A
liefde laat zich niet dooden!
n 260
TWEEDE BLAD
ertentiën
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD
Uit de Vlissingsche Courant
van vóór 50 jaar.
üisl «Ai-l»«i8Scaa*—Viassisafjera, aaa mnaWmB ascsaa «San OaacBeoa Viassaaagsciacea %eg
AÈAjOIE -
VLfóllM
ABclU.feUStAU:
hrgsche
Stoomvaar'
FEUILLETON
van de
>or f12 50
ZUIGERS
STROOM,
S.
leine Markt?
niet even bij
naar de 10
daar geëia-
Ml CARÉME
MASQUÉ dat
a ZATERDAG
ar „Kunstnaar
ncertgebouw'.
ir, Koop en Verkoop,
nstaanvratfeo, enz.
if* van 1—5 regels
meer 15 cent
o
goede piano
iet prijsopgaaf
handel BAUR-
ngshuls
bij de Schelde-
RIJCKE, Bad-
n zeer goeden
3RNUIS
ebehooien.
irlt 15, (boven)
en 6 en 8 uui.
>d een
PINOSHUIS,
rieven met vol!.
;r letters E.R.,
rant".
stte
AGEN.
al „Vliss. Crt."
d een vrij
igezinswonïng
f 30 per maand
E. N.( bureau
nke
tIGEN.
SbE, Bellamy
1 Mei te huur
bevattende 3 of
>r Officiersgezin
E. T., bureau
Zaterdag 14 Maart 1931. No. 62.
De Jacobskerk.
Een enkele maal heeft de gemeenteraad
eens een onderwerp bij den kop, dat geen
politiek bevat. Zelden komt het voor, maar
heusch het gebeurt toch nog. Zoo heeft het
nu besloten het carillon in den St.Jacobs-
toren op de Groenmarkt te restaureeren.
Eerlijk gezegd heeft het ons verwonderd,
dat men er geen politiek bij gebracht/ heeft,
want ze lag voor de hand. Zoo'n carillon
moet eenige wijsjes spelen en men mag ver
wachten, dat bij de keuze daarvan geen en
kele partij in haar diepste en teederste ge
voelens gekwetst mag worden. Deze muziek-
distributie van overheidswege is echter nog
niet onder censuur gezet.
De toren krijgt dus een nieuw carillon.
Het oude is op. Hoe het zoo op geraakt is
weet men nietwaarschijnlijk is verzuimd
het te onderhouden. Het ligt ook niet zoo in
den weg dat iedereen het ziet. Een stand
beeld, dat verroest, loopt in de gaten. Meneer
X, die het dagelijks passeert, grijpt op een
goeien dag naar de pen en schrijft een vlam
mend ingezonden stuk om de overheid ern
stig te laken, dat zij geen oog en geen hart
heeft voor de monumenten van onze roem
ruchtige geschiedenis enz. Dan bereikt dat
ingezonden stuk na vele weken wel eens
iemand, die min of meer zich verantwoorde
lijk gevoelt voor het wel en wee van onze
monumenten en als het niet tegenloopt,
wordt er iets aan gedaan. Het volgend jaar
dan natuurlijk, want 't moet niet den schijn
hebben, dat men zich door een ingezonden
stuk in een krant heeft laten aanzetten.
Maar op het weg-roestend carillon heeft nie
mand het oog gehad. De wethouder had een
doorgeroesten hamer van het carillon mee
gebracht in de raadszaal om te laten zien
hoe erg het was.
Thans zullen alle Nederlandsche klokken
gieters worden uitgenoodigd in te schrijven
op de leverantie van een klokkenspelbui
tenlanders krijgen geen kans, althans niet
rechtstreeks. Er is nl. een Engelsche firma,
die al heel wat klokkenspelen in ons land
heeft geleverd, maar Den. Haag zal Neder-
landsch fabrikaat nemen.
Over den toren, die het carillon krijgt, is
ai dikwijls gepraat. Men zegt nl. dat de top
daarvan niet al te soliede is, en scheuren
heeft als gevolg van de klokken-vracht. Er
is maar één scheurtje heeft ons de wethou
der verzekerd en dat houdt men steeds in
het oog.
Nog is weer eens gevraagd de slaapmuts,
die de toren op heeft, te vervangen door een
meer passende bedekking. Voorloopig is daar
voor geen geld, maar later misschien.
