1000 500 300 25 SPOOR/ W- MOSTERD WOENSDAG I APRIL, EERSTE BLAD No.77 69e Jaargang 1931 Uitgave: Firma F. VAN OE VELDE Jr., Walstraai 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 66287 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen De ontwikkeling der Vlissingsche havens in verband met de Vlissingsche Handelsgeschiedenis, de laatste vooral in de Middeleeuwen. VLISSINOSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 13.80. Voor de ove rige landen bij wekelijksche verzending 3.80, met Zondagsblad 14.75. Afzonderlijke nrs. 5 et ADVERTENTIEPRIJS: Van 1-5 regels r 1-25iedere regel meer 25 cent.Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 et p. regel.Kleine advertentiesbetreffendeHuur enVerhuui.Koop en Verkoop, Dienstaanbiedingen en-Aanvragen van 1— f re; els 75 et, iidere iejel n m 15ct De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBL1CITEITSWAARÜE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS" Dit nummer bestaat uit twee bladen tics III. Kosten der haven. Privilege van Graaf Willem 111. Vlissingen wordt in 1315 tot stad verheven. Stichting van Kerk en Stadhuis. De nieuwe haven moest in de eerste plaats commercieele belangen dienen. De Vtissingers in de 14e eeuw waren vrachtvaarders maar ook koopvaarders. De Voorhaven. Hier kwam men bij het graven van de haven op vreemd gebied. Van de pas ge noemde wetering, dj. van de Hellebardier- straat en het Groenewoüd af zuidwaarts, had men den grond van West-Souburgerambacht bereikt, daar de oude Vlissingsche wetering, "die ook door het tegenwoordige Rioolstraatje liep, langs Schuitvlofcstraat en verder langs de Zuidzijde van de Heöebardierstraat, om in de Oud-Vlissingsche haven te vallen, de grensrivier was tusschen het West-Souburgsch grondgebied en 't Nieuw-Vlissingen van dien tijd. De graaf heeft dezen bodem, althans het noodzakelijke terrein ongetwijfeld gekocht, maar de oudst bewaarde rekeningen dateeren vanaf 1318. Dè Voorhaven strekte rich tot het eind van het tegenwoordige hoofd nog jïnnen de lijn van den zeedijk uit. West van het Groothobfd was ook nog land dus kort weg gezegd, Walcheïen reikte tot aan het eind van het Groot- of Westerhoofd. Vlak vóór het hoofd, waar het nu steil naar de diepte gaat, kon men in 1318 nog twee hoof den inslaan. Dit slot van het eigenlijke havenwerk van Graaf Willem III vindt men geboekt in de grafelijke rekening van dat laar. De oostelijke havendyk was nu de grensdijk tusschen het nieuw Vlissingsch grondgebied en het Souburgsch gebied vanaf het Groenewoüd. Daar aan het Groenewoüd was de grens van het toen bebouwde of te bebouwen gedeelte. De gronden, de weiden en het woud ten oosten ervan gelegen, waren West-Souburgsch gebied in dien tijd onder Willem, 's Heeren Boudyns sone. Van de Hellebardierstraat af was men buiten en was de haven Buitenhaven of Voorhaven. In lateren tijd A° 1594 werd door het bouwen van de Beursbrug de Koop manshaven verlengd en de Voorhaven inge kort, k De bekostiging van de havenwerken. r De zooeven genoemde hoofden werden door Alen rentmeester van den graaf uit de beden betaald. Ook de watermolen werd gesteld op rekening der Grafelijke administratie. We zouden dus kunnen vermoeden, dat ook de fiaven op dezelfde wijze uit dezelfde bron is bekostigd, Bij het opnieuw bevestigen van Middelburg ia de catastrophe van 1303 liet de graaf den ï/bt ter hand stellen 6 penningen van het ;emet over geheel Walcheren (uitgenomen ie kloosterlanden), die den poorter: van Mid- ielburg toegezegd waren. 