1000
500
300
25
SPOOR/ W- MOSTERD
WOENSDAG
I APRIL,
EERSTE BLAD
No.77
69e Jaargang
1931
Uitgave: Firma F. VAN OE VELDE Jr., Walstraai 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 66287
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
De ontwikkeling der Vlissingsche havens in verband
met de Vlissingsche Handelsgeschiedenis, de
laatste vooral in de Middeleeuwen.
VLISSINOSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per 3 maanden.
Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 13.80. Voor de ove
rige landen bij wekelijksche verzending 3.80, met Zondagsblad 14.75. Afzonderlijke nrs. 5 et
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1-5 regels r 1-25iedere regel meer 25 cent.Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 et p. regel.Kleine advertentiesbetreffendeHuur enVerhuui.Koop
en Verkoop, Dienstaanbiedingen en-Aanvragen van 1— f re; els 75 et, iidere iejel n m 15ct
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bij verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBL1CITEITSWAARÜE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS"
Dit nummer bestaat uit twee bladen
tics
III.
Kosten der haven. Privilege van Graaf Willem 111.
Vlissingen wordt in 1315 tot stad verheven. Stichting van
Kerk en Stadhuis. De nieuwe haven moest in de eerste
plaats commercieele belangen dienen. De Vtissingers in de
14e eeuw waren vrachtvaarders maar ook koopvaarders.
De Voorhaven.
Hier kwam men bij het graven van de
haven op vreemd gebied. Van de pas ge
noemde wetering, dj. van de Hellebardier-
straat en het Groenewoüd af zuidwaarts, had
men den grond van West-Souburgerambacht
bereikt, daar de oude Vlissingsche wetering,
"die ook door het tegenwoordige Rioolstraatje
liep, langs Schuitvlofcstraat en verder langs
de Zuidzijde van de Heöebardierstraat, om
in de Oud-Vlissingsche haven te vallen, de
grensrivier was tusschen het West-Souburgsch
grondgebied en 't Nieuw-Vlissingen van dien
tijd. De graaf heeft dezen bodem, althans het
noodzakelijke terrein ongetwijfeld gekocht,
maar de oudst bewaarde rekeningen dateeren
vanaf 1318. Dè Voorhaven strekte rich tot
het eind van het tegenwoordige hoofd nog
jïnnen de lijn van den zeedijk uit. West van
het Groothobfd was ook nog land dus kort
weg gezegd, Walcheïen reikte tot aan het
eind van het Groot- of Westerhoofd. Vlak
vóór het hoofd, waar het nu steil naar de
diepte gaat, kon men in 1318 nog twee hoof
den inslaan. Dit slot van het eigenlijke
havenwerk van Graaf Willem III vindt men
geboekt in de grafelijke rekening van dat
laar. De oostelijke havendyk was nu de
grensdijk tusschen het nieuw Vlissingsch
grondgebied en het Souburgsch gebied vanaf
het Groenewoüd. Daar aan het Groenewoüd
was de grens van het toen bebouwde of te
bebouwen gedeelte. De gronden, de weiden en
het woud ten oosten ervan gelegen, waren
West-Souburgsch gebied in dien tijd onder
Willem, 's Heeren Boudyns sone.
Van de Hellebardierstraat af was men
buiten en was de haven Buitenhaven of
Voorhaven. In lateren tijd A° 1594 werd
door het bouwen van de Beursbrug de Koop
manshaven verlengd en de Voorhaven inge
kort,
k De bekostiging van de havenwerken.
