KLEINIGHEDEN
VOOR HET KIND
[aangesloten
Zonder die elegante kleinigheden, waaraan
de mode tegenwoordig zooveel aandacht
schenkt, is de verschijning van de goed ge-
kleede vrouw niet „af". Ze behoeft er geen
druk gebruik van te maken, de distinctie
verbiedt dat zelfs, maar ze geheel laten ont
breken mag zij niet. Nu eens brengt zij het
Het aanzien van al die finishing touches
verandert nog wel eens. Zoo is thans zeer
modern een collier, dat de kleuren heeft van
het er bij gedragen toilet en zijn garneering.
Zulk een collier bestaat uit een dik zijden
koord met porceleinen kralen, die in grootte
eenigszins afloopen. De combinaties geel-
„toetsje", dat haar toilet juist nog noodig
heeft, met een bijzonder paar handschoenen
aan, dan eens met een goed harmonieerend
collier en weer een anderen keer met een
taschje, een corsage of een sjaaltje. Haar
ontwikkelde smaak moet haar het juiste doen
kiezen.
zwart en rood-zwart worden het meest ge
zien, omdat deze combinaties ook in het
toilet vaak voorkomen.
En weet ge al, dat wollen mousseline m
shantung nu ook voor sjaaltjes worden ge
bruikt Het staat heusch aardig en coquet
en.het zit op gure dagen lekker warm.
Vlug te bereiden hore d'oeuvres.
Die "bovendien niet kostbaar zijn.
1. Een eetlepel garnalen of zalm met wat
mayonaisse, gerold in een slablaadje.
2. Dikke schijven komkommer, een weinig
uitgehold, bestrooid met peper en zout, ge
vuld met koud gekookte doperwtjes, garna
len of gehakt vleesch.
3. Schijven tomaat, bestrooid met peper en
Bout, hierop een schijfje hard gekookt ei en
bestrooid met gehakte peterselie.
4. Dunne plakjes geroosterd brood, met
boter bestreken en belegd met een schijfje
komkommer, bestrooid met gehakte peter
selie.
5. Dunne plakjes geroosterd brood, met
boter bestreken en belegd met een schijfje
tomaat, bestrooid met peper en zout en ge
hakt eiwit.
6. Dunne plakjes geroosterd brood, bestre
ken met een kaassausje, dat bereid is van
eenige eetlepels geraspte zoete kaas, boter
en bloem
7. Uitgeholde tomaten, bestrooid met wat
peper en zout en gevuld met gekookt gehakt,
een restje doperwten, slaboonen, zalf of gar
nalen. Met eenige nopjes mayonaisse en ge
hakte peterselie kan dit gerecht een zeer
smakelijk aanzien worden gegeven.
8. Reepjes geroosterd brood, bestreken met
tomatenpurée en bestrooid met gehakte ansjo
vis of sardientjes.
Geroosterd brood met kaassaus
Ossenrib - spinazie - gebakken aardappelen
Schuimkop van rhabarber.
Schuimkop van rhabarber.
Benoodigd 1 bos rhabarberstelen, 4 eet
lepels suiker, 2 eieren.
Bereiding Schil de rhabarberstelen, snijd
ze in stukjes, wasch ze en kook ze zon
der water tot moes. Roer er de suiker door
en bind ze met de geklopte eierdooiers.
Sla de eiwitten tot schuim en spreid dit
over de rhabarber, die in een vuurvaste
schaal is gedaan. Zet het schaaltje in den
oven tot het eiwit broos is geworden.
Vragen moeten worden gericht aan
De Brievenbus dezer courant. Anonieme
brieven komen beantwoording niet in
aanmerking.
MeJ. D. P. te VI. Uw briefje is schrifte
lijk beantwoord.
Een angstige nacht.
„Moe, mag ik op straat
„Zoo dadelijk maar? Je bent net uit
school
„Ja, maar Gijs heeft een fijnen voetbal
Inmaakt en Karei en Wim doen ook mee."
„Waarmee Met voetballen
„Ja moe. Mag ik Ik zal mijn oude schoe
nen aandoen."
„Maar je hebt toch zeker wel huiswerk van
school meegekregen
„O, alleen maar een paar sommetjes en
een taallesje," kwam Peter achteloos.
„O zoo. Die zou ik dan maar eerst eens
netjes gaan maken."
