FINGERS RIJWIELEN
TWEEDE BLAD
i7'/« pCt.
ooo.-,
GEMEENTEBESTUUR
K
Abnormale Tarwevoorraden
bij broodbakkers.
FEUILLETON
DE DROOMER
BINNENLAND
PINKSTER ZONDER EIND.
garage van JcvHcul
iCHE
)31
vendien de
zekerd.
van de
nlnaal
»65
1834 en CRED1ET-
NIGING 1853, N.V,
1834 en CREDIET.
:N1GING 1853, N.V,
1834 en CREDIET-
:N1G1NG 1853, N.V,
V.
Woensdag 27 Mei 1931. No. 122,
al hare vestigingen,
A,
al hare vestigingen,
al hare vestigingen,
van inschrijving op I
:én coupon vervallende
doch uiterlijk op 15
/isseld.
Mei 1931.
IJ, N.V.
IK, N.V.
AATSCHAPPIJ.
IPERTZ 1834 EX
iING 1853, N.V.
HINDERWET.
Burg. en Weth. van Vlissingen
brengen ingevolge de artikelen 6 en 7 der
Hinderwet ter openbare kennis,
dat by hen is ingekomen een verzoek van
de Firma J. W. VAN DER LINDE EN ZONEN
te Vlissingen, om vergunning tot het uitbrei
den van haar inrichting tot het bereiden van
room- en consumptieijs door het bijplaatsen
vanéén electro-motor van 2 P.K. dienende
tot het drijven van een ijsmachine met con
servator, en één electro-motor van /2 P.K.
dienende tot het drijven van een conservator
in het perceel kadastraal bekend Gemeente
Vlissingen, Sectie A, no. 2916, plaatselijk ge
merkt Boulevard Evertsen
dat dit verzoek met de bijlagen, vanaf heden
op de Gemeente-Secretarie (2e Afdeeling) ter
visie zal worden gelegd en dat schriftelijk
bezwaren bij hun college kunnen worden in
gediend.
Op den veertienden dag na heden, zijnde
den 10 Juni 1931, zal ten Gemeentehuize, des
voormiddags ten 11 ure, gelegenheid worden
gegeven, om bezwaren tegen het uitbreiden
dier inrichting in te brengen, terwijl daarbij
zoowel de verzoekster als zij, die bezwaren
indienen, in de gelegenheid worden gesteld
deze mondeling en schriftelijk toe te lichten.
Zoowel de verzoekster, als zij, die bezwaren
inbrengen, kunnen gedurende drie dagen vóór
den 10 Juni 1931, ter Gemeente-Secretarie
(2e Afdeeling) van de ter zake ingekomen
schrifturen kennis nemen.
Voorts zij er de aandacht op gevestigd, dat
volgens de bestaande jurisprudentie niet tot
beroep zijn gerechtigd zij, die niet overeen
komstig artikel 7 der Hinderwet voor het ge
meentebestuur of één of meer zijner leden
zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren
mondeling toe te lichten.
Vlissingen, den 27 Mei 1931.
Burg. en Weth. voornoemd,
M. LAERNOES, L.B.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Zooals officieel bekend gesteld ligt het in
de bedoeling van de regeering om op het tijd
stip, waarop de maatregelen tot uitvoering
van de Tarwe wet in werking zullen treden,
over te gaan tot een scherpe controle van de
bij de bakkers aanwezige voorraden bloem en
kropmeel. Mocht blijken, dat zich bij de bak
kers te groote voorraden, in verhouding tot
hun normaal verbruik bevinden, dan zou
daarvan het gevolg kunnen zijn, dat voor die
voorraden geen vergunning tot het voorhan
den hebben wordt gegeven, waardoor de be
trokken bakkers in moeilijkheden komen.
Het is te begrijpen, dat vele bakkers zich
zeer zenuwachtig maken over de naaste toe
komst, omdat ze zich tusschen twee vuren be
vinden. Aan den eenen kant de meelfabrie
ken, die met kracht hebben aangestuurd op
voorraadvorming bij de bakkers en aan de
andere zijde de uitvoerders der Tarwewet,
die onjuiste praktijken hebben tegen te gaan.
