Vlissingsche Courant TWEEDE BLAD GEMEENTEBESTUUR BINNENLAND FEUILLETON Het vruchteloos offer. FOSTERS M AAGP1LLEN van da van Dinsdag 16 Juni 1931. No. 139. HINDERWET. Burg. en Weth. van Vlissingen Gelet op art. 3 der Hinderwet, brengen ter openbare kennis, dat by hun besluit a, van 15 'Juni 1931 aan J. GOEDBLOED, alhier op de daarbij gestelde voorwaarde vergunning is verleend tot het uitbreiden van zijn inrichting voor machinale houtbe werking door het bijplaatsen van een 3 P.K. elcctro-motor voor het drijven van een frais- bank in het perceel, kadastraal bekend ge meente Vlissingen Sectie A No. 1518, plaat selijk gemerkt Glacisstraat No. 93, b. van 15 Juni 1931 aan J. VISSER, alhier, vergunning is verleend tot het uitbreiden van de bestaande fabriek voor het bereiden van melk en melkproducten door het bijplaatsen van verschillende motors, in het perceel, ka dastraal bekend gemeente Vlissingen Sectie B No. 1298, plaatselijk gemerkt Glacisstraat No. 163. Vlissingen, 16 Juni 1931. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. GEWAPENDE DIENST. Collecte ten behoeve van het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst. Burgemeester en Wethouders van Vlis singen maken bekend, dat de gewone jaarlijksche collecte, ten behoeve van het fonds tot aan moediging en ondersteuning van den gewa penden dienst in Nederland gehouden zal worden op Donderdag 18 Juni a.s. en noodi- gen een ieder uit deze collecte te willen ge denken. Vlissingen, 16 Juni 1931. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F, BISSCHOP. De Koninklijke familie naar Parijs. Met den gewonen avondtrein, welke om half negen van het Centraal Station te Am sterdam vertrekt en waarin de Koninklijke rijtuigen, benevens een slaapwagen voor het gevolg waren gekoppeld zijn gisterenavond H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Julia na naar de Fransche hoofdstad vertrokken. De Koningin en de Prinses arriveerden tegen half negen met klein gevolg per auto van Soestdijk voor de Koninklijke ingang van het Station. Direct begaf H.M. zich naar den voor haar gereedstaanden trein. Prins Hendrik is te 's-Gravenhage In den trein gestapt. Gedurende het oponthoud van den trein stonden de Koningin en de Prinses voor één der ramen. De Prins werd uitgeleide gedaan door zijn adjudant, luitenant Ier zee le klasse Ter- mijtelen, terwijl mede op het perron aanwe zig was mr. F. A. C. graaf van Lynden van Sandenburg, vice-president van den Raad van State, met wien de Koninklijke familie zich nog even onderhield. Het op het perron aanwezige publiek heeft de Koninklyke personen bij het vertrek van den trein hartelijk toegejuicht. Een verhaal uit een Nabij Verleden. Naar het Deensch van CARL MUUSMANN 12) .Aan wien was die brief gericht ..Aan den Kopenhaagschen agent van de Machinefabriek Wood en Co." „Waarover handelde de brief „Over den koop van een maaimachine." „0ver4niets anders?" „Neen." „Goed", zei de rechter. „Neemt u mij niet kwalyk, maar tot mijn spijt moet ik u een Paar uur hier houden, ritmeester. Ik zal u een wachtkamer laten aanwijzen. Als u een °f anderen wensch hebt, zegt u het maar." By de deur bleef Bruhn een oogenblik staan, alsof hjj iets wilde zeggen. „Hm!" klonk het norsch uit Thingsted's toond. Maar de ritmeester had zich alweer omge keerd en volgde den bewaarder, die op het bellen van den rechter verschenen was, naar buiten. Or. Thingsted scheurde een telegramfor mulier van een bloc af en vulde het in. Toen belde hij weer. „Breng den heereboer Hansen binnen", richtte hij zich tot den ouden gerechtsdie- jm&r, die weer terugkwam. „We zullen eens kijken of ons mannetje al murw gewor den is l»« Spoorwegen cn vrachtpolitiek. De politiek der Nederlandsche spoorwegen maakte reeds menigmaal een onderwerp van bespreking uit, betoogt de „Limburger Koe rier". Daarbij werd de critiek veelal