Vlissingsche Courant
TWEEDE BLAD
GEMEENTEBESTUUR
BINNENLAND
FEUILLETON
Het vruchteloos offer.
FOSTERS M AAGP1LLEN
van da
van
Dinsdag 16 Juni 1931. No. 139.
HINDERWET.
Burg. en Weth. van Vlissingen
Gelet op art. 3 der Hinderwet,
brengen ter openbare kennis, dat by hun
besluit
a, van 15 'Juni 1931 aan J. GOEDBLOED,
alhier op de daarbij gestelde voorwaarde
vergunning is verleend tot het uitbreiden
van zijn inrichting voor machinale houtbe
werking door het bijplaatsen van een 3 P.K.
elcctro-motor voor het drijven van een frais-
bank in het perceel, kadastraal bekend ge
meente Vlissingen Sectie A No. 1518, plaat
selijk gemerkt Glacisstraat No. 93,
b. van 15 Juni 1931 aan J. VISSER, alhier,
vergunning is verleend tot het uitbreiden van
de bestaande fabriek voor het bereiden van
melk en melkproducten door het bijplaatsen
van verschillende motors, in het perceel, ka
dastraal bekend gemeente Vlissingen Sectie
B No. 1298, plaatselijk gemerkt Glacisstraat
No. 163.
Vlissingen, 16 Juni 1931.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
GEWAPENDE DIENST.
Collecte ten behoeve van het fonds tot
aanmoediging en ondersteuning van den
gewapenden dienst.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
maken bekend, dat de gewone jaarlijksche
collecte, ten behoeve van het fonds tot aan
moediging en ondersteuning van den gewa
penden dienst in Nederland gehouden zal
worden op Donderdag 18 Juni a.s. en noodi-
gen een ieder uit deze collecte te willen ge
denken.
Vlissingen, 16 Juni 1931.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F, BISSCHOP.
De Koninklijke familie naar Parijs.
Met den gewonen avondtrein, welke om
half negen van het Centraal Station te Am
sterdam vertrekt en waarin de Koninklijke
rijtuigen, benevens een slaapwagen voor het
gevolg waren gekoppeld zijn gisterenavond
H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Julia
na naar de Fransche hoofdstad vertrokken.
De Koningin en de Prinses arriveerden tegen
half negen met klein gevolg per auto van
Soestdijk voor de Koninklijke ingang van het
Station. Direct begaf H.M. zich naar den voor
haar gereedstaanden trein.
Prins Hendrik is te 's-Gravenhage In den
trein gestapt. Gedurende het oponthoud van
den trein stonden de Koningin en de Prinses
voor één der ramen.
De Prins werd uitgeleide gedaan door zijn
adjudant, luitenant Ier zee le klasse Ter-
mijtelen, terwijl mede op het perron aanwe
zig was mr. F. A. C. graaf van Lynden van
Sandenburg, vice-president van den Raad
van State, met wien de Koninklijke familie
zich nog even onderhield.
Het op het perron aanwezige publiek heeft
de Koninklyke personen bij het vertrek van
den trein hartelijk toegejuicht.
Een verhaal uit een Nabij Verleden.
Naar het Deensch van CARL MUUSMANN
12)
.Aan wien was die brief gericht
..Aan den Kopenhaagschen agent van de
Machinefabriek Wood en Co."
„Waarover handelde de brief
„Over den koop van een maaimachine."
„0ver4niets anders?"
„Neen."
„Goed", zei de rechter. „Neemt u mij niet
kwalyk, maar tot mijn spijt moet ik u een
Paar uur hier houden, ritmeester. Ik zal u
een wachtkamer laten aanwijzen. Als u een
°f anderen wensch hebt, zegt u het maar."
By de deur bleef Bruhn een oogenblik
staan, alsof hjj iets wilde zeggen.
„Hm!" klonk het norsch uit Thingsted's
toond.
Maar de ritmeester had zich alweer omge
keerd en volgde den bewaarder, die op het
bellen van den rechter verschenen was, naar
buiten.