Wat is toch het geval Meelfabrieken zagen
op een gegeven moment veel lagere meelpry-
zen in het verschiet en het was hun belang
om aan de bakkers zooveel mogelijk te ver-
koopen, welke contracten zij t.z.t. goedkooper
zouden kunnen indekken. De fabrieken heb
ben van deze taktiek kunnen profiteeren,
vooral nu ook de graanverkoopen van de
Sovjets in hun kaart speelden. In de tot nu
toe gepubliceerde jaarverslagen van meelfa-
naar het Engelsch.
24)
Was het niemand dan opgevallen, hoe
slecht Fay er uitzag Had het niemand leed
gedaan te hooren, dat zij van plan was Enge
land te verlaten? Hij glimlachte. Hij zou
wel een woordje tot haar spreken en haar
dit plotseling besluit uit het hoofd praten.
Ze ging, omdat ze zich gegriefd en beleedigd
voelde. Nu, hij zou haar wonden wel heelen
hij wist, hoe hij dit moest aanpakken. Hij
kon immers toch niet buiten haarzelfs als
hij trouwde, zou hij nog haar vriendschap
willen behouden.
Intusschen had mrs. Hastings zich tot Si-
mon gewend, die, tegen den schoorsteen
mantel geleund, als een weinig belangstel
lend toeschouwer had toegekeken.
..Simon?" vroeg zij, „je hebt gehoord, wat
Ik tegén de anderen zei Hetzelfde vraag ik
Jou. Mag ik ook op je belofte rekenen
..Neen", antwoordde hij beslist.
..Je acht zeker je kans te gering om de uit
werking te duchten van zulk een besluit
..Ik weet, dat ik mij niet in uw gunst mag
Verheugen, nicht Annet. U heeft ook geen
reden om goed over mij te denken. Maar ik
zeg met Fay al kan ik het dan ook niet
zoo mooi en welsprekend zeggen dat het
mets aan myn besluit zou veranderen om
brieken komt deze winstbron duidelijk naar
voren. In het jaarverslag o.a. der meelfabrie
ken der Nederlandsche bakkerijen wordt
ronduit gezegd, dat niet alleen het verlies der
eerste zeven maanden van 1930 werd inge
haald, doch dat de overige vijf maanden voor
een mooie winst zorgden.
Op verschillende wijzen werden bakkers
geanimeerd om abnormaal groote voorraden
in te slaan, want hoe meer de meelfabrikan
ten konden verkoopen, hoe grooter hun te
maken winsten zouden zyn. Een der leuzen,
die daarbij dienst deed, was de wenschelijk-
heid om bij de inwerkingtreding van de Tar
wewet, die aanvankelijk op 15 Mei zou zijn
vastgesteld, over groote voorraden te beschik
ken, daar men daardoor een winst zou kun
nen toucheeren, die men anders niet zou kun
nen incasseeren. Natuurlijk wisten de fabri
kanten, dat hier het rijk der speculatie werd
betreden, vandaar dat sterk werd aangedron
gen op afname der gecontracteerde partijen
en waarbij nog moeite werd gedaan om aan
bakkers extra-ready-meel te spuien.
Wanneer het tarwe-bureau zich streng
aan de bepalingen houdt en abnormale voor
raad-vorming onder de wet doet vallen zij
heeft daartoe hei- recht, immers artikel 2 al.
a 'zegtBij algemeenen maatregel van be
stuur kan worden verboden of niet dan
voorwaardelijk toegestaan het vervoeren,
voorhanden hebben of afleveren van tarwe
meel of tarwebloem, waarvan de samenstel
ling niet voldoet aan eisch door onzen minis
ter vastgesteld dan komen de bakkers in
den knelzij zullen dit ten deele aan zich
zelf, maar ook ten deele aan de meelfabri
kanten te wijten hebben. Het Tarwebureau
heeft hiervoor herhaaldelijk gewaarschuwd en
zij, die op speciale wijze van de overgangs
periode trachten te profiteeren, zullen het
volle risico hebben te ondergaan.
Wij willen echter één opmerking maken.