niet ge spaard, omdat die politiek in vele kringen geen onverdeelde bewondering ondervindt. De Nederlandsche spoorwegen vormen nl. een monopolistisch bedrijf. Ondernemingen, welke niet aan een waterverbinding gelegen zijn, zijn voor den aan- en afvoer hunner goederen geheel op de spoorwegen aangewe zen. Van dezen toestand wordt door de spoor wegen vaak een dankbaar, maar voor het be drijf minder prettig, gebruik gemaakt. Wanneer in dezen crisistijd bedrijven, welke in moeilijkheden verkeeren, ook al tengevolge van buitenlandsche concurrentie of van in voerrechten, welke door het buitenland op Nederlandsche producten geheven worden, bij de spoorwegen komen met het verzoek om door verlaging d - vrachttarieven de con- currentie-mogelijkheid te verruimen, klopt men veelal aan doovemansdeur. Nog onlangs ondervonden dat Nederland sche groentenexporteurs. Deze vervoerden hun producten daarop eenvoudig met vrachtauto's. Toen werden de spoorwegen wat soepeler en boden den groentenexporteurs eenige kor ting op de vrachtprijzen. Wat moet van een dergelijke houding ge dacht worden Is het feitelijk iets anders dan het gebruik maken van een machtpositie, omdat men meende, dat men de spoorwegen niet missen kon? Hoe staat het hier in Limburg met de ta rieven voor het kolenvervoer Wat doen de Nederlandsche spoorwegen om door hun tarieven-politiek de mijnen in de gelegenheid te stellen de concurrentie met het buitenland vol te houden Zijn de kolenvrachten niet practisch de sluitpost op de begrooting van de Nederland sche spoorwegen Uit een en ander blijkt, dat de spoorwegen zich niet bewust zijn van de dienende rol, die zij in het bedrijfsleven te vervullen hebben, niet begrijpen, dat 'het de taak is van het transportwezen het bedrijfsleven te steunen, waar de omstandigheden zulks vereischen. Zeker, ook de spoorwegen dienen commer cieel beheerd te worden, maar dit sluit niet uit, de noodige soepelheid in de tarievenpo litiek te betrachten. Al zal dit in deze omstandigheden een offer vragen van de spoorwegen, daardoor wordt voorkomen, dat de spoorwegen later zelf een nóg grooter offer moeten brengen, wanneer de nood der tijden de ondernemingen zou verplichten tot vermindering van productie en verzending, wellicht zelf tot sluiting van bedrijven. Landbouw en industrie kunnen in deze om standigheden niet verder zonder daadwerke- lyken steun, ook op het terrein der vrachten tarieven. Verwezen mag hierbij worden naar het voorbeeld van Duitschland, waar de spoor wegen steeds bereid zijn, door eeji rationeele vrachtenpolitiek het vervoer der eigen inland - sche productie van allerlei aard te vergemak kelijken en goedkooper te maken. De zeggenschap van den Nederlandschen Staat in de Ned. spoorwegen is reeds groot. De vraag dient te worden gesteld, of niet gestreefd dient te worden naar een zoodanige uitbreiding van dien invloed, dat ook de Ne derlandsche spoorwegen gedwongen kunnen worden hun dienende rol naar behooren te vervullen. Taalzuiverheid. Bij de uitreiking van getuigschriften aan leerlingen van den Handelscursus voor den Middenstand te 's-Gravenhage heeft de di recteur, de heer dr. J. A. Nederbragt, een rede gehouden over het gebruik der Neder landsche taal en de wenschelijkheid om meer dan tot heden g schiedt, ook bij het verta len uit een vreemde in de eigen taal, de Ne derlandsche taal zoo zuiver mogelijk te schrijven. Het was den directeur opgevallen, dat een leerling met uitnemende cijfers voor het HOOFDSTUK VU. De twee uur dat hij in het gerechtsgebouw moest wachten, vielen ritmeester Bruhn on noemelijk lang. Nu eens dacht hy aan zijn vrouw en doch ter, aan zyn vrienden en kennissen en zijn personeel, die nu zouden weten, dat hy offi cieel onder verdenking van brandstichting stonddan ontwaakte de hoop in hem dat hy volkomen gerehabiliteerd uit het verhoor te voorschijn