500 300 150 100 25 Lissngen WOENSDAG 18 MAART EERSTE BLAD JACOB HOBEIN 69e Jaargang s. it Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen 1831 19 Maart 1931. Stads- en Provincienieuws /[ODEBklEF No.65 1931 niet werkelijk practisch van delheid in het nt het, dat de ondanks alles, i alle kleuren de meest ver- icht tot don- l, in groen, in vlaar ondanks handschoenen n. Voor over- ijke manchet eer zijn gezet, set met kleine met, als har- Ie handschoen maar is aan armband van ilen. Maar het •e avondhand- ogtij viert. En waarop alle n recht komt. ze, soms door lleboog gedra- I'd met breede I zijn motieven Iteentjes, van Inz. Iterie-gebied. taken wij over walt er echter teren. Natuur- at turkooizen, (zeer de voor- liwe kleur van Ir geschikt als \e ketting be te kristalletjes lauwe schijfjes, [■colliers, bijv. (turkoois mar leren kettinkje Isteenen boven I gevat. Of een prme turkoois, kralen ben- LMINE. Lissabon v. Port Said van Sabang - v. P. Soedan /[aart Perim lutta v. Rot. 1 Dover le Karachi 114 Maart van It. van Durban i Wei-ha-Wei Irt te Durban paap del Armi te P. Soedan te Antw. i Genua Barbados te Kaapstad I Montevideo te Karlstadt. 1.4 te Vestma- Jan 18 Maart lijke tot Zuid- Jewolkt, droog Échts, overdag heden, iBouwmeesler- Irtgebouw, o.lo Jig kinderkoor gebouw, 8 uur. 13.35 14.01 L Fietsen 6.36 I 6 .via VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoorVIissingenende gemeenten op Walcheren /2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove rige landen bij wekelijksche verzending 13.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 et lillivs: firma i. lil Dt HUE Ir. RilsU 58-10, llissiijrn, 1,1,1.10. Putiilmni 00201 ADVERTENTIEPRIJSVan 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 cf. p. regel. Kleine advertenties betreffende Huur enVerhuur.Koop en Verkoop, Dienstaanbiedingen en-Aanvragen van I—f rejels75 ct., if dere regel meer 15 ct De abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet oi oog. gulden bij -verlies van een duim gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDSCHE DAGBLADPERS' Dit nummer bestaat uit twee bladen Welke Vlissinger weet niet dat op het kerk hof aan de Kerkhoflaan deze eenvoudige zeeman begraven ligt, die als Van Speijk de eer der Nederlandsche vlag stelde boven zijn leven. Wie het nog niet mocht kennen, kan daar dit eenvoudige gedenkteeken bewonde ren, gebouwd van Escauzijnschen steen, be staande uit een schuinliggende dekzerk en een verticale achterzerk. De eerste is geprofileerd en daarop is en relief aangebracht het Metalen Kruis, waar onder mede en relief de volgende in scriptie is gebeiteld Kulde van de Koninklijke Nederl. Marine aan den dapperen Jacob Hobein voor zijn heldenfeit op de Schelde verricht. Geboren in 1810 en in 1888 te Vlissingen overleden als gepensioneerd Opperstuurman en Ridder der Militaire Willemsorde." Aan elk der vier hoeken is een massief koperen ring aangebracht. De verticale zerk vertoont twee stukken geschut, die te zamen een fronton met me daille dragen, waarboven een frontespice, waaraan de M.W.O. hangt met een lauwer krans aan beide zijden. Het medaillon draagt de volgende inscrip tie ,Hier ligt Jacob Hobein, die als matroos 2e klasse op den 19den Maart 1831 onder een hevig vijandelijk geweervuur de Nederland sche vlag uit 's vijands hand redde, en zwem mende terugbracht aan boord der kanonneer boot no. 30." Onder deze inscriptie is een model sloep van dien tijd uitgehouwen, waarover de vlag ligt. Op de dekzerk ligt tegen de verticale zerk een krans van immortellen, waardoorheen een lauwertak gehouwen is. Dit gedenkteeken, dat wel zeer uitvoerig het gebeurde illustreert, wat men lang niet van alle monumenten zeggen kan, is opge richt kunnen worden door de offervaardigheid van de Marine. Allen ook de loodsen