Het zou o.i. niet verstandig zijn om bij de
eerste toepassing der wet té rigoreus op te
treden wij vinden het van het bedrijfsleven
rationeel om van de „gaatjes" gebruik te
maken. De ambtenaren van het Tarwebureau
zullen zonder het algemeen belang te bena-
deelen, hiermede ongetwijfeld rekening hou
den, vandaar dat wij vermeenen den goeden
raad te moeten geven om bakkers die abnor
male voorraden aanhouden en daardoor de
volle zwaarte van de wet op zich zullen voe
len drukken, te inspireeren zich tot hunne
eigen organisaties te wenden om de moeilijk
heden nog zooveel mogelijk in onderling over
leg te ondervangen. De plaatselijke organi
saties kunnen zich dan met de meelfabri
kanten en met de uitvoerders van de Tarwe
wet in verbinding stellen opdat het geheel,
met wat goeden wil, afdoende geregeld zal
kunnen worden.
De Koninklijke familie naar Parijs.
De correspondent van de „N.R.Ct." te Pa
rijs meldt
Volgens de „Echo de Paris" zullen de Ko
ningin, de Prins en de Prinses 16 Juni in het
Elyssee het noenmaal gebruiken. Voor deze
gelegenheid wordt het incognito opgeheven.
Van de ministers zullen aanzitten Laval,
Briand, Tardieu, Reynaud, Flandin en Rol-
lin, onderscheidenlijk president van den mi
nisterraad, minister van buitenlandsche za
ken, van landbouw, van koloniën, van finan
ciën en van handel.
Geen te vrijgevige naturalisatie-politiek
gewenscht.
Naar aanleiding van de indiening van een
wetsontwerp, waarbij een twintigtal buiten
landers gulweg met het Nederlanderschap
wordt begiftigd, is er in de Tweede Kamer
wel zeer terecht op gewezen, dat ook een te
vrijgevige naturalisatiepolitiek kan worden
gedreven, aldus betoogt de .Limburger Koe
rier".
Gastvrijheid is een goede en schoone
deugd, doch men betrachte haar onder de
huidige tijdsomstandigheden met mate.
De meeste landen zijn lang zoo scheutig
niet met het verleenen van nationaliteits
rechten als Nederland. Er werd door de Ka-
mlss West ter zijde te staan, al zou ik er ook
alles bij verliezen."
.Welke naam denk je, dat voorloopig staat
ingevuld op de schenkingsacte vroeg mrs.
Hastings, het document van tafel opnemend
en het open vouwend. „Het is de naam van
dengene, dien het mijn hartewensch was tot
legataris te kunnen maken. Het zal het bit
terste oogenblik van mijn leven zijn, als ik
mij genoodzaakt zou zien dien te veranderen.
Komt u allen overtuigen."
Haastig kwamen zij allen aan en een uit
roep van verbazing ontsnapte aller lippen.
Alleen Simon was niet naderbij gekomen.
Op nicht Annette's herhaalde uitnoodiging
trad hij nu ook aan de tafel ên las.... zijn
eigen naam
HOOFDSTUK XIX.
„Ik denk, dat jullie allen ven-ast zijt"
sprak mrs. Hastings, toen ze weer hun plaat
sen hadden ingenomen. „Ik geloof niet, dat
je een van allen vermoedde, dat het altijd
mijn wensch is geweest, om zoo eenigszins
mogelijk Simon, die toch eerst tot universeel
erfgenaam was benoemd van de nalaten
schap van den generaal, dan in ieder geval
het legaat te kunnen vermaken. Bovendien
stel ik veel meer belang dan ik ooit getoond
heb in het edele plan, dat hij koesterde, toen
hij zich nog millionnair waande, om hier the
Abbey met het prachtige park te maken tot
een paradijs voor arme kreupelen en verlam
den. Maar, daar een honderd duizend pond
nog niet veel beduiden, daar waar the Abbey
eerst geheel afgebrokenzou moeten worden
merleden o.m. aan herinnerd, dat de Belgi
sche regeering tegenwoordig arbeidskaarten
voor het werken in België aan personen van
Nederlandsche nationaliteit weigert en dat
ons land het volste recht heeft zich daarte
gen te verweren door omgekeerd voor België
naturalisatie te bemoeilijken.
Wat hier van België wordt gezegd, geldt
in ongeveer gelijke mate voor Duitschland.
Nederlanders worden in hun blijvende vesti
ging binnen de Duitsche grenzen op allerlei
manieren belemmerd, doch omgekeerd maakt
Nederland het aan Duitsche onderdanen vrij
gemakkelijk hier te lande een bestaan te vin
den en mettertijd burgerrechten te bekomen.
