500 300 150 100 25 GRIEP! VRIJDAG EERSTE BLAD 5IT-H0EKJE No. SI 67e Jaargang firma f. VAU OE VE10E lr„ Wslstraal 58-60, Iftissingen.Teief. iO, Postrekening 6628! 1 MAART Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen Gegarandeerde oplaag 5100 Ex HET FRANSCH-BELGISCH MILITAIR VERDRAG. ivSa fj' V w j§/- k AKKER'5 Stads- en Provincienieuws Ygzaamheid. I mijn land mag fefcJ manier zalig morde»! Frederik de GrootP Yrederik de Groote, tste gedeelte der aan, doelt op een imlieid, nl. op de imheid. Wij behoeven 4 :oo eng te nemen, ujU ent zich uit te sirejyj het mensclielijk denke lenschen voor, aisof ih een half-mensch zijn eigen meening m, wen en daarom maar es wat een ander m enken, gevoelen of zagzaamheid een wea schen ziet, vergist lamheid stelt een zem, die haar betrad mening, eigen ideeën 1 n achtergrond stellen m ten einde aan w recht te doen wederJ Innen, moet men wei heen slappeling. Hij Jig over een beperkt ojj mschelijk denizen of ge, uzal met hand en tan rndommetje van „v, \dje te verdedigenhij m, uit vrees zijn Ie verliezen. 'jkheid is verdraagzaam ch, van wien hij ZeerJ 1 andere denkbeelden ei •eeks tegen de zijne y op welk gebied het ookl e zijn, want wie de jc«| 1snschelijk denken na.j oppen, knapper dan fel ■n hebben zien rergniJ r menschen. Zoo is M even en die wetensclm iheid over eigen mee. dediging der ideeën ran •draagzaamhetd jegem Dr. JOS DE COCK, m dit blad geeft ony erker Dr. Jos de Cock, Den Haag, gratis ziel- over de wijze, waarop 2 verfrisschen en hm (ie kunnen versterken, t blad geregeld worden beantwoordingen te direct schriftelijk aan USSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoorVlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ2.20 per 3 maanden, franco door hef gcheele rijk 2.50. Voor België, Dmtsdiiand en Frankrijk 3.80. Voor de ove- landen bij wekelijkschc verzending 3.80, met Zondagsblad./ 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels 1.25; iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct. p. regel.Kleine advertenties betreffende Huur enVerhuur.Koop en Verkoop, Dienstaanbiedingen en -Aanvragen van 15 regels 75 ct., iedere regel meer 15 ct er het lot U in den #n| f getroffen, tracht i f ragen. Wees matig In I toorn en ontdoe V gt< Maar bovenal wretk I aan anderen. Laat UI i iverleidenkribbig fel Men, tegen uw onderge\ penden. Want dit t kan uw leed slechU I Ywade dagen komen '.n fan trachten het hoofill oog te houden en het van veel dingen, tnnen veroorzaken. Wis it in hun betrekkelijk achtergrond van het eind op weg zichzelf 1 zijner smarten te be- Mevr. K. te V.; N. [praatje door W. Pee hond. 7.00—7.25 Ir. II beteekenis van het Idsbeeld. 7.35 VP.R.O. imir Practische op- )rijver Wat gelooven frotestanten (4). De j harp. H. Bosnians, lit. G. Devreeze. alt, itie uit eigen werk. 035 Kerkdienst lW •amof^-nmuziek, 12.20 ;io2a>. 12 50 Orgelcon- (Stconcert. 2.20—2.45 >or de scholen. 3.15 Blie kaffirs. 3.40 Mn- 4.00 Muziek. 4.05 kestconcert. 5.35 Kin- ig Omelettes. 6.35 tuziek. 7.05 Pianomu- !0 Mu2iekcritiek. 7.35 timals. 8.05 Deslys en B. C. Symphonle- de Faust", opera van rational koor. 9.25 fieuwsberichten. 10.50 irt door Cecil Dixon. |1750 M. 12.502.10 Solistenconcert. 7.05 8.50—11.10 Orkest- id, zang. 35 en 11.30 Gramo- in 5.505.50 Orkest- ding van het straat- .50 Concert. Werag- na tot 11.20 Dans- 1—3.50 Lezingen, 3.50 7.05 Lezingen. 7.20 bestaan der Mifctel- Leipzig. 0.2011.20 Gramty 7.20 Orkestconcert, hoorspel van Justus po Dansmuziek. 6.50 Ifoonplaten. 