KLEINIGHEDEN VOOR HET KIND [aangesloten Zonder die elegante kleinigheden, waaraan de mode tegenwoordig zooveel aandacht schenkt, is de verschijning van de goed ge- kleede vrouw niet „af". Ze behoeft er geen druk gebruik van te maken, de distinctie verbiedt dat zelfs, maar ze geheel laten ont breken mag zij niet. Nu eens brengt zij het Het aanzien van al die finishing touches verandert nog wel eens. Zoo is thans zeer modern een collier, dat de kleuren heeft van het er bij gedragen toilet en zijn garneering. Zulk een collier bestaat uit een dik zijden koord met porceleinen kralen, die in grootte eenigszins afloopen. De combinaties geel- „toetsje", dat haar toilet juist nog noodig heeft, met een bijzonder paar handschoenen aan, dan eens met een goed harmonieerend collier en weer een anderen keer met een taschje, een corsage of een sjaaltje. Haar ontwikkelde smaak moet haar het juiste doen kiezen. zwart en rood-zwart worden het meest ge zien, omdat deze combinaties ook in het toilet vaak voorkomen. En weet ge al, dat wollen mousseline m shantung nu ook voor sjaaltjes worden ge bruikt Het staat heusch aardig en coquet en.het zit op gure dagen lekker warm. Vlug te bereiden hore d'oeuvres. Die "bovendien niet kostbaar zijn. 1. Een eetlepel garnalen of zalm met wat mayonaisse, gerold in een slablaadje. 2. Dikke schijven komkommer, een weinig uitgehold, bestrooid met peper en zout, ge vuld met koud gekookte doperwtjes, garna len of gehakt vleesch. 3. Schijven tomaat, bestrooid met peper en Bout, hierop een schijfje hard gekookt ei en bestrooid met gehakte peterselie. 4. Dunne plakjes geroosterd brood, met boter bestreken en belegd met een schijfje komkommer, bestrooid met gehakte peter selie. 5. Dunne plakjes geroosterd brood, met boter bestreken en belegd met een schijfje tomaat, bestrooid met peper en zout en ge hakt eiwit. 6. Dunne plakjes geroosterd brood, bestre ken met een kaassausje, dat bereid is van eenige eetlepels geraspte zoete kaas, boter en bloem 7. Uitgeholde tomaten, bestrooid met wat peper en zout en gevuld met gekookt gehakt, een restje doperwten, slaboonen, zalf of gar nalen. Met eenige nopjes mayonaisse en ge hakte peterselie kan dit gerecht een zeer smakelijk aanzien worden gegeven. 8. Reepjes geroosterd brood, bestreken met tomatenpurée en bestrooid met gehakte ansjo vis of sardientjes. Geroosterd brood met kaassaus Ossenrib - spinazie - gebakken aardappelen Schuimkop van rhabarber. Schuimkop van rhabarber. Benoodigd 1 bos rhabarberstelen, 4 eet lepels suiker, 2 eieren. Bereiding Schil de rhabarberstelen, snijd ze in stukjes, wasch ze en kook ze zon der water tot moes. Roer er de suiker door en bind ze met de geklopte eierdooiers. Sla de eiwitten tot schuim en spreid dit over de rhabarber, die in een vuurvaste schaal is gedaan. Zet het schaaltje in den oven tot het eiwit broos is geworden. Vragen moeten worden gericht aan De Brievenbus dezer courant. Anonieme brieven komen beantwoording niet in aanmerking. MeJ. D. P. te VI. Uw briefje is schrifte lijk beantwoord. Een angstige nacht. „Moe, mag ik op straat „Zoo dadelijk maar? Je bent net uit school „Ja, maar Gijs heeft een fijnen voetbal Inmaakt en Karei en Wim doen ook mee." „Waarmee Met voetballen „Ja moe. Mag ik Ik zal mijn oude schoe nen aandoen." „Maar je hebt toch zeker wel huiswerk van school meegekregen „O, alleen maar een paar sommetjes en een taallesje," kwam Peter achteloos. „O