Or. Thingsted scheurde een telegramfor
mulier van een bloc af en vulde het in.
Toen belde hij weer.
„Breng den heereboer Hansen binnen",
richtte hij zich tot den ouden gerechtsdie-
jm&r, die weer terugkwam. „We zullen eens
kijken of ons mannetje al murw gewor
den is l»«
Spoorwegen cn vrachtpolitiek.
De politiek der Nederlandsche spoorwegen
maakte reeds menigmaal een onderwerp van
bespreking uit, betoogt de „Limburger Koe
rier". Daarbij werd de critiek veelal niet ge
spaard, omdat die politiek in vele kringen
geen onverdeelde bewondering ondervindt.
De Nederlandsche spoorwegen vormen nl.
een monopolistisch bedrijf. Ondernemingen,
welke niet aan een waterverbinding gelegen
zijn, zijn voor den aan- en afvoer hunner
goederen geheel op de spoorwegen aangewe
zen. Van dezen toestand wordt door de spoor
wegen vaak een dankbaar, maar voor het be
drijf minder prettig, gebruik gemaakt.
Wanneer in dezen crisistijd bedrijven, welke
in moeilijkheden verkeeren, ook al tengevolge
van buitenlandsche concurrentie of van in
voerrechten, welke door het buitenland op
Nederlandsche producten geheven worden, bij
de spoorwegen komen met het verzoek om
door verlaging d - vrachttarieven de con-
currentie-mogelijkheid te verruimen, klopt
men veelal aan doovemansdeur.
Nog onlangs ondervonden dat Nederland
sche groentenexporteurs. Deze vervoerden hun
producten daarop eenvoudig met vrachtauto's.
Toen werden de spoorwegen wat soepeler en
boden den groentenexporteurs eenige kor
ting op de vrachtprijzen.
Wat moet van een dergelijke houding ge
dacht worden
Is het feitelijk iets anders dan het gebruik
maken van een machtpositie, omdat men
meende, dat men de spoorwegen niet missen
kon?
Hoe staat het hier in Limburg met de ta
rieven voor het kolenvervoer
Wat doen de Nederlandsche spoorwegen om
door hun tarieven-politiek de mijnen in de
gelegenheid te stellen de concurrentie met het
buitenland vol te houden
Zijn de kolenvrachten niet practisch de
sluitpost op de begrooting van de Nederland
sche spoorwegen
Uit een en ander blijkt, dat de spoorwegen
zich niet bewust zijn van de dienende rol, die
zij in het bedrijfsleven te vervullen hebben,
niet begrijpen, dat 'het de taak is van het
transportwezen het bedrijfsleven te steunen,
waar de omstandigheden zulks vereischen.
Zeker, ook de spoorwegen dienen commer
cieel beheerd te worden, maar dit sluit niet
uit, de noodige soepelheid in de tarievenpo
litiek te betrachten.
Al zal dit in deze omstandigheden een offer
vragen van de spoorwegen, daardoor wordt
voorkomen, dat de spoorwegen later zelf een
nóg grooter offer moeten brengen, wanneer
de nood der tijden de ondernemingen zou
verplichten tot vermindering van productie
en verzending, wellicht zelf tot sluiting van
bedrijven.
Landbouw en industrie kunnen in deze om
standigheden niet verder zonder daadwerke-
lyken steun, ook op het terrein der vrachten
tarieven.
Verwezen mag hierbij worden naar het
voorbeeld van Duitschland, waar de spoor
wegen steeds bereid zijn, door eeji rationeele
vrachtenpolitiek het vervoer der eigen inland -
sche productie van allerlei aard te vergemak
kelijken en goedkooper te maken.
De zeggenschap van den Nederlandschen
Staat in de Ned. spoorwegen is reeds groot.
De vraag dient te worden gesteld, of niet
gestreefd dient te worden naar een zoodanige
uitbreiding van dien invloed, dat ook de Ne
derlandsche spoorwegen gedwongen kunnen
worden hun dienende rol naar behooren te
vervullen.
