500 300 150 100 25 Eerste blad 9 januari 1000 WOENSDAG No. iigava: Firma F. VAH DE VELDE Ir., Walstraai 58-60, Vlissingen. Telef. 10. Postrekening 00287 Verschijnt da:e ijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen ADR1AAHSZ. DE RÜYTER BINNENLAND Stads- en Provincienieuws lied van toestelbouw, ekstoestellen betreft, doeüj ie apparaten, danken we in de eers{< uitgevoerde onderdeety elfbouwer bereikbaar ien en -schalen zijn keu oral de zgn. trommel-aani. ibele condensatoren gen t maken van een keurilfl ombinatle van twee sulk keurig op een brocj ;rd zijn, krijgt de from abrieks-idee". Bovendit le knoppen ook in ahdei alleen verkrijgbaar, geh* g met de kleur van hej er is een enorme ^derdeelen waaruit eej i te maken. De spoel-< gstuk op zichzelf dat handigheid wel tot opj Op het frontpaneel eerlijk gezegd C«S LIS5IINÜ5CHE COURANT IBONNEMENTSPRIJSVoorVlissingenende gemeenten op Walcheren ƒ2.20 per 3 maanden, ■anco door het geheele rijk 2.50. Voor België, Duitschland en Frankrijk 3.80. Voor de ove- ;e landen bij wekelijksche verzending 3.80, met Zondagsblad 4.75. Afzonderlijke nrs. 5 ct. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels 1.25iedere regel meer 25 cent Bij abonnement speciale prijzen. Reclames 50 ct p. regel.KIeine advertenties betreffende Huur enVerhuur.Koop en Verkoop, Dienstaanbiedingen en -Aanvragen van 15 regels 75 ct, iedere regel meer 15 ct |e abonné's in 't bezit eener jlis, zijn GRATIS verze gd tegen ongelukken voor: gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij door een ongeluk. dood gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger. telling kan zeer nauwket,"p6§a!'3nd00Fïi6 oplaag 5100 Ex. schleden, de koppeling ej nummer bestaat uit 2 bladen. rdt er geheel door bedot] ipoelen achter het front] last met het omwikkelt jet opklapbaar zijn of dl worden door 't paneel gejl nog slechts over het ge- speciale inbouw-spoel- beschouwingze zjjip voldoen ook niet alle. an de spoelen aftakkin- schakelaars het juist* zetten. Sinds lang heeftj verlaten, omdat de selec- ng is en korte-golf-ont. [- en een voor het korte, ene of het andere spoel. een schakelaar op he£< iermede wordt de maxi- sterkte en vooral selecti- tulsteren op de korte-goll kortgesloten worden mei e spoelen in serie schake» ■golf-stations en parallel iet lange-golf-gebied één spoelstel en voor hel erop een tweede spoelstel By al deze method'ei waar dat de selectiviteit i opgevoerd kan worden, aren geheel te ondervan- mvoudig. De grootste se-| reischt voor het lange- wil Kalundborg vril vaal vrij van Huizen en ot i-golfstations vijf of zes er niet zoo op aan, ef tn genoeg over. We gj ooals die bij het toesi precies volgen en zettei het lange-golf-gebied schil, dat bijv. spoel 150] en 50 met elkaar in seri< t lange-golf-gebied wor» die in het toestel aan» en kunnen er geen ver» selectiviteit gelijk aan spoelen volgens Voor het kortegolf-gebied er twee spoelen Ingezet (dus 6poel 50) en komen is door zonder omwisse lt groote voordeel is hier Taatspoelen die ieder# I gebruikt kunnen worden 'oude materiaal bruikbaar [voor ombouw van uitwis selbare spoelen beperken en van een nieuw front» de zieken. het comité tot verkrij-L voor het gebouw te Gouda, het resultaat! radio-installatie, over stuur der wijkverpleging.] waar deze plechtigheid microfoon opgesteld, ken woord ook in de zie* i gevolgd, het comité, ds. Voor» zijn rede, van de groote bet plan in stad en om en en wees er op, hoe de tot verbetering van oestand der kranken en en opbeuren, bemoedigen it uit een Philips' ont- een 10-Watt-versterker, slefoons en 12 luidspre» jloten. Vanuit het toestel IJ le leidingen en wel naar verdieping, de zusterka» sthuis. Op het oogenblik ['an 21 koptelefoons en A de gelegenheid gesteld