FINGERS RIJWIELEN TWEEDE BLAD i7'/« pCt. ooo.-, GEMEENTEBESTUUR K Abnormale Tarwevoorraden bij broodbakkers. FEUILLETON DE DROOMER BINNENLAND PINKSTER ZONDER EIND. garage van JcvHcul iCHE )31 vendien de zekerd. van de nlnaal »65 1834 en CRED1ET- NIGING 1853, N.V, 1834 en CREDIET. :N1GING 1853, N.V, 1834 en CREDIET- :N1G1NG 1853, N.V, V. Woensdag 27 Mei 1931. No. 122, al hare vestigingen, A, al hare vestigingen, al hare vestigingen, van inschrijving op I :én coupon vervallende doch uiterlijk op 15 /isseld. Mei 1931. IJ, N.V. IK, N.V. AATSCHAPPIJ. IPERTZ 1834 EX iING 1853, N.V. HINDERWET. Burg. en Weth. van Vlissingen brengen ingevolge de artikelen 6 en 7 der Hinderwet ter openbare kennis, dat by hen is ingekomen een verzoek van de Firma J. W. VAN DER LINDE EN ZONEN te Vlissingen, om vergunning tot het uitbrei den van haar inrichting tot het bereiden van room- en consumptieijs door het bijplaatsen vanéén electro-motor van 2 P.K. dienende tot het drijven van een ijsmachine met con servator, en één electro-motor van /2 P.K. dienende tot het drijven van een conservator in het perceel kadastraal bekend Gemeente Vlissingen, Sectie A, no. 2916, plaatselijk ge merkt Boulevard Evertsen dat dit verzoek met de bijlagen, vanaf heden op de Gemeente-Secretarie (2e Afdeeling) ter visie zal worden gelegd en dat schriftelijk bezwaren bij hun college kunnen worden in gediend. Op den veertienden dag na heden, zijnde den 10 Juni 1931, zal ten Gemeentehuize, des voormiddags ten 11 ure, gelegenheid worden gegeven, om bezwaren tegen het uitbreiden dier inrichting in te brengen, terwijl daarbij zoowel de verzoekster als zij, die bezwaren indienen, in de gelegenheid worden gesteld deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoekster, als zij, die bezwaren inbrengen, kunnen gedurende drie dagen vóór den 10 Juni 1931, ter Gemeente-Secretarie (2e Afdeeling) van de ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen. Voorts zij er de aandacht op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep zijn gerechtigd zij, die niet overeen komstig artikel 7 der Hinderwet voor het ge meentebestuur of één of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Vlissingen, den 27 Mei 1931. Burg. en Weth. voornoemd, M. LAERNOES, L.B. De Secretaris, F. BISSCHOP. Zooals officieel bekend gesteld ligt het in de bedoeling van de regeering om op het tijd stip, waarop de maatregelen tot uitvoering van de Tarwe wet in werking zullen treden, over te gaan tot een scherpe controle van de bij de bakkers aanwezige voorraden bloem en kropmeel. Mocht blijken, dat zich bij de bak kers te groote voorraden, in verhouding tot hun normaal verbruik bevinden, dan zou daarvan het gevolg kunnen zijn, dat voor die voorraden geen vergunning tot het voorhan den hebben wordt gegeven, waardoor de be trokken bakkers in moeilijkheden komen. Het is te begrijpen, dat vele bakkers zich zeer zenuwachtig maken over de naaste toe komst, omdat ze zich tusschen twee vuren be vinden. Aan den eenen kant de meelfabrie ken, die met kracht hebben aangestuurd op voorraadvorming bij de bakkers en aan de andere zijde de uitvoerders der Tarwewet, die onjuiste praktijken hebben tegen te gaan. Wat is toch het geval Meelfabrieken zagen op een gegeven moment veel lagere meelpry- zen in het verschiet en het was hun belang om aan de bakkers zooveel mogelijk te ver- koopen, welke contracten zij t.z.t. goedkooper zouden kunnen indekken. De fabrieken heb ben van deze taktiek kunnen profiteeren, vooral nu ook de graanverkoopen van de Sovjets in hun kaart speelden. In de tot nu toe gepubliceerde jaarverslagen van meelfa- naar het Engelsch. 