500
300
150
100
25
Eerste blad
9 januari
1000
WOENSDAG
No.
iigava: Firma F. VAH DE VELDE Ir., Walstraai 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 00287
Verschijnt da:e ijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
ADR1AAHSZ. DE RÜYTER
BINNENLAND
Stads- en Provincienieuws
lied van toestelbouw,
ekstoestellen betreft, doeüj
ie apparaten,
danken we in de eers{<
uitgevoerde onderdeety
elfbouwer bereikbaar
ien en -schalen zijn keu
oral de zgn. trommel-aani.
ibele condensatoren gen
t maken van een keurilfl
ombinatle van twee sulk
keurig op een brocj
;rd zijn, krijgt de from
abrieks-idee". Bovendit
le knoppen ook in ahdei
alleen verkrijgbaar, geh*
g met de kleur van hej
er is een enorme
^derdeelen waaruit eej
i te maken. De spoel-<
gstuk op zichzelf dat
handigheid wel tot opj
Op het frontpaneel
eerlijk gezegd C«S
LIS5IINÜ5CHE COURANT
IBONNEMENTSPRIJSVoorVlissingenende gemeenten op Walcheren ƒ2.20 per 3 maanden,
■anco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove-
;e landen bij wekelijksche verzending 3.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct.
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent Bij abonnement
speciale prijzen. Reclames 50 ct p. regel.KIeine advertenties betreffende Huur enVerhuur.Koop
en Verkoop, Dienstaanbiedingen en -Aanvragen van 15 regels 75 ct, iedere regel meer 15 ct
|e abonné's in 't bezit eener
jlis, zijn GRATIS verze
gd tegen ongelukken voor:
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij
door
een ongeluk.
dood
gulden bij verlies
van een
hand, voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bij verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
telling kan zeer nauwket,"p6§a!'3nd00Fïi6 oplaag 5100 Ex.
schleden, de koppeling ej
nummer bestaat uit 2 bladen.
rdt er geheel door bedot]
ipoelen achter het front]
last met het omwikkelt
jet opklapbaar zijn of dl
worden door 't paneel gejl
nog slechts over het ge-
speciale inbouw-spoel-
beschouwingze zjjip
voldoen ook niet alle.
an de spoelen aftakkin-
schakelaars het juist*
zetten. Sinds lang heeftj
verlaten, omdat de selec-
ng is en korte-golf-ont.
[- en een voor het korte,
ene of het andere spoel.
een schakelaar op he£<
iermede wordt de maxi-
sterkte en vooral selecti-
tulsteren op de korte-goll
kortgesloten worden mei
e spoelen in serie schake»
■golf-stations en parallel
iet lange-golf-gebied
één spoelstel en voor hel
erop een tweede spoelstel
By al deze method'ei
waar dat de selectiviteit
i opgevoerd kan worden,
aren geheel te ondervan-
mvoudig. De grootste se-|
reischt voor het lange-
wil Kalundborg vril vaal
vrij van Huizen en ot
i-golfstations vijf of zes
er niet zoo op aan, ef
tn genoeg over. We gj
ooals die bij het toesi
precies volgen en zettei
het lange-golf-gebied
schil, dat bijv. spoel 150]
en 50 met elkaar in seri<
t lange-golf-gebied wor»
die in het toestel aan»
en kunnen er geen ver»
selectiviteit gelijk aan
spoelen volgens
Voor het kortegolf-gebied
er twee spoelen Ingezet
(dus 6poel 50) en komen
is door zonder omwisse
lt groote voordeel is hier
Taatspoelen die ieder#
I gebruikt kunnen worden
'oude materiaal bruikbaar
[voor ombouw van uitwis
selbare spoelen beperken
en van een nieuw front»
de zieken.
het comité tot verkrij-L
voor het gebouw
te Gouda, het resultaat!
radio-installatie, over
stuur der wijkverpleging.]