ieten. door Prof. Dr. P. J. BLOK. VII. De Ruyter's dood. Op Zondag den 22en April, vroeg in den Een andere mogelijk-8norgen kwam de vijand in het zicht van De an twee spoelstellen, eei$|tuyter, die de baai van Agosta had verlaten, lp het bericht van het naderen der Fran schen, om hen tegemoet te gaan. De Fran- «che vloot bestond uit 29 flinke schepen met branders en 5 kleine fregatten, gecomman- iet verkregen. Er staaljjjjleerd door Du Quesne zij was bemand met lange- en het korte. Co.000 man en bewapend met ruim 1760 ka- hoewel ongebruikt, aan JLonnenzoowel bemanning als uitrusting verbonden- wat verliezeu^aren van uitstekend gehalte. De verbonden TE VLISSINGEN |ari 0.21 12.39 0.56 13.15 uto's en Fietsen nuarl uur 9 4.35 10 4.37 4.38 11 parnsch-Nederlandsche vloot was niet al en numeriek veel minder talrijk maar de ipaansche uitrusting en bemanning was ge- irekkig en slecht geoefend. De Ruyter vormde et zijn eskader de voorhoede, de Spanjaar- en den middeltocht en het eskader van Den !aen de achterhoede, het zwakke en bij een ;evecht weinig betrouwbare Spaansche eska- ler werd dus tusschen de beide Staatsche ge kaatst. De Fransche voorhoede stond onder 'Alméras, de middeltocht onder Du Quesne, ,e achterhoede onder Gabaret. Op de buitengewoon kalme zee „le canal ie Versailles", zegt Du Quesne kwam de 'erbonden vloot van de baai van Siracusa uit .ngzaam op de Franschen af. Eerst om- itreeks 4 uur bereikte De Ruyter in het ge- .cht van den Etna dwars van Catania met idjn voorhoede eindelijk die des vijands onder •'Alméras, op wien hij zich met zijn gewone ilan stortte, hopend de vijandelijke voorhoede ;e verslaan en zich dan tegen „de rest" te :eeren. Een hevig gevecht op een musket schot afstands ontstond toen tusschen de beide voorhoeden, maar noch de Spanjaar den noch Den Haen, die achter De Ruyter aankwamen, steunden hem naar zijn ver wachting. De Franschen leden zware schade aan masten en touwwerk D'Alméras werd omstreeks 5 uur in het „duel" tusschen de beide admiraalsschepen gedood, zoo ook een zijner beste kapiteins. Ook het Staatsche eskader leed reeds spoedig veel schade vijf schepen moesten zich door de galeien uit het gevecht laten wegsleepen, maar het verlies aan manschap was hier aanvankelijk minder groot. Reeds een half uur na het begin van het gevecht ondervond echter de verbonden vloot het grootste ongeluk, dat haar kon overkomen. Een kanonskogel trof De Ruyter, die op het „zonnedek", de kampanje, in zijn stoel zat te commandeeren, aan den linkervoet, nam het voorste deel daarvan weg en verbrijzelde ver volgens de beide pijpen van het rechterbeen, een handbreed boven den enkel. De gewonde viel zeven voet naar beneden op het opper dek, maar liep bij dien val slechts een hoofd wond van weinig beteekenis op. Hij bleef redelijk bij kennis en trachtte, naar men meldt, uit zijn kajuit, waar men hem ver bond, de zijnen te midden van zijn pijnen voortdurend aan te vuren, roepend „houdt moed, mijn kinderen, houdt moedzoo moet men doen om do zege te verkrijgen". Hoe dit zij, kapitein Callenburgh, die hem dadelijk had laten opnemen en wegbrengen, wist het gebeurde geheim te houden en liet de admi raalsvlag waaien, zoodat niemand bemerkte, dat de admiraal zelf „niet present was". Callenburgh nam ook de verdere leiding van het gevecht op zich, met groote bekwaamheid zijn chef vervangend, die echter niet ophield met hem van raad te dienen, zooveel hem dit mogelijk was. Het gevecht ging met groote hevigheid voort en het eskader van De Ruyter, dat de Fransche voórhoede na een paar uren van hevigen strijd in verwarring gebracht had, kwam ten slotte tegenover Du Quesne en diens middeltocht te liggen. De Spanjaarden waren op een aanzienlijken afstand van de strijdende voorhoeden gebleven en