Voor ile Vrouw on bet Kind
VIERDE BLAD
BRIEVEN UIT BELGIE
Ï-RUBRIEK
I.
icht
•t,
Ir.
lg
sten
.15
20 October.
8.00 Vara. Gran*
Morgenwijding V.P.rJ
door Joh. Molenas
septet. 11.30 Conce»
orkest. 2.15 Orgels
leest uit eigen we]
en viool. 4.30 KiJ
Concert, orkest, maM
-. Santcroos Brand]
concert. 7.30 H. J, j]
van waren. 8.00
r den Algemeenen borj
bakkers- en chocola^
Concert, Noord
door het Utrechts.
3ouwmeester, voordrach'L
11.0012.00 Gramofoonl
8.15—9.30 N.C.R.V. GrJ
-11.00 Korte ziekendienj]
an Chr. lectuur. 11.30,
en. 12.30—1.30 OrgelcoJ
vergadering ter gelegen]
bestaan der vrije
en rede van prof. i
6.30 Solistenconcert,
.30—7.00 W. J. v. Schel
7.00 Dr. P. StegengaJ
rsus. 8.00 Kerkavond j
Herst. Evang. Luth. g(
n orgel. Rede van dr|
dr. C. J. de Vrijer.
-11.30 Concert. FanfaJ
van de
i:
10.35 Morgenwijding,]
)rgelspel, cello. 1.35 Or-|
ichten. 2.30 Uitzending!
ansmuziek. 4.35 Concert!
inderuurtje. 6.20 Lezing, i
Soersen. 7.00 Liederen,
ing. 8.05 Vaudeville.
sen. 9.40 Lezing. lO.QOl
ton, piano. 11.20—12.201
s", 1725 M. 12.50—2,201
.05 Orkestconcert. 8.201
solistenconcert, kwartet]
6.20—7.20, 9.35—10.151
aten. 12.25—1.50 Orkest-1
ramofoonplaten. 7.20-1
Intermezzo. 8.208.551
erk van Hermann Erd-|
.20 Dansmuziek.
I. 11.20—1.20 Orkest-1
Orkestconcerti en voor-I
rkestconcert. 7.50—8.501
509.20 Piano-recital I
)uo. 9.40—10.20 Orkest-1
5.20 Trio-concert. 6.501
orkest, zang, fluit, m
'HIP OP RAILS.
;n zijn altyd sceptisch
is ook goed, want de
ten staan de practische
den weg als de critiek-
geleden werd er veel
aan het sensationeele
dat beoogde den af-
die in rechte lijn ge-
in twee uur af te leg-
r een stalen zweefbaan
e wagens zouden han-
toegepast bij de zweef-
nen en was een uitvin-
r Langen. Maar in het
vordt een nieuwe wijze
>rgesteld, nl. door pro-
ïtschepen. Hierdoor zou
heid bereikt kunnen
360 K.M. per uur. Als
.ende voor den afstand
nen nog op vijf of zes
er om de volgende re-
aig heeft r'e propeller
verrichten. Ten eerste
omhoog brengen, ten
'ewicht van het vlieg-
evende houden en ten
egtuig vooruit brengen
er lucht in. Het groot-
ie wordt nu verbruikt
ïoog te neffen en in
en dit is niet meer
aan. Dan kan dus de
len propeller gebruikt
>eweging.
weefbaan is tot nu toe
leele redenen en de
;stand van tegenwoor-
niet vreemd aan zijn.
rstgevend bedrijf kun-
men het plan uitvoert
kant de baan door te
aan den Berlijnschen
.menloop is, dat kort-
-e Milngarie by Glas-
zweefbaan over de
by het ontwerp-Kru-
rig is uitgevoerd. Het
ig zfjn echter van den
George Bennie. Zijn
.zins denken aan een
een ijzeren geraamte
lijdt over een andere
e rail, de eigenlijke
tegelijk den stroom,
voor het draalen van
Men moet op deze
550 K.M. per uur kun-
r het dagelijkse^ ge-
snej gaan over een
'och is de practische
1 en bij een langere
hien ook wel moeite
ere snelheid dan 250
i.
n de Duitsche baan
2 de Schotsche baan
.tractie rekening ge-
nelheid, die men be-
Zaterdag tB October 1930. No. 246.
VAN AMSTEL EN IJ
De strijd tegen toenemend paupe
risme. Bijna 2 millioen voor ar
menzorg. De gemeenten mobilisee-
ren zich. Nieuwe industrieën.