van admiraal tot matroos en marinier hebben bijgedragen na den oproep in het najaar van '88 en den 8sten Mei 1890 werd het gedenkteeken aan het gemeentebestuur overgedragen. Bij raads besluit No. 7 van 12 Juli 1889 werd in hoffe lijke termen beslist, dat de gemeente Vlis singen het geschenk dankbaar zou aanvaar den en voor het onderhoud zorg zou dragen. Met groobe plechtigheid had de overdracht plaats op dien Ssten Mei, een lange stoet be gaf zich naar de begraafplaats, waar zich de gemeenteraad en een aanzienlijke schaar bargers en militairen reeds bevonden. Het Mannenkoor zong enkele liederen, vlce- admiraal Geerling en burgemeester Tutein Nolthenius voerden het woord en dezen wer- de i gevolgd door verschillende anderen. Nu het een eeuw weder geleden is, dat Ja cob Hobein zijn heldendaad volbracht, is het niet meer dan passend, dit feit nog eens in de herinnering terug te brengen, en tevens zjjn staat van dienst. HU was te 'sGravenhage geboren den 8en Januari 1810 als zoon van Jan en Hendrika Verwejj. Op 13-jarigen leeftUd, na den dood zijner moeder, ging hij als scheepsjongen bij de marine in dienst en werd, na eenige reizen naar de Middellandsche Zee en Zuid-Amerika in 1830 bevorderd tot matroos 2e klasse. In hetzelfde jaar werd ter beteugeling van den opstand o.a. de „Sumatra" naar Antwer pen gestuurd, op welk schip, dat aan lager wal geraakte en verloren ging, ook Hobein diende. Hy werd overgeplaatst op de brik „de Gier", die een werkzaam aandeel nam aan het bom bardement van Antwerpen op 27 October toen de groote schepen in December door ys- gang de Schelde moesten ontruimen vertrok zijn bodem naar Vlissingen. Aldaar werd hy geplaatst op de kanonneerboot no. 33 en vertrok weer naar het tooneel van de om- Wenteling. Op den 19den Maart 1831 Lig hy met de kanonneerboot no. 33 en nog enkele andere in de Blaakman tusschen Biervliet enPhilip- Pine. Luitenant Verdooren, die op de kanonneer boot no. 30 het bevel voerde, zond een sloep bit om het visschen te beletten, dat verboden was geworden, toen het bleek dat vele vis- schers zich als verspieders lieten gebruiken. Te dicht onder het fort Isabelle op den Zuide lijken oever van de Braakman gekomen, moest de sloep wUken en raakte des morgens op het daarby gelegen Schapenschor aan den grond. Daar door het lage water de kanonneer boot de sloep niet bereiken kon, werd zij door de bemanning verlaten, die over de schorren naar het oorlogsschip terugkeerde. Bij opko mend getij werd echter des namiddags de sloep vlot en begon naar den Belgischen oever te dry ven. Daar men de vlag in de schuit had laten liggen, werden er vrywil- ligers gevraagd om die te halen. Enkelen beproefden het, doch slaagden niet, door het hevig geweervuur der vijanden afgeschrikt. Hobein verklaarde zich bereid om het alléén te ondernemen. Hij begaf zich zoo hoog mogelijk boven- strooms te water en zwom meer dan een half uur, terwijl de Belgen onophoudelyk schoten. Het gelukte hem met groote inspanning de sloep te bereiken, zich van de vlag meester te maken en die aan boord van de kanon neerboot terug te brengen. Dit heldenfeit, kort na de daad van Van Speijk, klonk door het land en den 18den April daaraanvolgende kreeg de jonge ma troos de Militaire Willemsorde. (Kon. Besluit 8 April 1831, No. 39). Hobein ontving boven dien verschillende geschenken, zoo b.v. van Z. K. H. den Prins van Oranje (later Ko ning Willem II) een gouden zakhorloge met ketting, van het Genootschap Doctrina et Amicitia te Amsterdam een zilveren tabaks doos i) met het volgend opschrift, door een der medeleden van het Genootschap, den dichter H. H. Kiyn vervaardigd XIX Maart MDCCCXXXI „Hobeyn. Gij hebt den vloed en 's muiters lood getart „Gij hebt 's Lands heil'ge vlag bewaard voor 't gruwelijk schennen „Dit rein metaal melde