ÜN .AGE ssingsche Courant flAAS. '-PLATEN k 33 ZONEN ERLIJK 1 El D 'ER FL. iSENSAP (KERNIJ aadkippen Konijnen n. n, fioogen prijs. WEEDE BLAD FEUILLETON Strijdende Zielen BINNENLAND Spierpijn Kloosterbalsem ERIJ N 141 voor uw KOENA rzien van jroote drukte. nd, van de van g 19 December 1930, no. 299 KAMEROVERZICHT TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. Defensie. maal- en menggebod is ook op de jenda geplaatst, waardoor het noodig wordt aandag en zoo noodig Dinsdag te verga pen. r een viertal sprekers namen aan de jemeene beschouwingen deel. Daarbij was heer Brautigam zoo vriendelijk den Mi ster inlichtingen te vragen over de onlangs ingenomen Vlootwet. Er wordt gezegd dat i wet slechts een voorloopig plan is. Hij Ide weten wat dan het definitieve plan is, i al omdat de Minister in de Eerste Kamer ;ft gezegd, dat de Regeering zich voorbe- udt van het ontwerp af te wijken, igmaals werd wat na-geboomd over het sje van den heer Tilanus, over de rede den heer Slotemaker de Bruine inzake sndergraving van het gezag. De vrijzinnig- emocratische sprekers zijn tegen revolutie, ■gen alle onwettigheid, maar zij meenen dat Regeering in een richting stuurt die tot evolutie moet leiden. Daartegen waarschu- en zij met kracht. Als men een selectie zou aan toepassen moet men die ook toepassen jj de spoorwegen en de politie. Als er Bcessen voorkomen moet de Regeering met jar organen, de politie, deze tegengaan, naar nooit mag zij daarvoor particuliere rganisaties gebruiken, want deze lokken uit at ook andere groepen zich geroepen gevoe- om dergelijke instituten in het leven te oepen. Er werd ook veel gepraat over het geweten Is richtsnoer voor velen om vóór cntwape- te zijn. Natuurlijk trapt men vele ge- oelige heeren op de teentjes met die bewe- ing en mr. Heemskerk hield een langdradige 'ilosofische bespiegeling er over en hij knoop- er allerlei aardige opmerkingen aan vast, Ie er niets mee te maken hadden. De Minister heeft verschillende beschou- tingen over de neutraliteit en de ontwape- Hij zette daarbij uiteen dat Zwitserland eutraal is verklaard, maar het is niet de Icdoeling dat Nederland zal trachten voor ich diezelfde verklaring te verkrijgen. Zwit- lerland kon verklaren dat het bereid en in was zijn eigen neutraliteit te hand- laven. Voor bescherming tegen lucht- en gasaan vallen is de Minister zeer bezig. Hij denkt zwaar over allerlei en de gemeenten moeten meewerken. Maar practische mededeelingen kregen wij niet. Van die besloten vergadering was natuurlijk niets precies waar. De men- schen die daar waren wisten van niets af, want er waren geen plannen Het was alleen maar een persoonlijke op vatting van den heer Lambooy, die ver wachtte dat er wel een plan zou komen. Over de nationalistische militie deelde de Minister mede, dat een onderzoek is inge steld. Gebleken is dat omtrent militaire oefeningen niets kon worden vastgesteld en niet is gebleken dat beroeps- of reserve officieren de leiding hebben. Men moet zich het algemeen niet ongerust maken over i organisatiehet is meer de bedoeling een bepaalde persoon naar voren te schuiven, nl. dr. Van der Meijlen, die in 1922 candidaat was van den Bond voor bezuini ging, in 1929 was hij bij de partij Verbond van Nationalisten. Het aantal stemmen dat behaalde ging steeds achteruit. Overigens zou de Minister geen deelneming toelaten officieren aan dergelijke militie. Evenmin aan petitionnementen, want dat geeft maar conflicten en moeilijkheden. Van de groote punten heeft de Minister Niets over de ontwapening, ROMAN VAN HUGO BETTAUER, (NadruS verboden). 