500
300
150
100
25
GRIEP!
VRIJDAG
EERSTE BLAD
5IT-H0EKJE
No. SI
67e Jaargang
firma f. VAU OE VE10E lr„ Wslstraal 58-60, Iftissingen.Teief. iO, Postrekening 6628!
1 MAART
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
Gegarandeerde oplaag 5100 Ex
HET FRANSCH-BELGISCH
MILITAIR VERDRAG.
ivSa
fj' V
w j§/- k
AKKER'5
Stads- en Provincienieuws
Ygzaamheid.
I mijn land mag fefcJ
manier zalig morde»!
Frederik de GrootP
Yrederik de Groote,
tste gedeelte der
aan, doelt op een
imlieid, nl. op de
imheid. Wij behoeven 4
:oo eng te nemen, ujU
ent zich uit te sirejyj
het mensclielijk denke
lenschen voor, aisof
ih een half-mensch
zijn eigen meening m,
wen en daarom maar
es wat een ander m
enken, gevoelen of
zagzaamheid een wea
schen ziet, vergist
lamheid stelt een
zem, die haar betrad
mening, eigen ideeën 1
n achtergrond stellen
m ten einde aan w
recht te doen wederJ
Innen, moet men wei
heen slappeling. Hij
Jig over een beperkt ojj
mschelijk denizen of ge,
uzal met hand en tan
rndommetje van „v,
\dje te verdedigenhij
m, uit vrees zijn
Ie verliezen.
'jkheid is verdraagzaam
ch, van wien hij ZeerJ
1 andere denkbeelden ei
•eeks tegen de zijne y
op welk gebied het ookl
e zijn, want wie de jc«|
1snschelijk denken na.j
oppen, knapper dan fel
■n hebben zien rergniJ
r menschen. Zoo is M
even en die wetensclm
iheid over eigen mee.
dediging der ideeën ran
•draagzaamhetd jegem
Dr. JOS DE COCK,
m dit blad geeft ony
erker Dr. Jos de Cock,
Den Haag, gratis ziel-
over de wijze, waarop
2 verfrisschen en hm
(ie kunnen versterken,
t blad geregeld worden
beantwoordingen te
direct schriftelijk aan
USSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoorVlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ2.20 per 3 maanden,
franco door hef gcheele rijk 2.50. Voor België, Dmtsdiiand en Frankrijk 3.80. Voor de ove-
landen bij wekelijkschc verzending 3.80, met Zondagsblad./ 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct.
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels 1.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel.Kleine advertenties betreffende Huur enVerhuur.Koop
en Verkoop, Dienstaanbiedingen en -Aanvragen van 15 regels 75 ct., iedere regel meer 15 ct
er het lot U in den #n|
f getroffen, tracht i
f ragen. Wees matig In I
toorn en ontdoe V gt<
Maar bovenal wretk I
aan anderen. Laat UI
i iverleidenkribbig fel
Men, tegen uw onderge\
penden. Want dit t
kan uw leed slechU I
Ywade dagen komen '.n
fan trachten het hoofill
oog te houden en het
van veel dingen,
tnnen veroorzaken. Wis
it in hun betrekkelijk
achtergrond van het
eind op weg zichzelf
1 zijner smarten te be-
Mevr. K. te V.; N.
[praatje door W. Pee
hond. 7.00—7.25 Ir. II
beteekenis van het
Idsbeeld. 7.35 VP.R.O.
imir Practische op-
)rijver Wat gelooven
frotestanten (4). De j
harp. H. Bosnians,
lit. G. Devreeze. alt,
itie uit eigen werk.
035 Kerkdienst lW
•amof^-nmuziek, 12.20
;io2a>. 12 50 Orgelcon-
(Stconcert. 2.20—2.45
>or de scholen. 3.15
Blie kaffirs. 3.40 Mn-
4.00 Muziek. 4.05
kestconcert. 5.35 Kin-
ig Omelettes. 6.35
tuziek. 7.05 Pianomu-
!0 Mu2iekcritiek. 7.35
timals. 8.05 Deslys en
B. C. Symphonle-
de Faust", opera van
rational koor. 9.25
fieuwsberichten. 10.50
irt door Cecil Dixon.
|1750 M. 12.502.10
Solistenconcert. 7.05
8.50—11.10 Orkest-
id, zang.