r De zooeven genoemde hoofden werden door
Alen rentmeester van den graaf uit de beden
betaald. Ook de watermolen werd gesteld op
rekening der Grafelijke administratie. We
zouden dus kunnen vermoeden, dat ook de
fiaven op dezelfde wijze uit dezelfde bron is
bekostigd,
Bij het opnieuw bevestigen van Middelburg
ia de catastrophe van 1303 liet de graaf den
ï/bt ter hand stellen 6 penningen van het
;emet over geheel Walcheren (uitgenomen
ie kloosterlanden), die den poorter: van Mid-
ielburg toegezegd waren. 2) Zoo kon ook
issingen in een ander jaar geholpen wor-
en. In de oudste grafelijke rekening is
iaarvan een spoor te vinden. In „de achter-
>tel van beden, in Zuitbevelandia" 3) komt
»n post vooritem de 12 d. de m. de
bortu in Vlissinghe, de terra amicorum
pominï in Synoudskerc et Barsdorp, 10
sc.". De „12 d. de m." volgen als maatstaf
de „terra amicorum etc." zijn de landen,
omgeslagen waren. Zij lagen in Synouds-
erke en Barsdorp. Met „de portu in Vlissin-
wordt bedoeld de haven in de stad als
oei. Slotsom is, dat voor 209 gemeten land
en som van 10 9 sc. betaald wordt. Dit
etaalt hij in 1318 als achterstallige schuld
an een ouden omslagde portu, d.i. ten
elioeve van het maken van de Vlissingsche
aven. De geheele omslag over Zeeland Be-
esterSchelde ten bedrage van 12 penningen
ar gemet voor Vlissingen zou beloopen heb-
en 792 11 sc. 9 d. tomoische waarde of
onze muntspecie 4755.52 f2, toen een zeer
tnzienlijke waarde vertegenwoordigende.
Privilege van Graaf Willem
A° 1315.
Privilege en haven zijn nauw aan elkaar
'rbondenhet privilege was een bekroning
tn de werken, die gebeurd warenals zoo-
nig wordt het ook gevoeld door den schen-
r, wat hij uitdrukt in den aanhef van de
rkonde„Wijl het de taak van ons als
pils
Hen
vorst is „onse lant, onse goet te beteren ende
ense ondersaten te stareken/ende te ver
beteren" zooveel wij kunnen, hebben wij tot
gemeenschappelijk nut van ons, van ons land
en de lieden die er wonen „gemaict een
nieuwe havene in onse poirt te Vlissingen,
ende omme die havens te beterne", en onse
stad „te meerene"„ende elc coopman
dair moge somen ende keren met haren goe
den in sekeren beschermten, ende in goeden
payse", geven wij het nu volgend privilege.
Het allereerste artikel ervan luidtIn den
eersten geven wij alle kooplieden „die in onse
haven ende Poort (d.i. stad) comen sullen,
seker ende vast geleyde" in al onze landen,
en wel met hunne goederen. Zoo ook zullen
de poorters in alle dén graaf behoorende lan
den tolvrij mogen varen, terwijl nog andere
faciliteiten aan den vreemden koopman ver
leend werden,
Hoe het jonge Vlissingen zich rekte en
strekte, blijkt ook wel uit de hierboven reeds
genoemde bouw van kerk en stedehuis, het
laatste noodig geworden, doordat nu de re
geering d?r stad bestond uit een baljuw, ne
gen schepenen en twee raadsmannen „die
burgemeester zullen wesen." Dit stedehuis
besloeg de tegenwoordige panden aan de
noordzijde van de Breeslraat en wel de per-
ceelen no.' 13 en 15, De bouw van de kerk
was te danken aan den graaf, die haar wijdde
aan St. Jacob (vandaar verkreeg de straat,
die men later van de Oost- of Blauwpoort
er heen aanlegde, den naam van St. Jacobs-
straat). Ook deze bouw viel in de jaren
1304—1308.
