%Qê7n&nu\ I betrekkelijk korten tlldj ■roeger was een artikel r, ®nheid en menigeen, di«L reis voor de ramen van] gen, vroeg zich af wat] 5 bezit haast wel een lei I glanzende goedje, dat z allerlei doeleinden Uw Zenuwen VOOR HET KIND <ttnWh\VBrd* VBn 'M,"! i handschoenen, die hden worden getrokken! k kap over de mouwmai lol de japon valt. tws is de handschoen,, (e een geheel andere 1 be onderzijde. Voor Bat wel heel practlsch, e het aanvatten van i I aan den onderkant bovenkant. Zoo zijn er li ■schoenen met .een ele handschoenen mei# herkant. De donkere Jniet vanal de vingerlu^ van den handschoen, t» ols. Voor de rest heettl |e kleur als de bovenkt Jfia-handtaschje. ■p verzoek) Is een patroontje voor t vroeg ons een jongedan- jnze handwerkjes volgt werk gegaan en kwant ischje, dat bij het i_ oplevert en dus zon |der kan worden ver lebben we er voor no. twee bosjes raffia t een stukje voering, satinet of damast. Igaaè knippen we tot i ■ed is en 32 c.M. lang. we met raffia blokjes L bijvoorbeeld over 5 drada 1 de breede en 5 drada I de lengte. Hebben we 1 •kt met platte steken, In lap loopen, dan werka Ikje In andere kleur ■eedte van den lap loopeal laast werken we als leer als het tweede, ■rijen zorgen we dat en. 1 in de lengte boven «zl 1 i de breedte valt, terwijl |>eten verschillen. ibtf- fPj io tn iQtn. /Ol.fl I de kanten af wordt del ongewerkte zijkanten I finnen en naaien er de werk in 3 deelen, elk ien we tegen de voering jte een lapje van dezelfde |rzijde 20, aan de boven* >et zyn. De hoogte moet, den onderkant en na bovenkant 8 c.M. zijn. in d<- bovenzijde rijgen 20 c.M. lengte, e het taschje aan de ïdt cm aan de binnen*, rslag en het tegenover I m drukknoopje aan te bouillon oni met tomatensaus hard gekookte eieren es frites. esters - macaroni met tomatensaus. testers 100 gram, 400 I •ut, 4 eetlepels tomaten 'eetlepels b'oem, 4 af- ?r, 2 theelepels Maggl'e nd een vollen eetlepel kalfsoesters 1» met wat ijzeren potje, waarin heet is gemaakt. Dek het vleesch ïaftgzaant Het volgend oogenblik waren ze boven een groote stad. „Dat is vast en zeker Peking, de hoofdstad van China zei Gerrit. De stad was omgeven door hooge muren, en door de straten trokken lange kameelkaravanen, beladen met thee en andere waren. De menschen keken nieuwsgierig naar bo ven, maar de jongens vlogen kalm door ze hadden van de Chineezen hun bekomst f Ze snelden voort over eenzame hoogvlakten en bergketens, tot ze de zee bereikten de Japansche Zee, want ze moesten immers naar Kiu San, het Japansche meisje (Nadruk verboden.) „Land I" riep Gerrit eindelijk. „Kijk, daar heb je Tokio Onder hen lag weer een groote stad, als een zee van houten huizen Voor de gevels van de winkels hingen kleurige vaandels als uithangbor den, met wonderlijk gevormde gouden letters, maar de jongens konden ze toch allemaal lezen Ook kwamen ze boven een gedeelte der stad, waar meer gewone, steenen huizen stonden, en nog verderop was een prachtig park. Hier daalden ze en neen, zooiets moois hadden ze nóóit gezien. Over de stille vijvers lagen ranke, vreemdgevormds brugjes en boven dat alles hing een rijkdom van blauwen regen de Japansche wistaria Maar ze moesten verder, naar Miyajima, en dus stegen ze weer op. Beneden zich zagen ze de thee- plukstertjes en theeplukkers, temidden van de geu rige struiken ijverig bezig de kostbare blaadjes te verzamelen, die, gerold en gedroogd, de fijnste thee zouden opleveren. En hoog boven de velden verrees eenzaam en statig de oude