35 en 11.30 Gramo-
in 5.505.50 Orkest-
ding van het straat-
.50 Concert. Werag-
na tot 11.20 Dans-
1—3.50 Lezingen, 3.50
7.05 Lezingen. 7.20
bestaan der Mifctel-
Leipzig.
0.2011.20 Gramty
7.20 Orkestconcert,
hoorspel van Justus
po Dansmuziek. 6.50
Ifoonplaten. 8.35 Or-
[a, tenor.
pe abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor:
gulden bi] levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bij verlies
wijsvinger
gulden bij verlies
van elk.cn
anderen vinger.
pit nummer tfSstaat uit 2 bladen.
Een nieuw document van het
„Utrechtsch Dagblad".
Blijkbaar in antwoord op de logenstraffing
igjjner eerste publicatie brengt thans het
Utrechtsch Dagblad" de volledige notulen
der bijeenkomst, die delegaties van de Fran-
sche en Belgische generale staven in Septem
ber 1927 in Brussel hebben gehouden.
Aan deze notulen waren blijkbaar de „ar
tikelen" van de Conventie van Brussel even
zeer als de zoogenaamde „interpretatie" ont
beend, die wij Maandag 11. uit de eerste publi
catie van het „Utr. Dgbl." overnamen.
Het stuk is geschreven op papier van het
„Ministerie de la»defense Nationale (Ministe
rie van Landsverdediging) Etat Major Géné-
ral 3e Section", draagt het nummer
C.B. 17.442 secr. Het is gedateerd Brussel 20
September 1927 en gemerkt„strictement
confidentiel".
Dit alles geldt het briefhoofd van de eerste
bladzijde.
Boven den inhoud staat als titel „Confé
rences d'état major Franco-Beiges du 712
Septembre 1927. Procés Verbal.
Daaronder leest men in het Fransch
In toepassing (application) van het
Fransch-Belgisch militair accoord van 7 Sep
tember 1920, de „Overeenkomst van Brussel"
genoemd, artikel VI, hebben te Brussel op
s, 9, 11 en 12 September 1927 besprekingen
plaats gehad, waaraan de volgende afgevaar
digden deelgenomen hebben
Voor Frankrijk generaal Debeney, chef van
den generalen staf generaal Bineau, onder
chef van den generalen staf generaal Bla-
vier, militair attaché aan het Fransch ge
zantschap te Brussel
Voor België generaal Galet, chef van den
generalen staf kolonel Michem, chef van de
derde afdeeling van den generalen staf, waar
nemend onderchef van den generalen staf
kolonel Van den Bergen, chef van cle eerste
Reeling van den generalen staf.
Het ambt' van secretaris is toevertrouwd
geweest aan kolonel B. M. Estienne, comman
dant van het regiment grenadiers te Brussel.
Op voorstel van Generaal Blavier, kwamen
de afgevaardigden overeen, op dezelfde wijze
te werk te gaan als bij de voorgaande bespre
kingen (1921—1926), en dus den tekst van het
accoord van 7 September 1920 te volgen om er
de vereischte juistheid en verbeteringen aan
te brengen.
Art. 1. „Indien Frankrijk in staat van oor-
Jog is met Duitschland of met eenige andere
mogendheid, die op de een andere wijze, hoe
dan ook, door Duitschland ondersteund wordt,
zal België geheel zijn beschikbare macht ter
beschikking van Frankrijk stellen.
Indien België in staat van oorlog is met
Duitschland of met eenige andere mogend
heid, die op de een of andeer wijze, hoe dan
ook, door Duitschland ondersteund wordt, zal
Frankrijk geheel zijn beschikbare macht ter
beschikking van België stellen."
Art. II. „Deze overeenkomst slaat niet al
leen op de Rijngrens zij is toepasselijk op
iedere agressie, op weilke grens deze zich ook
Voordoet."
De beteekenis van het woord „agressie" is
nauwkeurig omschreven bij art. I. De En-
gelsch-Belgisehe overeenkomst van 7 Juli 1927
heeft aan den anderen kant het getal der te
verdedigen grenzen tot twee beperkt.