zoo. Die zou ik dan maar eerst eens netjes gaan maken." „Och, waarom nou Dat kan ik toch van avond, na het eten, wel doenprotesteerde Peter met een huilerige stem. „En je brief aan grootpa en oma dan vroeg moeder. „We hebben toch afgespro ken, dat je dien vanavond zou schrijven. En 't is dan hoog tijd ook. Ze zullen denken, dat het boek niet terecht is gekomen." „Ik kan dat briefje toch ook nog morgen schrijven." „Neen Peter, geen denken aan," besliste moeder. „We stellen het nu niet meer uit. Verbeeld je eens, dat grootpa en oma maar steeds hadden gedachtMorgen zullen we Peet, omdat hij met verkoudheid in huis moet blijven, een boek sturen Je verkoud heid zou al hoog en breed over zijn geweest als je het pakje had gegkregen. Karei, Wim en Gijs loopen niet weg, hoor Als je met je werk klaar bent, kun je gaan spelen." „Zeker om zes uur, als het etenstijd is," mopperde Peter. „Dat ligt heelemaal aan je zelf," zei moe der. „Als jy alleen maar sommetjes en een taallesje moet maken, heb je daar geen twee uur voor noodig, tenzij je zit te treuzelen en te zeuren." Met een boos gezicht trok Peter naar zijn kamertje. Daar gingen nu Gijs en Karei en Wim met een „reuzefijn balletje" naar het veld en hij moest hier zitten om zijn tien sommen te maken en een taallesje te schrij ven Bah, die nare school ookHij wou maar, dat er geen school bestond. Dan kon hij fijn eiken dag gaan voetballen. Reken maar, dat hij in een oogenblik van tijd kampioen was, hoor En niet alleen van Holland, maar van de beele wereld Hij deed 't niet minder. Zouden Gijs en Wim en Karei geen huis werk hebben Op wat voor school waren die dan Hij zou 't ze toch eens vragen. Maar kom, nu moest hij niet zaniken. Hoe eerder hij klaar was, hoe langer hij kon spelen. Mis schien ging hij straks nog als overwinnaar naar huis, den stand van het spel op het oogenblik, dat hij begon mee te doen, mee gerekend. O, kon dat niet? Weer wat an ders Hij maakte goaltjes tegen de klip pen op. Maar nu even aan niets anders denken dan aan sommetjes. Vooruit met de geit 6X4. Hoeveel was 6X4? Peter rekende en rekende. Spoedig echter maakte het rekenen plaats voor raden. Hij gunde zich geen tijd om behoorlijk na te denken en zoo ging het ook met het taal lesje, dat volgde. Hij moest verschillende werkwoordvormen en zelfstandige naam woorden invullen en hij schreef er maar op los, zonder zich af te vragen of het wel goed was wat hij opschreef. Het resultaat hiervan was, dat hy al om even over half vijf weer naar beneden stormde en schreeuwde „Moe, mag ik nu gaan „Ben je dan al klaar „Ja, met alles, hoor Mag ik nou „Heb je er niet maar wat van gemaakt vroeg moeder. „Neen, heusch nietEcht nietIk heb mijn oude schoenen aangetrokken. Zes uur eten we, hè „Vooral niet later, hoor Peet I En wees voorzichtig „Joe gilde Peter, al onder aan de trap. Buiten gekomen, rende hy aan één stuk door naar het veldje achter de nieuw ge bouwde huizen, waar hij door Karei, Gijs en Wim met gejoel van „Kom je nog en „Durfde je niet begroet werd. „HoeiHoeigilden de cijfers en de let ters floten schel. Ze voerden een wilde dans uit rondom Peter's hoofd en ze grijnsden zóó kwaadaardig, dat Peter beefde en rilde van angst. „HoeiHoeiWe zullen jou leeren ons zoo slordig te behandelen riep een dikke zes. „Ik moest notabene met twaalf worden op geteld en je hebt ons allebei over het hoofd gezien, alsof we lucht zijn, rook, niemendal „En wij dan gilden een