8.35 Or- [a, tenor. pe abonné's in 't bezit eener Polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor: gulden bi] levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim gulden bij verlies wijsvinger gulden bij verlies van elk.cn anderen vinger. pit nummer tfSstaat uit 2 bladen. Een nieuw document van het „Utrechtsch Dagblad". Blijkbaar in antwoord op de logenstraffing igjjner eerste publicatie brengt thans het Utrechtsch Dagblad" de volledige notulen der bijeenkomst, die delegaties van de Fran- sche en Belgische generale staven in Septem ber 1927 in Brussel hebben gehouden. Aan deze notulen waren blijkbaar de „ar tikelen" van de Conventie van Brussel even zeer als de zoogenaamde „interpretatie" ont beend, die wij Maandag 11. uit de eerste publi catie van het „Utr. Dgbl." overnamen. Het stuk is geschreven op papier van het „Ministerie de la»defense Nationale (Ministe rie van Landsverdediging) Etat Major Géné- ral 3e Section", draagt het nummer C.B. 17.442 secr. Het is gedateerd Brussel 20 September 1927 en gemerkt„strictement confidentiel". Dit alles geldt het briefhoofd van de eerste bladzijde. Boven den inhoud staat als titel „Confé rences d'état major Franco-Beiges du 712 Septembre 1927. Procés Verbal. Daaronder leest men in het Fransch In toepassing (application) van het Fransch-Belgisch militair accoord van 7 Sep tember 1920, de „Overeenkomst van Brussel" genoemd, artikel VI, hebben te Brussel op s, 9, 11 en 12 September 1927 besprekingen plaats gehad, waaraan de volgende afgevaar digden deelgenomen hebben Voor Frankrijk generaal Debeney, chef van den generalen staf generaal Bineau, onder chef van den generalen staf generaal Bla- vier, militair attaché aan het Fransch ge zantschap te Brussel Voor België generaal Galet, chef van den generalen staf kolonel Michem, chef van de derde afdeeling van den generalen staf, waar nemend onderchef van den generalen staf kolonel Van den Bergen, chef van cle eerste Reeling van den generalen staf. Het ambt' van secretaris is toevertrouwd geweest aan kolonel B. M. Estienne, comman dant van het regiment grenadiers te Brussel. Op voorstel van Generaal Blavier, kwamen de afgevaardigden overeen, op dezelfde wijze te werk te gaan als bij de voorgaande bespre kingen (1921—1926), en dus den tekst van het accoord van 7 September 1920 te volgen om er de vereischte juistheid en verbeteringen aan te brengen. Art. 1. „Indien Frankrijk in staat van oor- Jog is met Duitschland of met eenige andere mogendheid, die op de een andere wijze, hoe dan ook, door Duitschland ondersteund wordt, zal België geheel zijn beschikbare macht ter beschikking van Frankrijk stellen. Indien België in staat van oorlog is met Duitschland of met eenige andere mogend heid, die op de een of andeer wijze, hoe dan ook, door Duitschland ondersteund wordt, zal Frankrijk geheel zijn beschikbare macht ter beschikking van België stellen." Art. II. „Deze overeenkomst slaat niet al leen op de Rijngrens zij is toepasselijk op iedere agressie, op weilke grens deze zich ook Voordoet." De beteekenis van het woord „agressie" is nauwkeurig omschreven bij art. I. De En- gelsch-Belgisehe overeenkomst van 7 Juli 1927 heeft aan den anderen kant het getal der te verdedigen grenzen tot twee beperkt. Kolonel Michem stelt het geval van een conflict tusschen Holland en België, waaraan Duitschland vreemd zou blijven, en vraagt of in dat geval het Fransch-Belgisch accoord zou gelden ten gunste van België. Generaal Blavier antwoordt dat de oplossing van dit vraagstuk afhangt van twee factoren 1. de houding van Duitschland op diplomatiek ge bied 2. den oorsprong van den aanval. By