De St. Jacobskerk dateert uit den aanvang
van de 4e eeuw het carilloa is bij contract
van 3 April 1686 op last van burgemeesteren
van Den Haag door zekeren Melchior de
Haze te Antwerpen geleverd ter vervanging
van het oude speelwerk, dat misschien ook
v/el verroest was
Natuurlijk heeft de toren zijn geschiedenis.
Eenige malen is hij door den bliksem getrof
fen, o.a. in 1539, als gevolg waarvan een
groot deel van de kerk is afgebrand. Geld om
ae ruïne weer te herstellen had men niet en
zes jaar lang is de accijns op wijn en bier
verdubbeld om het geld bijeen te brengen
voor het herstel. Het was echter niet genoeg
en er werd nog een loterij gehouden, die het
laatste bijeenbracht.
In 1703 werd de kerk opnieuw hevig geteis
terd door een storm, hetgeen al weer een
schadepost, was, veel te groot voor de beurs
van die dagen. De regeering des lands hielp
toen weer een handje.
Nog herhaaldelijk is de bliksem in den
toren geslagen met min of meer ernstige ge
volgen. Sedert de bliksemafleider er op staat
i3 er nog niets gebeurd.
Een bouwstijl als geheel heeft de kerk
niet. Bij gedeelten is het gefc-ouw tot stand
gekomen en van alle stijlen is er wat. Van
heel ouden datum was al de ontsiering door
dat allerlei kleine huizen tegen de kerk waren
aangebouwd. Pas in den jongsten tijd zijn
de laatste resten van deze verminking van
het gebouw weggenomen. Eén van die ge
bouwtjes had als opschriftCollegium ana
tomies chirurgicum. -Het was dus de zgn.
ontleedkamer. Tot 1772 is dit schoone gebouw
voor dit doel gebezigd; toen verhuisde de
ontleedkamer en werd het huisje drenkelin
genhuisje.
Nog in 1858 heeft men tegen de kerk drie
huisjes aangebouwdkrachtig is toen van
verschillende zijden hiertegen geprotesteerd,
maar het baatte niet. De kerk was arm en
trachtte op die wijze haar terrein productief
te maken. Een halve eeuw later is men be
gonnen met den ontsierenden bouw weg te
breken.
Sedert 1574 is de Jacobskerk door de pro
testanten in bezit genomen en onveranderd
is ze in het bezit gebleven. De eerste dominee
die er optrad was J. P. van Castricum.
Vele plechtigheden hebben in deze kerk
plaats gehadin later jaren is meer de
Willemskerk uitverkoren als plaats voor
bijzondere feestelijkheden. Deze kerk is in
dertijd door Koning Willem III geschonken.
Het gebouw was voor dien koninklijke stal
len. Mooi is die kerk heelemaal nietze
heeft inwendig heelemaal geen stijl en uit
wendig is het ook niét veel zaaks.
Eigenlijk heeft men in binnenstad te veel
kerken voor de hervormde gemeente, sedert
tal van woningen in dit centrum zijn veran
derd in winkels en de woonhuizen er steeds
schaarscher worden. Op den duur zal men
goed doen er een of meer te verkoopen.
Reeds is er één verkochtdeze is papierpak
huis geworden. Maar voor de vier die er in
het centrum over zijn is Zondags geen vol
doende schare meer aanwezig. De Jacobs
kerk alleen ware voor dit deel van de stad
meer dan voldoende. Men ken die dan ook in
goeden staat houden en zelfs mooi restauree
ren. Ook dus ontdoen van de niet bijster
fraaie slaapmuts, die daar hoog in de lucht
prijkt. EIBER.
RAADSOVERZICHT
Door het werkloozen-comité was een adres
ingediend, waarin verzocht werd om verhoo
ging der uitkeeringen vanwege het Burgerlijk
Armbestuur.
De heer Van Oorschot nam het voor adres
santen op, terwijl de heer De Meij alle hulde
bracht aan het Burgerlijk Armbestuur, voor
de wijze waarop het zijn- taak vervult. Hij
wilde het adres echter niet zoo maar zander
meer afwijzen, doch het naar Burg. en Weth.
renvoyeeren, teneinde daarop advies uit te
brengen, waartoe besloten werd.
