ÜN
.AGE
ssingsche Courant
flAAS.
'-PLATEN
k 33
ZONEN
ERLIJK
1 El D
'ER FL.
iSENSAP
(KERNIJ
aadkippen
Konijnen
n.
n, fioogen prijs.
WEEDE BLAD
FEUILLETON
Strijdende Zielen
BINNENLAND
Spierpijn
Kloosterbalsem
ERIJ
N 141
voor uw
KOENA
rzien van
jroote drukte.
nd,
van de
van
g 19 December 1930, no. 299
KAMEROVERZICHT
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
Defensie.
maal- en menggebod is ook op de
jenda geplaatst, waardoor het noodig wordt
aandag en zoo noodig Dinsdag te verga
pen.
r
een viertal sprekers namen aan de
jemeene beschouwingen deel. Daarbij was
heer Brautigam zoo vriendelijk den Mi
ster inlichtingen te vragen over de onlangs
ingenomen Vlootwet. Er wordt gezegd dat
i wet slechts een voorloopig plan is. Hij
Ide weten wat dan het definitieve plan is,
i al omdat de Minister in de Eerste Kamer
;ft gezegd, dat de Regeering zich voorbe-
udt van het ontwerp af te wijken,
igmaals werd wat na-geboomd over het
sje van den heer Tilanus, over de rede
den heer Slotemaker de Bruine inzake
sndergraving van het gezag. De vrijzinnig-
emocratische sprekers zijn tegen revolutie,
■gen alle onwettigheid, maar zij meenen dat
Regeering in een richting stuurt die tot
evolutie moet leiden. Daartegen waarschu-
en zij met kracht. Als men een selectie zou
aan toepassen moet men die ook toepassen
jj de spoorwegen en de politie. Als er
Bcessen voorkomen moet de Regeering met
jar organen, de politie, deze tegengaan,
naar nooit mag zij daarvoor particuliere
rganisaties gebruiken, want deze lokken uit
at ook andere groepen zich geroepen gevoe-
om dergelijke instituten in het leven te
oepen.
Er werd ook veel gepraat over het geweten
Is richtsnoer voor velen om vóór cntwape-
te zijn. Natuurlijk trapt men vele ge-
oelige heeren op de teentjes met die bewe-
ing en mr. Heemskerk hield een langdradige
'ilosofische bespiegeling er over en hij knoop-
er allerlei aardige opmerkingen aan vast,
Ie er niets mee te maken hadden.
De Minister heeft verschillende beschou-
tingen over de neutraliteit en de ontwape-
Hij zette daarbij uiteen dat Zwitserland
eutraal is verklaard, maar het is niet de
Icdoeling dat Nederland zal trachten voor
ich diezelfde verklaring te verkrijgen. Zwit-
lerland kon verklaren dat het bereid en in
was zijn eigen neutraliteit te hand-
laven.
Voor bescherming tegen lucht- en gasaan
vallen is de Minister zeer bezig. Hij denkt
zwaar over allerlei en de gemeenten moeten
meewerken. Maar practische mededeelingen
kregen wij niet. Van die besloten vergadering
was natuurlijk niets precies waar. De men-
schen die daar waren wisten van niets af,
want er waren geen plannen
Het was alleen maar een persoonlijke op
vatting van den heer Lambooy, die ver
wachtte dat er wel een plan zou komen.
Over de nationalistische militie deelde de
Minister mede, dat een onderzoek is inge
steld. Gebleken is dat omtrent militaire
oefeningen niets kon worden vastgesteld en
niet is gebleken dat beroeps- of reserve
officieren de leiding hebben. Men moet zich
het algemeen niet ongerust maken over
i organisatiehet is meer de bedoeling
een bepaalde persoon naar voren te
schuiven, nl. dr. Van der Meijlen, die in 1922
candidaat was van den Bond voor bezuini
ging, in 1929 was hij bij de partij Verbond
van Nationalisten. Het aantal stemmen dat
behaalde ging steeds achteruit. Overigens
zou de Minister geen deelneming toelaten
officieren aan dergelijke militie. Evenmin
aan petitionnementen, want dat geeft maar
conflicten en moeilijkheden.