Mogen de strategische belangen een rol ge
speeld hebben bij het graven der haven, dan
is dit toch zeker een ondergeschikte rol ge
weest commercieele hebben de hoofdrol ge
speeld. „Immers de handelswegen tusschen
het Midden-Europeesche achterland, waar
van de Rijn de voornaamste verkeersader
was, eenerzijds, en de Britsche eilanden en
de overige overzeesche gewesten, anderzijds,
liepen, evenals in onzen tijd nog het geval is,
door de landstreken, gelegen aan de monding
der groote rivierenHolland, Zeeland, Bra
bant en Vlaanderen. De voornaamste dezer
verkeerswegen waren een water- en een
landweg. De waterweg werd in Duitschland
gevormd door den Rijn, verderop door de
Maas en liep langs Dordrecht, over de Hol-
landsch—Zeeuwsche stroomen en langs het
eiland Walcheren naar zee een zijtak vond
in Antwerpen zijn havenplaats. De landweg
liep van Keulen via Aken, Maastricht, Leu
ven, Brussel naar Gent en Brugge." 4) Bra-
bantsche (Antwerpsche'en Leuvensche) han
delsrelaties met Engeland dateeren reeds van
het begin der 13e eeuw en zeer zeker werden
deze zeer spoedig uitgebreid, zoodat in den
loop der 13e eeuw het belang van den han
delsweg voor den Brabantschen hertog- steeds
grooter werd. Toen deze na den slag van
Woeringen (1288) het hertogdom Limburg
kreeg, was de lang begeerde landweg in han
den van zijn huis gekomen. Deze Brabant-
sche handelsroute was een geduchte concur
rente van de Hollandsche en zoo kon de con
currentiestrijd niet uitblijven. Juist daarom
had Floris V tot zijn laatste regeeringsjaar
een Engelsche en dus anti-Fransche politiek
gevolgd, toen echter Eduard de stapelplaats
der Engelsche wolmarkt van Dordrecht naar
Mechelen verlegde, had de concurrent van
de Hollandsche handelsroute in dézen econo-
mischen strijd de overwinning behaald. Nu
Januari 1296 nam Floris zijn draai en sloot
een verbond met Frankrijk en verbood
Eduard de Engelsche kooplieden over Hol
land te gaan. Na Floris' dood gaf de koning
weer verlof aan de kooplieden van het graaf
schap als van ouds in zijn rijk te handelen
en trachtte hij een hechten vrede tusschen
Brabant en Vlaanderen eenerzijds en Hol
land anderzijds te bewerken. Van belang was
het voor het nieuwe Henègouwsche stamhuis
een zelfstandige politiek te voeren, waar de
havensteden in zijn gebied reeds met de
Vlaamsche begonnen te concurreeren. Het
gelukte Jan II in de eerste jaren zijner heer
schappij reeds vrijwel „de landseenheid te
versterken en aldus- de grondslagen te leg
gen, waarop zijn zoon, de merkwaardige Wil
lem III kon voortbouwen". 5)
De stad aan de Merwe Dordrecht had
reeds het stapelrecht gekregen, den 9en Oct.
1304 door Graaf Willem bevestigd, betrekkin
gen werden aangeknoopt met Stavoren, Kam
pen, Harderwijk, Zwolle, Deventer, Zutphen,
Lübeck. De betrekkingen met het Brabant-
sche Antwerpen ontwikkelden zich vanzelf
meer en meerin deze tijden (de 18e eeuw)
waren de Zeeuwsche handelsprodukten voor
Antwerpen visch en zout en ook granen, die
te Vlissingen en te Westkappel werden gela
den. Te Vlissingen hebben „die goede lieden
van der stede van Antwerpen alle jair ghe-
cocht varschen harinc ende gesouten in onser
havene ende but-en onser havene uppe die
zee". De Antwerpsche „viscopers" voorza
gen reeds in de 13e eeuw de Leuvenaars,
Brusselaars tot zelfs de Maastrichtenaars toe,
want Antwerpen had weer in Brabant het
vischstapelrccht, al verzette Mechelen zich
daartegen. Ook Mechelen voorzag zich in
Zeeland van visch en ging die verkoopen in
Brabant. Waar het afzetgebied zoo groot
was, moeten de Brabanders goede afnemers
der Vlissingers geweest zijn.
