500 300 25 WOENSDAG 25 MAART EERSTE BLAD No. 71 69e Jaargang 1931 llitpve: Firma F. VAH DE VELDE Ir., Walstraat 58-60, Vlissinp. Telei. 10. Postrekening 66287 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen De ontwikkeling der Vlissingsche havens in verband met de Vlissingsche Handelsgeschiedenis, de laatste vooral in de Middeleeuwen. Stads- en Provincienieuws 17.02 17.49 18.53 20.17 VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS VoorVIissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove rige landen bij wekelijksche verzending 3.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct m ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels 11.25iedere regel meer 25 cent Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct p. regel.Kleine advertenties betreffende Huur enVerhuur,Koop en Verkoop, Dienstaanbiedingen en-Aanvragen van 1—5 regels 75 ct., iedere regel meei 15 ct De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS'1 Dit nummer bestaat uit twee bladen I. Ik stel mij voor in verband met de a.s. opening der nieuwe haven in de komende weken in een serie artikelen den groei der havens en de daarmee gepaard gaande han delsontwikkeling te schetsen. Veel wat tot heden terra incognita is in de handelsge schiedenis van Vlissingen in de Middel eeuwen, is door de publiceering dor buiten- landsche archiefstukken nu bestudeerbaar materiaal geworden. De neerslag van die studie zal men hier aantreffen. Eén voorbehoud moet ik maken en dat is ditde archieven der landen aan de Oostzee zijn nog niet openbaar gemaakt, maar toch is het mij gelukt ook daarvan iets te weten te komen door de indirecte methode. Al weet ik zeer goed, dat de „histoire des batailles" op den achtergrond geraakt is en terecht, en al behandelt het volgende in hoofdzaak de economische geschiedenis, toch zou Vlissingen niet Vlissingen geworden zijn, als zijn strategische positie niet in alle tijden zeer belangrijk was geweest, 't was een „marine-frontuyr" zooals de tijdgenoot van Alva zei, van den eersten rang, en dit is in de Middeleeuwen ook het geval geweest. Daarom is het af en toe noodzakelijk dagen van strijd aan te stippen, maar juist deze strijd is gewoonlijk evenzeer een economische, waar het antagonisme der rivalen wortelt in concurrentie-nyd. Het is niet mijn bedoeling de handelsge schiedenis van de 17e en volgende eeuwen uitvoerig te schetsen, daar dit te veel ruimte zou vragen en er reeds meer van bekend is. Vandaar dat ik reeds te voren dus even- tueele beschuldiging van onevenwichtigheid hoop te ontwapenen door deze voorafgaande opmerking. Voor de laatstgenoemde tijden zal ik mij in hoofdzaak bepalen tot de ge schiedenis der havens zelf. De oudste haven van Vlissingen tot 1304, een afvloeiïng van den Zwanenburgschen WatergangBelangstelling van Floris V voor den Vlissingschen ambachtsgrond. Ontluikende Haringvisscherij. Eerste handel met Engeland. Even goed als Middelburg voor zijn oudste haven gebruik heeft gemaakt van een be staand water, de Ame, of beter gezegd, even zeer als de Middelburgsche nederzetting ont staan is aan een bestaanden watergang, de Arne, is het oudste Vlissingen gelegen aan een natuurlijke afwatering, die door de aan- wonenden meer of min genormaliseerd zal zijn en aan de behoeften aangepast. We kun nen er zeker van zijn, dat de gang van zaken aldus is geweest, bekend is immers, dat Walcheren doorsneden is geweest van meerdere afwateringen, die min of meer geschikt waren, de platboomde Middel- eeuwsche vaartuigen te havenen. Veel water was