1000
500
300
150
100
25
IEDER
GRATIS
VEREEN. VOOR BEROEPSKEUZE
ZATERDAG
31 SEPTEMBER
EERSTE
BLAD
67e Jaargang
1929
Verschijn! degelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
KAMER-OVERZICHT
BINNENLAND
No. 233
VLISSINOSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ2.20 per 3 maanden.
Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove
rige landen bij wekelijksche verzending 3.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct
llillin: Firn f. ÏSH QE VElDElr., Uitat 58-60. illissiiiii. Tilsl. 10. Postrikening 6f 181
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels ƒ1.25; iedere regel meer 25 cent Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel.Kleine advertentiesbetreffendeHuur enVerhuur,Koop
en Verkoop, Dienstaanbiedingen en -Aanvragen van 15 regels 75 ct., iedere regel meer 15 ct.
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bij verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
Dit nummer bestaat uit 4 bladen.
die zich van heden af
voor drie maanden op de
VLISSINGSCHECOURANT
abonneert, ontvangt deze
Courant tot 1 October
EERSTE KAMER.
Antwoord op de Troonrede.
Mr. Mendels heeft weer eens de leegheid
der formaliteit van het antwoord op de
Troonrede van H. M. de Koningin aangetoond
en op afschaffing aangedrongen. Terecht
meenen. wij. Het stuk is zoo beneden de waar
digheid van een verstandig mensch en zoo'n
holle leelijke frase, dat het onbegrijpelijk is
hoe er nog zijn, die dit in stand willen hou
den. Het argument, dat de Eerste Kamer pas
in Februari politieke besprekingen houdt en
de Troonrede bespreekt, is toch belachelijk.
Met het oog daarop steunt men dus geen
nietszeggend stuk.
Het antwoord is als een leege taartjes-doos.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
Het begin.
Mr. Van Schaik werd door den heer Scha
per met een hartelijk woord welkom geheeten
als de nieuwe voorzitter, waarna deze met
een vrij uitvoerige rede zijn ambt aanvaardde.
Van belang waren in deze rede de passages
over de vraag of het parlementaire stelsel al
dan niet ziek is en herstelling behoeft. De
voorzitter sprak aldus
„Men spreekt en schrijft tegenwoordig veel
over de crisis van het parlementaire stelsel,
over den ziektetoestand, waarin dit zou ver-
keeren en zint op middelen om den patiënt
zijn vroegere jeugd en gezondheid terug te
geven. Ik heb mij wel eens afgevraagd, of deze
diagnose der minder bevredigende toestan
den op parlementair gebied wel geheel juist
is, en cf de zoogenaamde genezingspogingen
wel resultaat zullen hebben. Moet men niet
veeleer tot de conclusie komen, dat het ge
heele maatschappelijke en'staatkundige leven
op dit oogenblik in een sterken ontwikkelings
toestand verkeert, waaraan niet in de laatste
plaats de wetgever bezig is en voorloopig be
zig zal blijven nieuwe vormen te geven En
ligt het dan niet voor de hand, dat ook de
staatsinrichting zelve en het vertegenwoordi
gend ste'sel op den duur hun natuurlijk deel
in deze hervormingen zullen krijgen
Men late zich niet door bepaalde doctrines
over de werking van het parlementaire stel
sel uit hei veld slaan en geloove niet te sterk
aan ziekteverschijnselen. Een volksvertegen
woordiging, die zich klaar van de groote
vraagstukken voor dezen tijd bewust is en
die bezield is met den vastberaden wil om de
oplossing daarvan met alle kracht te bevorde
ren, zal haren rechtmatigen invloed niet ver
liezen en veel ten bate van het land kunnen
tot stand brengen. -
Aan gezonden werkelijkheidszin, gepaard
met ernst en waardigheid, heeft het dit col-
loge nooit ontbroken. Dit maakt het leiding
geven aan zyn beraadslagingen, die reeds in
het eerste jaar dezer parlementaire periode
fteer dan ooit belangwekkend beloven te
worden, tci een onmiskenbaar voorrecht."
Hierovtzou een lang artikel zijn te schrij
ven en misschien is de theorie niet heelemaal
Juist. Het gezichtspunt is nieuw en dus aan
trekkelijk.