In de vorige vergadering is met een geringe
meerderheid een voorstel aangenomen tot het
toekennen van een brandstoffen- en huis
huurtoeslag aan de werkloozen. Door Burg. en
Weth. was dit voorstel bestreden. Ged.' Sta
ten hadden ook bezwaar tegen dit voorstel
en hadden hiervan kennis gegeven aan den
raad. Het schrijven van Ged. Staten gaf
Burg. en Weth. aanleiding aan den raad
voor te stellen het op 30 Januari genomen
besluit in te trekken.
Tegen dit voorstel van Burg. en Weth.
kwam in de eerste plaats krachtig verzet van
den heer De Meij. Hij ging de motieven na
die Ged. Staten er toe hadden geleid hun
bezwaren te opperen tegen 'sraads beslis
sing. Welke waren deze motieven In de
eerste plaats dat de gemeente-financiën een
beletsel wareii en in de tweede plaats dat
naar het oordeel van het Gedeputeerd college
de uitkeeringen hoog genoeg waren. De heer
De Meij kon deze opvattingen niet deelen.
Onze financiën sta? a er nu wel niet zoo
opperbest voor, doch wij verkeeren in geen
ongunstiger positier dan andere gemeenten
van gelijken omvang en dat de uitkeeringen
aan de werkloozen reeds hoog genoeg zouden
zijn, ontkent hij ook zoó beslist mogelijk. Met
enkele cijfers lichtte hij dit nader toe, waar
uit de conclusie was te trekken, dat de werk
loozen heel wat minder inkomsten hebben en
zeker verre blijven van de 65 pet. die minister
Ruys als het maximum bedrag van uitkee-
ring stelt. Hij stelde ook de vraag of de raad
als college, nu eenmaal na een langdurig de
bat was besloten een extra-uitkeering toe te
kennen, zich niet aan deze beslissing dient
te houden. Voor zijn standpunt is veel te zeg
gen. Een eenmaal genomen besluit dient
gehandhaafd te worden. Hij gaf nu een op
lossing aan de hand. Zijn bedoeling was, dat
met Ged. Staten nog eens zou worden ge
praat om aan te toor.en dat de meerderheid
van den raad na rijp beraad tot het besluit
v/as gekomen en de financieels overwegingen
geen reden konden geven tot intrekking van
hét besluit. Aanvankelijk gevoelde hij er veel
voor dat de wethouder voor sociale zaken de
lie week.
In de „Vliss. Courant" van 17 Maart brengti
burgemeester A. Smit in herinnering dat het
op Zaterdag 19 Maart vijftig jaar geleden zal
zijn dat Jacob Hobein, sedert geruimen tijd
inwoner dezer gemeente, destijds matroos bij
de Kon. Ned- Marine, het heldenfeit vol
bracht van onder het vuur des vijands,
zwemmende de Nederlandsche vlag te red*
den.
Hij verzoekt den ingezetenen dien dag dooï
het uitsteken van vlaggen van hunne sym
pathie te doen blijken.
Op Woensdag 9 Maart is dc nieuwe aan
bouw der zusterschool aan de Groote Markt
alhier door den Zeereerw. heer pastoor
plechtig ingezegend.
Bij Kon. besluit is de 2e luitenant-kwartier
meester C. Broeksma voor den tijd van vijf
jaar gedetacheerd bij het leger in Ned.-Indië.
Door notaris J. A. de Wolff werden hier
vier tjalkschepen verkocht, die gezamenlijk
ƒ4500 opbrachten. Een baggermolen van 20
P.K. met slijkbakken werd verkocht voor
1500.
Het in zeer korten tijd verondiepen van
den Scheldestroom op Belgisch gebied heeft
reeds zulk een groote verhouding aangeno
men, dat tot krasse maatregelen overgegaan
is moeten worden. Blijkens een bij het Bel
gisch consulaat te Hansweert ontvangen re-
gèeringstelegram is de doorvaart Liefkenshoek
naar de Belgische sluis opgeheven voor zee
schepen. Deze zullen voortaan- hun vaarwater
moeten nemen langs Lillo. Binnenschepen
dd. de riviervaart welke te Lillo stoppen
of ankeren ter inklaring, moeten ten anker
komen beneden het inklarings-vaartuig der
douane.
quaestie met Ged. Staten zou yaan bespreken,
doch hij kwam hierop terug, toen hij be
merkte dat de wethouder zijn eenmaal inge
nomen standpunt handhaafde. Men kon
trouwens moeilijk anders van den heer P. G.
f<t.dQoTHUIïEH.Blt.A
>A.ROTRUI2EH.bl.