Taalzuiverheid.
Bij de uitreiking van getuigschriften aan
leerlingen van den Handelscursus voor den
Middenstand te 's-Gravenhage heeft de di
recteur, de heer dr. J. A. Nederbragt, een
rede gehouden over het gebruik der Neder
landsche taal en de wenschelijkheid om meer
dan tot heden g schiedt, ook bij het verta
len uit een vreemde in de eigen taal, de Ne
derlandsche taal zoo zuiver mogelijk te
schrijven.
Het was den directeur opgevallen, dat een
leerling met uitnemende cijfers voor het
HOOFDSTUK VU.
De twee uur dat hij in het gerechtsgebouw
moest wachten, vielen ritmeester Bruhn on
noemelijk lang.
Nu eens dacht hy aan zijn vrouw en doch
ter, aan zyn vrienden en kennissen en zijn
personeel, die nu zouden weten, dat hy offi
cieel onder verdenking van brandstichting
stonddan ontwaakte de hoop in hem dat
hy volkomen gerehabiliteerd uit het verhoor
te voorschijn zou komen.
Eindelijk, eindelijk kwam de oude gerechts
dienaar hem weer roepen. Hij had het ge
voel alsof hij den heelen dag in het justitie-
gebouw had doorgebracht en toch was het
pas vyf uur, terwijl hij om half drie was
gekomen.
Toen hij de zaal betrad en naar het ge-
zcht van den rechter keek, vond de rit
meester dat dat nog somberder en strenger
dan straks stond.
Het verhoor werd onmiddellijk hervat.
„U was dus niet thuis, toen de brand uit
brak
„Neen."
„U weet natuurlijk dat dit in zekeren zin
een alibi is. Maar u begrijpt waarschijnlijk
óók, dat er 'n soort van alibi bestaat, dat de
verdenking eerder sterker dan zwakker
maakt."
De landheer antwoordde niet. Hij meende
in de woorden van den rechter méér dan een
theoretische opmerking te hooren....
„Drie uur voor den brand ging u van huis.
U bent wel lang uitgebleven voor een rit naar
de stad heen en weer. Er was haast bij den
brief, nietwaar?"
examen in de eigen taal en met even mooie
voor twee vreemde talen, het bij de vertaling
in de eigen taal niet zoo precies nam. De
heer dr. Nederbragt achtte het noodzakelijk
om op dit verschijnsel ernstig de aandacht te
vestigen, wijl het veelvuldig voorkomt. De
directeur vestigde er bijzonder de aandacht
van alle ook voor andere vakken geslaagde
leerlingen op, omdat naar zijn oordeel het
zuiver kennen der moedertaal in het leven
een voorsprong geeft, juist omdat de meer
derheid met de eigen taalkennis het niet zoo
nauw neemt.
Voorlichting- bij beroepskeuze.
Sedert eenigen tijd bestaat een „Centraal
Comité van samenwerking inzake Voorlich
ting bij Beroepskeuze", samengesteld uit af
gevaardigden van de drie landelijke beroeps-
keuze-centrales, n.l. het R.K. Centraal Ziel
kundig Beroepskantoor, de Christelijke Psy
chologische Centrale voor School en Beroep
en de Vereeniging tot Bevordering der Voor
lichting bij Beroepskeuze.
Het comité heeft tot doel, de voorlichting
bij beroepskeuze in Nederland te bevorderen
en de onderlinge samenwerking tot stand te
helpen brengen.
Met financieelen steun der regeering is het
mogelijk geworden over te gaan tot het stich
ten van een centraal secretariaat van ge
noemd comité. Tot secretaris is benoemd, met
goedkeuring van het gemeentebestuur van
's-Gravenhage, de heer G. Koning, directeur
van het gemeente-bureau voor beroepskeuze
aldaar. In het gebouw Prinsegracht 65, waar
het gemeente-bureau voor beroepskeuze is
gevestigd, heeft nu ook het centraal secreta
riaat van genoemd comité huisvesting gevon
den. Uit den steun en de medewerking, zoo
wel van de regeering als van het gemeente
bestuur van 's-Gravenhage, blijkt de waar
deering van het belang, in goede voorlichting
bij beroepskeuze gelegen.
