tentoonstelling in het restaurant van het Nederlandsche paviljoen den nachtwaker, die den brand ontdekte en architect Moojen verhoord. Hierby werden pogingen in het werk gesteld ci vast te stellen of de electri- sche stroom goed was afgesloten geweest. Explosies waargenomen. PARIJS. (V.D.) Omtrent de ontdekking v.n den brand in het Nederlandsch Pavil joen op de Internationale Koloniale Tentoon stelling in het Bois de Vincennes vernemen wy nog Toen de nachtwaker de vestiaire opende en daar binnen den brand ontdekte, toen deze juist naar buiten sloeg, hoorde hy verschei dene knallen, welke naar het schijnt van ex plosies afkomstig zijn. Toen de brandweer op de plaats van den brand verscheen, vormde het paviljoen reeds één vuurzee. Het alarm voor den brand luidde„groote brand, men- schenlevens in gevaar". Met zeer veel mate riaal verscheen de brandweer ter plaatse en spoedig werd met ongeveer twintig stralen water gegeven. Zooals gemeld, kon de brand weer nagenoeg niets uitrichten en moest zy er voor zorg dragen, dat het vuur niet naar andere paviljoens oversloeg. Steeds hooger sloegen de vlammen. Met donderend gekraak stortten de vele kleine to rentjes van het prachtige paviljoen in. Dan laaiden de vlammen weer op, totdat eindeiyk alles een rookendè puinhoop was geworden, die door de brandweer werd nat gehouden. Te tien uur in den ochtend kon de brand als gebluscht worden beschouwd. Tydens den brand liep de heer Moojen als verslagen rond het paviljoen zyn stichting Hij vertelde, weenend bijna, dat zyn werk van 25 jaar, gedurende welke hy er in ge slaagd was niet te vervangen voorwerpen by- een te brenger, verloren was gegaan. Bij den brand zijn gelukkig geen menschen- levens te betreuren. De heer Moojen vertelde nog dat toen hy door den nachtwaker werd gewaarschuwd, alles in de omgeving van zyn huis reeds in brand stond. In nachtgewaad snelde hy uit zyn huis om zich naar het ter rein van den brand te begeven. Een onderhoud met Jhr. Loudon. PARIJS. (V.D.) Zondagochtend hebben wij in verband met de ramp, die de Nederland sche inzending op de Internationale koloniale Tentoonstelling heeft getroffen, een onder houd gehad met den Nederlandschen gezant te Parys, jhr. Dr. J. Loudon. Deze vertelde ons, dat hy Zondagochtend te half zes tele fonisch gewaarschuwd werd. De gezant begaf zich zoo spoedig mogelyk naar het tentoon stellingsterrein. Nog voor half zeven was hy daar. „Toen ik aankwam aldus jhr. Loudon viel er van het Nederlandsch paviljoen niets meer te redden. Het was reeds grooten- deels door het vuur verwoest". De heer Loudon noemde deze brand een ramp. Vooral voor don hoor Moojen is de slag geweldig. Alles wat htj bijeen heeft gebracht, is verloren gegaan. „Het Is verschrikkelijk 1» Excellentie Loudon vertelde ons nog, dat verschillende autoriteiten hem reeds hun deelneming hadden betuigd. Algemeen wordt de verwoesting van het Nederlandsch pavil joen als een groot verlies voor de tentoonstel ling beschouwd. Gedurende den geheelen ochtend bleef de Nederlandsche gezant op het terrein van den brand Eerst tegen elf uur keerde hij naar zijn woning terug. Toen was van het trotsche paviljoen niets dan een smeulende puinhoop overgebleven. In den middag ls de heer Loudon opnieuw naar het Bois de Vincennes gegaan. Fransche deelneming. 's-GRAVENHAGE. (C.B.) De minister van koloniën heeft een telegram ontvangen van den Franschen minister van koloniën, waarin deze uiting geeft van zijn gevoelens van deelnen 'ag in de ramp welke Nederland heeft getroffen b« de verwoesting van de Ne derlandsche afdeeling te Parijs. PARIJS. (V.D.) Allerwege betuigt men zijn sympathie en deelneming met het verlies dat Nederland heeft geleden door de verwoesting van het Nederlandsch paviljoen op de Kolo niale Tentoonstelling ln het Bols de Vincen nes. De Fransche ochtendbladen bevatten uitvoerige verslagen van het verloou der ge beurtenissen en betuigen eveneens sympathie met het geleden verlies. Hef paviljoen wordt niet herboawd. PARIJS. (VD.) Een wederopbouw van het paviljoen ln den vorm en den omvang van het verbrande moet geheel ondoenlijk wor den geacht, omdat de tijd daartoe Vfel te kort ls. Het comité ls echter van oordeel, dat het Nederlandsche terrein ln heit Bols de Vin cennes gedurende de 4 volgende tentoon stellingsmaanden niet den aanblik van ver latenheid en verslagenheid mag geven en na tionale eer eischt, dat de verwoesting too goed mogelijk wordt hersteld. Het uitvoerend comité heeft daarom beslo ten ln geval de assurantie maatschappijen zich van hun verplichting tot uitbetaling kwijten, met kracht de herinrichting van een Nederlandsche deelneming, zl) het op be scheiden schaal aan te vatten. Kennis voldoende, maar te nerveus geweest. Waarom niet tijdig Mijnhardfs Zenuwtablet ten gebruikt Hierdoor blyft men kalm en helder van geest. Ze zyn verkrygbaar bij