Het belangrijk bedrijf der turfgraverij.
In het poldergebied. Fascisti
sche actie.
Het is met de toetreding tot de indertijd
opgerichte naamlooze vennootschap voor ont
ginningen, uitgaande van Noord-Hollandsche
gemeenten, niet zoo voorspoedig gqfeaan als
men te Amsterdam wel gewenscht had
Sl,echts zeer geleidelijk sluiten groote en
kleine gemeenten zich aan en hoewel ook
porvinciale staten zich financieel voor de
onderneming interesseeren, blijkt dit nog niet
voldoende om de algemeens belangstelling in
Noord-Holland te wekken.
Dr. Vos zou hierin weder een welkom ar
gument zien voor een spoedige ingrijpende
verbetering der Armenwet en dat zeker
niet ten onrechte.
In de laatste jaren toch is de trek naar Am
sterdam uit de kleine Noord-Hollandsche
gemeenten onrustbarend toegenomen. Deze
kleine gemeenten zijn financieel meestal niet
in staat armen en werkloozen behoorlijk te
ondersteunen en het gevolg hiervan is, dat
de armlastigen, ten einde raad, naar dc
hoofdstad trekken, waar een goed georgani
seerde steunregeling bestaat, terwijl boven
dien nog verschillende liefdadigheidsvereni
gingen in het belang der gezinnen werkzaam
zijn.
Voorts heeft men hier schoolvoeding en
kan, zoo noodig, aan schoolkinderen ook gra
tis kleeding en schoeisel worden verstrekt.
Voor de ouderen zijn er de goedkoope maal
tijden in de schoollokalen en zoo blijkt voor
de armlastige bewoners der kleine Noord-
Hollandsche gemeenten Amsterdam in meer
dan een opzicht een elderado, daar de vigee-
rende Armenwet haar verplicht de menschen
onmiddellijk na hun komst te helpen.
Dat hierdoor te Amsterdam een soort pau
perisme gekweekt wordt, waarmede zij, goed
beschouwd, eigenlijk niets van doen heeft,
laat zich denken En evenzeer dat de finan-
cieele lasten der gemeente, speciaal het bud
get armenzorg (voor 1931 begroot op onge
veer 2 millioen er op een ondragelijke ma
nier door verzwaard worden, terwijl men zich
er elders eenvoudig niets van aantrekt.
Zoo weigerde onlangs een burgemeester in
de Zaan de toetreding tot de vennootschap
onder de volgende motiveering „Wij doen
aan dat verkapt staatssocialisme niet mee.
Bovendien, we hebben hier geen armen, en
die het hier niet houden kan trekt van zelf
wel weg".
Inderdaad hadden daar een 10-tal armlas
tige gezinnen verleden winter hun heil ge
zocht in de groote steden, omdat ze met f 2.50
steun per week in deze overigens welvarende
gemeente den hongerdood tegemoet gingen.
Feitelijk moeten de gemeenten, waaruit de
armlastigen komen, verplicht kunnen woricn
althans voor een deel in de kosten der be
deeling hunner oud-ingezetenen bij te dragen.
De toestand wordt nog meer precair, wan
neer straks, na hun insluiting, de Zuiderzee-
gemeenten leegloopen en de bevolking mee-
rendeels naar Amsterdam trekt. Men houdt
hier al rekening mee.
Ook in de reeds eenige jaren in die ge
meenten bestaande vakopleiding schuilt voor
de groote steden een gevaar, want het toch
reeds overtalrijk arbeidsleger wordt er noode-
loos door versterft en de arbeidsmarkt over
voerd. Met het oog ook hierop is de N.V. der
Noord-Hollandsche gemeenten gesticht.
Zij wenscht, zooals we indertijd na een be
spreking met wethouder Douwes al eens mee
deelden, in verschillende deelen des lands
woeste of voor verbetering geschikte gronden
aan te koopen en die door werkloozen te
doen bearbeiden. Aan het geheel zal een
meer particulier en behagelijker karakter
worden gegeven dan bij de rijkswerkverschaf
fing gebruikelijk.
Wanneer nu te zijner tyd de Armenwet zoo
danig zal verbeterd zijn, dat iedere gemeente
minstens een jaar voor haar armlastigen ver
antwoordelijk blijft, zal het mogelijk zijn ook
de zeer kleine gemeenten in deze vennoot
schap te betrekken. Zij zullen dan als van
zelf de noodzakelijkheid en het voordeel dezer
lastenverdeeling gaan inzien.
