500
300
150
100
25
Lissngen
WOENSDAG
18 MAART
EERSTE BLAD
JACOB HOBEIN
69e Jaargang
s.
it
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
1831 19 Maart 1931.
Stads- en Provincienieuws
/[ODEBklEF
No.65
1931
niet werkelijk
practisch van
delheid in het
nt het, dat de
ondanks alles,
i alle kleuren
de meest ver-
icht tot don-
l, in groen, in
vlaar ondanks
handschoenen
n. Voor over-
ijke manchet
eer zijn gezet,
set met kleine
met, als har-
Ie handschoen
maar is aan
armband van
ilen. Maar het
•e avondhand-
ogtij viert. En
waarop alle
n recht komt.
ze, soms door
lleboog gedra-
I'd met breede
I zijn motieven
Iteentjes, van
Inz.
Iterie-gebied.
taken wij over
walt er echter
teren. Natuur-
at turkooizen,
(zeer de voor-
liwe kleur van
Ir geschikt als
\e ketting be
te kristalletjes
lauwe schijfjes,
[■colliers, bijv.
(turkoois mar
leren kettinkje
Isteenen boven
I gevat. Of een
prme turkoois,
kralen ben-
LMINE.
Lissabon
v. Port Said
van Sabang
- v. P. Soedan
/[aart Perim
lutta v. Rot.
1 Dover
le Karachi
114 Maart van
It. van Durban
i Wei-ha-Wei
Irt te Durban
paap del Armi
te P. Soedan
te Antw.
i Genua
Barbados
te Kaapstad
I Montevideo
te Karlstadt.
1.4 te Vestma-
Jan 18 Maart
lijke tot Zuid-
Jewolkt, droog
Échts, overdag
heden,
iBouwmeesler-
Irtgebouw, o.lo
Jig kinderkoor
gebouw, 8 uur.
13.35
14.01
L Fietsen
6.36
I 6 .via
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoorVIissingenende gemeenten op Walcheren /2.20 per 3 maanden.
Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove
rige landen bij wekelijksche verzending 13.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 et
lillivs: firma i. lil Dt HUE Ir. RilsU 58-10, llissiijrn, 1,1,1.10. Putiilmni 00201
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 cf. p. regel. Kleine advertenties betreffende Huur enVerhuur.Koop
en Verkoop, Dienstaanbiedingen en-Aanvragen van I—f rejels75 ct., if dere regel meer 15 ct
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet oi oog.
gulden bij -verlies
van
een duim
gulden bij verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger
AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS'
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Welke Vlissinger weet niet dat op het kerk
hof aan de Kerkhoflaan deze eenvoudige
zeeman begraven ligt, die als Van Speijk de
eer der Nederlandsche vlag stelde boven zijn
leven. Wie het nog niet mocht kennen, kan
daar dit eenvoudige gedenkteeken bewonde
ren, gebouwd van Escauzijnschen steen, be
staande uit een schuinliggende dekzerk en
een verticale achterzerk.
De eerste is geprofileerd en daarop is en
relief aangebracht het Metalen Kruis, waar
onder mede en relief de volgende in
scriptie is gebeiteld
Kulde van de Koninklijke Nederl. Marine
aan den dapperen Jacob Hobein voor zijn
heldenfeit op de Schelde verricht. Geboren in
1810 en in 1888 te Vlissingen overleden als
gepensioneerd Opperstuurman en Ridder der
Militaire Willemsorde."
Aan elk der vier hoeken is een massief
koperen ring aangebracht.
De verticale zerk vertoont twee stukken
geschut, die te zamen een fronton met me
daille dragen, waarboven een frontespice,
waaraan de M.W.O. hangt met een lauwer
krans aan beide zijden.
Het medaillon draagt de volgende inscrip
tie
,Hier ligt Jacob Hobein, die als matroos
2e klasse op den 19den Maart 1831 onder een
hevig vijandelijk geweervuur de Nederland
sche vlag uit 's vijands hand redde, en zwem
mende terugbracht aan boord der kanonneer
boot no. 30."