Tal van commissies werden vervolgens be
noemd, waarbij zich geen blzonderheden voor
deden. Bij de regeling van werkzaamheden
word bepaald, dat de begrootingen voor 1930
°,P 1 October in de afdeelingen zullen worden
onderzocht, alsmede een lange reeks wetsont
werpen o.a. de Arbeidsbemiddelingswet, de
regeling der Pacht, het ontwerp-v. d. Bergh
Inzake bestrijding ven den woeker.
Tegen 15 Or' - -v'ten in o"sn!ywf behan
deling komen v..^lillende wsiconUerpen,
w.o. de regeling van den rechtsstoestand van
de ambtenaren. De heer Kortenhorst wilde
ook nog de Winkelsluitingswet aan de orde
stellen, omdat het wenschelijk is deze vóór
1 Januari af te handelen. De voorzitter was
bereid dit tegen 15 October nog eens te over
wegen. De heer Wijnkoop wilde de eergisteren
aangevraagde interpellatie-de Visser ook nog
aan de orde stellen. Ook daarover zal de voor
zitter zich nader beramen.
De heer Duijs vroeg een interpellatie aan
over de behandeling van de rechtszaak der
beide personen in Giessen-Nieuwerkerk
De heer Wijnkoop vroeg interpellaties aan
over de arbeidersbeweging in het Noorden,
Zaandam en Maastricht èn over de houding
der Regeering tegenover de Sovjet-republiek.
Op deze aanvragen wordt 15 October beslist.
Alastrim of zwarte pokken.
Het Tweede Kamerlid mej. Groeneweg
heeft aan den minister van arbeid, handel
en nijverheid de volgende vragen gesteld
Is het waar, dat de hoofdinspectie bij het
Staatstoezicht op de Volksgezondheid op een
bewijs van overlijden, waarop door een Rot-
terdamsch medicus als doodsoorzaak was in
gevuld „variola haemorrhagica" (zwarte
pokken), deze aanduiding heeft veranderd
in „alastrim" Is de hoofdinspectie daartoe
bevoegd
Is de minister bereid, indien mocht blijken
van eenig onbevoegd optreden der hoofdin
spectie, mede te deelen, welke maatregelen
hij getroffen heeft of nog zal treffen om
herhaling daarvan te voorkomen
De Zuiderzeewerken.
In de memorie van toelichting geeft de
minister van waterstaat een uitvoerig over
zicht van de berekeningen der Zuidèrzee-
werken, welke telkens wouden overschreden
er. steeds hooger worden. De minister kan
zich niet onttrekken aan den indruk, dat on
danks de uitvoerige gegevens, het vorig jaar
door de regeering verstrekt, een gevoel van
onvoldaanheid is blijven bestaan, over de
overschrijding der ramingen.
Volgens de memorie van toelichting van
25 Mei 1926 was de raming van den afsluit
dijk negentig millioen. Vrij spoedig bleek
deze raming te laag. De opnieuw, naar na
der bekende gegevens opgemaakte raming
dier werken wees voor den afsluitdijk plm.
128 millioen aan, m*»t inbegrip van de kosten
der werken, verband houdende met de af
sluiting. De minister betoogt, dat in den loop
van een vijftiental jaren, telkens wisselende
cijfers voor den dag kwamen, gevolg van de
omstandigheid, dat de voor handen gege
vens ook telkens wisselden.
Het is dus mogelijk, dat zich nog eenige
verhooging der kosten daargelaten verzwa
ring der aan de werken te stellen eischen
zal voordoen, voorshands valt niet te ver-
wachten dat de ramingen zullen worden over
schreden.
Het Kon. Instituut der Marine.
De feesten voor het 75-jarig bestaan van
het Ken. Instituut voor de marine te Den
Helder zijn gisteren voortgezet met de aan
komst en intocht der reünisten. Het waren
tusschen de drie en vier honderd oud-leer
lingen van het instituut onder wie vele be
kende personen uit den lande, zoowel burgers
als officieren, die met den extratrein van
3.10 uur in hun oude studieplaats aankwa
men.
Te zeven uur begon de reünisten-maaltijd
in de amusementszaal van het instituut.