De gemeentelijke vennootschap zoo ver
namen wij is voornemens reeds dezen win
ter met haar werkzaamheden aan te vangen.
Moge haar initiatief een succes blijken.
Wellicht geeft zij dan den stoot voor ge
meentelijke samenwerking ook op ander ge
bied de Gooische gemeenten organiseeren
zich momenteel reeds voor de stichting van
een gemeenschappelijk isolatiegebouw voor
besmettelijke ziekten waar particuliere be
moeiingen uitbleven of faalden.
Men vindt in het na de annexaties zoo uit
gebreide Amsterdam vele industriën, waar
van het bestaan zelfs bij de ingezetenen nog
vrijwel onbekend is.
Dikwijls verneemt men dit eerst na Jsennis-
making met werklieden of bewoners van
over het IJ, waar sedert een tiental jaren de
nieuwe fabrieken en industrieën uitsluitend
gevestigd mogen zijn.
Zoo is het velen ook onbekend, dat onder
«len rook der hoofdstedelijke schoorsteenen
de vervenerij evenzeer bloeit als bijv. eens te
Emmer-Compascum of Clazinaveen. Onder
Amstelveen en Nieuwer-Amstel levert zij aan
velen zelfs een goed loonend bestaan, maar
ook in de onmiddellijke nabijheid, buiten Am
sterdam-West, ziet men over groote opper
vlakten turf graven. Honderden en nog eens
honderden kostelijke turfstapels, keurig ge
dekt met stroo en biezen, liggen er te drogen
om daarna via Ring- of Haarlemmermeer
vaart en per vrachtauto naar elders te wor
den verzonden.
Uit Halfweg vestigde men dezer dagen onze
aandacht op dit omvangrijk bedrijf en met
genoegen hebben wij ons hiervan gisteren
door een bezoek aan het poldergebied over
tuigd.
Op dit uitgestrekte veenland tusschen Am
sterdam, Hoofddorp en Halfweg wordt de
turf in hoofdzaak uitgebaggerd met behulp
van kleine machines. Hoe dieper men op deze
moerassige veenlanden graaft des te meer
turf wordt er gevonden kleigrond is er een
zeldzaamheid.
In Amsterdam-centrum, waar men oudtijds
van geen kunstmatige ophooging wist, wordt
bij het ontgraven van terreinen ook nog
steeds turf aangetroffen. Onlangs o.a. werden
op het oude terrein SpuistraatHekelveid
waar thans voor de nieuwe bureaux van „het
Volk" geheid wordt, karrevrachten turf uit
den bodem gehaald. Iets verder bleek de ge-
heele bodem uitsluitend veenlaag. Hoewel op
zich zelf nu niet zoo belangrijk, trekken deze
„vondsten" toch nog altijd de aandacht van
het publiek.
Naar men ons meedeelde is het zeer te be
treuren, dat de jongeren uit Sloten, Hoofd
dorp enz., zoo weinig voor veenarbeld ge
voelen. In den regel wordt geklaagd over
vermoeienis, den slechten reuk van het veen
en onvoldoende daggeld. De graverij geschiedt
dan ook in hoofdzaak door oudere arbeiders
en Belgen. Er komen in den laatsten tijd
zoo vertelde men ons veel Belgische land
arbeiders naar Haarlemmermeer, waar de
loonen belangrijk hoc-ger zijn dan over den
Moerdijk. Ook is cr meestal volop werk.
Naar de turf is veel vraag ondanks de
bewering, dat zij uit de mode raakt. Zij is
ook van uitnemende kwaliteit. Was er meer
animo voor dit bedrijf, zijn omvang zou nog
grooter zijn, want veenland en veenwater is
er nog in overvloed.
Voor den stedeling, die van deze vervenerij
in zijn omgeving voor het eerst van nabij ken
nis neemt, is een rondgang door de polders
werkelijk interessant.
Halfweg is, naar we aan het eind van onzen
tocht opmerkten, in de laatste jaren ook een
sterk vooruitgaande gemeente geworden,
waar zich veel stadsmenschen gevestigd heb
ben.
Men vindt er, in de richting van Amster
dam, mooi aangelegde nieuwe lanen met mo
derne landhuizen, een groot, modern ingerient
café-restaurant met prachtig uitzicht op den
drukken Haarlemmerweg, flinke winkelzaken
enz.