IJ, hoe wij Uw trouw erkennen „En hoe zy is gegrift in 't dankbaar Hollandsch hart. Het Genootschap, Doctrina et Amicitia, te Amsterdam. Drie gouden tienguldenstukken bevonden zich bovendien in de doos. Van het college Zeemanshoop, te Amster dam, intving hij zes gouden tientjes en een zilveren beker J), met het onderstaande op schrift Hulde van het Zeemans kollegie Zeemanshoop te Amsterdam aan den onverschrokken moed van den Nederlandschen Zeeman Hobein, tot behoud der Hollandsche vlag, op den 19den Maart 1831 betoond. Tevens was er bijgevoegd een som van 26.50 door een onbekende aan het bestuur van Zeemanshoop tot dat doel gezonden. Vervolgens ontving hij van Mevrouw J. A. Gerlacius, Douaère Baronesse de Hochepied, een fraai meerschuimen met zilver beslagen tabakspyp, op welker rand zich een boot be vindt met het randschrift „Aan den ridder J. Hobein, van mevrouw de H." De Stedeiyke Schutterij van Rotterdam schonk hem eveneens een zilveren tabaks doos, waarvan het deksel aan de bovenzyde een afbeelding van de dappere daad weer geeft. -) Hierna werd hij overgeplaatst op Zr. Ms. fregat de Eurydice, nam een werkzaam aan deel aan de landing en het innemen van het fort St. Marie, waarop hy in 1832 bevorderd werd tot stuurmansleerling. Aan boord van dezen bodem werd hem 28 Maart 1832 uitgereikt het certificaat, waarbij hy werd gerechtigd tot het dragen van het „Bewys van aandenken" ingesteld by Kon. besluit van 12 September 1831, no, 70, als ge diend hebbende in den rang van matroos 2e klasse by het gevecht te Biervliet op 19 Maart 1831, en dus als deelnemer aan de krijgsver richtingen in 1830 en 1831. Bij de belegering van de citadel van Ant werpen door de Franschen, raakte de Eurydice slaags by de Kruisschans met de daar ge nestelde Franschen. By deze kanonnade werd den Schout bij Nacht, Jhr. Lewe van Aduard, tevens be velhebber van de Eurydice het hoofd van den romp geschoten. Zooals ik reeds eerder heb opgemerkt is het stoffe- lUk overschot van dezen bevelhebber naar Vlissingen overgebracht en alhier op het kerkhof aan de Kerkhoflaan begraven, ter- wyl zijn officieren een gedenkteeken op zijn graf hebben geplaatst. In 1833 werd Hobein bevorderd tot 3de stuurman en overgeplaatst naar Zr. Ms, Korvet „Van Speijk", waarmee hy naar Oost-Indië toog. In 1844 en wel 23 December werd hy be vorderd tot opperstuurman le klasse met den rang van adjudant-onderofficier. In 1849 nam hij deel aan de expeditie naar Bali. In dit leven van stryd is het wel interes sant er doorheen te vlechten, dat hij aan boord was van het fregat „Prins Frederik", dat ds kinaplant van Peru naar Oost-Indië overbracht. Op aandringen van den Duitschen prof. Junghuhn nl. zijn onder leiding van diens ouden vriend Dr. Hasskarl kinaplantjes en zaadjes uit de wouden van Peru, waar de kinaboom in het wild voorkomt, naar Java overgebracht (1854). Van de 500 planten wa ren er bij aankomst van het fregat nog 75 in leven. Dit werd de grondslag voor een reusachtige kinacultuur. 3) De hooggelegen Preanger regentschappen zyn nu het hoofd productiegebied, zoodat Amsterdam de we reldmarkt is voor dit product. Bovendien be vindt zich een kininefabriek te Bandoeng. In 1857 nam hij nog deel aan de expeditie in de baai van Lampong op Sumatra. In 1871 werd hij gepensionneerd, na eerst nog commandant geweest te zyn van een oplei dingsschip te Groningen. Hij koos Vlissingen tot zyn woonplaats, waar hij nog 17 jaren een rustig leven leidde. Dé 19de Maart 1881 bleef niet onopgemerkt, toen werd hem o.a. door den voorzitter, den heer Jos. van Raalte, het eerelidmaatschap van de sociëteit „Unitas" aangeboden. Toen ontving hy een bokaal met zilveren voet, met het opschrift op den voet „Ingezetenen van Vlissingen". U Bij zyn begrafenis op 14 April 1888 woei de vlag halfstok van toren en openbare gebou wen dezer gemeente, maar ook van de vaar tuigen der beide loodswezens, alsook van het standbeeld van De Ruyter en het Wachtschip. Onnoodig te zeggen, dat zyn begrafenis met militaire eer, zeer luisterrijk was. H. G. VAN GROL, Archivaris. U Nu in het bezit van het Stedelijk Mu seum alhier. Aldaar bevindt zich ook een houten snuifdoos met zijn portret. 