„Och, waarom nou Dat kan ik toch van
avond, na het eten, wel doenprotesteerde
Peter met een huilerige stem.
„En je brief aan grootpa en oma dan
vroeg moeder. „We hebben toch afgespro
ken, dat je dien vanavond zou schrijven. En
't is dan hoog tijd ook. Ze zullen denken, dat
het boek niet terecht is gekomen."
„Ik kan dat briefje toch ook nog morgen
schrijven."
„Neen Peter, geen denken aan," besliste
moeder. „We stellen het nu niet meer uit.
Verbeeld je eens, dat grootpa en oma maar
steeds hadden gedachtMorgen zullen we
Peet, omdat hij met verkoudheid in huis
moet blijven, een boek sturen Je verkoud
heid zou al hoog en breed over zijn geweest
als je het pakje had gegkregen. Karei, Wim
en Gijs loopen niet weg, hoor Als je met je
werk klaar bent, kun je gaan spelen."
„Zeker om zes uur, als het etenstijd is,"
mopperde Peter.
„Dat ligt heelemaal aan je zelf," zei moe
der. „Als jy alleen maar sommetjes en een
taallesje moet maken, heb je daar geen twee
uur voor noodig, tenzij je zit te treuzelen en
te zeuren."
Met een boos gezicht trok Peter naar zijn
kamertje. Daar gingen nu Gijs en Karei en
Wim met een „reuzefijn balletje" naar het
veld en hij moest hier zitten om zijn tien
sommen te maken en een taallesje te schrij
ven Bah, die nare school ookHij wou
maar, dat er geen school bestond. Dan kon hij
fijn eiken dag gaan voetballen. Reken maar,
dat hij in een oogenblik van tijd kampioen
was, hoor En niet alleen van Holland, maar
van de beele wereld Hij deed 't niet minder.
Zouden Gijs en Wim en Karei geen huis
werk hebben Op wat voor school waren die
dan Hij zou 't ze toch eens vragen. Maar
kom, nu moest hij niet zaniken. Hoe eerder
hij klaar was, hoe langer hij kon spelen. Mis
schien ging hij straks nog als overwinnaar
naar huis, den stand van het spel op het
oogenblik, dat hij begon mee te doen, mee
gerekend. O, kon dat niet? Weer wat an
ders Hij maakte goaltjes tegen de klip
pen op.
Maar nu even aan niets anders denken
dan aan sommetjes. Vooruit met de geit
6X4. Hoeveel was 6X4?
Peter rekende en rekende. Spoedig echter
maakte het rekenen plaats voor raden. Hij
gunde zich geen tijd om behoorlijk na te
denken en zoo ging het ook met het taal
lesje, dat volgde. Hij moest verschillende
werkwoordvormen en zelfstandige naam
woorden invullen en hij schreef er maar op
los, zonder zich af te vragen of het wel goed
was wat hij opschreef. Het resultaat hiervan
was, dat hy al om even over half vijf weer
naar beneden stormde en schreeuwde „Moe,
mag ik nu gaan
„Ben je dan al klaar
„Ja, met alles, hoor Mag ik nou
„Heb je er niet maar wat van gemaakt
vroeg moeder.
„Neen, heusch nietEcht nietIk heb
mijn oude schoenen aangetrokken. Zes uur
eten we, hè
„Vooral niet later, hoor Peet I En wees
voorzichtig
„Joe gilde Peter, al onder aan de trap.
Buiten gekomen, rende hy aan één stuk
door naar het veldje achter de nieuw ge
bouwde huizen, waar hij door Karei, Gijs en
Wim met gejoel van „Kom je nog en
„Durfde je niet begroet werd.
„HoeiHoeigilden de cijfers en de let
ters floten schel. Ze voerden een wilde dans
uit rondom Peter's hoofd en ze grijnsden zóó
kwaadaardig, dat Peter beefde en rilde van
angst.
„HoeiHoeiWe zullen jou leeren ons zoo
slordig te behandelen riep een dikke zes.
„Ik moest notabene met twaalf worden op
geteld en je hebt ons allebei over het hoofd
gezien, alsof we lucht zijn, rook, niemendal
„En wij dan gilden een acht en een drie.
„Wij moesten met elkaar vermenigvuldigd
worden en raad eens wat hij van ons maakt
Een-en-twintig
„HoeiHoeiHoeiklonk het weer on
heilspellend.