De nieuwe omgeving van het oude dorp
herinnert nu in vele opzichten aan Voorburg
bij Den Haag, Dank zij ook de uitnemende
verbindingenelectrische spoorwegdienst
ZandvoortHaarlemAmsterdam en Neder-
landsche Spoorwegen, gaat het eens zoo wei
nig gezochte plaatsje thans blijkbaar een
goede toekomst tegemoet.
Wie tegenwoordig Duitschland bezoekt,
staat al dadelijk voor de groote puzzle der
uniform-verscheidenheid.
Heeft men, bij een ontmoeting met jonge
ren, te doen met de uniform van de geestes
richting, waarmede men zou kunnen sym-
pathiseeren, of staat men tegenover den ver
tegenwoordiger van een groep, waarmede
men zich onder geen voorwaarde zou willen
occupeeren? Men heeft toch het recht zich
dat bij een meer dan oppervlakkige kennis
making af te vragen.
Wij waren dezen zomer enkele dagen in
het mooie Aken en hebben ons toen verwon
derd over den Duitschen wansmaak voor het
politiek maskeradespel, ons bedroefd ook over
het groot aantal kinderen, dat daar nog in
miniatuuruniformen van diverse Duitsche
regimenten en met imitatiesabels en -gewe
ren rondliep.
En toen we Zondagmiddag onder Water-
graaf meer, na afloop van de voetbalwedstrij
den, getuige waren van het eerste relletje
tusschen A.J.C.-ers en jonge nationalisten
laatstgenoemden in splinternieuwe fascis
ten-uniform vroegen we ons af of we in
Nederland ook al een reprise beleven van deze
deels Duitsche deels Italiaansche maldoenerij.
(Buiten beschouwing blijft natuurlijk de
vraag, welk clubje hier het eerst aanleiding
tot den twist gaf).
Waartoe dient toch dit uniformvertoon in
een land, dat nu eenmaal in geen enkel op
zicht ook geestelijk niet „uniform is
aangelegd Welken tegenstand heeft hier de
Leger des Heils- en padvindersuniform aan
vankelijk niet ondervonden en zelfs tot mis
handeling aanleiding gegeven, hoewel deze
uniformen toch geen politieke richting ver
tegenwoordigden.
Na den radiostrijd zijn zich te Amsterdam
vele jongeren, ook in de studentenwereld,
voor het fascisme gaan interesseeren het
waarom is ons niet recht duidelijk, maar het
feit is er.
Er wordt nu van die zijde, naar men weet,
een militie gevormd, militair gedrild, hoewel
blijkbaar niet officieel, en men stelt zich voor
propaganda-optochten te houden en traint
zich al voor de a.s. verkiezingsactie (de tal
rijke fascistische kalkreclames op het asphalt
vormen hier blijkbaar de inleiding van).
Dit alles moet noodwendig tot botsingen en
ongewenschte straattooneelen leiden.
Er is indertijd om wettelijke bescherming
van vereenigingsuniformen gevraagd. Zou het
thans geen tijd worden ter bevordering van
de volkseenheid en terwille van de rust in
onze straten, om, behoudens bepaalde ge
noemde uitzonderingen, een verbod van ver
eenigingsuniformen te vragen
Wie van het bedroevend tooneeitje op Zon
dag jl. getuige is geweest, een preludium on
getwijfeld van de jeugdschermutselingen in
de naaste toekomst, zal dit den schrijver moe
ten toestemmen.
Tenslotte nog een klein erratum. In onze
vorige correspondentie, naar aanleiding v-n
ons bezoek bij den „profeet", spraken we niet
van „tracé", maar van trance naar men
weet een mediamieke slaaptoestand.
Corres Pondent.
Een deficit van een milliard.
Het tourisme een regeeringsdienst.
Tusschen twee vuren.
Het communiqué van den V/oensdagavond
gehouden ministerraad meldt het verslag der
besprekingen omtrent de te nemen maatrege
len in verband met den ongunstigen finan-
cieelen toestand des lands en de daaruit
voortvloeiende moeilijkheden bij de vaststel
ling varï het nieuwe budget. De komende
financieele politiek van België zal er een zijn
van diepgaande aderlatingen. Ofschoon het
officieel communiqué slechts in bedekte ter
men van den noodtoestand gewag maakt,
wijzen de gepubliceerde cijfers toch op een
tekort van ruim een milliard francs. Om
eenig evenwicht te brengen zal men zijn toe
vlucht moéten nemen tot een nieuwe leening
of tot het nog hooger opdrijven der belas
tingen. De regeering schijnt echter van deze
redmiddelen slechts op 't uiterst-noodzakelijke
oogenblik gebruik te willen maken en zal
alsnog beproeven eenige saneering te bren
gen door het opheffen van zekere diensten
en het drukken der uitgaven in het alge
meen.