De toeloop van vreemdelingen, die zich van
de Nederlandsche nationaliteit willen verze
keren, neemt om begrijpelijke redenen toe.
Wanneer hij eenmaal als Nederlander is in
geschreven, staan alle overheids- zoowel als
particuliere betrekkingen voor hem open.
Doch de arbeidsmarkt is op dit oogenblik ook
in ons land zóó overvoerd, dat waarlijk, zoo
lang nog ruim honderdduizend werklooze
Nederlanders om een behoorlijke kostwinning
vragen, aan het bevorderen van de toelating
van buitenlanders tot die betrekkingen aller
minst behoefte bestaat.
De economische noodtoestand, waarin de
omringende landèn verkeeren en waarbij de
betrekkelijke welvaart in Nederland aanlok
kelijk afsteekt, drijft een voortdurenden
stroom vreemdelingen de grenzen over en
ons land binnen, op zoek naar werk.
Het ware stellig te wenschen, aldus het
Limburgsche blad, dat de regeering niet al
leen minder kwistig nationaliteitsbewijzen
aan hen uitreikte, doch ook1 naar middelen
zocht om dien stroom een weinig tegen te
gaan.
Daarom behoeft nog niet de toegang tot
ons land voor buitenlanders, die zich hier
blijvend willen vestigen, als een poort met
zeven" sloten te worden bewaakt.
Doch het is zeker een tijd om het „Wel
kom, vreemdeling niet al te geestdriftig te
beoefenen.
„Onze Vloot".
Gisteren hield de Koninkïyke Nederland
sche Vereeniging „Onze Vloot" haar 25ste
jaarvergadering in het gebouw Excelsior te
's-Gravenhage.
Onder de aanwezigen was ook de oud-mi
nister van oorlog, de heer J. J. C. van Dijk.
Om half elf opende de voorzitter van het
hoofdbestuur, de heer H. M. van Bemmelen,
de bijeenkomst.
Spreker gaf een overzicht van de afgeloo-
pen vereenigingsjaren en daarna een blik in
den tegenwoordigen toestand, om te eindigen
met enkele beschouwingen over de toekomst.
Wat de afgeloopen periode betreft, de 25
jaren, die achter ons liggen, geven duidelyk
te zien, dat de vereeniging niet altijd op de
zelfde wijze heeft kunnen werken, dat zij naar
onze overtuiging verplicht werd ons een an
deren koers te sturen, êri dat zij de bakens
heeft moeten verzetten, toen het verloop van
het getij zulks noodzakelijk maakte.
Spr. herinnerde aan zijn voorganger, vice-
admiraal A. G. Ellis, een der oprichters van
de vereeniging, die haar tot grooten bloei
bracht. Onder zijn leiding bleef de vereeni
ging zich uitsluitend beperken tot het maken
van gewone propaganda voor onze marine,
geheel overeenkomstig het doel, zooals dat in
de statuten was vastgelegd, daarmee be-
oogende de kennis van en de belangstelling
voor onze zeemacht bij het Nederlandsche
volk aan te kweeken en het tevens te door
dringen van de waarheid, dat voor het be
houd van het ongerepte bezit van ons grond
gebied, en in het bijzonder van onze Indische
gewesten, een goede marine een eerste ver-
eischte is, zoolang nog niet een regeling is
tot stand gekomen, waardoor de verhoudingen
tusschen de beschaafde staten, uitsluitend
door het recht worden beheerscht.
Diezelfde koers werd ook door „Onze Vloot"
in den eersten tijd, nadat spr. in 1913 het
voorzitterschap had .overgenomen, doorge
stuurd. En daarnaast werden ook de belan
gen behartigd van het personeel onzer marine
en tijdens den wereldoorlog gezorgd voor de
verpleging, ontspanning en verzorging van
de manschappen, zoowel van de marine als
van het leger.
Maar langzamerhand en speciaal na den
en dan in een ziekenhuis herschapen, ben ik
bereid, een groot deel vsn mijn eigen midde
len voor hetzelfde doel te schenken en the
Abbey af te staan voor een kleiner huis. In
Londen heb ik een zeer bekwaam architect
geraadpleegd, zoodat het werk dadelijk ter
hand genomen kan worden. Zou ik mij nu
gedrongen zien om welke reden dan ook
om een anderen legataris te kiezen, dan
Simon, zou het heele plan in duigen vallen,
want degene die dan het legaat kreeg, zou
het waarschijnlijk vocfr zichzelven gebruiken.