2) Zoo kon ook issingen in een ander jaar geholpen wor- en. In de oudste grafelijke rekening is iaarvan een spoor te vinden. In „de achter- >tel van beden, in Zuitbevelandia" 3) komt »n post vooritem de 12 d. de m. de bortu in Vlissinghe, de terra amicorum pominï in Synoudskerc et Barsdorp, 10 sc.". De „12 d. de m." volgen als maatstaf de „terra amicorum etc." zijn de landen, omgeslagen waren. Zij lagen in Synouds- erke en Barsdorp. Met „de portu in Vlissin- wordt bedoeld de haven in de stad als oei. Slotsom is, dat voor 209 gemeten land en som van 10 9 sc. betaald wordt. Dit etaalt hij in 1318 als achterstallige schuld an een ouden omslagde portu, d.i. ten elioeve van het maken van de Vlissingsche aven. De geheele omslag over Zeeland Be- esterSchelde ten bedrage van 12 penningen ar gemet voor Vlissingen zou beloopen heb- en 792 11 sc. 9 d. tomoische waarde of onze muntspecie 4755.52 f2, toen een zeer tnzienlijke waarde vertegenwoordigende. Privilege van Graaf Willem A° 1315. Privilege en haven zijn nauw aan elkaar 'rbondenhet privilege was een bekroning tn de werken, die gebeurd warenals zoo- nig wordt het ook gevoeld door den schen- r, wat hij uitdrukt in den aanhef van de rkonde„Wijl het de taak van ons als pils Hen vorst is „onse lant, onse goet te beteren ende ense ondersaten te stareken/ende te ver beteren" zooveel wij kunnen, hebben wij tot gemeenschappelijk nut van ons, van ons land en de lieden die er wonen „gemaict een nieuwe havene in onse poirt te Vlissingen, ende omme die havens te beterne", en onse stad „te meerene"„ende elc coopman dair moge somen ende keren met haren goe den in sekeren beschermten, ende in goeden payse", geven wij het nu volgend privilege. Het allereerste artikel ervan luidtIn den eersten geven wij alle kooplieden „die in onse haven ende Poort (d.i. stad) comen sullen, seker ende vast geleyde" in al onze landen, en wel met hunne goederen. Zoo ook zullen de poorters in alle dén graaf behoorende lan den tolvrij mogen varen, terwijl nog andere faciliteiten aan den vreemden koopman ver leend werden, Hoe het jonge Vlissingen zich rekte en strekte, blijkt ook wel uit de hierboven reeds genoemde bouw van kerk en stedehuis, het laatste noodig geworden, doordat nu de re geering d?r stad bestond uit een baljuw, ne gen schepenen en twee raadsmannen „die burgemeester zullen wesen." Dit stedehuis besloeg de tegenwoordige panden aan de noordzijde van de Breeslraat en wel de per- ceelen no.' 13 en 15, De bouw van de kerk was te danken aan den graaf, die haar wijdde aan St. Jacob (vandaar verkreeg de straat, die men later van de Oost- of Blauwpoort er heen aanlegde, den naam van St. Jacobs- straat). Ook deze bouw viel in de jaren 1304—1308. Mogen de strategische belangen een rol ge speeld hebben bij het graven der haven, dan is dit toch zeker een ondergeschikte rol ge weest commercieele hebben de hoofdrol ge speeld. „Immers de handelswegen tusschen het Midden-Europeesche achterland, waar van de Rijn de voornaamste verkeersader was, eenerzijds, en de Britsche eilanden en de overige overzeesche gewesten, anderzijds, liepen, evenals in onzen tijd nog het geval is, door de landstreken, gelegen aan de monding der groote rivierenHolland, Zeeland, Bra bant en Vlaanderen. De voornaamste dezer verkeerswegen waren een water- en een landweg. De waterweg werd in Duitschland gevormd door den Rijn, verderop door de Maas en liep langs Dordrecht, over de Hol- landsch—Zeeuwsche stroomen en langs het eiland Walcheren naar zee een zijtak vond in Antwerpen zijn havenplaats. De landweg liep van Keulen via Aken, Maastricht, Leu ven, Brussel naar Gent en Brugge." 