Kolonel Michem stelt het geval van een
conflict tusschen Holland en België, waaraan
Duitschland vreemd zou blijven, en vraagt of
in dat geval het Fransch-Belgisch accoord
zou gelden ten gunste van België. Generaal
Blavier antwoordt dat de oplossing van dit
vraagstuk afhangt van twee factoren 1. de
houding van Duitschland op diplomatiek ge
bied 2. den oorsprong van den aanval.
By art. III leest men hoe generaal Debe
ney vraagt, op welke wijze de Belgische staf
zich de mobilisatie en concentratie voorstelt.
Generaal Galet legt daarbij een tabel over
der mobilisatie-centi*a op 12 Mei 1927 vast
gesteld (en in het „Utr. Dagblad" ook afge
drukt) en schetst den opmarsch zooals de
Belgische staf dien heeft ontworpen.
Op een vraag van generaal Bineau hoe
het Belgische leger op-voet van oorlog zal
zijn, nadat de reorganisatie gereed zal zijn,
geeft kol. v. d. Bergen daarvan een uiteen
zetting.
Kolonel Michem doet opmerken, dat het
tenminste tot 1934 of 1935 duren zal, v»or men
Jwn oordeelen over de uitwerking der militaire
reorganisatie, die uitgewerkt wordt. Generaal
Galet voegt erbij, dat rekening dient gehou
den met de wijzigingen, die aan het ontwerp
van den generalen staf zullen aangebracht
worden als gevolg van de openbare meening
en van het parlement. Generaal Bineau ver
zoekt, dat de Belgische generale staf in dit
opzicht voet bij stuk zou houden.
Bij de bespreking van de vervoercapaciteit
der Belgische spoorwegen betoogt generaal
Bineau. dat de Fransche concentratie in Bel
gië ernstig vertraagd wordt door de ontoe
reikendheid van het spoorwegnet in Belgisch
Luxemburg en beveelt aan een groot aantal
projecten in studie te nemen.
Bij art. V worden dan de marséhwegen van
een Belgisch-Britsch corps onder Belgisch
bevel door Nederlandsch-Limburg aangeduid.
Daarover is ook gediscussieerd.
Bij de bespreking van art. VI beklaagde
kolonel Michem zich overonvcldoende inlich
tingen van Fransche zijde en generaal Galet
ondersteunt die klacht.
Waarom wordeji de namen der
onderteekenaars niet gepubliceerd?
De „Manchester Guardian" beschouwt de
verklaring, door Locker Lampson, den onder
staatssecretaris van buitenlandsche zaken
gisteien in het Britsche Lagerhuis afgelegd,
als zeer geruststellend.
Ofschoon uit deze verklaring niet noodza
kelijkerwijs volgt, dat het te Utrecht gepu
bliceerde document een vervalsching is, het
geen het blad als waarschijnlijk beschouwt,
is met groote voldoening vernomen, dat de
Britsche regeering de onjuiste aantijgingen in
het document heeft gewraakt.
De Londensche correspondent van hetzelf
de blad vraagt in verband met de vaste over
tuiging in Nederlandsche kringen, dat de ge
schiedenis juist is, waarom 't „Utrechtsch
Dagblad" niet de namen heeft gepubliceerd
van de onderteekenaars en zegt verder, dat
de publicatie van de namen een scherp on
derzoek van 't verdrag zal mogelijk maken.
Het blad verklaart, meer vcrtroiiwen te kun
nen stellen in het verdrag, als de namen
der onderteekenaars worden bekend gemaakt.
(De namen zijn intusschen door het
„Utrechtsch Dagblad" gepubliceerd.)
Het oordeel van generaal Snijders.
In het „Vad." geeft generaal Snijders een
zeer uitvoerige beschouwing over het gepu
bliceerde verdrag, waarin hij zyn oordeel als
volgt samenvat
Zijn dc stukken werkelijk echt, dan hebben
wij hier te doen met de voorbereiding eener
volkenrechtelijke en zedelijke misdaad een
beioep op macht en geweld ter bereiking van
imperialistische en chauvinistische doelein
den een verkrachting van gesloten verdra
gen en erkende rechten een verraad aan
goede trouw en welgezinde nabuurschap.