24) Was het niemand dan opgevallen, hoe slecht Fay er uitzag Had het niemand leed gedaan te hooren, dat zij van plan was Enge land te verlaten? Hij glimlachte. Hij zou wel een woordje tot haar spreken en haar dit plotseling besluit uit het hoofd praten. Ze ging, omdat ze zich gegriefd en beleedigd voelde. Nu, hij zou haar wonden wel heelen hij wist, hoe hij dit moest aanpakken. Hij kon immers toch niet buiten haarzelfs als hij trouwde, zou hij nog haar vriendschap willen behouden. Intusschen had mrs. Hastings zich tot Si- mon gewend, die, tegen den schoorsteen mantel geleund, als een weinig belangstel lend toeschouwer had toegekeken. ..Simon?" vroeg zij, „je hebt gehoord, wat Ik tegén de anderen zei Hetzelfde vraag ik Jou. Mag ik ook op je belofte rekenen ..Neen", antwoordde hij beslist. ..Je acht zeker je kans te gering om de uit werking te duchten van zulk een besluit ..Ik weet, dat ik mij niet in uw gunst mag Verheugen, nicht Annet. U heeft ook geen reden om goed over mij te denken. Maar ik zeg met Fay al kan ik het dan ook niet zoo mooi en welsprekend zeggen dat het mets aan myn besluit zou veranderen om brieken komt deze winstbron duidelijk naar voren. In het jaarverslag o.a. der meelfabrie ken der Nederlandsche bakkerijen wordt ronduit gezegd, dat niet alleen het verlies der eerste zeven maanden van 1930 werd inge haald, doch dat de overige vijf maanden voor een mooie winst zorgden. Op verschillende wijzen werden bakkers geanimeerd om abnormaal groote voorraden in te slaan, want hoe meer de meelfabrikan ten konden verkoopen, hoe grooter hun te maken winsten zouden zyn. Een der leuzen, die daarbij dienst deed, was de wenschelijk- heid om bij de inwerkingtreding van de Tar wewet, die aanvankelijk op 15 Mei zou zijn vastgesteld, over groote voorraden te beschik ken, daar men daardoor een winst zou kun nen toucheeren, die men anders niet zou kun nen incasseeren. Natuurlijk wisten de fabri kanten, dat hier het rijk der speculatie werd betreden, vandaar dat sterk werd aangedron gen op afname der gecontracteerde partijen en waarbij nog moeite werd gedaan om aan bakkers extra-ready-meel te spuien. Wanneer het tarwe-bureau zich streng aan de bepalingen houdt en abnormale voor raad-vorming onder de wet doet vallen zij heeft daartoe hei- recht, immers artikel 2 al. a 'zegtBij algemeenen maatregel van be stuur kan worden verboden of niet dan voorwaardelijk toegestaan het vervoeren, voorhanden hebben of afleveren van tarwe meel of tarwebloem, waarvan de samenstel ling niet voldoet aan eisch door onzen minis ter vastgesteld dan komen de bakkers in den knelzij zullen dit ten deele aan zich zelf, maar ook ten deele aan de meelfabri kanten te wijten hebben. Het Tarwebureau heeft hiervoor herhaaldelijk gewaarschuwd en zij, die op speciale wijze van de overgangs periode trachten te profiteeren, zullen het volle risico hebben te ondergaan. Wij willen echter één opmerking maken. Het zou o.i. niet verstandig zijn om bij de eerste toepassing der wet té rigoreus op te treden wij vinden het van het bedrijfsleven rationeel om van de „gaatjes" gebruik te maken. De ambtenaren van het Tarwebureau zullen zonder het algemeen belang te bena- deelen, hiermede ongetwijfeld rekening hou den, vandaar dat wij vermeenen den goeden raad te moeten geven om bakkers die abnor male voorraden aanhouden en daardoor de volle zwaarte van de wet op zich zullen voe len drukken, te inspireeren zich tot hunne eigen organisaties te wenden om de moeilijk