4) Bra- bantsche (Antwerpsche'en Leuvensche) han delsrelaties met Engeland dateeren reeds van het begin der 13e eeuw en zeer zeker werden deze zeer spoedig uitgebreid, zoodat in den loop der 13e eeuw het belang van den han delsweg voor den Brabantschen hertog- steeds grooter werd. Toen deze na den slag van Woeringen (1288) het hertogdom Limburg kreeg, was de lang begeerde landweg in han den van zijn huis gekomen. Deze Brabant- sche handelsroute was een geduchte concur rente van de Hollandsche en zoo kon de con currentiestrijd niet uitblijven. Juist daarom had Floris V tot zijn laatste regeeringsjaar een Engelsche en dus anti-Fransche politiek gevolgd, toen echter Eduard de stapelplaats der Engelsche wolmarkt van Dordrecht naar Mechelen verlegde, had de concurrent van de Hollandsche handelsroute in dézen econo- mischen strijd de overwinning behaald. Nu Januari 1296 nam Floris zijn draai en sloot een verbond met Frankrijk en verbood Eduard de Engelsche kooplieden over Hol land te gaan. Na Floris' dood gaf de koning weer verlof aan de kooplieden van het graaf schap als van ouds in zijn rijk te handelen en trachtte hij een hechten vrede tusschen Brabant en Vlaanderen eenerzijds en Hol land anderzijds te bewerken. Van belang was het voor het nieuwe Henègouwsche stamhuis een zelfstandige politiek te voeren, waar de havensteden in zijn gebied reeds met de Vlaamsche begonnen te concurreeren. Het gelukte Jan II in de eerste jaren zijner heer schappij reeds vrijwel „de landseenheid te versterken en aldus- de grondslagen te leg gen, waarop zijn zoon, de merkwaardige Wil lem III kon voortbouwen". 5) De stad aan de Merwe Dordrecht had reeds het stapelrecht gekregen, den 9en Oct. 1304 door Graaf Willem bevestigd, betrekkin gen werden aangeknoopt met Stavoren, Kam pen, Harderwijk, Zwolle, Deventer, Zutphen, Lübeck. De betrekkingen met het Brabant- sche Antwerpen ontwikkelden zich vanzelf meer en meerin deze tijden (de 18e eeuw) waren de Zeeuwsche handelsprodukten voor Antwerpen visch en zout en ook granen, die te Vlissingen en te Westkappel werden gela den. Te Vlissingen hebben „die goede lieden van der stede van Antwerpen alle jair ghe- cocht varschen harinc ende gesouten in onser havene ende but-en onser havene uppe die zee". De Antwerpsche „viscopers" voorza gen reeds in de 13e eeuw de Leuvenaars, Brusselaars tot zelfs de Maastrichtenaars toe, want Antwerpen had weer in Brabant het vischstapelrccht, al verzette Mechelen zich daartegen. Ook Mechelen voorzag zich in Zeeland van visch en ging die verkoopen in Brabant. Waar het afzetgebied zoo groot was, moeten de Brabanders goede afnemers der Vlissingers geweest zijn. Ik gaf reeds hierboven enkele voorbeelden van handel van Vlissingen op Engeland, toch blijft het een feit, dat in vergelijking met Middelburg in de 14e eeuw de handel van Vlissingen ver ten achter stond bij dien van Middelburg. Een ander geval was het met de haringvisscherij. Daarnaast ontwikkelden zich de in die dagen onvermijdelijke uitwassen van dit bedrijf zeeroof en kaapvaart. Kwa men ook Vlissingsche „haringschip"-eigenaars in 1326 in aanmerking voor een vergoeding, omdat ze hun vaartuig hadden verhuurd om Koningin Isabella mei hal; zoon met een leger naar Engeland over te brengen (acht hulken en 132 haringschepen