Prins Hendrik, die tot de gasten behoorde,
werd onder het spelen van het Wilhelmus
binnen geleid.
Daarna opende vice-admiraal Van den
Bosch als tafel-praeses den maaltijd, door het
instellen van een dronk op de Koningin en
op de gezamenlijke leden der Koninklijke
familie, „het vorstelijk klaverblad van vier
dat geluk aanbrengt".
De tafelvoorzitter verwelkomde daarna- de
officieren van het te Nieuwediep liggende
Argentynsche oorlogsschip.
Hij stelde een dronk in op den president
van Argentinië.
Even later stond admiraal Van den Bosch
opnieuw op en hield een geestdriftige rede
over het instituut, dat spreker ruim zestig
jaar geleden heeft bezocht. Spreker herin
nerde aan de oude vriendschap en kame
raadschap onder de adelborsten. Het zee
mansleven, zoo besloot spreker, is een leven
van roeping en vol liefde voor de Koningin,
voor het Vorstenhuis en het vaderland.
Prins Hendrik sprak een oogenblik later,
herinnerde er aan, dat hy reeds drie keer
gedurende het laatste jaar Den Helder be
zocht heeft, dankte den praeses voor zijn ver
welkoming. en noemde zich zelf „reünist"
tusschen aanhalingsteekens de rang immers,
waarin spreker in de Nederlandsche marine
het eerst is opgetreden, die van schout bh*
nacht, was voor hem wel een beletsel om het
instituut te bezoeken (daverend gelach). Als
oudste actief-dienende admiraal naar anciën
niteit, wenschte de Prins dat het instituut
nog lang een zegen voor de marine en het
vaderland ma? zijn.
Vice-admiraal Quant sprak als de op een
na oudste vlag-officier der marine en verze
kerde den Prins, den oudsten vlag-officier,
dat de groote belangstelling van den Prins
voor de marine zeei op prijs wordt gesteld
en evenzoo het /ereerend bezoek van de Ko
ningin en Prinses Juliana op Zaterdag.
Spreker bracht hierna namens de reünisten
hulde am de reunie-commissie, speciaal aan
kolonel Hartkamp en den heer Klaassen, of
ficier van administratie.
Namens alle actief dienende officieren
dankte spreker de vele aanwezige oud-offi
cieren voor hun opkomst. Hij eindigde met
een betuiging van trouw der marine aan
Koningin en vaderland.
Telegrammen van hulde werden gezonden
aan de Koningin, de Koningin-Moeder, en
de Prinses.
De gepensionneerde vice-admiraal W. T. de
Booy ging daarna in een uitvoerige rede na
wat er sinds den ouden tijd in de marine ver
anderd is en besloot met een heildronk op
haar.
Tijdens de mededeeling van ingekomen ge-
lukwenschen, waaronder er een was van de
weduwe van luitenant G. de Jong, die eenige
jaren geleden by het redden van een milicien
is omgekomen, stonden de aanwezigen op om
de nagedachtaenis van luitenant De Jong te
eeren.
Eere-comité voor de Wereldtentoonstelling
1930 te Antwerpen.
Bij Kon. besluit is ingesteld een eere
comité voor de deelneming van Nederland
aan de in 1930 te Antwerpen te houden We
reldtentoonstelling voor Koloniën- Zeevaart
cn Vlaamschf Kunsten zijn tot leden van
dit eere-comité benoemd de minister van
buitenlandsche zaken, van onderwijs, kunsten
en wetenschappen, van waterstaat, van ar
beid. handel en nijverheid en van koloniën
de buitengewone gezant en gevolmachtigde
minister teBr usselde buitengewone gezant
en gevolmachtigde minister van Z. M. den
koning der Belgen, te 's-Gravenhagede
burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam,
Dordrecht en Vlissingen de voorzitters van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Amsteraam, Rotterdam, Dordrecht en om
streken en voor de Zeeuwsche Eilanden en de
voorzitter van den Middenstandsraad.
