VERKOUD^ NlMOES VOOR HET KIND Nelleke heeft kou gevat. Och, dat arme kind Ligt nu in haar bedje, wat Zij niets prettig vindt. Liever ging zy weer naar school, Speelde zy op straat, En zy is een beetje boos, Dat dit nu niet gaat 'CL I Maar er is een viertal, dat Heel in stilte lacht, Want het voorval heeft ze juist Eensklaps vreugd gebracht. Weet je wie dat viertal is Nelly's poppenschaar Anneliesje, Carolien, Mineke en Klaar 't Viertal ligt, zeg stel je voor, Pijn by moes in bed. 't Krygt van al het lekkers steeds Ook iets voorgezet. 't Drinkt een glaasje grenadien, 't Smaakt zoo lekker frisch. 't Vindt het heusch niet aak'lig, dat Moes verkouden is licht blauw en geel voor de kleintjes, zullen dit keer veel gezien worden. Er zijn natuuriyk tal van practische en minder practische modellen. Heel nieuw en zeer practisch is het zoogenaamde Directoire- model, dat een pelerine of een gesimuleerde pelerine vertoont. Hat voordeel hiervan is, dat de schouders er meer door worden af gerond en by voorbeeld een lang en tenger meisje er flinker en wat breeder mee lykt. Natuuriyk moet het hoedje met den man tel overeenstemmen. By een manteltje van laken kan gemakkelyk nog een vilten hoedje van dezelfde kleur worden gevondenbij een manteltje van wollen fantasiestof kan een hoedje van de mantelstof worden gemaakt. Zalm uit het blik met veldsla Rcastbeef - schorseneeren met saus - aardappelen Flensjes Miesje. ,Fred, ga je mee Fred Freed Fred, die in de kamer zat te lezen, vloog op en spoedde zich naar het raam. „Hallo, waar gaan jullie naar toe „Fietsen naar de Leemkuilen Ga je mee „Topriep Fred. „Ik kom dadelijk bij jullie." Hij deed de achterdeur op Jen knip, want moeder was naar de stad en zou de eerste uren nog niet thuis komen, zette zyn fiets naar buiten en sloot de voordeur. „Een reuzenidée van jullie om me te komen halen, zeg zei hy. „Ik heb het wel gezegd, dat je dadelijk mee zou gaan," zei Jaap. „Bom wou het niet gelooven." „Niet Waarom niet „Ik heb niet gezegd, dat ik het niet geloof de verdedigde Bom zich, „Ik zei, dat Fred Woensdagmiddags vaak naar zijn grootvader ging. Dat is toch zoo, is 't niet, Fred „Ja, dikwyls wel. Maar grootvader is nu met moeder naar de stad. Jongens, wat is het een fyn weer 't Zou reuzejammer ge weest zijn als ik in huis was gebleven." De jongens fietsten nog veel verder dan -de Leemkuilen, want de zon scheen zoo prachtig en het was zoo heerlyk windstil, dat het fietsen een genot was. Ze zongen aller hande liedjes. Fred en Jaap eerste stem, Bom en Henk tweede. „Jammer, dat we voort al weer rechtsom keer moeten," vond Bom. „Voort riep Jaap. „We hebben den tijd, hoorAls ik maar om half zes thuis ben. Wie van jullie moet er eerder thuis zijn?" „O, ik niet." „Ik ook niet „Neen hoor', met etenstyd is vroeg genoeg. „Dan hebben we nog meer dan twee uur voor ons Hoera juichte Jaap en hy gooide zijn pet de lucht in, die hy onder het ryden weer opving. Maar daarbij zwenkte zyn voor wiel naar links en het scheelde niet veel of hij was tegen den muur van een boerderij opgebotst, waar een poes haar schoteltje melk zat uit te drinken. Het beest sprong ver schrikt opzy en zette een hoogen rug. „Het denkt zeker, dat je een aanval op haar bakje melk wil doenIachtte Henk. „Wat is er Dit laatste was tegen Fred, die opeens „O heden had geroepen. „Wat is er te o-heden „Ik heb Mies buiten gelaten „Wie „Mies, onze poes." „Nou, en wat zou dat „Er is niemand thuis en ze is nooit zoo lang buiten. Hoogstens een paar minuten per dag. Ze was net weggegaan toen jullie kwa men." „O, maar