Het centraal comité van samenwerking in
zake voorlichting bij beroepskeuze hoopt de
voorlichting landelijk krachtig te bevorderen
en stelt zich voor, de plaatselijke bureaux en
commissies de noodige documentatie te bieden.
Loonen en arbeidsduur in de
metaalnijverheid.
De vijfde aflevering van het maandschrift
van het Centraal Bureau voor de Statistiek
bevat het overzicht van de loonen en den ar
beidsduur gedurende het tweede halfjaar 1930
van arbeiders, werkzaam in ondernemingen
in de metaalindustrie, volgens hetwelk de ge
middelde loonen over het tweede halfjaar
1930 in vele gevallen eenigszins hooger zijn
dan die in het eerste halfjaar. Naar het Cen
traal Bureau van werkgeverszijde vernam, is
deze verhooging o.a. ontstaan, doordat in de
zen tijd van malaise de minst bekwame, dus
de minst betaalde arbeiders het eerst ont
slagen zijn. Het aantal arbeiders is in ver
schillende gemeenten verminderd. Voor de
arbeiders van 21 jaar en ouder in alle ge
meenten'le zamen bedraagt deze verminde
ring bij de geschoolden 15 bij de geoefen-
den 12 en bij de ongeschoolden 27 Uit
de cijfers nopens den arbeidsduur blijkt dat
90 der arbeiders, werkzaam in 84 der
ondernemingen, 48 uur per week werkte 9
de arbeiders, werkzaam in 12 der onder
nemingen, werkte korter van 48 uur en 2
der arbeiders in 5 der ondernemingen lan
ger dan 48 uur per week.
Regeling van den werkloozensteun.
Bij het gemeentebestuur van 's-Graven
hage is een schrijven van den minister van
binnenlandsche zaken en landbouw ingeko
men, waarin ook het punt der steunregeling,
waaromtrent nog eenig verschil bestond, tot
oplossing is gebracht, zoodat thans overeen
stemming is verkregen-
Op grond van de getroffen regeling, die
overigens in het algemeen overeenkomt met
ae bestaande, zal in het vervolg de kinder
toeslag, ""oer zooveel betreft werkende kin
deren, verhoogd worden en welmet 1 gul
den voor het eerste en met 50 cents voor elk
„In zooverre dat hij vóór het vertrek van
den eersten ochtendtrein in de stad moest
zijn. Zooals ik al eerder heb gezegd, edel
achtbare, grijpt men op het land gaarne een
gelegenheid aan om een flin£en rit te kun
nen maken en als oud-huzaar ben ik natuur
lijk een hartstochtelijk ruiter en dien avond
had ik bovendien bijzondere behoefte aan
lichaamsbeweging."
„Dus de brief had haast T' vroeg de rech
ter nogmaals.
„Zeker."
„U hebt straks verklaard, dat hy over den
koop van een maaimachine handelde,
„Ja."
„Maar hy handelde nog over iets anders
de brief bevatte óók een verzoek om crediet!"
Het was alsof de rechter een schot afvuur
de, zoo scherp werd het gezegd.
Toen de landheer niet direct antwoord gaf,
alleen maar vaag knikte, vervolgde dr.
Thingsted
„Ik heb den rechter van instructie in Ko
penhagen getelegrafeerd by den agent van
de machinefabriek inzage te laten nemen
van den brief, die, zooals ik verwachtte, nog
in diens archief aanwezig was. Het telegrafi
sche antwoord uit de hoofdstad is zooeven
binnengekomen en ik moet tot myn spyt
zeggen, dat het ten zeerste in uw nadeel is.