Aan den voorzitter van den Middenstands-
raad, den heer mr. A. I. M. J. baron van
Wijnbergen, is in verband met diens aanwij
zing als lid van het eere-comité, eervol ont
slag verleend als lid der centrale commissie
voor de deelneming van Nederland aan de in
1930 te Antwerpen te houden Wereldtentoon
stelling voor Koloniën, Zeevaart en Vlaam-
.sche Kunst.
Onderscheidingen.
Bij Kon. besluit is benoemd tot. ridder in
de Orde van Oranje-Nassau A. G. H. van
Hoogenhuyze, predikant bij de Nederduitsch
Hervormde te Amsterdam
is benoemd tot grootofficier in de Orde
van Oranje-Nassau mr. K. F. Creutzberg,
vice-president van den Raad van Nederl.-
Indië.
VLISSINGEN, 21 SEPTEMBER.
Kostelooze inenting en herinenting.
Wij vestigen de aandacht op de bekend
making van Burg. en Weth. betreffende de
gelegenheid tot kostelooze inenting en her
inenting op Dinsdag 24 September, resp, des
avonds van 7 tot 8 en van 8 tot 9 uur.
Gisteren is van de gelegenheid tot inenting
en herinenting reeds dadelijk een druk ge
bruik gemaakt. Er was pokstof aanwezig voor
150 inentingen. Daar het aantal personen
dat gevaccineerd wenscht te worden echter
veel grooter was, zullen deze nu a.s. Dinsdag
a "i de beurt komen.
De film „Nano".
In het Alhambra-theater zal binnenkort
vertoond worden de film „Nano", die wordt
uitgebracht door „The Netherlands Fox
Film Corporation".
„Nano" is de schitterende beschrijving in
beeld van de Poolexpeditie, die in de gele
genheid was, de overblijfselen van de in
1913 verongelukte expeditie van Vilhjalmar
Stefansson te ontdekken. De leider der ex
peditie was in 1913 teruggekeerd, maar acht
man, wier treurige overblijfselen door H. A.
Snow en Sidney Snow gevonden werden,
waren vermist.
Herraid Island was de plaats waar men
de treurige herinneringen van de ontdek
kingsreizigers vond Deelnemers aan de
Snow-expeditie waren de beroemde Pool- en
Afrikareizigers H. A. Snow, zijn broeder
Sidney, een onverschrokken fotograaf, kapi
tein Louis Lane, eveneens een bekend Pooi-
onderzoeker, en een aantal Eskimo's, die als
scheepsvolk dienden.
De reizigers vertrokken van uit San Fran
cisco naar Alaska, om van daar uit koers te
zetten naar de Poolgewesten. Men voer en
zwierf over honderden kilometers onbekend,
onherbergzaam land. Ket eenige eenigermate
bekende punt, dat men bereikte was Herald
Island, benoorden de kust van Alaska. Hier
was het, dat men zooals gezegd de geraamten
der leden van de Stefansson-expeditie vond.
„Nano" kenmerkt zich door de prachtige
beelden der Pooldieren, zee-olifanten, wal-
visschen en zeeleeuwen. De walvischvangst
is opgenomen met een realiteit zooals men
die zelden of nooit op de film heeft gezien.
Wie zijn meer te bewonderen, de onverschrik-
ken jagers, of de dappere fotografen, die
eveneens hun leven op het spel zetten om
voldoende negatief te verzamelen.
In het gebied van het eeuwige ijs en
sneeuw ziet men een groote hoeveelheid
Poolvogels en viervoeters. Men heeft zich een
weg weten te banen door het by na onbreek
bare ijs en is zoo gelukkig, een prachtexem
plaar van een ijsbeer te vinden. Het dier
wordt vervolgd in een kleine walvischjagers-
boot en men slaagt er eindelijk in, hem met
touwen te vangen en hem aan boord van de
„Herman" te sleepen. Men zegt dat dit de
allergrootste ijsbeer is, die men in den laat-
sten tijd gevangen heeft.
Eindelijk nadert men het eiland.... Men
landt op ongeveer eenige honderden meters
afstand. Op het eiland vindt men het ma
teriaal dat aan de verongelukten der Ste
fansson-expeditie hèeft toebehoord.