waar deze plechtigheid
microfoon opgesteld,
ken woord ook in de zie*
i gevolgd,
het comité, ds. Voor»
zijn rede, van de groote
bet plan in stad en om
en en wees er op, hoe de
tot verbetering van
oestand der kranken en
en opbeuren, bemoedigen
it uit een Philips' ont-
een 10-Watt-versterker,
slefoons en 12 luidspre»
jloten. Vanuit het toestel IJ
le leidingen en wel naar
verdieping, de zusterka»
sthuis. Op het oogenblik
['an 21 koptelefoons en A
de gelegenheid gesteld
ieten.
door
Prof. Dr. P. J. BLOK.
VII.
De Ruyter's dood.
Op Zondag den 22en April, vroeg in den
Een andere mogelijk-8norgen kwam de vijand in het zicht van De
an twee spoelstellen, eei$|tuyter, die de baai van Agosta had verlaten,
lp het bericht van het naderen der Fran
schen, om hen tegemoet te gaan. De Fran-
«che vloot bestond uit 29 flinke schepen met
branders en 5 kleine fregatten, gecomman-
iet verkregen. Er staaljjjjleerd door Du Quesne zij was bemand met
lange- en het korte. Co.000 man en bewapend met ruim 1760 ka-
hoewel ongebruikt, aan JLonnenzoowel bemanning als uitrusting
verbonden- wat verliezeu^aren van uitstekend gehalte. De verbonden
TE VLISSINGEN
|ari
0.21 12.39
0.56 13.15
uto's en Fietsen
nuarl uur
9 4.35
10 4.37
4.38
11
parnsch-Nederlandsche vloot was niet al
en numeriek veel minder talrijk maar de
ipaansche uitrusting en bemanning was ge-
irekkig en slecht geoefend. De Ruyter vormde
et zijn eskader de voorhoede, de Spanjaar-
en den middeltocht en het eskader van Den
!aen de achterhoede, het zwakke en bij een
;evecht weinig betrouwbare Spaansche eska-
ler werd dus tusschen de beide Staatsche ge
kaatst. De Fransche voorhoede stond onder
'Alméras, de middeltocht onder Du Quesne,
,e achterhoede onder Gabaret.
Op de buitengewoon kalme zee „le canal
ie Versailles", zegt Du Quesne kwam de
'erbonden vloot van de baai van Siracusa uit
.ngzaam op de Franschen af. Eerst om-
itreeks 4 uur bereikte De Ruyter in het ge-
.cht van den Etna dwars van Catania met
idjn voorhoede eindelijk die des vijands onder
•'Alméras, op wien hij zich met zijn gewone
ilan stortte, hopend de vijandelijke voorhoede
;e verslaan en zich dan tegen „de rest" te
:eeren. Een hevig gevecht op een musket
schot afstands ontstond toen tusschen de
beide voorhoeden, maar noch de Spanjaar
den noch Den Haen, die achter De Ruyter
aankwamen, steunden hem naar zijn ver
wachting. De Franschen leden zware schade
aan masten en touwwerk D'Alméras werd
omstreeks 5 uur in het „duel" tusschen de
beide admiraalsschepen gedood, zoo ook een
zijner beste kapiteins. Ook het Staatsche
eskader leed reeds spoedig veel schade vijf
schepen moesten zich door de galeien uit het
gevecht laten wegsleepen, maar het verlies
aan manschap was hier aanvankelijk minder
groot.
Reeds een half uur na het begin van het
gevecht ondervond echter de verbonden vloot
het grootste ongeluk, dat haar kon overkomen.