Fujiyama, de gewijde berg der Japanners. Want volgens den Japanschen godsdienst is deze berg heillj. „Hortsik, naar Hiyajinabeval Hannes, en even later daalden ze snorrend neer bij den oever van de zee. Tegen de helling lag het dorp zacht klok gelui klonk uit de verte. Aan den waterkant ston den wonderlijke steenen lantarens, en ranke hertjes liepen rustig te grazen. Op eenigen afstand liep een Japansch dametje te wandelen. Dadelijk liepen de Jongens op haar toe en vroegen, waar Kiu Hatsu woonde. En nu hoorden ze tot hun verba zing. dat het dametje niemand anders was, dan Kiu San, het meisje dat zy zochten. Hannes bracht nu de groeten over en gaf haar den ring. Het ge zicht van het meisje glansde van blijdschap komnn tct rust en worden gesterkt door Mfjnhardi's ZenuwJ Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten lichtbruin en gaar worden. Voeg, als het te donker mocht worden, wat water bij. Breng intusschen in een emaille pan een ruime hoeveelheid water aan de kook, per liter een eetlepel zout. Laat daarin stuk voor stuk de gebroken macaronipijpjes glijden, zoo dat het water niet van de kook gaat. Sluit de pan en laat de macaroni zachtjes gaar koken (ongeveer i/2 uur). Breng ze over op een vergiet, maar vang het uitlekkende koolnat op. Verwarm ln de thans leege pan roerende de rest van de boter met de bloem tot een gelijk papje, voeg daarbij onder voortdurend roeren langzamerhand zóóveel van het macaroni- nat tot een goed gebonden saus is gevormd (ongeveer 4 d.L. kooknat). Roer er de tomatenpurée door en laat in de saus de macaroni door en door heet worden. Meng er de Maggi's Aroma door, leg ze op een 'schaal om de kalfsoesters heen en strooi over het gerecht de fijngehakte peterselie. Pommes frites. Is de bereiding van pommes frites aan allen bekend Anders herhalen we het nog maar eens. We snijden voor dit gerecht de geschilde aardappelen ln lange, dunne reepjes net als we bij koolrapen doen en zetten ze, bestrooid met zout op een vergiet een kwartiertje weg, nu en dan ze omschuddend. In een ijzeren potje maken we een hoeveel heid slaolie dampend heet en laten er de aardappelen Invallen. Na 5 8 minuten zijn ze alle mooi bruin en gaar. Met een schuim spaan scheppen we ze uit de olie. Janhagel. Benoodigd 250 gram zelfrijzend bakmeel. 350 gram suiker, 200 gram boter, een citroen schilletje, 50 gram gesnipperde amandelen, een paar lepeltjes van een geklopt ei. Bereiding Roer de boter met de suiker tot room. Voeg daarbij het gezeefde meel en het geraspte citroenschilletje en kneed alles goed dooreen. Rol het deeg vry dun uit op een be boterd bakblik, bestrijk den bovenkant met geklopt ei en strooi hierover de gesnipperde amandelen. Bak den koek in een goed verwarmden oven vlug gaar en goudbruin. Laat hem af koelen en snyd hem ln langwerpige, recht hoekige stukjes. Vragen moeten worden gericht aan de Brievenbus dezer courant. Anonieme brieven komen voor beantwoording niet in aanmerking. Mevr. J. M.—K. Een pan die door het koken van appelen Is aangezet, kunt u weer schoon krygen door haar te schuren met een papje van verwarmde slaolie en fyn zand. Natuuriyk terdege met heet water naspoelen. Mevr. M. van den B.