Naar de meening van den heer Houtart,
minister van financiën, zou een verhooging
der belastingen, in dezen crisistijd, de slechtste
aller remedies zijn. Inplaats daarvan predikt
hij economie van hoog tot laag in alle re-
geeringediensten, verdaging van alle werken
die groote uitgaven eischen en wachten kun
nen, eventueel verlaging der salarissen van
't personeel in 's rijksdienst en verhooging
der tarieven van de verschillende diensten.
Een besluit ter verhooging der binnenlandsche
post-, telegraaf- en telefoon-tarieven werd
inmiddels reeds genomen, terwijl ook een ver-
hooging der reizigers-tarieven bij de Belgi-
Spoorwegen noodzakelijk zal zijn.
In verband met bovenstaande besluiten
kunnen wij nog melden, dat dezer dagen te
verwachten staat, de opheffing van den
„Conseil supérieur du Tourisme", het semi-
officieel instituut dat in België de propagan
da regelt voor het vreemdelingenverkeer en
waarvan president is de heer Paul Duchaine,
tevens voorzitter der Belgische „Touring-
Club". Dit besluit beteekent, dat alle Belgi
sche particuliere instellingen op het gebied,
zooals de „Touring-Club", de „Vlaamsche
Toeristenbond", de „Koninklijke' Automobiel-
Club" en de „Belgische Wielerbond", in de
toekomst voortaan zonder rijkssteun zullen
moeten werken. Al aeze instellingen ontvin
gen tot nog toe subsidie van de door de re
geering daarvoor, aan den „Conseil supérieur
du Tourisme", beschikbaar gestelde gelden.
Inplaats van genoemd instituut zal de re
geering zelf de propaganda voor hét vreem
delingenverkeer ter hand nemen en bij het
Ministerie van Verkeerswezen, onder één
centraal beheer brengen. Aan genoemd mi
nisterie, dat reeds Spoorwegen, Luchtvaart,
Post, Telegrafie en Telefoon beheert, zal dus
ook nog het Tourisme toegevoegd worden. Of
het een verbetering zal zijn staat te bezien.
Ook in Frankrijk houdt zich een mi
nister met de propaganda voor het
tourisme bezig. Dat daar de resultaten
bevredigend zijn moge blijken uit een ver
klaring van den Franschen regeerings-com-
missaris van het Tourisme, den heer Caston,
die onlangs in de „Matin" beweerde, dat
Frankrijk het deficit van zijn handelsbalans
heeft kunnen dekken met het door het tou
risme ingevoerd kapitaal. In Frankrijk ont
vangt elke gemeente, betreffende het vreem
delingenverkeer, van de regeering instruc
ties. In België en ook in Holland is
elke gemeente vrij de propaganda te voeren
of de maatregelen te nemen die zij verkiest.
Gewoonlijk echter laat men de propaganda
over aan het particulier initiatief, terwijl
men de al of niet noodzakelijke verkeers
maatregelen dikwijls ?oo toespitst dat zij de
bevordering van het tourisme tegenwerken.
Er zijn daarvan afschrikwekkende voorbeel
den te over. Zoo is te Kortrijk elk automo
bilist die, onverschillig waar, in de stad stopt
en op dat feit door een politie-agent „be
trapt" wordt, verplicht onmiddellijk een
boete van één franc te betalen. Weigert hij,
dan volgt proces-verbaal. Tegenover dit voor
beeld van gemeentelijke, en het tourisme doo-
dende willekeur, stellen we dat der Fransche
gemeente Avallon, waar een collega het vol
gende mocht ervaren. Hy had een boodschap
aldaar in de rue des Mathurins, een smalle
straat met een-richting-verkeer, die uitkomt
op de Grande Place. Om tyd te winnen liet
hy zyn ruto op de Grande Place stoppen en
begaf zich te voet naar de rue des Mathurins.
Toen hy terugkwam vond hy in zyn auto de
volgende uitnoodiging, in den vorm eener
circulaire, die de politie in dergeiyke gevallen
discreet in den verlaten auto deponeert
„Mynheer, uw auto mag hier niet staan.