Een kanonskogel trof De Ruyter, die op het
„zonnedek", de kampanje, in zijn stoel zat te
commandeeren, aan den linkervoet, nam het
voorste deel daarvan weg en verbrijzelde ver
volgens de beide pijpen van het rechterbeen,
een handbreed boven den enkel. De gewonde
viel zeven voet naar beneden op het opper
dek, maar liep bij dien val slechts een hoofd
wond van weinig beteekenis op. Hij bleef
redelijk bij kennis en trachtte, naar men
meldt, uit zijn kajuit, waar men hem ver
bond, de zijnen te midden van zijn pijnen
voortdurend aan te vuren, roepend „houdt
moed, mijn kinderen, houdt moedzoo moet
men doen om do zege te verkrijgen". Hoe dit
zij, kapitein Callenburgh, die hem dadelijk
had laten opnemen en wegbrengen, wist het
gebeurde geheim te houden en liet de admi
raalsvlag waaien, zoodat niemand bemerkte,
dat de admiraal zelf „niet present was".
Callenburgh nam ook de verdere leiding van
het gevecht op zich, met groote bekwaamheid
zijn chef vervangend, die echter niet ophield
met hem van raad te dienen, zooveel hem dit
mogelijk was.
Het gevecht ging met groote hevigheid
voort en het eskader van De Ruyter, dat de
Fransche voórhoede na een paar uren van
hevigen strijd in verwarring gebracht had,
kwam ten slotte tegenover Du Quesne en
diens middeltocht te liggen. De Spanjaarden
waren op een aanzienlijken afstand van de
strijdende voorhoeden gebleven en schoten
uit de verte op Du Quesne. Beter dan de
middeltocht hield zich het eskader van Den
Haen. Omstreeks 7 uur trok Du Quesne zijn
toen zeer verspreide scheepsmacht samen en
hield langzaam van de verbonden vloot af, die
haar in den maneschijn nog een uur, lang
vervolgde. Den volgenden morgen hadden de
beide vloten niet veel lust meer in een nieuw
gevecht, de Staatsche vloot zeilde den 23en
naar de baai van Siracusa. Van een eigen
lijke overwinning was voor geen der beide
partijen sprake. Een Fransch convooi kon
vanuit Toulon Messina bereiken, zoodat het
tactische zoowel als het strategische voordeel
aan de zfjde der Fransehen was. De schade,
aan de Staatsche vloot toegebracht, was zeer
groot, vooral door den zwakken bijstand der
Spanjaardenwaarvoor De Ruyter in al zijn
brieven al gevreesd had. Vandaar dan ook,
dat hij gaarne een sterkere vfoot had mee
genomen uit het vaderland. Dit zal een scherp
en verdiend verwijt blijven aan hen, die De
Ruyter met een zoo zwakke macht op een
zoo gevaarlijke expeditie hadden uitgezonden.
Van den 23en April tot den 6den Mei ankerde
de verbonden vloot in de baai van Siracusa.
De zware beenwonden van De Ruyter wa
ren door den „oppermedicijn" der vloot, dr.
Johan Mannart, en de beide chirurgijns van
het schip aanstonds in de kajuit van de
Eendracht zoo goed mogelijk verzorgd. De
gewonde, slechts kort door den val bedwelmd,
leed veel pijn, vooral toen den volgenden
morgen de wonden met brandewijn werden
uitgewasschen en gezuiverd, maar er bestond
hoop op genezing, want er was geen spra e
van koorts. Ook de eerstvolgende dagen ver
liepen zonder ernstige verschijnselen: hij
rustte, ondanks zijn pijnen, veel en kon „re
delijk" gevoed worden. In en na den slag
toonde hij zich geduldig en berustend en zocht
troost in gebed en bijbelsche spreuken en uit
spraken, waarbij de bijstand van den getrou
wen Westhovius en de herinneringen aan zijn
eigen kennis van den bijbel hem van grooten
dienst waren. Vooral de woorden van Psalm
119 vs 11 ,.'t is my zoet, dat ick verdruckt
ben geweest, opdat ick uwe insettingen leer
de" en de troostwoorden van Psalm 42, vers
6 8 9 waren telkens in zijn mond. Maar, te
midden van z«n eigen pijnen, vergat hij het
lijden der andere gekwetsten en ook de be
langen van de vloot niet. Hij bad volgens