Onder deze inscriptie is een model sloep
van dien tijd uitgehouwen, waarover de vlag
ligt.
Op de dekzerk ligt tegen de verticale zerk
een krans van immortellen, waardoorheen
een lauwertak gehouwen is.
Dit gedenkteeken, dat wel zeer uitvoerig
het gebeurde illustreert, wat men lang niet
van alle monumenten zeggen kan, is opge
richt kunnen worden door de offervaardigheid
van de Marine.
Allen ook de loodsen van admiraal
tot matroos en marinier hebben bijgedragen
na den oproep in het najaar van '88 en den
8sten Mei 1890 werd het gedenkteeken aan
het gemeentebestuur overgedragen. Bij raads
besluit No. 7 van 12 Juli 1889 werd in hoffe
lijke termen beslist, dat de gemeente Vlis
singen het geschenk dankbaar zou aanvaar
den en voor het onderhoud zorg zou dragen.
Met groobe plechtigheid had de overdracht
plaats op dien Ssten Mei, een lange stoet be
gaf zich naar de begraafplaats, waar zich de
gemeenteraad en een aanzienlijke schaar
bargers en militairen reeds bevonden.
Het Mannenkoor zong enkele liederen, vlce-
admiraal Geerling en burgemeester Tutein
Nolthenius voerden het woord en dezen wer-
de i gevolgd door verschillende anderen.
Nu het een eeuw weder geleden is, dat Ja
cob Hobein zijn heldendaad volbracht, is het
niet meer dan passend, dit feit nog eens in
de herinnering terug te brengen, en tevens
zjjn staat van dienst.
HU was te 'sGravenhage geboren den 8en
Januari 1810 als zoon van Jan en Hendrika
Verwejj. Op 13-jarigen leeftUd, na den dood
zijner moeder, ging hij als scheepsjongen bij
de marine in dienst en werd, na eenige reizen
naar de Middellandsche Zee en Zuid-Amerika
in 1830 bevorderd tot matroos 2e klasse.
In hetzelfde jaar werd ter beteugeling van
den opstand o.a. de „Sumatra" naar Antwer
pen gestuurd, op welk schip, dat aan lager
wal geraakte en verloren ging, ook Hobein
diende.
Hy werd overgeplaatst op de brik „de Gier",
die een werkzaam aandeel nam aan het bom
bardement van Antwerpen op 27 October
toen de groote schepen in December door ys-
gang de Schelde moesten ontruimen vertrok
zijn bodem naar Vlissingen. Aldaar werd hy
geplaatst op de kanonneerboot no. 33 en
vertrok weer naar het tooneel van de om-
Wenteling.
Op den 19den Maart 1831 Lig hy met de
kanonneerboot no. 33 en nog enkele andere
in de Blaakman tusschen Biervliet enPhilip-
Pine.
Luitenant Verdooren, die op de kanonneer
boot no. 30 het bevel voerde, zond een sloep
bit om het visschen te beletten, dat verboden
was geworden, toen het bleek dat vele vis-
schers zich als verspieders lieten gebruiken.
Te dicht onder het fort Isabelle op den Zuide
lijken oever van de Braakman gekomen,
moest de sloep wUken en raakte des morgens
op het daarby gelegen Schapenschor aan den
grond.
Daar door het lage water de kanonneer
boot de sloep niet bereiken kon, werd zij door
de bemanning verlaten, die over de schorren
naar het oorlogsschip terugkeerde. Bij opko
mend getij werd echter des namiddags de
sloep vlot en begon naar den Belgischen
oever te dry ven. Daar men de vlag in de
schuit had laten liggen, werden er vrywil-
ligers gevraagd om die te halen.
Enkelen beproefden het, doch slaagden
niet, door het hevig geweervuur der vijanden
afgeschrikt.
Hobein verklaarde zich bereid om het alléén
te ondernemen.