2) N. Rott. Cour. Avondblad E 14 Maart 1931. Deze is nog in het bezit van Hobein's kleinzoon, den heer H. J. Bos te Schiedam. 3) Vgl. Moens, De Kinacultuur in Azië". VLISSINGEN, 18 MAART. Dames-Vereeniging „Eerste Hulp". „Transport-Colonne" van het Ned. Roode Kruis. Britannia. Voor een flink gevulde zaal gaven deze samenwerkende vereenigingen gisterenavond een uitvoering, teneinde aan haar doel en streven meerdere bekendheid te geven. En zij zyn daarin, middels woord en beeld, volko men geslaagd. Zooals we zulks de laatste jaren gewoon zyn, werd er wederom een afwisselend pro gram ten beste gegeven. Na een openings woord van den voorzitter der T. C., waarin hy allen een hartelyk welkom toeriep, inzon derheid den heer Dronkers, burgemeester van Veere en kring-commissaris van het Ned. Roode Kruis in Zeeland, en opwekte de ge lederen der beide vereenigingen, die onder leiding staan van dr. Kuperus, arts der Kon. Ned. Marine, te versterken (inlichtingen worden voor „E. H." verstrekt do mej. A. Hintzen, Aagje Dekenstraat 117, voor „T. C." door den heer A. van Splunder, Bloemen- laan 44)zongen beide vereenigingen een wel komstlied (woorden van H. L. Frenks, wijze „Kroningslied" van J. A. Scholte), waarin tevens de taak van het Roode Kruis beschre ven werd. Daarna vernamen en zagen we, wat de grondslag van „E. H." is. De heer L. A. van den Bos had een voorval uit het dagelyksche leven omweven met verschillende beschou wingen. Een oud moedertje had hulp en steun noodig en nu werden diverse figuren als een scheepskapitein, een zeeman, een boer en enkele jongetjes (padvinders) sprekende ingevoerd. Uit alles bleek ten slotte, dat het fundament van „E. H." Is naastenliefde, welke we reeds by de jeugd moeten aan- kweeken. Het tweede bedrijf bracht de dames van „E. H." in volle actie by het verbinden van allerlei gewonden, die daarna deels door haar zelf werden weggeleid, deels door bran cardiers van de „T. C." werden wegge bracht. Practisch zagen we de „T. C." nog werken by een geval van gasbedwelming in een rioolput. Volgens twee methodes werden de slachtoffers uit hun positie door de met gasmaskers uitgeruste redders verlost (met behulp van touwen en het brancard-raam De Mooij). Eenmaal in de zuivere atmosfeer teruggekeerd, werden met een zuurstof^ apparaat enz. de levensgeesten weder opge wekt. Het was een zeer pakkende, gelukkig gekozen demonstratie, temeer daar nog niet heel lang geleden in onze omgeving een man by dergelyke werkzaamheden het leven heeft verloren en het gevaar dus niet denkbeeldig is. Ook op het gevaar van onbeschermd hulp verleenen werd nadrukkelijk de aandacht ge vestigd. Een dubbel-kwartet onder leiding van den heer Frenks zong vervolgens „Het Roode Kruis" van Renati. De zang werd voorafge gaan door een symbolische scène, waarbij de „Vrede" vluchtte voor het oorlogsgeweld (het applaus vonden we hierbij misplaatst), ter wijl onder het ringen de Vredesengel weder keerde en bleek, dat ook het oorlogsmonster tot betere gedachten was gekomen. Het trok immers rijn uniform uit, haalde een spade en begroef zyn moord-schietwerktuig. En de zwaarden werden omgesmeed in sikkels en ploegscharen. Moge deze wensch eenmaal in vervulling gaan Dat het Roode Kruis ook in vredestijd door een onwrikbare rots wordt gedragen en een baken is in den banienden levensstorm werd daarop in een tableau treffend zinnebeeldig voorgesteld. Na de pauze werd het blijspel in