R r liilane'.fifwa F. VAH Dl Aangesloten EERSTE „Toch stonden die strikjes lief en vrouwe lijk," interrumpeerde mama, waarop het dochtertje het uitproestte en terwijl zij haar lange zijden-kousebeenen over elkaar slinger de en gezelligjes een sigaret opstak, becriti- seerde ze de pofmouwen, de hooge boorden en de tot den grond reikende rokken van mama en de tantes. „Om je een knal te lachen proestte ze. „Ik wil wedden, dat die heele kleerengeschie- denis vijf of zes kilo's woog En kijk eens een, twee, drie, vijf, zeven strikjes aan één japon En nu reken ik nog niet eens den achterkant, waar ook wel de noodige tier- lantijntjes zullen gezeten hebben. Wat een tijd Wat een idiote, onzakelijke tijd En ditzelfde meisje zit nu, een half jaar later, bij haar modiste en bekijkt de aller nieuwste Fransche modebladen, waarin ze verscheidene japonnen ziet met vier, vijf, zes strikjes „Le dernier crizegt het modistetje. „De mede wordt meer en meer vrouwelijk. De Parisicnne wil licht en luchtig gekleed gaan, maar van de zakelijk strakke lijnen heeft zij meer dan genoeg Waarlijk, strikjes zijn weer in de mode ge komen. De grootmama's en de mama's met volwassen dochters glimlachen. „Onze tijd was nog zoo belachelijk nietzeggen zij. Als sierlijke, dartele vlindertjes prijken de strikjes op blouses en japonnetjes. Soms be staan ze alleen maar uit een paar lussen, die door een lipje in de stof van het kleeding- stuk zijn geschoven soms ook vormen ze met het kleedingstuk één geheel. De hals uitsnijding en de mouwtjes eindigen bijvoor beeld in lange slippen. Deze slippen worden samengestrikt of geknoopt en dienen dan tevens tot sluiting. Zelfs op de hoedjes en mutsen ontbreken de kwieke strikjes niet. Op die manier kan het nog romantisch worden. Nu bijna iedereen kort geknipte haren draagt, valt er voor galante ridders niets meer van geniepig uit stekende boomtakken los te maken. Nu sier lijke hoedjes met lange lussen aan het topje van een mutsje wapperen, zal het binnen kort wel anders zijn. Weet u, dat Weet u, dat schroeivlekken dadelijk ver dwijnen als ze met een doormidden gesneden ui gewreven worden Weet u, dat kaarsen niet zullen afdruipen als de buitenkant werdt bestreken met blanke vernis w Weet u, dat vloerkleeden en loopers niet zullen omkrullen als de randen aan den on derkant worden bestreken met Arabische gom Weet u, dat roede kool een veel zachteren smaak krijgt als u er bij het koken, inplaats van azijn wat citroensap aan toevoegt Vleeschbroodjes Tomatensoep K :'cpjes - andijvie - aardappelen Appelmoes. Vleeschbroodjes. Benoodigd.4 kleine ronde of langwerpige broodjes, 100 gram vleesch (restanten of an ders het vleesch uit de soep), 1 d.L. melk, 1 schrale eetlepel bloem, 2 afgestreken eet lepels boter, wat peper, zout, nootmuskaat, y2 theelepeltje Maggi's Aroma, 1 eetlepel fijngehakte peterselie. Bereiding Snijd voorzichtig van de brood jes het bovenste kapje af en hol het onderste gedeelte uit. Bestrijk dan het inwendige van het broodje en het dekseltje met een ge- gedeelte van de gesmolten boter. Verwarm roerende de helft van de nog overgehouden boter met de bloem tot een gelijk papje. Voer daarbij langzamerhand de warme melk en laat het mengsel even door koken tot een goed gebonden sausje. Roer er het vleesch door en maak het mengsel af met de Maggi's Aroma, de peterselie, het zout, de peper en de nootmuskaat. Breng het vulsel over in de uitgeholde broodjes, leg er de dekseltjes