Hij begaf zich zoo hoog mogelijk boven-
strooms te water en zwom meer dan een half
uur, terwijl de Belgen onophoudelyk schoten.
Het gelukte hem met groote inspanning de
sloep te bereiken, zich van de vlag meester
te maken en die aan boord van de kanon
neerboot terug te brengen.
Dit heldenfeit, kort na de daad van Van
Speijk, klonk door het land en den 18den
April daaraanvolgende kreeg de jonge ma
troos de Militaire Willemsorde. (Kon. Besluit
8 April 1831, No. 39). Hobein ontving boven
dien verschillende geschenken, zoo b.v. van
Z. K. H. den Prins van Oranje (later Ko
ning Willem II) een gouden zakhorloge met
ketting, van het Genootschap Doctrina et
Amicitia te Amsterdam een zilveren tabaks
doos i) met het volgend opschrift, door een der
medeleden van het Genootschap, den dichter
H. H. Kiyn vervaardigd
XIX Maart MDCCCXXXI
„Hobeyn. Gij hebt den vloed en 's muiters
lood getart
„Gij hebt 's Lands heil'ge vlag bewaard
voor 't gruwelijk schennen
„Dit rein metaal melde IJ, hoe wij Uw
trouw erkennen
„En hoe zy is gegrift in 't dankbaar
Hollandsch hart.
Het Genootschap, Doctrina et Amicitia,
te Amsterdam.
Drie gouden tienguldenstukken bevonden
zich bovendien in de doos.
Van het college Zeemanshoop, te Amster
dam, intving hij zes gouden tientjes en een
zilveren beker J), met het onderstaande op
schrift
Hulde
van het Zeemans kollegie Zeemanshoop
te Amsterdam
aan den onverschrokken moed van den
Nederlandschen Zeeman
Hobein,
tot behoud der Hollandsche vlag,
op den 19den Maart 1831 betoond.
Tevens was er bijgevoegd een som van
26.50 door een onbekende aan het bestuur
van Zeemanshoop tot dat doel gezonden.
Vervolgens ontving hij van Mevrouw J. A.
Gerlacius, Douaère Baronesse de Hochepied,
een fraai meerschuimen met zilver beslagen
tabakspyp, op welker rand zich een boot be
vindt met het randschrift
„Aan den ridder J. Hobein, van mevrouw
de H."
De Stedeiyke Schutterij van Rotterdam
schonk hem eveneens een zilveren tabaks
doos, waarvan het deksel aan de bovenzyde
een afbeelding van de dappere daad weer
geeft. -)
Hierna werd hij overgeplaatst op Zr. Ms.
fregat de Eurydice, nam een werkzaam aan
deel aan de landing en het innemen van het
fort St. Marie, waarop hy in 1832 bevorderd
werd tot stuurmansleerling.
Aan boord van dezen bodem werd hem 28
Maart 1832 uitgereikt het certificaat, waarbij
hy werd gerechtigd tot het dragen van het
„Bewys van aandenken" ingesteld by Kon.
besluit van 12 September 1831, no, 70, als ge
diend hebbende in den rang van matroos 2e
klasse by het gevecht te Biervliet op 19 Maart
1831, en dus als deelnemer aan de krijgsver
richtingen in 1830 en 1831.
Bij de belegering van de citadel van Ant
werpen door de Franschen, raakte de Eurydice
slaags by de Kruisschans met de daar ge
nestelde Franschen.
By deze kanonnade werd den Schout bij
Nacht, Jhr. Lewe van Aduard, tevens be
velhebber van de Eurydice het hoofd
van den romp geschoten. Zooals ik reeds
eerder heb opgemerkt is het stoffe-
lUk overschot van dezen bevelhebber naar
Vlissingen overgebracht en alhier op het
kerkhof aan de Kerkhoflaan begraven, ter-
wyl zijn officieren een gedenkteeken op zijn
graf hebben geplaatst.