De verweerde hondenslede die de ontdek
kers trachtten te gebruiken, om terug te
keeren tot de bewoonde wereld, blikken met
voedsel, messen in verschillende grootte, ge
weren, horloges, verrekijkers, ijsbylen, kom
passen, lucifers, een gebroken thermometer,
zijn als zooveel droevige herinneringen aan
mannen, die het leven lieten te midden van
hetgeen zij zich als hun taak hadden ge
dacht.
De Snow-expeditie is succesvol geweest.
Haar medewerkers zijn behouden thuis ge
komen, als filmdocument hebben zy iets
buitengewoons gebracht, dat de kennis om
trent de poolstreken ontegenzeggelijk zal
verrijken
De Eeuwige Stilte.
Wij on' ingen een groot aantal recences
over de film „de Eeuwige Stilte" welke Dins
dag, Woensdag en Donderdag a.s., des avonds
8 uur in het Concertgebouw alhier wordt
vertoond.
Men verzoekt ons de aandacht op deze
persbeschouwingen te willen vestigen.
De „N.R.Ct." zegt dat de mooie, sobere
film ontroert, omdat de reis van Scott toch
altijd een weergaloos stoute verrichting blijft,
omdat zij de spanning geeft van een genialen
roman van avontuur, omdat zij grootsch is
van menschelijken moed, menschelijke volhar
ding, menschelijk idealisme.
De „Nieuwe Apeldoornsche Ct." schrijft
De Excelsior-bioscoop van Rotterdam, komt
met een geheel nieuwen indruk uit, die het in
vele opzichten wint van die, welke we eenige
jaren geleden zagen. Ook nu treft en boeit
weer de grootschheid van het Poolsche ijs-
en sneeuwlandschap, zooals Ponting die voor
ons op het gevoelige lint heeft vereeuwigd.
Zooals we ook met interesse volgen het die
renleven in de Zuidpoolstreken, het leuke
gedoe van de pinguins en dat van de zeehon
den. Welk een geduld zal noodig geweest zijn
om de fraaie resultaten te verkrijgen, welke
Ponting, de man, die den tocht over sneeuw
en ijs verfilmde, heeft mogen behalen. En
dan de niet minder interessante kieken van
de expeditie zelf, die een zoo treffend beeld
geven van de geweldige beteelenis ervan.
De Scott-film is van groote opvoedkun
dige waarde. Zij oj. ent ons landen, die tot
dusver een boek voor ons waren, gesloten met
zeven maal zeven zegelen. Zij doet ons in
.■erbiedige bewondering en ontzag opzien
naar die machtige wereld aan den voet der
aarde, waar. sneeuwstormen en schier niet te
verdragen koude de wachters zyn van haar
maagdelijke ongereptheid.
De „Prov. Geldersche en Nijmeegsche Ct."
zegt, dat zij de film zonder eenige reserve kan
prijzen. Er is niet één plaat by, welke bene
den het gemiddelde peil ligt. Hetzij we de
„Terra Nova" zien afvaren van Lyttleton.
hetzij we de levende have, menschen, paarden
tn honden zien ontladen, dan wel, dat we de
.annen de slede zien voorttrekken over de
eindelooze ijs- en sneeuwvlakten, het is alles
mooi en spant. Men geniet van de plaats,
die voor oogen komt en verlangt tegelijkertijd
TE VLISSINGEN.
A.s. DINSDAG 24 SEPTEMBER zitting
van 7J49 uur in het voormalig BURGER
WEESHUIS a/d BADHUISSTRAAT.
Raadpleeg, alvorens een beroep voor Uw
kind te kiezen, het Bureau. Adviezen worden
kosteloos verstrekt.
naar de volgende. Ook de klucht, die der
prin.itieve natuur eigen is, ontbreekt hier
niet. We denken aan de zeehonden- en pin-
guinplaten, vooral de laatste. Alle of zeer vele
platen hier memoreeren is den ganschen
tocht vertellen door het land van den Pool
nacht. Nog dit ééne de ontroering ontbreekt
niet, als kapitein Oates, die aan den dood
t offer moet vallen, heengaat om dien te
vinden, ten einde zijn makkers niet langer
op te houden of als Scott's laatste dagboek
woorden op het doek verschijnen en zijn
grafheuvel oprijst voor het oc
Ten slotte zullen wy nog een aanhaling
dOvu uit de „Leeuwarder Kerkbode" Er zijn
onder ons zeer ernstige bezwaren tegen bios
coopvoorstellingen. Dit wil echta* niet zeggen,
dat wij geen film zouden gaan zien, zoo
schoor en leerzaam als deze over de Zuidpool
expeditie van kapitein Scott. Wij hoorden
nog van niemand die er niet zeer mede was
ingénomen.