—G. Bronzen beel den worden schoongemaakt met een wollen lapie, gedrenkt in slaolie. Daarna afvegen met een droeg doekje. Vooral goed in de hoekjes, daar zich daar anders stof vastzet. Mej. J. O. te VI. Als u de vlek uitwascht met lauw zeepwater, zal ze verdwijnen. Hoe de dief ontmaskerd werd. Reeds den avond tevoren had moeder het voorspeld. „Als we morgenochtend geen dik pak sneeuw vinden," had ze gezegd, „nu, dan weet ik het niet. Ik heb nu en dan van die vreemde steken boven m'n oogen en als ik die voel, dan duidt dat altyd op sneeuw." „De vreemde steken" hadden inderdaad met de sneeuw ln verband gestaan. Toen ze den volgenden ochtend wakker werden, was het eigenaardig licht in ds kamer. De kin deren sprongen hun bed uit en snelden naar het raam. Jawel hoor, alles zag witOp de straten, de boomen, de daken van de huizen en de vensterkozijnen lag een smettelooze, donzige massa en daarboven hing laag een dikke, gryze lucht, die nog meer sneeuw voorspelde. De kinderen juichten van belang. In de jongenskamer maakten Luuk en Frits en in de meisjeskamer Rie en Willy een dansje van plezier. Ze trippelden met hun bloote voeten op het zeil en dachten aan geen kou. .Hebben jullie 't gezien schreeuwde Frits, tikkend tegen den muur, die de jon genskamer scheidde van de kamer der meisjes. „Veel eerder nog dan jullie 1" riep Willy plagend terug, waarop Luuk haar een sneeuw bal beloofde, waar ze stellig onder bedolven zou worden. „Goed Bestglide Willy. „Wacht maar mannetje, ik zal Jou straks eens door de sneeuw rollen tot je me smeekt je los te laten Op die verzekering brak op de jongens kamer zooiets als een Indianengeloei los. Neen maar, wat hadden meisjes toch een verbeelding, vonden ze. Maar ze zouden Willy en natuurlijk ook Rie, want deze zou in die pocherij wel eveneens een aandeel hebben straks wel „klein krygen". Moeder kwam, gewekt door al dat lawaai, eens een kykje nemen. „Zouden jullie er nu heusch niet nog een kwartiertje ingaan?" vroeg ze. ,,'t Is pas half acht en 't Is Zon dag I" Maar een koor van protesteerende stem men klonk op. 't Nog warme holletje tusschen de dekens kon ze geen steek meer schelen. Nu ze sneeuw hadden gezien, waren ze niet meer te houden. Ze kleedden zich dan ook vliegensvlug aan en toen ze gereed waren en naar beneden stoven, wilden ze regelrecht de gang door en den tuin in. Maar moeder wachtte ze aan de trap op en dreef haar druk en woelig viertal eerst de huiskamer in om by den warmen haard een warmen neus te halen en zich even goed te doen aan een dampend kopje thee met een beschuitje. Nauweiyks was dit op of ze stormden naar buiten. Luuk nam een aanloopje en liet zich midden in de sneeuw neerploffen. Dit was het sein om hem te bekogelen. De sneeuw ballen vlogen bU zes, zeven tegeiyk door de lucht. Luuk zag van boven tot onder wit. „Je lykt wel een oliebolgierde Rie. „Jammer dat we pas Oudejaar hebben ge had Je zou vast geen raad figuur als be suikerden oliebal hebben geslagen PatsVoor straf kreeg Rie twee sneeuw ballen, waarvan er een net op haar neus uit een ketste. „Luuk, weet je wat je Ujkt?" riep Willy. „Een sneeuwpop „JaPreciesriepen ook Rie en Frits en dadeiyk daarop volgde een éénstemmig JLaten we een sneeuwpop maken 1" Weldra waren vier paar handen, die geen kou schenen te voelen al zagen ze paars, yverig aan 'fc werk en langzaam, maar zeker, verrees daar midden ln den tuin het beeld van een sneeuwman. Ze waren zelf verrukt over hun kunstwerk. Willy ging moeder halen en ook deze was vol bewondering. „Is vader al op, moeder vroeg Luuk. „Ik geloof dat ik zooiets al heb gehoord za moeder. „Rcr nwsir eens, dan kan vaclei den sneeuwman vast voor het raam zien." „Vader Vader gilden ze. Geen antwoord. „Mep een sneeuwbal tegen 't raam stelde Willy resoluut voor. Luuk had er al een klaar en net had