Nu ik alles dus zoo duidelijk heb toegelicht,
Simon, wend ik mij nog eens tot jou met de
vraag, of Je het nu nog zoo onmogelijk vindt
om mij de belofte te doen, die ik van Je
vergde Je weet nu, hoe veel er van afhangt.
Dus antwoord niet overhaast, maar bedenk
je eens goed."
Van het oogenblik af, dat Simon zijn eigen
naam gelezen had, voorloopig ingevuld op de
schenkingsacte, was hij wel uitermate verrast
geweest, maar na die openbaring van mrs.
Hastings, wat betreft de schenking van the
Abbey en de toezegging van een deel van
haar eigen middelen, was hij niet langer bij
machte, geregeld te denken en bleef hij dus
ook het antwoord schuldig op de vraag van
mrs. Hastings, die daarom voortging tot het
heele gezelschap
„De voorwaarde moet u dan wel heel be
lachelijk hebben geschenen, maar bedenkt,
dat het enkel was om der wille van Simon,
dat ik overging tot dezen maatregel, omdat
ik al lang vermoedde dat hij groote genegen
heid voelde voor miss Westen door dezen
oorlog kwam onze marine in verval, en toen
er zelfs van regeeringswege nog niet de min
ste teekenen kwamen, dat men de reorgani
satie van den wederopbouw onzer zeemacht
met ernst en kracht ter hand wilde nemen,
heeft „Onze Vloot" zelf een plan doen ont
werpen.
Vervolgens bracht de secretaris, jhr. C. A.
L. van der Wijck, het jaarverslag uit.
Het ledental vermeerderde met 198 leden,
zoodat op 31 December 1930 de vereeniging
6220 leden telde.
Het verslag maakt vervolgens melding van
het feit, dat sinds het optreden van mr. dr.
L. M. Deckers als minister van defensie, de
belangen van de marine van dat deel der
weermacht, welke ons land als koloniale mo
gendheid van den eersten rang dringend
noodig heeft, wederom op den voorgrond
werden gebracht.
In de toekomst zal op den ingeslagen weg
moedig worden voortgegaan, rekenend op den
krachtigen steun van allen, die het wèl mee-
nen met ons land en die mede willen strijden
om den naam van Nederland als maritieme
mogendheid hoog te houden.
Om twaalf uur werden de deelnemers aan
de algemeene vergadering van „Onze Vloot"
ontvangen door het gemeentebestuur van
's-Gravenhage, in de zalen van het gebouw
Javastraat 26.
Met den burgemeester, jhr. mr. dr. Bosch
ridder van Rosenthal waren aanwezig mr. De
Wilde en Quant, wethouders. De burgemees
ter hield een hartelijke toespraak.
In de zalen van restaurant „De Twee Ste
den" bood de afdeeling 's-Gravenhage een
thee aan.
Op deze thee recipieerde het hoofdbestuur
tevens ter gelegenheid van het zilveren be-
staansfeest der vereeniging. Een zeer groot
aantal personen was aanwezig om het jubi-
leerende bestuur hun gelukwenschen aan te
bieden.
Verhoogde werking van den Merapï.
Zondagmiddag werd een verhoogde werking
van den Merapi geconstateerd. Er werden
zeven gloedwolken waargenomen in een tijd
van vijf kwartier, waarbij een zoo laag, dat
de heer Ecoma Versteeg van den Vulcanolo-
gischen Dienst op het punt gestaan heeft om
van Goenoeng Geno uit algemeen alarm over
het bedreigde gebied te geven.