op en bestrijk dan den geheelen buitenkant der broodjes met de rest van de gesmolten boter. Zet de broodjes op een bakblik in een vrij warmen oven en laat ze daarin knappend worden (ongeveer 20 minuten). Schik ze op een schaaltje, waarover eerst een vingerdoekje is gevouwen. Mevr. Van V. te VI. Een patroon voor een gebreid jongenspak verschijnt binnen eenigen tijd. Een recept voor een smake- lijken vischschotel is het volgendeMaak 2 poonen of zeehanen schoon. Wrijf ze in met wat peper en zout en wentel ze door bloem Bak ze in 1 d.L. Delftsche slaolie of l1/, blokje Delfrite rondom mooi bruin en breng ze dan over in een vuurvasten schotel. Fruit ia het overgebleven vet een fijngehakt uitje lichtbruin. Voeg er 4 d.L. bouillon bij (bijv. van water met 2 Maggi's blokjes) en een paar takjes peterselie. Laat het mengsel een oogenblik zachtjes doorkoken. Giet dan de saus door een zeef over de visch, zet den schotel (liefst met een deksel of een gebo terd papier er over) in den oven en laat de visch nog ongeveer 20 minuten zachtjes gaar stoven. Klop een ei, meng er een paar lepels van het sausje uit den schotel door en roer het mengsel voorzichtig door d» vloeistof, die bij de visch is achtergebleven. Dien de visch in den schotel voor, versierd met een paar takjes frissche peterselie. Presenteer er bijv. gesmoorde aardappels bij. VOOR HET KIND De muziektasch. Een avontuurlijke ontmaskering. „Piet, wil je even een boodschap doen vroeg moeder. Geen antwoord. „Pietzei moeder een beetje luider. „Hè, waarom nou kregelde Piet, „Laat Nelly het doenHij bewees meteen, dat hij moeder best gehoord had. „Nslly is niet thuis, dat weet je toch wel." „Neen, natuurlijk is Nelly weer niet thuis. Als er boodschappen gedaan moeten worden, is Nelly toevallig nooit thuis." „De bokkepruik op, Piet „Wat voer een pruik zeurde Piet en hij voelde warempel eens aan zijn hoofd. Hij wist niet zoo gauw wat moeder bedoelde. Toen hij zijn vergissing bemerkte en moeder hoorde lachen, werd hij nog boozer. „Dat ge zanik snauwde hij, „Ik lijk wel zoo'n bood schappenjongen „Hè vent, wat overdrijf je zei moeder er kalm tegen in. „Er gaan dagen voorbij, waar in je géén boodschappen doet. En vind je het nu heusch zóó erg om eens een enkelen keer iets te doen, waarin je eigenlijk heelemaal geen zin hebt Geloof me jongetje, dat moeten zooveel menschen. Denk je nu heusch, dat alle moeders er altijd zin. in heb ben om de gescheurde Iwezelaars en broeken van haar bengels te naaien en hun kousen, met gaten als een vuist, te stoppen Even was het stil. Toen vroeg Piet, hoewel nog met een norschen klank in zijn stem „Wat moet ik dan doen „Goed zoo," prees moeder. „Zoo mag ik het liever hooren. De groentsnman heeft me vandaag een mandje peren en appels ge bracht en daar vil ik omoe en grootvader wat van geven. Wil jij het even brengen Ik geloof, dat je ze het best in het bood schap? ennet kan dr? gen." „Hè jakkes mopperde Piet al weer. „Dan ziet iedereen direct, dat ik met appels en peren sjouw „Maar vent, dat hindert toch niet „O neen Nou, 't is nogal wat lekkers Iedereen ziet je aan voor een piepklein joggie „En je bent al zoo'n reuzebaas, hè plaagde moeder. „Maar wat wil je dan Va der heeft zijn citybag mee naar kantoor." „Ik kan Nelly's tasch best even gebruiken. „Nelly's tasch Welke dan „Die ze altijd meeneemt als ze naar zang les gaat." „Haar muziektasch?" Moeder dacht even na. Toen zuchtte ze licht en eindelijk zei ze „Nu, vooruit dan maar. Maar denk er om, Piet, dat je er niet wild mee bent, hoor I" „Ik hoepel er toch niet mee," zei Piet brutaal. „Ligt de tasch op haar kamertje „Ja, en leg de muziek, die er in zit, maar op haar tafel." Even later had moeder de appels en peren in de tasch gepakt. „Deze reus van een peer kan er niet meer in. Dien mag jy oppeuze len." „Moet ik niets tegen omoe en grootvader zeggen „Neen, alleen de groeten en dat ik van. de week nog wel eens kom." „Nou, dan ga ik maar. Dag „Dag vent. Opletten met oversteken, hoor." Daar ging Piet, zijn neus in den wind. HU voelde zich altijd erg, maar nu nog een beetje meer, omdat hij een muziektasch droeg. Dat er appels en peren inzaten, dat wist geen mensch. Misschien^ hielden ze hem wel voor een jongen, die naar zangles ging. Want dat het een muziektasch was, dat kon iedereen, die een beetje Engelsch kende, zien. Op den overslag van de tasch stond namelUk in zilveren letters het woord „Music", wat „Muziek" beteekende. Nu, en wie geen En gelsch kende, las er toch wel „Muziek" uit. Zooveel verschilden de woorden niet. He, wat keek die meneer Die dacht mis schien wel, dat hij naar vioolles ging. Of neen, dan moest hij ook een viool bü zich hebben. Och, beslist noodzakely'k was dat niet. De vioolleeraar kon best een viool bij zich thuis hebben, uitsluitend voor zijn leerlingen. Dat spaarde gesjouw en daardoor meteen het in strument. Misschien ook hielden ze hem wel voor een jongen, die naar pianoles ging. Maar pianoles .was niet zoo leuk. O jakkes neen, pianoles had hU zelf thuis. Iedere week, zonder uit zondering, hoor C, d, e, f, g, a, b, c c, b, a, g, f, e, d, cHij vond het een melig gedoe. Als hij nu maar eerst zoo ver was, dat hij liedjes mocht tingelen, maar de juffrouw zei, dat ze daar nog lang niet aan toe waren en dat ze eerst nog heel wat vingeroefeningen moesten afwerken. De menschen zouden hem ook kunnen hou den voor een fluitist en dan zouden ze na tuurlijk denken, dat zijn fluit in de tasch zat. Maar „Hé, daar heb je PietZoo Piet, zie je ons niet Dat rijmt, hè Piet stond opeens voor twee jongens van zijn school. HU was op die ontmoeting eigen- lUk heelemaal niet gesteld, want Jaap en Wim hielden dolveel van plagen. Ze plaagden niet gemeen, hoor, al vond Piet van wel. Ze deden het altUd alleen maar om een beetje plezier te maken. „Waar moet je naar toe vroeg Jaap. „Naar waar ik nog niet ben," .zei -Piet snibbig. „Wat is dat riep Wim, „Muziek Loop jU met een muziektasch „Gaat het je wat aan snauwde Piet, maar toch gestreeld omdat de tasch was op gemerkt. „Moet je dan naar muziekles -informeer de Jaap. „Waarom zou ik anders met zoo'n ding 'loopen, hè zei Piet, den nadruk leggend op .kling" Ze moesten vooral denken, dat hU Iret zelf heel gewoon vond. „Daar heb je nooit wat van gezegd," zei Wim. „O, is dat noodig Moet ik jullie alles aan l^je neus hangen „Wat voor les heb je dan Pianoles „Pianoles heb ik 'natuurlijk thuis." „Nou, wat voor les dan „Jij bent ook niet nieuwsgierig." „Jö, ik wil het niet eens meer weten. MU een zorg waar jU les in krijgtWat mij be treft leer je op een doedelzak spelen kwam Wim geraakt. „Die is goed, zeg lachte Jaap. „Ik hoor hem alNeen maar Piet, alle gekheid op de punt van een wandelstok, naar welke mu ziekles ga je dan „Naar vioolles," zei Piet en hU trok er een waardig gezicht bU. Iemand, die viool kon Spelen, was toch ook maar niet de eerste de beste. „Zeg, is 't warempel Speel jU viool