acht en een drie. „Wij moesten met elkaar vermenigvuldigd worden en raad eens wat hij van ons maakt Een-en-twintig „HoeiHoeiHoeiklonk het weer on heilspellend. De letters en cijfers drongen nog meer om Peter heen en daar sprong zoowaar de V boven op zijn gezicht. Ze danste heen en weer en telkens prikte ze met de punt, waarin ze uitliep, in Peers's neus en wangen. „Daar Daar I Daar joelde ze. „Dat is voor al de keeren, dat je een F van me hebt gemaakt „Wacht, ik zal je wel een handje helpen." riep de D. ,,'t Komt hem toe. Ontelbare ma len heeft hij een T van me gemaakt en waar een T moest staan, heeft hij my neergezet „Mij heeft hij telkens vergeten schreeuw de de N. „En mij heeft hij, ik weet niet hoeveel keeren, neergezet waar ik niet hoorde," gilde een A. „Verbeeld je, op den eenen regel zet hij me één keer in hamer en op den tweeden regel zet hij me twee keer in hetzelfde woord Heb je ooit zooiets doms gezien „HoeiHoeiHoeiwerd er weer gegild. „Wat zullen we met hem doen „Den inkpot over hem heengieten," riep een lange, magere negen. „Hem vol krabbelen met blauwe potlood strepen riep een nijdige letter G. „Ja Ja werd er geschreeuwd. „Er ligt een dik blauw potlood in de la van meester's lessenaar De T en de D holden weg en kwamen even later met een reusachtig blauw potlood aan sjouwen. Ze stevenden er recht op Peter mee af, die daarvan zóó schrok, dat hij een schreeuw gaf en.... rechtop in zijn bed zat Ja, rechtop in zijn bed, want hij had alles maar gedroomd. Er waren geen gillende cij fers, geen dansende letters en geen dreigend blauw potlood. Er was alleen een jongetje, dat Peter heette en al was het eerst half zeven al uit bed stapte om nog, net bijtijds en beschaamd over zijn slordigheid van den vorigen dag, zijn tien sommen en zijn taal lesje over te maken. De broodkorstjes. O neen maar, foei, zeg Jantje, Wat heb je nu gedaan Kijk, allerhande korstjes Van 't brood weer laten staan O foei, jou stoute jongen, Dat komt toch niet te pas Neen, 'k wist toch heusch niet, dat je Zoo'n kleine jongen was 'k Zal voortaan dan maar voor je Een fleschje maken, zeg. Want werkelijk, je hebt nog Veel van een baby weg. Een fleschje met een speentje, Net als zus Lientje's pop O neen, niet doen, zeg mammie, 'k Eet al m'n kortsjes op Het kleed-spelletje. Ken je het „Kleed-spelletje" Niet Dan moet je dat eens gauw leeren. Je kunt het doen met zoovelen als je maar wilt. Je gaat er maar gezellig bij zitten, hetzij thuis aan de tafel of buiten op den grond. De bedoe ling is, dat een denkbeeldig persoon denk beeldig wordt aangekleed, dus enkel maar in gedachten. Maar van te voren moet je vier kleuren vaststellen, die daarbij niet genoemd mogen worden. Wie dat wèl doet, moet eèn pand geven. Het denkbeeldig persoontje heet bijvoor beeld Annie, die zich voor een bal moet klee- den. De kleuren rood, blauw, wit en zwart mogen niet genoemd worden. De eerste uit het gezelschap zegt„Zij draagt een jurk van roze zij." De tweede „Met een gelen kraag." De derde„Zij heeft beige zijden kousjes aan." De vierde „En bruine schoenen." De vijfde„Zij draagt een snoer groene kralen." De zesde„Zy heeft een strik in het haar van wit satijn...." Af, dat is een vergissing. De zesde moet een pand geven, dat echter dadelijk weer kan worden ingelost, waarna een nieuw denk beeldig persoontje wordt aangekleed, bijvoor beeld Jan, die op reis gaat. Maar Jan mag niets dragen, dat de kleur bruin, geel, zwart