art. III leest men hoe generaal Debe ney vraagt, op welke wijze de Belgische staf zich de mobilisatie en concentratie voorstelt. Generaal Galet legt daarbij een tabel over der mobilisatie-centi*a op 12 Mei 1927 vast gesteld (en in het „Utr. Dagblad" ook afge drukt) en schetst den opmarsch zooals de Belgische staf dien heeft ontworpen. Op een vraag van generaal Bineau hoe het Belgische leger op-voet van oorlog zal zijn, nadat de reorganisatie gereed zal zijn, geeft kol. v. d. Bergen daarvan een uiteen zetting. Kolonel Michem doet opmerken, dat het tenminste tot 1934 of 1935 duren zal, v»or men Jwn oordeelen over de uitwerking der militaire reorganisatie, die uitgewerkt wordt. Generaal Galet voegt erbij, dat rekening dient gehou den met de wijzigingen, die aan het ontwerp van den generalen staf zullen aangebracht worden als gevolg van de openbare meening en van het parlement. Generaal Bineau ver zoekt, dat de Belgische generale staf in dit opzicht voet bij stuk zou houden. Bij de bespreking van de vervoercapaciteit der Belgische spoorwegen betoogt generaal Bineau. dat de Fransche concentratie in Bel gië ernstig vertraagd wordt door de ontoe reikendheid van het spoorwegnet in Belgisch Luxemburg en beveelt aan een groot aantal projecten in studie te nemen. Bij art. V worden dan de marséhwegen van een Belgisch-Britsch corps onder Belgisch bevel door Nederlandsch-Limburg aangeduid. Daarover is ook gediscussieerd. Bij de bespreking van art. VI beklaagde kolonel Michem zich overonvcldoende inlich tingen van Fransche zijde en generaal Galet ondersteunt die klacht. Waarom wordeji de namen der onderteekenaars niet gepubliceerd? De „Manchester Guardian" beschouwt de verklaring, door Locker Lampson, den onder staatssecretaris van buitenlandsche zaken gisteien in het Britsche Lagerhuis afgelegd, als zeer geruststellend. Ofschoon uit deze verklaring niet noodza kelijkerwijs volgt, dat het te Utrecht gepu bliceerde document een vervalsching is, het geen het blad als waarschijnlijk beschouwt, is met groote voldoening vernomen, dat de Britsche regeering de onjuiste aantijgingen in het document heeft gewraakt. De Londensche correspondent van hetzelf de blad vraagt in verband met de vaste over tuiging in Nederlandsche kringen, dat de ge schiedenis juist is, waarom 't „Utrechtsch Dagblad" niet de namen heeft gepubliceerd van de onderteekenaars en zegt verder, dat de publicatie van de namen een scherp on derzoek van 't verdrag zal mogelijk maken. Het blad verklaart, meer vcrtroiiwen te kun nen stellen in het verdrag, als de namen der onderteekenaars worden bekend gemaakt. (De namen zijn intusschen door het „Utrechtsch Dagblad" gepubliceerd.) Het oordeel van generaal Snijders. In het „Vad." geeft generaal Snijders een zeer uitvoerige beschouwing over het gepu bliceerde verdrag, waarin hij zyn oordeel als volgt samenvat Zijn dc stukken werkelijk echt, dan hebben wij hier te doen met de voorbereiding eener volkenrechtelijke en zedelijke misdaad een beioep op macht en geweld ter bereiking van imperialistische en chauvinistische doelein den een verkrachting van gesloten verdra gen en erkende rechten een verraad aan goede trouw en welgezinde nabuurschap. Maar zijn zij echt Het is voor den onbe- vooroordeelden en onpartijdigen buiten staander moeilijk hierop te antwoorden en ik zal het niet wagen ten deze een uitspraak te doen. Er zijn in de onthulde bescheiden ettelijke gedeelten die op echtheid zouden kunnen wijzen en die ook in overeenstem ming zijn met reeds eerder of elders bekend geworden gegevens. Andere gedeelten doen