zou komen. Eindelijk, eindelijk kwam de oude gerechts dienaar hem weer roepen. Hij had het ge voel alsof hij den heelen dag in het justitie- gebouw had doorgebracht en toch was het pas vyf uur, terwijl hij om half drie was gekomen. Toen hij de zaal betrad en naar het ge- zcht van den rechter keek, vond de rit meester dat dat nog somberder en strenger dan straks stond. Het verhoor werd onmiddellijk hervat. „U was dus niet thuis, toen de brand uit brak „Neen." „U weet natuurlijk dat dit in zekeren zin een alibi is. Maar u begrijpt waarschijnlijk óók, dat er 'n soort van alibi bestaat, dat de verdenking eerder sterker dan zwakker maakt." De landheer antwoordde niet. Hij meende in de woorden van den rechter méér dan een theoretische opmerking te hooren.... „Drie uur voor den brand ging u van huis. U bent wel lang uitgebleven voor een rit naar de stad heen en weer. Er was haast bij den brief, nietwaar?" examen in de eigen taal en met even mooie voor twee vreemde talen, het bij de vertaling in de eigen taal niet zoo precies nam. De heer dr. Nederbragt achtte het noodzakelijk om op dit verschijnsel ernstig de aandacht te vestigen, wijl het veelvuldig voorkomt. De directeur vestigde er bijzonder de aandacht van alle ook voor andere vakken geslaagde leerlingen op, omdat naar zijn oordeel het zuiver kennen der moedertaal in het leven een voorsprong geeft, juist omdat de meer derheid met de eigen taalkennis het niet zoo nauw neemt. Voorlichting- bij beroepskeuze. Sedert eenigen tijd bestaat een „Centraal Comité van samenwerking inzake Voorlich ting bij Beroepskeuze", samengesteld uit af gevaardigden van de drie landelijke beroeps- keuze-centrales, n.l. het R.K. Centraal Ziel kundig Beroepskantoor, de Christelijke Psy chologische Centrale voor School en Beroep en de Vereeniging tot Bevordering der Voor lichting bij Beroepskeuze. Het comité heeft tot doel, de voorlichting bij beroepskeuze in Nederland te bevorderen en de onderlinge samenwerking tot stand te helpen brengen. Met financieelen steun der regeering is het mogelijk geworden over te gaan tot het stich ten van een centraal secretariaat van ge noemd comité. Tot secretaris is benoemd, met goedkeuring van het gemeentebestuur van 's-Gravenhage, de heer G. Koning, directeur van het gemeente-bureau voor beroepskeuze aldaar. In het gebouw Prinsegracht 65, waar het gemeente-bureau voor beroepskeuze is gevestigd, heeft nu ook het centraal secreta riaat van genoemd comité huisvesting gevon den. Uit den steun en de medewerking, zoo wel van de regeering als van het gemeente bestuur van 's-Gravenhage, blijkt de waar deering van het belang, in goede voorlichting bij beroepskeuze gelegen. Het centraal comité van samenwerking in zake voorlichting bij beroepskeuze hoopt de voorlichting landelijk krachtig te bevorderen en stelt zich voor, de plaatselijke bureaux en commissies de noodige documentatie te bieden. Loonen en arbeidsduur in de metaalnijverheid. De vijfde aflevering van het maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek bevat het overzicht van de loonen en den ar beidsduur gedurende het tweede halfjaar 1930 van arbeiders, werkzaam in ondernemingen in de metaalindustrie, volgens hetwelk de ge middelde loonen over het tweede halfjaar 1930 in vele gevallen eenigszins hooger zijn dan die in het eerste halfjaar. Naar het Cen traal Bureau van werkgeverszijde vernam, is deze verhooging o.a. ontstaan, doordat in de zen tijd van malaise de minst bekwame, dus de minst betaalde arbeiders het eerst ont slagen zijn. Het aantal arbeiders is in ver schillende gemeenten verminderd. Voor de arbeiders van 21 jaar en ouder in alle ge meenten'le zamen bedraagt deze verminde ring bij de geschoolden 15 bij de geoefen- den 12 en bij de ongeschoolden 27 Uit de cijfers nopens den arbeidsduur blijkt dat 90 der arbeiders, werkzaam in 84 der