Ik gaf reeds hierboven enkele voorbeelden
van handel van Vlissingen op Engeland, toch
blijft het een feit, dat in vergelijking met
Middelburg in de 14e eeuw de handel van
Vlissingen ver ten achter stond bij dien van
Middelburg. Een ander geval was het met de
haringvisscherij. Daarnaast ontwikkelden zich
de in die dagen onvermijdelijke uitwassen
van dit bedrijf zeeroof en kaapvaart. Kwa
men ook Vlissingsche „haringschip"-eigenaars
in 1326 in aanmerking voor een vergoeding,
omdat ze hun vaartuig hadden verhuurd om
Koningin Isabella mei hal; zoon met een
leger naar Engeland over te brengen (acht
hulken en 132 haringschepen werden uit
Holland en Zeeland aangevraagd door Wil
lem III) 7), de Vlissingers lieten zich ook
niet onbetuigd om schepen te overvallen en
in hun nieuwe haven op te brengen. In het
jaar 1321 bijv. gelast Eduard II aan de over
heid in Scarborough beslag te leggen op de
goederen van 's graven onderdanen, omdat
nog steeds geen recht gedaan is voor het
feit, dat lieden uit Vlissingen een schip, dat
te Oldenburg tarwe en rogge enz. geladen
had, niet ver van de Zeeuwsche kust bij
Wulpen 8) en Walcheren overvallen hadden
en meegenomen. In 1327 beklaagt Eduard III
zich over een dergelijk feit, dat zich zelfs bij
Hartlepool onder de Engelsche kust had af
gespeeld. In 1331 wordt de wandader ge
noemd en wel Jan Hugenz van Vlissingen,
die met Petrus Maghlayn sone uit Blanken-
berghe een Engelsch schip bij Hornsea over
vallen had en er goederen uit had ge
roofd ter waarde van 40 Nog bonter maak
te het een zekere Mattheus van Vlissingen,
die als vrachtvaarder blijkbaar fungeerde en
in 1342, terwijl zijn schip door een Engelsch
koopman bevracht was om van Orwell naar
Sluis te varen, de geladen goederen niet naar
Sluis maar naar Middelburg bracht en zoo
den eigenaar van zijn goederen beroofde. Dat
de Vlissingers in deze jaren de vrachtvaart
uitoefenden blijkt ook uit een proces, waar
bij een Engelschman uit Ipswich gevangen
gezet is, omdat hij achttien zakken wol zon
der uitvoerrecht te betalen in het schip La
Hake van Vlissingen te Ipswich zou hebben
gebracht.
In dezen tijd voeren de Vlissingers ook
reeds naar de Oostzee en wel naar de Sont,
want in 1365 deelt koning Eduard III aan
enkele personen mede, dat het schip Palme-
dagh van Vlissingen. schipper Willem
Michielsz. volgens een door den schipper in
gediende klacht op de kust van Northumber
land strandde, toen het met allerlei waren op
weg was van Schonen (Zuid Zweden aan de
Sont) naar New Castle en dat verschillende
personen de aangespoelde goederen namen,
ofschoon de schipper behouden aan land was
gekomen. In hetzelfde jaar 1365 deelen
Mayor en aldermen van Londen aan de re
geering van Vlissingen mede, dat Simon de
Moi*don van Londen te Kopenhagen een last
haring liet bevrachten in het schip van Gil
lis Horn van Vlissingen en dat de regeering
van laatstgenoemde stad op de haring beslag
legdezij verzoeken teruggave. In 1373
gelast Eduard III aan drie personen in
Kirkley Rode en aan één inwoner van New
castle on Tyne om alle kooplieden, schepen
en goederen van Vlissingen in Zeeland te
arresteeren, aangezien zekere Pieter Fek, die
onlangs met zijn schip la Aungil de
Engel) van Vlissingen voor een Londenaar
300 quarter n) tarwe ter waarde van 120
van Yarum in Tees naar Queenshitthe bij de
haven van Londen vervoerde, op zijn reis
daarheen opzettelijk het schip van Gillis
Piersz. uit Zeeland met een iading van 240
quarter tarwe, waarvan er 120 toebehoorden
aan een anderen Engelschman, in den grond
VRAAGT
Let op het Fabrieksmerk
boorde Pieter Fe': is met het graan van den
Londenaar er vandoorgegaan naar Zee
land. 10)
H. G. VAN GROL.
Archivaris.
Hamaker I, blz. 160.
2) Inv. Archief Middelburg No. 16, 10'Oc
tober A° 1304.
3) Hamaker I blz. 11, P. K. Dommisse,
Ambachtsheerlijkheid blz. 81 en 82.
4) Vgl. Dr. H. Obreen, De eerste jaren na
den dood van Floris V. Bijdr. en Med. Vad.
Gesch. Oud. Reeks V, Dl. I en II.
5) Vgl. Dr. H. Obreen, De eerste jaren na
den dood van Floris V, Bijdragen en Meded.
Vad. Gesch. en Oudheidk, Reeks V, Dl. I
en II.
6) Vgl. Floris Prims, De Geschiedenis van
Antwerpen II, De XIII eeuw. Brussel 1929,
blz. 119 en vlg.