Maar zijn zij echt Het is voor den onbe-
vooroordeelden en onpartijdigen buiten
staander moeilijk hierop te antwoorden en ik
zal het niet wagen ten deze een uitspraak
te doen. Er zijn in de onthulde bescheiden
ettelijke gedeelten die op echtheid zouden
kunnen wijzen en die ook in overeenstem
ming zijn met reeds eerder of elders bekend
geworden gegevens. Andere gedeelten doen
twijfel aan de echtheid rijzen. Zeker is het,
dat de ontwikkelde plannen uit een zuiver
krijgskundig oogpunt, dus met terzijdestel
ling van elke overweging van staatkundigen,
volkenrechtelijken af moreelen aard, alleszins
rationeel en voor het daarmee beoogde stra
tegische doel geschikt moeien worden geacht.
En zijn enkele tegenstrijdigheden, ook enkele
duisterheden, welke zonder andere voorlich
ting niet zijn op te lossen en op het ontbre
ken van een deel der bescheiden schijnen te
wijzen. Ook enkele onwaarschijnlijkheden
ik wees reeds als zoodanig op de Anglo-Bel-
gische Conventie. Maar het is ook zeer wel
mogelijk, dat hier slechts een onjuistheid in
den vorm of een leemte in de omschrijving
is gebbven.
De officieele tegenspraak der onder meer
of minder krachtige bewoordingen als ver
valsching gebrandmerkte publicatie heeft den
gerezen twijfel niet vermogen op te heffen.
Voor een deel is 'die tegenspraak zeker het
doel -voorbijgeschoten. Zoo bijv. de Belgische
minister Hymans, wanneer hij verklaart (ik
citeer uit de dagbladen), dat de tekst van
het accoord van 4 November 1920 bij den Vol
kenbond zou zijn geregistreerd. Dit is onge
twijfeld strijdig met de feiten wel werd de
zgn. mantelnota of geleidende brief bij den
Volkenbond ingeschreven, maar de tekst van
het verdrag is steeds geheim gebleven, hoe
zeer dit ook in strijd met het pact is.
Reeds in 1920 was het sluiten van dit ver
drag strijdig met de grondgedachte van den
Volkenbond. Maar zeker heeft het zijn reden
van bestaan verloren na Locarno, althans
voor ieder die gelooft aan de waarde dezer
verbintenissen. Wanneer nu dit accoord in
derdaad zoo onschuldig is als de Belgische
regeering ons verklaartwanneer het werke
lijk zuiver defensief is en slechts tegen een
niet-uitgelokten aanval van Duitschland is
gericht wanneer het accoord beide landen
1 volkomen vrjj en onafhankelijk laat in het
bepalen hunner militaire organisatie, wat
kan er dan tegen zijn om den volledigen tekst
van dit onschuldige en door latere feiten
(Locarno) overbodig geworden tractaat bij
den Volkenbond te doen registreeren en pu-
bliceeren Dit is, dunkt mij, wel het aller
minste, wat de Volkenbond en onze regeering
mogen verlangen.
Doch wat er ook geschiede, der regeering
welke geroepen zal worden de Belgisch-Ne-
d'erlandsche onderhandelingen over de wijzi
ging van het verdrag van 1839 te hervatten,
zóu ik willen toeroepen wees op uw hoede
wees waakzaam Wees krachtig zonder af te
stóoten, wees tegemoetkomend zonder slapte.
Het gaat om Nederlands belang en waardig
heid, om zijn recht, voorspoed en wellicht om
zijn bestaan.
Onderhoud met den hoofdredacteur
van het „Utr. Dagblad".
De „Haagsche Crt." heeft in een onderhoud
met dr. P. H. Ritter Jr., hoofdredacteur van
het „Utrechtsch Dagblad" aan dezen o.m. de
volgende vragen gedaan
Men heeft u verweten, de documenten ge
publiceerd te hebben, in .plaats van ze ter
kennis gebracht te hebben van het depar
tement van buitenlandsche zaken.
Hebt u ze aan minister Beelaerts van Blok
land laten lezen De heer Ritter antwoord
de ontkennend.
Mogen wij hieruit opmaken, aat inderdaad
de minister voor een surprise stond, toen
Zaterdagavond de publicatie plaats vond
En toen zeide de heer Ritter „Neen, dat
zeg ik niet, maar ik heb het departement niet
ingelicht".