schoten uit de verte op Du Quesne. Beter dan de middeltocht hield zich het eskader van Den Haen. Omstreeks 7 uur trok Du Quesne zijn toen zeer verspreide scheepsmacht samen en hield langzaam van de verbonden vloot af, die haar in den maneschijn nog een uur, lang vervolgde. Den volgenden morgen hadden de beide vloten niet veel lust meer in een nieuw gevecht, de Staatsche vloot zeilde den 23en naar de baai van Siracusa. Van een eigen lijke overwinning was voor geen der beide partijen sprake. Een Fransch convooi kon vanuit Toulon Messina bereiken, zoodat het tactische zoowel als het strategische voordeel aan de zfjde der Fransehen was. De schade, aan de Staatsche vloot toegebracht, was zeer groot, vooral door den zwakken bijstand der Spanjaardenwaarvoor De Ruyter in al zijn brieven al gevreesd had. Vandaar dan ook, dat hij gaarne een sterkere vfoot had mee genomen uit het vaderland. Dit zal een scherp en verdiend verwijt blijven aan hen, die De Ruyter met een zoo zwakke macht op een zoo gevaarlijke expeditie hadden uitgezonden. Van den 23en April tot den 6den Mei ankerde de verbonden vloot in de baai van Siracusa. De zware beenwonden van De Ruyter wa ren door den „oppermedicijn" der vloot, dr. Johan Mannart, en de beide chirurgijns van het schip aanstonds in de kajuit van de Eendracht zoo goed mogelijk verzorgd. De gewonde, slechts kort door den val bedwelmd, leed veel pijn, vooral toen den volgenden morgen de wonden met brandewijn werden uitgewasschen en gezuiverd, maar er bestond hoop op genezing, want er was geen spra e van koorts. Ook de eerstvolgende dagen ver liepen zonder ernstige verschijnselen: hij rustte, ondanks zijn pijnen, veel en kon „re delijk" gevoed worden. In en na den slag toonde hij zich geduldig en berustend en zocht troost in gebed en bijbelsche spreuken en uit spraken, waarbij de bijstand van den getrou wen Westhovius en de herinneringen aan zijn eigen kennis van den bijbel hem van grooten dienst waren. Vooral de woorden van Psalm 119 vs 11 ,.'t is my zoet, dat ick verdruckt ben geweest, opdat ick uwe insettingen leer de" en de troostwoorden van Psalm 42, vers 6 8 9 waren telkens in zijn mond. Maar, te midden van z«n eigen pijnen, vergat hij het lijden der andere gekwetsten en ook de be langen van de vloot niet. Hij bad volgens Westhovius, die ons zijn laatste woorden uit voerig heeft gemeld, nog gedurende den slag: „Heere, bewaar 's Lands vloot, spaar genaa- diglyk onse officieren, matrozen en soldaten, die voor een kleen geld zooveel ongemaks en gevaars uitstaan. Geeft hun kloekmoedigheid en kracht, opdat w« onder uwen zegen de overwinning mogen wegdraagen. Heere, geef nu een gewenschten uitslag in mijne zwak heid gelijk gij uwen volke gaaft, toen ik sterk was opdat het blijke, dat wy aUes door D doen en dat Gij 't alleen doet zoowel door zwakken als kloeken, zoowel door weinigen dan door velen." Geduldig sprak hij „Aan dit ellendig lichaam is weinig gelegen, als de kostelijke ziel behouden word. Myn pyn is niet te achten bij d'onuitsprekelijke smert en smaad, die onze Heiland onschuldig leed om ons van d'eeuwige pyn te verlossen." Een an dermaal bad hij „Geef my de lydsaamheid tot een sterkte myncr ziele, opdat ik mag volstandig blijven tot den einde toe nadien de lydsaamheid toch meer overwint dan de kracht". Hij beklaagde zich wel, dat hü „hier soo liggen moet" en ,,'s Lands dienst niet kan betrachten". Maar nog achtte hij zich „op de post daar my God geroepen heeft, en wil Hy my ook uit dit leven roepen, ik ben ge reed en bereid." Van de zijnen thuis sprak hij. tot het laatst toe weinig, zich gelukkig ach tend, dat z« hem in z«n droevig lijden niet mèt hunne droefheid mogelijk konden „be zwaren" en hem niet beklaagden „met bittre tranen", terwijl hij hen