Zie Rijles Geschiedkundige Publicatiën,
Deel S5, No. 338.
s) Wulpen, een eiland tegenover Cadzand,
in den loop der tijden verdwenen, eenmaal
2000 gemeten groot; het laatste stuk ver
dween in 1570 bij den Allerheiligenvloed.
Vgl. Dr. A. A. Beekman, Geschiedk. Atlas van
Nederland, III, Zeeland. 's-Gravenhage 1921,
blz. 104.
Rijks Geschiedkundige Publicatiën, Deel
65, No. 514.
i°) Ibid No. 545.
quarter yA van een ton.
VLISSINGEN, 1 APRIL.
Gemeentelijke arbeidsbeurs.
Bij den gemeentelijken dienst der arbeids
bemiddeling alhier staan a's werkzoekenden
ingeschreven
2 letterzetters, 1 boekdrukker, 1 machine-
zetter, 2 mastiekers, 5 grondwerkers, 9 op
perlieden, 15 timmerlieden, 1 verver 1 voe
ger, 1 waterbouwkundig opzichter, 1 manden
maker, 3 meubelmakers, 1 werktuigbouwkun
dig opzichter, 1 kapper, 1 schoenmaker, 165
metaalbewerkers, 1 boekbinder, 1 banketbak
ker, 2 bakkers, 2 magazijnbedienden, 1 loop
jongen, 2 kellners, 10 transportarbeiders, 13
kantoorbedienden (w.o. 5 vrouwelijke), 1
huishoudster, 1 portier, 1 machinist, 1 trim
mer, 2 stokers, 16 varensgezellen en 62 losse
arbeiders.
Totaal 326 ingeschrevenen, vorige week
325 personen, alzoo een vermeerdering van
1 werkzoekend'
Het nieuwe gebouw van den provincialen
stoombootdienst.
In de beschrijving van het nieuwe gebouw
van bovengenoemden dienst, verzuimden wij
te vermelden, dat het gebouw is gezet door
de aannemersfirma J. de Muynck alhier, die
in alle opzichten eer van haar werk heeft
gehad. Met het dagelijksch toezicht was van
wege de provincie belast de opzichter, de heer
I. van Verre.
Het schilderwerk werd uitgevoerd door den
heer J. Weststrate, terwijl de electrische in
stallatie werd aangelegd door het electro-
technisch bureau J. J. Visser.
Onbestelbare brieven.
Lijst van aan het postkantoor alhier gedu
rende de 2e helft der maand Maart terug
ontvangen onbestelbare brieven en brief
kaarten, van welke de afzenders onbekend
zijn.
Brieven binnenland Ned. Alg. Verzeke
ringsbank, 's-Gravenhage I. K. Hoekstra,
St. Anna ParochiJ. C. van Oort, Zoeter-
meer.
Brieven buitenland Zulma Pottier, Oos-
ende
Briefkaarten binnenland A. M. Lagaaij,
Almelo J. C. Kemner, Amsterdam A. van
der Heijdt, Middelburg.
Briefkaarten buitenland G. Larisch, Glo-
gan.
Vereeniging Ziekenhuisverpleging op
Walcheren.
Gisteren werd te Middelburg een algemeene
vergadering van bovengenoemde vereeniging
gehouden.
De voorzitter, de heer mr. W. J. Woldringh
van der Hoop, deelde mede dat de gewijzigde
statuten het noodig maken dat de Mlddel-
burgsche leden in een onderafdeeling worden
vereenigd om als geheel op de algemeene ver
gadering te stemmen, en dit naar verhouding
van het ledental,-om te voorkomen, dat het
platteland Middelburg overstemt en ook om
gekeerd het geval niet is. Alom zijn nu veelal
bloeiende afdeelingen, maar te Middel
burg met haar 9000 leden voelde men er niet
zoo'n behoefte aan een afdeeling te stichten.
De secretaris, de heer L. Onderdijk, gaf en
kele inlichtingen en zeide dat Middelburg de
10.000 zeker reeds overschreden heeft. Op 1
Januari j-1. telde de vereeniging 17420 leden.
Het aantal verpleegden bleef in Middelburg
stationnair, doch op het platteland steeg het
van 68 tot 120.