Om een bekeuring te vermyden gelieve U te
stationneeren op een der daarvoor aangewe
zen parkeerplaatsen rue Caristie, rue de la
Comédie, Place des Odebert, rue Mathé, place
de l'Hotel de Ville. En indien wy U van ad
vies mogen dienen rade wy U, alvorens
Avallon te verlaten, een bezoek te brengen
aan de oude binnenstad, aan den ouden
klokketoren, aan het Mathé-terras en aan
de stadswallen by de Vallée des Cousins".
Het gemeentebestuur
Voor de bevordering van het tourisme
mogen de vroede vaderen van Kortrijk en
De Hitler-betoogingen in Duitschland heb
ben ook in Duitsch-België weerklank gevon
den. In de door België veroverde Duitsche
gebieden van Eupen, Malmédy en St.Vith,
hebben de Hitlerianen zich jl. Zondag, in
uniform, op straat vertoond. In alle drie de
districten geschiedde de betooging op het
zelfde uur, op dezelfde wyze en in hetzelfde
organisatorisch verband. De Duitsch-gezinde
gemeente-politie liet de ongevraagde betoo
gingen oogluikend toe en toen de inmiddels
gewaarschuwde Belgische gendarmen opkwa
men dagen, waren de betoogers reeds weer
van de straat verdwenen. Naar het heet waren
de demonstranten lieden uit het Akensche
en het naburige grensgebied, doch ingewij
den bewaren dat ook Eupenaren en Malme-
dyanen aan de anti-Belgische manifestaties
deelnamen.
Het feit dezer betoogingen ligt geheel in de
lijn van Hitlers' taktiek, die aan zyn eischen
ook de teruggave der voormalige Duitsche
gebieden toevoegde. En dat de beweging van
uit Duitschland gesteund wordt, bewyst de
onlangs, in de „Königsberger Allgemeine Zei-
tung", verschenen artikelenreeks, waarin op
de ongeldigheid van het Verdrag van Ver
sailles, betreffende de territoriale regeling
van Eupen, Malmedy en St.Vith, gewezen
werd. Bedoeld blad ging zelfs zoo ver, de
Belgische regeering te beschuldigen, de volks
stemming, by welke genoemde gebieden aan
België werden toegewezen, op ongeoorloofde
wijze beïnvloed te hebben. De „Eupener
Nachrichten" nam de betreffende publicaties,
met voor België weinig vleiend commentaar,
in extase over. Ook de andere Duitsch-ge
zinde bladen der streek fulmineerden bij die
gelegenheid in geiyken zin tegen België en
ondersteunden daarenboven de door de
„Eupener Nachrichten" tegen de regeering
van Brussel uitgebrachte beschuldiging, als
zouden de voormalige Duitsche priesters en
ambtenaren, die geweigerd hebben het Bel
gisch regiem te steunen, nog steeds aan
broodroof en andere heimelijke vervolgingen
blootstaan. Dergelijke uitingen zijn bijster
weinig geschikt om de bewoners der nieuwe
Belgische gebieden sympathiek voor België
te stemmen.
Tegenover het agressieve Oosten en het
zelfstandig-cultureel voortschrijdend Westen,
bevindt België zich als tusschen twee vuren,
die het innerlijk verteren. En het heeft er
weinig van, dat het aan den druk van het
steeds vrder voortschrijdend Vlaamsch na
tionalisme in het Westen en het zich steeds
sterker uitend Duitsch nationalisme in het
Oosten van België, op den duur ongehavend
zal kunnen ontkomen. W. V. M.
DE WERELD SCHEEPBOUW.
Uit de driemaandelijksche opgaaf van
Lloyd's Register of Shipping blijkt, dat op
30 September over de geheele wereld, zonder
Rusland, slechts 580 zeeschepen met een ge-
zamenlijken brutoinhoud van 2.569.036 re
gister ton in aanbouw waren.
Ten opzichte van den toestand aan het
einde van het tweede kwartaal is de achter
uitgang 108 schepen met 448.615 ton, terwyi
het nadeelige verschil met verleden jaar 124
schepen en 137.190 ton bedraagt.
Van de op 30 September onderhanden
vaartuigen zyn 281 stoomschepen met een
bruto inhoud van 999.634 register ton, en 274
motorschepen met 1.559.334 ton. By de stoom
schepen beteekent dit een achteruitgang ten'
opzichte van den toestand aan het einde van
het vorige kwartaal van 72 schepen met
100.235 ton, tegen 28 vaartuigen en 220.571
ton bij motorschepen. Vergeleken met den
toestand op'30 September 1929 is het nadee
lige verschil by de onderhanden stoomschepen
120 vaartuigen met 251.616 ton, terwyi daar
entegen het aantal motorschepen onveran
derd is, en de bruto inhoud zelfs 116.290 ton
grooter is.