weldra hoopt te vin den „in deeuwige vreugde", zooals hij zich uitdrukte, toen zijn toestand een ernstiger karakter begon te vertoonen. Hij nam nog wel deel aan de opstelling der brieven en het rapport, al liet hu ze door den secretaris Van der Poort namens hem onderteekenen. Op denzelfden dag toen deze stukken wer den verzonden en ook de zijnen over het ge beurde waren ingelicht den 26en kwam de wondkoorts, die vooral den 28sten en in den daarop volgenden nacht onder „onver- dragelycke smerte en swackheyt des h- chaems" zijn krachten snel deed afnemen. Met gevouwen handen lag hij sedert dien, e einde wachtend met de woorden uit den 63sten Psalm „O God, gij z«t mijn God, ik zoek U in den dageraad, mijn ziele dorst naar U, in een land, dor en mat, zonder water. Toen in den middag van den 29sten de vehemente koortse" afnam, was de doods strijd reeds begonnen, Zijn stem verzw: :te merkbaar en hij hield weldra op te spreken. Westhovius bad op zijn verzoek aan zijn sterf bed God om een „salige verlossing". Ettelijke uren leefde hij nog, omringd door zijn be droefde officieren en dienaren, om in den avond van dien dag tusschen negen en tien uur „seer sachtjens", schrijft Van der Poort den len Mei aan Cornelia De Witte, „op 't bedde van eer" te ontslapen. Het balsemen werd door Mannart niet dan onder groote bezwaren volbracht wegens het „seer corpulent lichaem" van den doode en de „groote hitte". De ingewanden moesten na tuurlijk zoo spoedig mogelijk worden begra ven en de regeering van Siracusa trad daar over uit eigen beweging in onderhandeling met de geestelykheid der stad over de be grafenis daarvan in een der kerken. Zonder toestemming van den Paus ging dat niet en deze woonde te ver af. De stadsregeering bood aan de ingewanden In het stadhuis zelf onder een waardigen gedenksteen te begraven. Dit wenschten de Staatsche bevelhebbers niet. Men besloot ze „incognito" bij te zetten in een kleinen heuvel op een door de zee bespoel- de landtong. Alle hoofdofficieren, kapiteins en andere „commandeurs" van de vloot, in het bijzonder alle officieren en „domestie- ken" van de Eendracht waren daarbij tegen woordig. Westhovius sprak een gebed uit. Tien dagen later hield hij op de Eendracht een plechtige lijkrede. Voor de nagelaten goederen zorgde Callenburgh, door den thans als opperbevelhebber der Staatsche vloot op getreden Den Haen provisioneel tot vice-ad- miraal benoemd hij werd bij die zorg gehol pen door de beide knechts van den over ledene, wiens gebalsemd lichaam werd ge plaatst in een looden kist in diens eigen ka juit. Daar heeft het temidden van zware ge vechten en gevaren nog maanden lang ge staan, alvorens het in het vaderland aan kwam. Het bericht van de ernstige verwonding van den admiraal was den 28sten te Palermo ontvangen en de onderkoning betuigde Den Haen, temidden der heerschende ontsteltenis, aanstonds zijn hartelijke deelneming. Die be tuiging werd vergezeld van een vereerend schrijven van den Koning van Spanje aan De Ruyter nog van den 18en Maart met toe zegging van 6000 ducaten jaarlijks uit de ver beurdverklaarde leenen van het Koninkrijk Sicilië. Die mededeeling kwam eerst den 3den Mei te Siracusa aan en heeft dus den admi raal niet meer bereikt, evenmin als het be richt van diens verheffing door den koning tot hertog en van een nieuwe schenking van 2C00 ducaten jaarlijks uit het eerste leen, dat in de Italiaansche, van de Spaansche kroon afhankelijke, landen zou komen te vervallen. Na den dood van De Ruyter werd het eer bewijs voor den grooten admiraal door den koning (5 Augustus 1676) overgedragen op diens zoon Engel, die den hertogstitel evenwel voor ons land minder geschikt achtte en dezen liever in den titel van baron veranderd wilde zien, wat den 4en November 1677 