CPE5- MIVPELBUR?
JUR
Bovenwoning
slad, op goeden
mg en van alle
f 30 per mnd.
„Vliss. Cour."
;t Werkhuizen-
E. P., bureau
rant".
MBLÉ, Emma-
eeen 1 Mei een
ïlSJE
n nacht.
rurg-Rotterdam
gen plaatsen
PASSAGIERS,
EN VEE
Op 9 Februari j.l. is begonnen met het maken van de fundeering. Door den slappen grond zijn niet minder dan 142 betonpalen noodig van minstens 10 M. lengte.
Met de werkzaamheden hoopt men zoover gevorderd te zijn, dat ongeveer over een maand de eerste steen gelegd zal kunnen worden.
i/.Midd.
v.Rol'
m.uni
vm.uur
8
8
8
8
8
8
bekomen
ansport-
en Exp
m G. VOS, Telei
HOORN Tel. 153
RHOUT, Tel. 282
Uit het Engelsch van L. G. MOBERLY.
2)
Van alle kanten kwamen menschen, door
het rumoer van den neerstortenden trein
opgeschrikt, dwars door de korenvelden aan
gesneld. Eerst waren het alleen de bewoners
van de omliggende boerderijen, maar weldra
kwamen ook menschen uit Denley, waar de
vreeselyke slag en het daarop volgend geraas
en gekraak duidelijk hoorbaar waren geweest.
Een motorrijder voegde Rupert onder het
passeeren toe. dat hij naar Transfield reed
om geneeskundige hulp te halen, en even
later verscheen de dorpstlmmerman met ge
reedschap op het toonee] en geholpen door
verscheidene anderen uit de menigte, die zich
langzamerhand had verzameld, begon hij met
koortsachtige haast de slachtoffers te bevrij
den, die tusschen de ineengeschoven banken
bekneld zaten en gevaar liepen levend te
verbranden.
Een van de neergestorte rijtuigen was na
melijk in brand geraakt en ook de rest van
de ruïne zou door het vuur zijn aangetast,
als niet plotseling de regen, die zoolang al
had gedreigd in groote stralen was beginnen
te vallen. Maar deze zondvloed, die het vuur
weldra had gebiuscht, doorweekte tevens den
bodem en de kleeding der talrijke gewonden,
welke in afwachting van geneeskundige hulp
en transportmiddelen, op het gras waren
neergelegd.
Ook Rupert Dane had zich bij Johnson,
den timmerman gevoegd en met de hulp van
nog twee andere mannen, zaagden zij den
eenen gewonde na den anderen uit. Juist had
hij met zijn helpers een dame, wier been
gebroken was, voorzichtig neergelegd op een
paar kleedingstukken. die zij tusschen de
overblijfselen van de wagons gevonden had
den, of hij hoordie een zwakke stem om hulp
roepen en na eenig zoeken in de duisternis,
ontdekte hij op eenige meters afstand een
gestalte die op den grond lag uitgestrekt.
„Helpmompelde de gewonde, bijna on
verstaanbaar. „Ik...."
Plotseling hield de stem op. Dane stak
haastig een lucifer aan en bij het flauwe
schijnsel, bijna onmiddellijk weer door den
regen uitgedoofd, zag hij nog juist dat een
straal bloed met groote kracht uit den pols
van het slachtoffer spoot.
„Een slagader getroffen", begreep hij
oogenblikkelijk, en zich de handgrepen herin
nerend, welke hij. toen hij jaren geleden een
eerstehulp-cursus gevolgd had, zoo vaak had
moeten uitvoeren, knielde hy naast den ge
kwetste neer, greep diens arm stevig beet,
hield hem omhoog en drukte de vingers bo
ven de gewonde plek.
„Als ik het kan uithouden totdat er iemand
met verbandmiddelen in de buurt komt, of
als ik maar iets kon vinden wat daarvoor te
gebruiken is, zou ik zijn leven kunnen red
den", dacht Rupert, terwijl hij op den door
weekten grond geknield lag.
Nog steeds gutste het water in stroomen
neer en de schilder slaagde er niet in om in
de toenemende duisternis het gezicht van
den gewonde anders dan vaag te onder
scheiden.