twijfel aan de echtheid rijzen. Zeker is het, dat de ontwikkelde plannen uit een zuiver krijgskundig oogpunt, dus met terzijdestel ling van elke overweging van staatkundigen, volkenrechtelijken af moreelen aard, alleszins rationeel en voor het daarmee beoogde stra tegische doel geschikt moeien worden geacht. En zijn enkele tegenstrijdigheden, ook enkele duisterheden, welke zonder andere voorlich ting niet zijn op te lossen en op het ontbre ken van een deel der bescheiden schijnen te wijzen. Ook enkele onwaarschijnlijkheden ik wees reeds als zoodanig op de Anglo-Bel- gische Conventie. Maar het is ook zeer wel mogelijk, dat hier slechts een onjuistheid in den vorm of een leemte in de omschrijving is gebbven. De officieele tegenspraak der onder meer of minder krachtige bewoordingen als ver valsching gebrandmerkte publicatie heeft den gerezen twijfel niet vermogen op te heffen. Voor een deel is 'die tegenspraak zeker het doel -voorbijgeschoten. Zoo bijv. de Belgische minister Hymans, wanneer hij verklaart (ik citeer uit de dagbladen), dat de tekst van het accoord van 4 November 1920 bij den Vol kenbond zou zijn geregistreerd. Dit is onge twijfeld strijdig met de feiten wel werd de zgn. mantelnota of geleidende brief bij den Volkenbond ingeschreven, maar de tekst van het verdrag is steeds geheim gebleven, hoe zeer dit ook in strijd met het pact is. Reeds in 1920 was het sluiten van dit ver drag strijdig met de grondgedachte van den Volkenbond. Maar zeker heeft het zijn reden van bestaan verloren na Locarno, althans voor ieder die gelooft aan de waarde dezer verbintenissen. Wanneer nu dit accoord in derdaad zoo onschuldig is als de Belgische regeering ons verklaartwanneer het werke lijk zuiver defensief is en slechts tegen een niet-uitgelokten aanval van Duitschland is gericht wanneer het accoord beide landen 1 volkomen vrjj en onafhankelijk laat in het bepalen hunner militaire organisatie, wat kan er dan tegen zijn om den volledigen tekst van dit onschuldige en door latere feiten (Locarno) overbodig geworden tractaat bij den Volkenbond te doen registreeren en pu- bliceeren Dit is, dunkt mij, wel het aller minste, wat de Volkenbond en onze regeering mogen verlangen. Doch wat er ook geschiede, der regeering welke geroepen zal worden de Belgisch-Ne- d'erlandsche onderhandelingen over de wijzi ging van het verdrag van 1839 te hervatten, zóu ik willen toeroepen wees op uw hoede wees waakzaam Wees krachtig zonder af te stóoten, wees tegemoetkomend zonder slapte. Het gaat om Nederlands belang en waardig heid, om zijn recht, voorspoed en wellicht om zijn bestaan. Onderhoud met den hoofdredacteur van het „Utr. Dagblad". De „Haagsche Crt." heeft in een onderhoud met dr. P. H. Ritter Jr., hoofdredacteur van het „Utrechtsch Dagblad" aan dezen o.m. de volgende vragen gedaan Men heeft u verweten, de documenten ge publiceerd te hebben, in .plaats van ze ter kennis gebracht te hebben van het depar tement van buitenlandsche zaken. Hebt u ze aan minister Beelaerts van Blok land laten lezen De heer Ritter antwoord de ontkennend. Mogen wij hieruit opmaken, aat inderdaad de minister voor een surprise stond, toen Zaterdagavond de publicatie plaats vond En toen zeide de heer Ritter „Neen, dat zeg ik niet, maar ik heb het departement niet ingelicht". Van andere zijde werd aan de „Haagsche Courant" bevestigd, dat de minister reeds aan het einde van Januari of in het begin van deze maand volkomen op de hoogte ge steld zou zijn van den inhoud der documen ten. Volgens „de Telegraaf" wist men in elk geval niet, hoe, waar en wanneer