De reserve bedraagt ongeveer 24.000 en
het bestuur zal komen met een voorstel om
het per jaar en per patiënt uit te keeren ma
ximum te verhoogen tot 112.50 voor het
gebruik van de operatiekamer een maximum
van 12.50 en bij betalen van 0.50 per dag
als het een patiënt betreft die in den barak
moet worden opgenomen.
Wellicht zal men nog iets meer kunnen
doen, maar het is te verwachten, dat vereeni-
gingen als deze onder regeeringscontrole ko
men. Alle dorpen staan er goed voor en het
overschrijven op andere vereenigingen gaat
geregeld, maar juist de groote gemeenten
hebben geen vereeniging als deze. Zonder
verdere discussie besloot men tot oprichting
van een afdeeling Middelburg.
Tot bestuursleden werden gekozen de hee
ren H.J. van Geuns, L. Onderdijk en J. J-
van Aartsen.
Naar aanleiding van gestelde vragen, kon
de heer Onderdijk antwoorden, dat het bezig^
is te onderzoeken of het mogelijk is hoo-
ger premie voor de hoogere klasse te doen be
talen. Dit zou de eerste plaats zijn waar zoo
iets werd ingevoerd.
Verder werd medegedeeld, dat tweemaal
contributie te laten betalen oni langer te
kunnen betalen voor een patiënt, niet raad
zaam is en ook wiskundig niet zou uitkomen.
Daar het bestuur meende, dat de reserve
nu groot genoeg is, zal het bestuur dan ook
wel komen met een voorstel om 25 te geven
in de kosten van extra zaken, als verband
middelen, stoomen, foto's enz.
Waterschappen.
Bij Kon. besluit zijn benoemd in de pro
vincie Zeeland a. tot dijkgraaf van het wa
terschap Poortvliet E. C. W. A. Geuze te
Poortvlietb. tot dijkgraaf van den Zcnne-
mairepolder F. van den Bout te Zonnemairé
en is aan J. A. Koert te Wolf aartsdijk op.
zijn verzoek eervol ontslag verleend als ge
zworene van het waterschap Oud-Wolfaarts
dijk (provinciezeeland).
De sluis te Ter Neuzen,
De correspondent van de „N. R. Ct." te
Brussel meldt
Het college van Burg. en Weth. der stad.
Gent doet thans stappen om een excursie
van Belgische parlementsleden op het kanaal
GentTer Neuzen, met bezoek aan de be
staande zeesluis te Ter Neuzen, te organisee-
ren. Het doel van excursie en bezoek zou zijn,
de parlementsleden van de ontoereikend
heid van de huidige groote zeesluis voor da
behoeften van het scheepvaartverkeer der
Gentsche zeehaven te overtuigen.
SOUBURG.
Maandagavond jl. werd een algemeene ver
gadering gehouden in café „Dorpzicht" door
de afdeeling Souburg-Ritthem van de ver
eeniging „het Groene Kruis".
De voorzitter, dr. Plugge, opende de verga
dering met een welkomstwoord tot de aanwe
zigen, tevens den wensch uitsprekende, dat
1931 voor de vereeniging een gunstig jaar
mag zijn, wat wil zeggen weinig zieken.
Daarna werden de notulen van de voor
gaande vergadering gelezen en goedgekeurd.
Uit het jaarverslag van den secretaris ver
namen wij, dat 250 porties ijs werden ver
strekt dat het magazijn thans bevat 470
verplegings-artikelen, waaronder 39 stuks,
die in het afgeloopen jaar werden aange
schaft dat op 1 Januari 1931 cp het nieuwe
gebouw nog een schuldenlast van 3000
staat geboektdat de rekening van het
„Groene Kruis" een saldo aangeeft van
91.79, terwijl de afdeeling t.b.c. een tekort
heeft van 94.87. In 1931 stonden 34 gezinnen,
onder toezicht, waarin 50 patiënten aan t.b.c.
lijdende waren.
Het verslag der kasopnemers luidde gun
stig, met een pluimpje voor den bejaarden
penningmeester voor diens goed beheer, ter
wijl ook bij de opname in het magazijn alles
in de puntjes bleek. Den magazijnmeester
werd dank gebracht voor een en ander, niet
in het nvkist voor zijn ijver in het winnen
van nieuwe leden.
Verder weiM met algemeene stemnr** aan
genomen om bij voldoende deelname weder