heden nog zooveel mogelijk in onderling over leg te ondervangen. De plaatselijke organi saties kunnen zich dan met de meelfabri kanten en met de uitvoerders van de Tarwe wet in verbinding stellen opdat het geheel, met wat goeden wil, afdoende geregeld zal kunnen worden. De Koninklijke familie naar Parijs. De correspondent van de „N.R.Ct." te Pa rijs meldt Volgens de „Echo de Paris" zullen de Ko ningin, de Prins en de Prinses 16 Juni in het Elyssee het noenmaal gebruiken. Voor deze gelegenheid wordt het incognito opgeheven. Van de ministers zullen aanzitten Laval, Briand, Tardieu, Reynaud, Flandin en Rol- lin, onderscheidenlijk president van den mi nisterraad, minister van buitenlandsche za ken, van landbouw, van koloniën, van finan ciën en van handel. Geen te vrijgevige naturalisatie-politiek gewenscht. Naar aanleiding van de indiening van een wetsontwerp, waarbij een twintigtal buiten landers gulweg met het Nederlanderschap wordt begiftigd, is er in de Tweede Kamer wel zeer terecht op gewezen, dat ook een te vrijgevige naturalisatiepolitiek kan worden gedreven, aldus betoogt de .Limburger Koe rier". Gastvrijheid is een goede en schoone deugd, doch men betrachte haar onder de huidige tijdsomstandigheden met mate. De meeste landen zijn lang zoo scheutig niet met het verleenen van nationaliteits rechten als Nederland. Er werd door de Ka- mlss West ter zijde te staan, al zou ik er ook alles bij verliezen." .Welke naam denk je, dat voorloopig staat ingevuld op de schenkingsacte vroeg mrs. Hastings, het document van tafel opnemend en het open vouwend. „Het is de naam van dengene, dien het mijn hartewensch was tot legataris te kunnen maken. Het zal het bit terste oogenblik van mijn leven zijn, als ik mij genoodzaakt zou zien dien te veranderen. Komt u allen overtuigen." Haastig kwamen zij allen aan en een uit roep van verbazing ontsnapte aller lippen. Alleen Simon was niet naderbij gekomen. Op nicht Annette's herhaalde uitnoodiging trad hij nu ook aan de tafel ên las.... zijn eigen naam HOOFDSTUK XIX. „Ik denk, dat jullie allen ven-ast zijt" sprak mrs. Hastings, toen ze weer hun plaat sen hadden ingenomen. „Ik geloof niet, dat je een van allen vermoedde, dat het altijd mijn wensch is geweest, om zoo eenigszins mogelijk Simon, die toch eerst tot universeel erfgenaam was benoemd van de nalaten schap van den generaal, dan in ieder geval het legaat te kunnen vermaken. Bovendien stel ik veel meer belang dan ik ooit getoond heb in het edele plan, dat hij koesterde, toen hij zich nog millionnair waande, om hier the Abbey met het prachtige park te maken tot een paradijs voor arme kreupelen en verlam den. Maar, daar een honderd duizend pond nog niet veel beduiden, daar waar the Abbey eerst geheel afgebrokenzou moeten worden merleden o.m. aan herinnerd, dat de Belgi sche regeering tegenwoordig arbeidskaarten voor het werken in België aan personen van Nederlandsche nationaliteit weigert en dat ons land het volste recht heeft zich daarte gen te verweren door omgekeerd voor België naturalisatie te bemoeilijken. Wat hier van België wordt gezegd, geldt in ongeveer gelijke mate voor Duitschland. Nederlanders worden in hun blijvende vesti ging binnen de Duitsche grenzen op allerlei manieren belemmerd, doch omgekeerd maakt Nederland het aan Duitsche onderdanen vrij gemakkelijk hier te lande een bestaan te vin den en mettertijd burgerrechten te bekomen. De toeloop van vreemdelingen, die zich van de Nederlandsche nationaliteit willen verze keren, neemt om begrijpelijke redenen toe. Wanneer hij eenmaal als Nederlander