5) Wederom was het mevrouw Lestikow, die op de vraag antwoord wist te geven. Jawel, ik heb op den avond, dat ze me van haar verloving vertelde, gevraagd, waar zU haar aanstaande dan eigenlijk voor het eerst ontmoet had. En toen kwam het me voor, dat juffrouw Jensen wat verlegen werd. Ze antwoordde „door een heel eigen aardig toeval" en begon toen plotseling over wat anders te spreken. Met een rood gezicht, nerveus en IJselijk gewichtig doende, verdwenen de vier dames en dr. Clusius bleef met Krause alleen ach ter. Nu? vroeg Clusius nieuwsgierig aan Krause. Krause liet nogmaals den blik over de vier voor hem op tafel liggende verhuisbiljetten en den brief van juffrouw Pfeiffer glijden stelle, naïeve, slecht geschreven letters dans ten voor zijn oogen. De rimpels in zijn ge acht vermeerderden zich, daarna ontspande zich z'n gelaat en met de handen in de broekzakken liep hij eenigen tijd het vertrek °P en neer, op deze wijze een soort voor niets over de klucht van den heer Tilanus, niets over de mobilisatie. Hij sprak alleen zijn vertrouwen uit dat in de ure des gevaars alle arbeiders, behalve dan de communisten, zouden opkomen om voor het vaderland te strijden.. Gelijk heeft hij dat hij nu maar daarna zweeg. Avondvergadering. j Het Zuiderzeefonds. 1 Behandeld wordt de begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1931. De heer Krijger meent dat bij de regeering een zekere kentering is waar te nemen ten aanzien van de uitvoering der Zuiderzee- drooglegging. Gezien ook de daling van de grondprijzen en de aanzienlijke tekorten zou spreker willen adviseeren alleen het onder handen genomen deel van het werk af te maken en daarna een afwachtende houding aan te nemen m verband met het wensche- lijke van nader onderzoek van de overige ge deelten. De heer Van der Waerden acht krachtige voortzetting van het werk, ook met het oog op de werkverruiming, gewenscht. De heer Drop vraagt meer aandacht voor het ontspanningswerk ten behoeve van de Zuiderzeearbeiders Evenwel kan hij zich niet vereenigen met de tegenwoordige methode van subsidieering, waarbij aan de kerkge nootschappen een overwegend aandeel wordt gegeven, terwijl het instituut voor arbeiders ontwikkeling wordt miskend. De heer Duymaer van Twist wenscht dat het vervoer van materialen voor de Zuider zeewerken met Nederlandsche en niet met buitenlandsche schepen zal plaats hebben. De heer Braat bepleit stopzetting van de Zuiderzeewerken tot betere tijden. Over het nog open gedeelte van den afsluitdam zou men een brug kunnen leggen, waaronder dan d« visch kan doorzwemmen en waardoor de Zuiderzeesteunwet overbodig wordt. De heer Bierema constateert, dat de kosten van de Zuiderzeewerken zijn tegengevallen, terwijl nu bovendien wel vaststaat, dat de baten veel geringer zullen zijn dan door de commissieLovink werd geschat. De heer Van Dis sluit zich aan bij het betoog van den heer Duymaer van Twist ten aanzien van de Nederlandsche schippersbe- langen bij den aanvoer van materialen voor de Zuiderzeewerken. Do heer Smeenk meent, dat het werk van de Zuiderseedrooglegging moet worden voort gezet; stopzetting zou zeer oneconomisch zijn, o.m. door achteruitgang in waarde van werk tuigen en materialen. De heer Bongaerts brengt in