werden uit Holland en Zeeland aangevraagd door Wil lem III) 7), de Vlissingers lieten zich ook niet onbetuigd om schepen te overvallen en in hun nieuwe haven op te brengen. In het jaar 1321 bijv. gelast Eduard II aan de over heid in Scarborough beslag te leggen op de goederen van 's graven onderdanen, omdat nog steeds geen recht gedaan is voor het feit, dat lieden uit Vlissingen een schip, dat te Oldenburg tarwe en rogge enz. geladen had, niet ver van de Zeeuwsche kust bij Wulpen 8) en Walcheren overvallen hadden en meegenomen. In 1327 beklaagt Eduard III zich over een dergelijk feit, dat zich zelfs bij Hartlepool onder de Engelsche kust had af gespeeld. In 1331 wordt de wandader ge noemd en wel Jan Hugenz van Vlissingen, die met Petrus Maghlayn sone uit Blanken- berghe een Engelsch schip bij Hornsea over vallen had en er goederen uit had ge roofd ter waarde van 40 Nog bonter maak te het een zekere Mattheus van Vlissingen, die als vrachtvaarder blijkbaar fungeerde en in 1342, terwijl zijn schip door een Engelsch koopman bevracht was om van Orwell naar Sluis te varen, de geladen goederen niet naar Sluis maar naar Middelburg bracht en zoo den eigenaar van zijn goederen beroofde. Dat de Vlissingers in deze jaren de vrachtvaart uitoefenden blijkt ook uit een proces, waar bij een Engelschman uit Ipswich gevangen gezet is, omdat hij achttien zakken wol zon der uitvoerrecht te betalen in het schip La Hake van Vlissingen te Ipswich zou hebben gebracht. In dezen tijd voeren de Vlissingers ook reeds naar de Oostzee en wel naar de Sont, want in 1365 deelt koning Eduard III aan enkele personen mede, dat het schip Palme- dagh van Vlissingen. schipper Willem Michielsz. volgens een door den schipper in gediende klacht op de kust van Northumber land strandde, toen het met allerlei waren op weg was van Schonen (Zuid Zweden aan de Sont) naar New Castle en dat verschillende personen de aangespoelde goederen namen, ofschoon de schipper behouden aan land was gekomen. In hetzelfde jaar 1365 deelen Mayor en aldermen van Londen aan de re geering van Vlissingen mede, dat Simon de Moi*don van Londen te Kopenhagen een last haring liet bevrachten in het schip van Gil lis Horn van Vlissingen en dat de regeering van laatstgenoemde stad op de haring beslag legdezij verzoeken teruggave. In 1373 gelast Eduard III aan drie personen in Kirkley Rode en aan één inwoner van New castle on Tyne om alle kooplieden, schepen en goederen van Vlissingen in Zeeland te arresteeren, aangezien zekere Pieter Fek, die onlangs met zijn schip la Aungil de Engel) van Vlissingen voor een Londenaar 300 quarter n) tarwe ter waarde van 120 van Yarum in Tees naar Queenshitthe bij de haven van Londen vervoerde, op zijn reis daarheen opzettelijk het schip van Gillis Piersz. uit Zeeland met een iading van 240 quarter tarwe, waarvan er 120 toebehoorden aan een anderen Engelschman, in den grond VRAAGT Let op het Fabrieksmerk boorde Pieter Fe': is met het graan van den Londenaar er vandoorgegaan naar Zee land. 10) H. G. VAN GROL. Archivaris. Hamaker I, blz. 160. 2) Inv. Archief Middelburg No. 16, 10'Oc tober A° 1304. 3) Hamaker I blz. 11, P. K. Dommisse, Ambachtsheerlijkheid blz. 81 en 82. 