Ruim veertig pet. van alle onderhanden
scheepsruimte is bestemd voor vervoer van
olie.
De op Nederlandsche werven onderhanden
scheepsruimte is in het derde kwartaal men
2525 ton achteruitgegaan, hoewel het aantal
schepen in aanbouw met acht is toegenomen.
Onderhanden zyn 45 schepen met een bruto
inhoud van 184.920 register ton, of 10 sche
pen en 39.109 ton minder dan op 30 Sep
tember 1929.
Gerekend naar den tonneninhoud van alle
onderhanden vaartuigen is het aandeel van
den Nederlandschen scheepsbouw in't wereld
totaal (zonder Rusland) 7.2 pet., tegen 6 2
pet. op 30 Juni 1930 en 8.3 pet. op 30 Sep
tember 1929. Voor de onderhanden stoom- en
motorschepen van minder dan 2000 ton zyn
gerekend naar het aantal 8.0 pet. (vorig
kwartaal 4.4 en vorig jaar 11.4) pet. In Neder
land in aanbouw, voor schepen van 2000 tot
10.000 ton is ons aandeel 8.5 (o.s. 6.0 en 3.7)
pet. en voor grootere schepen 6.4 (o.s. 10.0 en
22.2) pet.
Gerekend naar de hoeveelheid te water ge
laten scheepsruimte komt Nederland op de
vierde plaats, na Groot-Britannië, Duitsch
land en de Vereenigde Staten met 15 schepen
en een gezamenlyken bruto-inhoud van
46.152 ton, d.i. 4 schepen meer doch 5246 ton
minder dan in het vorige kwartaal en even
veel schepen, doch 27.912 ton minder dan in
het derde kwartaal van verleden jaar. Van
de 144 stoomschepen met een bruto inhoud
van 245.492 ton, die in het afgeloopen kwar
taal te water gelaten zyn, komen slechts 4
vaartuigen met 2774 ton op Nederlandsche
rekeningvan de 96 motorschepen met
459.315 ton, zyn 11 schepen met 43.378 ton in
ons land te water gelaten.
Op stapel gezet zyn slechts 175 schepen met
480.244 ton, of 20 schepen en 66.916 ton min
der dan in het vorige kwartaal en 50 schepen
met 180.449 ton minder dan in het derde
kwartaal van 1920. In Nederland, waar gedu-
durende het tweede kwartaal slechts 10 vaar
tuigen met 24.500 ton op stapel gezet werden,
is in het derde kwartaal begonnen met den
bouw van 16 vaartuigen met een bruto in
houd van 44.288 ton.
vele andere gemeenten by die van Avallonrin
de leer gaan.
Over de geheele wereld zijn 92 stoomsche
pen met 232.649 ton op stapel gezet, in ons
land is met den bouw van slechts één klein
stoomyaartuig met een bruto inhoud van 110
register ton begonnen.
Over de geheele wereld zijn slechts 64 mo
torschepen met 240.236 ton op stapel gezet, of
24 vaartuigen met 150.901 ton minder dan in
het tweede kwartaal. Nederlandsche scheeps
werven zijn begonnen met den bouw van 15
motorschepen, die een inhoud hebben van
44.178 ton, tegen 8 vaartuigen met 19.420 ton
in het vorige kwartaal.
Gerekend naar den bruto inhoud van op
stapel gezette schepen komt Nederland op de
derde plaats na Groot-Britannië en Italië
het aandeel van ons land in over de geheele
wereld op stapel gezette scheepsruimte be
reikte het gunstige cyfer van 9.2 pet.
APOTHEEK GEOPEND
Zondag 19 October is de apotheek geopend
van den heer A. J. VAN OCKENBURG,
Kleine Markt.
Onder redactie van
TRUUS EYGENHUYSEN.
VOOR DE VROUW
Persoonlijkheid in het huwelijk.
Wat ook de vrouw vroeger mee ten huwelijk
bracht, eenige mate van persoonlykheid was
het stellig niet. Dit slaat op een tyd, die nog
niet eens zoo heel ver achter ons ligt. Dertig,
veertig jaar geleden had de vrouw even veel,
of beter gezegd even weinig persoonlykheid
als honderd, vijfhonderd, duizend jaar terug.