één bedrijf „De luitenant en zijn oppasser", van onzen stadgenoot H. L. Frenks met uitbundig succes voor het voetlicht gebracht. De le luitenant Karei van Hoogenberg tot Dalen is een bon- vivant annex Don Juan, die dik in de beren en in de penarie rit en wel zoodanig, dat een deurwaarders-exploit hem niet bespaard blyft. Zyn oppasser, Jonas Pummel, helpt hem ten slotte uit de misère, doch daar zulks ongeoorloofd is, delgt papa van Hoogenberg tot Dalen voor de laatste maal de schulden van z'n zoon. In deze geschiedenis is een amourette tusschen den oppasser en het be- koorlyke dienstmeisje Jetje Bols, van het pension van mej. Kikker, gevlochten. Voorts vervult de soldaat-huisknecht de functie van uitkaaier, te pas en te onpas, als b.v. de schuldeischer Daniël Strucken, in wynen enz., of de deurwaarder Petrus Plakker, het zijn chef erg moeilijk maken en als papa op be zoek komt. Over het geheel werd het stuk zeer verdienstelijk gespeeld. Jonas was in één woord onbetaalbaar, ad-rem in zijn antwoor den, het echte type.van den landsverdediger, dien men gemeenlijk met den naam „kant- hooi" pleegt aan te duiden Jetje gaf een kittige dienstmaagd, de hospita uitte prach tig het verschil in haar stemming vóór en na het vereffenen der rekening, Hoogenberg Sr. speelde goed den vermanenden vader, die rich terwille van de familie-eer nogmaals een offer getroost en de deurwaarder en de wijn handelaar maakten van hun rol, wat er van te maken valt. De luitenant voldeed wel, doch zyn verstandelijke ontwikkeling eischt een juister taalgebruik. Wyders geven we den auteur in overweging alleen te vermelden, dat de officier met ontslag zou kunnen worden gezonden, degradatie bestaat in dezen rang niet. 't Is een stuk, wat door loopend doet schuddebuiken van het lachen, vooral door de oppassersroleen dol-vroolyk uurtje is bij een goede opvoering beslist ge waarborgd. Het laatste nummer van het program be stond uit een tableau, waarbij alle leden ge schaard waren rond de geprojecteerde beelte nissen van de Koninklijke familie. Dat bij het op het witte doek verschijnen van ons geliefd vorstenhuis een spontaan „Wilhel mus" door alle aanwezigen werd Ingezet, ligt voor de hand. Den ganschen avond heeft men alle uit voerenden zeer mild met bijvalsbetuigingen beloond. Het orkest, onder leiding van mej. M. de Hondt verzorgde een populair program op prettige wyze (o.a. de Lustspiel ouverture, van Keler Bela, Kalman's Czardas-Fürstin en de van ouds bekende Cadettenmarsch van Sousa) en behaalde daarmede eveneens veel succes. De heer Dronkers uitte zyn buitengewone waardeering voor de vooi'treffelijke wyze waarop de Vlissingers de Roode Kruis-ge- dachte hadden vertolkt. Zy, die meenen, dat het Roode Kruis uitsluitend een oorlogs instituut is, 't welk een oorlogstaak vervult, zullen wel ervaren hebben, dat de grond gedachte is hulp verleenen aan de lydende menschheid altijd en overal en zorgen steeds paraat te zijn (pas heeft het Roode Kruis 50.000 geschonken aan de vereeniging „Zon nestraal", om haar ix. de gelegenheid te stel len een paviljoen by tc bouwen). Daar de grondgedachte tevens behelst„nooit meer oorlog" en het Ned. Roode Kruis is aange sloten by de wereldorganisatie „La ligue des croix rouges", bestaat er aanleiding voor iedereen om zich aan te sluiten by het Roode Kruis, om daardoor by te dragen tot de verwerkelyking van de idee„Wereld-* vrede". Spr. hoopte dat de afdeeling Vlissin gen zou bloeien en stelde een „hoera" in op die afdeeling, waarmede door de aanwezigen geestdriftig werd ingestemd. Nog voerde de afduólings-voorzitter, de heer M. van der Beke Callenfels het woord, Spr. bracht hulde aan alle medewerkenden, die dezen avond hadden doen slagen en me moreerde in dit verband speciaal de heereni Kokelaar en Van den Bos, de jeugdig© pianiste, die