riep Paap. „En waar is dan je viool informeerde Wim achterdochtig. „Thuis „Thuis O krijg je dan les op je vijf vin gers Piet keek Wim uit de hoogte aan. „Méneer heeft natuurlijk vopr zijn leerlingen een viool bU hem thuis," fantaseerde hij. „Zoo, zoo," spotte Wim. „En wanneer krijgen wij je eens te hooren „Och zanik niet. Vooruit, laat me door." „Neen jongetje, eerst zeggen wanneer je ons komt voor-fiedelen." „Laat je me er doorschreeuwde Piet boes. Maar Wim bleef voor hem staan en Jaap sprong om hem heen, terwyl hij zong „Hier is Piet, de violist, Die steeds al zUn snaren mist „Als jullie nou toch niet weggaan tierde Piet en hij zwaaide met zijn muziektasch. „Niet vóór je ons zegt wanneer je ons kemt voorspelen." „En niet vóór je ons zegt waar die viool leeraar woontzei Jaap, die er een beetje aan begon te twy'felen of Piet wel waarheid had gesproken. Dit maakte Piet zóó razend, dat hij zijn tasch ophief en....... een regen van appels en peren over de jongens liet neerdalen. Deze waren het eerste oogenblik zóó verbluft, dat ze beurtelings Piet, de tasch en de vruchten met open mond aangaapten. Maar even later brulden ze het uit. v „Neen," maar die is èenig schaterden ze. „Wat een moeilijke,, muziek is datPiet, kun je die wel spelen En Piet O, Piet zou wel door de straat gillen zinken van schaamte. Met een kleur als vuur raapte hij dé appels en peren op en borg ze weer in de ongelukstasch. Opeens schoot hem iets te binnen. „Heb ben jullie je eens leelUk laten foppen zei hij, zoo gewoon mogelijk. „Ja, nu wil je het goed praten, hè zei Wim. „Wat moet dat „Aanpakken," beduidde Piet. „En jij ook, Jaap Hij hield ze ieder een appel vopr. Jaap keek hem eens strak aan. „Wees maar niet bang, dat we het aan de andere jongens zul len vertellen, hoorzei hU eerlUk. „Zoo gemeen zijn wij niet." Piet kleurde, want hu had met den appel werkelijk de stilzwijgendheid van Jaap en Wil willen inroepen. „Goed," zei hU- „Neem hem toch maar. En nu ga ik er van door." „Nou b'sjoer," zei Wim, tamelUk vriend schappelijk. Jaap bromde maar wat. t Klonk toch niet kwaad. Maar met dat al was Piet gerust en hU kwam eigenlijk heelemaal overstuur bij omoe aan. Deze vroeg hem dadelijk wat er was en Piet was blij zijn hart en angst eens even te kunnen luchten. „Jongetje, jongetje," zei omoe zacht, „zoo zie je eens waar al die trots toe leidt. Ga jij maar liever recht door zee en wil nooit méér toonen dan je in werkelijkheid bent. Dé.t mag je trots zUn. Gelukkig zijn Jaap en Wim ronde jongens en zullen er wellicht niet aan denken het op school rond te vertellen. Maar stel je eens voor, dat je andere jongens had ontmoet, die het wèl zouden doen Piet huiverde bij het denken aan de moge lijke gevolgen. Wat zou iedereen hem ge plaagd hebben. Wat zou hij het op school en ook daarbuiten naar hebben gehad „Ik ken voortaan alleen maar dien anderen trots, omoe, dien trots om niet méér te wil len schy'nen dan ik in werkelijkheid ben," zei Piet en het klonk als een belofte. En toen gaf omoe haar kleinzoon een zoen en sprak„Dan zal ik trotsch op jou zyn I" Als 't avond is. Het maantje: Kleine Jantje, o wat zie ik, O wat heb je weer gedaan Al je spoortjes en je blokken Heb je maar weer laten staan. Jantje Maantje, 'k héb er o zoo'n spijt v Toe, vergeef het me maar weer. Heusch, ik wil je vast beloven 't Is de allerlaatste keer Voo taan heb ik 's avonds alles Naar mUn kastje toegebracht. maantje Nu, dat is een goed