Van andere zijde werd aan de „Haagsche
Courant" bevestigd, dat de minister reeds
aan het einde van Januari of in het begin
van deze maand volkomen op de hoogte ge
steld zou zijn van den inhoud der documen
ten. Volgens „de Telegraaf" wist men in elk
geval niet, hoe, waar en wanneer de publi
catie zou geschieden, zoodat de bewuste
openbaarmaking in het „Utr. Dagblad" van
jl. Zaterdagavond een verrassing voor het
departement was.
Het „Handelsblad" en het
gepubliceerde document.
De Brusselsche „Soir" heeft, zoo schrijft
het „Handelsblad" verteld, dat men zich te
Amsterdam afvraagt, waarom het „Alge
meen Handelsblad" het document heeft af
gewezen. Het blad vraagt waarom het Han
delsbladhet „Utrechtsch Dagblad" er in
heeft laten lcopen.
Nu onze naam genoemd wordt, wenschen
wij, aldus het blad, het volgende mede te
deelen
Wij hebben inderdaad een aanbod gekre
gen tot publicatie, zonder daarbij inzage van
het document te erlangen. Vóór wij tot over
weging van de publicatie wilden overgaan,
stelden wij eenige eischen tot nader onder
zoek van de echtheid, die werden afgewezen.
Later zijn, naar wij vernemen, aan het
„Utr. Dagblad" de voornaamste dezer eischen
(welke aan het „Utr. Dagblad" bekend wa
ren) ingewilligd.
De Minister van Buitenlandsche
Zaken en de publicatie.
Het Belgische telegraafagentsehap publi
ceert een communiqué waarin gezegd wordt,
dat de houding van de Nederlandsche bladen
in de zaak der door het „Utrechtsch Dag
blad" gepubliceerde documenten in Belgische
politieke kringen een toenemende veront
waardiging veroorzaakt. De hoofdredacteur
van het „Utr. Dagblad" heeft verklaard, dat
het door hem gepubliceerde document de
handteekeningen en stempel van de officieele
Belgische instanties droegen. De internationale
openbare meening moet hem dwingen, zijn
bewijsstukken over te leggen en een nauw
keurige reproductie van zijn document te pu-
bliceeren. Aan den anderen kant wijst men
er op, dat voor de Nederlandsche regeering
thans het oogenblik is gekomen om* stelling
te nemen. Ondanks de démentis, die ter
stond na kennisneming van -het apocriefe do
cument zijn gepubliceerd, heeft zij het noodig
geacht, te Parijs en te Brussel stappen te
doen. Sedert heeft zij officieel kennis geno
men van de besliste verklaringen van den mi
nister van buitenlandsche zaken, den oud
minister van der Velde en van Van Cauwe-
laert, den leider der Vlaamsche rechtsche
partij. Zij kent ook de eensgezinde protest-
betooging van de Belgische Kamer en de be
sliste verklaring door de Engelsche regeering
in het Lagerhuis afgelegd. Het is daarom
noodig, dat de Nederlandsche regeering thans
stelling neemt. Zal zij met de Belgische re
geering samenwerken, om de intriges te
brandmerken, welk in staat zijn, de betrek
kingen tusschen België en Nederland te ver
troebelen Zal zij haar medewerking aan
bieden voor een onderzoek naar de verval-
schers en hun medeplichtigen Tot welke
houding de Nederlandsche regeering ook zal
besluiten, toch zal in ieder geval het volle
licht over den oorsprong der desbetreffende
manoeuvres worden verspreid, opdat men zal
zien, in hoeverre het hier een mystificatie of
misdadige intriges betreft, M
Belgische persstemmen.
De Belgische „Standaard" (het blad van
burgemeester Van Cauwelaert) dringt er nog-
naals op aan dat een onderzoek wordt inge
steld door de Nederlandsche en Belgische
regcering in onderlinge samenwerking naar
den oorsprong der publicatie.