die zoekt haar vermaak wel." „Maar ze heeft niets buiten staan Geen melk, geen etenWat zal ze zich ellendig voelen als ze merkt, dat ze er niet in kan „Kom zeg, pieker niet over die poes kwam Bom en hij zette in „Makkers komtMakkers komt Het speeluur slaat Naar buiten heengesneld Jaap en Henk zongen dadelyk mee, maar Fred niet. Die dacht aan Mies, de poes, die nu stellig klaaglijk miauwend bij de achter deur zat. Wat moest ze wel denken Nog nooit was het gebeurd, dat ze niet dadelyk was opengedaan. Misschien dacht ze wel, dat ze werd buitengesloten. Och, wat moest ze zich dan eenzaam voelen „Jongens," zei Fred opeens, „ik. ga naar huis Het zingen werd dadelijk gestaakt. „Hè Waarom dat nou „Om Mies". „Welke Mies vroeg Henk warempel. De heele Mies was hij alweer vergeten. „Om die kat?" riep Jaap Fred knikte. „Ik kan de gedachte niet ver dragen, dat ze daar zoo eenzaam by de deur zit. Maar rijden jullie maar door." „Je lykt wel niet wijs vond Bom. „Wat zal het nu geven of zoo'n beest een beetje langer of korter buiten is Fred kleurde. „Ik ga toch maar," besloot hij. „Ik kan er niets aan doen. B'sjoor, hoor Tot morgen „Zeg, weer nou toch wijzerriep Henk nog. „Neen, ik ga. Ajuusjes. Fiets prettig Fred rende weg. Hy trapte zoo hard hy maar kon en als hij een veldwachter was tegengekomen, had hij vast een bekeuring gekregen. Buiten adem kwam hij weer by huis en ja hoor, Miesje zat by de achterdeur. „Kom maar, poeki, Kom maar Wuivend met haar staart kwam Mies aan gewandeld. Ze streek haar kopje langs Fred's beenen en Fred moest lachen om haar rare, kronkelende bewegingen. Maar toen Fred binnen was en poes een bakje melk had gegeven, voelde hy de stilte van het huis eensklaps als lood op hem druk ken. Als hij niet terug was gegaan, zou hy nu vrooiyk met de jongens hebben gefietst of ergens krygertje hebben gespeeld. Had hy spyt Och, een beetje wel. 't Was ook zoo stil in huis enHoep. daar sprong Miesje op zyn knieën. En snorde als een spinnewiel en terwyi ze haar voorpootjes tegen Fred's borst legde, wreef ze haar kopje langs zyn kin. En toen, neen, toen had Fred er geen spijt meer van, dat hy naar huis was gegaan. Hy voelde zich ook niet eenzaam meer Miesje was zyn makkertje, dat hem dank baar was om wat hy had gedaan. Een leuk spelletje. Het mooie weer komt weer aan en menig kind mag na schooltyd nog een uurtje buiten spelen. Ken je het spelletje „Wie gaat mee op reis Niet Nu, luister dan maar goed. Je kunt „Wie gaat mee op reis spelen met zooveel kinderen als er maar mee wil len doen. Het leukst gaat het toe met veel kinderen. Allen, op twee na, gaan op een ry staan. Ieder kind in die rij kiest den naam van een stad, zooals Amsterdam, Rotterdam, den Haag, Groningen, Maastricht, Beriyn, Londen, Parijs, Brussel, Romeer zyn er genoeg. De twee, die buiten de ry zijn ge bleven, zyn de reizigers en de treinconducteur. De treinconducteur vraagt aan den reiziger: „Waar wilt u naar toe De reiziger antwoordt dan „Ik wil van Amsterdam naar Londen of „Ik wil van Beriyn naar GroningenIn elk geval noemt hij steeds twee steden, waarvan de namen zyn aangenomen door twee kinderen die in de ry staan. Zij, die de genoemde namen dragen, ver wisselen snel van plaats en de reiziger moet trachten in dien tyd een der open plaatsen te bezetten vóór de ander aankomt, dus zoo ongeveer als ook by „Stuivertje wisselen" wordt gedaan. Lukt hem dit, dan' moet de- geen, die is uitgevallen, treinconducteur zyn, terwijl de treini-onducteur reiziger wordt. Lukt het hem niet, dan wisselt hy alleen met den