besluit, hoor. Flink zoo ventje. Goeden nacht I 't Heerlijk avondje is gekomen Knikkeren is een geliefd spelletje, zoowel voor meisjes als voor jongens. Nu het net knikkertijd is, zie je heel wat uitpuilende mantel- en broekzakken. Stel je voor, laatst vertelde een jongen me, dat toen hij op school zy'n zakdoek uit zijn zak trok, er meteen een stuk of tien knikkers naar buiten sprongen en kletterend op den grond terecht kwamen. Het gevolg was natuurlUk een booze onderwijzer, een verstoorde les en een portie strafregels voor mijn vriendje. „Ja maar jongetje," zei ik, „knikkers moet je ook maar niet zoo los in je jas of je broek dra gen. Je moet ze in een linnen zakje bewa- ren En teen ik merite, dat hy' zoo'n zakje niet bezat, heb ik er een voor hem gemaakt. KUk, het ziet er uit, zooals je op de teekening ziet. Ik had toevallig een gebloemd lapje katoen in myn handwerkmandje, 12 c.M. breed en 25 c.M. lang. Ik vouwde het één keer dubbel, naaide met een dubbel naadje de zU kanten dicht en zoomde de opening van het zakje netjes om. In den zoom legde ik twee stiksels, ongeveer 1 c.M. van elkaar ver wijderd. In deze tusschenruimte reeg ik een koordje, waarmee het zakje open en dicht getrokken kon worden. Heb je soms een broertje of zusje, een neef je of nichtje, dat ook de knikkers zoo maar los bij zich draagt Maak er dan ook een zakje voor. Je weet nu, hoe het gemaakt moet worden en je kunt er zeker van zy'n, dat hij of zU er blU mee is. Wat is dat nu Een poppenwieg Goed geraden. Een poppenwieg, waarmee je een klein zusje of een nichtje met Sint Nicolaas kunt verrassen. Kom, kom, kijk niet zoo ernstig. Het is heusch niet zoo moeilUk te maken. Als je onder een leeg sigaren kistje, dat je eerst goed hebt schoongeboend, op eiken hoek een leeg garenklosje lijmt, ben je al een heel eind op streek. Neen, dan ben je eigenlijk al haast klaar. Wat je dan alleen nog maar hebt te doen is van het deksel twee smalle latjes te zagen. Het eene lijm of spUker je dwars aan hét andere en het ge heel lijm,je tegen^den smallen wand van het wiegje, precies in het midden. Waar deze stellage voor is Om er een gordijntje over te hangen, dat moeder of groote zus mis schien wel wil maken. Als je nu nog een dubbeltje rijk bent, koop je bij den drogist een busje witte lak, waar mee je het wiegje helderwit schildert. Je zult eens zien hoe aardig het er dan uitzien. Ons leuk Raadselhoekje. Daar komt een heele bezending pluimen aan om deze op de hoeden te steken van de kinderen, die 5 goede oplossingen hebben in gestuurd. Wie er zoo fraai worden uitgedost Luister maar. Het zynGreet PostTina van Akkeren Toos SohierDina Quite Mien Stroo Ko Dommisse Bram van der Hof Jopie Wielemaker W. Pereboom Christien SupplyLouis SupplyEmiel Supply Marie de Visser Janny de Bruyne; Sjaan Wielemaker Greet van der Peijl Anna LagendUk Lieven Minderhoud Mina Kopmels Zangertje (heeft zU geen andere naam Johan VermeulenAli van der Vies Mies Smits Gientje Bieker Jo Poppe. Hoe vind je dat? Geen enkel kind, dat een foutje heeft gemaakt. De oplossingen zUn 1. Kip of haan. 2. De pot verwUt den ketel, dc.t h'j -'wart ziet. 3. Geduld overwint alles. 