daartoe niet noodig, als we nagaan, dat de zeevaarders bij uitnemendheid, de Noor mannen, meestal op hun tochten de vaartui gen op het droge trokken en dan hun piraten- tochten te land aanvingen. Deze oudst bekende Vlissingsche haven kan men aldus begrenzenlaagte van het Villa park tusschen Kerkhoflaan en Boulevard, verder voorbij de villa's „Huize de Ruyter" en „Huize Everfcsen", gedeeltelijk kleine en groote spuiboezem, Garage de Baljuw, Al- hambra-bioscoop, verder Paardenmarkt naar de Slijkstraat. Deze straat heet in de publicatie van 15 Mei 1584 de „Dyckstrate" d.i. de oostelijke havendijk. Deze oostelijke havendijk was dus de Slijkstraat. Vandaar liep hij door de Breewaterstraataan het eind dier straat wendde de havendijk zich westwaarts, ongeveer langs het Gasthuis- hoofd tot aan den zeedijk der dertiende eeuw, die later door de zee verzwolgen werd. De westzijde van de haven liep van den becrmweg van den Boulevard tegenover het Strandhuis tot ongeveer bij het huidige Wa terhoofd verder liep deze westelijke haven dijk een eind zeewaarts in tot den ouden dijk der dertiende eeuw. Nu meene men niet, dat deze „haven" de voortzetting van den watergang was, die nu de kleine spuiboezem bereikt, deze is veel later gegraven. Misschien was het wel de uitmon ding van den Zwanenburgschen watergang. Ook lijkt bovenstaande een absurditeit voor wie niet weet, dat voor den tegenwoordigen boulevard een zeer groote strook land lag, zoodat het oudst bekende Vlissingen en de oudst bekende haven door een zeer breede landstrook van de zee gescheiden waren. In dit verband herinner ik ook nog even aan het feit, dat de gevangentoren de eene helft van een poort is, die toegang gaf tot den weg naar Koudekerke, welke dus een heel eind zeewaarts liep, ongeveer evenwijdig aan den tegenwoordigen boulevard. Tusschen de jaren 1331 en 1439 is ongeveer de helft van het grondgebied der heerlijkheid Vlissingen aan de zee ten offer gevallen, de beste voorstel ling van dat verloren gegane terrein heeft men, als men aan den Nollepunt staande, den afstand vandaar tot Brittannia in zee afmeet met den rug naar het hotel toe staande en dan eeii lijn trekt ongeveer evenwijdig aan de kust tot het Groothoofd bij de Rotonde, dan hebt ge de oudst bekende kustlijn. Men ziet dus dat het oudste Vlissingen een heel eind landinwaarts gebouwd was aan dat water, dat later als oudste Vlissingsche haven bekend stond. Dit Oud-Vlissingen, zooals het later in tegenstelling met Nieuw-Vlissingen genoemd werd, komt als parochie het eerst voor in een charter van 28 Mei 1247 2)het was toen voorzien van kerk, pastorie en een gast huis of hospitaal, waar de vreemdelingen tijdelijk verblijf konden houden bijv. bij hun passage naar Vlaanderen. Want van hier uit konden de kooplieden en marskramers, maar ook de edelen en de krijgsvloten over naar Sluis, Rodenburg, Brugge enz. Deze haven was dus veer en visschershaven. Maar in de Vlaamsche oorlogen, een strijd, die voor namelijk het bezit van de eilanden Walcheren, Zuid- en Noord-Beveland, Borselen en Wolfaartsdijk gold, dus het gebied tus schen de Ooster-Schelde en het Zwin, dat in het begin der 11e eeuw (1018) door keizer Hendrik II aan Boudewijn V van Vlaanderen in leen was gegeven, was zij meermalen een strategische haven, een steunpunt dus. Wel waren in 1168 by het Verdrag van Hedensee de begeerlijke klei- eilanden een gemeenschappelijk bezit gewor den, waarbij o.a. werd bepaald, dat de graaf van Holland ze in leen zou houden van Vlaanderen, maar nauweiyks zagen de Hol- landsche