„De Nederlandsche regeering vindt er een
gelegenheid om mede te werken tot het be
reiken der volle waarheid. De heele aangele
genheid is van groot gewicht. Er dient een
einde gesteld aan dergelijke practuken.
de betrekkingen onder volkeren schaden en,
ia er op aansturen om den vrede in gevaar
te'brengen. Moest zoo iets hier zijn gebeurd,
dan zouden we de eersten zijn om er onze
afkeuring over uit te spreken. We hebben
trouwens ten allen tijde geprotesteerd tegen
de drijverijen van het Comité de Politique
Nationale. Die campagne is thans afgeloo-
pen. Is het dan noodig, dat er in Nederland
oen andere tegen ons wordt ingezet even ver
keerd en even nadeelig voor het bereiken
eener gezonde atmosfeer Wij hopen, c'at er
dan bezinning zal komen, daar uit een nuch
tere beschouwing van leiten en omstandig
heden toch te duidelijk blijkt, dat aan deze
publicatie niet de minste beteekenis kan
worden toegeschreven."
Vit de Fransche pers.
De Fransche bladen blijven hun verbazing
uitspreken over de houding van de Neder
landsche regeering omtrent de medcdeelmg
van het „Utrechtsch Dagblad".
Het „Journal des Debats" meent dat zij,
alvorens aan de regeeringen te Parijs en te
Brussel tekst en uitleg te vragen, een nauw
keurig onderzoek naar de herkomst van het
gewraakte stuk had moeter. instellen en zoo
noodig de wettelijke strafmaatregelen daarop
had moeten toepassen Het blad gaat, even
als de andere, van de overtuiging uit. dat het
een vervalsching betreft. Het neemt aan. dal
de Nederlandsche wet. artikelen bevat, die het
gebruik bestraffen van een vervalsching die
de internationale betrekkingen kan. verstoren.
De Nederlandsche gezant te Parijs heeft de
voorzichtigheid gehad de opdracht zóo m te
Ideeden dat hij aan de Quai d'Orsay verzocht,
hem door ophelderingen te helpen de opwin
ding weg te nemen, die de publicatie verwekt
had. Niettemin kan het blad dien stap moeilijk
^.Information" verwijt den Nederland-
schén minister van buitenlandsche zaken
lichtzinnigheid.
Het „Journal des Débats" trekt uit het
incident twee conclusies de onderteekenaars
van het verdrag van Locarno en in het alge
meen de leden van den Volkenbond kunnen
niet te veel voorzorgen treffen om den vrede
afdoende te waarborgen tegen ondernemin
gen tot het teniet doen van de verdragen. In
de tweede plaats moeten de schuldeischers
van Duitschland er op het oogenblik bijzon-
de- op bedacht zijn, om de toepassing van de
nieuwe herstelregeling voor verrassingen te
beveiligen. Het blad eindigtHet komt erop
aan, dit alles in het licht te stellen en de
vervalschers met hun neus door hun vuil te
halen.
De opvatting van Engeland.
Wat Groot-Brittanie betreft is de zaak der
Utrechtsche onthullingen na de verklaring
in het Lagerhuis Inderdaad afgesloten tot op
het oogenblik dat de verzekeringen aangaan
de de echtheid der documenten voor posi
tiever bewijzen zullen plaats maken. Dc vei-
klaring van het „Utrechtsch Dagblad" aan
gaande den eigenlijken aard der documenten,
afgescheiden van hun inhoud, werd gisteren-
ochtend algemeen afgedrukt, maar zij mist nu
eenigszlns haar uitwerking en als van den
aanvang af medegedeeld was, waar deze pa
pieren precies in bestonden, zou dat den in
druk in Groot-Brittanië zeker dieper gemaakt
hebben en een ernstiger behandeling der zaak
gewaarborgd hebben. De beweerde deelneming
van Groot-Brittanië is te pijnlijvk, dan dat
men niet algemeen graag aanneemt, dat de
regeeringsverklaring juist is en wat de con
servatieve bladen betreft is de onthulling als
zij juist is zoo gevaarlijk, dat eenige yver om
haar als onjuist opzij te schuiven niet onbe
grijpelijk is.
Een officieuze Duitsche persstem.