herinnering, dat in 1925 is beslotende Wieringermeer droog te leggen vóór dat de groote afsluitdijk zou worden gelegd. We moeten deze werken niet gaan be schouwen als een private onderneming die zoo of zooveel procent rente van het er in gestoken kapitaal moet opbrengen. Men dient 'te bedenken, dat hier kostbare grond wordt verkregen tot een oppervlakte van eenige honderdduizenden H.A. Minister Reymer antwoordt, dat feitelijk slechts één lid de onmiddellijke stopzetting van de droogegging verlangt. Deze stopzet ting zou dan ook een zeer ernstige schade beteekenen in de eerste plaats wegens de schadevergoedingen die zouden moeten wor den toegekend en voorts wegens den achter uitgang in waarde van al het materiaal. Uiteraard maant de tegenwoordige toe stand tot eenige bijzondere voorzichtigheid in ieder geval moet echter met den Noord- Oostelijken polder worden voortgegaan, waartoe op het oogenblik de voorbereidende plannen worden gemaakt. Wanneer dan de ramingen bekend zijn, kan die drooglegging worden aangevangen. Wat de voorkeur voor Nederlandsche schippers betreft, in de contracten voor den bazaltaanvoer is de bepaling gemaakt, dat 75 van de schippers Nederlanders moeten zijn. Het ging niet aan, daarvoor de volle 100 te verlangen. Na de replieken werd de begrooting zonder hoofdelijke stemming aangenomen. dracht houdende. Wel het moeilijkste geval, dat u me tot dusver hebt voorgelegd, meneer Clusius. Vier meisjes verdwenen, die een naam dragen, welke aan duizenden op dit ondermaansche toebehoort. Muller, Moller, Jensen, Pfeiffer i Geen van haar heeft een vorig adres opge geven of van kennissen of familieleden ge sproken, Voort schijnen het alle vier zooge naamd algemeen ontwikkelde kinderen te zyn geweest, dié overigens niet door de for tuin zijn begunstigd. Direct arm waren zij echter ook niet, ondanks de armzaligheid van haar nalatenschap. Dat zij niet heele- maal zonder middelen waren bewijst het feit, dat zij allen vooruit betaald hebben en, zoo- sis elk van de vier hospita's vertelt, hetzij oorbellen, dan wel mooie ringen, één een gouden horloge met ketting en een ander zelfs een met brillanten bezette broche bezaten. Welke gevolgtrekking maakt u daaruit Oppervlakkig beschouwd zou men bij zondere waarde kunnen hechten aan het feit, dat die vier meisjes zoo veel dingen gemeen hebben, maar in werkelijkheid kan juist dat die primitieve namen, geen familie of kennissen in Berlijn, niet geheel onbemid deld en schijnbaar van goeden huize wel de réden zijn, welke ze tot een gemakkelijk slachtoffer van een moordenaar maakte. Begrijp ik niet goed I 't Is toch zeer eenvoudig, meneer Clu sius De man met het lorgnet heeft zich nu eenmaal principieel slechts met meisjes, die. Herstel van het parlementaire stelsel. De „Standaard" wijdt in eenige artikelen een beschouwing aan het parlementaire stel sel, dat lijdt aan verval. Alleen een krachtige leiding kan leiden tot opheffing van dat ver val en die leiding kan alleen krachtig zijn, als zij zelf wortelt in beginselen. Die actie dient bij ons allereerst uit te gaan van het kabinet. Het is een veel ver nomen misverstand, dat de eerste stap ge daan zou moeten worden door groepen in de Kamer. Alsof hunnerzijds een boodschap aan het kabinet zou moeten worden gezonden, die een marschroute aangaf Er zijn er mis schien wel, die dit oorbaar en zelfs wensche- lijk achten. Maar wij behooren daartoe niet. De