Van de groote punten heeft de Minister
Niets over de ontwapening,
ROMAN VAN HUGO BETTAUER,
(NadruS verboden).
5)
Wederom was het mevrouw Lestikow, die
op de vraag antwoord wist te geven.
Jawel, ik heb op den avond, dat ze me
van haar verloving vertelde, gevraagd, waar
zU haar aanstaande dan eigenlijk voor het
eerst ontmoet had. En toen kwam het me
voor, dat juffrouw Jensen wat verlegen
werd. Ze antwoordde „door een heel eigen
aardig toeval" en begon toen plotseling over
wat anders te spreken.
Met een rood gezicht, nerveus en IJselijk
gewichtig doende, verdwenen de vier dames
en dr. Clusius bleef met Krause alleen ach
ter.
Nu? vroeg Clusius nieuwsgierig aan
Krause.
Krause liet nogmaals den blik over de vier
voor hem op tafel liggende verhuisbiljetten
en den brief van juffrouw Pfeiffer glijden
stelle, naïeve, slecht geschreven letters dans
ten voor zijn oogen. De rimpels in zijn ge
acht vermeerderden zich, daarna ontspande
zich z'n gelaat en met de handen in de
broekzakken liep hij eenigen tijd het vertrek
°P en neer, op deze wijze een soort voor
niets over de klucht van den heer Tilanus,
niets over de mobilisatie. Hij sprak alleen
zijn vertrouwen uit dat in de ure des gevaars
alle arbeiders, behalve dan de communisten,
zouden opkomen om voor het vaderland te
strijden..
Gelijk heeft hij dat hij nu maar daarna
zweeg.
Avondvergadering. j
Het Zuiderzeefonds. 1
Behandeld wordt de begrooting van het
Zuiderzeefonds voor 1931.
De heer Krijger meent dat bij de regeering
een zekere kentering is waar te nemen ten
aanzien van de uitvoering der Zuiderzee-
drooglegging. Gezien ook de daling van de
grondprijzen en de aanzienlijke tekorten zou
spreker willen adviseeren alleen het onder
handen genomen deel van het werk af te
maken en daarna een afwachtende houding
aan te nemen m verband met het wensche-
lijke van nader onderzoek van de overige ge
deelten.
De heer Van der Waerden acht krachtige
voortzetting van het werk, ook met het oog
op de werkverruiming, gewenscht.
De heer Drop vraagt meer aandacht voor
het ontspanningswerk ten behoeve van de
Zuiderzeearbeiders Evenwel kan hij zich niet
vereenigen met de tegenwoordige methode
van subsidieering, waarbij aan de kerkge
nootschappen een overwegend aandeel wordt
gegeven, terwijl het instituut voor arbeiders
ontwikkeling wordt miskend.
De heer Duymaer van Twist wenscht dat
het vervoer van materialen voor de Zuider
zeewerken met Nederlandsche en niet met
buitenlandsche schepen zal plaats hebben.
De heer Braat bepleit stopzetting van de
Zuiderzeewerken tot betere tijden. Over het
nog open gedeelte van den afsluitdam zou
men een brug kunnen leggen, waaronder dan
d« visch kan doorzwemmen en waardoor de
Zuiderzeesteunwet overbodig wordt.
De heer Bierema constateert, dat de kosten
van de Zuiderzeewerken zijn tegengevallen,
terwijl nu bovendien wel vaststaat, dat de
baten veel geringer zullen zijn dan door de
commissieLovink werd geschat.
De heer Van Dis sluit zich aan bij het
betoog van den heer Duymaer van Twist ten
aanzien van de Nederlandsche schippersbe-
langen bij den aanvoer van materialen voor
de Zuiderzeewerken.
Do heer Smeenk meent, dat het werk van
de Zuiderseedrooglegging moet worden voort
gezet; stopzetting zou zeer oneconomisch zijn,
o.m. door achteruitgang in waarde van werk
tuigen en materialen.
De heer Bongaerts brengt in herinnering,
dat in 1925 is beslotende Wieringermeer
droog te leggen vóór dat de groote afsluitdijk
zou worden gelegd.