graven de gelegenheid gunstig of ze noemden zich graaf van Holland en Zeeland, zoo byv. resp. Floris IV, Willem II, die wei gerden den eed als leenman af te leggen. Deze laatste had grootte moeilijkheden te over winnen en een zwaren strijd te stryden, toen hy in 1247 tot Roomsch koning werd ver heven. Hiervan maakte de Vlaamsche gravin Margaretha gebruik, die tevens kon rekenen op een sterke Vlaamsche party onder de Zeeuwsche edelen. Tenslotte werd het Verdrag van Hedensee weer erkend. (Hedensee by het land van Cadzand, een kort zeegat in het vroeger voor Cadzand gelegen eiland Wulpen. Hede was een mansnaam, s is 2e nv., ee is water. 3)) Maar dit duurde niet lang, nauweiyks rees de geluksster van Willem II in Duitschland of hy ontzet de Vlaamsche gravin uit al haar Ryksleenen (1252). Dit was het begin van een nieuwen kryg tusschen Holland en Vlaanderen. De zoon der Vlaamsche gravin, Guy van Dampierre, landde met ten deele Fransche troepen den len Juli 1253 op Walcheren en wel by Westkapelle, maar werd door de ach ter de duinen verborgen Hollanders en Zeeu wen, wier getal veel kleiner was, geslagen en gevangen genomen met zyn jongeren broeder en tal van andere Fransche en Vlaamsche ridders. Graaf Dirk van Kleef en Floris van Holland waren de overwinnaars in dezen roemrijken slag, nog eeuwen lang de trots der Hollanders, die op de Vlamingen nooit zoo'n schitterende zege hadden behaald. Koning Willem verscheen drie dagen later op het eiland, waar hij de volledige nederlaag der Vlamingen vernam. Na Willem's ongelukkigen dood echter in Friesland namen de zaken een geheel an deren keer. De Vlaamsche gravin gaf nu Zeeland in leen aan Floris, den voogd van den jongen Floris V, die in het huwelijk zou treden met Beatrix, de kleindochter van Margaretha, zonder dat er op de belangen van den minderjarigen graaf gelet werd. Maar de energieke Floris V, zyn meerder jarigheid bereikt hebbende, weet West-Zee land te behouden en huwde bij den dood van zijn oom Floris, die zijn belangen zoo slecht behartigd had, zelf met Beatrix, die de oom voor zich bestemd had. Van 1287 af was de verhouding tusschen den Vlaamschen en Hol- landschen graaf wederom zeer slecht, want toen liet Floris zich ontslaan van de overeen komst eenmaal dooi zyn oom gesloten en zoo begonnen de moeilijkheden opnieuw, die zeker ook wel medegewerkt hebben tot zyn tragischen dood. Het zal intusschen Floris op zyn reizen naar den koning van Engeland, waarmee hy in intieme relatie's stond zUn zoon was verloofd met een Engelsche prinses en werd in Engeland opgevoed opgevallen zyn, dat de haven van Vlissingen cardinale gebreken had. Vooreerst lag de monding niet Zuid waarts, maar Zuidwestwaarts en tegen den vloed, hetgeen aanslibbing moest veroorzaken. Dan lag de eigenlijke aanlegkade West van het dorp Oud-Vlissihgén te ver van de zee en wees de reeds ontstane uitbreiding van het dorp Zuidwaarts op een korteren uitweg naar de rivier, terwijl men bovendien behoefte had aan een spuiboezem. Daar kwam nog een belangrijke factor by. In 1294 en wel o.a. op 10 Januari 4) kwam Floris V in de gelegenheid etteiyke ambach ten in deze omgeving aan te koopen en deze, gevoegd by het reeds in handen zynde ge deelte, van den Vlissingschen bodem maakte, dat de graaf by na allé terrein tot zijn be schikking had. Bovendien breidde zich de visschery meer en meer uit, aanvankelijk begonnen als gewone visschery vgl. den naam Schardynkade, waar ik later op terugkom breidde deze zich uit tot de haringvïsscherij'j pok juist in dezen zelfden