De Diplomatisch Politische Korrespondenz
schrijft over dc Utrechtsche onthullingen
De ryksregeering streeft er naar elke moge
lijke opheldering van de zaak langs diplo-
matieken weg tot stand te brengen. Men
handelt daarmee niet alleen in het belang
van Duitschland, maar ter wille van het
vertrouwen, dat de heele wereld stelt in over
eenkomsten voor de verzekering van den
wereldvrede en in het werk van eerlijke Vol
kenbondsleden voor het tot stand brengen
van een nieuwe rechtsorde. Europa mag er
op hopen, dat het door medewerking aan
alle zijden mogelijk zal zijn volledige ophel
dering te krijgen. Dit schijnt met het oog op
de beslistheid, waarmede het „Utr. Dagblad"
zijn beweringen handhaaft en waarmee
blijkbaar in heel Nederland die tneening ge*.
Weer vn/
Als G.j niet mee wilt doen aan de
griep, die Uw vrienden, kennissen en
familieleden heeft aangetast, neem dan
zoodra de eerste verschijnselen dezer
lang niet ongevaarlijke ziekte zich
in Uw omgeving voordoen, enkele
malen daags de bacteriën doodende
Akkcr's Abdijsi- oop. Een zeer bijzon
dere bereidingswijze heeft het moge
lijk gemaakt in Akker's Abdijs roop
de levende krachten van een aantal
van ouds bekende geneeskrachtige
kruiden in verschen toestand te bewa
ren. De ontsmettende, genezende en
versterkende eigenschappen dezer krui
den nu doen zich bij het voorkomen
en bestrijden van de griep dadelijk
gevoelen na een kort gebruik van
Voorde Borst.
Per koker: 11.50, f2.75, f 4.50
deeld wordt, een dringende noodzakelijkheid
te zijn voor de rust van de volken.
Dat tot deze geruststelling niet bijgedra
gen wordt, als in verschillende Fransche bla
den heftige aanvallen gedaan worden op de
Nederlandsche regeering en in het bijzonder
op den persoon van minister Beelaerts van
Blokland, die als Volkenbondsgedelegeerde
van zijn regeering in de internationale poli-'
tiek algemeen, bekend is, hoeft niet betoogd
te worden.
Maar juist door den persoon van den Neder-
landschen minister van buitenlandsche za
ken zijn allen, die met hem te Genève ver
keerden, ervan overtuigd, dat hier een volko
men correcte staatkundige persoonlijkheid
optreedt, wiens tot in het kleinste loyale en
op verwezenlijking van de Volkenbonds- en
menschheids-idealen gerichte houding, de
verdachtmakingen en veronderstellingen al
te absurd doet schijnen, die bij deze gele
genheid in den strijd tegen de publicatie van
het Nederlandsche blad tegen hem worden
aangevoerd.
VLISSINGEN, 1 MAART.
Dc langdurige voi'stpcriode.
In den afgeloopen nacht is de laagste stand
van de thermometer aan het filiaal van het
Kon. Ned. Met. Instituut alhier 5 graden
Celsius geweest, dus 9 graden vorst Fahren
heit, zoodat de temperatuur 16 graden bene
den normaal was.
De temperatuur was gisteren alleen boven
normaal bij IJsland, maar overigens is zij
overal ver beneden normaal geweest.
De weerberichten voorspellen toenemende
kans op dooi. Het is maar te hopen dat de
metereologen het aan het rechte eind hebben,
want dc langdurige vorst brengt niets dan
schade voor tal van bedrijven.
Heden op den eersten dag van lentemaand
werd nog volop schaatsen gereden en dit op
beslist betrouwbaar ijs.
Lestheugt altijd best. Wij betwijfelen ech
ter of er wel vele menschen zyn die zich her
inneren dat in de maand Maart het ijs zoo
sterk was, dat daarop gereden kon worden.
Wij herinneren ons dat ook in 1888, dus 41
jaar geleden, in het begin van Maart schaat
sen werd gereden, doch toen was het ijs van
geheel ander gehalte als thans en niet zoo
betrouwbaar.
In de „Vlissingsche Courant" van Vrijdag
2 Maart 1988 kwam het volgende bericht
voor De scheepvaart voor zeilschepen naar
Antwerpen is geheel gesloten en alleen
stoomschepen, die een aangewezen ligplaats
hebben, kunnen nog opvaren, anders moeten
zij hun gelegenheid afwachten.
De stoombootdienst op Rotterdam was 23
Februari wegens het ijs gestaakt moeten wor-
cten.
■v v