is in geschreven, staan alle overheids- zoowel als particuliere betrekkingen voor hem open. Doch de arbeidsmarkt is op dit oogenblik ook in ons land zóó overvoerd, dat waarlijk, zoo lang nog ruim honderdduizend werklooze Nederlanders om een behoorlijke kostwinning vragen, aan het bevorderen van de toelating van buitenlanders tot die betrekkingen aller minst behoefte bestaat. De economische noodtoestand, waarin de omringende landèn verkeeren en waarbij de betrekkelijke welvaart in Nederland aanlok kelijk afsteekt, drijft een voortdurenden stroom vreemdelingen de grenzen over en ons land binnen, op zoek naar werk. Het ware stellig te wenschen, aldus het Limburgsche blad, dat de regeering niet al leen minder kwistig nationaliteitsbewijzen aan hen uitreikte, doch ook1 naar middelen zocht om dien stroom een weinig tegen te gaan. Daarom behoeft nog niet de toegang tot ons land voor buitenlanders, die zich hier blijvend willen vestigen, als een poort met zeven" sloten te worden bewaakt. Doch het is zeker een tijd om het „Wel kom, vreemdeling niet al te geestdriftig te beoefenen. „Onze Vloot". Gisteren hield de Koninkïyke Nederland sche Vereeniging „Onze Vloot" haar 25ste jaarvergadering in het gebouw Excelsior te 's-Gravenhage. Onder de aanwezigen was ook de oud-mi nister van oorlog, de heer J. J. C. van Dijk. Om half elf opende de voorzitter van het hoofdbestuur, de heer H. M. van Bemmelen, de bijeenkomst. Spreker gaf een overzicht van de afgeloo- pen vereenigingsjaren en daarna een blik in den tegenwoordigen toestand, om te eindigen met enkele beschouwingen over de toekomst. Wat de afgeloopen periode betreft, de 25 jaren, die achter ons liggen, geven duidelyk te zien, dat de vereeniging niet altijd op de zelfde wijze heeft kunnen werken, dat zij naar onze overtuiging verplicht werd ons een an deren koers te sturen, êri dat zij de bakens heeft moeten verzetten, toen het verloop van het getij zulks noodzakelijk maakte. Spr. herinnerde aan zijn voorganger, vice- admiraal A. G. Ellis, een der oprichters van de vereeniging, die haar tot grooten bloei bracht. Onder zijn leiding bleef de vereeni ging zich uitsluitend beperken tot het maken van gewone propaganda voor onze marine, geheel overeenkomstig het doel, zooals dat in de statuten was vastgelegd, daarmee be- oogende de kennis van en de belangstelling voor onze zeemacht bij het Nederlandsche volk aan te kweeken en het tevens te door dringen van de waarheid, dat voor het be houd van het ongerepte bezit van ons grond gebied, en in het bijzonder van onze Indische gewesten, een goede marine een eerste ver- eischte is, zoolang nog niet een regeling is tot stand gekomen, waardoor de verhoudingen tusschen de beschaafde staten, uitsluitend door het recht worden beheerscht. Diezelfde koers werd ook door „Onze Vloot" in den eersten tijd, nadat spr. in 1913 het voorzitterschap had .overgenomen, doorge stuurd. En daarnaast werden ook de belan gen behartigd van het personeel onzer marine en tijdens den wereldoorlog gezorgd voor de verpleging, ontspanning en verzorging van de manschappen, zoowel van de marine als van het leger. Maar langzamerhand en speciaal na den en dan in een ziekenhuis herschapen, ben ik bereid, een groot deel vsn mijn eigen midde len voor hetzelfde doel te schenken en the Abbey af te staan voor een kleiner huis. In Londen heb ik een zeer bekwaam architect geraadpleegd, zoodat het werk dadelijk ter hand genomen kan worden. Zou ik mij nu gedrongen zien om welke reden dan ook om een anderen legataris te kiezen, dan Simon, zou het heele