de publi catie zou geschieden, zoodat de bewuste openbaarmaking in het „Utr. Dagblad" van jl. Zaterdagavond een verrassing voor het departement was. Het „Handelsblad" en het gepubliceerde document. De Brusselsche „Soir" heeft, zoo schrijft het „Handelsblad" verteld, dat men zich te Amsterdam afvraagt, waarom het „Alge meen Handelsblad" het document heeft af gewezen. Het blad vraagt waarom het Han delsbladhet „Utrechtsch Dagblad" er in heeft laten lcopen. Nu onze naam genoemd wordt, wenschen wij, aldus het blad, het volgende mede te deelen Wij hebben inderdaad een aanbod gekre gen tot publicatie, zonder daarbij inzage van het document te erlangen. Vóór wij tot over weging van de publicatie wilden overgaan, stelden wij eenige eischen tot nader onder zoek van de echtheid, die werden afgewezen. Later zijn, naar wij vernemen, aan het „Utr. Dagblad" de voornaamste dezer eischen (welke aan het „Utr. Dagblad" bekend wa ren) ingewilligd. De Minister van Buitenlandsche Zaken en de publicatie. Het Belgische telegraafagentsehap publi ceert een communiqué waarin gezegd wordt, dat de houding van de Nederlandsche bladen in de zaak der door het „Utrechtsch Dag blad" gepubliceerde documenten in Belgische politieke kringen een toenemende veront waardiging veroorzaakt. De hoofdredacteur van het „Utr. Dagblad" heeft verklaard, dat het door hem gepubliceerde document de handteekeningen en stempel van de officieele Belgische instanties droegen. De internationale openbare meening moet hem dwingen, zijn bewijsstukken over te leggen en een nauw keurige reproductie van zijn document te pu- bliceeren. Aan den anderen kant wijst men er op, dat voor de Nederlandsche regeering thans het oogenblik is gekomen om* stelling te nemen. Ondanks de démentis, die ter stond na kennisneming van -het apocriefe do cument zijn gepubliceerd, heeft zij het noodig geacht, te Parijs en te Brussel stappen te doen. Sedert heeft zij officieel kennis geno men van de besliste verklaringen van den mi nister van buitenlandsche zaken, den oud minister van der Velde en van Van Cauwe- laert, den leider der Vlaamsche rechtsche partij. Zij kent ook de eensgezinde protest- betooging van de Belgische Kamer en de be sliste verklaring door de Engelsche regeering in het Lagerhuis afgelegd. Het is daarom noodig, dat de Nederlandsche regeering thans stelling neemt. Zal zij met de Belgische re geering samenwerken, om de intriges te brandmerken, welk in staat zijn, de betrek kingen tusschen België en Nederland te ver troebelen Zal zij haar medewerking aan bieden voor een onderzoek naar de verval- schers en hun medeplichtigen Tot welke houding de Nederlandsche regeering ook zal besluiten, toch zal in ieder geval het volle licht over den oorsprong der desbetreffende manoeuvres worden verspreid, opdat men zal zien, in hoeverre het hier een mystificatie of misdadige intriges betreft, M Belgische persstemmen. De Belgische „Standaard" (het blad van burgemeester Van Cauwelaert) dringt er nog- naals op aan dat een onderzoek wordt inge steld door de Nederlandsche en Belgische regcering in onderlinge samenwerking naar den oorsprong der publicatie. „De Nederlandsche regeering vindt er een gelegenheid om mede te werken tot het be reiken der volle waarheid. De heele aangele genheid is van groot gewicht. Er dient een einde gesteld aan dergelijke practuken. de betrekkingen onder volkeren schaden en, ia er op aansturen om den vrede in gevaar te'brengen. Moest zoo iets hier zijn gebeurd, dan zouden we de eersten zijn om er onze afkeuring over uit te spreken. We hebben trouwens ten