Als jong meisje was zy het werktuig van va
der en moeder, waarbij de moeder, als vrouw,
weer het werktuig was van den vader, als
man. Vader's wenschen werden geëerbiedigd.
De dochter, zoowel als de moeder, had zien
er naar te schikken. Een eigen meening mocht
ze er niet op nahouden, misschien wel in haar
binnenste, maar in geen geval mocht zy er
voor uitkomen. Was er eens een, die den
moed bezat dit toch te doen, dan heette zij
„een vermetel vrouwmensch" en wekte by de
ouderen, zoowel by haar eigen sey>genooten
als by „het sterke geslacht", verontwaardi
ging. Trouwde zij, dan ging ze als het ware
uit de handen van den vader over in die van
den echtgenoot. Zy bleef werktuig. Het eeni
ge verschil bestond hierin, dat zij door een
anderen man dan in het ouderlyk huis, werd
gevormd en telkens weer geplaatst naar zyn
persoonlijkheid.
Zei vader Coomvelt niet in het mooie boek
van Jo van Ammers „De Opstandigen", toen
het Fransche nichtje, Marie Elizabeth, ver
klaard had geen Miebetje te willen heeten
„Een wil, kind, begrijp dat voor eens en al
tyd, heb ik alleen. Aan u, als ^an alle vrou
wen in dit huis, past de plicht der gehoor
zaamheid. En daar ik het goed heb gevon
den, dat gy Miebetje zult worden genoemd,
zult gy voortaan ook Miebetje heeten."
Een meisje met een zoo sterke persoonlijk
heid, als Miebetje bezat, kwam tegen zulk
een domme mannen-overheersching natuur
lijk in opstand. Maar het was moeder Coorn-
velt, die haar verschrikt het spreken belette
door haar hand op Miebetje's mond te leg
gen en te fluisteren „Beheersch jezelf Je
wilt de nagedachtenis van je moeder toch
niet onteeren, kind Zij heeft je immers ge
leerd, dat zelfbeheersching en gehoorzaam
heid de eerste deugden van ens, vrouwen,
zijn
Maar nu
Nu nemen de dochters in het gezin een
even belangryke plaats in als de zoons. Even
als de jongens mogen nu ook de meisjes stu-
deeren en zich bekwamen voor een vak, waar
door ze later in staat zullen zyn haar brood
zelfstandig te verdienen. Het gevolg is na-
tuuriyk jonge vrouwen met een zekere per
soonlykheid, die zich niet onder stoelen of
banken steekt, maar vryheid eischt en gere
specteerd wil worden.
Het valt den ouders wel eens tegen. Dat
hun dochter studeert, dat zy een werkkring
heeft, vinden zy „tot daaraan toe". De bes
ten zien er dit voordeel in, dat hun dochter,
als het moet, hierdoor voor zich zelf kan zor
gen. Voor anderen is het alleen maar een
streeling van de onderlyke ijdelheid of een
middel tot stand ophouden, want „Mijn doch
ter studeertof „Mijn dochter is gepromo
veerd in de rechten klinkt goed en de
heele familie wordt er met een tikje meer
ontzag op aangezien. Zoodra de door de stu
die en de arbeidservaring gewekte en gecul
tiveerde persoonlijkheid zich zoodanig uit, dat
zy zich keert tegen de persoonlykheid der
ouders en het ouderlyk gezag trotseert, wordt
de aan de dochters geschonken vryheid wei
eens betreurd. De vader, als man, eischt ge
hoorzaamheid en inschikkelijkheid. De doch
ter, met haar ontwikkeld gezond verstand,
gesteund door de zekerheid voor zich zelf te
kunnen zorgen, verzet zich tegen wat zij
noemt „domme heerschzucht" en zoo ont
staan de conflicten, die niet zelden eindigen
in een breuk, welke zich uit door het ouder
lyk huis te verlaten en op zich zelf te gaan
wonen. Onze tyd kent heel wat jonge vrou
wen, wier huishouding van vrijgezellin hier
aan haar ontstaan heeft te danken.
De vrygezellin....
wy zyn nauwelyks aan het woord gewend,
want we kennen het slechts enkele jaren. In
den vyftienden druk van Koenen's Woorden
tolk is het nog niet eens te vinden. Men zou
kunnen zeggen, dat het zyn intrede deed të*-
gelykertyd met de vertaling van Victor's Mar-
gueritte's „La Gargonne", die „De Vryge/el-
lin" tot titel kreeg. En toch weet ieder de be-