De eerste gloedwolk, welke te 11 uur 31 werd
waargenomen, was de grootste van de laat
ste weken en ontwikkelde zeer imposante
rookkolommen in typische kolossale grauw
bruine bloemkoolvormen, dalend tot ongeveer
15 meter hoogte, hetgeen het laagste punt is
sedert de eruptie. De afmetingen waren dus
danig, dat op een oogenblik de zon werd ver
duisterd voor een gezelschap uit Djocja, dat
ongeveer op duizend meter afstand noorde
lijker aanwezig was. De ontwikkeling der
krachtig opbruisende wolken ging gepaard
met een sterk gesis als gevolg van den vul-
kanischen modderregen. Intusschen hadden
constante lava-afstortingen plaats met doffe
slagen, waardoor steenen op steenen in den
bovenloop van het Blongkeng-hoofdravyn
werden gestort, dat noordelijker ligt dan het
ravijn waarin de gloedwolken eindigden en
dat door een hoogen rug daarvan gescheiden
is. De Vulkanologische Dienst tracht het
verband na te gaan van het optreden der
gloedwolken en de daling van de lava-prop,
welke verschijnselen vertoonde alsof een
groote afstorting begon.
De vereenvoudigde spelling.
Te Utrecht is een algemeene vergadering
gehouden van de Vereeniging tot vereenvou
diging van onze spelling. In deze vergadering
werd door prof. R. Verdeijen uit Luik, na den
groet der Vlaamsche zusterverenigingen te
hebben overgebracht, een rede gehouden over
de vereenvoudiging der spelling in België.
Wat alle Vlamingen zonder onderscheid op
dit oogenblik het meest hindert, meende
spreker, is de bestaande verwarring, en hoe
eerder daaraan een einde komt, hoe liever
het hun zal zijn.
Hij ziet in de bestaande verwarring en in
den spellingstrijd zelf de teekens van een
evolutiecrisis, welke het Nederlandsch zoowel
in Vlaanderen als in Nederland doormaakt.
Die crisis beperkt zich niet tot de spelling,
maar doet zich sedert lang reeds gelden in
de woordkunst.
eisch, dat hij alle betrekking met haar zou
verbreken, heb ik dus zoowel hemzelven als
het geld bewaakt, dat hem door het legaat
zou ten deel vallen. Dat hy er iets tegen
zou hebben om deze belofte uit te spreken,
kon ik niet geloovenwant ik weet dat miss
West steeds met hem gespeeld heeft. Om
zijn goeden naam heeft zy zich in het minst
niet bekommerdzy heeft hem laten lyden
voor hetgeen zy misdeed. Het lijkt dus on
mogelijk, dat hij nog dralen zou". Dit zeg
gende keek zij naar Simon, die roerloos stond,
diep in gedachten verzonken. Hetgeen mrs.
Hastings zei, was volkomen waar miss West
had nooit in 't minst aan hèm gedacht. En
nu, door een uiterst vreemde speling van het
lot, stond zij tusschen hem en de verwezen
lijking van zijn droom....
Toch kon hy er niet aan denken, zyn
woord te breken had hy Nancy niet beloofd
by die gelegenheid dat zy hem haar goud
blond krulletje bood, dat hy haar zoo noodig
ter zyde zou blijven staan tegenover ieder
een, tegenover heel de wereld....
Wat een zelfopoffering zynerzyds hoorde
er nu toe, om alles te vergooien met die en
kele woorden
„Ik kan het u niet beloven nicht Annet
„Dit antwoord verwachtte ik wel", zei mrs.
Hastings, met kwalyk-verholen ongeduld.
Dat zelfzuchtige kind heeft waarschyn-
lyk nog macht over je. Je hebt haar zeker
je woord gegeven om haar vriend te blyven.
Tot zy je van deze belofte ontslaat, verbeeld
je je zeker, dat je aan je eer verplicht bent
dit antwoord te geven. Ik zal miss West roe-
Wat was zij toch „eenig", die Pinksteren één,
Dat was zij in „tweevoud", die
Pinksteren twéé.
De Pinksteren „drie" was drie keer zoo fyn
We smekken nog né, van dit Pinksterfestyn.
Ach, was er geen dag doch zoo'n
Pinksteren jaar
en 't eeuwige leven die twee by elkaar.
En steeds maar gedarteld in schynende zon
Romantisch genietend, zooveel men maar kon.
Een ketting van schakels, van vreugde
aan vreugd,
Een ring zonder einde, met eeuwige jeugd.
Geen ziekte geen pijn geen oorlog
geen strijd,
Steeds levend in vrede altyd en altyd.
Belasting betalen dat kenden wy niet
Geen geld was er meer maar eeuwig crediet.
Geen dief zou er zijn slechts
„goed" en geen „kwaad"
Het werd een herboren Paradyslyke staat.