den zang had begeleid, den heer Frenks en mej. de Hondt met haar orkest. Gelet op het late uur van afloop of liever gezegd vroege uur, want het was ruim half een verdient het ongetwijfeld aan beveling een ander maal het program zoo danig in te kleeden, dat men denzelfden dag op een behoorlijk tijdstip kan eindigen. Door den heer B. van Dijk Soerewyn werd tot besluit gelegenheid tot dansen aangebo den, waarvan velen een gretig gebruik maakten. Gemeentelijke Arbeidsbeurs. Bij den gemeentelijken dienst der Arbeids bemiddeling alhier staan als werkzoekenden ingeschreven 2 letterzetters, 1 boekdrukker, 2 mastiekers, 8 grondwerkers, 10 opperlieden, 9 schilders, 17 timmerlieden, 1 verver, 2 voe gers, 1 waterbouwkundig opzichter, 1 ijzer-» betonvlechter, 3 meubelmakers, 1 kapper, li schoenmaker, 150 metaalbewerkers, 1 boek binder, 1 banketbakker, 1 broodbakker, li bakkersknecht, 1 tuinman, 2 magazijnbedien den, 1 loopjongen, 2 chauffeurs, 2 kellners, 8 transportarbeiders, 13 kantoorbedienden (w.o. 5 vrouwelijke), 1 dienstbode, 4 portiers, loopers enz., 13 varensgezellen, 1 werktuig bouwkundig teekenaar en 54 losse arbeiders. Totaal 315 ingeschrevenen, vorige week 369 personen. Alzoo een vermindering van 54 werkzoekenden. Feestvergadering S.D.A.P. Concertgebouw. Een onzer machtigste politieke organisaties vierde gisterenavond onder groote belangstel ling haar 25-jarig bestaan. De met palmen en groen versierde zaal en de roode bouquet- ten op de borsten der talrijke feestgangers gaven aan de zaal een aardig geheel. Te ruim acht uur opent de voorzitter, de heer A. C. van Hal namens de afdeeling deze bijzondere by eenkomst en deelt mede, dat het dezer dagen 25 jaar geleden is, dat hier ter plaatse met aanvankelijk 6 leden een afdeeling van de S.D.A.P. werd opgericht. De leden Dissen en De Meij, die beiden nog een vooraanstaande plaats in de afdeeling inne men, waren de mede-oprichters evenals Pie- terse van Wyck en echtgenoote. Aan den heer C. Dissen, die al die jaren een bestuurs functie vervulde en deze waarnam onder de meest moeilijke omstandigheden, brengt hij een warm woord van hulde, dat met een donderend applaus uit de zaal wordt onder streept. Den heer J. de Meij, die niet alleen steeds een werkzaam lid is geweest, doch bovendien voortdurend onze leidsman, brengt hy eveneens wannen dank. Deze leden hebben in het beginstadium een tyd meegemaakt, die thans geen enkele organisatie meer kent. Bespotting en vergui zing zoowel van werkgeverszijde als van eigen, arbeiders was toen orde van den dag. Wan neer we constateeren, aldus spr., dat het eer ste Meifeest met wylen mr. Sannes als spre ker in de zaal van „Admiraal de Ruijter" we gens gebrek aan belangstelling niet kon doorgaan en dat de laatste jaren voor ver schillende bijeenkomsten de grootste zaal hier ter plaatse te klein blykt te zyn, dan is er wel wat veranderd. Het aantal leden is ge stadig toegenomen, het aantal kiezers dat op onze lysten stemt is grooter dan van welke partij ook hier ter plaatse. Met trots kunnen, we constateeren, dat we in den Raad een. groot gedeelte van onze inwoners vertegen woordigen en dat het werk van de S.D.A.P.- fractie op pry's wordt gesteld zullen straks de verkiezingen, die vol vuur en elan te gemoet worden gegaan, bewU'zen. Onder den invloed van de politieke organisaties groeide onze bondgenoot de Vliss. Bestuurdersbond tot een sterke plaatselyke vakcentralemet medewerking van onze afdeeling** aldus spr., kwamen afd. van het Instituut vcor Arbei ders Ontwikkeling, V.A.R.A., A.J.C. en Arb. Sportbond tot stand, terwyi de „Volksstem" onze beweging reeds jaren terzijde staat. Ondanks soms vele moeilijkheden, zoowel naar buiten als binnen, heeft de Vlissingscha

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1931 | | pagina 1