coosjr
BÜÏÏÏ
lilllllll
EVENTJES LACHEN
ai
ADVERTENTIfeN
Bureau voor aanvraag
Weinig moeite
OUD-PAPIER
Nooi
Schei
Noon
Noorq
Telefor
Breew
Noords
E
Evertse
S
Palings
HET EILAND VAN ROBINSON CRUSOE.
Zou er wel een jongen op heel de wereld
fcijh, die niet het verhaal van Robinsön
Crusoe heeft gelezen Maar hoevelen weten,
waar in werkelijkheid zich het eiland be
vindt, waar eens de schipbreukeling geleefd
heeft en dat Mas a Tiorra héét, en tot de
kleine eilandengroep Juan Fernadéz in den
Btiïleh Oceaan behoort
Ook eilanden hebben hun geschiedenis.
Reeds in de zeventiende eeuw gingen nu en
dan Europeesche handelsschepen voor het
eiland Mas-a"Tierra~ voor anker. Eenige lie
den van de bemanning lieten zich op het tot
dusver volkomen onbewoond eiland neer en
stichtten daar eenige kleine nederzettingen.
Tot hen behoorde ook de Schot Alexander
Selkirk, die in het jaar 1704 schipbreuk leed,
op het eiland terecht kwam en eerst vtff jaar
later door kapitein Wood Rogers weer naar
Engeland terug werd gebracht. Zijn weder
waardigheden op dit, toen nog zeer onher
bergzaam eiland, gaven later Daniël Defoe
aanleiding tot het schreven van zijn beroemd
boek „Robinsön Crusdë". Jüan FernaÖez had
hét eiland Mas a Tierra gedoopt, toen hij, in
het jaar 1572, op zijn vaart van Valparaiso
naar het Westen, toevallig deze eilanden
groep in den Stlilen Oceaan had gevonden.
Mas a Tierra zelf ligt 670 K.M. van de
Chineesche kust, is 22 K.M. lang en onge
veer 8 K.M. breed. Het eiland bezit drie ta-
ïrfeiyk goede havens, waaronder de met een
van verre zichtbaren vuurtoren voorziene San
Juan Baurista-baai, welke havens zijn ge-
neomd naar de naties, die deze havens het
eerst hebben bezocht, nl. de Engelsche, de
Fransche en de Spaansche haven. Bergen
van geringe hoogte en van vulkanischen oor
sprong, prachtig begroeid, verhoogen de
schoonheid van het eiland.
De plantengroei gelijkt, over het geheel
genomen, op dien van Nieuw-Zeeland. De
jegenperiode, vrijwel van April tot en met
September, omvat dus de helft van het jaar,
doch zijn. de overige maanden niet vrij van
neerslag en de klimatorische toestanden
worden als gunstig beschouwd.
Het aardigste op het geheele eiland zijn
iliet de door de Spanjaarden, in den loöp
der eeuwen verwilderde geiten, d e daar
naast paarden, ezels, runderén en honden
meer of mindér vrij rondzwerven, maar de
liliputachtige stadjes, die kleiner zijn als
onze dorpen en toch een zorgvuldig georga
niseerd bestuur hébben.
De meeste menschen wéten evenmin, dat
'op dit eiland een tweede Robinsonade, ee'ni-
gén tientallen jaren geleden, is voorgekomen.
En dat gebeurde zoo
De Fransche schoener „Telegraphe" zeilde,
in 1891, komende van Valparaiso, naar de
Jü&ri Fernandez eilandengroep, op onver
klaarbare wijze kwam de bemanning in het
bezit van een groote hoeveelheid sterken
drank. Hét werd een dronkemansgelag,waar
aan de'geheele bemanning, met uitzondering
van den kapitein en de eenige passagier aan
boord, Charpentier genaamd, deelnam. Een
geweldige storm stak op, waartegen de
dronken bemanning geen maatregelen kon
nemen. De „Telegraphe" sloeg om. De kapi
tein en de bemanning verdrenken. Het ge
lukte Charpentier, al roeiende en zwemmen
de, de kust van Mas a i'ierra te bereiken.
Maanden verliepen. En weer kwam een
schipbreukeling aan de kust van het eiland,
een zekere graaf Alfred de Rodt. Met pri
mitieve vischgereedschappen uitgerust, bega
ven zich beiden op de visch- en kreeften-
vangst en bleven zoolang op het eiland, tot
een medelijdend kapitein hen naar Valparai
so bracht. Daar vonden beiden een kapitaal
krachtig man, Louis P. Recart, die hun de
middelen verschafte voor de oprichting van
een groote kreeften-handelmaatschappij, die
thans nog bloeit en overal haar vertakkingen
heeft tot diep in het Amerikaansche vaste
land.
Tegenwoordig is het Robinson-eiland vol
leven en bedrijf. Schoorsteenfabrieken roo-
ken, motoren snorren, arbeidersnederzettin
gen bloeien. Uit de havens worden schatten
aan visch en kreeften naar Chili en Argen-
titnië gezonden. Geld stroomt naar het
eiland en behalev dev historische Robinson
Crusoë-grot, herinnert tegenwoordig niets
meer aan de romantiek van reeds lang ver
dwenen dagen.
Maar man, waarom heb je de kinderen
al in béd gelegd
Omdat zij mij hinderen bij mijn werk,
yrouwtje
En hebben zij zich nogal zoet laten uil-
fcleeden
Nu, dat gaat nogal. Vooral die kleine
bengel daar in den hoek heeft vreeselijk aan
gegaan.
Die daar nog snikt Maar man, dat is
kleine Frits van hierover
Een landlooper vroeg bij een circus een
baantje. De directeur bood hem dat var.
leeuwentemmer aan. Het eenige, wat hij te
doen had, was de kooi binnen te loopen en
de leeuwen uit zijn hand te laten eten. Het
heele geheim zat hem daarin, dat hij de
leeuwen moest dwingen te geloven, dat hij
piet bang voor hen was.
—Nee, zeide de bedelaar. Dat baantje kan
ik niet aannemen. Tot zooveel bedrog wil ik
me niet leenen.
Een stelletje jongelui was in de vacantie
uit en maakte een zeereis. Onderweg was een
man van hen jarig en hij gaf een knallend
feest, dat diep in den nacht eindigde. Den
volgenden morgen mankeerde er een. Men
ging eens naar zijn hut en vond hem te bed
liggen met een natten doek om zijn hoofd.
Ho? gaat het er mee, vroegen de vrien-
jflen een beetje meewarig.
O, best, was het antwoord. Ik voel me
patent. Ik weet me alles nog te herinneren
Wat er gisteren gebeurd is, alleen weet ik
hiët, meer wie de taxi voor me betaald heeft.
ES
bij Zr. A. ALGRA,
BADHUISSTRAAT 87. Tel.424
kost feet U, het
te bewaren. Doet ge dit, dan
kunt ge meehelpen eenige
mènschen geregeld aan het
wérk te houden.
Qèef Uw adres op
Walstraat 44, Tel. 76.
Scheldestraat 7, Tel. 395.
Kerkhoflaan 2, Tel. 263.
Badhuisstraat 67, boven
of aan de werkplaats
Van Dishoeckstraat 22.