We moeten deze werken niet gaan be
schouwen als een private onderneming die
zoo of zooveel procent rente van het er in
gestoken kapitaal moet opbrengen. Men
dient 'te bedenken, dat hier kostbare grond
wordt verkregen tot een oppervlakte van
eenige honderdduizenden H.A.
Minister Reymer antwoordt, dat feitelijk
slechts één lid de onmiddellijke stopzetting
van de droogegging verlangt. Deze stopzet
ting zou dan ook een zeer ernstige schade
beteekenen in de eerste plaats wegens de
schadevergoedingen die zouden moeten wor
den toegekend en voorts wegens den achter
uitgang in waarde van al het materiaal.
Uiteraard maant de tegenwoordige toe
stand tot eenige bijzondere voorzichtigheid
in ieder geval moet echter met den Noord-
Oostelijken polder worden voortgegaan,
waartoe op het oogenblik de voorbereidende
plannen worden gemaakt. Wanneer dan de
ramingen bekend zijn, kan die drooglegging
worden aangevangen.
Wat de voorkeur voor Nederlandsche
schippers betreft, in de contracten voor den
bazaltaanvoer is de bepaling gemaakt, dat
75 van de schippers Nederlanders moeten
zijn. Het ging niet aan, daarvoor de volle 100
te verlangen.
Na de replieken werd de begrooting zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
dracht houdende.
Wel het moeilijkste geval, dat u me tot
dusver hebt voorgelegd, meneer Clusius. Vier
meisjes verdwenen, die een naam dragen,
welke aan duizenden op dit ondermaansche
toebehoort. Muller, Moller, Jensen, Pfeiffer i
Geen van haar heeft een vorig adres opge
geven of van kennissen of familieleden ge
sproken, Voort schijnen het alle vier zooge
naamd algemeen ontwikkelde kinderen te
zyn geweest, dié overigens niet door de for
tuin zijn begunstigd. Direct arm waren zij
echter ook niet, ondanks de armzaligheid
van haar nalatenschap. Dat zij niet heele-
maal zonder middelen waren bewijst het feit,
dat zij allen vooruit betaald hebben en, zoo-
sis elk van de vier hospita's vertelt, hetzij
oorbellen, dan wel mooie ringen, één een
gouden horloge met ketting en een ander
zelfs een met brillanten bezette broche
bezaten.
Welke gevolgtrekking maakt u daaruit
Oppervlakkig beschouwd zou men bij
zondere waarde kunnen hechten aan het feit,
dat die vier meisjes zoo veel dingen gemeen
hebben, maar in werkelijkheid kan juist dat
die primitieve namen, geen familie of
kennissen in Berlijn, niet geheel onbemid
deld en schijnbaar van goeden huize wel
de réden zijn, welke ze tot een gemakkelijk
slachtoffer van een moordenaar maakte.
Begrijp ik niet goed I
't Is toch zeer eenvoudig, meneer Clu
sius De man met het lorgnet heeft zich nu
eenmaal principieel slechts met meisjes, die.
Herstel van het parlementaire stelsel.
De „Standaard" wijdt in eenige artikelen
een beschouwing aan het parlementaire stel
sel, dat lijdt aan verval. Alleen een krachtige
leiding kan leiden tot opheffing van dat ver
val en die leiding kan alleen krachtig zijn,
als zij zelf wortelt in beginselen.
Die actie dient bij ons allereerst uit te
gaan van het kabinet. Het is een veel ver
nomen misverstand, dat de eerste stap ge
daan zou moeten worden door groepen in de
Kamer. Alsof hunnerzijds een boodschap aan
het kabinet zou moeten worden gezonden,
die een marschroute aangaf Er zijn er mis
schien wel, die dit oorbaar en zelfs wensche-
lijk achten. Maar wij behooren daartoe niet.
De trekkracht moet blijven bij het kabinet.
Dit kabinet bestaat uit Ministers, die het
belijden, dat zij het bewind wenschen te voe
ren in overeenstemming met de beginselen,
die beleden worden door de drie groepen der
rechterzijde.