Eensklaps echter werd het tooneel van de
ramp hel verlicht door een feilen bliksem
straal en onmiddellijk daarop volgde een
hevige donderslag. Eindelijk dan was het
onweer in al zijn kracht losgebroken. Bij
iederen bliksemstraal de bliksemschichten
en donderslagen volgden elkaar nu snel op
zag Rupert nieuwe gruwelijke bijzonderheden
van de verwoesting en van de ellende der
slachtoffers, die hem deden huiveren. Plotse
ling werd het terrein eenige seconden lang in
een helderen, blauwigen gloed gezet, zoodat
de schilder duidelijk het gezicht van den
man, naast wien hij geknield lag, kon on
derscheiden. De gewonde was doodsbleek
zijn oogen waren gesloten, maar toch twij
felde Rupert Dane geen oogenblik aan de
identitteit van den man, dien hij hulp ver-
leeende. Terstond herkende hij het knappe
gezicht met den welgevormden mond, waar
om anders meestal een cynische glimlach
speelde. Het was Nigel Bannister, den eeni-
gen man ter wereld dien hy haatte, zyn
eenige werkeiyken vyand, die hem schande
lik onrecht had aangedaan. Nigel overgele
verd aan zyne genade, het was wel een wreed
spel der omstandigheden. Nu zou hy zich
kunnen wreken als hy wilde, op den man,
die hem slinks en verraderlijk de vrouw had
afgetroggeld,-die hy boven alles had liefge
had Violet
Rupert rilde. Was het uur van de wraak
werkelijk gekomen..,. Zou hy in staat
zyn....
Hy durfde niet verder denken en by het
licht van de volgende bliksemstraal, zag hy
dat de gewonde plotseling de oogen geopend
had en hem strak aankeek.
„Ben jy het Dane fluisterde hy.
„Ja ik ben het Nigel. Eindelijk zien
wy elkander dan weer eens terug, hè...."
klonk het schamper, „al is het dan ook onder
vreemde omstandigheden."
„Ik Wat is er gebeurd Ben.ik.
gewond? De trein...." Hij hield op. „Dane
laat my hier niet sterven", ver
volgde hij wat luider. „Ik moet haar
zien voor ik ZeWeer zweeg hij
en langzaam sloten zyn oogen zich.
Vervuld van minachting en afkeer keek
Rupert naar hem.
„Red my, Dane", hernam de gewonde
moeilyk-sprekend. „Ik heb je gemeen
behandeld, schandeiyk maar ik moet
haar zien. Over een paar dagen
zouden wy trouwen. Zij is in den
trein. Ik...."
Opnieuw brak de stem af.
Over een paar dagen zou hy trouwen,
dacht Rupert bittermet een andere
vrouw Nigel was Violet dus' al weer heele
maal yergeten en zyn cynische, brutale,
en blykbaar toch aantrekkelijke persoonlyk-
heid had een nieuw slachtoffer gemaakt. Wat
een absoluut .gebrek aan fynere en diepere
gevoelens moest die man toch hebben
Wéér kwam die afschuwelyke, den adem
benemende gedachte in Rupert op. Als hij
dien man, dien schurk daar, aan zyn lot.
over liet, zou deze niet anders krijgen dan
zijn verdiende loon.
Eén ondeelbaar aogenblik verslapte de druk
van Rupert's hand op Bannister's arm, wild
joeg de twyfel door zyn geest en toen zag hij
opeens vlakby het doodsbleeke gezicht van
een jonge vrouw. Eén seconde ontmoetten
haar zachte oogen de zijne in het onzekere
schynsel van het weerlicht, en die blik scheen1
hem te betooveren. Wat zou dit meisje zeg
gen wanneer zy wist, dat hy er ook maar
één oogenblik over gedacht had om een me-
demensch aan dén dood over te leveren, zelfs
als ,hy tot zyn verdediging aanvoerde, dat
die man hem op de allergemeenste manier
bedrogen had Het was of hy by intuïtie
voelde, dat zy iedere schynredeneering om
zyn wraakgevoelens te rechtvaardigen, uit
den grond van haar hart zou verwerpen.
Opeens flitste die oude Schoone tekst hem
door het hoofd „Hebt uw vyanden lief" en
wéér zag hy dat mooie bleeke gezicht met de
zachte, teedere oogen voor zich. En met opeen
geklemde lippen drukte hy zyn vingers weer
vaster om den arm van zyn vyand, grimmig
besloten om vol te houden tot er hulp op
daagde.
(Wordt vervolgd.)