4) Vgl. Dr. H. Obreen, De eerste jaren na den dood van Floris V. Bijdr. en Med. Vad. Gesch. Oud. Reeks V, Dl. I en II. 5) Vgl. Dr. H. Obreen, De eerste jaren na den dood van Floris V, Bijdragen en Meded. Vad. Gesch. en Oudheidk, Reeks V, Dl. I en II. 6) Vgl. Floris Prims, De Geschiedenis van Antwerpen II, De XIII eeuw. Brussel 1929, blz. 119 en vlg. Zie Rijles Geschiedkundige Publicatiën, Deel S5, No. 338. s) Wulpen, een eiland tegenover Cadzand, in den loop der tijden verdwenen, eenmaal 2000 gemeten groot; het laatste stuk ver dween in 1570 bij den Allerheiligenvloed. Vgl. Dr. A. A. Beekman, Geschiedk. Atlas van Nederland, III, Zeeland. 's-Gravenhage 1921, blz. 104. Rijks Geschiedkundige Publicatiën, Deel 65, No. 514. i°) Ibid No. 545. quarter yA van een ton. VLISSINGEN, 1 APRIL. Gemeentelijke arbeidsbeurs. Bij den gemeentelijken dienst der arbeids bemiddeling alhier staan a's werkzoekenden ingeschreven 2 letterzetters, 1 boekdrukker, 1 machine- zetter, 2 mastiekers, 5 grondwerkers, 9 op perlieden, 15 timmerlieden, 1 verver 1 voe ger, 1 waterbouwkundig opzichter, 1 manden maker, 3 meubelmakers, 1 werktuigbouwkun dig opzichter, 1 kapper, 1 schoenmaker, 165 metaalbewerkers, 1 boekbinder, 1 banketbak ker, 2 bakkers, 2 magazijnbedienden, 1 loop jongen, 2 kellners, 10 transportarbeiders, 13 kantoorbedienden (w.o. 5 vrouwelijke), 1 huishoudster, 1 portier, 1 machinist, 1 trim mer, 2 stokers, 16 varensgezellen en 62 losse arbeiders. Totaal 326 ingeschrevenen, vorige week 325 personen, alzoo een vermeerdering van 1 werkzoekend' Het nieuwe gebouw van den provincialen stoombootdienst. In de beschrijving van het nieuwe gebouw van bovengenoemden dienst, verzuimden wij te vermelden, dat het gebouw is gezet door de aannemersfirma J. de Muynck alhier, die in alle opzichten eer van haar werk heeft gehad. Met het dagelijksch toezicht was van wege de provincie belast de opzichter, de heer I. van Verre. Het schilderwerk werd uitgevoerd door den heer J. Weststrate, terwijl de electrische in stallatie werd aangelegd door het electro- technisch bureau J. J. Visser. Onbestelbare brieven. Lijst van aan het postkantoor alhier gedu rende de 2e helft der maand Maart terug ontvangen onbestelbare brieven en brief kaarten, van welke de afzenders onbekend zijn. Brieven binnenland Ned. Alg. Verzeke ringsbank, 's-Gravenhage I. K. Hoekstra, St. Anna ParochiJ. C. van Oort, Zoeter- meer. Brieven buitenland Zulma Pottier, Oos- ende Briefkaarten binnenland A. M. Lagaaij, Almelo J. C. Kemner, Amsterdam A. van der Heijdt, Middelburg. Briefkaarten buitenland G. Larisch, Glo- gan. Vereeniging Ziekenhuisverpleging op Walcheren. Gisteren werd te Middelburg een algemeene vergadering van bovengenoemde vereeniging gehouden. De voorzitter, de heer mr. W. J. Woldringh van der Hoop, deelde mede dat de gewijzigde statuten het noodig maken dat de Mlddel- burgsche leden in een onderafdeeling worden vereenigd om als geheel op de algemeene ver gadering te stemmen, en dit naar verhouding van het ledental,-om te voorkomen, dat het platteland Middelburg overstemt en ook om gekeerd het geval niet is. Alom zijn nu veelal bloeiende afdeelingen, maar te Middel burg met haar 9000 leden voelde men er niet zoo'n behoefte aan een afdeeling te stichten. De secretaris, de heer L. Onderdijk, gaf en kele inlichtingen en zeide dat Middelburg de 10.000 zeker reeds overschreden heeft. Op 1 Januari j-1. telde de vereeniging 17420 leden. Het aantal verpleegden bleef in Middelburg stationnair, doch op het platteland steeg het van 68 tot 120. De reserve bedraagt ongeveer 24.000 en het bestuur zal komen met een voorstel om het per jaar en per patiënt uit te keeren ma ximum te verhoogen tot 112.50 voor het gebruik van de operatiekamer een maximum van 12.50 en bij