4. Berk-wilg-eik-den-iep. 5. De neus van ee i schoen. Wie stuurt de oplossingen in van de nieu we raadsels ZU moeten weer ..iterlUk Dins dagavond aan het bureau van de krant zijn Op de enveloppe of het netjes dichtgevouwe; briefje moet staan Aan ons leuk Raadsp! irkje, de Vlissingsche Courant te Vlissinger 1. Met welken mond <can men niet eter '2. Verborgen plaatsen Jo stuurt twee grieven. Lo één brief Frits is wilder van karakter jan George. Johan en Henk huizen zoolang in de keuken. Els, ga meteen naar den kapper, want i haren zUn veel te lang. 3. X--. is een lichaamsdeel. X... zit in de kachel. X... is een meisjesnaam. X... groeit langs de sloot. X... is niet kort. X... is een watervogel. X... is een groote waterplas. Op de kruisjeslUn komt, van boven n beneden gelezen, de naam van een stad ons land. (Alle raadsels zU'n ingezonden d Greet Post.) 4. Vul dit figuur zoo in, dat van links n rechts en van boven naar beneden deze: woorden komen. In de eerste ry een familie I No. 2 lid in de tweede iets waarmee we schrijven- in de derde een meisjesnaam.- (Ingezonden door Mies Sn 5. Wat staat hier [abonnementsprijs Franco door het geheelej elanden bij wekelijks(| jrje abonné's in t bezit Polis, zijn GRATIS v| L,() tegen ongelukken i Ipit nummer bestad (Ingezonden door Babj Ons gezellig Brievenhoekje Vergeet-my-nietje. - Is het dan een bruto. I pop Dan vind ik geel en oranje of geel korenblauw erg lief. Je mag wel erg dl wol nemen, want het poppenkind, dat i de Indische warmte gewend is. heeft het to I ons land natuuriyk voortdurend koud Vertol I je eens wat het wordt Springertje. Is er niets by de Sint Nico. I laas-voorbeelden, die nu iedere week in 1 kinderhoekje staan Zoo'n Iepelvaasje l»t I me wel aardig en nuttig. Zoo'n stofdoeken. of brievenzakje ook. Je bent heel wat plan, hoor Is je spaarpot zoo goed gevuld 11 Borduurstertje. dan zou ik den I maar om nieuw postpapier vragen. Dat is een I nuttig geschenkje, dat de goede vast graag geeft. Pratertje. - Wat een beelderig papfe I *t Is net een echt gepltsseerd strookje, hêll Heb je Gicheltje alles geschreven van het I bezoek aan grootmoe Zangertje. Neen, dat boek heb lk nota I gelezen. Waar gaat het over Je bent n» I een boffertje Ben je altyd zoo gelukkig 1 verlotingen Zonnebloem. Harteiyk welkom Wat z het nu zonnig worden in ons Raadselhoekje, I Want een zonnebloem is net een stralende I zon. Heb je dat wel eens opgezet? Zonneschijn. Van harte welkom! Maarl ik ben geen meneer, hoor 1 Blondje. Harteiyk welkom 1 Heb je wer- kelnk blonde haren? Dan komt dit aardig» I schuilnaampje net van pas. Teekenaresje. Van harte welkom I It I kan best begrypen, dat je een kraan in tee kenen bent. Je schryft zoo keurig. Keung I handschrift verraadt gewooniyk aanleg - teekenen. Stuur eens een krabbeltje in, vind ik zoo prettig. Goudhaartje. - ja, ik heb ook een kaait I van Gicheltje gekregen. Wat heeft ze om ons gedacht, hè Ik heb haar een briefje I teruggestuurd, want gelukkig heeft ze haar adres vermeld. Dus jij bent uit logeeren ge- weestEerst bij grootmoe, daarna by tante! o, o, wat een uitgaanstertje Breistertje. Dat is een goede keus. B I denk wel, dat de Sint je wensch verhoorea zal. Maar als je een doos postpapier krijgt, moet je er erg zuinig mee zyn, hora-, en t I papier niet gebruiken voor kladjes. Jan Klaassen. Harteiyk welkom I Alle begin is moeilijk, maar ais Je altyd je 1 doet met schryven, zul je eens zien hoe moo! I het wordt en hoe gemakkeiyk het je op den duur afgaat. De Tuinman. Als het nu heel hard vrie zen gaat, moet jé den grond maar afdekken met stroo, anders hebben de ranonkeltjes te veel te lijden. Ja, ik houd erg veel van bloe men. De tuin Is nu leeg, maar binnen In de kamer heb ik mooie bloeiende