Welnu, laten de ministers die groepen der
rechterzijde dan maar eens op de proef stel
len, aan den tand voelen. Er is genoeg te
doen op dat gebied, al zien we allerminst over
het hoofd, dat sommige bewindslieden thans
in sterke mate in beslag genomen worden
door allerlei zorgen, verband houdende met
den stoffelijken nood van sommige volksgroe
pen.
Drie groepen zijn er, die een meerderheid
vormen. Die drie groepen houden staande,
dat, bij onderling verschil, een gemeenschap
pelijke band niet ontbreekt. Voorts hebben we
ministers, die te zamen een afspiegeling vor
men van deze groepen.
Is het dan, met het somber vooruitzicht
van toenemende denatureering der gezonde
constitutioneel-parlementaire verhoudingen
voor oogen, te veel gevraagd, indien we den
wensch uitdrukken, dat zij, die in de eerste
plaats tot leiden geroepen zijn het kabinet
de aarzeling overwinnen, die tot nog toe
weerhield van stappen, welke tot opklaring
van den parlementairen toestand kunnen lei
den
Het alternatief is niet maar alleen het
langzaam verder uiteengaan van hen, die nog
hechtheid aan het parlementaire stelsel kun-
ken geven, maar het is de voortgaande inzin
king van dat stelsel zelf, tot de starheid van
den dood is ingetreden.
Dat te verhoeden is ook voor een extra
parlementair kabinet een taak, die tot roem
rijke vermelding in de parlementaire anna
len kan leiden.
De verdeeling van den zendtijd.
Het landelijk comité belangen luisteraars
heeft gisterenavond het volgende telegram
aan den minister van waterstaat gezonden
Betreuren ten zeerste programma AVRO
Eersten Kerstdag ter wille van partijpolitiek
S D.A.p. onderbroken te ziengprotesteeren bij
herhaling ernstig tegen verdrijving eenigsten
algemeenen omroep uit den aether voor een
gedeelte van de week. Dringen nogmaals aan
op wijziging zendtijdbesluit, waardoor alge-
meene omroep de geheele week op eigen
zendsysteem gehoord kan worden.
Besmettelijke veeziekten.
Blijkens de in Staatscourant no. 244 opge
nomen staat van de gevallen van besmette
lijke veeziekten in Nederland, geconstateerd
gedurende November 1930, werden aangege
ven 2234 gevallen van mond- en klauwzeer,
w.o. 675 in Friesland, 392 in Gelderland, 312
in Overysel, 222 in Utrecht, 141 in Groningen,
137 in Zuid-Holland, 119 in Noord-Brabant
en 116 in Noord-Holland. Voorts kwamen er
44 gevallen van miltvuur bij vee voor.
Begin November waren 3178 vroeger gecon
stateerde gevallen van mond- en klauwzeer
nog niet geëindigd.
Onze broodprijs.
Hoe komt het toch, vraagt „de Veldbode",
dat de tarwe zoo goedkoop is en de brood
prijs gelijk bleef
Blijkens de door ons gepubliceerde cijfers
van de kosten van het tarwebroo.d in andere
landen, aldus genoemd blad, is dit brood in
Nederland even duur of duurder dan in lan-
hier geen familie hebben, gewone namen
dragen en wat geld en sieraden bezitten,
verloofd, omdat hij bij deze meisjes eener-
zijds op voldoenden buit mocht rekenen,
anderzijds zich veiliger voor ontdekking voel
de, dan wanneer hij met meisjes van Berlijn-
sche families betrekkingen had aangeknoopt.
En wat nu, meneer Krause
De eerstvolgende stappen zullen uw
onderhoorlgen moeten doen, meneer Clusius.
Oproepen in de Berlijnsche, Hamburgsche en
Beiersche bladen naar personen, die iets
naders over de vermisten kunnen meedeelen,
het uitschrijven van hooge belooningen, na
sporingen in Ketzin en omgeving en in
transatlantische passagierslijsten naar Juf
frouw Jensen, die in het voorjaar uit New-
York zou zijn teruggekeerd. In den tijd, die
daarmee verloopt, zal ik zelf nog net een en
ander te doen te hebben. In ieder geval ver
zoek ik u nog vandaar de verslaggevers van
alle bladen bij u te roepen, zoodat ook het
publiek zich voor het geval zal gaan inte
resseeren. Wie weet, misschien volgen er nog
wel meer aanmeldingen van vermissingen of
komen we gewichtige dingen op het spoor.