trekkracht moet blijven bij het kabinet. Dit kabinet bestaat uit Ministers, die het belijden, dat zij het bewind wenschen te voe ren in overeenstemming met de beginselen, die beleden worden door de drie groepen der rechterzijde. Welnu, laten de ministers die groepen der rechterzijde dan maar eens op de proef stel len, aan den tand voelen. Er is genoeg te doen op dat gebied, al zien we allerminst over het hoofd, dat sommige bewindslieden thans in sterke mate in beslag genomen worden door allerlei zorgen, verband houdende met den stoffelijken nood van sommige volksgroe pen. Drie groepen zijn er, die een meerderheid vormen. Die drie groepen houden staande, dat, bij onderling verschil, een gemeenschap pelijke band niet ontbreekt. Voorts hebben we ministers, die te zamen een afspiegeling vor men van deze groepen. Is het dan, met het somber vooruitzicht van toenemende denatureering der gezonde constitutioneel-parlementaire verhoudingen voor oogen, te veel gevraagd, indien we den wensch uitdrukken, dat zij, die in de eerste plaats tot leiden geroepen zijn het kabinet de aarzeling overwinnen, die tot nog toe weerhield van stappen, welke tot opklaring van den parlementairen toestand kunnen lei den Het alternatief is niet maar alleen het langzaam verder uiteengaan van hen, die nog hechtheid aan het parlementaire stelsel kun- ken geven, maar het is de voortgaande inzin king van dat stelsel zelf, tot de starheid van den dood is ingetreden. Dat te verhoeden is ook voor een extra parlementair kabinet een taak, die tot roem rijke vermelding in de parlementaire anna len kan leiden. De verdeeling van den zendtijd. Het landelijk comité belangen luisteraars heeft gisterenavond het volgende telegram aan den minister van waterstaat gezonden Betreuren ten zeerste programma AVRO Eersten Kerstdag ter wille van partijpolitiek S D.A.p. onderbroken te ziengprotesteeren bij herhaling ernstig tegen verdrijving eenigsten algemeenen omroep uit den aether voor een gedeelte van de week. Dringen nogmaals aan op wijziging zendtijdbesluit, waardoor alge- meene omroep de geheele week op eigen zendsysteem gehoord kan worden. Besmettelijke veeziekten. Blijkens de in Staatscourant no. 244 opge nomen staat van de gevallen van besmette lijke veeziekten in Nederland, geconstateerd gedurende November 1930, werden aangege ven 2234 gevallen van mond- en klauwzeer, w.o. 675 in Friesland, 392 in Gelderland, 312 in Overysel, 222 in Utrecht, 141 in Groningen, 137 in Zuid-Holland, 119 in Noord-Brabant en 116 in Noord-Holland. Voorts kwamen er 44 gevallen van miltvuur bij vee voor. Begin November waren 3178 vroeger gecon stateerde gevallen van mond- en klauwzeer nog niet geëindigd. Onze broodprijs. Hoe komt het toch, vraagt „de Veldbode", dat de tarwe zoo goedkoop is en de brood prijs gelijk bleef Blijkens de door ons gepubliceerde cijfers van de kosten van het tarwebroo.d in andere landen, aldus genoemd blad, is dit brood in Nederland even duur of duurder dan in lan- hier geen familie hebben, gewone namen dragen en wat geld en sieraden bezitten, verloofd, omdat hij bij deze meisjes eener- zijds op voldoenden buit mocht rekenen, anderzijds zich veiliger voor ontdekking voel de, dan wanneer hij met meisjes van Berlijn- sche families betrekkingen had aangeknoopt. En wat nu, meneer Krause De eerstvolgende stappen zullen uw onderhoorlgen moeten doen, meneer Clusius. Oproepen in de