plan in duigen vallen, want degene die dan het legaat kreeg, zou het waarschijnlijk vocfr zichzelven gebruiken. Nu ik alles dus zoo duidelijk heb toegelicht, Simon, wend ik mij nog eens tot jou met de vraag, of Je het nu nog zoo onmogelijk vindt om mij de belofte te doen, die ik van Je vergde Je weet nu, hoe veel er van afhangt. Dus antwoord niet overhaast, maar bedenk je eens goed." Van het oogenblik af, dat Simon zijn eigen naam gelezen had, voorloopig ingevuld op de schenkingsacte, was hij wel uitermate verrast geweest, maar na die openbaring van mrs. Hastings, wat betreft de schenking van the Abbey en de toezegging van een deel van haar eigen middelen, was hij niet langer bij machte, geregeld te denken en bleef hij dus ook het antwoord schuldig op de vraag van mrs. Hastings, die daarom voortging tot het heele gezelschap „De voorwaarde moet u dan wel heel be lachelijk hebben geschenen, maar bedenkt, dat het enkel was om der wille van Simon, dat ik overging tot dezen maatregel, omdat ik al lang vermoedde dat hij groote genegen heid voelde voor miss Westen door dezen oorlog kwam onze marine in verval, en toen er zelfs van regeeringswege nog niet de min ste teekenen kwamen, dat men de reorgani satie van den wederopbouw onzer zeemacht met ernst en kracht ter hand wilde nemen, heeft „Onze Vloot" zelf een plan doen ont werpen. Vervolgens bracht de secretaris, jhr. C. A. L. van der Wijck, het jaarverslag uit. Het ledental vermeerderde met 198 leden, zoodat op 31 December 1930 de vereeniging 6220 leden telde. Het verslag maakt vervolgens melding van het feit, dat sinds het optreden van mr. dr. L. M. Deckers als minister van defensie, de belangen van de marine van dat deel der weermacht, welke ons land als koloniale mo gendheid van den eersten rang dringend noodig heeft, wederom op den voorgrond werden gebracht. In de toekomst zal op den ingeslagen weg moedig worden voortgegaan, rekenend op den krachtigen steun van allen, die het wèl mee- nen met ons land en die mede willen strijden om den naam van Nederland als maritieme mogendheid hoog te houden. Om twaalf uur werden de deelnemers aan de algemeene vergadering van „Onze Vloot" ontvangen door het gemeentebestuur van 's-Gravenhage, in de zalen van het gebouw Javastraat 26. Met den burgemeester, jhr. mr. dr. Bosch ridder van Rosenthal waren aanwezig mr. De Wilde en Quant, wethouders. De burgemees ter hield een hartelijke toespraak. In de zalen van restaurant „De Twee Ste den" bood de afdeeling 's-Gravenhage een thee aan. Op deze thee recipieerde het hoofdbestuur tevens ter gelegenheid van het zilveren be- staansfeest der vereeniging. Een zeer groot aantal personen was aanwezig om het jubi- leerende bestuur hun gelukwenschen aan te bieden. Verhoogde werking van den Merapï. Zondagmiddag werd een verhoogde werking van den Merapi geconstateerd. Er werden zeven gloedwolken waargenomen in een tijd van vijf kwartier, waarbij een zoo laag, dat de heer Ecoma Versteeg van den Vulcanolo- gischen Dienst op het punt gestaan heeft om van Goenoeng Geno uit algemeen alarm over het bedreigde gebied te geven. De eerste gloedwolk, welke te 11 uur 31 werd waargenomen, was de grootste van de laat ste weken en ontwikkelde zeer imposante rookkolommen in typische kolossale grauw bruine bloemkoolvormen, dalend tot ongeveer 15 meter hoogte, hetgeen het laagste punt is sedert de eruptie. De afmetingen waren dus danig, dat op een oogenblik de zon werd ver duisterd voor een gezelschap uit Djocja, dat ongeveer op duizend meter afstand noorde lijker aanwezig was. De