Natuurlijk direct een bevel tot aanhouding
van den blonden Schüllern, Schullem of
Schindeler met het lorgnet laten uitvaar
digen.
Clusius sprong nerveus van zijn stoel op.
Krause, die geschiedenis zal geweldig
veel stof opwerpen en wee ons, als we er
niet uit weten te komen. Ik moet me weer
eens -geheel op jou verlaten.
stijve spieren
dadelijk wrijven met het eenige middel
dat tot diep in Uw spieren doordringt
en U snel weer lenig maakt: Akker's
„Geen goud
Zoo goed"
den, waarin men den tarwe-teler krachtig be-
schemt. Zwitserland is wel het meest spre
kende voorbeeld van de mogelijkheid de za
ken zóó te regelen, dat de boer voor zyn zelf-
verbouwde tarwe 20 per 100 K.G. ontvangt,
terwijl het broed in de steden over het alge
meen goedkooper is dan in Nederland.
Men heeft ons altijd voorgehouden, dat het
particulier initiatief goedkooper werkt dan
het overheidsbedrijf, maar dit blijkt dan toch,
behalve voor gas, electriciteit en waterleiding,
óók voor de broodfabricage niet in alle geval
len op te gaan Trouwens, wanneer men,
zooals in Zwitserland, een bedrijf, dat een zoo
algemeen gebruikt artikel als brood levert,
wetenschappelijk organiseert, dan kan, ja
moet het goedkqpper kunnen werken dan een
bedrijf, dat alleen georganiseerd is met het
oog op het maken van goede winsten, dus op
het villen van het publiek, zooals het'meel-
en bakkersbedrijf bij ons.
We zijn overtuigd zoo eindigt het blad
dat als de meelhandel zóó doorgaat met
ageeren tegen de boerenbelangen, het hierop
zal uitloopen, dat landbouw-afgevaardigden
in de Tweede Kamer aan de regeering de
vraag zullen stellen, of het in het algemeen
belang niet wenschelijk, ja noodzakelijk is,
óók in Nederland in te voeren het Zwitsersche
systeem, waatMj men van den meelhandel een
overheidsbedrijf maakt. Men kan den bakker
niet alleen tarwemeel leveren, maar tevens
een broodprijs voorschrijven. Zwitserland be
wijst, dat dit systeem uitstekend kan werken.
Wij zien n:et in welke overwegende belangen
er zouden bestaan bij de voortzetting in Ne
derland van een systeem van meelleverantie
en broodbereiding, waarbij de producent van
inlandsche tarwe nog gestroopt wordt boven
dien.
De Iandbouw-medewerker van de „Ned."
voegt hieraan toe, dat in ons land ten op
zichte van den broodprijs zulke ergernisge
vende verschillen bestaan, dat hieraan een
einde dient te komen.
Ons Zeewezen.
Bij de N.V. Uitgevers-maatschappij „Am
sterdam" is het December-nummer van „Ons
Zeewezen" verschenen, officieel orgaan van
cle verseniging „Het Nederlandsch Zeewezen".
Dit nummer opent met het vervolg en slot
van de Reis om de wereld van Olivier- van
Noort in 1598 tot 160i, door J. C. MoÖema,
waarin de vele wederwaardigheden van dezen
reiziger worden verteld op onderhoudende
wijze het doet ons goed in dezen tijd te le
zen waar onze voorouders de grimmige kracht
vandaan haalden cm de Spanjaarden te
overwinnen.
Verder bevat het nummer een artikel over
de eerste Oceaanreus, de stamvader van de
„Bremen" en de „Europa". Dit kolossale
schip de „Great Eastern" werd ongeveer 75
jaar geleden in Engeland gebouwd. Deze
raderboot legde de reis over den Oceaan van
Amerika naar Engeland reeds af in 10 dagen,
wat voo-r dien tijd een buitengewone prestatie
was.
Verdere bijzonderheden en wetenswaardig
heden op scheepvaartgebied vullen dit num
mer.