planten. Haakstertje. Nu, misschien blyven er van de kleedjes en kussens nog wat kluwtjes over, die je voor mutsjes en dasjes voor de pop mag gebruiken. Vraag het moes maar. Ik denk wel, dat ze „Ja zegt. Billie. Van harte welkom 1 Poppenmoedertje. - Harteiyk welkom) vertel Je me ook eens iets van je kindertjes? ik houd zooveel van poppen en poppenge- schiedenissen. Duinviooltje. - ik kyk al vol verlangen naar de volgende week uit. Jammer, dat Je kranten kwyt bent of heb je de hand werkjes en knutselarytjes er al uitgeknipt? Huishoudstertje. ja, Naaistertje nebben we al. Ze doet wel niet Iedere week mee, maar we houden haar plaatsje toch open. Maar Zonnebloem vind lk ook lief. Sé, t doet zoo denken aan de zon. Lezeresje. We konden Je dus wel Borst- Plaatje noemen I O. o, wat een zoetertje ben JU. Heelemaal niet erg, hoor! Ik houd oofc veel van borstplaat, vooral van chocola- en offie-borstplaat. Mag je ze zelf wel eens van moeder maken Je bent al zoo groot, K denk dat je het best kan. Roodkapje. Die arme Theo Wat scheelt iem? Houd hem maar gezellig gezelschap •'-i lees hem wat voor, dat zal hU wel prettig nden. VLISSINGENj Kunst naar 3 „Be O Een ouderwetsche avo: gfe:r en.... met oudei ling. Ja lezer, 't is heuse toen wU binnen traden, ilink uitgewreven, omdat cinatie dachten. Doch ner gelijkheid. En dan nog o regen pypesteelde uit de certgebouw de uitgaande botvierde. Een volle zaal op te worden. De verse] aanmerking genomen Kracht" zich alzoo vleii wel de opr-schte sympatl ceelachtig te zijn. Laat spoorslag zy'n met alle als ernstige dilettanten beoefenen. Verdient d,e vereeni; lOngetwyfeld, want zij is ■programma's zoo varieen mogelijk te maken. Wé Irpijslijst van Zaterdag te Lmijnheer en mevrouw liuurlijk een echt kolfje lóie „eten zich vol en vet' M te slaan", maar in 't (ruim elf uur een veel te afwerking van het tb beginnen, wat uit een „Bekentenissen", een dolle een-acter „Het le- paar" bestond. In „den begon men ongeveer op in orde brengen van Indien men een volgend' rekening mede houdt, dit verslag nog meer de Terdege gevoelen wU de reen club met vele leden planken komen wil eenige opofferingsgezinj I recht wedervaren en i< Een bonte reeks cab de pauze. Enkele kr j stemmlddelen beschikkei veel succes. Toch rade: meer aandacht aan h' den, daar deze werkelij' was. „Goed gesproken is tog immer ook hier Diverse stemmingen ernstige zUde van het I I to „Als ik naar je b. I liefde werd vanzelf nietj Je bent myn schat" en meisjes" en aan de coi dans werd in „Mag ik' &ngo dansen een p dance-girls waren leuk i „Showdance". Met lie dienstelijk werk geleverd gen vermogen nog rh I Êracleuser te worden. D Ealondans, de Menuet 1 hni) al mag het in sty' tevreden zUn over de wi langzamen, statigen.afgi Kranschen dans uit d- XIV heeft uitgevoerd. C der niet genoemde nur ring, opsomming van t Toch willen we nog eve Eeri op „Helden der ze maar al te zeer weet ij visschers te worstelen t dere malen als slachtoi hun pogingen om ons banket te verschaffen, ^erkers, die den naam houdenMedelUden en öer nagelaten betrekkiii f«tel van de Hollanj «fêffend voorbeeld gaf daad duur betaald ons nog eenige Kees de RuUter, den e tn de eerste plaa' schillende décors wist Jen met een gijntje, eei behoort steeds tot de fc den avond. Ook nu - „De minister op bezoe] evenals het melodie ^^arbij ook de typeerb was. De huiskapel onder harles Haaze voerd<

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1930 | | pagina 12