betalen van 0.50 per dag als het een patiënt betreft die in den barak moet worden opgenomen. Wellicht zal men nog iets meer kunnen doen, maar het is te verwachten, dat vereeni- gingen als deze onder regeeringscontrole ko men. Alle dorpen staan er goed voor en het overschrijven op andere vereenigingen gaat geregeld, maar juist de groote gemeenten hebben geen vereeniging als deze. Zonder verdere discussie besloot men tot oprichting van een afdeeling Middelburg. Tot bestuursleden werden gekozen de hee ren H.J. van Geuns, L. Onderdijk en J. J- van Aartsen. Naar aanleiding van gestelde vragen, kon de heer Onderdijk antwoorden, dat het bezig^ is te onderzoeken of het mogelijk is hoo- ger premie voor de hoogere klasse te doen be talen. Dit zou de eerste plaats zijn waar zoo iets werd ingevoerd. Verder werd medegedeeld, dat tweemaal contributie te laten betalen oni langer te kunnen betalen voor een patiënt, niet raad zaam is en ook wiskundig niet zou uitkomen. Daar het bestuur meende, dat de reserve nu groot genoeg is, zal het bestuur dan ook wel komen met een voorstel om 25 te geven in de kosten van extra zaken, als verband middelen, stoomen, foto's enz. Waterschappen. Bij Kon. besluit zijn benoemd in de pro vincie Zeeland a. tot dijkgraaf van het wa terschap Poortvliet E. C. W. A. Geuze te Poortvlietb. tot dijkgraaf van den Zcnne- mairepolder F. van den Bout te Zonnemairé en is aan J. A. Koert te Wolf aartsdijk op. zijn verzoek eervol ontslag verleend als ge zworene van het waterschap Oud-Wolfaarts dijk (provinciezeeland). De sluis te Ter Neuzen, De correspondent van de „N. R. Ct." te Brussel meldt Het college van Burg. en Weth. der stad. Gent doet thans stappen om een excursie van Belgische parlementsleden op het kanaal GentTer Neuzen, met bezoek aan de be staande zeesluis te Ter Neuzen, te organisee- ren. Het doel van excursie en bezoek zou zijn, de parlementsleden van de ontoereikend heid van de huidige groote zeesluis voor da behoeften van het scheepvaartverkeer der Gentsche zeehaven te overtuigen. SOUBURG. Maandagavond jl. werd een algemeene ver gadering gehouden in café „Dorpzicht" door de afdeeling Souburg-Ritthem van de ver eeniging „het Groene Kruis". De voorzitter, dr. Plugge, opende de verga dering met een welkomstwoord tot de aanwe zigen, tevens den wensch uitsprekende, dat 1931 voor de vereeniging een gunstig jaar mag zijn, wat wil zeggen weinig zieken. Daarna werden de notulen van de voor gaande vergadering gelezen en goedgekeurd. Uit het jaarverslag van den secretaris ver namen wij, dat 250 porties ijs werden ver strekt dat het magazijn thans bevat 470 verplegings-artikelen, waaronder 39 stuks, die in het afgeloopen jaar werden aange schaft dat op 1 Januari 1931 cp het nieuwe gebouw nog een schuldenlast van 3000 staat geboektdat de rekening van het „Groene Kruis" een saldo aangeeft van 91.79, terwijl de afdeeling t.b.c. een tekort heeft van 94.87. In 1931 stonden 34 gezinnen, onder toezicht, waarin 50 patiënten aan t.b.c. lijdende waren. Het verslag der kasopnemers luidde gun stig, met een pluimpje voor den bejaarden penningmeester voor diens goed beheer, ter wijl ook bij de opname in het magazijn alles in de puntjes bleek. Den magazijnmeester werd dank gebracht voor een en ander, niet in het nvkist voor zijn ijver in het winnen van nieuwe leden. Verder weiM met algemeene stemnr** aan genomen om bij voldoende deelname weder

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1931 | | pagina 1