Westhovius, die ons zijn laatste woorden uit
voerig heeft gemeld, nog gedurende den slag:
„Heere, bewaar 's Lands vloot, spaar genaa-
diglyk onse officieren, matrozen en soldaten,
die voor een kleen geld zooveel ongemaks en
gevaars uitstaan. Geeft hun kloekmoedigheid
en kracht, opdat w« onder uwen zegen de
overwinning mogen wegdraagen. Heere, geef
nu een gewenschten uitslag in mijne zwak
heid gelijk gij uwen volke gaaft, toen ik sterk
was opdat het blijke, dat wy aUes door D
doen en dat Gij 't alleen doet zoowel door
zwakken als kloeken, zoowel door weinigen
dan door velen." Geduldig sprak hij „Aan
dit ellendig lichaam is weinig gelegen, als de
kostelijke ziel behouden word. Myn pyn is
niet te achten bij d'onuitsprekelijke smert en
smaad, die onze Heiland onschuldig leed om
ons van d'eeuwige pyn te verlossen." Een an
dermaal bad hij „Geef my de lydsaamheid
tot een sterkte myncr ziele, opdat ik mag
volstandig blijven tot den einde toe nadien
de lydsaamheid toch meer overwint dan de
kracht". Hij beklaagde zich wel, dat hü „hier
soo liggen moet" en ,,'s Lands dienst niet kan
betrachten". Maar nog achtte hij zich „op de
post daar my God geroepen heeft, en wil
Hy my ook uit dit leven roepen, ik ben ge
reed en bereid." Van de zijnen thuis sprak hij.
tot het laatst toe weinig, zich gelukkig ach
tend, dat z« hem in z«n droevig lijden niet
mèt hunne droefheid mogelijk konden „be
zwaren" en hem niet beklaagden „met bittre
tranen", terwijl hij hen weldra hoopt te vin
den „in deeuwige vreugde", zooals hij zich
uitdrukte, toen zijn toestand een ernstiger
karakter begon te vertoonen. Hij nam nog
wel deel aan de opstelling der brieven en het
rapport, al liet hu ze door den secretaris
Van der Poort namens hem onderteekenen.
Op denzelfden dag toen deze stukken wer
den verzonden en ook de zijnen over het ge
beurde waren ingelicht den 26en kwam
de wondkoorts, die vooral den 28sten en in
den daarop volgenden nacht onder „onver-
dragelycke smerte en swackheyt des h-
chaems" zijn krachten snel deed afnemen.
Met gevouwen handen lag hij sedert dien, e
einde wachtend met de woorden uit den
63sten Psalm „O God, gij z«t mijn God, ik
zoek U in den dageraad, mijn ziele dorst naar
U, in een land, dor en mat, zonder water.
Toen in den middag van den 29sten de
vehemente koortse" afnam, was de doods
strijd reeds begonnen, Zijn stem verzw: :te
merkbaar en hij hield weldra op te spreken.
Westhovius bad op zijn verzoek aan zijn sterf
bed God om een „salige verlossing". Ettelijke
uren leefde hij nog, omringd door zijn be
droefde officieren en dienaren, om in den
avond van dien dag tusschen negen en tien
uur „seer sachtjens", schrijft Van der Poort
den len Mei aan Cornelia De Witte, „op
't bedde van eer" te ontslapen.
Het balsemen werd door Mannart niet dan
onder groote bezwaren volbracht wegens het
„seer corpulent lichaem" van den doode en
de „groote hitte". De ingewanden moesten na
tuurlijk zoo spoedig mogelijk worden begra
ven en de regeering van Siracusa trad daar
over uit eigen beweging in onderhandeling
met de geestelykheid der stad over de be
grafenis daarvan in een der kerken. Zonder
toestemming van den Paus ging dat niet en
deze woonde te ver af. De stadsregeering bood
aan de ingewanden In het stadhuis zelf onder
een waardigen gedenksteen te begraven. Dit
wenschten de Staatsche bevelhebbers niet. Men
besloot ze „incognito" bij te zetten in een
kleinen heuvel op een door de zee bespoel-
de landtong. Alle hoofdofficieren, kapiteins
en andere „commandeurs" van de vloot, in
het bijzonder alle officieren en „domestie-
ken" van de Eendracht waren daarbij tegen
woordig. Westhovius sprak een gebed uit.