Het is heel jammer dat u niet de waarheid,
tenminste niet de volle waarheid hebt ge
sproken, meneer Bruhn. In den brief aan den
agent schreef u inderdaad over den koop van
'n maaimachine, maar tegelykertijd verzocht
u hem uitstel van betaling tot Augustus, met
de verzekering dat u dan prompt de vorde
ring zoudt kunnen voldoen. Een dergeiyk be-
volgend werkend kind. Hieraan is echter de
voorwaarde verbonden, dat deze verhooging
en de bepaling betreffende de vrijlating van
de eerste 5 gulden verdienste van een vrouw
met kinderen, niet naast elkander worden
toegepast. Komt het in een bepaald geval
voor, dat én de vrouw èn één of meer kinde
ren werken, dan wordt alleen toegepast de
regeling betreffende het vrijlaten van de
eerste 5 gulden verdienste van de vrouw. Het
resultaat voor de gemeente is, dat zy van
het rijk een bijdrage ontvangt, gerekend te
zyn ingegaan 9 Maart 1931 in de steunuit-
keeringen aan werkloozen in die vakken,
waarin naar het oordeel van het rijk crisis
werkloosheid heerscht. Welke groepen daar
toe worden gerekend en met welk percentage
de regeering zal steunen, moet alsnog nader
worden beslist.
Het Wilhelmïna-gasthuis.
Reeds vroeger heeft de gemeenteraad te
Amsterdam besloten op het terrein van het
Wilhelmina-gasthuis en wel langs het Jacob
van Lennepkanaal, twee chirurgische klinie
ken onder één dak, met tezamen driehon
derd bedden te doen bouwen.
Thans stellen Burg. en Weth. voor, hiertoe
over te gaan en voor den bouw en bijkomen
de werken in totaal 3.700.000 beschikbaar
te stellen.
RECHTSZAKEN
Kantongerecht te Middelburg.
De kantonrechter te Middelburg heeft in
de terechtzitting van 10 Juni 1931, veroor
deeld wegens
Als bestuurder van een rywiel buiten nood
zaak de linkerzyde van den weg houden J.
D. van B., te Vlissingen 1 b. s. 1 d. h.A. W.
te Koudekerke, P. V. te Middelburg, L. M. te
Kats en J. D. te Vlissingen, ieder 3 b. s.
3 d. h.met een rijwiel een verboden weg
berijden A. K. te Vlissingen 3 b. s. 3 d. h.
ryden met een motorrytuig zonder voldoende
remmen D. S. te Vlissingen f 10 b. s. 10 d.
h.fietsen zonder rem M. E. te Middelburg,
berisping dronkenschap op den openbaren
weg A. J. G., te Oost- en West-Souburg 15
b. s. 15 d. h.P. P. te Ierseke 10 b. s. 10 d.
h.idem, gepleegd bij vierde herhaling bin
nen een jaar, sedert zyn ontslag ui de R.W.
I. H. K. B. te Vlissingen, 21 d.h. en plaatsing
in een rykswerkinrichting voor den tyd van
één jaar als geleider van een hondenkar die
gebruiken anders dan met inachtneming van
de voorschriften omtrent de bevrachting ge
steld L. W. te Ritthem 5 b. s. 1 w. t.
overtreding ventverbod te Vrouwepolder Th.
P. te Leiden, 5 b. s. 5 d. h.
Een raadslid schendt het geheim.
Voor de rechtbank te Maastricht heeft gis^
teren terecht gestaan een raadslid van de
gemeente Eijsden, terzake van schending van
het geheim van een besloten vergadering. Het
gold het noemen van de som, die geboden zou
worden door de gemeente voor een te koopen
terrein.
De eisch van het O.M. was 500 boete of
100 dagen hechtenis.
MARINE EN LEGER
Gedurende het verblyf van Hr Ms. pantser-
dekschip „Gelderland" te Aarhuus zal de
correspondentie voor de opvarenden van 5 tot
en met 11 Juli a.s dagelijks worden verzonden
met den trein van 6 uur 20 uit Amsterdam.