of paars heeft. De eerste uit het gezelschap „Hij heeft een grijze jas aan." De tweede „En een blauw pak aan," De derde„Hij draagt een witten, strooien hoed." De vierde„Hij heeft bruine handschoe nen." AfNummer vier moet een pand betalen. Je begrijpt natuurlijk wel, dat dit spelletje zoo vlug mogelijk moet gaan. Zoodra de eene medespeler gesproken heeft, moet de volgen de beginnen. Wie te lang wacht, moet óók een pand geven, evenals degeen, die een kleur noemt, die al door een ander is genoemd. Deze panden kunnen pas worden ingelost als een van de vier verboden kleuren is ge noemd. Ons leuk Raadselhoekje. Wat een late antwoorden, hè Maar dat komt door den Hemelvaartsdag, waarop door de post minder brieven zijn bezorgd dan an ders. Echter zul je je de raadsels nog wel herinneren, evenals de babbeltjes, die je er by hebt gedaan. Van de opgegeven raadseltjes leverde het eerste nogal wat moeilijkheden op. Toch ko men we met een lange lijst voor den dag, waarop namen staan van kinderen, die 5 goede antwoorden instuurden. Kijk maar Gieni BiekerAnna LagendijkNellie JanseGeertje GraversGretha Post Gientje de Bruyne Sophie Bieker Kees van SteenkisteAgnes Debra Truus de Jong Pierre DebraEen kind zonder naam Jaantje Nusteleyn Lena de Bruyne Jannie Rueb Linie Huson Toos Sohier Lena Donze Neeltje Mudde Jaantje Risseeuw Johannes Rijkse Annie Kooman Cornelis en Joseph van Dijke Jo Poppe Weer een kind zonder naam Marietje van Oorschot Jannie Lijnberg Jopie OvervlietH. Over- vlietJannie de Bruijne. 4 goede oplossingen stuurden Bram van der Hof Mien Stroo Maatje StrooCor WeedaJan Choufoer. De oplossingen zijn 1. Vouwbeenen of de beenen van een, passer. 2. Kalf half, zalf. 3. Geertruidenberg (den, trui, er, eb, Ger- rit, guit). 4. Zutphen. 5. Aap Pan Elf Lat Das Oor Oom Rat Nat Apeldoorn. Wie stuurt de oplossingen in van de nieuwe raadsels Ze moeten weer uiterlijk Dinsdag avond aan het bureau zijn. Op de enveloppe of het netjes dichtgevouwen briefje moet staan Aan ons leuk Raadselhoekje, de Vlis- singsche Courant te Vlissingen. 1. Neem uit ieder zinnetje een woord en voeg al die woorden tezamen tot een spreek woord. Wie praatte daar in de klas Het ongeluk gebeurde net toen de school uitging. Piet kwam het laatst in de klas. Mies lacht altijd zoo hartelijk Elsje lacht altijd met haar mee. Heb je het hem al gevraagd Ik doe op school erg m'n best. (Ingezonden door Gieni Bieker.) 2. Maak uit eneldi een stad in Zuid-Hol land. 3. X.. is een getal. X.. is een boom. X.. is niet droog. X.. is een kleedingstuk. X-. is een deel van den schoen. X-is een deel van het hoofd. X.. is een deel van een visch. X.. is een boom. X.. is een grappenmaker. Op de kruisjeslijn komt, van boven naar be neden gelezen, de naam van een plaats in ons land (Ingezonden door Marietje van Oorschot.) 4. Wat staat midden in het water (Ingezonden door Angèle Vanhoutte.) 5. Ik ben iets akeligs. Neem mijn eerste letter weg en ik word een bloem. Neem dan weer m'n eerste letter weg en ik word een hemellichaam. (Ingezonden door Lucienne Verstraete) Ons gezellig Brievenhoekje Waterlelie en Teekenaar. Wie is er zoo leelijk gevallen Waterlelie of de Teekenaar 'k Hoop, dat de zeere knie nu weer beter is en.vader's fiets ook weer heel. 