Berlijnsche, Hamburgsche en Beiersche bladen naar personen, die iets naders over de vermisten kunnen meedeelen, het uitschrijven van hooge belooningen, na sporingen in Ketzin en omgeving en in transatlantische passagierslijsten naar Juf frouw Jensen, die in het voorjaar uit New- York zou zijn teruggekeerd. In den tijd, die daarmee verloopt, zal ik zelf nog net een en ander te doen te hebben. In ieder geval ver zoek ik u nog vandaar de verslaggevers van alle bladen bij u te roepen, zoodat ook het publiek zich voor het geval zal gaan inte resseeren. Wie weet, misschien volgen er nog wel meer aanmeldingen van vermissingen of komen we gewichtige dingen op het spoor. Natuurlijk direct een bevel tot aanhouding van den blonden Schüllern, Schullem of Schindeler met het lorgnet laten uitvaar digen. Clusius sprong nerveus van zijn stoel op. Krause, die geschiedenis zal geweldig veel stof opwerpen en wee ons, als we er niet uit weten te komen. Ik moet me weer eens -geheel op jou verlaten. stijve spieren dadelijk wrijven met het eenige middel dat tot diep in Uw spieren doordringt en U snel weer lenig maakt: Akker's „Geen goud Zoo goed" den, waarin men den tarwe-teler krachtig be- schemt. Zwitserland is wel het meest spre kende voorbeeld van de mogelijkheid de za ken zóó te regelen, dat de boer voor zyn zelf- verbouwde tarwe 20 per 100 K.G. ontvangt, terwijl het broed in de steden over het alge meen goedkooper is dan in Nederland. Men heeft ons altijd voorgehouden, dat het particulier initiatief goedkooper werkt dan het overheidsbedrijf, maar dit blijkt dan toch, behalve voor gas, electriciteit en waterleiding, óók voor de broodfabricage niet in alle geval len op te gaan Trouwens, wanneer men, zooals in Zwitserland, een bedrijf, dat een zoo algemeen gebruikt artikel als brood levert, wetenschappelijk organiseert, dan kan, ja moet het goedkqpper kunnen werken dan een bedrijf, dat alleen georganiseerd is met het oog op het maken van goede winsten, dus op het villen van het publiek, zooals het'meel- en bakkersbedrijf bij ons. We zijn overtuigd zoo eindigt het blad dat als de meelhandel zóó doorgaat met ageeren tegen de boerenbelangen, het hierop zal uitloopen, dat landbouw-afgevaardigden in de Tweede Kamer aan de regeering de vraag zullen stellen, of het in het algemeen belang niet wenschelijk, ja noodzakelijk is, óók in Nederland in te voeren het Zwitsersche systeem, waatMj men van den meelhandel een overheidsbedrijf maakt. Men kan den bakker niet alleen tarwemeel leveren, maar tevens een broodprijs voorschrijven. Zwitserland be wijst, dat dit systeem uitstekend kan werken. Wij zien n:et in welke overwegende belangen er zouden bestaan bij de voortzetting in Ne derland van een systeem van meelleverantie en broodbereiding, waarbij de producent van inlandsche tarwe nog gestroopt wordt boven dien. De Iandbouw-medewerker van de „Ned." voegt hieraan toe, dat in ons land ten op zichte van den broodprijs zulke ergernisge vende verschillen bestaan, dat hieraan een einde dient te komen. Ons Zeewezen. Bij de N.V. Uitgevers-maatschappij „Am sterdam" is het December-nummer van „Ons Zeewezen" verschenen, officieel orgaan van cle verseniging „Het Nederlandsch Zeewezen". Dit nummer opent met het vervolg en slot van de Reis om de wereld van Olivier- van Noort in 1598 tot 160i, door J. C. MoÖema, waarin de vele wederwaardigheden van dezen reiziger worden verteld op onderhoudende