tijd. Want de VÏaamsche erfveéte leidde er toe, dat graaf Floris V met zyn ruimen blik aansluiting zocht bij den Engel- schen koning en van deze relatie gebruik maakte om handelsconnectie's aan te knoo- pen, ook om o.a. faciliteiten te verkrijgen voor de uitoefening van den haringhandel op de Engelsche kust. Zoo krijgt de „custos" of „bewaarder" van de zeekust by Yarmouth in Sept. 1295 van den Engelschen koning bevel, tweemaal per week te doen aankondigen, dat niemand aan de inwoners van Holland, Zeeland en Friesland overlast mag aandoen als zy op da kust ter haringvangst komen, maar de ingezetenen integendeel hen moeten bijstaan met raad en daad. De strijd tusschen de Vlaamsche graven en de koningen van Engeland in dezen tyd conflict tusschen Fransche en Engelsche in vloedssfeer brengt o.m. teweeg, dat de be volking van Zuid-Holland, Zeeland in steeds toenemende mate het bedryf der Vlamingen gaat overnemen, zy koopt zelfstandig de En gelsche wol en verwerkt die zelf tot laken. En nu zien wij merkwaardig genoeg ook reeds in dezen zelfden tyd, hoe een enkel Vlis- singsch schip al genoemd wordt in een reke ning van 1293/1294 te New-Castle on Tyne „het schip van Johannis Bude van Vlissin gen „pro 2 dacris coriorum" 5)eveneens „het schip van Hendrik de^ zoon van Tancard van Vlissingen „pro 8 petris lane" 5), of in eene van 1294/1297 „het schip van Willem, den zoon van Pieter van Vlissingen, dat Paradis genoemd wordt, voor „10 petras lane" en 14 pelles lanutas in eene van de ont vanger van Ipswich(1294/1298) wordt eveneens een schip van Vlissingen genoemd, waar Simon de zoon van Moonen (Monini) schip per op is. Dat de haringvangst ook in dezen tijd door de Vlissingers beoefend werd, blykt wel heel toevallig uit een belofte van afrekening van 1323, waarbij aan Jan van Subburch voor zyn haringschip en aan Pieter Allaerd van Vlis singen voor zijn haringschip en aan Boudiin Boudiinszen van Oost-Souburg voor zyne hulk, voor het tydelyk afstaan van hun vaartuigen als transportschip naar Engeland huur wordt beloofd en vergoeding van schade. Ik noem de Souburgers er by, daar deze ongetwyfeld havenden in Vlissingen. AI deze factoren tezamen maakten een nieuwe haven tot een onafwendbaren eisch en de energieke Floris zou de aangewezen man zyn geweest om deze plannen tot uitvoering te brengen, mits hy niet den bekenden on- tydigen dood was gestorven. Floris immers kende de gesteldheid des lands goed, meerdere malen was hy op Wal cheren geweest. Toen in 1290 de Zeeuwsche adel stry'd tusschen de feodaliteit en sou- vereiniteit trouw zwoer aan den Vlaam schen graaf, stak een Vlaamsch leger naar Walcheren over en sloeg het beleg voor Mid delburg, waar Floris zyn vrouw en zoon ge bracht had, de Zeeuwsche burgery behoorde immers tot de meest loyale onderdanen der Hollandsche graven. Kort tevoren, 8 en 13 Januari, is hij te Middelburg, 24 Februari te Veere, 14 Maart weer te Middelburg, 28 Maart en 4 April weer en dan gaat hij in Holland hulp halen voor de Zeeuwen. De nood begon te nypen in Middelburg, maar zoowel deze stad als de Mortier en burcht, waar nu Ar- nemuiden ligt, hield zich ferm. Floris zou uit Zierikzee naar Walcheren overvaren, maaT zyn vriend, hertog Jan I van Brabant zorgde dat er te Biervliet een samenkomst plaats had tusschen schoonvader en schoonzoon. Echter de graaf werd gevangen gehouden, totdat hy den vrede van Biervliet onderteekend had, die echter zuiver afgedwongen was. Geen kwestie dus ervan, dat de graaf weder vrijgelaten tegen hooge borgstelling zich houden zou aan