OPGAVE VAN PERSONEN
die zich in deze gemeente hebben gevestigd
of deze hebben verlaten gedurende de
le helft der maand December 1930.
INGEKOMEN
W. A. Gideonse, electricien, Noordstraat
58, van Rotterdam.
L. van Weijen, electricien, Korenstraat 4,
van Zierikzee.
Selma Cohen als vijfde.
De chef der recherche bleek het met zijn
vermoedens maar al te zeer aan het rechte
eind te hebben gehad. Het opzien, dat de
mededeelingen van de politie over het spoor
loos verdwijnen van vier meisjes baarde, was
enorm.
Het feit, dat men van de meisjes zelf niet
het geringste wist, het mysterie, dat den
blonden man met het lorgnet omhulde, de
mogelijkheid, dat zich nog andere wouwen
onder zijn slachtoffers zouden bevinden, dat
alles werkte zóó opwindend en vormde zóó
het gesprek van den dag, dat de Berlyners
's avonds naar hun bladen grepen om te zien
of er nog iets nieuws met betrekking tot het
geval te smullen zou zijn. De dagbladen de
den op hun beurt al het mogelijke om hot
publiek tot in de détails in te lichten men
concurreerde in schreeuwende opschriften,
men stelde, ieder op zijn eigen wijze, den
geheimzinnigen blonden jongeling als een
blauwbaard, een tweeden Landru, een per-
versen woesteling voor. Edoch, zy stonden
ook de politie zooveel mogelijk ter zijde,
doordat zij hun correspondenten in Ham
burg en Munchen alarmeerden en verslag
gevers naar Ketzin zonden, om daar een on
derzoek in te stellen. In één nacht werd het
vriendelijke, maar cnbeteekenende stadje 'n
wereldvermaarde curiositeitde berichtge
vers beschreven het raadhuis, de markt, de
kerken, de hotels tot in alle bijzonderheden,
alleen van den blonden man en zijn verloof-
H. H. Valk, werktuigkundige, Groenewoud
6, van Gilze-Ryen.
J. Veen, matroos N. L., Beursplein 5, van
Amsterdam.
C. Spuij, kapper, Kasteelstraat 43, van
Hilversum.
M. H. E. Dörslng, verpleegster, Hellebar-
dierstraat 2, van Rotterdam.
L. Provoost, koperslager, Beckerstraat 4,
van Den Haag.
H. Mijnsbergen, plaatwerker, Lampsinsstr.
5, van Oost- en West-Souburg.
A. Olijslager, grondwerker, Vrijdomsweg 48,
van Geulle.
B. Heegers, lichtmatroos, wachtschip, van
Rotterdam.
H. J. Kramer, sergeant-machinist, wacht
schip, van Rotterdam.
H. J. Kramer, sergeant-machinistM. van
Dijk, korporaal-bottelierA. Th. J. Kloos,
A. W. Wuijster, L. P. van Duijn en W. van
Dongen, allen lichtmatroos, Wachtschip, van
Rotterdam.
G. Dikhout en A. C. Keizer van Amster
dam M. G. van Tilburg en J. M. D. Uitde-
willigen, van Roosendaal en Nispen G.
Gysberts, A. Martinus en J. A. Meyer, van
NijmegenA. Hartman, van den Haag G.
van Felius, van Leerdam E. J. de Boer, van
Vlieland J. A. I. Kommers, van Cadzand
J. Maijen, van ArnhemB. Solinger, van
Schiedam T. J. Bezemer, van Den Helder
L. Bouwer, van DelftM. Oiling, Van Mid
delburg P. v. d. Klis, van BodegravenP.
van der Toorren, fan RhedenN. van
Oudenaarde, van Medemblik A. G. Kardijk,
van ZwolleA. L. E. Hoorns, van Wyk aan
Zee en H. Kamphuis, van Eibergen, allen
lichtmatroos, Wachtschip.
C. Verton, timmerman, Geraniumlaan 6,
van Veere.
J. de Roos, rijwielhersteller, Scherminkel-
straat 24, van Breda.
Mej. L. Sonntag, religieuse, Glacisstraat
161, van Rosenholz.