In 1833 werd Hobein bevorderd tot 3de
stuurman en overgeplaatst naar Zr. Ms,
Korvet „Van Speijk", waarmee hy naar
Oost-Indië toog.
In 1844 en wel 23 December werd hy be
vorderd tot opperstuurman le klasse met den
rang van adjudant-onderofficier.
In 1849 nam hij deel aan de expeditie naar
Bali.
In dit leven van stryd is het wel interes
sant er doorheen te vlechten, dat hij aan
boord was van het fregat „Prins Frederik",
dat ds kinaplant van Peru naar Oost-Indië
overbracht.
Op aandringen van den Duitschen prof.
Junghuhn nl. zijn onder leiding van diens
ouden vriend Dr. Hasskarl kinaplantjes en
zaadjes uit de wouden van Peru, waar de
kinaboom in het wild voorkomt, naar Java
overgebracht (1854). Van de 500 planten wa
ren er bij aankomst van het fregat nog 75
in leven. Dit werd de grondslag voor een
reusachtige kinacultuur. 3) De hooggelegen
Preanger regentschappen zyn nu het hoofd
productiegebied, zoodat Amsterdam de we
reldmarkt is voor dit product. Bovendien be
vindt zich een kininefabriek te Bandoeng.
In 1857 nam hij nog deel aan de expeditie
in de baai van Lampong op Sumatra. In
1871 werd hij gepensionneerd, na eerst nog
commandant geweest te zyn van een oplei
dingsschip te Groningen. Hij koos Vlissingen
tot zyn woonplaats, waar hij nog 17 jaren
een rustig leven leidde.
Dé 19de Maart 1881 bleef niet onopgemerkt,
toen werd hem o.a. door den voorzitter, den
heer Jos. van Raalte, het eerelidmaatschap
van de sociëteit „Unitas" aangeboden. Toen
ontving hy een bokaal met zilveren voet, met
het opschrift op den voet „Ingezetenen van
Vlissingen". U
Bij zyn begrafenis op 14 April 1888 woei de
vlag halfstok van toren en openbare gebou
wen dezer gemeente, maar ook van de vaar
tuigen der beide loodswezens, alsook van het
standbeeld van De Ruyter en het Wachtschip.
Onnoodig te zeggen, dat zyn begrafenis
met militaire eer, zeer luisterrijk was.
H. G. VAN GROL,
Archivaris.
U Nu in het bezit van het Stedelijk Mu
seum alhier. Aldaar bevindt zich ook een
houten snuifdoos met zijn portret.
2) N. Rott. Cour. Avondblad E 14 Maart
1931. Deze is nog in het bezit van Hobein's
kleinzoon, den heer H. J. Bos te Schiedam.
3) Vgl. Moens, De Kinacultuur in Azië".
VLISSINGEN, 18 MAART.
Dames-Vereeniging „Eerste Hulp".
„Transport-Colonne" van het Ned. Roode
Kruis.
Britannia.
Voor een flink gevulde zaal gaven deze
samenwerkende vereenigingen gisterenavond
een uitvoering, teneinde aan haar doel en
streven meerdere bekendheid te geven. En zij
zyn daarin, middels woord en beeld, volko
men geslaagd.
Zooals we zulks de laatste jaren gewoon
zyn, werd er wederom een afwisselend pro
gram ten beste gegeven. Na een openings
woord van den voorzitter der T. C., waarin
hy allen een hartelyk welkom toeriep, inzon
derheid den heer Dronkers, burgemeester van
Veere en kring-commissaris van het Ned.
Roode Kruis in Zeeland, en opwekte de ge
lederen der beide vereenigingen, die onder
leiding staan van dr. Kuperus, arts der Kon.
Ned. Marine, te versterken (inlichtingen
worden voor „E. H." verstrekt do mej. A.
Hintzen, Aagje Dekenstraat 117, voor „T. C."
door den heer A. van Splunder, Bloemen-
laan 44)zongen beide vereenigingen een wel
komstlied (woorden van H. L. Frenks, wijze
„Kroningslied" van J. A. Scholte), waarin
tevens de taak van het Roode Kruis beschre
ven werd.