ondernemingen, 48 uur per week werkte 9 de arbeiders, werkzaam in 12 der onder nemingen, werkte korter van 48 uur en 2 der arbeiders in 5 der ondernemingen lan ger dan 48 uur per week. Regeling van den werkloozensteun. Bij het gemeentebestuur van 's-Graven hage is een schrijven van den minister van binnenlandsche zaken en landbouw ingeko men, waarin ook het punt der steunregeling, waaromtrent nog eenig verschil bestond, tot oplossing is gebracht, zoodat thans overeen stemming is verkregen- Op grond van de getroffen regeling, die overigens in het algemeen overeenkomt met ae bestaande, zal in het vervolg de kinder toeslag, ""oer zooveel betreft werkende kin deren, verhoogd worden en welmet 1 gul den voor het eerste en met 50 cents voor elk „In zooverre dat hij vóór het vertrek van den eersten ochtendtrein in de stad moest zijn. Zooals ik al eerder heb gezegd, edel achtbare, grijpt men op het land gaarne een gelegenheid aan om een flin£en rit te kun nen maken en als oud-huzaar ben ik natuur lijk een hartstochtelijk ruiter en dien avond had ik bovendien bijzondere behoefte aan lichaamsbeweging." „Dus de brief had haast T' vroeg de rech ter nogmaals. „Zeker." „U hebt straks verklaard, dat hy over den koop van een maaimachine handelde, „Ja." „Maar hy handelde nog over iets anders de brief bevatte óók een verzoek om crediet!" Het was alsof de rechter een schot afvuur de, zoo scherp werd het gezegd. Toen de landheer niet direct antwoord gaf, alleen maar vaag knikte, vervolgde dr. Thingsted „Ik heb den rechter van instructie in Ko penhagen getelegrafeerd by den agent van de machinefabriek inzage te laten nemen van den brief, die, zooals ik verwachtte, nog in diens archief aanwezig was. Het telegrafi sche antwoord uit de hoofdstad is zooeven binnengekomen en ik moet tot myn spyt zeggen, dat het ten zeerste in uw nadeel is. Het is heel jammer dat u niet de waarheid, tenminste niet de volle waarheid hebt ge sproken, meneer Bruhn. In den brief aan den agent schreef u inderdaad over den koop van 'n maaimachine, maar tegelykertijd verzocht u hem uitstel van betaling tot Augustus, met de verzekering dat u dan prompt de vorde ring zoudt kunnen voldoen. Een dergeiyk be- volgend werkend kind. Hieraan is echter de voorwaarde verbonden, dat deze verhooging en de bepaling betreffende de vrijlating van de eerste 5 gulden verdienste van een vrouw met kinderen, niet naast elkander worden toegepast. Komt het in een bepaald geval voor, dat én de vrouw èn één of meer kinde ren werken, dan wordt alleen toegepast de regeling betreffende het vrijlaten van de eerste 5 gulden verdienste van de vrouw. Het resultaat voor de gemeente is, dat zy van het rijk een bijdrage ontvangt, gerekend te zyn ingegaan 9 Maart 1931 in de steunuit- keeringen aan werkloozen in die vakken, waarin naar het oordeel van het rijk crisis werkloosheid heerscht. Welke groepen daar toe worden gerekend en met welk percentage de regeering zal steunen, moet alsnog nader worden beslist. Het Wilhelmïna-gasthuis. Reeds vroeger heeft de gemeenteraad te Amsterdam besloten op het terrein van het Wilhelmina-gasthuis en wel langs het Jacob van Lennepkanaal, twee chirurgische klinie ken onder één dak, met tezamen driehon derd bedden te doen bouwen. Thans stellen Burg. en Weth. voor, hiertoe over te gaan en voor den bouw en bijkomen de werken in totaal 3.700.000 beschikbaar te stellen. RECHTSZAKEN Kantongerecht te Middelburg. De kantonrechter te Middelburg heeft in de terechtzitting van 10 Juni 1931, veroor deeld wegens Als bestuurder van een rywiel buiten nood zaak de linkerzyde van den weg houden J. D. van B., te Vlissingen 1 b. s. 1 d. h.A. W. te Koudekerke, P. V. te Middelburg, L. M. te Kats en J. D. te Vlissingen, ieder 3 b. s. 3 d. h.met een rijwiel een verboden weg berijden A. K. te Vlissingen 3 b. s. 3 d. h. ryden met een