Tien dagen later hield hij op de Eendracht
een plechtige lijkrede. Voor de nagelaten
goederen zorgde Callenburgh, door den thans
als opperbevelhebber der Staatsche vloot op
getreden Den Haen provisioneel tot vice-ad-
miraal benoemd hij werd bij die zorg gehol
pen door de beide knechts van den over
ledene, wiens gebalsemd lichaam werd ge
plaatst in een looden kist in diens eigen ka
juit. Daar heeft het temidden van zware ge
vechten en gevaren nog maanden lang ge
staan, alvorens het in het vaderland aan
kwam.
Het bericht van de ernstige verwonding
van den admiraal was den 28sten te Palermo
ontvangen en de onderkoning betuigde Den
Haen, temidden der heerschende ontsteltenis,
aanstonds zijn hartelijke deelneming. Die be
tuiging werd vergezeld van een vereerend
schrijven van den Koning van Spanje aan
De Ruyter nog van den 18en Maart met toe
zegging van 6000 ducaten jaarlijks uit de ver
beurdverklaarde leenen van het Koninkrijk
Sicilië. Die mededeeling kwam eerst den 3den
Mei te Siracusa aan en heeft dus den admi
raal niet meer bereikt, evenmin als het be
richt van diens verheffing door den koning
tot hertog en van een nieuwe schenking van
2C00 ducaten jaarlijks uit het eerste leen, dat
in de Italiaansche, van de Spaansche kroon
afhankelijke, landen zou komen te vervallen.
Na den dood van De Ruyter werd het eer
bewijs voor den grooten admiraal door den
koning (5 Augustus 1676) overgedragen op
diens zoon Engel, die den hertogstitel evenwel
voor ons land minder geschikt achtte en
dezen liever in den titel van baron veranderd
wilde zien, wat den 4en November 1677 bij
koninklijk diploma ook is geschied.
Den 6en Mei ging de vtoot naar Palermo,
waar zij den 13en Mei aankwam. Met den
dood van De Ruyter scheen echter „alle
heyl" van de vloot te zijn geweken, schrijft
Van der Poort dien dag moedeloos. In Paler
mo vond men slechts gebrekkige middelen van
herstel en men verwachtte van de Spanjaar
den weinig of geen'militaire hulp. Den 31en
Mei werd de Staatsch-Spaansche vloot ten
oosten van de baai van Palermo aangevallen
door de Fransche vloot. Drie Staatsche, even-
zooveel Spaansche schepen vlogen in de lucht,
Den Haen zelf sneuvelde evenals schout-bij-
nacht Middellant. Gelukkig bleef de scherp
aangevallen Eendracht, waarop Callenburgh
zich dapper verdedigde, en daarmede het lijk
van De Ruyter, gespaard. Gebrek aan munitie
bij de Franschen verhinderde de algeheele
vernietiging der vloot. De predikant West
hovius werd een paar dagen later belast met
het overbrengen van het droevige bericht der
nederlaag bij Palermo. Toen hij den desolaten
toestand onzer vloot had medegedeeld, werd
de schout-bij-nacht Philips van Almonde uit
de Oostzee ontboden en half Juli naar Napels
gezonden als opperbevelhebber van wat er van
de vloot van De Ruyter nog over was. Maar
het einde der ongelukken van de rampzalige
vloot was nog geenszins bereikt. Voordat
Almonde te Napels aankwam, richtte een
zware epidemische ziekte, de roode loop, ge
volg van ontbering en slecht voedsel, bij de
Staatsch scheepsmacht te Palermo nieuwe
verwoestingen aan de kapiteins De Sitter,
Andringa en Teding van Berkhout, 7 luite
nants, dr. Mannart zelf en vele matrozen vie
len er aan ten offer.