treinconducteur. Ons leuk Raadselhoekje. Het scheelde maar een haartje of we had den kunnen zeggen, dat alle kinderen 5 goede oplossingen instuurden. Nu heeft echter M. Kuzee 4 goede oplossingen ingestuurd en Annie van Hoorn 3. En wie stuurden 6 goede antwoorden Het zynMien Stroo, Maaike StrooDina de NooyerM. Hollaers Saartje van Ham Bram van der Hof Annie de Reeper Jannie Rueb Jo Minderhoud Toos Sohier Truus SchotNellie Zeyger Cor Weeda Leni de Laan Cornelis en Joseph van Dyke Tannie Sinke Marie de Visser Annie Kooman Jaantje Risseeuw Lena de Bruyne Neeltje Mu.dde Anton Gillissen H. A. Overvliet Geertje Gravers Jan Choufoer Anna La gendijk Gretha PostTreesje van Opber gen Christien Balmakers Mary van Leeu wen Dina Quite Jacob de Buck Chris tina de GroeneGientje de Bruijne Anna VermeuleJannie de BruijneEen kind zonder naam (Maar het verschuilt zich achter Goudroosje)Truus de Jong Jo Poppe Heinz HöferNog een kind zonder naam (Dat zich achter Sneeuwklokje verschuilt Tini van Akkeren. De oplossingen zijn: 1. Potlood (tol-poot-dop-pot). 2. Lei klei. 3. Wormerveer. 4. IJverig Meloen Ulster Inkten Dapper Eiland Narcis IJmuiden 5. Eigen haard is goud waard. Wie stuurt de oplossingen in van de nieuwe raadsels Ze moeten weer uiteriyk Dinsdag avond aan het bureau van de krant zyn. Op de enveloppe of het netjes dichtgevouwen briefje moet staan Aan ons leuk Raadsel- hoekje, De Vlissingsche Courant te Vlissingen. 1. Verborgen kleedingstukken Ada, schuif wat op Jongen, pas op, doe kleine zus geen py'n Ik weet zekeroker heeft een gele kleur. Ja, sterren fonkelen mooi. (Ingezonden door Annie van Hoorn) 2. Welk woord kun je uit het onderstaan de maken Z Zon ang (Ingezonden door Dies van den Berg) 3. X... is een getal. X..» is een deel van een schip. X... is een viervoetig dier. X... vindt men in slooten en plassen. X... zit op een flesch. X..» is niet goed. X..* is een deel van een fornuis. X... is een jongensnaam. X... vind je in ieder huis. X... is een morgendrank. Op de kruisjeslij n komt de naam van een plaats in ons land. (Ingezonden door Jo Poppe.) 4. Neem uit elk zinnetje één woord en voeg die tezamen tot een spreekwoord De regen viel by stroomen neer. Ik houd veel van den morgenstond. Wie heeft er een bal Onze haan is met goud bekroond De koeien loopen in de wei. De boer wandelt over den weg. Loesje is niet op haar mond gevallen, hoor (Ingezonden door Toos Sohier.) 5. Het geheel bestaat uit 12 letters en is een rivier in Drente. 4-5-7 krygt men op school. 1-10-11-6 gebruikt een timmerman. 12-3-7-8 is een ander woord voor nevel. 2-9 is een woord, waarmee vele sprookjes beginnen. (Ingezonden door Anna Lagendyk.) Ons gezellig Brlevenhoekje M. Kuzee. Hartelijk welkom Annie van Hoorn. Kind, kind, wat heb je het druk Dat is een flinke portie aard rijkskunde, hoor. Heb je het er goed afge bracht Wie weet kom je later nog wel eens in al die landen, die je hebt moeten bestu- deeren. Ja zeker, de boeken van Pietje Bell ken ik wel. Ik heb er ook hartelijk om moe ten lachen, maar gelukkig is Piet met al zyn guitenstreeken toch ook een dappere, eerlijke en harteiyke jongen. Goudroosje. En kregen toen oma, de dochter en het nuffige dienstmeisje ruzie Als jullie maar niet zoo gevochten en gestoeid hebben, dat de kanten blouse scheurde. Ik ken alleen „De zoon van Dik Trom" die andere boeken, die je opnoemt, heb ik nooit gelezen. Zijn ze mooi En wie is die meester Jeanne Misschien wel een meisje, dat met haar poppen of vriendinnen schooltje speelt, hè Neen hoor, de Soerabaj astraat is heele- maal niet in