bij koninklijk diploma ook is geschied. Den 6en Mei ging de vtoot naar Palermo, waar zij den 13en Mei aankwam. Met den dood van De Ruyter scheen echter „alle heyl" van de vloot te zijn geweken, schrijft Van der Poort dien dag moedeloos. In Paler mo vond men slechts gebrekkige middelen van herstel en men verwachtte van de Spanjaar den weinig of geen'militaire hulp. Den 31en Mei werd de Staatsch-Spaansche vloot ten oosten van de baai van Palermo aangevallen door de Fransche vloot. Drie Staatsche, even- zooveel Spaansche schepen vlogen in de lucht, Den Haen zelf sneuvelde evenals schout-bij- nacht Middellant. Gelukkig bleef de scherp aangevallen Eendracht, waarop Callenburgh zich dapper verdedigde, en daarmede het lijk van De Ruyter, gespaard. Gebrek aan munitie bij de Franschen verhinderde de algeheele vernietiging der vloot. De predikant West hovius werd een paar dagen later belast met het overbrengen van het droevige bericht der nederlaag bij Palermo. Toen hij den desolaten toestand onzer vloot had medegedeeld, werd de schout-bij-nacht Philips van Almonde uit de Oostzee ontboden en half Juli naar Napels gezonden als opperbevelhebber van wat er van de vloot van De Ruyter nog over was. Maar het einde der ongelukken van de rampzalige vloot was nog geenszins bereikt. Voordat Almonde te Napels aankwam, richtte een zware epidemische ziekte, de roode loop, ge volg van ontbering en slecht voedsel, bij de Staatsch scheepsmacht te Palermo nieuwe verwoestingen aan de kapiteins De Sitter, Andringa en Teding van Berkhout, 7 luite nants, dr. Mannart zelf en vele matrozen vie len er aan ten offer. Nu besloot men de vloot, nog veertien zeilen sterk, uit de onveilige en in den heeten zo mer ongezonde baai van Palermo naar Na pels te doen vertrekken onder Callenburgh als voorloopig vice-admiraal. Den 6en September verscheen Almonde aldaar. Begin October ging men naar Cadix, den 18en November van daar naar het vaderland den lOen December kwam Almonde met zijn schepen voor de vaderlandschekust, doch strenge vorst en ijsgang beletten hem binnen te val len, daarom ging hij naar de baai van St. I 'elens bij Wight en vervolgens naar de reede van Portsmouth, vanwaar hij eindelijk na het invallen nan den dooi, eerst 30 Ja nuari 1677 te Hellevoetsluis met zijn schip en het itoffelijk overschot van De Ruyter bin nenviel. Lodewijk XIV had bevel gegeven, dat bij het passeeren van de Eendracht met De Ruyter's lijk langs de Fransche kust, als dit daar bekend was, een eeresaluut zou worden gebracht. H. G. VAN GROL. Wijziging der leerplichtwet. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot wijziging van artikel 3 der leer plichtwet. In de toelichting merkt de mi nister van onderwijs, kunsten en weten schappen het volfgende op Na het tot stand komen van de wet van 24 Mei 1928 is de vraag aan de orde gesteld, hoe lang de leer- plichtsduur is voor een kind, dat een lagere school bezoekt, die krachtens vergunning volgens artikel 3, tweede lid der L.O.-wet 1920 minder dan zeven leerjaren omvat. In het bijzonder bleek verschil van opvatting te be staan ten aanzien van de vraag of voor een kind op 13-jarigen leeftijd de leerverplich ting geëindigd is aan het eind der hoogste klasse eener zesjarige school, op welke school dat kind dan een- of tweemaal niet is ver hoogd. De minister heeft gemeend, die vraag bevestigend te moeten beantwoorden, omdat het kind in die gevallen aan alle eischen van artikel 3 der leerplichtwet heeft voldaan. Intusschen moet worden erkend, dat aldus de duur van den leerplicht verschillend Is voor hen, die een zesjarige en hen die een zevenjarige school bezoeken, zoodat niet be reikt wordt wat de wet heeft bedoeld. Om die ongelijkheid op te heffen, zal een wijziging noodig zijn van artikel 