Nu besloot men de vloot, nog veertien zeilen
sterk, uit de onveilige en in den heeten zo
mer ongezonde baai van Palermo naar Na
pels te doen vertrekken onder Callenburgh als
voorloopig vice-admiraal. Den 6en September
verscheen Almonde aldaar. Begin October
ging men naar Cadix, den 18en November van
daar naar het vaderland den lOen December
kwam Almonde met zijn schepen voor de
vaderlandschekust, doch strenge vorst
en ijsgang beletten hem binnen te val
len, daarom ging hij naar de baai van
St. I 'elens bij Wight en vervolgens naar de
reede van Portsmouth, vanwaar hij eindelijk
na het invallen nan den dooi, eerst 30 Ja
nuari 1677 te Hellevoetsluis met zijn schip en
het itoffelijk overschot van De Ruyter bin
nenviel. Lodewijk XIV had bevel gegeven, dat
bij het passeeren van de Eendracht met De
Ruyter's lijk langs de Fransche kust, als dit
daar bekend was, een eeresaluut zou worden
gebracht.
H. G. VAN GROL.
Wijziging der leerplichtwet.
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp
ingediend tot wijziging van artikel 3 der leer
plichtwet. In de toelichting merkt de mi
nister van onderwijs, kunsten en weten
schappen het volfgende op Na het tot stand
komen van de wet van 24 Mei 1928 is de
vraag aan de orde gesteld, hoe lang de leer-
plichtsduur is voor een kind, dat een lagere
school bezoekt, die krachtens vergunning
volgens artikel 3, tweede lid der L.O.-wet 1920
minder dan zeven leerjaren omvat. In het
bijzonder bleek verschil van opvatting te be
staan ten aanzien van de vraag of voor een
kind op 13-jarigen leeftijd de leerverplich
ting geëindigd is aan het eind der hoogste
klasse eener zesjarige school, op welke school
dat kind dan een- of tweemaal niet is ver
hoogd. De minister heeft gemeend, die vraag
bevestigend te moeten beantwoorden, omdat
het kind in die gevallen aan alle eischen van
artikel 3 der leerplichtwet heeft voldaan.
Intusschen moet worden erkend, dat aldus
de duur van den leerplicht verschillend Is
voor hen, die een zesjarige en hen die een
zevenjarige school bezoeken, zoodat niet be
reikt wordt wat de wet heeft bedoeld.
Om die ongelijkheid op te heffen, zal een
wijziging noodig zijn van artikel 3 der leer
plichtwet. De nieuwe lezing stelt buiten twij
fel, dat in de gestelde gevallen het kind aan
de leerverplichting niet heeft voldaan en dus
zijn onderwijs hetzij aan een zevenjarige
lagere school, of een centrale school voor het
zevende leerjaar, hetzij aan een school voor
U.L.O. zal moeten voortzetten, tenzij het valt
onder de vrijstelling volgens artikel 7 ten
derde der leerplichtwet.
Statistiek der rijksinkomsten.
Uit de juist verschenen statistiek der rijks
inkomsten over 1926 blijkt, dat het gemid
delde vermogen per aangeslagene in de ge
meente Den Haag over het belastingjaar
19261927 127.000 bedroeg.
Er zijn slechts 5 gemaenten in Nederland
boven de 20.000 inwoners, waar het gemid
deld vermogen meer bedraagt, nl. Almelo
145.000, Enschedé 176.000, Hilversum
134.000, Rheden 143.000 en Lonneker
130.000.
De gemeenten Amsterdam en Rotterdam
zijn lager dan Den Haag. In Amsterdam be
draagt het gemiddeld vermogen per aange
slagene 112.000 en in Rotterdam 115.000.
Wat het gemiddeld inkomen per aange
slagene betreft zijn de volgende cijfers te
vermelden.