J. J. den Decker, sergeant-kok, Bonedijke-
straat 13, van Ned.-Indië.
J. Hazewold, machinist, Margrietenlaan 29,
van Afrika.
D. N. Versteeg, korporaal-telegrafist, Ka
naalstraat 132, van Oost- en West-Souburg.
P. Weeland, P. L. Beckers, L. Arensman
en B. M. J. Burgers, allen lichtmatroos,
Wachtschip, van Rotterdam.
A. A. de Winter, inspecteur van politie,
Badhuisstraat 56, van Wijk aan Zee en Duin.
C. J. Kruysse, gezagvoerder K.P.M., Bad
huisstraat 70, van Ned.-Indië.
C. Cornelisse, slager, Aagje Dekenstraat
63, van Arnemuiden.
G. Sanderse, bankwerker, Aagje Deken
straat 45, van Oost- en West-Souburg.
F. H. van Kuijk, machinist, Kasteelstraat
88, van Amsterdam.
F. Hoefnagel, visscher, Baljuwstraat 20,
van Velsen.
J. Leinse, slager, Hendrikstraat 40, van
Koudekerke.
J. K. Biesma, marconist, Kasteelstraat 34,
'Van AniStérdanl.
C. J. de Nooijer, werkman, Sottegemstraat
84, van Amsterdam.
VERTROKKEN
S. W. Anema, Hr. Ms. „Brinio", naar Oost
en West-Souburg
J. de Hamer, Hendrikstraat 40, naar Kou
dekerke.
W. K. Kuiler, Boulevard de Ruyter 62, naar
Den Helder.
Mej. D. Wattel, Kasteelstraat 9, naar Goes.
J. F. Way, Sottegemstraat 84, naar Rotter
dam.
A. M. Bogaerte-van Waeyenberg, Walstraat
30, naar Oost- en West-Souburg.
K. Zuidema, Nijverheidstraat 6, naar Vel
sen.
C. Weststrate, Lange Zelke 5, naar IJzen-
dyke.
A. Cremers, W. Rietbergen, C. Broodman,
J. C. Pegtel, J. P. Houterman, M. Breel, J. L.
Blok, J. Th. Füzer, F. J. Phekker, P. Griep
en P. J. Kooij, allen Wachtschip, naar den
Helder.
Mej. Th. A. Kuilman, Bakkersdorplaan 1,
naar Rotterdam.
A. N. Meyer, Coosje Buskenstraat 29, naar
Harlingen.
H. H. van Dierendonck, Verkuyi Quakke-
laarstraat 58, naar Ned.-Indië.
Mej. K. Hotte, Glacisstraat 161, naar War
mond.
den wisten zij niets te melden. Wel is waar
was in den loop der laatste weken in hotel
Zum Lowen of Bismarck hier een daar een
paartje afgestapt, dat de belangstelling van
de brave Ketzfners had ogewektwel is
waar zouden de bekende theetantes in Ketzin
eens een vreemd meisje met een blonden
heer hebben gezien, welke laatste bepaald
iets gemeens aan zich had gehad, maar by
nader onderzoek kwam dan steeds aan het
licht, dat een al te rijke fantasie haar par
ten had gespeeld.
Ook de politie zat niet stil. Ze speurde in
Hamburg en in alle Beiersche plaatsen, zy
bladerde tientallen passagierslijsten van
Oceaanstoomers door, loofde enorme beloo
ningen uit, liet haar beste detectives verge
zeld van schitterend gedresseerde politiehon
den de gansche omgeving van Ketzin, de
oevers van den Havel, de bosschen en de
rivier zelf doorzoeken alles tevergeefs
Niemand meldde zich, die een van de meis
jes had gekend nergens werd een spoor
gevonden'; men tastte volkomen in het
duister.
Wat er wel gebeurde, was, dat de vier
verdwyningen nog door een vyfde werden
gevolgd. Enkele dagen na het verschijnen
der eerste courantenberichten liet zich by
dr. Clusius een zekere mevrouw Rosenbaum
aandienen, die in de omgeving van de Mol-
lendorfplatz woonde en kamers verhuurde.
(Wordt vervolgd.)