't Zal wel een leelyke bres in je spaarpot hebben ge maakt. Heeft vader nog een kiekje van jullie gemaakt Als jullie geen muts op hebben, denk ik, dat jullie haren stijl omhoog staan. Want het woei dien dag aardig, weet je nog wel 'k Ben benieuwd of ik volgende week iets te zien krijg. Madeliefje. Als je tijd hebt, moest je eens een teekening voor mij maken. Je kan haar wel by je raadselbriefje insluiten. Doe je 't Fijn Duinviooltje. 't Is heusch wel een aardig verhaaltje. Alleen geloof ik niet, dat een Amsterdamsch jongetje zóó dom is om te denken, dat die tramrails naar zijn huis leidt. Amsterdamsche kinderen zijn gewend aan rails, trams, auto's en fietsen. Ze weten, dat de stad groot is en er minstens 25 tramlijnen 'loopen. En geloof jij, dat èls Tommy werke lijk een erg dom jongetje was, z'n vader en moeder hem heel alleen op de straat zouden laten loopen Ja, zoo zie je, bij verhaaltjes schrijven komt nog heel wat kijken. Je bent nog maar niet klaar door alleen je fantasie op te schrijven. Je moet ook nagaan of de dingen niet onwaarschijnlijk lijken. Wat leuk, dat je een boek van me in den boekwinkel zag liggen. Ja, ik heb er nog wel meer ge schreven. „Met de Pit op reis", „Een zomer- vacantie vol avonturen", „De Schoolclub". Het laatste verhaal ken je wel, want het heeft eerst in dë krant gestaan. Goudhaartje. Ja, maar dat is toch niet aardig om tegen de kinderen, die ook graag eens willen schommelen, te zeggen„We zitten er pas op als je er al lang op zit. Stel je zelf eens in de plaats van die wach tende kinderen. Ieder om beurten lijkt me veel prettiger, dan krijgen jullie allemaal een gelijke portie. Is je nieuwe jurk al klaar Leesgraag. Een jaar uit logeeren Dat is me nogal eventjes iets Maar je gaat daar in Coevorden zeker naar een bijzondere school is 't niet Vertel er eens wat meer van. Kapstertje. Neen, ik heb met Hemel vaartsdag nie'; gewandeld. Ik heb gezeild. Heerlyk, hoor Er stond wel een flinke wind, maar dat was juis'. fijn. We schoten door het water als een vogel door de luchtHeb jij prettig gespeeld in den speeltuin Aardig van je om me gratis te willen knippen. Neen, onduleeren hoeft niet, dat laat ik nooit doen. Kap jij je zelf ook wel eens? Puck. Natuurlijk is dat een leuk schuil- naampjeEn wat méér zegthet is er een vol herinneringen voor jou en voor papa. Ik denk voor papa het meest, want jij zal wel niet veel afweten van den tijd, waarin je werkelijk een ukkepukkie was. Wat hebben jullie op dat gezellig avondje gesmuld 1 'k Denk, dat je den volgenden morgen niet veel trek in je boterhammen had. Maar je hebt ze zeker toch, als een verstandige Puck, opgegeten, is 't niet Nieuwsgierigje. Ja, ik woon ook in Oost, net als tante. Maar de Molukkenstraat is toch nog een heel eind van me vandaan, zeker wel een uur wandelen. Maar Amster dam is erg groot, moet je bedenken, en als je het heele Oostelijke gedeelte wil door wandelen, heb je vast meer dan een dag werk. Wat een gezellig postpapier Maar Prins lijkt heelemaal niet op dat hondje, hoor Prins heeft een wit huidje met wat donkere vlekken, en hij heeft ook niet van die lange flapoortjes, zooals het hondje op de pla$t. Bloemetje. Hartelijk welkom Maar hoe is je eigen naam Borduurstertje. Hebben jullie nog die wandeling naar Veere over Koudekerke en Middelburg gemaakt Je zult dan 's avonds wel erg moe zijn geweest. Maar prettig moe ben je van zoo'n wandeling, hè En je hebt natuurlijk als een roosje geslapen. Rozewitha. Het albumversje ligt op het bureau en mag je daar vragen als je de op lossingen van de nieuwe raadseltjes brengt, 'k Hoop, dat het naar je zin