In Den Haag bedraagt het gemiddeld in
komen per aangeslagene 3009 in Hilver
sum en Rheden zijn evenals bij de gemid
delde vermogens per aangeslagene deze cij
fers hooger, nl. 3335 en 3041.
Te Almelo, Enschedé en Lonneker, waar
het gemiddelde vermogen hooger is, zijn de
gemiddelde inkomstencijfers lager, nl. 2497,
2710 en 2246,, wat een gevolg is van de
grootere fabrieksbevolking in die steden.
Te Amsterdam en Rotterdam bedraagt het
gemiddelde inkomen per aangeslagene 2545
en 2436.
Examens stuurlieden ter koopvaardij.
De commissie voor de stuurliedenexamens,
bedoeld in de Schipperswet (Staatsbl. 1907,
no. 244) zal, aanvangende 5 Februari 1929,
zitting houden te 's-Gravenhage, Carel van
Bylandtlaan no. 5.
De aanvragen om tot de examens te worden
toegelaten moeten den voorzitter der com
missie bereikt hebben vóór 20 Januari 1919.
Belanghebbenden worden ten aanzien van
de voorwaarden om tot dit examen te worden
toegelaten verwezen naar art. 7 van het bij
besluit van 27 December 1907 (Stbl. no. 353)
vastgestelde reglement voor de stuurlieden
examens.
De bevolking van Eindhoven.
De bevolking van Eindhoven is in het af-
geloopen jaar met ruim 11000 zielen vermeer
derd en bedraagt thans ruim 77000 zielen.
De uitlevering van Liebermann.
Naar verluidt zou de rechercheur Lindgren,
van de Helsingforsche politie, die Liebermann
in Helsingfors gearresteerd heeft, aanspraak
maken op het door de Nederlandsche justitie
uitgeloofde bedrag van 2500.
De reis van Liebermann naar Nederland,
die via Riga zal gaan, zal geschieden in on
derling overleg tusschen de regeeringen van
Nederland en Letland.
Lieberr- in zou waarschijnlijk in Riga in
een synagoge verborgen zijn gehouden en
van Riga per vliegtuig naar Helsingfors zijn
vertrokken. Van Riga zal de reis gedeeltelijk
over zee geschieden tot een Duitsche haven,
vanwaar de Duitsche politie hem verder
transporteert, met medewerking van de beide
Nederlandsche inspecteurs, tot aan onze
grenzen. Gedurende het transport zullen bij
zondere maatregelen genomen worden. Niet
alleen zou een eventueele ontvluchting van
den arrestant opnieuw internationale quaes-
ties in het leven roepen, maar ook dient voor
de veiligheid van Liebermann te worden ge
waakt. Reeds enkele malen heeft hij gepoogd
zelfmoord te plegen.
In verband met een en ander zal slechts
overdag gereisd worden. De nachten zal Lie-
bermann telkens in een huis van bewaring
moeten doorbrengen.
Het personeel van Van Gend Loos.
De directie van Van Gend Loos heeft
aan de betrokken arbeidersorganisaties me-
degedec'^, dat naar haar meening de stich
ting van een pensioenfonds, in verhand met
het groot aantal werknemers op gevor
derden leeftijd, ten eenenmale onmogelijk is,
omdat eerst dan tot uitkeering van eventueel
pensioen kan worden overgegaan, wanneer
een belangrijk kapitaal uit de premiestorting
gevormd is. De directie heeft nu een rege
ling ontworpen voor de afsluiting van ka
pitaalverzekeringen op een bepaalden leeftijd
of bij eerder overlijden en het doen van uit
keering bij beëindiging van de dienstbetrek
king wegens invaliditeit of opzegging. Voor
de afsluiting van die verzekeringen zal het
personeel vier procent van het salaris als
premie storten, terwijl de naamlooze ven
nootschap eenzelfde bedrag betaalt.