Politie justitie en bankdirecteur
t Ging alles gearmd er stiekum van deur.
Notaris en tandarts de beul en zyn knecht
Zij vlochten slechts kransen
voor 't graf van het „slecht".
Het kwaad en het slecht
„het was er geweest"
Zy dansten niet mee op het Pinksterenfeest.
Ha-Vee-Wee.
Spreker is er van overtuigd, dat de vereen
voudigde spelling van onze taal voor de Vla
mingen de kortste en beste weg is naar nor
male toestanden in spreek- en schryftaal. Zy
zal de verspreiding van het algemeen be
schaafd, m aansluiting aan het algemeen
Nederlandsch ten zeerste bevorderen en een
sterke steun zijn voor den opbloei van het
Vlaamsche cultuurleven.
De voorzitter, prof. dr. J. J. Salverda de
Grave, antwoordde hoe uit die rede blykt,
dat het in België niet alleen een kwestie is
van vereenvoudiging, maar dat de zaak daar
van veel hooger beteekenis is, daar zij kan
bijdragen tot den bloei van het Nederlandsch
in België.
Enkele Pinkstercijfers.
De Rotterdamsche electrische tram ver
voerde op den eersten dag 382.000 passagiers
(vorig jaar 382.441) en Maandag 418.100 (vo
rig jaar 437.326). In totaal zyn met de Pink
steren dit jaar 800.100 passagiers vervoerd
en het vorige jaar 819.767.
Op den Zaterdag voor Pinksteren vervoerde
de R.E.T. 455.000 passagiers (vorig jaar
455.766).
Het tramvervoer te 's-Gravenhage is tydens
de Pinksterdagen ditmaal minder druk ge
weest dan op de overeenkomstige dagen van
het vorige jaar.
Vervoerd werden Zaterdag vóór Pinksteren
op de stadslijnen en buitenlynen ongeveer
233.000 passagiers, Zondag (len Pinkterdag)
plm. 278.000 en Maandag circa 407.000 passa
giers. Op de stadslynen was het vervoer Za
terdag 6000 minder dan het vorige jaar.
Bond voor Staatspensionneering.
Gisteren hield de Bond voor Staatspen-
sionnee^ing te Utrecht zyn jaarvergadering
onder leiding van jhr. ir. R. de Muralt. Deze
merkte in zijn openingsrede op, dat het aan
tal van hen die staatspensioen ontberen, meer
en meer toeneemt.
In het jaarverslag werd mededeeling ge
daan van een geleideiyke toeneming van
leden.
Een voorstel-Drachten om actie te voeren
tegen het militairisme, daar de daaraan ver
bonden uitgaven een belemmering zouden
vormen voor de invoering van wetteiyke
voorzieningen voor ouden van dagen, werd op
AUTO-VERHUUR-INRICHTING
TELEFOON 133
pen. Bel eens even I"
„Dat hoeft nietklonk het onverwacht.
En van achter het zware gordyn trad
Nancy te voorschyn en sprak, zonder eenige
schaamte of verlegenheid
„Ik hoorde, dat veel van de bespreking van
vandaag van my afhing. Dus besloot ik er
ook by tegenwoordig te zyn."
„Dan kreeg u uw gerechte straf, want u
weetLuisteraars aan den wand, en zoo
voort", zei mrs. Hastings boos. „Maar mak-
kelyk is het welnu hebt u meteen gehoord
den stand van zaken dat ik door uw mislei
ding het tot een voorwaarde heb moeten stel
len, dat de legataris van de honderddui
zend pond my beloofde, alle vriendschapsbe
trekkingen met u te verbreken. Dit heeft myn
neef Simon geweigerdwaarschynyk door
een dwaze belofte aan u. Heeft u daarop ook
iets te zeggen
„Ik zie niet in, waarom ik een van u beiden
zcu verplichten', zei Nancy, met een harde,
vastberaden uitdrukking op het gelaat.
„Als u hem niet van zyn belofte ontslaat,
zal hy niet voldoen aan de door my gestelde
voorwaardehy zal het geld dus ook niet
krijgen en even arm zyn als hy nu is. En als hy
arm blyft, heeft zyn vriendschap voor u ook
geen waarde, terwyi u er van op aan kunt,
dat ik het goed met u maken zal, als u han
delt zooals ik dit verlang."
(Wordt vervolgd.)