De letters en cijfers drongen nog meer om
Peter heen en daar sprong zoowaar de V
boven op zijn gezicht. Ze danste heen en weer
en telkens prikte ze met de punt, waarin ze
uitliep, in Peers's neus en wangen. „Daar
Daar I Daar joelde ze. „Dat is voor al de
keeren, dat je een F van me hebt gemaakt
„Wacht, ik zal je wel een handje helpen."
riep de D. ,,'t Komt hem toe. Ontelbare ma
len heeft hij een T van me gemaakt en waar
een T moest staan, heeft hij my neergezet
„Mij heeft hij telkens vergeten schreeuw
de de N.
„En mij heeft hij, ik weet niet hoeveel
keeren, neergezet waar ik niet hoorde," gilde
een A. „Verbeeld je, op den eenen regel zet
hij me één keer in hamer en op den tweeden
regel zet hij me twee keer in hetzelfde
woord Heb je ooit zooiets doms gezien
„HoeiHoeiHoeiwerd er weer gegild.
„Wat zullen we met hem doen
„Den inkpot over hem heengieten," riep
een lange, magere negen.
„Hem vol krabbelen met blauwe potlood
strepen riep een nijdige letter G.
„Ja Ja werd er geschreeuwd. „Er ligt
een dik blauw potlood in de la van meester's
lessenaar
De T en de D holden weg en kwamen even
later met een reusachtig blauw potlood aan
sjouwen. Ze stevenden er recht op Peter mee
af, die daarvan zóó schrok, dat hij een
schreeuw gaf en.... rechtop in zijn bed zat
Ja, rechtop in zijn bed, want hij had alles
maar gedroomd. Er waren geen gillende cij
fers, geen dansende letters en geen dreigend
blauw potlood. Er was alleen een jongetje,
dat Peter heette en al was het eerst half
zeven al uit bed stapte om nog, net bijtijds
en beschaamd over zijn slordigheid van den
vorigen dag, zijn tien sommen en zijn taal
lesje over te maken.
De broodkorstjes.
O neen maar, foei, zeg Jantje,
Wat heb je nu gedaan
Kijk, allerhande korstjes
Van 't brood weer laten staan
O foei, jou stoute jongen,
Dat komt toch niet te pas
Neen, 'k wist toch heusch niet, dat je
Zoo'n kleine jongen was
'k Zal voortaan dan maar voor je
Een fleschje maken, zeg.
Want werkelijk, je hebt nog
Veel van een baby weg.
Een fleschje met een speentje,
Net als zus Lientje's pop
O neen, niet doen, zeg mammie,
'k Eet al m'n kortsjes op
Het kleed-spelletje.
Ken je het „Kleed-spelletje" Niet Dan
moet je dat eens gauw leeren. Je kunt het
doen met zoovelen als je maar wilt. Je gaat
er maar gezellig bij zitten, hetzij thuis aan
de tafel of buiten op den grond. De bedoe
ling is, dat een denkbeeldig persoon denk
beeldig wordt aangekleed, dus enkel maar in
gedachten. Maar van te voren moet je vier
kleuren vaststellen, die daarbij niet genoemd
mogen worden. Wie dat wèl doet, moet eèn
pand geven.
Het denkbeeldig persoontje heet bijvoor
beeld Annie, die zich voor een bal moet klee-
den. De kleuren rood, blauw, wit en zwart
mogen niet genoemd worden.
De eerste uit het gezelschap zegt„Zij
draagt een jurk van roze zij."
De tweede „Met een gelen kraag."
De derde„Zij heeft beige zijden kousjes
aan."
De vierde „En bruine schoenen."
De vijfde„Zij draagt een snoer groene
kralen."
De zesde„Zy heeft een strik in het haar
van wit satijn...."
Af, dat is een vergissing. De zesde moet
een pand geven, dat echter dadelijk weer
kan worden ingelost, waarna een nieuw denk
beeldig persoontje wordt aangekleed, bijvoor
beeld Jan, die op reis gaat. Maar Jan mag
niets dragen, dat de kleur bruin, geel, zwart
of paars heeft.
De eerste uit het gezelschap „Hij heeft een
grijze jas aan."
De tweede „En een blauw pak aan,"
De derde„Hij draagt een witten, strooien
hoed."