hy deze met een zwaai in de richting van vader's slaapkamer gegooid of het raam ging open ende sneeuwbal kwam precies in vader's gezicht terecht Ze proestten het uit. Vader zelf niet in 'fc minst. „Wacht maar riep hy en hy maakte ballen van de sneeuw, die op de vensterbank lag en wierp deze naar beneden. En vader wierp goed ook. Menige bal bereikte zijn doel. ,Hériep vader ineens, „Wat is dat voor een bleeke sinjeur daar midden in den tuin „Een sneeuwman, vader Hoe vindt u onzen sneeuwman .Krachtig 1" prees vader. „Maar zoo'n def tig heerschap dient een hoogen hoed op te hebben. Ik heb er wel een. Wacht maar." Vader verdween van 'fc raam en de anderen bleven er onder staan praten. Plotseling, midden in een gesprek over sleden, viel er iets naar beneden, 'fc Was een hooge, zijden hoed, die met de opening precies op Frits' hoofd terecht kwam en halverwege over zyn gezicht zakte. Aan 't lachen scheen schier geen einde te komen, 'fc Was me dan ook een vertooning Maar hoe grappig Frits ook den veel te wyden hoed stond, hy verhuisde toch naar den bol van den grijnzenden sneeuwman. Toen ver- maakter ze zich nog een poosje door te pro- beeren den hoed met sneeuwballen af te mikken en daarop was het tyd voor het ontbyt. Met vuurroode wangen, en oogen nog tin telend van pret, zaten ze aan tafel. Ze brach ten een buitengewonen eetlust mee en moeder moest wel tweemaal de broodschaal vullen. Ineens riep Rietje verschrikt„O lieve tydIk ben myn ringetje kwyt 1" Een ieder keek naar Rietje's hand, waar aan het smalle gouden bandje met het schit terend roode steentje, dat ze met Kerstmis van oma had gekregen, ontbrak. „Ligt het misschien nog op de wasch- tafel opperde vader. „Vast niet. Neen, vast niet," stamelde Rie ontdaan. „Ik doe het nooit af." „Had je het vanmorgen nog aan?" „Janeen"aarzelde Rie. „Eigeniyk weet ik het ook niet." „Tjazei vader, „dan is het zoeken lastig." Rie begon al te huilen. Ze was dan ook zoo biy geweest met het ringetje, waar ze zoo naar had verlangd. Maar moeder troostte haar. ,Kom, nog maar niet alle hoop opgege ven. Misschien is het vannacht met woelen van je vinger gegleden en ligt het nog tus schen de lakens." „Daar zul je het hebben schertste vader. „Het ding bedankte er natuuriyk voor om ln de kou te zyn en besloot nog wat tusschen de warme dekens te blyven Maar Rie vond toch niets. Ze klopte de dekens en lakens uit, keerde de matrassen om, doch er rolde geen ringetje op den grond. „Dan is er nog de mogeiykheid dat je het in de sneeuw verloren hebt," zei moeder, waarop Rie met een schep den heelen tuin ging doorzoeken. Tevergeefs, 'fc Ringetje met het roode steentje was weg en bleef weg 1 Opnieuw barstte Rie in tranen uit en er was niemand, die haar troostte, want Willy en de jongens hadden het zoeken allang opgegeven en waren op de straat, voor het huis, gaan sleetje ryden. Daar kwam vader den tuin Ingestapt. „Wel RIetepetiet, zorg jy dat we nog een beetje water krygen 't Lekt en druppelt an ders al genoeg, hoorMerk je wel hoe het warme zonnetje de sneeuw doet smelten „O vader en.enne 't was toch zoo mooi Zoo vreeseiyk mooi f Op school vond iedereen het even prachtigsnikte Rie, ongevoelig voor het feit dat de zon de sneeuw in water deed verkeeren. „Tja", zuchtte vader, „tja, 't is een naar gevalDe eenige troost ls, dat het nog we) eens opnieuw Kerstmis zal zyn en je dan weer een ringetje zou kunnen vragen, Ik. Ze stoven e llebei verschrikt een eind ach teruit. Vlak voor hun voeten was Iets neer