Alhambra-Theater.
Haar vier jongens.
Heden danst Mariette.
De critiek van het oude Europa op de Ame-
rikaansche filmproductie heeft ongetwijfeld
een gezonde uitwerking gehad. Inplaats van
surrogaten wordt het publiek goede waar
voorgezet, soms zelfs prima natuurboter. Wij
juichen dit toe. Na indigestie van de Ame-
rikaansche markt-producten kan slechts ge
zonde spijs het vertoonde weer in evenwicht
brengen. Het oude werelddeel, dat aan on
macht door eigen verdeeldheid, geacht werd
alles in de maag gestopt te kunnen worden,
blijkt meer weerstand en drang tot zelfbe
houd te hebben, dan bij „over there" ver
moed werd.
De film „Moeder" niet die naar den ge-
lijknamigen roman van Maxim Gorki, waar
tegen een winderig stukje fascistische jeugd
in Brussel kreten slaakte, maar die welke
oorspronkelijk „Over the Hill" heette is
verschillend beoordeeld. Het oude recept
„een lach en een traan", maar dat het pu
bliek toch in stroomen trok. De film specu
leerde op de oerinstincten der toeschouwers.
„Haar vier jongens" is stukken beter, wel vol
sentiment, nooit overslaande naar het sen-
timenteele, een voortreffelijke brok gedegen,
arbeid.
De rolprent is intelligent geregisseerd, al is
er hier een rasecht jong Amerikaansch re
gisseur aan den arbe'd. Teieren, dat ons
voorgetooverd wordt, is wel wat Fliegende-
Blatter-achtig, maar de typeering is raak,
is uitnemend, zoodat men gretig met ge
spannen aandacht toekijkt. Met de techniek
zijn de details en atmosfeer glorieus ge
slaagd. De fotografie is meesterlijk.
Bij het zien van deze héél, héél mooie
film gaat men van de personages houden. Ze
léven voor ons de burgemeester (naar wien
niet geluisterd wordt), de eenige postbode
met het Hindenburg-uiterlijk,de vier pracht
kerels van jongens met hun eerlijk gezicht,
en de grootste aantrekkelijkheid van deze
film, de zestigjarige, beminnelijkste en be
koorlijkste, oude vrouw, Margaret Mann, die
zoo laat plotseling film werd. Ongekun
steld, onbestudeerd is deze laatste, die iets
goeds heeft volbracht en daarmee gelukkig
is. Zij doorleeft de rol van Moeder Bernle,
die de grootste smarten van het moederschap
lijdt, smarten, door den oorlog oneindig ver
groot. Met welk een kracht wordt het lijden
gedragen ten voorbeeld voor hen, die de
kleinigheden des dagelijkschen levens ook al
gróót v'nden. Welk een offer. Drie van haar
vier mooie jongens sneuvelen, waarvoor
Voor „Z. M. den Keizer". Wees dankbaar,
vrouw, dat je dit offer mag brengen Men
las toch „lm Westen nichts Neues" en vooral
ook „Gewachs 1902", de ellende van de loop
graven en den smartelijken ondergang van
net familieleven met de strekking, dat het
niet de jonge generatie was, die den oorlog
en den naijver en den haat en de verdeeld
heid op velerlei gebied bracht
Te vlijmscherp misschien is het prototype
van den gehaten Pruis, den karikaturalen
majoor, voor wiens vertolking Carl Foxe ons
een openbaring was. Ofschoon de domme
dwang van een aanmatigende kaste ging
werkelijk ver, heel ver in Beiereen zelf ge
noot men niet meer dan van een karikatuur
cp de groep, die het Germaansche rijk in
dwazen overmoed zich te pletter deed loo-
pen. Het ging toch werkelijk zoo. De opge-