3 der leer plichtwet. De nieuwe lezing stelt buiten twij fel, dat in de gestelde gevallen het kind aan de leerverplichting niet heeft voldaan en dus zijn onderwijs hetzij aan een zevenjarige lagere school, of een centrale school voor het zevende leerjaar, hetzij aan een school voor U.L.O. zal moeten voortzetten, tenzij het valt onder de vrijstelling volgens artikel 7 ten derde der leerplichtwet. Statistiek der rijksinkomsten. Uit de juist verschenen statistiek der rijks inkomsten over 1926 blijkt, dat het gemid delde vermogen per aangeslagene in de ge meente Den Haag over het belastingjaar 19261927 127.000 bedroeg. Er zijn slechts 5 gemaenten in Nederland boven de 20.000 inwoners, waar het gemid deld vermogen meer bedraagt, nl. Almelo 145.000, Enschedé 176.000, Hilversum 134.000, Rheden 143.000 en Lonneker 130.000. De gemeenten Amsterdam en Rotterdam zijn lager dan Den Haag. In Amsterdam be draagt het gemiddeld vermogen per aange slagene 112.000 en in Rotterdam 115.000. Wat het gemiddeld inkomen per aange slagene betreft zijn de volgende cijfers te vermelden. In Den Haag bedraagt het gemiddeld in komen per aangeslagene 3009 in Hilver sum en Rheden zijn evenals bij de gemid delde vermogens per aangeslagene deze cij fers hooger, nl. 3335 en 3041. Te Almelo, Enschedé en Lonneker, waar het gemiddelde vermogen hooger is, zijn de gemiddelde inkomstencijfers lager, nl. 2497, 2710 en 2246,, wat een gevolg is van de grootere fabrieksbevolking in die steden. Te Amsterdam en Rotterdam bedraagt het gemiddelde inkomen per aangeslagene 2545 en 2436. Examens stuurlieden ter koopvaardij. De commissie voor de stuurliedenexamens, bedoeld in de Schipperswet (Staatsbl. 1907, no. 244) zal, aanvangende 5 Februari 1929, zitting houden te 's-Gravenhage, Carel van Bylandtlaan no. 5. De aanvragen om tot de examens te worden toegelaten moeten den voorzitter der com missie bereikt hebben vóór 20 Januari 1919. Belanghebbenden worden ten aanzien van de voorwaarden om tot dit examen te worden toegelaten verwezen naar art. 7 van het bij besluit van 27 December 1907 (Stbl. no. 353) vastgestelde reglement voor de stuurlieden examens. De bevolking van Eindhoven. De bevolking van Eindhoven is in het af- geloopen jaar met ruim 11000 zielen vermeer derd en bedraagt thans ruim 77000 zielen. De uitlevering van Liebermann. Naar verluidt zou de rechercheur Lindgren, van de Helsingforsche politie, die Liebermann in Helsingfors gearresteerd heeft, aanspraak maken op het door de Nederlandsche justitie uitgeloofde bedrag van 2500. De reis van Liebermann naar Nederland, die via Riga zal gaan, zal geschieden in on derling overleg tusschen de regeeringen van Nederland en Letland. Lieberr- in zou waarschijnlijk in Riga in een synagoge verborgen zijn gehouden en van Riga per vliegtuig naar Helsingfors zijn vertrokken. Van Riga zal de reis gedeeltelijk over zee geschieden tot een Duitsche haven, vanwaar de Duitsche politie hem verder transporteert, met medewerking van de beide Nederlandsche inspecteurs, tot aan onze grenzen. Gedurende het transport zullen bij zondere maatregelen genomen worden. Niet alleen zou een eventueele ontvluchting van den arrestant opnieuw internationale quaes- ties in het leven roepen, maar ook dient voor de veiligheid van Liebermann te worden ge waakt. Reeds enkele malen heeft hij gepoogd zelfmoord te plegen. In verband met een en ander zal slechts overdag gereisd worden. De nachten zal Lie- bermann telkens in een huis van bewaring moeten doorbrengen. Het personeel van Van Gend Loos. De directie van Van Gend Loos heeft aan de betrokken arbeidersorganisaties me- degedec'^, dat naar haar meening de stich ting van een pensioenfonds, in verhand met het groot aantal werknemers op gevor derden leeftijd, ten