ontwikkeling der krachtig opbruisende wolken ging gepaard met een sterk gesis als gevolg van den vul- kanischen modderregen. Intusschen hadden constante lava-afstortingen plaats met doffe slagen, waardoor steenen op steenen in den bovenloop van het Blongkeng-hoofdravyn werden gestort, dat noordelijker ligt dan het ravijn waarin de gloedwolken eindigden en dat door een hoogen rug daarvan gescheiden is. De Vulkanologische Dienst tracht het verband na te gaan van het optreden der gloedwolken en de daling van de lava-prop, welke verschijnselen vertoonde alsof een groote afstorting begon. De vereenvoudigde spelling. Te Utrecht is een algemeene vergadering gehouden van de Vereeniging tot vereenvou diging van onze spelling. In deze vergadering werd door prof. R. Verdeijen uit Luik, na den groet der Vlaamsche zusterverenigingen te hebben overgebracht, een rede gehouden over de vereenvoudiging der spelling in België. Wat alle Vlamingen zonder onderscheid op dit oogenblik het meest hindert, meende spreker, is de bestaande verwarring, en hoe eerder daaraan een einde komt, hoe liever het hun zal zijn. Hij ziet in de bestaande verwarring en in den spellingstrijd zelf de teekens van een evolutiecrisis, welke het Nederlandsch zoowel in Vlaanderen als in Nederland doormaakt. Die crisis beperkt zich niet tot de spelling, maar doet zich sedert lang reeds gelden in de woordkunst. eisch, dat hij alle betrekking met haar zou verbreken, heb ik dus zoowel hemzelven als het geld bewaakt, dat hem door het legaat zou ten deel vallen. Dat hy er iets tegen zou hebben om deze belofte uit te spreken, kon ik niet geloovenwant ik weet dat miss West steeds met hem gespeeld heeft. Om zijn goeden naam heeft zy zich in het minst niet bekommerdzy heeft hem laten lyden voor hetgeen zy misdeed. Het lijkt dus on mogelijk, dat hij nog dralen zou". Dit zeg gende keek zij naar Simon, die roerloos stond, diep in gedachten verzonken. Hetgeen mrs. Hastings zei, was volkomen waar miss West had nooit in 't minst aan hèm gedacht. En nu, door een uiterst vreemde speling van het lot, stond zij tusschen hem en de verwezen lijking van zijn droom.... Toch kon hy er niet aan denken, zyn woord te breken had hy Nancy niet beloofd by die gelegenheid dat zy hem haar goud blond krulletje bood, dat hy haar zoo noodig ter zyde zou blijven staan tegenover ieder een, tegenover heel de wereld.... Wat een zelfopoffering zynerzyds hoorde er nu toe, om alles te vergooien met die en kele woorden „Ik kan het u niet beloven nicht Annet „Dit antwoord verwachtte ik wel", zei mrs. Hastings, met kwalyk-verholen ongeduld. Dat zelfzuchtige kind heeft waarschyn- lyk nog macht over je. Je hebt haar zeker je woord gegeven om haar vriend te blyven. Tot zy je van deze belofte ontslaat, verbeeld je je zeker, dat je aan je eer verplicht bent dit antwoord te geven. Ik zal miss West roe- Wat was zij toch „eenig", die Pinksteren één, Dat was zij in „tweevoud", die Pinksteren twéé. De Pinksteren „drie" was drie keer zoo fyn We smekken nog né, van dit Pinksterfestyn. Ach, was er geen dag doch zoo'n Pinksteren jaar en 't eeuwige leven die twee by elkaar. En steeds maar gedarteld in schynende zon Romantisch genietend, zooveel men maar kon. Een ketting van schakels, van vreugde aan vreugd, Een ring zonder einde, met eeuwige jeugd. Geen ziekte geen pijn geen oorlog geen strijd, Steeds levend in vrede altyd en altyd. Belasting betalen dat kenden wy niet Geen geld was er meer maar eeuwig crediet. Geen dief zou er zijn slechts „goed" en geen „kwaad" Het werd een herboren Paradyslyke