allen tijde geprotesteerd tegen de drijverijen van het Comité de Politique Nationale. Die campagne is thans afgeloo- pen. Is het dan noodig, dat er in Nederland oen andere tegen ons wordt ingezet even ver keerd en even nadeelig voor het bereiken eener gezonde atmosfeer Wij hopen, c'at er dan bezinning zal komen, daar uit een nuch tere beschouwing van leiten en omstandig heden toch te duidelijk blijkt, dat aan deze publicatie niet de minste beteekenis kan worden toegeschreven." Vit de Fransche pers. De Fransche bladen blijven hun verbazing uitspreken over de houding van de Neder landsche regeering omtrent de medcdeelmg van het „Utrechtsch Dagblad". Het „Journal des Debats" meent dat zij, alvorens aan de regeeringen te Parijs en te Brussel tekst en uitleg te vragen, een nauw keurig onderzoek naar de herkomst van het gewraakte stuk had moeter. instellen en zoo noodig de wettelijke strafmaatregelen daarop had moeten toepassen Het blad gaat, even als de andere, van de overtuiging uit. dat het een vervalsching betreft. Het neemt aan. dal de Nederlandsche wet. artikelen bevat, die het gebruik bestraffen van een vervalsching die de internationale betrekkingen kan. verstoren. De Nederlandsche gezant te Parijs heeft de voorzichtigheid gehad de opdracht zóo m te Ideeden dat hij aan de Quai d'Orsay verzocht, hem door ophelderingen te helpen de opwin ding weg te nemen, die de publicatie verwekt had. Niettemin kan het blad dien stap moeilijk ^.Information" verwijt den Nederland- schén minister van buitenlandsche zaken lichtzinnigheid. Het „Journal des Débats" trekt uit het incident twee conclusies de onderteekenaars van het verdrag van Locarno en in het alge meen de leden van den Volkenbond kunnen niet te veel voorzorgen treffen om den vrede afdoende te waarborgen tegen ondernemin gen tot het teniet doen van de verdragen. In de tweede plaats moeten de schuldeischers van Duitschland er op het oogenblik bijzon- de- op bedacht zijn, om de toepassing van de nieuwe herstelregeling voor verrassingen te beveiligen. Het blad eindigtHet komt erop aan, dit alles in het licht te stellen en de vervalschers met hun neus door hun vuil te halen. De opvatting van Engeland. Wat Groot-Brittanie betreft is de zaak der Utrechtsche onthullingen na de verklaring in het Lagerhuis Inderdaad afgesloten tot op het oogenblik dat de verzekeringen aangaan de de echtheid der documenten voor posi tiever bewijzen zullen plaats maken. Dc vei- klaring van het „Utrechtsch Dagblad" aan gaande den eigenlijken aard der documenten, afgescheiden van hun inhoud, werd gisteren- ochtend algemeen afgedrukt, maar zij mist nu eenigszlns haar uitwerking en als van den aanvang af medegedeeld was, waar deze pa pieren precies in bestonden, zou dat den in druk in Groot-Brittanië zeker dieper gemaakt hebben en een ernstiger behandeling der zaak gewaarborgd hebben. De beweerde deelneming van Groot-Brittanië is te pijnlijvk, dan dat men niet algemeen graag aanneemt, dat de regeeringsverklaring juist is en wat de con servatieve bladen betreft is de onthulling als zij juist is zoo gevaarlijk, dat eenige yver om haar als onjuist opzij te schuiven niet onbe grijpelijk is. Een officieuze Duitsche persstem. De Diplomatisch Politische Korrespondenz schrijft over dc Utrechtsche onthullingen De ryksregeering streeft er naar elke moge lijke opheldering van de zaak langs diplo- matieken weg tot stand te brengen. Men handelt daarmee niet alleen in het belang van Duitschland, maar ter wille van het vertrouwen, dat de heele wereld stelt in over eenkomsten voor de verzekering van