Daarna vernamen en zagen we, wat de
grondslag van „E. H." is. De heer L. A. van
den Bos had een voorval uit het dagelyksche
leven omweven met verschillende beschou
wingen. Een oud moedertje had hulp en
steun noodig en nu werden diverse figuren
als een scheepskapitein, een zeeman, een boer
en enkele jongetjes (padvinders) sprekende
ingevoerd. Uit alles bleek ten slotte, dat het
fundament van „E. H." Is naastenliefde,
welke we reeds by de jeugd moeten aan-
kweeken. Het tweede bedrijf bracht de dames
van „E. H." in volle actie by het verbinden
van allerlei gewonden, die daarna deels door
haar zelf werden weggeleid, deels door bran
cardiers van de „T. C." werden wegge
bracht. Practisch zagen we de „T. C." nog
werken by een geval van gasbedwelming in
een rioolput. Volgens twee methodes werden
de slachtoffers uit hun positie door de met
gasmaskers uitgeruste redders verlost (met
behulp van touwen en het brancard-raam De
Mooij). Eenmaal in de zuivere atmosfeer
teruggekeerd, werden met een zuurstof^
apparaat enz. de levensgeesten weder opge
wekt. Het was een zeer pakkende, gelukkig
gekozen demonstratie, temeer daar nog niet
heel lang geleden in onze omgeving een man
by dergelyke werkzaamheden het leven heeft
verloren en het gevaar dus niet denkbeeldig
is. Ook op het gevaar van onbeschermd hulp
verleenen werd nadrukkelijk de aandacht ge
vestigd.
Een dubbel-kwartet onder leiding van den
heer Frenks zong vervolgens „Het Roode
Kruis" van Renati. De zang werd voorafge
gaan door een symbolische scène, waarbij de
„Vrede" vluchtte voor het oorlogsgeweld (het
applaus vonden we hierbij misplaatst), ter
wijl onder het ringen de Vredesengel weder
keerde en bleek, dat ook het oorlogsmonster
tot betere gedachten was gekomen. Het trok
immers rijn uniform uit, haalde een spade en
begroef zyn moord-schietwerktuig. En de
zwaarden werden omgesmeed in sikkels en
ploegscharen. Moge deze wensch eenmaal in
vervulling gaan
Dat het Roode Kruis ook in vredestijd door
een onwrikbare rots wordt gedragen en een
baken is in den banienden levensstorm werd
daarop in een tableau treffend zinnebeeldig
voorgesteld.
Na de pauze werd het blijspel in één bedrijf
„De luitenant en zijn oppasser", van onzen
stadgenoot H. L. Frenks met uitbundig succes
voor het voetlicht gebracht. De le luitenant
Karei van Hoogenberg tot Dalen is een bon-
vivant annex Don Juan, die dik in de beren
en in de penarie rit en wel zoodanig, dat een
deurwaarders-exploit hem niet bespaard
blyft. Zyn oppasser, Jonas Pummel, helpt
hem ten slotte uit de misère, doch daar zulks
ongeoorloofd is, delgt papa van Hoogenberg
tot Dalen voor de laatste maal de schulden
van z'n zoon. In deze geschiedenis is een
amourette tusschen den oppasser en het be-
koorlyke dienstmeisje Jetje Bols, van het
pension van mej. Kikker, gevlochten. Voorts
vervult de soldaat-huisknecht de functie van
uitkaaier, te pas en te onpas, als b.v. de
schuldeischer Daniël Strucken, in wynen enz.,
of de deurwaarder Petrus Plakker, het zijn
chef erg moeilijk maken en als papa op be
zoek komt. Over het geheel werd het stuk
zeer verdienstelijk gespeeld. Jonas was in één
woord onbetaalbaar, ad-rem in zijn antwoor
den, het echte type.van den landsverdediger,
dien men gemeenlijk met den naam „kant-
hooi" pleegt aan te duiden Jetje gaf een
kittige dienstmaagd, de hospita uitte prach
tig het verschil in haar stemming vóór en na
het vereffenen der rekening, Hoogenberg Sr.