De moderne en de R.-Kath. transportar
beidersbond hebben aan de directie van Van
Gen-1 Loos verzocht, met deze regeling te
wachten, totdat zij het oordeel hunner leden
kennen.
Scheepsbouw.
Van de scheepsbouwwerf no. 2 der firma
A. Vuyk en Zn. te Capelle a.d. IJssel is ta
water gelaten het stalen schroefstoomschip
„Farmsum" voor rekening van de stoom
vaart-maatschappij „Oostzee" te Amsterdam,
Het schip is gebouwd onder toezicht van
Lloyds register, klasse plm. 100 A 1, en de
scheepvaartinspectie en heeft een maatver-
mogen van plm. 9000 ton D.W.
De hoofdafmetingen zijn als volgtlengte
tusschen de loodlijnen 420 voet 0 duim,
breedte op groc' pan 56 voet 0 duim, holte
tot hoofddek 29 voet 0 duim, tot bovendek
37 voet 0 duim. Voor het snel laden en lossen
is het schip voorzien van 10 laadlieren, die
op groote laadhoofden zijn aangebracht om
de 4 laadruimen te bedienen.
Midscheeps bevinden zich de volgens de
eischen des tijds ingerichte hutten voor den
gezagvoerder en de overige officieren, terwijl
het logies der bemanning in het achterschip
is aangebracht.
Een quadruple expansie-machine, welke
werd vervaardigd door de North Eastern
Marine Engeneering en Co. Ltd. te Walsend
o Thine, zal in het schip worden geplaatst,
waarvan de afmetingen zijn 24 d. bij 34 d.,
bij 40 d. bij 71 d., met een slag van 48 d. en
de afmetingen der ketels 12 v. 0 d. X 15 v.
6 d.
VLISSINGEN, 9 JANUARI.
Openbare Leeszaal en Bibliotheek.
Overzicht over 1928. In het afgeloopen jaa?
werden 8857 bezoeken aan de leeszaal ge
bracht, waarvan 1505 of 17 van vrouwen
en 7352 of 83 van mannen. Vergeleken
met 1927 wijzen dze cijfers een stijging aan
van 6 op het totale bezoek, d.i. 11 op
dat der vrouwen en 5 op dat der mannen.
Uitgeleend werden 19.979 banden aan
11.310 personen, d.i. 22 meer dan in 1927.
Uit andere bibliotheken werden bovendien 46
werken in bruikleen ontvangen.
Nieuwe aanwinsten in December 1928
Jo van Ammers—Küllers Tantalus. J.
Conrad De typhoon. J. Fabricius Char
lotte's groote reis. Famke Zaansch binnen
huisje. D. Th. JaarsmaWending (Thiss-
serie no. 7). H. W. van Loon Van zintuig
tot werktuig. J. Morus Hoe zij groot en rijk
werden. C. en M. Scharten—AntinkDe nar,
uit de Maremmen, deel 2. W. von Scholz
Perpetuade roman der zuster Breiten-
schmitt. W. Schuurmans StekhovenOns
lichaamiets over bouw, verrichtingen en
onderhoud. E. Stanley Jones Christus langs
den Indischen heirweg. IdemChristus en
de tafelronde.
Voortaan zal het „Handelsblad" op de
leeszaal aanwezig zijn en ook het weekblad r!
„Economisch-statistische berichten".
Vergadering anti-rev. biesvereeniging.
Gisterenavond vergaderde de anti-rev.
kiesvereeniging onder voorzitterschap van
den heer P. G. Laernoes. Na de gebruikelijke
opening heette de voorzitter de aanwezigen
op deze eerste vergadering in het nieuw©
jaar welkom en wees op het gewicht van de
aanstaande verkiezingen voor de Tweede
Kamer.
Spreker herdacht het feit dat vóór 50 jaar
H. M. de Koningin-Moeder in ons land
kwam. Met groote dankbaarheid herdenken
wij deze, vorstin en spreker wees er op hoe
veel ons volk aan ons Vorstenhuis te dan
ken heeft,