is. Met een beetje lijm plak je het dan maar in je album. Is je album al aardig vol Keeper. Nu, dat is ook een mooie schuil naam. Echt iets voor een jongen. Ben je mis schien in een voetbalclubje en treed je daar op als keeper Lena Donze. Dag Lena, speel maar pret tig in den nieuwen speeltuinMaar wees voorzichtig met den schommel en de wip, hoor Lezeresje. O wat heeft die jarige zus veel gekregen Ze kan haast een winkeltje opzetten. Wat was jouw cadeau Ja zeker, ik ben met den Hemelvaartsdag ook uit ge weest. Ik heb gezeild vanaf 's morgens vroeg tot ver in den namiddag. Maar van ongeveer twee tot vier uur moesten we toch stil liggen. Er stond veel te veel wind en het zeilen was toen heusch niet zonder gevaar. Na vieren was het wat minder stormachtig en met een prettig gangetje zijn we huiswaarts gezeild. Hoe is de algebra-repetitie afgeloopen Paddenstoeltje. Veel plezier in jullie heerlijke huisje aan de zeeIk ben met de Pinksteren ook aan zee, maar toch een heel eind van jullie af in Noord wijk. 't Is maar te hopen, dat we mooi weer hebben. Gaan jullie dan zwemmen Zwartkopje. O wat geeft die nieuwe speeltuin jullie een genoegen Heerlijk, hoor Hij is net bijtijds geopend, want met dit mooie weer is het natuurlijk juist fyn om buiten te spelen. Lees eens wat ik aan Goud haartje heb geschreven over dat schommelen terwijl er andere kinderen staan te wachten. Ken je die mooie spreuk„Wat gy niet wilt, dat u geschiedt, doe dit dan ook een ander niet Haakstertje. Hebben jullie prettig ge fietst over het nieuwe fietspad De Middel- burgsche tante is zeker mee naar huis ge gaan. Dikkie Bigmans. Och die arme Prins! Hy heeft heusch gedacht, dat de post hem een kluifje zou komen brengen van Dikkie Bigmans Elfje. Vertel eens of het dien dertienden Mei een prettig dagje is geweest en of jullie nog met de touringcar naar Domburg zijn gegaan. Waterrot. Zit je graag aan het water? Maar zeker ook wel in het water, is 't niet Of kun je niet zwemmen In dit geval moet je er maar niet aan denken in het water te gaan. Nu kan ik me wel eenigszins voorstel len wat Kurasausjes zijn. Hoe zouden die bloempjes aan zoo'n eigenaardigen naam komen Goudroosje. Ja, meneer op school heeft gelijk. Als we maar altijd trachten elkaar goed te begrijpen, onverschillig of we Hol lander, Amerikaan, Duitscher of Inlander zijn, dan is oorlog nooit meer mogelijk. Want oorlogvoeren is eigenlijk een gevolg van domheid, van elkaar niet kennen en niet waardeeren. Gaan jullie nu heusch brieven schrijven aan kinderen in andere landen Gicheltje. „Millie's vacantie" is prachtig, hè Ik weet tenminste nog wat goed, dat ik er vroeger erg van heb genoten. Wat een ge luk, dat Millie en die oude dame op 't laatst toch nog goede vriendinnen werden Fijn, dat je ook nog van dien speeltuin mag pro fiteered Springertje. 't Zal een heerlijk tochtje naar Valkenisse zijn geweestVertel je er nog eens wat meer van Als 't héél prettig is geweest, ben je er natuurlijk nog niets van vergeten. Waar ik naar toe ging? Ik heb den heelen dag gezeild, 't Waaide wel erg, maar dat was juist fijnDe boot schepte af en toe een flinke hoeveelheid water en op een gegeven oogenblik kreeg ik een golf pardoes in m'n gezicht. Van schrik liet ik het touw van het zeil schieten, maar ik achterhaalde het toch nog gauw. Zangertje. Neen hoor, Prins is geen poe- deitje. „Gelukkig nietzegt hy, „Ik zou op die malle krulletjes heelemaal niet gesteld zijn Ik vind het al vervelend genoeg, dat m'n vrouw eiken dag m'n gladde haren wil kammen en borstelen." Zonneschijn. Fyn, dat je weer heelemaal beter bent. Ben je met den Hemelvaartsdag nu ook uit geweest Ja, ik wel. Ik heb ge zeild. 