Correspondentie, welke nog wordt ontvan
gen na de verzending op 11 Juli, zal naar Den
Helder worden verzonden.
De kapitein-luitenant ter zee J. A. V.
Swenker wordt binnenkort uit Oost-Indië hier
te lande terugverwacht.
By Kon. besluit van 10 Juni is aan den
officier van den marinestoomvaartdienst der
le klasse G. J. de Groot, met ingang van 16
Juli, wegens langdurigen dienst eervol int-
slag uit den zeedienst verleend.
langryk feit hebt u kalmweg verzwegen En
met welk geld was u van plan die machine
te betalen
„Ik kan daarop alleen maar antwoorden,
wat ik straks heb verklaard. In de eerste
plaats dacht ik dat het geld wel uit den
oogst zou komen en ik had nu eenmaal het
vaste geloof dat myn financieele toestand zou
verbeteren."
„Voor die hoop bestond evenwel geen en
kele redelyke grondMaar het is een
feit, dat u de machine op den vervaldatum
betaald hebt. Dat deed u óók met het geld
van de assurantie, nietwaar
„Dat is juist."
„En is dus geschikt-om myn verdenking te
bevestigen", vulde de rechter aan. „Het staat
vast, dat uw financieele toestand onmiddel
lijk vóór den brand uiterst precair was."
„Ik was met hart en ziel aan het oude huls
gehecht", bracht de ritmeester in het
midden."
„Maar dat neemt niet weg dat alleen de
assurantie-penningen u uit de misère kon
den helpen en u daarom buitengewoon gele
gen kwamen
De landheer antwoordde niet. Dr. Thing
sted had een manier om conclusies te trek
ken, waartegen een verdachte niet veel kon
inbrengen
„Waarom hebt u straks niet gezegd", ging
de rechter voort, „dat de brief aan den agent
ook een verzoek om crediet bevatte? U had
toch moeten begrijpen, dat ik trachten zou
inzage van dien brief te krijgen. Zie ik er uit
als iemand die zich met 'n kluitje in het riet
laat sturen
„Neen", gaf de ritmeester volmondig toe,
Verstopping en slechte
spijsvertering maken U
ellendig en humeuriq.
Neem bijtijds de zeer 5\
zacht werkende Foster's \\y
Maagpillen, het bekende
en beste laxeermiddel.
Alom verkrijgbaar A f 0.65 per flacon.
De officier van den marine-stoomvaart
dienst 2e klasse J. Lugtenburg, die bestemd
is voor den dienst in Oost-Indië, zal Woens
dag met het motorschip „Dempo" uit Rotter
dam daarheen vertrekken.
Opgave van overgeplaatste onderofficieren
der marine
Schipper G. Hollander van het wachtschip
te Willemsoord naar de „Van Speijk" ma
joor-konstabel J. M. Harms van het wacht
schip te Willemsoord naar de Kooij.
Ondervolgende onderofficieren zijn bestemd
een der eerstvolgende maanden naar Oost-
Indië te worden uitgezonden
Sergeant-konstabel P. H. van de Pavert,
sergeant-telegrafist P. Mathijsen, majoor-
torpedomaker J. Dijkstra, id. A. J. Steendam,
sergeant-torpedomaker J. A. A. Essink, ma
joor-machinist A. D. Haak, id. J. Stadtman,
sergeant-hofmeester H. Edens, id. W. F. Hen-
ninck en adjudant-onderofficier-machinist
A. Th. H. Gebbink.
Bij Kon. besluit van 10 Juni zijn, met in
gang van 7 Juli 1931 benoemd bij het reser-
vepersoneel der landmachtby het wapen
der infanterie, tot reserve le luitenant by
hun tegenwoordig korps, de reserve 2e luite
nants F. A. C. M. van Hasselt, van het 3e
reg. infanterie A. H. Simons, van het 3e
reg. infanteriebij het wapen der artillerie
tot reserve le luitenant bij hun tegenwoordig
korps de reserve 2e luitenants E. Nygh, C. A.