dit verdrag. F1 lis wist als gezant van Eduard, koning van Engeland, naar den Roomsch-koning Adoh van Nassau gezonden, zyn eigen plannen ook te bevorderen, en zoo werd 20 Augustus 1294 te Neurenberg een verdrag gesloten, waarbij Adolf, Eduard tegen Vlaanderen helpen zal, maar tevens ver klaart Adolf den -Iollandschen graaf vrij van de leenhulde aan Vlaanderen en wordt het verdrag van Biervliet van geen vaarde ge noemd. e) Zich nu sterk gevoelend door deze verbonden gin? Floris zijn schoonvader te lijf. Met een groot leger, waarvan zelfs West- Friezen deel uitmaken, vereenigt men zich te Vlissingen, om Guy v. Vlaanderen te gaan bestoken. Het is in de eerste maanden van 1295. Jan van Renesse gaat naar Sluis en verwoest het, Dirk van Brederode met de Friezen naar Cadzand, dat eveneens te vuur en te zwaard wordt bestookt. By Borselen in ,,'t Vingherlin" (een kreek by Borselen wordt de Vlaamsche vloot 27 October 1295 vernietigd. Dit wapenfeit was het laatste, de Vlaming durfde niet meer aanvallen, Floris' dood maakte dat hij zijn schoonvader geen slagen meer kon toeVrengen. H. G. VAN GROL, Archivaris. Wat nu Paardenmarkt heet, was vroeger de bodem van.de brouwery. „De Byle". De echte Paardénmatkt is een pleintje geweest tusschen het verlengde van de Koe- en de Slykstraat. 2) Van v.an Bergh, Oorkondenboek Dl. I, no. 437 II no. 215. 3) Vgl. Dr. A. A. Beekman, Geschiedkundige Atlas van Nederland, IH Zeeland. 's-Graven- hage 1921. 4) Zie P. K. Dommisse, Ambachtsheerlijk heid, blz. 47, blz. 62. 5) Rijks Geschiedkundige Publicatiën, Dl. 65, blz. 39 en 40 dacris coriorum dekers hui den, een deker tienpetris lane „stee- nen" wol, een „steen" is gewoonlyk zes pond. Nog heden is „steen" in Vlaanderen een ge wicht voor aardappelen pelles enz. wol huiden. 6) Vgl. Dr. Henri Obreen, Floris V, Gent, 1907, blz. 146' en vgl. VLISSINGEN. 25 MAART. Havenfeesten. Gisterenavond vergaderde de buurtvereeni- ging Boulevard de Ruijter (Westelyk deel) en Boulevard Bankert (Oostelijk deel) in café „De Scheldestroom". Besloten werd geen wyziging te brengen in de door de bewoners van deze buurten toegezegde bedragen en met het innen door te gaan tot en met Juli 1931. De geïnde en nog te ontvangen gelden worden gestort op de Boaz-Bank. Een gedenkbord. In verband met de opening van de nieuwe haven wordt een gedenkbord in den handel gebracht naar een ontwerp van den heer J. Schonk, uitgegeven door den kunsthandel voorheen G. W. Dhuy, Lange Burcht te Mid delburg. Het gedenkbord stelt een gezicht voor op de nieuwe buitenhaven, waar een mailboot van de maatschappy „Zeeland" binnenkomt. Sleepbooten liggen in de haven. Verder is het bord versierd met verschil lende emblemen op de scheepvaart betrek king hebbende, als een boei, een anker, een zeekyker enz. Het bord draagt den datum 17 April 1931, op welken datum de haven officieel door Hr. Ms. de Koningin wordt geopend. Het gedenkbord is te dezer stede verkrijg baar by de heeren F. Landsman en A. R. Müller. Gemeentzïijke Arbeidsbeurs. By den gemeentelyken dienst der Arbeids bemiddeling alhier staan als werkzoekenden ingeschreven 2 letterzetters, 1 boekdrukker, 1 machinezetter, 2 mastiekers, 8 grondwer kers, 10 opperlieden, 6 schilders, 12 timmer lieden, 1 verver, 1 voeger, 1 waterbouwkundig opzichter, 3 meubelmakers, 1 kapper, 1 m sew®®)© «S©©SSTO©S voor het 2e kwartaal 1931 ontvangen de nog in Maart verschijnende nummers der VSasssmgsctveiSccJicanf GRATIS Abonnementen worden aangenomen door onze administratie te Vlissingen en in de verschillende plaatsen door