De vierde„Hij heeft bruine handschoe
nen."
AfNummer vier moet een pand betalen.
Je begrijpt natuurlijk wel, dat dit spelletje
zoo vlug mogelijk moet gaan. Zoodra de eene
medespeler gesproken heeft, moet de volgen
de beginnen. Wie te lang wacht, moet óók een
pand geven, evenals degeen, die een kleur
noemt, die al door een ander is genoemd.
Deze panden kunnen pas worden ingelost als
een van de vier verboden kleuren is ge
noemd.
Ons leuk Raadselhoekje.
Wat een late antwoorden, hè Maar dat
komt door den Hemelvaartsdag, waarop door
de post minder brieven zijn bezorgd dan an
ders. Echter zul je je de raadsels nog wel
herinneren, evenals de babbeltjes, die je er
by hebt gedaan.
Van de opgegeven raadseltjes leverde het
eerste nogal wat moeilijkheden op. Toch ko
men we met een lange lijst voor den dag,
waarop namen staan van kinderen, die 5
goede antwoorden instuurden. Kijk maar
Gieni BiekerAnna LagendijkNellie
JanseGeertje GraversGretha Post
Gientje de Bruyne Sophie Bieker Kees van
SteenkisteAgnes Debra Truus de Jong
Pierre DebraEen kind zonder naam
Jaantje Nusteleyn Lena de Bruyne Jannie
Rueb Linie Huson Toos Sohier Lena
Donze Neeltje Mudde Jaantje Risseeuw
Johannes Rijkse Annie Kooman Cornelis
en Joseph van Dijke Jo Poppe Weer een
kind zonder naam Marietje van Oorschot
Jannie Lijnberg Jopie OvervlietH. Over-
vlietJannie de Bruijne.
4 goede oplossingen stuurden Bram van
der Hof Mien Stroo Maatje StrooCor
WeedaJan Choufoer.
De oplossingen zijn
1. Vouwbeenen of de beenen van een,
passer.
2. Kalf half, zalf.
3. Geertruidenberg (den, trui, er, eb, Ger-
rit, guit).
4. Zutphen.
5. Aap
Pan
Elf
Lat
Das
Oor
Oom
Rat
Nat Apeldoorn.
Wie stuurt de oplossingen in van de nieuwe
raadsels Ze moeten weer uiterlijk Dinsdag
avond aan het bureau zijn. Op de enveloppe
of het netjes dichtgevouwen briefje moet
staan Aan ons leuk Raadselhoekje, de Vlis-
singsche Courant te Vlissingen.
1. Neem uit ieder zinnetje een woord en
voeg al die woorden tezamen tot een spreek
woord.
Wie praatte daar in de klas
Het ongeluk gebeurde net toen de school
uitging.
Piet kwam het laatst in de klas.
Mies lacht altijd zoo hartelijk
Elsje lacht altijd met haar mee.
Heb je het hem al gevraagd
Ik doe op school erg m'n best.
(Ingezonden door Gieni Bieker.)
2. Maak uit eneldi een stad in Zuid-Hol
land.
3. X.. is een getal.
X.. is een boom.
X.. is niet droog.
X.. is een kleedingstuk.
X-. is een deel van den schoen.
X-is een deel van het hoofd.
X.. is een deel van een visch.
X.. is een boom.
X.. is een grappenmaker.
Op de kruisjeslijn komt, van boven naar be
neden gelezen, de naam van een plaats in
ons land
(Ingezonden door Marietje van Oorschot.)
4. Wat staat midden in het water
(Ingezonden door Angèle Vanhoutte.)
5. Ik ben iets akeligs. Neem mijn eerste
letter weg en ik word een bloem. Neem dan
weer m'n eerste letter weg en ik word een
hemellichaam.
(Ingezonden door Lucienne Verstraete)
Ons gezellig Brievenhoekje
Waterlelie en Teekenaar. Wie is er zoo
leelijk gevallen Waterlelie of de Teekenaar
'k Hoop, dat de zeere knie nu weer beter is
en.vader's fiets ook weer heel. 't Zal wel
een leelyke bres in je spaarpot hebben ge
maakt. Heeft vader nog een kiekje van jullie
gemaakt Als jullie geen muts op hebben,
denk ik, dat jullie haren stijl omhoog staan.