motorrytuig zonder voldoende remmen D. S. te Vlissingen f 10 b. s. 10 d. h.fietsen zonder rem M. E. te Middelburg, berisping dronkenschap op den openbaren weg A. J. G., te Oost- en West-Souburg 15 b. s. 15 d. h.P. P. te Ierseke 10 b. s. 10 d. h.idem, gepleegd bij vierde herhaling bin nen een jaar, sedert zyn ontslag ui de R.W. I. H. K. B. te Vlissingen, 21 d.h. en plaatsing in een rykswerkinrichting voor den tyd van één jaar als geleider van een hondenkar die gebruiken anders dan met inachtneming van de voorschriften omtrent de bevrachting ge steld L. W. te Ritthem 5 b. s. 1 w. t. overtreding ventverbod te Vrouwepolder Th. P. te Leiden, 5 b. s. 5 d. h. Een raadslid schendt het geheim. Voor de rechtbank te Maastricht heeft gis^ teren terecht gestaan een raadslid van de gemeente Eijsden, terzake van schending van het geheim van een besloten vergadering. Het gold het noemen van de som, die geboden zou worden door de gemeente voor een te koopen terrein. De eisch van het O.M. was 500 boete of 100 dagen hechtenis. MARINE EN LEGER Gedurende het verblyf van Hr Ms. pantser- dekschip „Gelderland" te Aarhuus zal de correspondentie voor de opvarenden van 5 tot en met 11 Juli a.s dagelijks worden verzonden met den trein van 6 uur 20 uit Amsterdam. Correspondentie, welke nog wordt ontvan gen na de verzending op 11 Juli, zal naar Den Helder worden verzonden. De kapitein-luitenant ter zee J. A. V. Swenker wordt binnenkort uit Oost-Indië hier te lande terugverwacht. By Kon. besluit van 10 Juni is aan den officier van den marinestoomvaartdienst der le klasse G. J. de Groot, met ingang van 16 Juli, wegens langdurigen dienst eervol int- slag uit den zeedienst verleend. langryk feit hebt u kalmweg verzwegen En met welk geld was u van plan die machine te betalen „Ik kan daarop alleen maar antwoorden, wat ik straks heb verklaard. In de eerste plaats dacht ik dat het geld wel uit den oogst zou komen en ik had nu eenmaal het vaste geloof dat myn financieele toestand zou verbeteren." „Voor die hoop bestond evenwel geen en kele redelyke grondMaar het is een feit, dat u de machine op den vervaldatum betaald hebt. Dat deed u óók met het geld van de assurantie, nietwaar „Dat is juist." „En is dus geschikt-om myn verdenking te bevestigen", vulde de rechter aan. „Het staat vast, dat uw financieele toestand onmiddel lijk vóór den brand uiterst precair was." „Ik was met hart en ziel aan het oude huls gehecht", bracht de ritmeester in het midden." „Maar dat neemt niet weg dat alleen de assurantie-penningen u uit de misère kon den helpen en u daarom buitengewoon gele gen kwamen De landheer antwoordde niet. Dr. Thing sted had een manier om conclusies te trek ken, waartegen een verdachte niet veel kon inbrengen „Waarom hebt u straks niet gezegd", ging de rechter voort, „dat de brief aan den agent ook een verzoek om crediet bevatte? U had toch moeten begrijpen, dat ik trachten zou inzage van dien brief te krijgen. Zie ik er uit als iemand die zich met 'n kluitje in het riet laat sturen „Neen", gaf de ritmeester volmondig toe, Verstopping en slechte spijsvertering maken U ellendig en humeuriq. Neem bijtijds de zeer 5\ zacht werkende Foster's \\y Maagpillen, het bekende en beste laxeermiddel. Alom verkrijgbaar A f 0.65 per flacon. De officier van den marine-stoomvaart dienst 2e klasse J. Lugtenburg, die bestemd is voor den dienst in Oost-Indië, zal Woens dag met het motorschip „Dempo" uit Rotter dam daarheen vertrekken. Opgave van overgeplaatste onderofficieren der marine Schipper G. Hollander van het wachtschip te Willemsoord naar de „Van Speijk" ma joor-konstabel J. M. Harms van het wacht schip te Willemsoord naar de Kooij. Ondervolgende onderofficieren zijn bestemd een der eerstvolgende maanden naar Oost- Indië te worden uitgezonden Sergeant-konstabel P. H. van de Pavert, sergeant-telegrafist