myn omgeving. Ze ligt in de Indische buurt en ik woon in de Watergraafs meer. Dag Goudroos. Niet meer je naam ver geten, hoor Duinviooltje. Jy bent me een breister tje Moeder zal het wel heerlijk vinden, dat je zoo handig bentOp je rokje komt zeker de jumper, hè Je hebt laatst, meen ik, ge zegd, dat het er een zou worden zonder mou wen. Nu, zoo'n jumper kun je op 't oogen- blik nog niet dragen. Is het by jullie ook zoo koud Je trekt met plezier nog een dikke jurk aan. Madeliefje zal wel blij zijn met haar mooie lyfjes. Madeliefje. Hartelyk welkomWat schrijf je al keurig. Natuuriyk mag je met Duinviooltje samen de raadseltjes oplossen. Maar Duinviooltje niet alles alleen laten doen, hoor Anders leer je er niet van. 't Is beelderig postpapier. Misschien kryg jy ook wel een doosje als je jarig bent. Zou dat gauw zyn Spring in 't veld. Neen, ik heb dit jaar de schaatsen nog niet onder gehad, 't IJs is dan ook eigenlijk nog niet voldoende sterk geweest, 't Is een heeriyke sport, hè Heb je ook op het ijs gesprongen, met je schaatsen aan Ja, wamt je bent niet voor niets een Spring in 't veld. M. Hollaers. Hartelyk welkom Als je wil, mag je ook een schuilnaampje kiezen, hoor. Zoo'n domme Liesje Ja, dat komt er van als je in den winter zonder mantel of muts naar buiten gaat. Is de dokter er bij geweest Dat raadseltje is niet goed. Er zyn nog heel veel meer dingen, die je niet veel gebruikt, maar toch niet kunt missen, 't Is heusch niet alleen een pink. Zangvogeltje. Kon ik je maar eens hoo- ren kweelen De Sportvriend. Nu nog hyacinthen, die je pas bent gaan kweeken Maar weet je wel. dat hyaclnthenbollen eerst èen poosje in een donkere kast moeten staan om wortels te ontwikkelen? Misschien hebben jullie een waranda en kun je in een bloemenbakje (je kunt er een gewoon boterkistje voor nemen) toch nog van alles zaaien. Vlindertje. Hartelyk welkom Ja, Annie kan prachtig schrijven, dat heb ik ook al ge merkt. Maar jy schryft ook goed, hoor. Wat voor cyfer heb je op je rapport Teekenaresje. Van harte welkom Ik Zou wel eens een teekeningetje van je willen zien. Jo Minderhoud. Hartelyk welkom Nu ik heb gelezen van de bloemen, die je zaait en plant, nu schiet me opeens te binnen, dat je als schuilnaampje mooi „Bloemkweekertje kunt kiezen» Lykt je dat wat Je hoeft het niet, hoor 's Is maar een plannetje. Kun je op dat dak ook zitten Als al je planten in bloei staan, kun je je vast voorstellen in een tuin te zijn. Je raadsel is goed, maar moet een heel klein beetje veranderd worden. Dat mag zeker wel, hè Het is, enkel met die stipjes, te onduidelyk. Lezeresje. Korfballen, dat deden wy vroeger op de gymnastiekles ook en later, toen ik van school af was, ben ik een poos in een korfbalclubje geweest. We speelden zomers en 's winters, het heele jaar door. Maar toen ik eens een flinke kou had opge daan, mocht ik het niet meer. Doen jullie het in de gymnastiekzaal Van den zomer krijgen we weer eens een vervolgverhaal. Nu wordt er te veel ruimte in beslag genomen door het Raadselhoekje, weet je. Neen, dat boek van dien zielenverkooper ken ik niet. Verkocht die man zielen Griezelig Naaistertje. Ik denk, dat jij een van de kinderen was, die haar naam had vergeten Wat bedoel je met een „reisbed" Een bed, waarop je ligt als je op reis bent Maar daar kun je best op slapen, hoorHet raadseltje van die kaars is ook niet goed, want een kaars heeft geen schortje voor. En dat van dien barbier hebben we al eens gehad. Jammer van alle moeite, die je hebt gedaan, hè Maar misschien kun je nog een paax audere