wijze het doet ons goed in dezen tijd te le zen waar onze voorouders de grimmige kracht vandaan haalden cm de Spanjaarden te overwinnen. Verder bevat het nummer een artikel over de eerste Oceaanreus, de stamvader van de „Bremen" en de „Europa". Dit kolossale schip de „Great Eastern" werd ongeveer 75 jaar geleden in Engeland gebouwd. Deze raderboot legde de reis over den Oceaan van Amerika naar Engeland reeds af in 10 dagen, wat voo-r dien tijd een buitengewone prestatie was. Verdere bijzonderheden en wetenswaardig heden op scheepvaartgebied vullen dit num mer. OPGAVE VAN PERSONEN die zich in deze gemeente hebben gevestigd of deze hebben verlaten gedurende de le helft der maand December 1930. INGEKOMEN W. A. Gideonse, electricien, Noordstraat 58, van Rotterdam. L. van Weijen, electricien, Korenstraat 4, van Zierikzee. Selma Cohen als vijfde. De chef der recherche bleek het met zijn vermoedens maar al te zeer aan het rechte eind te hebben gehad. Het opzien, dat de mededeelingen van de politie over het spoor loos verdwijnen van vier meisjes baarde, was enorm. Het feit, dat men van de meisjes zelf niet het geringste wist, het mysterie, dat den blonden man met het lorgnet omhulde, de mogelijkheid, dat zich nog andere wouwen onder zijn slachtoffers zouden bevinden, dat alles werkte zóó opwindend en vormde zóó het gesprek van den dag, dat de Berlyners 's avonds naar hun bladen grepen om te zien of er nog iets nieuws met betrekking tot het geval te smullen zou zijn. De dagbladen de den op hun beurt al het mogelijke om hot publiek tot in de détails in te lichten men concurreerde in schreeuwende opschriften, men stelde, ieder op zijn eigen wijze, den geheimzinnigen blonden jongeling als een blauwbaard, een tweeden Landru, een per- versen woesteling voor. Edoch, zy stonden ook de politie zooveel mogelijk ter zijde, doordat zij hun correspondenten in Ham burg en Munchen alarmeerden en verslag gevers naar Ketzin zonden, om daar een on derzoek in te stellen. In één nacht werd het vriendelijke, maar cnbeteekenende stadje 'n wereldvermaarde curiositeitde berichtge vers beschreven het raadhuis, de markt, de kerken, de hotels tot in alle bijzonderheden, alleen van den blonden man en zijn verloof- H. H. Valk, werktuigkundige, Groenewoud 6, van Gilze-Ryen. J. Veen, matroos N. L., Beursplein 5, van Amsterdam. C. Spuij, kapper, Kasteelstraat 43, van Hilversum. M. H. E. Dörslng, verpleegster, Hellebar- dierstraat 2, van Rotterdam. L. Provoost, koperslager, Beckerstraat 4, van Den Haag. H. Mijnsbergen, plaatwerker, Lampsinsstr. 5, van Oost- en West-Souburg. A. Olijslager, grondwerker, Vrijdomsweg 48, van Geulle. B. Heegers, lichtmatroos, wachtschip, van Rotterdam. H. J. Kramer, sergeant-machinist, wacht schip, van Rotterdam. H. J. Kramer, sergeant-machinistM. van Dijk, korporaal-bottelierA. Th. J. Kloos, A. W. Wuijster, L. P. van Duijn en W. van Dongen, allen lichtmatroos, Wachtschip, van Rotterdam. G. Dikhout en A. C. Keizer van Amster dam M. G. van Tilburg en J. M. D. Uitde- willigen, van Roosendaal en Nispen G. Gysberts, A. Martinus en J. A. Meyer, van NijmegenA. Hartman, van den Haag G. van Felius, van Leerdam E. J. de Boer, van Vlieland J. A. I. Kommers, van Cadzand J. Maijen, van ArnhemB. Solinger, van Schiedam T. J. Bezemer, van Den Helder L. Bouwer, van DelftM. Oiling, Van Mid delburg P. v. d. Klis, van BodegravenP. van der Toorren, fan RhedenN. van Oudenaarde, van Medemblik A. G. Kardijk, van ZwolleA. L. E. Hoorns, van Wyk aan Zee en H. Kamphuis, van Eibergen, allen lichtmatroos, Wachtschip. C. Verton, timmerman, Geraniumlaan 6, van Veere. J. de Roos, rijwielhersteller, Scherminkel- straat 24, van Breda. Mej. L. Sonntag, religieuse, Glacisstraat 161, van Rosenholz. J. J. den Decker, sergeant-kok, Bonedijke- straat 13, van Ned.