P. Mathijsen, majoor- torpedomaker J. Dijkstra, id. A. J. Steendam, sergeant-torpedomaker J. A. A. Essink, ma joor-machinist A. D. Haak, id. J. Stadtman, sergeant-hofmeester H. Edens, id. W. F. Hen- ninck en adjudant-onderofficier-machinist A. Th. H. Gebbink. Bij Kon. besluit van 10 Juni zijn, met in gang van 7 Juli 1931 benoemd bij het reser- vepersoneel der landmachtby het wapen der infanterie, tot reserve le luitenant by hun tegenwoordig korps, de reserve 2e luite nants F. A. C. M. van Hasselt, van het 3e reg. infanterie A. H. Simons, van het 3e reg. infanteriebij het wapen der artillerie tot reserve le luitenant bij hun tegenwoordig korps de reserve 2e luitenants E. Nygh, C. A. L. Zegers, P. C. van Loon, L. W. Schuiling en A. Boekkooi, allen van het regiment kustartillerie is benoemd, by het reserve personeel der landmacht, bij het personeel van den geneeskundigen dienst, tot reserve officier van gezondheid der eerste klasse, de reserve-officier van gezondheid der 2e klasse J. W. Jacobze, met ingang van 1 Augustus. De dienstplichtigen der lichting 1931, aan gewezen voor de officiersopleiding bij de regi menten grenadiers en jagers, het le, 2e, 3e, 4e, 6e, 8e, 9e, 10e, He, 12e, 13e, 14e, 15e, 17e, 19e en 22e regiment infanterie, die by het voor oefeningsinstituut in den rang van sergeant- titulair aangesteld, aan het examen voor vaandrig voldaan, doch nog niet in dien rang zyn aangesteld, keeren by het korps, waar voor zij bestemd zyn, 6 Juli onder de wapenen en vertrekken 5 September d.a.v. met groot verlof. KERK- EN SCHOOLNIEUWS Ned. Herv. Kerk. Drietal te Amsterdam (vacature dr. De Hartog) ds. A. Altena te Rynsburg, ds. J. P. C. Eerhard te Workum en ds. W. G. G. Beerekamp te Nunspeet Jubileum dr. G. J. WeylancL Dr. G. J. Weyland, de bekende voorzitter van de Algemeene Synode der Ned. Herv. Kerk, hoopt Zaterdag 20 Juni a.s. te geden ken, dat hij vóór 45 jaar in het ambt werd bevestigd. De jubilaris werd 27 April 1860 te Groningen geboren uit een familie waarvan verschillende personen Ned. Herv. predikant zyn geweest. Hy bezocht in zijn geboortestad het gymnasium en de universiteit. In 1885 werd hij candidaat in Noord-Brabant, terwyl hy 20 Juni 1886 in Austerlitz als zyn eerste gemeente werd bevestigd. Gedurende zyn verblyf aldaar promoveerde hy 7 November 1888 aan de Groningsche universiteit op een proefschrift over „Omwerkings- en compila tie-hypothesen, tófegepast op de Apocalypse en er was iets in zyn toon, dat de rechter gerust als een compliment mocht opvatten. „Welnu", klonk het, iets minder stroef en onvriendelyk dan zooeven, „waarom hebt u dan niet direct verteld hoe de zaak precies in élkaar zit „Dat zal ik u zeggen, edelachtbare. De brief begint eigenlyk nu pas beteekenis voor my te krijgen. Als ik inderdaad brand had ge sticht en dien brief niet als volmaakt-onbe langrijk had beschouwd, maar integendeel als een document dat zeer bezwarend voor my zou kunnen worden, dan zou ik den inhoud heusch wel woord voor woord in myn geheu gen hebben geprent. Pas toen ik straks eeni ge uren met mijn geheugen alleen was, zyn alle by zonderheden my weer ingevallen. Als u my niet vóór was geweest, zou ik u uit my- zelf van die credietaanvrage hebben verteld." „Zoo, zoo Nu, dan ziet u, dat de een zaamheid een goeden invloed op uw geheu gen heeft gehad. Een van de motieven voor voorloopige hechtenis is immers juist, dat de gearresteerde rustige gelegenheid krygt om zyn gedachten geheel op het probleem van het gepleegde misdrijf te concëntreeren. U moet volstrekt niet denken dat dit een kwes tie van plagerij is, of de wensch om leed te doen. Maar alleen de voorloopige hechtenis kan u volkomen van elke verdenking zuive ren en beletten dat belangrijke sporen en aanwy zingen worden uitgewischt of ver- wyderd." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1931 | | pagina 5