geploft. Het hoofd van den sneeuwman, die door den gloed van de stralende zon al hoe langer hoe magerder en zieliger was gewor den, had zich eindeiyk begeven en lag daar in waterige sneeuwhoopjes op den grond. Ver bouwereerd stonden vader en dochter er op neer te zien, maar ineens schreeuwde Rie „M'n ringetje en uit de waterige hoopjes sneeuw had ze iets glinsterends opgeraapt. Inderdaad, het was het verloren gewaande sieraad Natuuriyk was het by het maken van den sneeuwman van Rietje's kouden vinger afgegleden. Nu had ze het terug Wat een vreugde Maar nu moesten de anderen het gauw weten. Rie riep ze allen in huis en vertelde daar in kleuren en geuren de gelukkige ont dekking. „Zoo'n dief riep Frits, op den sneeuwman doelend. Wie zou hebben gedacht dat zoo'n hoog gedopte heer nog zulke streken zou uithalen, hè „Maar de zon heeft hem ontmaskerd riep Rie en ze ving de gouden stralen, die door het raam naar binnen vielen, in het mooie roode steentje van haar weergevonden schat op. Ons leuk RaadseJhoekje. De raadsels leken niet zoo moeliyk, maar o wee, by het oplossen vielen ze lang niet mee dat rymfc, hè Maar wéér is het. Vooral dat laatste raadsel kon niet iedereen oplos sen. Zoo zien we al weer, dat schyn bedriegt. Luister eens wie 5 goede oplossingen hebben ingestuurd Kruidje roer my nietKlaver blaadje n Vlindertje Hannes Mop Narcis; Goudkindje Prinsesje Sterremuur Wim en Beppie Louwerens Jacob van Hiele; Ramme laartje ^Ivert Hertstein. 4 goede oplossingen stuurdenHand werk- stertje De Sportvriend Tuiniertje Lenie ten Heuvel. De oplossingen zyn 1. Maas sluis. Maassluis. 2. Overflakkee. 3. Al va. Alva. 4. Kan Aal Rek Wei Een Iep Dus Karwei. 5. Kamerameublement (beuk-lam-mat-em- mer-naam-een). Daar zijn alweer nieuwe raadsels. Onder de goede oplossers zal het tweede deel van „Arretje Nof" verloot worden. Wie dat boekje al heeft, moet het maar schryven, die dingt dan natuuriyk niet mee. Want om twee zelfde boekjes te'bezitten, daar heb je niet veel aan. Daar komen de raadsels dan 1. Maak uit de volgende dooreen geworpen letters den naam van een plaats in Friesland oetnsarv. 2. Myn eerste deel vind je in de gang, mUn tweede in een schilders-werkplaats. Het geheel vind je soms in deuren en ramen. (Beide ingezonden door Apolonia van Liere) 3. Het geheel bestaat uit 16 letters en is de naam van een admiraal uit de Vaderlandsche Geschiedenis. 11, 10, 5, 4 is een ander woord voor oogen blik. 6. 15, 6, 7, 9 is een bloem. 1, 2, 3 is een Jongensnaam, die ook meisjes wel dragen. 8, 4, 9, 12, 13 is een winterspys. 16, 7, 14 is iets waarin men beelden plaatst. 4. ..x.. is een jongensnaam. ,.x.. ls een ander woord voor spieder. ..x.. is een stad in Zuid-HoUand. ,.x.. is een roofvogel. ,.x.. is een lichaamsdeel. ..x.. is een bekende stad in EJrankrJjk. ,.x.. is een plaats in Drente. ..x.. is fijngemalen steen. ,.x.. ls een jaargety. Op de kruisjesiyn komt van boyei^ naar onderen gelezen de naam van een plaats in het Gooi. S. Met een maak Ik leven, met een h wuif ik zachtjes in den wind, met een p ver hef ik my hoog in de lucht, met een z zwem ik in het water. De oplossingen moeten uiteriyk Dinsdag avond aan het bureau van de krant zyn. Op de enveloppe of het netjes dichtgevouwen briefje moet staan Aan ons leuk Raadsel - hoekje, de Vlisslngsche Courant te VHssingen. Ons gezellig Brlevenhoekje. Wim en Beppie Louwerens. Neen hoor dat ls heelemaal niet erg. Moeder zal het wel' zóó doen, dat Jullie toch zelf ook moeten na denken. Wat een lieve