Apoth. en Drogisten in kokers van 75 cent. BESPREKINGEN OVER HOOVER'S VOORSTEL. James D. Mooney, president der General Motors Export Company en een der leidende figuren van Amerika's buitenlandschen han del, heeft de volgende verklaring afgelegd; President Hoover's actie moet worden be schouwd als meer dan een vriendelyke geste tegenover een natie, die in een periode van financieele zwakte verkeert. ZU is een zeer treffende illustratie van de wederkeerigheid van belangen, die een band vormt tusschen alle industrieele naties. Haar onmiddellijke uitwerking, niet slechts beperkt tot de Euro- peesche fondsenmarkt, doch zich kenmer kend door een sfeer van nieuw en grooter vertrouwen op industrieel terrein ook m Amerika, toont ons hoe nauw Duitschland's economische problemen met die der geheele wereld verbonden zijn en hoe noodig de op lossing ervan voor den wederopbouw der we- reldny verheid is. Laat ons hopen, dat dit belangrijke voorstel ons in de toekomst zal herinneren aan het feit, dat naast en boven alle separistisch nationaal gedoe staat een hooger besef van algemeen belang en even eens, dat er economische reacties werken, waardoor de wereld één groot gemeenebest is geworden, waarin voorspoed of tegenslag van één lid de and "-en niet onverschillig kan la ten. Op dezen grondslag mogen wy hopen in de toekomst de basis te vinden voor vriendschappeiyker betrekkingen en nauwe samenwerking. De onderstaatssecretaris van buitenland- sche zaken Castle, heeft in een perconferen tie medegedeeld, dat men verwacht tot over eenstemming met Frankrijk te zullen komen. Als grondslag der overeenstemming ken schetste hij het voorstel van Hoover als volgtDuitschland voor het tijdsverloop van een jaar feitelyk van alle lasten te bevrijden. Castle begroette met vreugde het verloop der stemming in de Fransche Kamer, daar deze aanleiding geeft tot een zeer optimis tische beoordeeling van den toestand. Op grond dezer stemming weet de wereld thans dat de Fransche regeering in haar streven om een verlichting van Duitschland's positie te bewerkstelligen, door de overweldigende meerderheid van het Fransche parlement wordt gesteund. Het parlement heeft zyn ver trouwen in de regeering uitgesproken en deze dus niet gedesavoueerd wat betreft haar voor nemen om Duitschland tegemoet te komen, geiyk men in verscheidene kringen vreesde. Deze zekerheid zoo besloot Castle ver- gemakkelykt de onderhandelingen tusschen de Amerikaansche en de Fransche regeering buitengewoon. DE FRANSCHE STAAT VOOR 600.000.000 FRANCS BENADEELD In de Fransche hoofdstad werden twee be dienden van een wisselagent aangehouden, onder beschuldiging van diefstal van belang rijke papieren ten nadeele van hun werk gever. De twee aangehoudenen beweren nu, dat ze enkel getracht hebben de stukken tydeiyk in hun bezit te krijgen om er een foto van te laten maken. Het ging erom, volgens hen, de bewyzen in handen te krijgen van het feit dat de wisselagent den staat heeft weten op te lichten voor een som van ongeveer 600 millioen Fransche francs. Een brutale diefstal ln een juwelierszaak. In de juwe lierszaak van den heer Louis Biesaart, aan de Hobbemastraat te 's-Gravenhage hebben gis terennacht omstreeks half vyf een of meer dieven «'.oor verbreking met steenen van een spiegelruit een honderdtal gouden ringen ge stolen ter waarde van 1300, meld» „de Cou rant". Buren hoorden het glas rinkelen en waarschuwden den juwelier, die achter zyn zaak sliep, doch niets had gehoord. Het bleek dat de dieven uit de étalagekast vier plateaux met ringen hadden meegenomen. In hun haast hebben zij nog een handvol ringen in de Hobbemastraat laten vallen, waar men ze later vond. De politie stelde onmiddeliyk een onderzoek in, doch van de daders is tot heden nog geen spoor gevonden. Voor den juwelier is het e€n leeiyke schadepost, daar hy niet tegen diefstal is verzekerd, Haar moeder neergescho ten. Te Jassy heeft een 10-jarig meisje haar moeder doodgeschoten. Men neemt aan, dat het kind op verzoek van de moeder zelf haar daad heeft verricht, aangezien de vrouw reeds jaren lijdende was aan een ongenees lijke ziekte, en dikwijls hevige pynen had. Automatisch hengelen.— De eerste proeven met een even eigenaardige als origineele uitvinding, die de traditioneele visschery met het hengelsnoer omver werpt, werden in de wateren by Genua genomen. Het gaat nl. om een uitvinding, waardoor de visschery met den haak wordt gemechaniseerd door middel van een mechanisch systeem, dat den visscher vervangt, of beter dat toelaat, dat één enkele man, ook al is hij een nieu weling in het bedrijf, op een practisch onbe paald aantal snoeren kan letten. Het toestel bestaat uit een klein apparaat, dat aan lederen hengel kan worden bevestigd. Het is een uiterst gevoelig systeem van hef-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1931 | | pagina 2