speelde goed den vermanenden vader, die
rich terwille van de familie-eer nogmaals een
offer getroost en de deurwaarder en de wijn
handelaar maakten van hun rol, wat er van
te maken valt. De luitenant voldeed wel,
doch zyn verstandelijke ontwikkeling eischt
een juister taalgebruik. Wyders geven we
den auteur in overweging alleen te vermelden,
dat de officier met ontslag zou kunnen
worden gezonden, degradatie bestaat in
dezen rang niet. 't Is een stuk, wat door
loopend doet schuddebuiken van het lachen,
vooral door de oppassersroleen dol-vroolyk
uurtje is bij een goede opvoering beslist ge
waarborgd.
Het laatste nummer van het program be
stond uit een tableau, waarbij alle leden ge
schaard waren rond de geprojecteerde beelte
nissen van de Koninklijke familie. Dat bij
het op het witte doek verschijnen van ons
geliefd vorstenhuis een spontaan „Wilhel
mus" door alle aanwezigen werd Ingezet, ligt
voor de hand.
Den ganschen avond heeft men alle uit
voerenden zeer mild met bijvalsbetuigingen
beloond. Het orkest, onder leiding van mej.
M. de Hondt verzorgde een populair program
op prettige wyze (o.a. de Lustspiel ouverture,
van Keler Bela, Kalman's Czardas-Fürstin en
de van ouds bekende Cadettenmarsch van
Sousa) en behaalde daarmede eveneens veel
succes.
De heer Dronkers uitte zyn buitengewone
waardeering voor de vooi'treffelijke wyze
waarop de Vlissingers de Roode Kruis-ge-
dachte hadden vertolkt. Zy, die meenen, dat
het Roode Kruis uitsluitend een oorlogs
instituut is, 't welk een oorlogstaak vervult,
zullen wel ervaren hebben, dat de grond
gedachte is hulp verleenen aan de lydende
menschheid altijd en overal en zorgen steeds
paraat te zijn (pas heeft het Roode Kruis
50.000 geschonken aan de vereeniging „Zon
nestraal", om haar ix. de gelegenheid te stel
len een paviljoen by tc bouwen). Daar de
grondgedachte tevens behelst„nooit meer
oorlog" en het Ned. Roode Kruis is aange
sloten by de wereldorganisatie „La ligue des
croix rouges", bestaat er aanleiding voor
iedereen om zich aan te sluiten by het
Roode Kruis, om daardoor by te dragen tot
de verwerkelyking van de idee„Wereld-*
vrede". Spr. hoopte dat de afdeeling Vlissin
gen zou bloeien en stelde een „hoera" in op
die afdeeling, waarmede door de aanwezigen
geestdriftig werd ingestemd.
Nog voerde de afduólings-voorzitter, de
heer M. van der Beke Callenfels het woord,
Spr. bracht hulde aan alle medewerkenden,
die dezen avond hadden doen slagen en me
moreerde in dit verband speciaal de heereni
Kokelaar en Van den Bos, de jeugdig©
pianiste, die den zang had begeleid, den heer
Frenks en mej. de Hondt met haar orkest.
Gelet op het late uur van afloop of
liever gezegd vroege uur, want het was ruim
half een verdient het ongetwijfeld aan
beveling een ander maal het program zoo
danig in te kleeden, dat men denzelfden dag
op een behoorlijk tijdstip kan eindigen.
Door den heer B. van Dijk Soerewyn werd
tot besluit gelegenheid tot dansen aangebo
den, waarvan velen een gretig gebruik
maakten.
Gemeentelijke Arbeidsbeurs.