-Indië. J. Hazewold, machinist, Margrietenlaan 29, van Afrika. D. N. Versteeg, korporaal-telegrafist, Ka naalstraat 132, van Oost- en West-Souburg. P. Weeland, P. L. Beckers, L. Arensman en B. M. J. Burgers, allen lichtmatroos, Wachtschip, van Rotterdam. A. A. de Winter, inspecteur van politie, Badhuisstraat 56, van Wijk aan Zee en Duin. C. J. Kruysse, gezagvoerder K.P.M., Bad huisstraat 70, van Ned.-Indië. C. Cornelisse, slager, Aagje Dekenstraat 63, van Arnemuiden. G. Sanderse, bankwerker, Aagje Deken straat 45, van Oost- en West-Souburg. F. H. van Kuijk, machinist, Kasteelstraat 88, van Amsterdam. F. Hoefnagel, visscher, Baljuwstraat 20, van Velsen. J. Leinse, slager, Hendrikstraat 40, van Koudekerke. J. K. Biesma, marconist, Kasteelstraat 34, 'Van AniStérdanl. C. J. de Nooijer, werkman, Sottegemstraat 84, van Amsterdam. VERTROKKEN S. W. Anema, Hr. Ms. „Brinio", naar Oost en West-Souburg J. de Hamer, Hendrikstraat 40, naar Kou dekerke. W. K. Kuiler, Boulevard de Ruyter 62, naar Den Helder. Mej. D. Wattel, Kasteelstraat 9, naar Goes. J. F. Way, Sottegemstraat 84, naar Rotter dam. A. M. Bogaerte-van Waeyenberg, Walstraat 30, naar Oost- en West-Souburg. K. Zuidema, Nijverheidstraat 6, naar Vel sen. C. Weststrate, Lange Zelke 5, naar IJzen- dyke. A. Cremers, W. Rietbergen, C. Broodman, J. C. Pegtel, J. P. Houterman, M. Breel, J. L. Blok, J. Th. Füzer, F. J. Phekker, P. Griep en P. J. Kooij, allen Wachtschip, naar den Helder. Mej. Th. A. Kuilman, Bakkersdorplaan 1, naar Rotterdam. A. N. Meyer, Coosje Buskenstraat 29, naar Harlingen. H. H. van Dierendonck, Verkuyi Quakke- laarstraat 58, naar Ned.-Indië. Mej. K. Hotte, Glacisstraat 161, naar War mond. den wisten zij niets te melden. Wel is waar was in den loop der laatste weken in hotel Zum Lowen of Bismarck hier een daar een paartje afgestapt, dat de belangstelling van de brave Ketzfners had ogewektwel is waar zouden de bekende theetantes in Ketzin eens een vreemd meisje met een blonden heer hebben gezien, welke laatste bepaald iets gemeens aan zich had gehad, maar by nader onderzoek kwam dan steeds aan het licht, dat een al te rijke fantasie haar par ten had gespeeld. Ook de politie zat niet stil. Ze speurde in Hamburg en in alle Beiersche plaatsen, zy bladerde tientallen passagierslijsten van Oceaanstoomers door, loofde enorme beloo ningen uit, liet haar beste detectives verge zeld van schitterend gedresseerde politiehon den de gansche omgeving van Ketzin, de oevers van den Havel, de bosschen en de rivier zelf doorzoeken alles tevergeefs Niemand meldde zich, die een van de meis jes had gekend nergens werd een spoor gevonden'; men tastte volkomen in het duister. Wat er wel gebeurde, was, dat de vier verdwyningen nog door een vyfde werden gevolgd. Enkele dagen na het verschijnen der eerste courantenberichten liet zich by dr. Clusius een zekere mevrouw Rosenbaum aandienen, die in de omgeving van de Mol- lendorfplatz woonde en kamers verhuurde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1930 | | pagina 5