L. Zegers, P. C. van Loon, L. W. Schuiling
en A. Boekkooi, allen van het regiment
kustartillerie is benoemd, by het reserve
personeel der landmacht, bij het personeel
van den geneeskundigen dienst, tot reserve
officier van gezondheid der eerste klasse, de
reserve-officier van gezondheid der 2e klasse
J. W. Jacobze, met ingang van 1 Augustus.
De dienstplichtigen der lichting 1931, aan
gewezen voor de officiersopleiding bij de regi
menten grenadiers en jagers, het le, 2e, 3e, 4e,
6e, 8e, 9e, 10e, He, 12e, 13e, 14e, 15e, 17e, 19e
en 22e regiment infanterie, die by het voor
oefeningsinstituut in den rang van sergeant-
titulair aangesteld, aan het examen voor
vaandrig voldaan, doch nog niet in dien rang
zyn aangesteld, keeren by het korps, waar
voor zij bestemd zyn, 6 Juli onder de wapenen
en vertrekken 5 September d.a.v. met groot
verlof.
KERK- EN SCHOOLNIEUWS
Ned. Herv. Kerk. Drietal te Amsterdam
(vacature dr. De Hartog) ds. A. Altena te
Rynsburg, ds. J. P. C. Eerhard te Workum
en ds. W. G. G. Beerekamp te Nunspeet
Jubileum dr. G. J. WeylancL
Dr. G. J. Weyland, de bekende voorzitter
van de Algemeene Synode der Ned. Herv.
Kerk, hoopt Zaterdag 20 Juni a.s. te geden
ken, dat hij vóór 45 jaar in het ambt werd
bevestigd. De jubilaris werd 27 April 1860 te
Groningen geboren uit een familie waarvan
verschillende personen Ned. Herv. predikant
zyn geweest. Hy bezocht in zijn geboortestad
het gymnasium en de universiteit. In 1885
werd hij candidaat in Noord-Brabant, terwyl
hy 20 Juni 1886 in Austerlitz als zyn eerste
gemeente werd bevestigd. Gedurende zyn
verblyf aldaar promoveerde hy 7 November
1888 aan de Groningsche universiteit op een
proefschrift over „Omwerkings- en compila
tie-hypothesen, tófegepast op de Apocalypse
en er was iets in zyn toon, dat de rechter
gerust als een compliment mocht opvatten.
„Welnu", klonk het, iets minder stroef en
onvriendelyk dan zooeven, „waarom hebt u
dan niet direct verteld hoe de zaak precies in
élkaar zit
„Dat zal ik u zeggen, edelachtbare. De brief
begint eigenlyk nu pas beteekenis voor my
te krijgen. Als ik inderdaad brand had ge
sticht en dien brief niet als volmaakt-onbe
langrijk had beschouwd, maar integendeel als
een document dat zeer bezwarend voor my
zou kunnen worden, dan zou ik den inhoud
heusch wel woord voor woord in myn geheu
gen hebben geprent. Pas toen ik straks eeni
ge uren met mijn geheugen alleen was, zyn
alle by zonderheden my weer ingevallen. Als
u my niet vóór was geweest, zou ik u uit my-
zelf van die credietaanvrage hebben verteld."
„Zoo, zoo Nu, dan ziet u, dat de een
zaamheid een goeden invloed op uw geheu
gen heeft gehad. Een van de motieven voor
voorloopige hechtenis is immers juist, dat de
gearresteerde rustige gelegenheid krygt om
zyn gedachten geheel op het probleem van
het gepleegde misdrijf te concëntreeren. U
moet volstrekt niet denken dat dit een kwes
tie van plagerij is, of de wensch om leed te
doen. Maar alleen de voorloopige hechtenis
kan u volkomen van elke verdenking zuive
ren en beletten dat belangrijke sporen en
aanwy zingen worden uitgewischt of ver-
wyderd."
(Wordt vervolgd.)