Want het woei dien dag aardig, weet je nog
wel 'k Ben benieuwd of ik volgende week
iets te zien krijg.
Madeliefje. Als je tijd hebt, moest je
eens een teekening voor mij maken. Je kan
haar wel by je raadselbriefje insluiten. Doe
je 't Fijn
Duinviooltje. 't Is heusch wel een aardig
verhaaltje. Alleen geloof ik niet, dat een
Amsterdamsch jongetje zóó dom is om te
denken, dat die tramrails naar zijn huis leidt.
Amsterdamsche kinderen zijn gewend aan
rails, trams, auto's en fietsen. Ze weten, dat
de stad groot is en er minstens 25 tramlijnen
'loopen. En geloof jij, dat èls Tommy werke
lijk een erg dom jongetje was, z'n vader en
moeder hem heel alleen op de straat zouden
laten loopen Ja, zoo zie je, bij verhaaltjes
schrijven komt nog heel wat kijken. Je bent
nog maar niet klaar door alleen je fantasie
op te schrijven. Je moet ook nagaan of de
dingen niet onwaarschijnlijk lijken. Wat leuk,
dat je een boek van me in den boekwinkel
zag liggen. Ja, ik heb er nog wel meer ge
schreven. „Met de Pit op reis", „Een zomer-
vacantie vol avonturen", „De Schoolclub".
Het laatste verhaal ken je wel, want het heeft
eerst in dë krant gestaan.
Goudhaartje. Ja, maar dat is toch niet
aardig om tegen de kinderen, die ook graag
eens willen schommelen, te zeggen„We
zitten er pas op als je er al lang op zit.
Stel je zelf eens in de plaats van die wach
tende kinderen. Ieder om beurten lijkt me
veel prettiger, dan krijgen jullie allemaal een
gelijke portie. Is je nieuwe jurk al klaar
Leesgraag. Een jaar uit logeeren Dat is
me nogal eventjes iets Maar je gaat daar
in Coevorden zeker naar een bijzondere school
is 't niet Vertel er eens wat meer van.
Kapstertje. Neen, ik heb met Hemel
vaartsdag nie'; gewandeld. Ik heb gezeild.
Heerlyk, hoor Er stond wel een flinke wind,
maar dat was juis'. fijn. We schoten door het
water als een vogel door de luchtHeb jij
prettig gespeeld in den speeltuin Aardig
van je om me gratis te willen knippen. Neen,
onduleeren hoeft niet, dat laat ik nooit doen.
Kap jij je zelf ook wel eens?
Puck. Natuurlijk is dat een leuk schuil-
naampjeEn wat méér zegthet is er een
vol herinneringen voor jou en voor papa. Ik
denk voor papa het meest, want jij zal wel
niet veel afweten van den tijd, waarin je
werkelijk een ukkepukkie was. Wat hebben
jullie op dat gezellig avondje gesmuld 1
'k Denk, dat je den volgenden morgen niet
veel trek in je boterhammen had. Maar je
hebt ze zeker toch, als een verstandige Puck,
opgegeten, is 't niet
Nieuwsgierigje. Ja, ik woon ook in Oost,
net als tante. Maar de Molukkenstraat is
toch nog een heel eind van me vandaan,
zeker wel een uur wandelen. Maar Amster
dam is erg groot, moet je bedenken, en als
je het heele Oostelijke gedeelte wil door
wandelen, heb je vast meer dan een dag werk.
Wat een gezellig postpapier Maar Prins
lijkt heelemaal niet op dat hondje, hoor
Prins heeft een wit huidje met wat donkere
vlekken, en hij heeft ook niet van die lange
flapoortjes, zooals het hondje op de pla$t.
Bloemetje. Hartelijk welkom Maar hoe
is je eigen naam
Borduurstertje. Hebben jullie nog die
wandeling naar Veere over Koudekerke en
Middelburg gemaakt Je zult dan 's avonds
wel erg moe zijn geweest. Maar prettig moe
ben je van zoo'n wandeling, hè En je hebt
natuurlijk als een roosje geslapen.
Rozewitha. Het albumversje ligt op het
bureau en mag je daar vragen als je de op
lossingen van de nieuwe raadseltjes brengt,
'k Hoop, dat het naar je zin is. Met een
beetje lijm plak je het dan maar in je album.