raadseltjes bedenken. Viooltje. Maar is er dan iets byzonders met je, dat je zoo opeens naar de zevende klas bent gegaan Je zult je van Amsterdam wel niets kunnen voorstellen. Alles wat er is gebeurd toen je twee jaar was, kun je je ge- woonlyk niet meer herii eren. Weet je nog iets van Indië af Neer, cat zal ook wel niet. hè Wie weet ga je er' 1 er weer eens naar toe en dan is alles wat je ziet, toch nog nieuw voor je. Prir niet groot en hy is niet klein. Zoo tuss' a tafellaken en servet, begrijp je? Hy zie voor het grootste deel wit, overigens bruin. Als je 't hem vroeg, zou hy best heelemaal bruin willen zijn. „Weet je waarom?" zegt hij. ..Dan zou de vrouw me niet zoo vaak war ;el;eu En wasschen BrrrGeef mij maar liever een kluifje, hoor Zonneschyn. Ja zeker, ik vind, dat je keurig schryft. En zoo duidelijk, dat is ook heel wat waard. Ja, dan was het voor Bello zoo maar beter. En hoe is het duifje Nog monter en beweegiyk? Misschien komt het wel eens op je schouder zitten. Prins geeft je een pootje. Hy ligt op 't oogenblik lekker te soezen in het zonnetje. Rymelaar. Dank je wel voor die aardige foto. Ik ben er erg biy mee. Wat sta je daar kranig. Echt gereed voor den eersten schop Maak je altyd veel doeltjes? Ik geloof, dat je ook je nieuwe voetbalschoenen aan hebt. is 't niet Als jij nog niet eens keeper van ons elftal wordt, dan weet ik 't niet, hoor Wat een mooi vers heb je weer gemaakt op de vierde oplossing. Hulde Nachtegaaltje. Hartelyk welkomIk hoop, dat ik altyd zoo'n lang epistel van je kryg, want dat vind ik zoo gezellig. Heb je neg zoo'n klein broertje Zeker een wiege- i fcindje, hè Want grooten huilen niet meer. Weineen, je bent heelemaal niet te oud voor ons Raadselhoekje. Ieder, die wil, mag mee doen en net zoo lang als ieder dat prettig vindt. Dag Nachtegaaltje. Ben je nog op school Krullenbol. Dat raadseltje is niet goed. Want dë woorden, die onder elkaar komen te staan, zijn niet allemaal even lang. Urk heeft by voorbeeld 3 letters en Groningen heeft er veel meer. Let eens op de andere raadsels van deze soort, die je ziet verschij nen. Moortje is dus een levend wekkertje. Snoept zy nooit Waterlelie en Teekenaar. Ja, Ik heb ge lezen, dat de koningin in April naar Vlissin gen komt. Als Amsterdam een beetje dichter bij Vlissingen lag, kwam ik wel een kijkje ne men, maar nu, neen, nu wordt de reis te duur. Jammer, dat jullie niets uit Amerika hooren. Maar sehryven jullie zelf ook niet? Breistertje. Dat zal me een feest zyn geweestHoe zag de bloemenmand er uit Als ik op de zanguitvoering was geweest, had ik natuuriyk ook geklapt. Welk meisje zong er alleen Iemand van jullie koor Rozewitha. Als je raadsel goed is ge weest, krijgt het stellig eens een plaatsje. Maar wanneer.... ja, dat kan ik vooruit niet zeggen, hoor. Geduld hebben maar. Neen, dat boek ken ik niet. Welke helden daad'heeft dat meisje gedaan? Je popje zal er wel lief uitzien met haar nieuwe jurk, Wordt ze nu geen nufje Jaantje Risseeuw. Hartelyk welkom Dat raadseltje hebben we al eens gehad. Kun je niet een ander bedenken? Zwartkopje. Ja, t heeft hier wel ge vroren, maar toch nog meer gesneeuwd. Er ligt een dik pak en de kinderen bekogelen elkaar met ballen. Prins heeft er ook al een gehad, net op zyn neus. Maar 't was gelukkig geen harde. Danio Rerio. O wat ben ik een domoor om tweemaal hetzelfde te vragen. Ja, nu herinner ik me, dat je al eerder hebt vreteld zulke mooie planten in de aquarium te heb ben. Wees maar erg voorzichtig met het vangen van stekelbaarsjes en reik niet te ver over het water. Ben je ook al aan 't plaatjes verzamelen van het nieuwe Verkade's album *t Moet weer erg mooi en leerzaam zyn. 