staat. Politie justitie en bankdirecteur t Ging alles gearmd er stiekum van deur. Notaris en tandarts de beul en zyn knecht Zij vlochten slechts kransen voor 't graf van het „slecht". Het kwaad en het slecht „het was er geweest" Zy dansten niet mee op het Pinksterenfeest. Ha-Vee-Wee. Spreker is er van overtuigd, dat de vereen voudigde spelling van onze taal voor de Vla mingen de kortste en beste weg is naar nor male toestanden in spreek- en schryftaal. Zy zal de verspreiding van het algemeen be schaafd, m aansluiting aan het algemeen Nederlandsch ten zeerste bevorderen en een sterke steun zijn voor den opbloei van het Vlaamsche cultuurleven. De voorzitter, prof. dr. J. J. Salverda de Grave, antwoordde hoe uit die rede blykt, dat het in België niet alleen een kwestie is van vereenvoudiging, maar dat de zaak daar van veel hooger beteekenis is, daar zij kan bijdragen tot den bloei van het Nederlandsch in België. Enkele Pinkstercijfers. De Rotterdamsche electrische tram ver voerde op den eersten dag 382.000 passagiers (vorig jaar 382.441) en Maandag 418.100 (vo rig jaar 437.326). In totaal zyn met de Pink steren dit jaar 800.100 passagiers vervoerd en het vorige jaar 819.767. Op den Zaterdag voor Pinksteren vervoerde de R.E.T. 455.000 passagiers (vorig jaar 455.766). Het tramvervoer te 's-Gravenhage is tydens de Pinksterdagen ditmaal minder druk ge weest dan op de overeenkomstige dagen van het vorige jaar. Vervoerd werden Zaterdag vóór Pinksteren op de stadslijnen en buitenlynen ongeveer 233.000 passagiers, Zondag (len Pinkterdag) plm. 278.000 en Maandag circa 407.000 passa giers. Op de stadslynen was het vervoer Za terdag 6000 minder dan het vorige jaar. Bond voor Staatspensionneering. Gisteren hield de Bond voor Staatspen- sionnee^ing te Utrecht zyn jaarvergadering onder leiding van jhr. ir. R. de Muralt. Deze merkte in zijn openingsrede op, dat het aan tal van hen die staatspensioen ontberen, meer en meer toeneemt. In het jaarverslag werd mededeeling ge daan van een geleideiyke toeneming van leden. Een voorstel-Drachten om actie te voeren tegen het militairisme, daar de daaraan ver bonden uitgaven een belemmering zouden vormen voor de invoering van wetteiyke voorzieningen voor ouden van dagen, werd op AUTO-VERHUUR-INRICHTING TELEFOON 133 pen. Bel eens even I" „Dat hoeft nietklonk het onverwacht. En van achter het zware gordyn trad Nancy te voorschyn en sprak, zonder eenige schaamte of verlegenheid „Ik hoorde, dat veel van de bespreking van vandaag van my afhing. Dus besloot ik er ook by tegenwoordig te zyn." „Dan kreeg u uw gerechte straf, want u weetLuisteraars aan den wand, en zoo voort", zei mrs. Hastings boos. „Maar mak- kelyk is het welnu hebt u meteen gehoord den stand van zaken dat ik door uw mislei ding het tot een voorwaarde heb moeten stel len, dat de legataris van de honderddui zend pond my beloofde, alle vriendschapsbe trekkingen met u te verbreken. Dit heeft myn neef Simon geweigerdwaarschynyk door een dwaze belofte aan u. Heeft u daarop ook iets te zeggen „Ik zie niet in, waarom ik een van u beiden zcu verplichten', zei Nancy, met een harde, vastberaden uitdrukking op het gelaat. „Als u hem niet van zyn belofte ontslaat, zal hy niet voldoen aan de door my gestelde voorwaardehy zal het geld dus ook niet krijgen en even arm zyn als hy nu is. En als hy arm blyft, heeft zyn vriendschap voor u ook geen waarde, terwyi u er van op aan kunt, dat ik het goed met u maken zal, als u han delt zooals ik dit verlang." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1931 | | pagina 5