Is je album al aardig vol
Keeper. Nu, dat is ook een mooie schuil
naam. Echt iets voor een jongen. Ben je mis
schien in een voetbalclubje en treed je daar
op als keeper
Lena Donze. Dag Lena, speel maar pret
tig in den nieuwen speeltuinMaar wees
voorzichtig met den schommel en de wip,
hoor
Lezeresje. O wat heeft die jarige zus
veel gekregen Ze kan haast een winkeltje
opzetten. Wat was jouw cadeau Ja zeker,
ik ben met den Hemelvaartsdag ook uit ge
weest. Ik heb gezeild vanaf 's morgens vroeg
tot ver in den namiddag. Maar van ongeveer
twee tot vier uur moesten we toch stil liggen.
Er stond veel te veel wind en het zeilen was
toen heusch niet zonder gevaar. Na vieren
was het wat minder stormachtig en met een
prettig gangetje zijn we huiswaarts gezeild.
Hoe is de algebra-repetitie afgeloopen
Paddenstoeltje. Veel plezier in jullie
heerlijke huisje aan de zeeIk ben met de
Pinksteren ook aan zee, maar toch een heel
eind van jullie af in Noord wijk. 't Is maar
te hopen, dat we mooi weer hebben. Gaan
jullie dan zwemmen
Zwartkopje. O wat geeft die nieuwe
speeltuin jullie een genoegen Heerlijk, hoor
Hij is net bijtijds geopend, want met dit
mooie weer is het natuurlijk juist fyn om
buiten te spelen. Lees eens wat ik aan Goud
haartje heb geschreven over dat schommelen
terwijl er andere kinderen staan te wachten.
Ken je die mooie spreuk„Wat gy niet wilt,
dat u geschiedt, doe dit dan ook een ander
niet
Haakstertje. Hebben jullie prettig ge
fietst over het nieuwe fietspad De Middel-
burgsche tante is zeker mee naar huis ge
gaan.
Dikkie Bigmans. Och die arme Prins!
Hy heeft heusch gedacht, dat de post hem
een kluifje zou komen brengen van Dikkie
Bigmans
Elfje. Vertel eens of het dien dertienden
Mei een prettig dagje is geweest en of jullie
nog met de touringcar naar Domburg zijn
gegaan.
Waterrot. Zit je graag aan het water?
Maar zeker ook wel in het water, is 't niet
Of kun je niet zwemmen In dit geval moet
je er maar niet aan denken in het water te
gaan. Nu kan ik me wel eenigszins voorstel
len wat Kurasausjes zijn. Hoe zouden die
bloempjes aan zoo'n eigenaardigen naam
komen
Goudroosje. Ja, meneer op school heeft
gelijk. Als we maar altijd trachten elkaar
goed te begrijpen, onverschillig of we Hol
lander, Amerikaan, Duitscher of Inlander
zijn, dan is oorlog nooit meer mogelijk. Want
oorlogvoeren is eigenlijk een gevolg van
domheid, van elkaar niet kennen en niet
waardeeren. Gaan jullie nu heusch brieven
schrijven aan kinderen in andere landen
Gicheltje. „Millie's vacantie" is prachtig,
hè Ik weet tenminste nog wat goed, dat ik
er vroeger erg van heb genoten. Wat een ge
luk, dat Millie en die oude dame op 't laatst
toch nog goede vriendinnen werden Fijn,
dat je ook nog van dien speeltuin mag pro
fiteered
Springertje. 't Zal een heerlijk tochtje
naar Valkenisse zijn geweestVertel je er
nog eens wat meer van Als 't héél prettig
is geweest, ben je er natuurlijk nog niets van
vergeten. Waar ik naar toe ging? Ik heb
den heelen dag gezeild, 't Waaide wel erg,
maar dat was juist fijnDe boot schepte af
en toe een flinke hoeveelheid water en op een
gegeven oogenblik kreeg ik een golf pardoes in
m'n gezicht. Van schrik liet ik het touw van
het zeil schieten, maar ik achterhaalde het
toch nog gauw.
Zangertje. Neen hoor, Prins is geen poe-
deitje. „Gelukkig nietzegt hy, „Ik zou op
die malle krulletjes heelemaal niet gesteld
zijn Ik vind het al vervelend genoeg, dat
m'n vrouw eiken dag m'n gladde haren wil
kammen en borstelen."