'k Zou die Paradys-vischjes wel eens willen zien als ze zoo jong zijn. Honderd Dat is geen kleinigheidFrans zal wel vele malen per dag zyn neus tegen het ruit van de aquarium drukken. Wil Frans niet meedoen aan ons Raadselhoekje H. A. Overvliet. Hartelyk welkom Ben je een jongen of een meisje Je raadseltje is goed en krijgt eens een plaatsje. Zangertje. Dan zal het wel heerlyk zyn om naar vader's verhalen te luisteren. „Cal- boois" Wat zijn dat voor dingen Je be doelt toch geen „Cowboys" Heb jy al die boeken, die je opnoemt? Ik ken alleen Dik Trom en Knap Suusje. Jammer, dat Gichel- tje niet meedoet. Zou ze zich niet een klein beetje verbeelden, dat ieder naar haar kijkt Jan Choufoer. Je raadseltje krygt op een goeden dag eens een plaatsje, hoor Springertje. Gaan jullie dan na het zin gen dansen? Ik denk, dat je op je nieuwe lakschoentjes heerlijk zult zweven. Nog ge feliciteerd met vader's verjaardag. Was hij niet in zijn schik met het rookstel Treesje van Opbergen. Waar plukten jullie dan die katjes? Aan den openbaren weg mag het wel, mits je voorzichtig en met aandacht plukt en de boomen niet vernielt. Maar in plantsoenen en parken, neen, daar mag het niet. Waar ik woon Heelemaal in Amsterdam. Ben je daar al eens geweest Van dat spreekwoord heb ik neg nooit ge hoord. 't Kan best zijn. dat het bestaat, maar het is toch niet bekend genoeg om als raad seltje te dienen. Dag lieve Trees Stopstertje. Wat zul je dan naar den zomer verlangen. Krijg je de fiets „zoo maar", zonder dat je jarig bent Mary van Leeuwen. Je raadseltje is wel goed, maar je moet een poosje geduld hebben eer je het ziet verschynen. Huishoudstertje. Met moeite heb ik je briefje ontcijferd. Kun je niet een klein beetje duidelijker schrijven Je mag het wel met potlood doen, maar dan moet je zorgen, dat het niet vlekt. Ik houd wel van choco la. Als ik bij jullie was geweest, had ik vast een kopje mee gesnoept. Je raadseltje is wel goed en krygt eens een plaatsje. Je moet ge duld hebben. Van de soort, die je instuurt, hebben we er nog heel wat liggen en je ziet wel, dat de raadsels iedere week verschillen. Borduurstertje. Gefeliciteerd met groot- mce's verjaardag. Was het een gezellige avond Ja, die verhaaltjes schryf ik altyd. Fijn, dat je je met Fideltje en Mikimauw zoo hebt geamuseerd. Roodkapje. De Marnixstraat is een heel eind van me vandaan. Zeker wel drie kwar tier ryden met de autobus. Ja, in 't Ryks- museum kun je heel veel mooie dingen zien. „De Nachtwacht" is maar niet een klein schilderytje, hoor't Is een doek, dat een heelen muur beslaat. „De Avondschool" van Gerard Dou is niet zoo groot. Dat laatste vind! ik zoo prachtig. Er zyn "an die moo'e, warme kleuren in. Neen, ik ben V.et op een zangvereeniging. Daarvoor heb ik veel te weinig tijd. Heette dat liedje „Zaterdag"? Waarover ring het dan? Truus de Jong. Je raadseltjes zijn goed, hoor Goudhaartje. -- Welk boek leest mevrouw dan nu Ik denk. dat als je voor den vier den keer „Met z'n drietjes naar d~ hei" leest, je er nog dingen in zult vinden, die nieuw voor je zyn. Gicheltje. Malle meid. waarom zou je niet meedoen Je hebt nog tyd genoeg om al die versjes te leeren. Zing jy ze maar ge rust alle dagen. Vader en moeder zullen dat juist prettig vinden en 't zal ze opmonteren. Veel plezier morgén. Heeft vader nu met dat n'euwe kammetje een mooie, rechf~ 1 ncr 'n zijn haar

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1931 | | pagina 10