't Stormde dapper en op de kiekjes, die genomen zyn, waaien m'n haren dan ook naar alle kanten. Iemand, die de kiekjes zag, zei„Je hebt zeker dien heelen dag dingen gezien en gehoord, waar je je over verbaas de, want al je haren rijzen te berge Pratertje. Wat hebben jullie moeder een mooi cadeau gegeven Ze zal er wel erg mee in haar schik zijn geweest. Krijg ik heusch een kiekje van je FijnDat is dan alweer een aanwinst voor mijn foto-album. ABONNEMENTSPRIJS franco door hetgeheeleï ,ige lauden bij wekelijkse ne abonné's in 't bezit e IPolis, zij" GRATIS vel kerd tegen ongelukken v I nummer bestaaf De Pinksterdl De ijsheiligen hebben o: I I maar al te goed hun grinl I voelen en de voorspelling I I steren luidden dan ook all< I r zcoals elk jaar is ooll ie maand Mei ons ev< I als heerlijk zomerv I [s Zaterdag was het vl I keerd, al was het in den n I I rig. Er vielen ook reeds e< I I er op wezen dat er onwe I ag bij dreigen geblel I avond klaarde het geheel I I eersten Pinksterdag hebbeil weer te klagen gehad, hoe I 5 stond. Maar de wind I kracht af en hoewel Zondai I schuwingssein geheschen rl I het Zondagavond vrij goecl De tweede Pinksterdag I I scheiden door schitterend k onmiddellijk zijn invloe I keer. Tal van wandelaars, [bleien vulden straten en vl |geheelen dag heeft de tr van passagiers gehad, dat n ereden moest worden e oed bezet waren. Het wasl op den Strandboulevard, dl I ment je b.v. bijna geen del j te meer klemde, nu I ■daar ter plaatse, voor nil Imoedelyk, de ruimte betre look trof het ons, dat met ■•«1 drukte, de kiosk daar (ruikt wordt gelaten. Het d ten zeerste verho I ■minstens gedurende de mi ■wkgezelschap zijn vroolijk De drukte, die den ■Pinksterdag heeft geheersc I tot ln de avonduren. Tal v I noten van het heerlijk gez: zonsondergang en de tram den avond vol. Bjj het rijwielpad Wal gedurende de Pinksterdi ït, om hen, die met l\ gebruiken, beleefd te vrag< 'an de vereeniging „Het I 'en". Veelal klinkt het ar la reeds lang en dit zeer het toonen van de kaart, personen blijken geen lid t Ie verzoek, niet min< cteld of men lid wenscht de mogelijkheid te pad te verbreeden. Dan z: i erkennen het, tegen nog altijd te hebben verzi wel zich direct van daarvan doen overtuigen In twee dagen tijd zijn er post dan ook tusschen de t ingeschreven ad I ook hier blijken er velen U Het begrijpen, dat dit pad itief tot stand is gek wordt gehouden en, als zij malen zagen, bruta I schouderophalend, soms n *oord, „Neen, en ik word ^den, of niet antwoorden I het ontkennend antwoord i gezochte motieven o I den „Nog eens even aanz I zoo weinig" en dergelijke I afmaken. Er is o.a. alle aanleidin I fclem op te wyzen, dat e: I lot stand kan komen en dsi belkom is, terwijl men dl maken van het pad nie k&plooper te zijn. Het is gedurende de P I opnieuw gebleken dat Wa toenemend vreemdelinge j jen. Het aantal vreerc I rond reed was legio. Wij j I rilt België gezien, doch I ^htovJk en Duitschlanc m opgemerkt, waaruit t 5 de reclame welke v< I toaakt wordt, wel doel t: Grand Hotel E Guillaume e Waren er weder me Qe Muzikanten van 6 R.I. ïeQ ak „Guillaume Jens

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1931 | | pagina 12