onze agenten. schoenmaker, 1 werktuigkundig teekenaar, 156 metaaldraaiers, 1 boekbinder, 1banket-» bakker, 2 broodbakkers, 2 magazynbedien- den, 1 kruideniersbediende, 1 looper, 2 kell- ners, 2 chauffeurs, 14 transportarbeiders, 13 kantoorfbedienden (w.o. 5 vrouwelyke), 3 portiers, loopers enz.16 varensgezellen en 61 losse arbeiders. Totaal 325 ingeschrevenen, vorige week 315 personen. Alzoo een vermeerdering van 10 werkzoekenden. BelgischHollandsch feest In Spa, Elk jaar wordt door de directie van het» Casino te Spa een festival georganiseerd, waarbij eenige groepen uit een bepaald land uitgenoodigd worden te komen concerteeren. Dit jaar is Nederland aan de beurt en ia meer speciaal gedacht aan Zeeland. De genoemde directie wendde zich daartoe tot den Belgische consul te Vlissingen, die op zijn beurt zich richtte tot de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer te Goes, met het verzoek het een en ander maar te willen regelen in overleg met 't feestcomité in Spa. Het resultaat daarvan is, dat met de Pink-, sterdagen een drietal Zeeuwsche gezelschap-» pen, alle gekleed in het gewestelijk costuum en in totaal 100 personen sterk, naar Spa zullen gaan. Het zijn „Het Zuid-Bevelandsch ca- pella koor" uit Goes, dat o.m. op de wereld tentoonstelling te Antwerpen met groot suc ces optrad het „Westkapelsche Meisjeskoor'* van Westkapelle en „Medioburgum" uit Mid delburg. Waar Spa juist in die dagen door een groot aantal vreemdelingen wordt bezocht, heeft die tournée uit propagandistisch oog punt bezien zeker z'n beteekenis. Steun aan de suikerbietenteelt. Door de Kamer van Koophandel en Fabrie ken voor Zeeuwsch-Vlaanderen is een adres verzonden aan de Tweede Kamer, waarin, gelet op de uitingen in de kringen en orga nisaties van landbouwers, zoowel in het ge bied der Kamer alsook uit andere streken van ons land, de vrees wordt uitgesproken, dat, zelfs ook na de wijzigingen die door den. minister van binnenlandsche zaken en land bouw in zyn ontwerp zijn aangebracht, de ten behoeve der uikerbietencultuur voorgestelde steun niet voldoende zal zyn, om de land bouwers in het algemeen tot hot zaaien van suikerbieten te doen overgaan. Het wetsont werp zal alsdan zyn doel missen. Op grond van het zeer omvangrijke belang dat de teelt van suikerbieten voor Zeeuwsch-Vlaanderen heeft, in détails reeds uiteengezet in haar adres d-d. 10 Januari 11., verzoekt de Kamer de van verschillende zyden gerezen bezwaren wel te willen overwegen, en te willen mede- wrken, dat de steunregeling nog dermate zal worden verbeterd, dat ook men grond mag verwacht worden, dat zij tot practische uit voering zal kunnen komen. Scheep vaartberichten Het tankschip „Tunisia" dat gisterenmor gen in den Biezelingschen Ham op de Molen plaat gestrand is, is gisterenavond omstreeks. 5 uur door de sleepboot „Raymond" der Re- morquage Letzer vlotgetrokken en te Hans- weert binnengebracht. Het schip zat zeer ge- vaarlyk, daar het met de kiel op den rug van de Molenplaat zat, en by laag water de voor steven wel enkele meters hooger zat als de achtersteven. Het tankschip was geladen met. benzine van Ertvelde naar Duisburg. Ook de sleepbooten „Oostzee" en „Hoek van Holland", alsmede de sleepbooten ,„Wotan" en „Goliath" en nog enkele particuliere boo ten waren ter plaatse, doch moesten geen assistentie verleenen. Het schip was gisterenmorgen vroeg van Ter Neuzen vertrokken met de sleepboot „Luctor II" doch door den mist uit het vaar water geraakt.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1931 | | pagina 1