moeder, hè, om haar drukke werk in den steek te laten en zich met Jullie over de raadseltjes te bulgen. En Bep, nu even een woordje alleen voor Jou, hoewel Wim ook mag luisteren, dat spreekt vanzelf. B(J voorbaat al wel gefeliciteerd met den grooten dag van morgen. Tante Truus hoopt dat Je een heel groote Bep wordt, waar we allemaal tegenop moeten zien. Een prettig dagje, hoor en de volgende week moet Ja maar eens schrijven hoe het allemaal was. Groeten aan moeder terug. Prinsesje Sterremuur. Lieve Prinses Sterremuur Daar je een briefje schrijft, dat vol staat met mededeelingen aan mij gericht, neem lk de taak van mijn vrouw over en schrijf je eigenpootig een briefje terug Ik bedank Je wel voor Je vriendelijke groeten en zal eiken dag naar je uitkijken om te zien of Je al komt. Want ik ben dol op kluifjes, moet Je weten. Ben Je zoo nieuwsgierig oni te weten hoe ik er uit zie Nu. ik ben natuurlijk een pracht van een hond M'n vrouw heeft me gisteren Juist gewasschen, alleen maar, ver beeld Je, omdat lk een beetje bemodderd thuis kwam Heeft zy altijd schoone schoe nen aan als ze over een vleze straat heeft ge- loopen Enfin, op dat gewasch ben lk heele maal niet gesteld, maar om m'n vrouw een plezier te doen, houd Ik me maar stil. Als Ut afgedroogd ben, krijg lk een koekje, nu en dan kijk Ik m'n vrouw maar weer vriendelijk aan. Nu dag Prinses Sterremuur. Ik maak een diepe buiging voor uwe Hoogheid en ben. Hoogachtend uw dienstwilligen dienaar PRINS. Goudkindje. Dat zal wel een aardige op voering worden. En ben jy dan Goudkindje k Ben nieuwsgierig wat dat Goudkindje alzoo op die reis beleeft. Misschien vertel je het de volgende week wel eens. Narcis. O, o, wat zit die stoutigheid er dan al vroeg in I En steekt hy tegen vader en moeder ook al zyn tong uit? Wat een on dankbare broeren dan verwennen jullie hem nogal zoo I Handwerkstertje. - Dus dat is dan een em dat Je ze best zelf kan maken, t Waren mooie raadsels, hoor De Sportvriend. - Krygen we nog eens een sport-raadsel Dat vinden de Jongens zoo leuk. Hannes Mop. Best Hannes Je bent, dat begrijp Je al, van harte welkom Lenie ten Heuvel. Arme moeder I Geluk- kig dat ze Jou heeft en ze nu niet behoeft te tobben hoe alles ln de hulshouding zal gaan. Want Ik geloof wel, dat Je een handige Lenie Jf. n,le,' Zet maar oen heeI opgewekt, gezichtje, al lykt het werk Je soms ook wat zwaar. Want een opgewekt gezicht om zich heen zal moeder stellig opbeuren, 't Beste er mee. Jacob van Hiele. En ls Kora weggeble ven ook Dat geloof lk niet, anders zou je er wel meer van geschreven hebben dan dat eene zinnetje. Een paar mooie cyfers 1 Het eerste is zeker voor schrlfteiyk, het tweede voor mondeling, ls 't niet Die ongelukkige JaimyNooit die dingen al te dicht by de kachel hangen, hoor J!tadertJe- Nu' da' 15 óan een meeval, lertje voor Slen. 't Had evengoed anders kun nen zyn, dat merk Je wel aan ons Klaverblad. Heerlyk, dat Jullie het altyd zoo goed met elkaar kunnen vinden I Al die gezellige avondjes thuis zul Je niet licht vergeten Klaverblaadje II. Wat zal moeder ln haar schik zyn geweest i De tasch zal er wel mooi hebben uitgezien, 't Was natuuriyk „Net iets wat lk noodig heb!". Wat een narigheid met dien voet van je. Houd nu maar goed rust, dan kan Je met een paar weekjes weer de polka dans»n Kruidje roer me niet. - Dat was natuur- U* een kou-tje I Gelukkig dat Je gauw naar bed bent gegaan, zoodat Je ook weer gauw

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1929 | | pagina 7