Bij den gemeentelijken dienst der Arbeids
bemiddeling alhier staan als werkzoekenden
ingeschreven 2 letterzetters, 1 boekdrukker,
2 mastiekers, 8 grondwerkers, 10 opperlieden,
9 schilders, 17 timmerlieden, 1 verver, 2 voe
gers, 1 waterbouwkundig opzichter, 1 ijzer-»
betonvlechter, 3 meubelmakers, 1 kapper, li
schoenmaker, 150 metaalbewerkers, 1 boek
binder, 1 banketbakker, 1 broodbakker, li
bakkersknecht, 1 tuinman, 2 magazijnbedien
den, 1 loopjongen, 2 chauffeurs, 2 kellners,
8 transportarbeiders, 13 kantoorbedienden
(w.o. 5 vrouwelijke), 1 dienstbode, 4 portiers,
loopers enz., 13 varensgezellen, 1 werktuig
bouwkundig teekenaar en 54 losse arbeiders.
Totaal 315 ingeschrevenen, vorige week
369 personen. Alzoo een vermindering van 54
werkzoekenden.
Feestvergadering S.D.A.P.
Concertgebouw.
Een onzer machtigste politieke organisaties
vierde gisterenavond onder groote belangstel
ling haar 25-jarig bestaan. De met palmen
en groen versierde zaal en de roode bouquet-
ten op de borsten der talrijke feestgangers
gaven aan de zaal een aardig geheel.
Te ruim acht uur opent de voorzitter, de
heer A. C. van Hal namens de afdeeling deze
bijzondere by eenkomst en deelt mede, dat
het dezer dagen 25 jaar geleden is, dat hier
ter plaatse met aanvankelijk 6 leden een
afdeeling van de S.D.A.P. werd opgericht. De
leden Dissen en De Meij, die beiden nog een
vooraanstaande plaats in de afdeeling inne
men, waren de mede-oprichters evenals Pie-
terse van Wyck en echtgenoote. Aan den
heer C. Dissen, die al die jaren een bestuurs
functie vervulde en deze waarnam onder de
meest moeilijke omstandigheden, brengt hij
een warm woord van hulde, dat met een
donderend applaus uit de zaal wordt onder
streept. Den heer J. de Meij, die niet alleen
steeds een werkzaam lid is geweest, doch
bovendien voortdurend onze leidsman, brengt
hy eveneens wannen dank.
Deze leden hebben in het beginstadium
een tyd meegemaakt, die thans geen enkele
organisatie meer kent. Bespotting en vergui
zing zoowel van werkgeverszijde als van eigen,
arbeiders was toen orde van den dag. Wan
neer we constateeren, aldus spr., dat het eer
ste Meifeest met wylen mr. Sannes als spre
ker in de zaal van „Admiraal de Ruijter" we
gens gebrek aan belangstelling niet kon
doorgaan en dat de laatste jaren voor ver
schillende bijeenkomsten de grootste zaal
hier ter plaatse te klein blykt te zyn, dan is
er wel wat veranderd. Het aantal leden is ge
stadig toegenomen, het aantal kiezers dat op
onze lysten stemt is grooter dan van welke
partij ook hier ter plaatse. Met trots kunnen,
we constateeren, dat we in den Raad een.
groot gedeelte van onze inwoners vertegen
woordigen en dat het werk van de S.D.A.P.-
fractie op pry's wordt gesteld zullen straks
de verkiezingen, die vol vuur en elan te
gemoet worden gegaan, bewU'zen. Onder den
invloed van de politieke organisaties groeide
onze bondgenoot de Vliss. Bestuurdersbond
tot een sterke plaatselyke vakcentralemet
medewerking van onze afdeeling** aldus spr.,
kwamen afd. van het Instituut vcor Arbei
ders Ontwikkeling, V.A.R.A., A.J.C. en Arb.
Sportbond tot stand, terwyi de „Volksstem"
onze beweging reeds jaren terzijde staat.
Ondanks soms vele moeilijkheden, zoowel
naar buiten als binnen, heeft de Vlissingscha