eenenmale onmogelijk is, omdat eerst dan tot uitkeering van eventueel pensioen kan worden overgegaan, wanneer een belangrijk kapitaal uit de premiestorting gevormd is. De directie heeft nu een rege ling ontworpen voor de afsluiting van ka pitaalverzekeringen op een bepaalden leeftijd of bij eerder overlijden en het doen van uit keering bij beëindiging van de dienstbetrek king wegens invaliditeit of opzegging. Voor de afsluiting van die verzekeringen zal het personeel vier procent van het salaris als premie storten, terwijl de naamlooze ven nootschap eenzelfde bedrag betaalt. De moderne en de R.-Kath. transportar beidersbond hebben aan de directie van Van Gen-1 Loos verzocht, met deze regeling te wachten, totdat zij het oordeel hunner leden kennen. Scheepsbouw. Van de scheepsbouwwerf no. 2 der firma A. Vuyk en Zn. te Capelle a.d. IJssel is ta water gelaten het stalen schroefstoomschip „Farmsum" voor rekening van de stoom vaart-maatschappij „Oostzee" te Amsterdam, Het schip is gebouwd onder toezicht van Lloyds register, klasse plm. 100 A 1, en de scheepvaartinspectie en heeft een maatver- mogen van plm. 9000 ton D.W. De hoofdafmetingen zijn als volgtlengte tusschen de loodlijnen 420 voet 0 duim, breedte op groc' pan 56 voet 0 duim, holte tot hoofddek 29 voet 0 duim, tot bovendek 37 voet 0 duim. Voor het snel laden en lossen is het schip voorzien van 10 laadlieren, die op groote laadhoofden zijn aangebracht om de 4 laadruimen te bedienen. Midscheeps bevinden zich de volgens de eischen des tijds ingerichte hutten voor den gezagvoerder en de overige officieren, terwijl het logies der bemanning in het achterschip is aangebracht. Een quadruple expansie-machine, welke werd vervaardigd door de North Eastern Marine Engeneering en Co. Ltd. te Walsend o Thine, zal in het schip worden geplaatst, waarvan de afmetingen zijn 24 d. bij 34 d., bij 40 d. bij 71 d., met een slag van 48 d. en de afmetingen der ketels 12 v. 0 d. X 15 v. 6 d. VLISSINGEN, 9 JANUARI. Openbare Leeszaal en Bibliotheek. Overzicht over 1928. In het afgeloopen jaa? werden 8857 bezoeken aan de leeszaal ge bracht, waarvan 1505 of 17 van vrouwen en 7352 of 83 van mannen. Vergeleken met 1927 wijzen dze cijfers een stijging aan van 6 op het totale bezoek, d.i. 11 op dat der vrouwen en 5 op dat der mannen. Uitgeleend werden 19.979 banden aan 11.310 personen, d.i. 22 meer dan in 1927. Uit andere bibliotheken werden bovendien 46 werken in bruikleen ontvangen. Nieuwe aanwinsten in December 1928 Jo van Ammers—Küllers Tantalus. J. Conrad De typhoon. J. Fabricius Char lotte's groote reis. Famke Zaansch binnen huisje. D. Th. JaarsmaWending (Thiss- serie no. 7). H. W. van Loon Van zintuig tot werktuig. J. Morus Hoe zij groot en rijk werden. C. en M. Scharten—AntinkDe nar, uit de Maremmen, deel 2. W. von Scholz Perpetuade roman der zuster Breiten- schmitt. W. Schuurmans StekhovenOns lichaamiets over bouw, verrichtingen en onderhoud. E. Stanley Jones Christus langs den Indischen heirweg. IdemChristus en de tafelronde. Voortaan zal het „Handelsblad" op de leeszaal aanwezig zijn en ook het weekblad r! „Economisch-statistische berichten". Vergadering anti-rev. biesvereeniging. Gisterenavond vergaderde de anti-rev. kiesvereeniging onder voorzitterschap van den heer P. G. Laernoes. Na de gebruikelijke opening heette de voorzitter de aanwezigen op deze eerste vergadering in het nieuw© jaar welkom en wees op het gewicht van de aanstaande verkiezingen voor de Tweede Kamer. Spreker herdacht het feit dat vóór 50 jaar H. M. de Koningin-Moeder in ons land kwam. Met groote dankbaarheid herdenken wij deze, vorstin en spreker wees er op hoe veel ons volk aan ons Vorstenhuis te dan ken heeft,

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1929 | | pagina 1