Zonneschijn. Fyn, dat je weer heelemaal
beter bent. Ben je met den Hemelvaartsdag
nu ook uit geweest Ja, ik wel. Ik heb ge
zeild. 't Stormde dapper en op de kiekjes, die
genomen zyn, waaien m'n haren dan ook
naar alle kanten. Iemand, die de kiekjes zag,
zei„Je hebt zeker dien heelen dag dingen
gezien en gehoord, waar je je over verbaas
de, want al je haren rijzen te berge
Pratertje. Wat hebben jullie moeder een
mooi cadeau gegeven Ze zal er wel erg mee
in haar schik zijn geweest. Krijg ik heusch
een kiekje van je FijnDat is dan alweer
een aanwinst voor mijn foto-album.
ABONNEMENTSPRIJS
franco door hetgeheeleï
,ige lauden bij wekelijkse
ne abonné's in 't bezit e
IPolis, zij" GRATIS vel
kerd tegen ongelukken v I
nummer bestaaf
De Pinksterdl
De ijsheiligen hebben o: I
I maar al te goed hun grinl
I voelen en de voorspelling I
I steren luidden dan ook all< I
r zcoals elk jaar is ooll
ie maand Mei ons ev< I
als heerlijk zomerv I
[s Zaterdag was het vl
I keerd, al was het in den n I
I rig. Er vielen ook reeds e< I
I er op wezen dat er onwe I
ag bij dreigen geblel
I avond klaarde het geheel I
I eersten Pinksterdag hebbeil
weer te klagen gehad, hoe I
5 stond. Maar de wind
I kracht af en hoewel Zondai
I schuwingssein geheschen rl
I het Zondagavond vrij goecl
De tweede Pinksterdag I
I scheiden door schitterend
k onmiddellijk zijn invloe
I keer. Tal van wandelaars,
[bleien vulden straten en vl
|geheelen dag heeft de tr
van passagiers gehad, dat n
ereden moest worden e
oed bezet waren. Het wasl
op den Strandboulevard, dl
I ment je b.v. bijna geen del
j te meer klemde, nu I
■daar ter plaatse, voor nil
Imoedelyk, de ruimte betre
look trof het ons, dat met
■•«1 drukte, de kiosk daar
(ruikt wordt gelaten. Het
d ten zeerste verho I
■minstens gedurende de mi
■wkgezelschap zijn vroolijk
De drukte, die den
■Pinksterdag heeft geheersc
I tot ln de avonduren. Tal v
I noten van het heerlijk gez:
zonsondergang en de tram
den avond vol.
Bjj het rijwielpad Wal
gedurende de Pinksterdi
ït, om hen, die met l\
gebruiken, beleefd te vrag<
'an de vereeniging „Het I
'en". Veelal klinkt het ar
la reeds lang en dit zeer
het toonen van de kaart,
personen blijken geen lid t
Ie verzoek, niet min<
cteld of men lid wenscht
de mogelijkheid te
pad te verbreeden. Dan z:
i erkennen het, tegen
nog altijd te hebben verzi
wel zich direct van
daarvan doen overtuigen
In twee dagen tijd zijn er
post dan ook tusschen de
t ingeschreven ad
I ook hier blijken er velen U
Het begrijpen, dat dit pad
itief tot stand is gek
wordt gehouden en, als zij
malen zagen, bruta
I schouderophalend, soms n
*oord, „Neen, en ik word
^den, of niet antwoorden
I het ontkennend antwoord
i gezochte motieven o
I den „Nog eens even aanz
I zoo weinig" en dergelijke
I afmaken.
Er is o.a. alle aanleidin
I fclem op te wyzen, dat e:
I lot stand kan komen en dsi
belkom is, terwijl men dl
maken van het pad nie
k&plooper te zijn.
Het is gedurende de P
I opnieuw gebleken dat Wa
toenemend vreemdelinge j
jen. Het aantal vreerc
I rond reed was legio. Wij j
I rilt België gezien, doch
I ^htovJk en Duitschlanc
m opgemerkt, waaruit t
5 de reclame welke v<
I toaakt wordt, wel doel t:
Grand Hotel E
Guillaume
e Waren er weder me
Qe Muzikanten van 6 R.I.
ïeQ ak „Guillaume Jens