den wereldvrede en in het werk van eerlijke Vol kenbondsleden voor het tot stand brengen van een nieuwe rechtsorde. Europa mag er op hopen, dat het door medewerking aan alle zijden mogelijk zal zijn volledige ophel dering te krijgen. Dit schijnt met het oog op de beslistheid, waarmede het „Utr. Dagblad" zijn beweringen handhaaft en waarmee blijkbaar in heel Nederland die tneening ge*. Weer vn/ Als G.j niet mee wilt doen aan de griep, die Uw vrienden, kennissen en familieleden heeft aangetast, neem dan zoodra de eerste verschijnselen dezer lang niet ongevaarlijke ziekte zich in Uw omgeving voordoen, enkele malen daags de bacteriën doodende Akkcr's Abdijsi- oop. Een zeer bijzon dere bereidingswijze heeft het moge lijk gemaakt in Akker's Abdijs roop de levende krachten van een aantal van ouds bekende geneeskrachtige kruiden in verschen toestand te bewa ren. De ontsmettende, genezende en versterkende eigenschappen dezer krui den nu doen zich bij het voorkomen en bestrijden van de griep dadelijk gevoelen na een kort gebruik van Voorde Borst. Per koker: 11.50, f2.75, f 4.50 deeld wordt, een dringende noodzakelijkheid te zijn voor de rust van de volken. Dat tot deze geruststelling niet bijgedra gen wordt, als in verschillende Fransche bla den heftige aanvallen gedaan worden op de Nederlandsche regeering en in het bijzonder op den persoon van minister Beelaerts van Blokland, die als Volkenbondsgedelegeerde van zijn regeering in de internationale poli-' tiek algemeen, bekend is, hoeft niet betoogd te worden. Maar juist door den persoon van den Neder- landschen minister van buitenlandsche za ken zijn allen, die met hem te Genève ver keerden, ervan overtuigd, dat hier een volko men correcte staatkundige persoonlijkheid optreedt, wiens tot in het kleinste loyale en op verwezenlijking van de Volkenbonds- en menschheids-idealen gerichte houding, de verdachtmakingen en veronderstellingen al te absurd doet schijnen, die bij deze gele genheid in den strijd tegen de publicatie van het Nederlandsche blad tegen hem worden aangevoerd. VLISSINGEN, 1 MAART. Dc langdurige voi'stpcriode. In den afgeloopen nacht is de laagste stand van de thermometer aan het filiaal van het Kon. Ned. Met. Instituut alhier 5 graden Celsius geweest, dus 9 graden vorst Fahren heit, zoodat de temperatuur 16 graden bene den normaal was. De temperatuur was gisteren alleen boven normaal bij IJsland, maar overigens is zij overal ver beneden normaal geweest. De weerberichten voorspellen toenemende kans op dooi. Het is maar te hopen dat de metereologen het aan het rechte eind hebben, want dc langdurige vorst brengt niets dan schade voor tal van bedrijven. Heden op den eersten dag van lentemaand werd nog volop schaatsen gereden en dit op beslist betrouwbaar ijs. Lestheugt altijd best. Wij betwijfelen ech ter of er wel vele menschen zyn die zich her inneren dat in de maand Maart het ijs zoo sterk was, dat daarop gereden kon worden. Wij herinneren ons dat ook in 1888, dus 41 jaar geleden, in het begin van Maart schaat sen werd gereden, doch toen was het ijs van geheel ander gehalte als thans en niet zoo betrouwbaar. In de „Vlissingsche Courant" van Vrijdag 2 Maart 1988 kwam het volgende bericht voor De scheepvaart voor zeilschepen naar Antwerpen is geheel gesloten en alleen stoomschepen, die een aangewezen ligplaats hebben, kunnen nog opvaren, anders moeten zij hun gelegenheid afwachten. De stoombootdienst op Rotterdam was 23 Februari wegens het ijs gestaakt moeten wor- cten. ■v v

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1929 | | pagina 1